Don-Neo Technologies TelePort. Master. Installatiehandleiding

Transcriptie

1 Don-Neo Technologies TelePort Master Installatiehandleiding Inleiding TelePort is een programma waarmee u op uitermate VEILIGE wijze berichten, bestanden en database mutaties kunt uitwisselen tussen computers via het onveilige internet en/of onbeveiligde wifi-netwerken. TelePort bestaat uit twee software programma's, de master-software en de client-software. De master-software is de beheerdersapplicatie en omvat exact dezelfde functionaliteit als de clientsoftware met als extra de beheers- en configuratiefuncties. De master-software wordt gebruikt om de groep van computers samen te stellen en de gebruikers te beheren in uw groep. De computers in deze groep kunnen op een zeer veilige wijze onderling met elkaar communiceren en data uitwisselen. Alle gebruikers van TelePort kunnen standaard gebruik maken van de berichten uitwisseling en bestanden uitwisseling. De beheerder bepaalt vervolgens of er ook personen in zijn groep gebruik maken van de database. De databasegegevens worden NIET online opgeslagen maar lokaal op de computer bij de beheerder en lokaal op de computers van de personen die geautoriseerd zijn door de beheerder. Gevoelige database-informatie blijft op deze manier optimaal beschermd. De client-software wordt geïnstalleerd op de computers van de gebruikers in de groep. Iedere TelePort-applicatie is altijd verbonden met de unieke hardware ID van de computer waarop de software is geïnstalleerd. Dit garandeert u dat de TelePort-software uitsluitend zal werken op die ene computer die de absoluut unieke hardware ID ook werkelijk bezit. Installeren van de software TelePort wordt geleverd in 2 software-bestanden: Setup Teleport Master.exe Uitsluitend voor de beheerder van de groep Setup Teleport Client.exe Voor alle gebruikers computers in de groep Bent u de beheerder van de groep; installeer dan de TelePort Master Software. Activeer bestand Setup TelePort Master.exe. TIP: Zorg ervoor dat tijdens het opstarten van de installatie, TelePort voldoende rechten krijgt om te kunnen installeren. Wanneer uw computer om uw toestemming vraagt, antwoord dan met ja. Volgt de aanwijzingen van de installatieprocedure. Na het installeren verschijnt er automatisch een icoon van TelePort op uw bureaublad waarmee u TelePort kunt opstarten. Wanneer u de check box Start TelePort aan het einde van de installatie procedure gevinkt is, zal TelePort automatisch 1

2 worden opgestart. Wanneer u deze vink uit zet, kunt u TelePort opstarten via het icoon op het bureaublad. Wanneer u TelePort Master voor het eerst opstart is uw computer nog niet geautoriseerd en geactiveerd. Tijdens het opstarten verschijnt een dialoog met de melding: TelePort is nog niet geactiveerd!. Om TelePort Master te kunnen opstarten is een activatiebestand benodigd. Dit activatiebestand wordt aangemaakt door Don-Neo Technologies. In de bevestings- die u heeft ontvangen van de aankoop van uw licentie staat uitgelegd hoe u een activatiebestand kunt aanvragen. In het geval van een TRIAL versie ontvangt u ook een bevestings- met deze uitleg. Volg de procedure die omschreven staat in de en u ontvangt binnen enkele minuten een activatiebestand retour. Wanneer u TelePort weer opstart kunt u via het dialoog het ontvangen activatiebestand selecteren. Mocht er een nieuwe software-update beschikbaar zijn voor TelePort, dan kan deze ook meteen worden geïnstalleerd tijdens het opstarten. Na het opstarten komt u op de pagina Instellingen. Instellingen van de webserver Indien u zelf een webserver beheert voor uw eigen domeinnaam en website, wordt hieronder omschreven hoe u TelePort moet instellen. De webserver heeft voor de werking van TelePort geen actieve software vooraf nodig. TelePort heeft slechts 2 FTP accounts nodig, 1 die toegang geeft tot een nieuwe map die u aanmaakt in het privé domein en 1 die toegang geeft tot een nieuwe map de u aanmaakt in het publieke domein. TelePort zal zelf volledig automatisch de benodigde mappen en PHP-scriptbestanden genereren en uploaden naar uw server die benodigd zijn voor de juiste afhandeling van informatie tussen de TelePort gebruikerscomputers en de webserver. TIP: Als u de vink bij Help Tips aan zet, ziet u extra informatie verschijnen per onderdeel waar u met de muis-pointer naar wijst, dit ter verduidelijking van het gebruik van dit onderdeel. Op de pagina instellingen zijn alle benodigde velden zichtbaar. Voor de werking van TelePort moeten minimaal alle licht blauwe velden worden ingevuld met de juiste informatie. Dit zijn dus 8 velden. Daarnaast moeten 4 extra Encryptie Sleutels worden aangemaakt. Bovenaan op de instellingen pagina ziet u uw naam in het licht groene veld Naam Beheerder. Deze naam is gekoppeld aan uw licentie (of eventueel tijdelijke licentie in het geval van een TRIAL) van TelePort, deze naam kunt u niet wijzigen. Als het echt noodzakelijk is kunt u Don-Neo Technologies een verzoek sturen uw naam laten wijzigen. U ontvangt dan een nieuwe Master activatie bestand. Houdt er rekening mee dat u TelePort Master opnieuw moet configureren en opnieuw alle gebruikers moeten toevoegen. Het licht groene veld Beheerders Wachtwoord is optioneel. Hier kunt u eventueel uw wachtwoord invoeren als u de toegang tot de instellingen pagina en de gebruikersbeheer pagina extra wilt 2

