13 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "13 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838"

Transcriptie

1 13 De actio negatoria onder vigeur van het BW van DE ACTIO NEGATORIA IN HET BURGERLIJK WETBOEK VAN 1838 Het BW van 1838 bevat in art. 627 een bepaling die verband houdt met de actio negatoria: Ieder eigendom wordt vermoed vrij te zijn. Hij die beweert eenig regt op eens anders zaak te hebben, moet dat regt bewijzen. Het wettelijke vermoeden uit de eerste zin van dit artikel gaat terug op de Accursische glosse. 1 Art. 627 OBW geeft een bewijsregel voor de actio negatoria: de eigenaar die op grond van de actio negatoria procedeert, hoeft niet het nietbestaan van een door de gedaagde gepretendeerd recht te bewijzen. Nadere bepalingen met betrekking tot de actio negatoria zijn in het BW van 1838 niet te vinden. 2 Het zwijgen van de wet met betrekking tot de actio negatoria was reden voor de in 1887 ingestelde Staatscommissie om in het tweede boek van het Ontwerp tot herziening van het Burgerlijk Wetboek een bepaling op te nemen omtrent de actio negatoria. Onder de titel Rechtsvorderingen den eigenaar toekomende vindt men onder meer de volgende bepaling: De eigenaar van eene onroerende zaak heeft tegen dengene, die, zonder haar te houden, inbreuk op zijn recht maakt, eene rechtsvordering om hem te noodzaken daarmede op te houden, met vergoeding van kosten, schaden en interessen, zoo daartoe gronden zijn. 3 De toelichting op het voorgestelde artikel verdient het om in zijn geheel geciteerd te worden: 1 D. 7,6,5 pr. gl. Potiores : quia praesumitur res libera: nisi contra probetur (zie p. 104 hierboven). 2 Dit is anders in het Ontwerp 1820 van J.M. Kemper. In dit ontwerp treft men de actio negatoria in zijn klassieke vorm aan. Onder de titel Van erfdienstbaarheden of servituten bepaalt artikel 1197: Een iegelijk die de vrijheid van zijn erf beweert, het zij van alle of van zekere bepaalde dienstbaarheden, heeft eene reëele actie tegen dengene, die het gewaande regt van erfdienstbaarheid wil uitoefenen; en zulks ten einde het erf zal worden verklaard de dienstbaarheid in geschil niet schuldig te zijn, en de wederpartij zal worden veroordeeld, om hetgeen hij uit hoofde van zijn gewaand regt gedaan heeft, kost- en schadeloos af te doen. 3 Art. 116 lid 1 Ontwerp Staatscommissie 1887.

2 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 De tweede eigendomsactie, die in deze afdeeling behandeld wordt, is de actio negatoria. Het Burgerlijk Wetboek zwijgt over deze rechtsvordering. Hoewel dit stilzwijgen geen nadeel heeft berokkend, daar wetenschap en practijk begrepen hebben de leemte te mogen aanvullen, heeft men het beter geacht het voorbeeld van het tegenwoordige wetboek niet te volgen en eene uitdrukkelijke bepaling opgenomen. De grond voor en de beteekenis van deze actie behoeven niet breedvoerig besproken te worden. De eigenaar moet in staat zijn zijn recht te handhaven niet alleen tegenover hem, die de zaak onder zich heeft, maar ook tegenover dengene die, zonder de zaak onder zich te hebben, hem in zijne macht over en zijn genot van de zaak belemmert, of zich daden van machtsuitoefening daarop veroorlooft. Zoodra de feiten van dien aard zijn, dat zij door den eigenaar niet eigenmachtig kunnen worden te keer gegaan, moet er voor hem een middel zijn om, met inroeping van zijn eigendomsrecht en gesteund door eene beslissing van den rechter, dergelijke daden, die door het telkens herhalen allicht een blijvenden toestand doen geboren worden, en juist daardoor het kenmerk verkrijgen van inbreuk te maken op eens anders recht, te doen ophouden. De actie wordt toegekend tegen hem, die inbreuk op eens anders (eigendoms)recht maakt. Gewoonlijk zal de onrechtmatige toestand, op welks opheffing de actie gericht is, beantwoorden aan den inhoud van eene erfdienstbaarheid, maar het spreekt vanzelf, dat dit geen vereischte is. Het is voldoende, dat er in het algemeen eene voortdurende of telkens herhaalde machtsuitoefening zij door een niet-bezitter over het door een ander bezeten goed. De actie is, in overeenstemming met het Romeinsche recht, beperkt tot onroerende zaken. Het Duitsche Wetboek 1004 maakt deze onderscheiding niet, doch men kon niet inzien, dat ten aanzien van roerende zaken, die de eigenaar onder zich heeft, door een ander handelingen zouden kunnen plaats hebben als boven bedoeld, waardoor het instellen van de actio negatoria zoude gerechtvaardigd zijn. De rechtsvordering strekt om door den rechter een einde te laten maken aan den toestand, waarin hij, eigenaar, zelf niet mag ingrijpen. Na de tenuitvoerlegging van het vonnis zal hij, op grond van de erkenning van zijn recht, door afsluitingen of andere physieke middelen herhalingen kunnen trachten te voorkomen of aangebrachte werken kunnen doen opruimen; hij zal ook vergoeding van kosten, schaden en interessen kunnen vorderen, indien de vereischten voor het instellen van eene actie uit onrechtmatige daad aanwezig zijn. 4 De voorgestelde bepaling is geen wet geworden. Aan het begin van de bovenstaande toelichting wordt echter geconstateerd dat de leemte, veroorzaakt door het ontbreken van een (expliciete) bepaling omtrent de actio negatoria in het BW van 1838, is ingevuld door de wetenschap en de praktijk. De vraag op welke wijze dit is geschied, komt hieronder aan de orde. 4 Ontwerp Staatscommissie 1887/Toelichting, p

