raist.,.., Gs 1. -_1 Nr augustus 1973, nr.106;

Transcriptie

1 -_1 Nr. 10. De raad der gemeente ZANDVOORT; Overwegende dat het gewenst is de bebouwingsvoorschriften behorende bij de bestemmingsplannen vermeld op de bij dit besluit behorende lijst aan te vullen met een vrijctellingsbevoegdheid aan burgemeester en wethouders; dat het ontwerp van een daartoe strekkend raadsbesluit van 25 juni 1973 af edurende een maand ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat van deze terinzageligging tevoren is kennis gegeven in de Nederlandse Staatscourant, het Haarlems Dagblad, het Zandvoorts Nieuwsblad en de Zandvoor-tee Courant en dat zij bovendien op de gebruikelijke wijze door aanplakking aan het raadhuis tevoren is bekend gemaakt; dat geen bezwaren zijn ingediend; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 augustus 1973, nr.106; Gelet op de bepalingen van de!!et op de Ruimtelijke Ordening; -J de bebjuwingsvoorschriften behorende bij de hiervoor bedoelde bestemmingsplannen aan te vullen met het volgende artikel: Artikel I. 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in situaties zoals op de bij dit besluit behorende tekening is aangegeven, vrijstelling te verlenen van de voorschriften behelzende dat een open ruimte ter diepte van minimaal 3 m. aanwezig moet blijven tussen de achtergevel van een een gezinswoonhuis en het daarachter gelegen bijgebouw, zulke uitsluitend ten behoeve van het maken van een uit bauw van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat a. de uitbouw geen grotere diepte mag krijgen dan 3.50 m. b. de uitbouw geen grotere breedte mag krijgen dan die van het bijgebouw met een maximum van 2/5 deel van de breedte van de achtergevel. c. de hoogte van de uitbouw niet meer mag bedragen dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw met een maximum van 2.50 m. d. een open erf aanwezig moet blijven gelijk aan tenminste 2/3 deel van het acb2.-cerf. 2. Belanghebbenden zullen in de gelegenheid worden gesteld tegen een vrijstelling als bedoeld in lid 1 schriftelijk hun bezwaren kenbaar te maken.'' HB/ Zandvoort, 28 augustus De Secretaris, De Voorzitter, LV raist.,.., Gs 1. io. 3

2 De raad der gemeente Zandvoort; Overwegende dat het gewenst is de bebouwingsvoorschri ten behorende bij de bestemmingsplannen vermeld op de bij dit besluit behorende lijst aan te vullen met een vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheid aan burgemeester en wethouders; dat het ontwerp van een daartoe strekkend raadsbesluit van 14 september 1970 af gedurende een maand ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat van deze terinzagelegging tevoren is kennisgegeven in de Nederlandse Staatscourant, het Haarlems Dagblad, De Tijd en de Zandvoortse Courant en dat zij bovendien op de gebruikelijke wijze door aanplakking aan het raadhuis tevoren is bekend gemaakt; dat geen bezwaren zijn ingediend;. dat nader is gebleken dat het aanbeveling verdient artikel I. en artikel II sub b in afwijking van het ter visie gelegde ontwerp te redigeren zoals onderstaand is aangegeven; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 1970, no. 175, le afd.; Gelet op de bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de bebouwingsvoorschriften behorende bij de hiervoor genoemde bestemmingsplannen aan te vullen met de volgende artikelen : Artikel I. Burgemeester en 1:ethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de voorschriften voor het oprichten van : a. een garage of een gecombineerde garage/schuur met een oppervlakte van maximum 50 m2; of b. een garage en een schuurtje, tezamen een oppervlakte van 50 m2 niet overschrijdende, of c. twee garages tezamen een oppervlakte van 50 m2 niet overschrijdende, een en ander mits van het erf een oppervlakte gelijk aan tenminste tweemaal de opper..lakte van de bebouwing onbebouwd blijft en niet gebouwd wordt op een strook ter diepte van tenminste 3 m over de volle breedte van de achtergevel en aansluitend hieraan. Artikel II. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de voorschriften ten aanzien van de volgent-.1.d onderwerpen, zulks voorzover in de voorschriften regelen zijn gesteld :