3 afschermen op uw computer. Later in dit document volgt nog aanvullende informatie over de toegang tot deze pagina s. Zie symbool: op bladzijde 7, paragraaf Toevoegen van gebruikerscomputers. De velden die noodzakelijk zijn voor de werking van de communicatie van TelePort zijn: - Domeinnaam Webserver, - FTP-Private Mapnaam, - FTP-Private Gebruikersnaam, - FTP-Private Wachtwoord, - Aantal Levels Omhoog, - FTP-Public Mapnaam, - FTP-Public Gebruikersnaam, - FTP-Public Wachtwoord. TIP: Wanneer u op de knop Bekijk overzicht drukt, ziet u een grafisch overzicht waarin de benodigde informatie voor de werking van TelePort grafisch zichtbaar is gemaakt. De licht blauw gekleurde informatie is noodzakelijk. De lila gekleurde mappen en PHP-scripts worden automatisch door TelePort gegenereerd. Hieronder vindt u de procedure om uw webserver correct in te stellen voor TelePort. TIP: Wanneer u tijdens het invoeren van de TelePort Instellingen, TelePort tussentijds wilt afsluiten, is dat geen probleem: alle ingevoerde gegevens worden automatisch opgeslagen. 3

4 DirectAdmin is een veelal gebruikt webhosting-configureerprogramma. Wij gebruiken in onderstaande procedure DirectAdmin als voorbeeld. Gebruikt u een ander programma om uw webserver te beheren, kies dan de betreffende opties binnen dat programma die overeenkomen met de opties in ons voorbeeld. TIP: Maak gebruik van kopiëren en plakken tussen DirectAdmin en TelePort Master indien u op dezelfde computer werkt. Installeert u TelePort Master op een ander computer dan adviseren wij u de informatie in een tekstbestand plakken en dit tekstbestand daarna te gebruiken op die computer. De kans op invoerfouten wordt op deze manier minimaal. 1. [TelePort]: Druk op knop Bewerken naast het veld Domeinnaam Webserver en vul de domeinnaam van uw webserver in. 2. [DirectAdmin]: Login op uw webserver. 3. [DirectAdmin-File Manager] Maak een Nieuwe map aan in de thuismap (home directory) van uw webserver en geef deze een naam. U kunt uiteraard zelf bepalen welke naam u wilt gebruiken. Wij adviseren u ALTIJD kleine letters te gebruiken voor mapnamen op uw webserver. Deze nieuwe map bevindt zich in het Privatedomein op uw webserver en is niet toegankelijk vanuit het publieke domein. 4