3 Deel III DE ACTIO NEGATORIA IN DE RECHTSWETENSCHAP Wat betreft de rol van de rechtswetenschap bij het invullen van de door de Staatscommissie bedoelde leemte, veroorzaakt door het ontbreken van een (expliciete) bepaling omtrent de actio negatoria in het BW van 1838, is in de eerste plaats het werk van Diephuis van belang. Diephuis schrijft in een paragraaf over de Regten van den eigenaar : De eigenaar kan ieder, die, zonder eenig regt op de zaak te hebben of anders daartoe geregtigd te zijn, zich te haren aanzien iets aanmatigt, dit beletten, en van hem vergoeding vorderen van kosten, schaden en interessen, ten gevolge zijner onregtmatige daad geleden. 5 Het bestaan van de moderne actio negatoria in het BW van 1838 is verder duidelijk onder woorden gebracht door twee schrijvers wier te bespreken werken pas verschenen (kort) na de aanbieding in 1898 van het Ontwerp tweede boek BW van de Staatscommissie Deze schrijvers zijn Land en Goudeket. Land schrijft in zijn commentaar op art. 627 OBW het volgende: De eigenaar kan zich door rechtsmiddelen handhaven tegen krenkingen van zijn eigendom. Hij heeft recht op vol genot met uitsluiting van allen. Vandaar dus de bevoegdheid om elkeen af te weren, die zich eenige macht op het goed aanmatigt. Het bewijs van den eigendom is daartoe voldoende; wil de gedaagde beweren dat hem een recht op de zaak toekomt, dan is het aan hem, dat bewijs te leveren. De rechter spreekt uit, dat de eischer eigenaar is en dat dus de gedaagde door zijn handelen of zelfs door zijn toestand in strijd is met den eigendom, tenzij het hem gelukt een recht daartoe zijnerzijds te bewijzen; het gevolg zal moeten zijn dat de krenking wordt ongedaan gemaakt. 6 In een noot bij deze tekst leest men vervolgens: M.a.w. ook voor ons recht geldt de actio negatoria, als het voor den eigenaar noodig is als eischer op te treden. 7 Land hangt het bestaan van de moderne actio negatoria in het BW van 1838 op aan art. 627 OBW. In zijn commentaar op het Ontwerp tweede boek BW van de Staatscommissie 1887 schrijft hij: In de tweede plaats wordt bij art. 116 de actio negatoria behandeld; haar bestaan in het tegenwoordige recht moet uit art. 627 worden opgemaakt. 8 5 Diephuis (1880), p Land (1889), p Land (1889), p. 112, noot 4. 8 Land (1901), p. 112.

4 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 De mening van Land dat het bestaan van de moderne actio negatoria in het BW van 1838 kon worden opgemaakt uit art. 627 OBW, wordt mijns inziens terecht bestreden door Goudeket in zijn bewerking van het commentaar van Opzoomer. Goudeket besteedt in een door hem nieuw aan het werk van Opzoomer toegevoegde paragraaf over art. 627 OBW uitvoerig aandacht aan de actio negatoria. Hij baseert de moderne actio negatoria niet op art. 627 OBW, maar op art. 625 OBW, in welk artikel het eigendomsrecht wordt omschreven. Goudeket schrijft: In ons recht toch is de grondslag van de bedoelde actie in niets anders te zoeken dan in den eigendom. In het Romeinsche Recht werd alleen eene actie toegekend ingeval van aanmatiging van erfdienstbaarheden, en ook in het Ontwerp van 1820 (art. 1197) was dit nog het geval. In ons recht echter staat de zaak geheel anders. Kon men in het Romeinsche Recht alleen die acties instellen, welke de praetor toeliet, tegenwoordig behoeft de wet niet meer uitdrukkelijk te zeggen, of en in welke mate hij, die een recht heeft, dit ook in rechte kan doen gelden. Aan een recht is ook altijd een rechtsvordering verbonden, tenzij bij uitzondering het tegendeel is bepaald. Wanneer iemand inbreuk maakt op mijn eigendom, dan heb ik krachtens mijn eigendomsrecht, krachtens de bepaling van art. 625 het recht te vorderen, dat hij veroordeeld worde om de stoornis op te heffen. Het is volmaakt onverschillig, of die stoornis geschiedde op grond van beweerd recht of niet, te kwader of te goeder trouw, met of zonder schuld. Want eigendom is een absoluut recht: de eigenaar kan zijn recht handhaven tegen ieder, die daarop inbreuk maakt. Wat in het tegenwoordige Duitsche recht uitdrukkelijk is bepaald: Wird das Eigenthum in anderer Weise als durch Entziehung oder Vorenthaltung des Besitzes beeinträchtigt, so kann der Eigenthümer von dem Störer die Beseitigung der Beeinträchtigung verlangen, en wat de Staatscommissie voorstelt ook in ons wetboek op te nemen, n.l. dat de eigenaar tegen dengene, die, zonder haar te houden, inbreuk op zijn recht maakt, eene rechtsvordering heeft om hem te noodzaken, daarmede op te houden, dat geldt naar mijne meening reeds thans in ons recht, al zou ook ik het wenschelijk achten, dat de wetgever er iets van zou zeggen. 9 In een noot bij deze tekst schrijft Goudeket: Het schijnt mij niet gewenscht met Land, Rechten op zaken bl. 112 en Hof Leeuwarden 5 Nov W het bestaan van de actie in ons recht uit art. 627 af te leiden, omdat dit artikel nog te veel aan de oude actio negatoria met haar beperkten omvang doet denken Opzoomer/Goudeket (1912), p Opzoomer/Goudeket (1912), p. 527, noot 1.

