Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Transcriptie

1

2 Inhoud van de regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3 Artikel 1 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 2 Woondoeleinden V (WV) 5 Artikel 3 Tuinen III (TIII) 8 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

3 2 Inhoud van de regels Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

4 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 1.1. plan het uitwerkingsplan vrije kavels De Tuinen-Oost, deel 3, deel uitmakend van het bestemmingsplan De Tuinen van de gemeente Lansingerland, vervat in de kaart en deze regels kaart de gewaarmerkte kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 1 kaartblad met nr , waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen achtererf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan voorerf dat deel dat geen achtererf of zijerf is zijerf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

5

6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 2 Woondoeleinden V (WV) Bestemmingsomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden V (WV) zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen; b. ten minste twee parkeerplaatsen per vrijstaande woning en ten minste één parkeerplaats per halfvrijstaande woning, waarbij geldt dat de parkeerplaatsen binnen de bestemming Tuin III worden meegerekend. 2. Onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huisgebonden beroepen, voor zover: a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft; b. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en erfbebouwing; c. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; e. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt; f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend. Bouwregels 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen; b. bijgebouwen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hoofdgebouwen 4. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende regels: a. hoofdgebouwen worden gebouwd in het bouwvlak; b. het aantal hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 8; c. binnen het bouwvlak zijn uitsluitend vrijstaande en halfvrijstaande woningen toegestaan; d. het hoofdgebouw van een vrijstaande woning wordt op minimaal 3 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwd; e. het hoofdgebouw van een halfvrijstaande woning wordt aan één zijde op minimaal 3 m uit de zijdelingse perceelsgrens gebouwd; f. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de op de kaart aangegeven hoogte; g. de dakhelling van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 30 en ten hoogste 60 ; h. de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd in de voorgevellijn; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

7 6 Bestemmingsregels i. indien de voorgevel van een hoofdgebouw breder is dan 7 m wordt, in afwijking van het bepaalde onder h, ten hoogste 7 m van de voorgevel van het hoofdgebouw in de voorgevellijn gebouwd, waarbij het overige deel van de voorgevel achter de voorgevellijn wordt gebouwd. In geval het een halfvrijstaande woning betreft wordt ten hoogste 14 m van de voorgevel van de twee hoofdgebouwen samen in de voorgevellijn gebouwd, waarbij ook hier het overige deel van de voorgevel achter de voorgevellijn dient te worden gebouwd. Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen 5. Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de diepte van een aan- en uitbouw aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de oorspronkelijke zij- respectievelijk achtergevel, ten hoogste 3 m bedragen; b. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen; c. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,25 m bedragen, met een maximum van 4 m; d. aan- of uitbouwen mogen worden afgedekt met een kap, waarbij geldt dat de hellingshoek van deze kap gelijk dient te zijn aan de hellingshoek van de kap van het hoofdgebouw; e. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 m bedragen; f. het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende gronden bedragen, met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven; g. in afwijking van het bepaalde onder g mag het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen, overkappingen en aan- en uitbouwen ten hoogste 75 m² bedragen, indien de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende gronden ten minste 250 m² bedraagt; h. bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen dienen te worden gebouwd op meer dan 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw; i. indien de bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet in de erfscheiding worden gebouwd, dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1 m te bedragen. Andere bouwwerken 6. Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels: a. erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied 1 m; b. erfafscheidingen elders binnen de bestemming 2 m; c. andere bouwwerken geen gebouwen zijnde 3 m. Afwijkingsbevoegdheden 7. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2 lid 5 voor het bouwen van een aan- of uitbouw aan de naar het openbaar gebied gekeerde zijkant van een woning, waarbij: a. de diepte gemeten uit: 1. de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) achtergevelbouwgrens van de woning ten hoogste 3 m mag bedragen; 2. de zijgevel van de woning ten hoogste 3 m mag bedragen; b. de afstand tot: 1. de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) (voor)gevelrooilijn van de woning ten minste 1 m zal bedragen; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

8 Bestemmingsregels 7 2. de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m zal bedragen, tenzij de uitbreiding wordt gerealiseerd op de perceelsgrens. c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m; d. voldaan dient te worden aan het bepaalde in lid 5 sub f. 8. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2 lid 6 voor het bouwen van een erf- of perceelscheiding van maximaal 2 meter hoogte aan de naar openbaar gebied gekeerde zijkant van een woning, waarbij de erf- of perceelscheiding op minimaal één meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw staat. De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien het bouwwerk afbreuk doet aan de sociale- of verkeersveiligheid of de stedenbouwkundige hoofdopzet van het plangebied. 9. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4 onder g voor het bouwen van een derde, platte bouwlaag in plaats van een kap, waarbij: a. de maximale bouwhoogte niet wordt overschreden; b. de derde bouwlaag 1,5 meter is teruggelegd van de buitengevels van de hoofdmassa. Dit hoeft aan de zij- en achterzijde niet te gebeuren als de naast- of achtergelegen woning minimaal twee maal de hoogte van de derde bouwlaag verwijderd is van de buitengevels van de hoofdmassa. Nadere eisen 10. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot- en boeibordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad; b. de goot- of boeibordhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 3 m; c. geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in lid 4 onder g of h ten aanzien van het ten hoogste te bebouwen gedeelte van de gronden. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