5 4. [TelePort]: Druk op knop Bewerken naast het veld FTP-Private Mapnaam en vul de mapnaam (zie stap 3) hier in. 5. [DirectAdmin-FTP Management] Maak een FTP-account aan en stel de nieuwe Private mapnaam (zie stap 3) in als thuismap (home-directory) voor dit FTP-account. De paars gekleurde namen uwdomeinaam.nl en uwaccountid in hiernaast staand voorbeeld zijn in uw webhosting-pakket automatisch vervangen door de juiste namen voor uw situatie. 6. [TelePort]: Druk op de knop Bewerken naast veld FTP-Private Gebruikersnaam en vul de gebruikersnaam van het FTPaccount (zie stap 5) hier in. 7. [TelePort]: Druk op de knop Bewerken naast veld FTP-Private Wachtwoord en vul het wachtwoord van het FTP-account (zie stap 5) hier in. 8. [DirectAdmin-File Manager]: Maak een Nieuwe map aan in de public-html map van uw webserver; dit is dezelfde locatie waar de index van uw website is opgeslagen. Geef deze nieuwe map een naam. U kunt zelf bepalen welke naam u wilt gebruiken. Wij adviseren u ALTIJD kleine letters te gebruiken voor mapnamen op uw webserver. 5

6 9. [TelePort]: Druk op knop Bewerken naast het veld FTP-Public Mapnaam en vul de mapnaam (zie stap 8) hier in. 10. [DirectAdmin-FTP Management]: Maak een FTP-account aan en stel de nieuwe Public mapnaam (zie stap 8) in als thuismap (home-directory) voor dit FTP-account. De paars gekleurde namen uwdomeinaam.nl en uwaccountid in hiernaast staand voorbeeld zijn in uw webhosting-pakket automatisch vervangen door de juiste namen voor uw situatie. 11. [TelePort]: Druk op de knop Bewerken naast veld FTP-Public Gebruikernaam en vul de gebruikersnaam van het FTPaccount (zie stap 9) hier in. 12. [Teleport]: Druk op de knop Bewerken naast veld FTP-Public Wachtwoord en vul het wachtwoord van het FTP-account (zie stap 9) hier in. 13. [DirectAdmin- File Manager]: ga in de nieuwe Public-map staan (zie stap 8) en tel hoeveel levels u omhoog moet gaan om weer in de root-map uit te komen waar de nieuwe Private-map staat (zie stap 3). In het grafisch overzichtsvoorbeeld (via knop Bekijk Overzicht in TelePort) is dit van level 4 naar level 0, dat is dan 4 levels omhoog. 14. [TelePort]: vul het aantal levels omhoog in. (zie stap 13). Hiernaast is het aantal uit ons voorbeeld gebruikt. 6

7 15. [TelePort]: TelePort maakt gebruik van complexe algoritmen in combinatie met dynamische encryptie. Om de beveiliging van uw groep exclusief te maken t.o.v. andere TelePort groepen, wordt ook nog gebruik gemaakt van extra Encryptie Sleutels die u zelf kunt genereren. Druk op de knoppen Genereer Nieuw... bij Encryptie Sleutel 1 t/m 4. Dus alle 4 de sleutels! Hiernaast staat een voorbeeld van Encryptie Sleutel [TelePort]: Nu alles is ingevuld, wordt knop Activeer Server licht rood gekleurd. Druk op de knop Activeer Server Wanneer de gegevens die u hebt ingevoerd allemaal correct zijn, worden alle benodigde mappen en PHP-scripts aangemaakt op uw webserver. Daarna wordt de werking van de PHP-scripts gecontroleerd. Als deze goed functioneren krijg u uiteindelijk de meldingen "Auto configureren is SUCCESVOL verlopen!" en "Webserver reageert SUCCESVOL!". U hebt daarna de keuze om TelePort te herstarten of af te sluiten. Toevoegen van gebruikerscomputers Nadat u TelePort opnieuw opstart, ziet u 3 pagina s: Berichten, Bestanden en Database. Eerst gaan we beginnen met het samenstellen van de groep van computers van de personen die u wilt toevoegen aan uw TelePort groep. Om toegang te krijgen tot de gebruikersbeheer -pagina dubbelklikt u met de muis pointer op het versienummer van TelePort, rechts onderin. Er verschijnen 2 extra pagina s: pagina Instellingen en pagina Gebruikersbeheer (deze functie werkt uiteraard uitsluitend in TelePort Master). De pagina Gebruikersbeheer is meteen zichtbaar. Wanneer u tijdens het configureren van TelePort Master een Beheerders Wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt na het dubbelklikken op het versienummer eerst een dialoog. U zult dan eerst het beheerderswachtwoord moeten invoeren voordat de twee extra pagina s zichtbaar worden. Wanneer TelePort Client voor het eerst wordt opstart is de computer nog niet geautoriseerd en geactiveerd. Tijdens het opstarten verschijnt een dialoog met de melding: TelePort is nog niet geactiveerd!. De TelePort Client gebruiker heeft een activatiebestand nodig dat u als beheerder zelf kunt aanmaken. Hoe u dit kunt doen wordt in de volgende procedure omschreven. 7