5 Deel III 179 Hij licht het bovenstaande enige noten later nader toe: Juist ook deze uitdrukking in het eerste lid van art. 627 <Ieder eigendom wordt vermoed vrij te zijn> doet aan de oude actio negatoria met haar beperkten omvang denken. Immers wanneer het gaat om het al dan niet bestaan van servituten of andere zakelijke rechten, dan is vóór alles de strekking van de actie om de vrijheid van den eigendom te doen uitspreken. 11 De visie van Goudeket wordt op weinig overtuigende wijze bestreden door Meijers: Men kan deze vordering tot herstel, niet gelijk Goudeket tracht te doen, logisch door deductie uit het eigendomsrecht (of het recht van erfdienstbaarheid) afleiden. Men moet sinds de onderzoekingen der laatste dertig jaren omtrent de onderlinge verhouding der subjectieve rechten en de rechtsvorderingen een weinig voorzichtig zijn met logisch uit subjectieve rechten rechtsvorderingen af te leiden. Zelfs wanneer men zich op het standpunt stelt, dat de verplichtingen, die door een subjectief recht in het leven geroepen worden, rechtens alleen iets beteekenen, wanneer op haar overtreding een sanctie staat, dan nog vloeit uit een zakelijk recht niets meer voort, dan dat niemand opzettelijk den gerechtigde zal kunnen storen zonder een nadeelig rechtsgevolg daarvan te ondervinden. Zelfs waarin dat rechtsgevolg zal bestaan (feitelijk herstel of vergoeding in geld), kan men niet logisch uit het zakelijk recht afleiden. Een zakelijk of absoluut recht kan zeer goed uitsluitend gehandhaafd worden met behulp van een persoonlijke rechtsvordering tot betaling van een geldsom, door dengene te voldoen, die opzettelijk of door schuld inbreuk maakt op het recht. Men denke b.v. aan het recht op een merk. Logisch vloeit niet meer dan een zoodanige vordering uit een zakelijk of absoluut recht voort. 12 Anders dan Meijers aanneemt, bestaan er geen absolute rechten die uitsluitend gehandhaafd worden met behulp van een persoonlijke rechtsvordering tot betaling van een geldsom, door dengene te voldoen, die opzettelijk of door schuld inbreuk maakt op het recht. Het recht op een merk, dat door Meijers als voorbeeld wordt aangehaald, vormt hierop geen uitzondering. Wat betreft de tijd van Meijers kan in dit verband gewezen worden op een artikel van Molengraaff uit 1887, waarin uitvoerig uiteengezet wordt dat het recht op een merk een uitsluitend recht is, dat uit zijn aard bij elke stoornis een burgerlijke rechtsvordering geeft tot handhaving van het recht en tot het doen ophouden van elke stoornis. 13 Ditzelfde geldt voor het huidige recht Opzoomer/Goudeket (1912), p. 530, noot Meijers (1912), p Molengraaff (1887), p. 420 en Op grond van artikel 13 A lid 1 sub a van de Eenvormige Beneluxwet op de merken kan de merkhouder zich onverminderd de toepassing van het gemene recht betreffende de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad op grond van zijn uitsluitend recht verzetten

6 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 Het handboek van Asser geeft in zijn achtereenvolgende bewerkingen een mooi beeld van de overgang van de klassieke naar de moderne actio negatoria. In de eerste door C. Asser bewerkte drukken werd er nog van uitgegaan dat de actio negatoria in haar klassieke vorm deel uitmaakte van het BW van Verwezen werd in dit verband naar artikel 1197 van het Ontwerp van 1820: 15 Zoo ook heeft hij, die beweert dat zijn eigendom niet met eene erfdienstbaarheid of met eenig ander zakelijk recht bezwaard is, eene vordering, de in het oude recht bekende actio negatoria, tegen hem die dusdanig recht onbevoegdelijk uitoefent (vgl. art Ontw. 1820). 16 Opgemerkt moet worden dat Asser het toepassingsgebied van de actio negatoria ten opzichte van haar klassieke (Romeinsrechtelijke) vorm wel in die zin uitbreidde dat de vordering niet alleen kon worden ingesteld tegen hem die onbevoegdelijk een erfdienstbaarheid (of een recht van vruchtgebruik) uitoefende, maar ook tegen degene die onbevoegdelijk enig ander zakelijk recht uitoefende. 17 De bewerking van Assers boek door Scholten verraadt een omslag in het denken over de actio negatoria. Scholten voegt in de paragraaf Vorderingen uit het eigendomsrecht geboren onder III een nieuwe categorie toe: De vordering tot handhaving in den eigendom tegenover hem, die zonder de zaak te houden, inbreuk op het eigendomsrecht maakt, met verbod van verdere stoornis en herstel van den vorigen toestand. 18 Met betrekking tot deze vordering leest men even verderop: Het Romeinsche recht gaf de negatoria alleen tegen hem, die zich een dienstbaarheid op het erf van een ander aanmatigt. Hoewel de inbreuk op het eigendomsrecht ook nu nog dikwijls in een dergelijke aanmatiging zal bestaan, is het gebied der actie thans ruimer en zal het elke voortdurende of herhaalde machtsuitoefening, waardoor de eigenaar in de uitoefening van hem komende bevoegdheden wordt gestoord, omvatten. 19 tegen elk gebruik dat in het economisch verkeer van het merk wordt gemaakt voor waren waarvoor het merk is ingeschreven: schuld of toerekenbaarheid is hiervoor niet vereist. 15 Zie voor de tekst van dit artikel 13.1 noot 2 hierboven. 16 Zie Asser (1890), p. 117 en Asser (1896), p Een toepassing van de actio negatoria ter ontkenning van een ander zakelijk recht dan een erfdienstbaarheid vindt men in HR 15 december 1905, W waar de eiser actione negatoria de vrijheid van zijn eigendom inroept tegen degene die daarop daden van tiendheffing pleegt. 18 Asser/Scholten (1927), p Twee eerdere door P. Scholten bewerkte drukken uit 1904 en 1913 heb ik niet kunnen raadplegen, omdat zij in geen van de Nederlandse universiteitsbibliotheken aanwezig zijn. 19 Asser/Scholten (1927), p. 212.