9

10

11 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr november 2011 Vastgesteld uitwerkingsplan Vrije Kavels De Tuinen-Oost, deel 3 (BP0019U03D03) Hierbij maakt het college van de gemeente Lansingerland overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) bekend dat het Bestemmingsplan De Tuinen, uitwerkingsplan De Tuinen- Oost, fase A gewijzigd is vastgesteld op 1 november Beschrijving Het plangebied is gelegen aan de Clingendaelsingel in Bleiswijk en maakt uitgifte van zeven vrije kavels mogelijk. Inzage U kunt de desbetreffende stukken met ingang van donderdag 10 november tot en met donderdag 21 december 2011 inzien via de gemeentelijke site, onder wonen en omgeving (bestemmingsplannen). U kunt de stukken ook inzien in het Servicepunt Berkel en Rodenrijs, Raadhuislaan 1. Openingstijden: op werkdagen vanaf 9.00 uur tot uur, op woensdagmiddag vanaf uur tot uur, op vrijdagavond van uur tot uur en op zaterdagmorgen van 9.00 uur tot uur. Mocht u de betreffende stukken buiten genoemde tijden willen inzien of een nadere toelichting wensen op de betreffende stukken, dan dient u telefonisch een afspraak te maken via telefoonnummer (010) Beroep Belanghebbenden kunnen beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA in Den Haag. U dient: tijdig bij het college een zienswijze naar voren te hebben gebracht óf het moet u redelijkerwijs niet te verwijten zijn dat u dat niet heeft gedaan; het beroepschrift te voorzien van naam, adres en datum; het bestreden besluit te omschrijven en daarvan een kopie mee te sturen; de redenen van uw beroep te geven; het beroepschrift te ondertekenen. Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. De beroepstermijn bedraagt zes weken en begint met de dag na de terinzagelegging, dus op vrijdag 11 november Het plan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, dus vanaf vrijdag 22 december Indien gedurende de bovenstaande beroepstermijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het uitwerkingsplan niet eerder in werking dan het moment waarop op dit verzoek om voorlopige voorziening is beslist. 1 Staatscourant 2011 nr november 2011

12

13

14 Van: Irene Quakkelaar Aan: Datum 11/9/ :18 Onderwerp: Vastgesteld uitwerkingsplan Vrije Kavels De Tuinen-Oost, deel 3 (BP0019U03D03) Bijlagen: Uitwerkingsplan Vrije Kavels De Tuinen-Oost, deel 3.pdf; Collegebesluit.pdf; Staat van wijzigingen.pdf Hierbij maakt het college van de gemeente Lansingerland overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) bekend dat het Bestemmingsplan De Tuinen, uitwerkingsplan De Tuinen-Oost, fase A gewijzigd is vastgesteld op 1 november Beschrijving Het plangebied is gelegen aan de Clingendaelsingel in Bleiswijk en maakt uitgifte van zeven vrije kavels mogelijk. Inzage U kunt de desbetreffende stukken met ingang van donderdag 10 november tot en met donderdag 21 december 2011 inzien via de gemeentelijke site, onder wonen en omgeving (bestemmingsplannen). U kunt de stukken ook inzien in het Servicepunt Berkel en Rodenrijs, Raadhuislaan 1. Openingstijden: op werkdagen vanaf 9.00 uur tot uur, op woensdagmiddag vanaf uur tot uur, op vrijdagavond van uur tot uur en op zaterdagmorgen van 9.00 uur tot uur. Mocht u de betreffende stukken buiten genoemde tijden willen inzien of een nadere toelichting wensen op de betreffende stukken, dan dient u telefonisch een afspraak te maken via telefoonnummer (010) Beroep Belanghebbenden kunnen beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA in Den Haag. U dient: tijdig bij het college een zienswijze naar voren te hebben gebracht óf het moet u redelijkerwijs niet te verwijten zijn dat u dat niet heeft gedaan; het beroepschrift te voorzien van naam, adres en datum; het bestreden besluit te omschrijven en daarvan een kopie mee te sturen; de redenen van uw beroep te geven; het beroepschrift te ondertekenen. Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. De beroepstermijn bedraagt zes weken en begint met de dag na de terinzagelegging, dus op vrijdag 11 november Het plan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, dus vanaf vrijdag 22 december Indien gedurende de bovenstaande beroepstermijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het uitwerkingsplan niet eerder in werking dan het moment waarop op dit verzoek om voorlopige voorziening is beslist. Met een vriendelijke groet, gemeente Lansingerland Irene Quakkelaar Juridisch adviseur Ruimtelijke Ordening tel. 010 (800) 4561 mob

15

16

17

18