3 Tm, -2- a. het overschrijden van de bebouwingsgrenzen, zomede van de ten opzichte van de zijerfscheiding bepaalde minimumafstand door : 1. ingangsportalen, erkers, balkons, luifels, bordessen en pergola's bij eengezinshuizen met ten hoogste 1.20 m.; 2. ingangsportalen, liftkokers, trappehuizen en vestibul.es bij meergezinshuizen met ten hoogste 4 in: b. het overschrijden van de voorgeschreven afstandsmaat tot de zijerfscheiding door aangebouwde bijgebouwen, welke geheel of in hoofdzaak aan de zijgevel of ter zijde van de lijn in het verlengde daarvan worden gebouwd en waarvan de hoogte gelijk mag zijn aan de eerste laag van het hoofdgebouw; c. het opnemen van praktijkruimten voor beoefenaren van vrije beroepen in woningen; d. het overschrijden van de bebouwingsgrens aan de van de weg afgekeerde zijde met ten hoogste 3 m, mits de afstand tot de achtererfafscheiding niet minder dan 10 m. en in het geval de aangrenzende terreinen krachtens het bestemmingsplan niet bebouwd worden, niet minder dan 5 m. wordt. Artikel III. 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder Goedkeuring van Gedeputeerde Staten, overoenkomstig het bery-.:.2..d in artikel 11. van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op : a. een enigszins andere situering van de bebouwingsvlakken, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat deze wijzigingen in verband met de bouwplannen nodig zijn, mits de bebouwingscapaciteit zowel voor woningen, bedrijven als voor bijzondere gebouwen met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd; b. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoeringen met. ten hoogste 10,:; voor bijzondere gebouwen, eengezins-» huizen en bijgebouwen, indien in verband met de bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn; c. een enigszins ander beloop van de wegen, mits de structuur van het hoofdwegenstelsel gehandhaafd blijft. 2. Belanghebbenden zullen in de gelegenheid worden gesteld tegen wijzigingen als bedoeld in lid 1 schriftelijk hun bezwaren kenbaar te maken. Z/ ZANDVOORT, 10 november Goedgekeurd bij besluit van heden nr. s U ra 1971 Stzzen v..n Noord-Holland De Secretaris, De Voorzitter. '",,00rzitter. 4-, griffier

4 No. 6 A. j De raad der gemeente Zandvocort; Overwsgende,dat het gewenst is de voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan Keesomstraat,vastgesteld door de raad der gemeente Zandvoort bij besluit van 15 augustus 1967 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Holland bij besluit van 7 mei 1968,no.109 te wijzigen; dat het ontwerp van de wijziging van 17 november 1969 af gedurende één maand op de secretarie dezer gemeente ter inzage heeft gelegen; dat van deze terinzagelegging tevoren is kennis gegeven in de Nederlandse Staatscouraht,het Haarlems Dagblad,de Tijd,het Zandvoorts Nieuwsblad en de Zandvoortse Courant en dat zij bovendien op de gebruikelijke wijze door aanplakking aan het raadhuis tevoren is bekend gemaakt; dat binnen de termijn van de tervisielegging geen bezwaarschriften zijn ingediend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.6 januari 1970,no.2,1e afd; 1 ning; gelet op de bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Orde- de bovenaangehaalde be bouwingsvoorschriften te wijzigen als volgt: I.In artikel 7,2e lid wordt in plaats van "Op elk afzonderlijk terreinfl gelezen "Op elk afzonderlijk terrein met een breedte van meer dan 15 m." II.Aan artikel 7 wordt na het 2e lid toegevoegd een nieuw derde lid luidende als volgt: 3.0p alle overig9niet in lid 2 genoemde, terreinen mag slechts een op zichzelf staande bebouwing worden opgericht met dien verstande,dat aan één zijde van de opgaande bebouwing tussen de zijgevel en de zijerfsoheiding van een belendend'i)eroeel een zijstrook ter breedte van tenminste 3.50 m onbebouwd blijft of bebouwd wordt op dezelfde wijze als omschreven in lid 2, echter zodanig dat de opgaande bebouwingen van twee percelen altijd gescheiden zijn door tenminste één als bovenomschreven bebouwde of onbebouwde zijstrook. III. In artikel 7 worden de bestaande leden tot resp. 4 en 5. 3 en 4 vernummerd dd./ ZANDVOORT,27 januari ek e t.kr b- besl. 4- \;03-. k eden flr (.1 j] De Secretaris, De Voorzitter, á4 n^) ) 2S e p u.+e.. rek e &beke. n van (Ier d Hol) and ;.

5 1 No. 26b. De raad der gemeente Zandvoort; Overwegende, dat het gewenst is de Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan Keesomstraat, vastgesteld door de raad der gemeente Zandvoort bij besluit van 15 augustus 1967 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland bij besluit van 7 mei 1968 no. 109, te wijzigen; dat het ontwerp van het wijzigingsbesluit van 8 juli 1963 af gedurende é4n maand op de secretarie dezer gemeente ter inzage heeft gelegen; dat van deze terinzagelegging tevoren is kennis gegeven in de ITederlandse Staatscourant, het Haarlems Dagblad, de Tijd, het Zandvoorts Nieuwsblad en de Zandvoortse Courant en dat zij bovendien op de gebruikelijke wijze door aanplakking aan het raadhuis tevoren is bekend gemaakt; dat binnen de termijn van de tervisielegging geen bezwaarschriften zijn ingediend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 augustus 1968, no. 113, le afdeling; gelet op de bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de bovenaangehaalde bebouwingsvoorschriften te wijzigen als volgt : Aan artikel 11 wordt toegevoegd een 4e lid luidende als volgt : "4. De in het vorige lid genoemde bebouwingspercentages worden berekend over de oppervlakte van het te bebouwen terrein in de zin van artikel 1 sub 6". ZANDVOORT, 13 augustus De secretaris, De voorzitter, Goedgekeurd bij besluit van haden ne. Haarlem, 1 5 kci. 2.3 Gedeputeerde Str.ten van Noord-Holland / /70, voorzlzter,471:7"cr