7 Deel III 181 Tot slot van dit overzicht met betrekking tot de inhoud van de actio negatoria onder het BW van 1838, kan nog gewezen worden op het werk van Suijling. Ook Suijling ging uit van het bestaan van een algemene op het eigendomsrecht gebaseerde rechtsvordering, waarmee tegen iedere denkbare inbreuk op het eigendomsrecht kon worden opgetreden. Hij schrijft hierover: Uit het Romeinsche recht is ook de term actio negatoria tot ons gekomen. Sinds het moderne recht, in tegenstelling met het Romeinsche, op het standpunt staat, dat de eigenaar, gelijk trouwens iedere andere gerechtigde, aan zijn recht de bevoegdheid ontleent met rechterlijke hulp tegen elke denkbare inbreuk op zijn recht op te komen, heeft de uitdrukking actio negatoria nog slechts terminologische beteekenis DE ACTIO NEGATORIA IN DE RECHTSPRAAK De klassieke actio negatoria De eerste hier te bespreken uitspraak waarin gewag wordt gemaakt van de actio negatoria komt uit Het ging in deze zaak om het volgende. De gedaagde had in zijn muur, onmiddellijk grenzend aan het erf van de eiser, twee vaststaande kamervensters en twee keldervensters, waardoor licht naar binnen viel. De eiser wilde op zijn erf een gebouw plaatsen als gevolg waarvan de lichtinval zou worden verminderd of geheel zou worden ontnomen. De gedaagde had de eiser te kennen gegeven dat deze hiertoe geen recht had en dat hij de bouw zou beletten of na de voltooiing de afbraak zou vorderen. De eiser dagvaardde de gedaagde teneinde te horen verklaren dat er ten behoeve van het huis van de gedaagde en ten laste van het huis van de eiser geen servituut bestond dat de eiser onbevoegd zou maken tot de voorgenomen plaatsing van het gebouw. In zijn vonnis wijdt de rechtbank een algemene overweging aan de actio negatoria. Hierin wordt enerzijds getwijfeld of de actio negatoria nog deel uitmaakte van het burgerlijk recht zoals dat onder het BW van 1838 gold. Anderzijds komt in de uitspraak naar voren dat áls dit het geval mocht zijn, de Romeinsrechtelijke beperkingen van het toepassingsgebied van de actio negatoria golden: O. dat de actio negatoria daargelaten of dezelve zoo als die volgens het Romeinsche regt bestond, met de tegenwoordige regtspleging is overeen te brengen alleenlijk konde worden ingesteld, tegen hen, die eene erfdienstbaarheid op het naburige erf beweerden, of de vrijheid van dat erf belemmerden, en strekte om tegen verdere aanmatiging of stoornis te worden beveiligd of gerust gesteld; 20 Suijling (1940), p. 185 noot 2 21 Rb. s-gravenhage 26 juni 1840, W. 126.