8 Hieronder volgt de procedure om gebruikerscomputers toe te voegen aan de TelePort groep. 1. [Beheerder]: Ga naar de Gebruikersbeheer pagina. Voor toegang tot de Gebruikersbeheer pagina, zie uitleg bij symbool op bladzijde [Beheerder]: Stuur een copy van de installatie software Setup TelePort Client.exe naar de nieuwe gebruiker die u wilt toevoegen aan uw groep of stuur de gebruiker onderstaande link om het meest recente client-bestand te downloaden: 3. [Nieuwe Gebruiker]: Vraag de nieuwe gebruiker om TelePort Client op de computer te installeren. 4. [Nieuwe Gebruiker]: Vraag de nieuwe gebruiker om TelePort op te starten. Er verschijnt een dialoog waarin staat: TelePort is nog niet geactiveerd hier staat ook het Hardware ID vermeldt. 5. [Nieuwe Gebruiker]: Vraag vervolgens aan de nieuwe gebruiker het Hardware ID naar u toe te sturen. TIP: Wanneer de nieuwe gebruiker dubbelklikt op het Hardware ID en daarna rechts klikt, kan deze meteen worden gekopieerd. 6. [Beheerder]: Voer nu de naam in van de nieuwe gebruiker in het veld Naam Gebruiker. 7. [Beheerder]: Plak in het Hardware ID nummer dat u hebt ontvangen van de nieuwe gebruiker in het veld Hardware ID. TIP: Door dubbel te klikken om het Hardware ID kunt u deze meteen selecteren en daarna kopiëren. 8. [Beheerder]: Druk op de knop Nieuwe gebruiker. Er wordt een activatiebestand aangemaakt voor deze nieuwe gebruiker. Dit bestand is meteen zichtbaar. Dit activatiebestand wordt tijdelijk opgeslagen in de output map die u hebt ingesteld tijdens het activeren van TelePort Master. U kunt deze zelf weer verwijderen als u dat wilt. U kunt te allen tijde een nieuw activatiebestand aanmaken voor een client-gebruiker. 9. [Beheerder]: Stuur het activatiebestand naar de nieuwe gebruiker. 10. [Nieuwe Gebruiker]: Vraag de nieuwe gebruiker dit bestand te koppelen aan TelePort door op de knop Activeer te drukken en daarna het ontvangen bestand te selecteren. Deze knop vindt u in hetzelfde dialoog waarin het hardware ID te zien is. 11. [Beheerder]: Zorg dat u het TelePort Master programma, want u bent beheerder van de groep, aan hebt staan voor verificatie van de nieuwe client gebruiker! 12. [Nieuwe Gebruiker]: Zodra de nieuwe gebruiker TelePort opstart met het juiste activatiebestand, zal de TelePort Client applicatie contact gaan zoeken met uw TelePort Master programma. Als het hardware ID van de computer van de nieuwe gebruiker correct is, wordt 8