8 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 De door de rechtbank aangegeven (Romeinsrechtelijke) grenzen van het toepassingsgebied van de actio negatoria zijn de volgende: het was een vereiste dat men ofwel expliciet beweerde gerechtigd te zijn tot een erfdienstbaarheid, ofwel dat men handelde alsof men tot een erfdienstbaarheid gerechtigd was. 22 Aangezien in het onderhavige geval volgens de rechtbank aan dit vereiste niet was voldaan, verklaarde de rechtbank de eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering. In een vonnis van het Hof Zuid-Holland uit 1872 treft men een voorbeeld aan van de toepassing van de actio negatoria in haar klassieke vorm, waarbij echter de eisen die aan de toepassing van deze actie worden gesteld, strenger lijken te zijn dan de eisen die het Romeinse recht stelde. 23 De feiten in de zaak zijn de volgende. De geïntimeerde (gedaagde in eerste instantie) heeft gedurende enige jaren op verschillende tijden over het land van de appelant (eiser in eerste instantie) vee gedreven van en naar het land waarvan hij (de geïntimeerde) mede-eigenaar was. De bij dagvaarding ingestelde eis strekte ertoe (i) te hooren verklaren voor regt, dat het stuk land van de eischer ( ) niet is bezwaard met eenige erfdienstbaarheid van weg, rijpad, dreef of voetpad ten behoeve van het stuk land, bij den gedaagde in gebruik en (ii) te hooren verklaren, dat hij gedaagde zich zal moeten onthouden om te plegen eenige daad in strijd met de onbezwaardheid van des eischers land, alsmede (iii) zich te hooren veroordelen om aan den eischer te vergoeden alle kosten, schaden en interessen, door den eischer gehad en geleden en te hebben of te lijden ten gevolge van de in de motieven der dagvaarding omschreven en aanstonds te vermelden handelingen des gedaagden. De inhoud van de dagvaarding leidt alleereerst tot de volgende vaststelling van het Hof: O. dat hieruit blijkt dat de app. tegen den geïnt. heeft ingesteld de in zake van erfdienstbaarheid bekende actio negatoria; De geïntimeerde erkende dat het erf van de appellant niet was bezwaard met enige erfdienstbaarheid van weg, rijpad, dreef of voetpad. Hij stelde echter dat de gang over het erf gedurende vele jaren met stilzwijgende toestemming van de appellant en zijn voorgangers had plaatsgevonden. Dadelijk nadat hem kenbaar was gemaakt dat de appellant de betreffende handelingen niet langer wilde gedogen, zou geen gebruik meer zijn gemaakt van de overgang over het erf van de appellant. Uit het getuigenverhoor bleek echter dat de geïnti- 22 Op deze laatste mogelijkheid doelt de zinsnede over het belemmeren van de vrijheid van het erf. Vgl. de redactionele kop boven de publicatie van deze uitspraak in het Weekblad van het Regt: Is men ontvankelijk de actio negatoria in te stellen, ook dan wanneer de eigenaar van een naburig erf niet stellig verklaart het regt eener heerschende onzigtbare erfdienstbaarheid te hebben, of qua talis handelt ( )? Ontkennend beantwoord. 23 Hof Zuid-Holland 22 januari 1872, W Zie met betrekking tot de eisen die het Romeinse recht stelde aan de toepassing van de actio negatoria, 3.7 hierboven.

9 Deel III 183 meerde met de omstreden handelingen ook na een uitdrukkelijk verbod was voortgegaan. Het Hof overweegt hieromtrent: O., dat uit die bewezene handelingen, ook al moge het plegen daarvan na het gedaan verbod, in weerwil dat dit laatste in de dagvaarding niet is opgenomen, in aanmerking kunnen komen, en al mogen zij niet van moedwil en willekeur zijn vrij te pleiten, echter, vooral bij het door den geïnt. uitdrukkelijk niet-betwisten van de onbezwaardheid van des appellants land, geene aanspraak maken op- of bewering van eenig regt van erfdienstbaarheid daaruit is af te leiden; Uit de met de feitelijke uitoefening van een erfdienstbaarheid corresponderende handelingen van de geïntimeerde, leidt het Hof bij het uitdrukkelijk erkennen van het niet-bestaan van een erfdienstbaarheid niet af dat de geïntimeerde de voor de toepassing van de actio negatoria vereiste aanspraak op een erfdienstbaarheid maakt. Het Hof bevestigt daarom de niet-ontvankelijk verklaring van rechtsvordering door de rechtbank. De interpretatie van de actio negatoria door het Hof leidt tot het merkwaardige resultaat dat de appellant ondanks het voortduren van de inbreuken op zijn eigendomsrecht met de actio negatoria geen verbod kon vorderen, enkel en alleen omdat de geïntimeerde het niet-bestaan van enige erfdienstbaarheid uitdrukkelijk erkende. Een beperkt toepassingsgebied van de klassieke actio negatoria komt men ook tegen in de onderstaande uitspraak van de rechtbank s-gravenhage waarin voor de ontvankelijkheid van deze actie de eis wordt gesteld dat de gedaagde inbreuk maakt op het eigendomsrecht, stellende hiertoe op grond van een erfdienstbaarheid bevoegd te zijn: dat voor de ingestelde actie uit den eigendom voortvloeiende en strekkende tot handhaving daarvan onbeperkt door het door de eischer bedoelde recht van erfdienstbaarheid niet enkel noodig is te stellen daden die in strijd zijn met dien eigendom doch tevens dat die daden berusten op een bewering van recht zijnde toch anders die daden zuivere onrechtmatige daden die tot schadevergoeding kunnen verplichten, doch waartegenover handhaving in de onbeperktheid van het eigendomsrecht tegen welke die daden niet gericht zijn niet te pas komt; 24 De moderne actio negatoria De erkenning van de moderne actio negatoria ligt besloten in een uitspraak van de Hoge Raad uit De zaak die aanleiding gaf tot deze uitspraak 24 Rb. s-gravenhage 10 mei 1901, W Zie ook Rb. Rotterdam 8 maart 1909, W. 8905: dat in casu is ingesteld de actio negatoria, zijnde de actie, die de eigenaar kan instellen tegen dengene, die zijn eigendomsrecht aantast door feitelijkheden te plegen, bewerende daartoe eenig recht te hebben;. 25 HR 15 juni 1883, W

10 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 was de volgende. De gedaagde had op het aangrenzende terrein van eiser een schutting geplaatst waardoor een deel van het erf van de eiser werd afgescheiden en gevoegd bij het erf van de gedaagde. De eiser dagvaardde de gedaagde, stellende (i) dat hij eigenaar van de grond was waarop de schutting was geplaatst, (ii) dat hij door het plaatsen van de schutting in zijn eigendomsrecht was verkort en (iii) dat de gedaagde niettegenstaande sommatie weigerde hem te herstellen in het volle genot van zijn eigendomsrecht. De eiser vorderde veroordeling van de gedaagde om de schutting weg te halen, alsmede vergoeding van kosten, schaden en interesten door de voorschreven onrechtmatige daad geleden en nog te lijden. Het Hof ziet in het door de eiser gestelde een actie tot handhaving en herstelling in het bezit, die niet voor appel vatbaar is. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof. Hij overweegt met betrekking tot de vordering van de eiser dat zij: haren grond vindt in des eischers eigendomsrecht, dat zij is ingesteld ten gevolge eener onrechtmatige verkorting en benadeeling in zijn eigendomsrecht en dat daarbij gevorderd wordt herstelling in het volle genot van dat eigendomsrecht; De Hoge Raad erkent hier het bestaan van een algemene petitoire actie tot herstelling in het volle genot van het eigendomsrecht en daarmee ook van de rechtsvordering die in dit onderzoek als de moderne actio negatoria wordt aangeduid. Naast deze petitoire actie tot herstelling in het volle genot van het eigendomsrecht, heeft de eiser volgens de Hoge Raad de mogelijkheid om volgens artikel 1401 OBW te ageren tot schadevergoeding: dat er toch geen denkbare reden bestaat, waarom een eigenaar, die door eene onrechtmatige handeling wordt verkort en benadeeld in zijn eigendomsrecht, niet evenzeer volgens art B.W. zou mogen ageeren tot schadevergoeding als ieder ander, die door eene onrechtmatige daad schade heeft geleden, terwijl integendeel volgens dat artikel elke onrechtmatige daad dengene, door wiens schuld de schade veroorzaakt is, tot schadevergoeding verplicht, en de omstandigheid dat de eigenaar met de petitoire actie ook kan vorderen herstelling in het genot van zijn eigendomsrecht, hem zeker niet kan versteken van het recht om tevens schadevergoeding te vragen, wanneer hij door de schending van zijn eigendomsrecht schade heeft geleden; Bij dit arrest dient een tweetal kanttekeningen te worden geplaatst. Ten eerste rijst de vraag of in het onderhavige geval geen sprake was van bezitsontneming van een stuk land van de eiser, doordat de gedaagde het land door middel van een schutting had afgescheiden en bij zijn eigen land gevoegd. In dat geval zou de zakelijke op het eigendomsrecht gebaseerde vordering tot herstelling in het volle genot van het eigendomsrecht, de revindicatie zijn geweest De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de revindicatie komt hieronder in hoofdstuk 16 aan de orde.

11 Deel III 185 In de tweede plaats rijst de vraag of het juist is dat men op grond van zijn eigendomsrecht kan vorderen dat een bouwwerk wordt verwijderd, waarvan men zelf door natrekking eigenaar is geworden. 27 Wat er ook zij van de bovenstaande twee punten, op deze plaats is slechts van belang vast te stellen dat de Hoge Raad in het onderhavige arrest een algemene uit het eigendomsrecht voortvloeiende vordering tot herstelling in het volle genot van de eigendom heeft erkend. 28 In een uitspraak van het Hof Leeuwarden uit treft men de volmaakte omschrijving van de moderne actio negatoria aan. Het Hof gaat er echter ten onrechte van uit dat de actio negatoria in deze vorm al deel uitmaakte van het Romeinse recht: O. dat de actio negatoria, naar het Romeinsche recht, waarin zij haren oorsprong vindt, niet enkel was eene actio servitutis negatoria, maar eene algemeene zakelijke actie, die diende om de partieele aanranding van den eigendom af te weren, gelijk de rei vindicatio diende om den eigendom bij totaal verlies terug te bekomen; De eiser had in het onderhavige geval een door het Hof tot actio negatoria bestempelde vordering ingesteld tegen de huurder van een erf dat door het Dockumer Grootdiep was gescheiden van het perceel van de eiser. De vordering strekte er onder meer toe dat de huurder veroordeeld zou worden zich te onthouden van alle betreding van het perceel van de eiser. De gedaagde verweerde zich met de stelling dat de vraag of het perceel van de eiser bezwaard was met een servituut van voetpad ten dienste van het door de gedaagde gehuurde perceel, niet zou mogen worden behandeld tussen de eigenaar van het lijdende erf en de huurder van het heersende erf, maar alleen tussen de eigenaars van beide erven. Dit verweer ging niet op: O. dat ( ), wanneer een huurder zich handelingen veroorlooft ten aanzien van de eigendommen van een nabuur, handelingen, aan welke zoowel slechts eene loutere persoonlijke aanmatiging, als de uitoefening van eene pretense erfdienstbaarheid of een publiek recht ten grondslag kan liggen, zonder dat het onderscheid van grondslag waarneembaar is, de actio negatoria in haar vollen omvang geschapen is om de vrijheid van den eigendom te handhaven; Enige jaren later overweegt het Hof Leeuwarden naar aanleiding van een geval waarin de gedaagde zijn paard liet grazen op een stuk grond waarvan de eiser beweerde de eigenaar te zijn het volgende omtrent de actio negatoria: 27 Zie daarover nader hieronder. 28 Zie ook Asser/Scholten (1927), p. 212 die het arrest vermeldt bij de behandeling van de vordering tot handhaving in den eigendom tegenover hem, die zonder de zaak te houden, inbreuk op het eigendomsrecht maakt. Hetzelfde doet Hofmann (1944), p Hof Leeuwarden 5 november 1884, W