9 de nieuwe gebruiker geactiveerd. De gebruikerslijsten van alle gebruikers, dus ook bij de nieuwe gebruiker, zullen nu worden geactualiseerd met de juiste namen. Veilige data-overdracht is nu mogelijk geworden tussen uw computer en de computers onderling die actief zijn uw groep. Client autoriseren voor Database en/of Bestanden Om het mogelijk te maken dat een gebruiker van Teleport ook gebruik kan gaan maken van de bijgevoegde database, zal deze gebruiker eerst moeten worden geautoriseerd. U kunt dit als beheerder als volgt doen: Ga naar de Gebruikersbeheer pagina. Voor toegang tot de Gebruikersbeheer pagina, zie uitleg bij symbool op bladzijde 7. Selecteer de gebruiker in de tabel die u wilt autoriseren. Er verschijnen nu twee checkboxen aan de rechter bovenkant van de tabel waarmee u de autorisatie voor bestanden en database voor deze client kunt instellen. De database wordt nu via een beveiligd kanaal via TelePort naar de client verstuurd en binnen 20 seconden is de database toegankelijk voor de client. Volgens bovenstaande omschrijving kunt u ook naar wens de autorisatie voor Bestanden per client aanpassen. Wanneer de bestanden pagina wordt uit gevinkt, zal de bestanden pagina bij de betreffende client worden verwijderd. Deze client kan nu geen bestanden meer ontvangen of versturen. Deze gebruikersnaam zal bij alle ander clients in de groep, niet meer zichtbaar zijn in de namenlijst op de pagina bestanden. Database records toevoegen of verwijderen De bijgevoegde database van Teleport maakt het mogelijk klantinformatie uit te wisselen met de clients die u als beheerder heeft geautoriseerd (zie Client autoriseren voor de Database ). In de huidige versie van TelePort is toevoegen en verwijderen van database records uitsluitend mogelijk voor de beheerder van de groep. Als u wilt dat andere gebruikers in de groep zelf records kunnen toevoegen, dan kunt u als beheerder een voorraad lege records vooraf aanmaken. Deze worden dan toegevoegd aan de database en gedeeld met de andere databasegebruikers. Zij kunnen dan zelf, wanneer daar behoefte aan is, een leeg record openen en wijzigen met de nieuwe informatie die zij willen invoeren. Het toevoegen en verwijderen van database records kunt u als beheerder zelf aan of uitzetten. 9

10 Ga naar de Gebruikersbeheer Pagina en zet een vink bij Database Records Toevoegen / Verwijderen. Op de Database pagina zullen nu twee extra knoppen verschijnen waarmee u database records kunt toevoegen en verwijderen. Gebruik van TelePort De gebruikerspagina s van TelePort zijn allemaal eenvoudig van opzet. Met behulp van tabs kunt u van pagina wisselen. Wanneer u nieuw berichten, bestanden of database mutaties ontvangt wordt de betreffende tab van de pagina licht geel van kleur. U kunt meteen herkennen als een gebruiker in uw groep online is, de naam van deze gebruiker zal licht geel kleuren in de selectietabel van gebruikers. Als u op de berichten pagina bent zullen ook alle eerder ontvangen berichten van deze gebruiker licht geel kleuren. TelePort kan u op twee manieren waarschuwen als er nieuwe berichten, bestanden of database mutaties worden ontvangen; met geluid of met knipperende signalen. Op iedere pagina ziet een check box waarmee u het betreffende waarschuwingssignaal aan of uit kunt zetten. Als het TelePort window is geminimaliseerd of niet in de voorgrond, zal de betreffende knop van TelePort gaan knipperen zodra een nieuw bericht, bestand of database mutatie wordt ontvangen. Wanneer u berichten of bestanden wilt versturen selecteert u eerst naar welke gebruiker u iets wilt versturen. Voor versturen van bestanden kunt u bestanden importeren via de knop Importeer Bestanden of u sleept de bestanden simpelweg naar de verzendlijst. Voor het importeren van mappen gebruikt u de knop Importeer Mappen of u sleept de mappen simpelweg naar de verzendlijst. Als u klaar bent met het vullen van de verzendlijst, kunt u de bestanden versturen naar de geselecteerde gebruiker door op de knop Verstuur bestanden te drukken, een bevestiging volgt. Wanneer u een lange lijst bestanden verstuurt en u hebt geen tijd meer om te wachten op TelePort totdat alle bestanden zijn verstuurd, kunt u TelePort al "uitzetten" door op de knop afsluiten te drukken (rechts boven) tijdens het versturen van bestanden. Er verschijnt een dialoog waarin u kunt kiezen of TelePort, nadat alle bestanden zijn verstuurd, uw computer eventueel volledig afsluit. TIP: Als u de vink bij Help Tips aanzet, ziet u per onderdeel waar u met de muis pointer naar wijst, extra informatie onderaan in het TelePort scherm ter verduidelijking van het gebruik van dit onderdeel. 10