12 De actio negatoria onder vigeur van het BW van 1838 O. dat de actie terecht in het vonnis a quo is beschouwd als de actio negatoria, die in algemeenen zin gericht wordt tegen ieder, die zich gedraagt alsof hij een recht mag uitoefenen op de gronden van een ander, des dat de eischer kan volstaan met het bewijs van zijn eigendom in t algemeen, wanneer die ontkend mocht worden, doch deze niet het negatief bewijs heeft te leveren, dat den ged. het op dien eigendom gepretendeerde recht niet toekomt vermits volgens art. 627 B.W., ieder eigendom wordt vermoed vrij te zijn, en hij, die beweert eenig recht op eens anders zaak te hebben, dat recht moet bewijzen; 30 Het Hof stelt vast dat de actio negatoria in algemeenen zin gericht wordt tegen ieder die zich gedraagt alsof hij een recht mag uitoefenen op de gronden van een ander. Hiermee geeft het Hof net als in zijn uitspraak uit 1884 aan dat met de actio negatoria niet alleen tegen aangematigde erfdienstbaarheden kan worden opgetreden, maar ook tegen inbreukmakende handelingen die corresponderen met de feitelijke uitoefening van een louter persoonlijk recht of een publiek recht. Wel valt op dat het Hof aan de passief gelegitimeerde tot de actio negatoria de eis stelt dat hij zich gedraagt alsof hij een recht mag uitoefenen, in plaats van zoals in de uitspraak uit 1884 de actio negatoria toe te laten in geval van iedere partieele aanranding van den eigendom. Een materieel verschil valt hier overigens niet te ontwaren: met iedere partieele aanranding van den eigendom correspondeert wel de feitelijke uitoefening van enig persoonlijk recht. Tot slot van dit rechtspraakoverzicht met betrekking tot de overgang van de klassieke naar de moderne actio negatoria in het Nederlandse recht kan gewezen worden op een uitspraak van de rechtbank Breda uit De gedaagde in deze zaak had een deel van de op het erf van de eiser staande afscheiding afgebroken en ging vervolgens geregeld over het erf van de eiser naar de openbare straat. De eiser vorderde onder meer dat de gedaagde zou worden veroordeeld om zich te onthouden van het gaan over het erf van de eiser. Tegen deze vordering voerde de gedaagde aan dat zij niet ontvankelijk was, omdat hier een zakelijke vordering gegrond op de eigendom was ingesteld en daarbij noodzakelijk gesteld had moeten zijn dat de gedaagde de schendende daden had gepleegd, bewerende tot deze daden te zijn gerechtigd. Dit verweer ging niet op: dat het toch voor de eigendomsopvordering hetzij reivindicatio, hetzij actio negatoria voldoende is, dat de eischer stelt zijn eigendomsrecht benevens de feiten, in deze het wegbreken der heining benevens het gaan over den grond, waardoor de eigenaar in de vrije en wettige uitoefening van dit eigendomsrecht geheel of gedeeltelijk wordt gestoord; doch dat naast die feiten die als ernstige 30 Hof Leeuwarden 29 april 1891, W waarin het hoger beroep wordt behandeld tegen de uitspraak van Rb. Leeuwarden 4 april 1889, W

13 Deel III 187 stoornis der eigendomsuitoefening zijn aan te merken, niet behoeft te worden gesteld of bewezen, dat deze feiten worden gepleegd met bewering van recht; CONCLUSIE Concluderend kan worden vastgesteld dat zich tegen het eind van de negentiende en aan het begin van de twintigste eeuw in de Nederlandse literatuur en rechtspraak een ontwikkeling heeft voorgedaan waarbij de klassieke actio negatoria plaats heeft gemaakt voor de moderne actio negatoria. Deze ontwikkeling heeft onder invloed gestaan van de Duitse literatuur en het Duitse wetgevingsproces. Zo ziet men bijvoorbeeld in de hierboven besproken uitspraak van het Hof Leeuwarden uit 1884 verwijzingen naar Vangerow en Puchta. 32 Voorts kan gewezen worden op de toelichting bij artikel 116 van het ontwerp van de in 1887 ingestelde Staatscommissie, waarin men een verwijzing vindt naar 1004 BGB Rb. Breda 22 april 1902, W Hof Leeuwarden 5 november 1884, W (waarover p. 185 hierboven). 33 Ontwerp Staatscommissie 1887/Toelichting, p (geciteerd in 13.1 hierboven). Ook Opzoomer/Goudeket (1912), p (hierboven geciteerd in 13.2) verwijst naar 1004 BGB.

14

16 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de revindicatie

16 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de revindicatie 16 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de revindicatie 16.1 ALGEMEEN De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de revindicatie lijkt op het eerste gezicht weinig problematisch:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

15 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de onrechtmatige-daadsvordering van art. 6:162 BW

15 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de onrechtmatige-daadsvordering van art. 6:162 BW 15 De verhouding tussen de moderne actio negatoria en de onrechtmatige-daadsvordering van art. 6:162 BW 15.1 HET BESTAAN VAN DE MODERNE ACTIO NEGATORIA NAAST DE VORDERING UIT ONRECHTMATIGE DAAD VAN ART.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

2 Omschrijving van enkele begrippen

2 Omschrijving van enkele begrippen 2 Omschrijving van enkele begrippen 1 INLEIDING Een probleem bij de bestudering van art. 48 (oud) Rv is dat de betekenis van veel van de gebruikte begrippen niet duidelijk is. Wat is een rechtsgrond? Is

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden. vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 320582 / HA ZA 08-3222 Vonnis van in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. M.A. Koot, tegen [Gedaagde],

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

Verkrijgende verjaring

Verkrijgende verjaring Verkrijgende verjaring Hendrik Ploeger 10 mei 2007 1 Agenda Vereisten voor verkrijging door verjaring De registerverklaring Erfdienstbaarheid door verjaring 10 mei 2007 2 Bezitsgrens Feitelijke grens Bezit:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

BESCHIKKING M (2006) 6

BESCHIKKING M (2006) 6 BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), ondertekend te Den

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Revindicatiebeleid. Er zijn een tweetal vormen van verjaring:

Revindicatiebeleid. Er zijn een tweetal vormen van verjaring: Revindicatiebeleid Inleiding Het is bekend dat er gemeentegrond, doorgaans groenstroken, in bezit/gebruik genomen zijn. Na een globale inventarisatie blijkt dat het gaat om een gemeentebrede problematiek.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op

Nadere informatie

Hof van beroep Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen Repertoriumnummer 2013 / Uitgifte Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan Datum van uitspraak 25 februari 2013 Rolnummer 2011/AR/2083 op BUR Rechtsmiddelen op BUR op BUR Niet aan te bieden aan de

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

De actio negatoria. Een studie naar de rechtsvorderlijke zijde van het eigendomsrecht. Peter Christiaan van Es PROEFSCHRIFT

De actio negatoria. Een studie naar de rechtsvorderlijke zijde van het eigendomsrecht. Peter Christiaan van Es PROEFSCHRIFT De actio negatoria Een studie naar de rechtsvorderlijke zijde van het eigendomsrecht PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus Dr.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-78 Datum uitspraak : 23 mei 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-78 Datum uitspraak : 23 mei 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-78 Datum uitspraak : 23 mei 2017 Plaats uitspraak : Zeist Bindend Advies in het geschil tussen: de heer A. Sylla, mevrouw M. Sylla-van de Kamp wonende te Almelo verder te noemen: Sylla

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Verplaatste scheidingsmuur tussen woningen; gevolgen voor eigendom? schade?

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Verplaatste scheidingsmuur tussen woningen; gevolgen voor eigendom? schade? ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2432 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 27-01-2009 Datum publicatie 10-02-2009 Zaaknummer 105.004.880/02 (Rolnummer oud: 06/668) Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2015 P.14.1276.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1276.N E R H C, beklaagde, eiser, tegen C V D C, burgerlijke partij, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 580 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Monumentenwet BES, zoals

Nadere informatie

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Uitgifte Vonnisnummer Repertoriumnummer 2015 / Datum van uitspraak 18 november 2015 Rolnummer A / 15 / 3831 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Kohandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Tussenvonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2007 C.06.0094.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0094.F M. G., Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

Rolnummers 5043 en 5044. Arrest nr. 151/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T

Rolnummers 5043 en 5044. Arrest nr. 151/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T Rolnummers 5043 en 5044 Arrest nr. 151/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1370, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Vrederechter van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173 Instantie Datum uitspraak 25-08-2010 Datum publicatie 27-08-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 372795 / KG ZA 10-970 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer

GERECHTSHOF AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer Belastingkamer nr. 3024/83 Schriftelijke uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer 1. Het geding Bij het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 15 juni 1983, nummer 21.149

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring.

Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring. Bijlage 3 JURIDISCHE ASPECTEN VAN VERJARING Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring. Het Burgerlijk Wetboek kent twee vormen van verkrijgende

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING DE THUISKOPIE, gevestigd te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2007 C.05.0406.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0406.F H. J.-J., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen H. A. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-75 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-75 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-75 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist Bindend Advies in het geschil tussen: W. Kumutat en E. Kumutat-Dam wonende te Nieuw-Vossemeer verder te noemen: Kumutat c.s.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Bewijs van eigendomsrecht op basis van dertigjarige verjaring wegens dertig jaar deugdelijk bezit. Bewijslast (artikel 1315 BW en artikel 870 Ger. W.). Dubbelzinnig

Nadere informatie

Registergoederen en verjaring. docenten: Alex Geert Castermans & Jacqueline Peter

Registergoederen en verjaring. docenten: Alex Geert Castermans & Jacqueline Peter Registergoederen en verjaring docenten: Alex Geert Castermans & Jacqueline Peter registergoederen en verjaring programma: verjaring en verkrijging van grond pauze verjaring en verkrijging van erfdienstbaarheden

Nadere informatie

ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR

ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR ZEVENDE TITEL VAN HUUR EN VERHUUR EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1568-569 Vervallen. Artikel 1569-570 Huur en verhuur is een overeenkomst, waarbij de ene partij zich verbindt om van de andere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2

HET BENELUX-GERECHTSHOF. in de zaak A 94/2 2 HET BENELUX-GERECHTSHOF in de zaak A 94/2 1. Gelet op het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 8 september 1994 in de zaak rolnummer H 136/93 van Rivel Rijwielfabriek B.V., gevestigd

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018 vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: 6507316\CV EXPL 17-3909 Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie