ETV C16/C20. Handleiding ETV C16 ETV C20

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ETV C16/C20. Handleiding 06.08 - 51069873 07.12 ETV C16 ETV C20"

Transcriptie

1 ETV C16/C Handleiding H ETV C16 ETV C20

2 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie Seriennr. Bouwjaar ETV C16 ETV C20 Aanvullende gegevens In opdracht van Data H EG-conformiteitsverklaring Ondergetekenden verklaren hierbij dat het genoemde aangedreven interne transportmiddel voldoet aan de Europese richtlijnen 2006/42/EG (Machinerichtlijn) en 2004/108/EEG (Elektromagnetische Compatibiliteit - EMC), inclusief de wijzigingen en de betreffende wetgeving voor de omzetting van de richtlijnen in de nationale wetgeving. De afzonderlijke ondertekenaars zijn bevoegd, de technische documenten op te stellen NL 1

3 NL

4 Belangrijke aanwijzingen voor transport en montage van masten op reachtrucks Transport Het transport kan afhankelijk van de constructiehoogte van de hefmast en de situatie ter plaatse op drie verschillende wijzen geschieden: Staand, met gemonteerde hefmast (bij lage constructiehoogtes). Staand, met gedeeltelijk gemonteerde en tegen het bestuurdersbeschermdak geneigde hefmast (bij middelhoge constructiehoogtes), hydraulische leiding voor de heffunctie is afgekoppeld. Staand, met gedemonteerde hefmast (bij hoge constructiehoogtes), alle hydraulische leidingen tussen basiswerktuig en hefmast zijn afgekoppeld. f Veiligheidsinstructies voor assemblage en inbedrijfstelling De assemblage van het voertuig op de gebruikslocatie, de inbedrijfstelling en de instructie van de bestuurder mogen alleen door door de fabrikant geschoold en geautoriseerd personeel geschieden. Pas nadat de hefmast correct gemonteerd is, mogen de hydraulische leidingen op de koppeling basiswerktuig / hefmast worden aangesloten en het voertuig in bedrijf gesteld worden NL 1

5 NL

6 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven in korte, overzichtelijke vorm. De hoofdstukken zijn alfabetisch gerangschikt. Ieder hoofdstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding wordt gevormd door een hoofdstukletter en paginanummer. Voorbeeld: pagina B 2 is de tweede pagina in hoofdstuk B. Deze handleiding beschrijft verscheidene voertuigvarianten. Let er bij de bediening en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op dat u de beschrijving voor het juiste voertuigtype gebruikt. F M t o De volgende pictogrammen markeren veiligheidsaanwijzingen en belangrijke uitleg. Staat voor veiligheidsinstructies die u moet opvolgen, om gevaren voor mensen te vermijden. Staat voor instructies die u moet opvolgen, om materiële schade te vermijden. Staat voor aanwijzingen en toelichting. Duidt op de standaarduitvoering. Duidt op de optionele uitvoering. Onze apparaten worden continu verder ontwikkeld. Wij vragen om uw begrip voor het feit dat wij een voorbehoud moeten maken voor wijzigingen in vorm, uitrusting en techniek. Uit de inhoud van deze handleiding kunnen op grond hiervan geen claims met betrekking tot bepaalde eigenschappen van het apparaat worden afgeleid. Auteursrecht Het auteursrecht voor deze handleiding blijft in het bezit van JUNGHEINRICH AG. Jungheinrich Aktiengesellschaft Am Stadtrand Hamburg - DUITSLAND Telefoon: +49 (0) 40/ NL

7 0108.NL

8 Inhoudsopgave A Gebruik volgens bestemming 1 Algemeen... A 1 2 Gebruik volgens bestemming... A 1 3 Toegestane gebruiksvoorwaarden... A 1 4 Verplichtingen van de exploitant... A 2 5 Aanbouwen van aanbouwapparaten en/of accessoires... A 2 B Beschrijving van de hefwagen 1 Beschrijving van de toepassing... B 1 2 Beschrijving van modules en functies... B Voertuig... B Last opnemen... B 6 3 Technische gegevens van de standaarduitvoering... B Prestaties ETV C16/C20... B Afmetingen ETV C16/C20... B Standaard hefmastuitvoeringen... B Gewichten... B Banden/wielen... B Batterij... B Hydraulische installatie... B Gewicht hefmasten... B EN-normen... B Gebruiksvoorwaarden... B Elektrische eisen... B 14 4 Kentekenplaatsen en typeplaatjes... B Typeplaatje, voertuig... B Lastdiagram intern transportmiddel (hefcapaciteit)...b Lastdiagram aanbouwapparaat... B Stabiliteit... B 18 C Transport en eerste inbedrijfstelling 1 Transport... C 1 2 Laden met een kraan... C Basisheftruck laden met kraan... C Basisheftruck met cabine laden met kraan... C 4 3 De hefwagen vastzetten wanneer hij zelf wordt vervoerd... C 5 4 Eerste inbedrijfstelling... C NL I 1

9 D Batterij - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsvoorschriften in de omgang met zuurbatterijen... D 1 2 Batterijtypen... D 2 3 Batterij vrijmaken... D Solopilot:... D Multipilot:... D 5 4 De batterij laden... D 7 5 De batterij uit- en inbouwen... D 8 E Bediening 1 Veiligheidsvoorschriften voor gebruik van het interne transportmiddel... E 1 2 Beschrijving van de bedien- en indicatie-elementen... E 2 3 Hefwagen in gebruik nemen... E In- en uitstappen... E Bestuurdersplaats inrichten... E De bedrijfsgereedheid herstellen... E NOODSTOP-inrichting... E Controles na de dagelijkse inbedrijfstelling... E 16 4 Werken met het interne transportmiddel... E Veiligheidsregels voor het rijden... E Maatregelen in ongewone situaties... E NOODSTOP... E Rijden, sturen, remmen... E De vorktanden instellen... E Het opnemen en wegzetten van lasten... E Masthouder uitschuiven... E Dalen in noodgevallen... E Bediening van een aanbouwapparaat... E De hefwagen veilig neerzetten... E 34 5 Bestuurdersvenster (t)... E Verlichte vlakken van het bestuurdersvenster... E Knoppen van het bestuurdersvenster... E Waarschuwingen chauffeursvenster... E 40 6 Bedieningspaneel (CANCODE) (o)... E Codeslot... E Parameter... E Parameterinstellingen... E 49 7 ISM (o)... E 52 8 Voertuigparameters veranderen... E 52 9 Storingshulp... E Intern transportmiddel zonder batterij bewegen, berging... E Optionele uitvoering... E Werklamp... E waailicht / flitslicht... E NL I 2

10 11.3 ESA / elektrische hefbegrenzing... E Stoelverwarming... E Spanningsomzetter 12 V DC / 24 V DC... E Sideshift middenstand... E Weegfunctie... E Toets klem... E Beschuttingscabine... E Paraboolspiegel... E Afneembaar lastbeschermrek... E ISM toegangsmodule... E Montage en hydraulische aansluitingen van extra aanbouwapparaten... E 65 F Onderhoud van het interne transportmiddel 1 Bedrijfsveiligheid en milieubescherming... F 1 2 Veiligheidsvoorschriften voor de revisie... F 2 3 Onderhoud en inspectie... F 6 4 Onderhouds-checklijst ETV C16/C20... F 7 5 Onderhoudsschema... F Bedrijfsmiddelen en smeerschema... F Gebruiksmiddelen... F Tankinhoud... F 11 6 Aanwijzingen voor onderhoud... F Voertuig voorbereiden ten behoeve van de onderhoudswerkzaamheden... F Verwijder de zitkap... F Controleer het niveau van de hydraulische olie.... F Open de veiligheidsafdekking... F Open de armaturenkap... F Controleer elektrische zekeringen... F Bevestiging en slijtage van de wielen controleren... F Weer in gebruik nemen... F 16 7 Het interne transportmiddel stilleggen... F Maatregelen vóór de stillegging... F Maatregelen tijdens de stillegging... F Het interne transportmiddel na de stillegging weer in gebruik nemen... F 18 8 Veiligheidscontrole naar tijd en buitengewone gebeurtenissen... F 18 9 Definitief buiten bedrijf stellen; afvoeren... F Meting van lichaamstrillingen... F NL I 3

11 I NL

12 Bijlage Gebruiksaanwijzing JH-tractiebatterij Deze gebruiksaanwijzing is alleen voor batterijtypen van het merk Jungheinrich toegestaan. Indien andere merken gebruikt worden moeten de gebruiksaanwijzingen van deze fabrikant nageleefd worden NL 1

13 NL

14 A Gebruik volgens bestemming 1 Algemeen Het in deze handleiding beschreven interne transportmiddel is geschikt voor het heffen, neerlaten en vervoeren van lasten. Het interne transportmiddel moet volgens de aanwijzingen in deze handleiding worden gebruikt, bediend en onderhouden. Een andere toepassing is niet volgens de bestemming en kan leiden tot persoonlijk letsel en tot schade aan het voertuig of voorwerpen van waarde. 2 Gebruik volgens bestemming F De maximaal op te nemen last en de maximaal toegestane lastafstand zijn aangegeven op het lastdiagram. Deze mogen niet worden overschreden. De last moet op het lastopnamemiddel liggen of worden opgenomen met een door de producent toegestaan aanbouwapparaat. De last moet tegen de rug van de vorkdrager en in het midden tussen de lastvorken liggen. De volgende werkzaamheden zijn toegestaan: Heffen en neerlaten van lasten. Transporteren van neergelaten lasten. De volgende werkzaamheden zijn niet toegestaan: Rijden met opgeheven last (>30 cm). Transporteren van hangende lasten. Wanneer het gebruik met hangende lasten gepland is, moet voldoende stabiliteit onder de gebruiksvoorwaarden ter plaatse met een beoordeling door een deskundige worden aangetoond. Vervoeren en heffen van personen. Duwen of trekken van lasten. 3 Toegestane gebruiksvoorwaarden F De toegestane vlakken en puntbelastingen van de rijwegen mogen niet worden overschreden. Op onoverzichtelijke plaatsen moet een tweede persoon instructies geven. De bestuurder moet erop letten, dat tijdens het laden en lossen het laadplatform / de laadbrug niet wordt verwijderd of losgemaakt NL Gebruik in industriële en bedrijfsomgeving. Toegestaan temperatuurbereik -20 C tot 40 C. Enkel gebruiken op stabiele en vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen. Enkel gebruiken op overzichtelijke en door de exploitant vrijgegeven rijbanen. Oprijden van hellingen tot maximaal 15 %. Hellingen dwars of schuin op- of afrijden is verboden. De last moet aan de hellingzijde worden getransporteerd. Gebruik op gedeeltelijk openbare verkeerswegen. Voor gebruik onder extreme voorwaarden is voor het interne transportmiddel een speciale uitrusting en toelating vereist. Gebruik in ATEX-zones is niet toegestaan. A 1

15 4 Verplichtingen van de exploitant M Exploitant in de zin van deze handleiding is iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die het interne transportmiddel zelf gebruikt of in wiens opdracht het wordt gebruikt. In bijzondere situaties (bijvoorbeeld leasen of huren) is de exploitant de persoon die volgens de bestaande overeenkomst tussen eigenaar en gebruiker van het interne transportmiddel de genoemde verplichtingen tijdens het gebruik moet waarnemen. De exploitant moet ervoor zorgen dat het interne transportmiddel uitsluitend volgens de bestemming wordt gebruikt en dat allerlei soorten gevaren voor leven en gezondheid van de gebruiker en derden worden vermeden. Bovendien moet hij de naleving van veiligheidsvoorschriften, overige veiligheidstechnische regels en de richtlijnen voor gebruik en onderhoud bewaken. Het interne transportmiddel mag enkel door daarvoor opgeleid en geschoold personeel worden bediend. De exploitant moet kunnen garanderen dat alle gebruikers deze handleiding hebben gelezen en begrepen. Bij het niet naleven van deze handleiding vervalt onze garantie. De garantie vervalt ook wanneer de klant en / of derden ondeskundige werkzaamheden aan het object verrichten, zonder toestemming van de klantenservice van de producent. 5 Aanbouwen van aanbouwapparaten en/of accessoires De aan- of inbouw van extra inrichtingen, waarmee de functies van het interne transportmiddel worden beïnvloed of waarmee deze functies worden uitgebreid, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de producent. Indien nodig moet toestemming van de plaatselijke autoriteiten worden verkregen. De toestemming van autoriteiten vervangt echter niet de toestemming van de producent NL A 2

16 B Beschrijving van de hefwagen 1 Beschrijving van de toepassing De ETV C16/C20 is een driewielige elektrische reachtruck met vrij uitzicht. De zitplaats staat haaks op de rijrichting. Hij is bestemd voor het heffen en transporteren van goederen, op een effen vloer, binnen en buiten. U kunt pallets met open bodemsteunen of met dwarslatten buiten en binnen het bereik van de lastwielen of rolwagen opnemen. U kunt lasten in- en uitstapelen en over lange trajecten transporteren. U leest de hefcapaciteit op het typeplaatje. Type Draagcapaciteit Lastzwaartepunt ETV C kg 600 mm ETV C kg 600 mm 1009.NL B 1

17 2 Beschrijving van modules en functies Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving 1 t Hefmast met vrij zicht 9 t Rempedaal 2 t Chauffeursdak 10 t Rijpedaal 3 t Vrijhef-cilinder (niet bij T-hefmast) 11 t Pedaal batterijwagenvergrendeling 4 t Solo-Pilot 12 t Chauffeursdisplay o Multi-Pilot 13 t Contactslot tweetraps met extra sleutel (servicesleutel) 5 t Lastwielen o CANCODE 6 t Wielarmen o ISM toegangsmodule 7 t Aandrijfwiel 14 t NOODSTOP-schakelaar 8 t Dodemansknop t Standaarduitvoering o Optie 1009.NL B 2

18 2.1 Voertuig F Rijd transportritten met of zonder last uitsluitend met ingetrokken masthouder, achterover gekantelde hefmast en gedaalde last. M Veiligheidsvoorzieningen: Een gesloten contour van de heftruck met afgeronde kanten maakt een veilig gebruik van de ETV C16/C20 mogelijk. Het dak (2) beschermt de bestuurder. Een stabiele botsbescherming beschermt het aandrijfwiel (7) en de lastwielen (5). Ook bij gebruik van een afdekking voor het aandrijfwiel blijft een restgevaar voor derden bestaan. Met behulp van de NOODSTOP-schakelaar (14) kunt u alle elektrische functies snel uitschakelen in gevaarlijke situaties. Leidingbreukbeveiligingen in de hefcilinders begrenzen de daalsnelheid van de last bij storingen in het hydraulisch systeem. Indicatiehulpmiddelen: bestuurdersvenster (12) met groot oppervlak in LCDtechnologie (t) met geïntegreerde indicatie voor restloop en batterijverbruik, instelling van hef- en rijprofielen en van de stuurhoek-modus. Op het chauffeursvenster (12) zijn de indicatie van het accuverbruik en de bedrijfsurenteller gecombineerd. De indicatie van het batterijverbruik is een ontlaadbewaker, die bij een lege batterij de functie heffen uitschakelt om een uitputting van de batterij te verhinderen. Rijwerk: De complete aandrijfeenheid is in het frame van het voertuig bevestigd. Een vaststaande draaistroommotor met een vermogen van 6,9 kw drijft via een kopse kegelwieloverbrenging het aandrijfwiel (7) aan. De elektronische rijstroomregeling zorgt voor traploos geregelde toerentalverandering van de rijmotor en daarmee voor een gelijkmatig, schokvrij optrekken, krachtig accelereren en elektronisch geregeld afremmen met energieterugwinning. U kunt de mate van energieterugwinning instellen via het chauffeursvenster. F Slipregeling (o): de slipregeling verhindert bij het remmen een blokkeren van het aandrijfwiel. Dit verbetert de bestuurbaarheid van de heftruck tijdens het remmen, en vermindert de slijtage van de banden. Bij het accelereren verhindert deze regeling dat het aandrijfwiel op gladde vloeren ongecontroleerd doordraait. Onder bepaalde omstandigheden kan de remweg langer worden. Direct na vervanging van de wielen kan de remweg korte tijd langer zijn bij gebruik van de omkeerrem, bovendien is het mogelijk dat de maximale snelheid wordt beperkt NL B 3

19 Reminrichting: het elektrische remsysteem bestaat uit drie onafhankelijke remsystemen. Bij bediening van het rempedaal wordt de rijmotor in tegenstroom geremd. Desnoods worden de lastwielremmen van de remregeling van het voertuig bijgeschakeld. De parkeerrem wordt elektrisch bediend en werkt mechanisch (drukveer) op een magneetrem die op de aandrijving is gemonteerd. Deze rem wordt ook gebruikt om te remmen in geval van nood. Een waarschuwingssymbool licht op bij aangetrokken parkeerrem. Storingen in het stuur- en remsysteem (bedienen NOODSTOP) worden weergegeven op het bestuurdersvenster. NOODSTOP-veiligheidsconcept: de rij- of stuurregeling regelt de noodstop. Bij een waargenomen storing wordt het voertuig automatisch tot stilstand afgeremd. Regelindicators op het chauffeurdisplay geven een noodstop aan. Na het inschakelen van de heftruck voert het systeem altijd een zelfdiagnose uit, die de parkeerrem (= noodstop) uitsluitend vrijgeeft, wanneer de controle van de bedrijfsgereedheid positief verliep. Besturing: elektrische 180 stuurinrichting, die via een kegelwieldrijfwerk de aandrijving verdraait. Als stuurhoek-meter dient het verstelbare stuurwiel. Bestuurdersplaats: De ergonomisch ingerichte bestuurdersplaats heeft een grote voetruimte. Voor een lichaamsvriendelijke zithouding kan de bestuurder de stoel, de stuurkop en de Solo- respectievelijk Multipilot (o) instellen. Curve Control: Automatische snelheidsreductie bij rijden door bochten. Curve Control begrenst de rijsnelheid en de acceleratie bij het rijden door bochten. Het gevaar op slingeren of kantelen wordt gereduceerd. Dodemansknop: de voetknop in de voetenruimte links moet ingedrukt zijn, wil de chauffeur met het interne transportmiddel kunnen werken. Als de voet van de voetknop wordt genomen, worden de hef- en rijfuncties geblokkeerd. De stuur- en remfuncties blijven actief. De werking van de dodemansknop kan zo worden ingesteld dat nadat de voetknop is losgelaten de parkeerrem na een bepaalde tijd wordt geactiveerd. (Beveiliging tegen ongewenst wegrollen) 1009.NL B 4

20 NL Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving 1 t Hefmast met vrij zicht 9 t Rempedaal 2 t Chauffeursdak 10 t Rijpedaal 3 t Vrijhef-cilinder (niet bij T-hefmast) 11 t Pedaal batterijwagenvergrendeling 4 t Solo-Pilot 12 t Chauffeursdisplay o Multi-Pilot 13 t Contactslot tweetraps met extra sleutel (servicesleutel) 5 t Lastwielen o CANCODE 6 t Wielarmen o ISM toegangsmodule 7 t Aandrijfwiel 14 t NOODSTOP-schakelaar 8 t Dodemansknop t Standaarduitvoering o Optie B 5

21 Bedien- en indicatie-elementen: Bedieningselementen en indicatie-instrumenten zijn overzichtelijk aangebracht op de chauffeursplaats. De logisch opgebouwde bedienelementen (4) bieden de mogelijkheid tot een eenhandsbediening van de functies rijrichting, heffen / dalen, voor-/achteruit schuiven van de mast, neigen van de mast, zijwaarts naar links / rechts schuiven (extra hydrauliek HF5 (o)) en claxon. Hydraulische installatie: pompaggregaat met draaistroommotor en geluidsarme precisie-hoogdrukpomp. De regeling van de installatie vindt plaats via de Solopilot (4) cq. Multipilot (o). Elektrische installatie: 48 Volt-installatie als tweeleidersysteem. Standaard elektronische aandrijf-, hef- en stuurregeling. De elektronische aandrijfregeling regelt de rijsnelheid traploos en maakt een tegenstroom-remmen mogelijk bij het omschakelen van de rijrichting. Met het bestuurdersvenster (12) kunt u de rij- en hefparameter instellen naargelang behoefte. Het bestuurdersvenster geeft ook waarschuwingen, aanwijzingen bij verkeerde bediening en servicefuncties weer. (Mogelijke batterijtypen, zie hoofdstuk D.) 2.2 Last opnemen Masthouder: de masthouder is op steunrollen gelagerd. De uit- en inschuifbeweging vindt rechtstreeks plaats via een enkelvoudig uitschuivende schuifcilinder. De rails voor de masthouder zijn op de wielarmen (6) geschroefd. Hefmast: de heftrucks zijn uitgerust met een vorkneiger of een uitschuifbaar hefmast die in de masthouder is gelagerd en vrij zicht mogelijk maakt. Instelbare zijrollen en glijstukken vangen bij eenzijdig geplaatste last de zijdruk aan de vorkdrager op. De vorktanden zijn verstelbaar in de vorkdrager aangebracht. Bij de tweehef-triplexmast (D) ontstaat de eerste hef van de lastslede (vrije hefhoogte) zonder verandering van de bouwhoogte door een korte, excentrisch geplaatste vrijhefcilinder (3). Bij de uitschuifbare mast (T) begrenst de constructie de vrije hefhoogte op 80 mm. Aanbouwapparatuur: Optioneel kunt u mechanische en hydraulische aanbouwapparatuur aanbrengen NL B 6

22 3 Technische gegevens van de standaarduitvoering Technische gegevens volgens VDI Technische veranderingen en aanvullingen voorbehouden. 3.1 Prestaties ETV C16/C20 Omschrijving ETV C16 ETV C20 Q Hefcapaciteit (bij C = 600 mm) kg c Lastzwaartepunt-afstand mm Rijsnelheid aandrijf- en vorkrichting 12,2 / 11,8 12,2 / 11,8 km/h Hefsnelheid met / zonder last m/s 0,40 / 0,70 0,32 / 0,60 (±10%) Daalsnelheid met / zonder last m/s 0,50 / 0,50 0,50 / 0,50 (-15%) Schuifsnelheid met / zonder last 0,2 1) 0,15 1) m/s tot 5600 mm tot 5600 mm Hefcapaciteit met / zonder last 9/13 8/12 % Maximale stijgcapaciteit (KB 5 min) met / zonder last 10/15 10/15 % Acceleratietijd met/zonder last 5,2/4,8 5,4/4,6 s Rijmotor, vermogen S2 60min. 6,9 6,9 kw Rijmotor, vermogen bij S3 15% kw 1) Hefhoogte tot 6500 mm: 0,15 cq. 0,10 m/s Hefhoogte boven 6500 mm: 0,10 cq. 0,08 m/s 1009.NL B 7

23 3.2 Afmetingen ETV C16/C20 Omschrijving ETV C16 ETV C20 s Hoogte van de lastvork in gedaalde mm toestand h 6 Hoogte boven dak mm l 1 Totaallengte 2484 a) 2524 a) mm l 4 Uitschuiven b) mm l 7 Lengte boven wielarmen mm b 1 /b 2 Totaalbreedte 1370/ /1270 mm Wa Draaicirkel mm Ast Werkgangbreedte 2819/ /2764 mm bij pallets 800 x 1200 in lengterichting Ast Werkgangbreedte 2773/ /2564 mm bij pallets 1000 x 1200 in dwarsrichting Eigengewicht zie typeplaatje, voertuig a) Vorklengte 1150 mm b) Geldt voor 560 Ah batterij. Andere batterijmaten wijzigen deze waarde NL B 8

24 h 4 h 3 h 1 l 4 l h 6 h 2 c h 7 Q h 8 m 2 l y l 7 l 1 x s e b 2 b 5 b 3 b 4 b 11 b 1 a 2 W a A st a NL B 9

25 3.3 Standaard hefmastuitvoeringen ETV C16 ETV C20 Omschrijving Uitschuifbare mast (T) Tweeheftriplexmast (D) h 1 Bouwhoogte mm h 2 Vrije hef mm h 3 Hef mm h 4 Maximale hoogte mm Omschrijving Tweeheftriplexmast (D) h 1 Bouwhoogte mm h 2 Vrije hef mm h 3 Hef mm h 4 Maximale hoogte mm 3.4 Gewichten (alle gegevens in kg) Aanduiding ETV C16 ETV C20 Eigen gewicht incl. batterij Aslast zonder last vooraan / achteraan 2230/ /1600 Aslast vork vooruit met last vooraan / achteraan 670/ /5500 Aslast vork achteruit met last vooraan / achteraan 1965/ /3864 Geldt voor 560 Ah batterij. Andere batterijmaten wijzigen deze waarde. 3.5 Banden/wielen Aanduiding ETV C16 ETV C20 Bandenmaat, aandrijving 180 / / Bandenmaat, lastwielen 180 / / Wielen, aantal vooraan/achteraan 1x/2 1x/2 (x=aangedreven) Banden Superelastik Superelastik 1009.NL B 10

26 3.6 Batterij ie batterijtypen in hoofdstuk D. 3.7 Hydraulische installatie Aanduiding ETV C16 ETV C20 Werkdruk voor aanbouwapparatuur 150 bar 150 bar Oliestroom voor aanbouwapparatuur 20 l/min 20 l/min 1009.NL B 11

27 3.8 Gewicht hefmasten Het gewicht van de hefmast kan met de hieronder aangegeven rekenformules worden berekend. De daarvoor benodigde gegevens als voertuignaam, constructie en lengte van de uitgeschoven heftmast (hefhoogte) staan vermeld op het typeplaatje. Het gewicht van de heftruck en de batterij staan vermeld op het typeplaatje Voorbeeld berekening van het gewicht van de hefmast ETV C16 GNE D 3750 kg 1306/1371 kg 38 Voertuignaam (31): ETV C16 Hefmast (42): achtertrek; GNE Gewicht hefmast = 0,63 x hefhoogte (42) kg Gewicht hefmast = 0,63 x kg = 791 kg Overzicht van de toe te passen formules Voertuigserie Constructie Berekening ETV C16 T Gewicht = 0,65 x hefhoogte kg D warmgewalst Gewicht = 0,63 x hefhoogte kg ETV C20 Standaard Gewicht = 0,93 x hefhoogte kg 1009.NL B 12

28 3.9 EN-normen Gemiddeld geluidsdrukniveau: 64 db(a) volgens EN in overeenstemming met ISO Het gemiddelde geluidsdrukniveau wordt bepaald conform de normgegevens, en omvat het geluidsdrukniveau bij het rijden, heffen en het stationair draaien. Het geluidsdrukniveau wordt gemeten bij het oor van de bestuurder. Trilling: 0,58 m/s 2 volgens EN De interne nauwkeurigheid van de meetketting ligt bij 21 C bij ± 0,02 m/s². Verdere afwijkingen zijn vooral mogelijk door de positionering van de sensor en verschillen in gewicht van de bestuurder. De slingeracceleratie die op het lichaam in zijn bedienpositie werkt, is volgens de normgegevens de lineair geïntegreerde, gewogen acceleratie in het verticale vlak. Deze wordt bepaald bij het met constante snelheid passeren van drempels. Deze meetgegevens worden één keer voor het voertuig bepaald en mogen niet worden verwisseld met de lichaamstrillingen van de exploitantenrichtlijn "2002/44/EG/ Trillingen". Voor de meting van deze lichaamstrillingen biedt de producent een bijzondere service, zie "Lichaamstrillingen" in hoofdstuk F. Elektromagnetische verdraaglijkheid (EMV) De producent bevestigt de naleving van grenswaarden voor uitgezonden elektromagnetische stoorsignalen en stoorvastheid, maar ook de controle van ontlading van statische elektriciteit volgens EN en de daar genoemde normatieve verwijzingen. U mag elektrische of elektronische onderdelen uitsluitend veranderen of verplaatsen met schriftelijke toestemming van de producent. Storing van medische apparaten door niet-ioniserende stralen Elektrische uitrustingen van het interne transportmiddel die niet-ioniserende stralingen uitstralen (bijv. draadloze gegevensoverdracht), kunnen de werking van medische apparaten (pacemakers, gehoorapparatuur e.d.) van de bediener storen en een verkeerde werking veroorzaken. Met een arts of de producent van het medische apparaat moet worden vastgesteld, of een dergelijk apparaat in de omgeving van het interne transportmiddel gebruikt kan worden NL B 13

29 3.10 Gebruiksvoorwaarden Omgevingstemperatuur - in bedrijf -20 C tot +40 C Bij continu gebruik onder 0 C of bij extreme verandering van temperatuur of luchtvochtigheid is voor interne transportmiddelen een speciale uitrusting en vergunning vereist Elektrische eisen De producent bevestigt de naleving van de eisen voor het ontwerp en de vervaardiging van de elektrische uitrusting bij gebruik van het interne transportmiddel volgens de bestemming op grond van EN 1175 "Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen - Elektrische eisen" NL B 14

30 4 Kentekenplaatsen en typeplaatjes 24 20, 21, mv 1,5 V NL Pos. Omschrijving 16 Waarschuwingsplaatje Voorzichtig: elektronica met lage spanning 17 Typeplaatje, voertuig 18 Beproevingsmerk (o) 19 Rijrichting bij stuurwiel-uitslag 20 Hefcapaciteit-plaatje, hefcapaciteit / sideshift 21 Hefcapaciteit-plaatje, hefcapaciteit / lastzwaartepunt / vorktanden 22 Hefcapaciteit-plaatje, hefcapaciteit / lastzwaartepunt / hefhoogte 23 Verbodsplaatje Verboden onder last te verblijven 24 Plaatje Eindcontrole uitgevoerd 25 Bevestigingspunten voor heffen met een kraan 26 Verbodsplaatje Reik niet door de hefmast heen 27 Serienummer (ingeslagen in het heftruckframe) 28 Aanslagpunten voor dommekracht 29 Plaatje Vulopening hydraulische olie 30 Let op: leef de handleiding na! 31 Beschrijving van het voertuig B 15

31 4.1 Typeplaatje, voertuig Pos. Omschrijving Pos. Omschrijving 31 Type 37 Producent 32 Serienummer 38 Batterijgewicht min/max in kg 33 Nominale hefcapaciteit in kg 39 Aandrijfvermogen 34 Batterijspanning Volt 40 Lastzwaartepunt-afstand in mm 35 Leeg gewicht zonder batterij in kg 41 Bouwjaar 36 Logo van de producent 42 Optie Vermeld bij vragen over het voertuig of bij het bestellen van onderdelen het serienummer (32). Het serienummer is in het frame van het voertuig geslagen. voorbereiden voor het aflezen van het serienummer mast uitschuiven haal de batterij eruit vanaf de vorken in de batterijruimte kijken Het serienummer bevindt zich: aan de dwarswand onder links (positie 27) 1009.NL B 16

32 4.2 Lastdiagram intern transportmiddel (hefcapaciteit) F Gevaar op ongevallen door verminderde stabiliteit De stabiliteit volgens het lastdiagram is enkel met de componenten (batterij, hefmast) volgens typeplaatje gegarandeerd. Er mogen enkel door de producent toegelaten batterijen worden gebruikt. Een vooruitgeschoven of niet vergrendelde batterij leidt tot een verslechtering van de stabiliteit. Het hefcapaciteit-plaatje (22) geeft de hefcapaciteit Q kg van het voertuig bij verticaal staande hefmast aan. Een tabel geeft aan hoe groot de maximale hefcapaciteit is bij een genormeerde lastzwaartepunt-afstand* C (in mm) en de gewenste hefhoogte H (in mm). De pijlvormige markeringen (43 en 44) aan de binnenste en buitenste mast vertellen de bestuurder, wanneer hij de hefhoogtegrenzen volgens het lastdiagram heeft bereikt. *) De genormeerde lastzwaartepunt-afstand houdt naast de hoogte ook rekening met de breedte van de last X.XXXX.XX.XX Voorbeeld voor het bepalen van de maximale hefcapaciteit: Bij een lastzwaartepunt-afstand C van 600 mm en een maximale hefhoogte H van mm bedraagt de maximale hefcapaciteit Q 1105 kg. 4.3 Lastdiagram aanbouwapparaat Het lastdiagram aanbouwapparatuur geeft de hefcapaciteit Q van het voertuig in combinatie met het betreffende aanbouwapparaat in kg aan. Het serienummer dat in het lastdiagram voor het aanbouwapparaat is aangegeven, moet overeenkomen met het typeplaatje van het aanbouwapparaat, omdat de hefcapaciteit meestal speciaal wordt aangegeven door de producent. Deze wordt op dezelfde manier aangegeven als de hefcapaciteit van het voertuig en moet op dezelfde wijze worden berekend NL B 17

33 4.4 Stabiliteit De stabiliteit van het interne transportmiddel is op basis van de actuele stand van de techniek gecontroleerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de dynamische en statische kiepkrachten, die bij gebruik voor de bestemming kunnen ontstaan. De stabiliteit van het interne transportmiddel wordt onder andere beïnvloed door de volgende factoren: batterijmaat en -gewicht, banden, hefmast, aanbouwapparaat, getransporteerde last (grootte, gewicht en zwaartepunt), bodemvrijheid, bijv. aanpassing van de steunschotels, positie van de masthouderbevestigingen. Een wijziging van de vermelde componenten leidt tot een wijziging van de stabiliteit Windlasten Bij het heffen, neerlaten en transporteren van grote lasten beïnvloeden windkrachten de stabiliteit van het interne transportmiddel. Wanneer lichte ladingen blootstaan aan windkrachten, moeten deze ladingen bijzonder goed worden geborgd. Daardoor wordt voorkomen dat de lading kan verschuiven of vallen. In beide gevallen moet het gebruik worden gestaakt NL B 18

34 C Transport en eerste inbedrijfstelling 1 Transport Afhankelijk van de bouwhoogte van de hefmast en de plaatselijke omstandigheden kunt u het transport op drie verschillende wijzen uitvoeren: Staand, met gemonteerde hefmast (bij lage bouwhoogten) Staand, met gedeeltelijk gemonteerde en naar het dak geneigde hefmast (bij middelmatige bouwhoogten), hydraulische leiding voor de heffunctie is losgehaald Staand, met gedemonteerde hefmast (bij grote heftruckhoogten), alle hydraulische leidingen tussen basistoestel en hefmast zijn losgehaald. F Veiligheidsaanwijzingen voor de samenstelling en inbedrijfstelling Uitsluitend personeel dat is geschoold en bevoegd door de producent mag het voertuig op de plaats van toepassing samenbouwen en in bedrijf stellen, en de bestuurder inwerken. Pas nadat het hefmast op de juiste wijze is gemonteerd, mag u de hydraulische leidingen aansluiten op de aansluiting basistoestel / hefmast, en mag u de heftruck in bedrijf nemen. Wanneer meer interne transportmiddelen zijn geleverd, moet u erop letten, dat uitsluitend lastopnamemiddelen, hefmasten en basisvoertuig met steeds hetzelfde serienummer worden samengebouwd NL C 1

35 2 Laden met een kraan M F Het laden met kraan is enkel bedoeld voor het transport voorafgaande aan de inbedrijfstelling. Gevaar voor ongevallen door onvakkundig laden met kraan. Door gebruik van ongeschikte hijsmiddelen en een onjuiste toepassing ervan kan het interne transportmiddel tijdens het laden met een kraan naar beneden vallen. Niet tegen het interne transportmiddel en de hefmast stoten en ervoor zorgen dat er geen ongecontroleerde bewegingen ontstaan tijdens het opheffen. Indien nodig, intern transportmiddel en hefmast met behulp van geleidingstouwen vasthouden. Alleen personen die getraind zijn in het werken met bevestigingsmiddelen en hefwerktuigen mogen het interne transportmiddel en de hefmast verladen. Bij het verladen met de kraan veiligheidsschoenen dragen. Niet onder zwevende lasten gaan staan. Niet in de gevarenzone komen en niet in de gevarenzone blijven staan. Uitsluitend hijswerktuigen met voldoende hefcapaciteit gebruiken (zie typeplaatje voor gewicht van het interne transportmiddel) De hijsmiddelen aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten bevestigen en tegen verschuiven borgen. Bevestigingsmiddelen uitsluitend in de voorgeschreven belastingrichting gebruiken. Bevestigingsmiddelen van de hijsmiddelen zodanig aanbrengen, dat ze bij het hijsen niet in contact komen met aanbouwdelen NL C 2

36 2.1 Basisheftruck laden met kraan M Gebruik uitsluitend een hefwerktuig met voldoende hefcapaciteit. (Laadgewicht = eigengewicht + batterijgewicht; zie typeplaatje op heftruck). M Leg voor het laden van het voertuig met behulp van kraan-hulpmiddelen hijsstroppen rond de steunbalk (1) van het dak. Aan de wielarmen zijn twee aanslagpunten (2) voorzien. Het voertuig veilig plaatsen (zie hoofdstuk E). Beveilig het voertuig met behulp van wiggen tegen abusievelijk wegrollen! Bevestig de kraan-hulpmiddelen zodanig aan de bevestigingspunten, dat ze in geen geval kunnen wegglijden! Breng de bevestigingsmiddelen zodanig aan, dat ze bij het heffen niet in contact komen met aangebouwde delen NL C 3

37 2.2 Basisheftruck met cabine laden met kraan M Werkzaamheden met de kraan bij beschuttingscabine (o) is slechts beperkt mogelijk. Hijsmaterieel en lussen mogen niet over de voordeur lopen vanwege breekgevaar van de ruit. Gebruik voor het heffen van een heftruck met beschuttingscabine uitsluitend hijsmaterialen met voldoende brede dwarsbalken en bevestigingsmateriaal met haken NL C 4

38 3 De hefwagen vastzetten wanneer hij zelf wordt vervoerd F Bij transport op een vrachtwagen of aanhanger moet u het voertuig vakkundig vastsjorren. De vrachtwagen of aanhanger moet vastsjor-ringen hebben. M Trek voor het vastsjorren van de heftruck de spangordel (3) door de opening aan de steunbalk (1) van het dak en bevestig hem aan de vastsjor-ring. Trek de spangordel vast met behulp van de spaninrichting (4). Vakpersoneel dat speciaal daarvoor is opgeleid, moet het voertuig laden volgens de aanbevelingen van richtlijn VDI Leg de juiste dimensionering en realisering van veiligheidsmaatregelen voor het laden gedetailleerd vast NL C 5

39 4 Eerste inbedrijfstelling F M org er vóór de inbedrijfstelling van het voertuig voor dat de hefmast op de juiste wijze is gemonteerd en de hydraulische leidingen aan de aansluiting basistoestel / hefmast zijn aangesloten. Rijd het voertuig uitsluitend met batterijstroom! Gelijkgerichte wisselstroom beschadigt de elektronische onderdelen. Kabelverbindingen naar de batterij (losse aansluitkabels) moeten korter zijn dan 6 meter. Voer de volgende werkzaamheden uit om het voertuig na de aflevering of na een transport bedrijfsgereedheid te maken: Plaats eventueel de batterij; beschadig de batterijkabel niet. Laad de batterij (zie hoofdstuk D). Verwijder eventueel de transportbeveiliging van de parkeerrem. Intern transportmiddel visueel controleren, zie "Controle voorafgaande aan de dagelijkse inbedrijfstelling" in hoofdstuk E. Neem het voertuig in gebruik volgens de voorschriften (zie hoofdstuk E). Controleren of het interne transportmiddel goed werkt, zie "Controle na de dagelijkse inbedrijfstelling" in hoofdstuk E. Bij levering zonder batterij kunt u de heftruck uitsluitend sturen met behulp van de stuurslinger (zie hoofdstuk E, paragraaf Heftruckberging ). Na de eerste inbedrijfstelling kunnen lichte schuurgeluiden aan de rem optreden NL C 6

40 D Batterij - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsvoorschriften in de omgang met zuurbatterijen Plaats, voorafgaand aan alle werkzaamheden aan de batterij, het voertuig veilig (zie hoofdstuk E). Onderhoudspersoneel: uitsluitend hiervoor opgeleid personeel mag de batterijen laden, onderhouden en vervangen. Leef bij het uitvoeren van de werkzaamheden deze handleiding en de voorschriften van de producent van de batterij en het batterijlaadstation na. Brandpreventiemaatregelen: rook niet wanneer u met de batterijen omgaat, en gebruik geen open vuur. Binnen een afstand van 2 meter vanaf het voertuig dat moet worden opgeladen, mogen zich geen brandbare stoffen of vonkvormende bedrijfsmiddelen bevinden. De ruimte moet zijn geventileerd. et brandblusmiddelen gereed. M F M F Onderhoud van de batterij: houd de cellendeksels van de batterij droog en schoon. Klemmen en kabelschoenen moeten schoon, licht ingesmeerd met batterijpoolvet, en stevig vastgeschroefd zijn. Dek batterijen met niet-geïsoleerde polen af met een slipvaste isoleermat. org er vóór het sluiten van de batterijkap voor dat de batterijkabel niet kan worden beschadigd. De batterij afvoeren: het afvoeren van batterijen is uitsluitend toegestaan onder naleving van de nationale milieuvoorschriften of wetten voor het afvoeren van afval. Leef beslist de gegevens na die de producent verstrekt over het afvoeren. De batterijen bevatten opgelost zuur dat giftig en bijtend is. Draag daarom bij alle werkzaamheden aan de batterijen beschermende kleding en oogbescherming. Vermijd beslist contact met batterijzuur. Wanneer kleding, huid of ogen toch in contact komen met batterijzuur, moet u de betreffende partijen onmiddellijk afspoelen met ruim voldoende, schoon water. Raadpleeg bij huid- en oogcontact bovendien een arts. Neutraliseer gemorst batterijzuur onmiddellijk. Gebruik uitsluitend batterijen met gesloten batterijtrog. Gewicht en afmetingen van de batterijen hebben een aanzienlijke invloed op de bedrijfsveiligheid van het voertuig. U mag het batterijmaterieel uitsluitend vervangen met toestemming van de fabrikant NL D 1

41 F WAARSCHUWING! Gevaar door gebruik van ongeschikte, voor het interne transportmiddel door Jungheinrich niet vrijgegeven batterijen. Constructie, gewicht en afmetingen van de batterij hebben een aanmerkelijke invloed op de bedrijfsveiligheid van het interne transportmiddel, in het bijzonder ook op de stabiliteit en het draagvermogen. Het gebruik van ongeschikte, door Jungheinrich niet voor het interne transportmiddel vrijgegeven batterijen kan bij de energieterugwinning tot een verslechtering van de remeigenschappen van het interne transportmiddel leiden en bovendien aanmerkelijke schade aan de elektrische besturing veroorzaken. Het gebruik van door Jungheinrich voor dit interne transportmiddel niet toegelaten batterijen kan daarom leiden tot aanmerkelijke gevaren voor de veiligheid en gezondheid van personen! F Er mogen enkel door de producent voor het interne transportmiddel vrijgegeven batterijen worden gebruikt. Het vervangen van de batterijuitrusting is alleen toegestaan met toestemming van de producent. Bij het vervangen / monteren van de batterij erop letten dat deze goed vastzit in het batterijvak van het interne transportmiddel. Het gebruik van door de producent niet vrijgegeven batterijen is niet toegestaan. 2 Batterijtypen Afhankelijk van de toepassing wordt het voertuig uitgerust met een bepaald batterijtype. De onderstaande tabel toont onder vermelding van de capaciteit, welke combinaties als standaard zijn voorzien: Capaciteit Standaard (L) Hoog vermogen (HX) 48 V - 4PzS - batterij 560 Ah 560L 600H 48 V - 5PzS - batterij 700 Ah 700L 750H F U leest het batterijgewicht op het typeplaatje van de batterij. Let er bij het vervangen / inbouwen van de batterij op dat deze stevig in de batterijruimte is geplaatst NL D 2

42 3 Batterij vrijmaken F Gevaar op ongevallen Bij het vrijleggen van de batterij bestaat er beknellingsgevaar. Personen uit de gevarenzone sturen. Bij het schuiven van de masthouder mag er zich niets tussen de batterij en de masthouder bevinden. Werkwijze Maak de batterij weer bedrijfsgereed (zie hoofdstuk E). 3.1 Solopilot: 3 1 T U 2 bedien de Solopilot (1) in de pijlrichting (U) (tweede hendel), verplaats de masthouder tot aan de aanslag in de richting van de batterij en laat de Solopilot los (mast bevindt zich in de eindstand). Bedien de Solopilot (1) opnieuw in de pijlrichting (U) (tweede hendel), en verplaats de masthouder verder tot aan de aanslag in de richting van de batterij (voorbereiding voor ontgrendeling van de batterij). Houd de Solopilot (1) in pijlrichting (U) (tweede hendel), en houd met de rechter voet het pedaal voor de batterijontgrendeling (2) ingedrukt NL D 3

43 Het lampje "batterij ontgrendeld" (rood symbool, 3) brandt op het bestuurdersvenster. Bedien de Solopilot (1) in de pijlrichting (T) (tweede hendel), en schuif de masthouder met gekoppelde batterijwagen zo ver uit dat de batterij vrij ligt voor onderhoud. Laat het pedaal batterijontgrendeling (2) los. Schakel de NOODSTOPschakelaar en het contactslot uit. De veiligheidsschakelaar van de batterij-ontgrendeling laat uitsluitend rijden in kruipgang toe zolang de batterijwagen is ontgrendeld en het controlelampje (3) niet is gedoofd. Schuif vóór de inbedrijfstelling van de heftruck de batterijwagen in zijn uitgangspositie, teneinde batterijwagen en masthouder te ontkoppelen. Het controlelampje (3) moet zijn gedoofd NL D 4

44 3.2 Multipilot: 3 T 4 U Kantel de Multipilot (4) in de pijlrichting (U), verplaats de masthouder tot aan de aanslag in de richting van de batterij en laat de Multipilot los (mast bevindt zich in de eindstand). Kantel de Multipilot (4) opnieuw in de pijlrichting (U), en verplaats de masthouder verder tot aan de aanslag in de richting van de batterij (voorbereiding voor ontgrendeling van de batterij). Houd de Multipilot (4) in pijlrichting (U), en houd met de rechter voet het pedaal voor de batterijontgrendeling (2) ingedrukt NL D 5

45 Het lampje "batterij ontgrendeld" (rood symbool, 3) brandt op het bestuurdersvenster. Kantel de Multipilot (1) in de pijlrichting (T), en schuif de masthouder met gekoppelde batterijwagen zo ver uit dat de batterij vrij ligt voor onderhoud. Laat het pedaal batterijontgrendeling (2) los. Schakel de NOODSTOPschakelaar en het contactslot uit. De veiligheidsschakelaar van de batterij-ontgrendeling laat uitsluitend rijden in kruipgang toe zolang de batterijwagen is ontgrendeld en het controlelampje (3) niet is gedoofd. Schuif vóór de inbedrijfstelling van de heftruck de batterijwagen in zijn uitgangspositie, teneinde batterijwagen en masthouder te ontkoppelen. Het controlelampje (3) moet zijn gedoofd NL D 6

46 4 De batterij laden M Explosiegevaar door gassen die ontstaan tijdens het laden De batterij geeft bij het opladen een mengsel van zuurstof en waterstof (knalgas) af. De gasvorming is een chemisch proces. Dit gasmengsel is zeer explosief en mag niet worden ontstoken. Het aansluiten en loskoppelen van laadkabels van het batterijlaadstation met de batterijstekker mag alleen plaatsvinden als het laadstation en interne transportmiddel is uitgeschakeld. De lader moet zijn afgestemd op de spanning en het laadvermogen van de batterij. Voor het laden eerst alle kabel- en stekkerverbindingen controleren op zichtbare beschadigingen. Voor voldoende ventilatie zorgen van de ruimte waarin het interne transportmiddel wordt opgeladen. De batterijkap moet geopend zijn en de oppervlakken van de batterijcellen moeten tijdens het laden vrijliggen, om voldoende ventilatie te garanderen. Als er met batterijen wordt gewerkt, mag er niet worden gerookt en mag er geen open vuur worden gebruikt. In de buurt van het voor het opladen geparkeerde interne transportmiddel mogen zich op een afstand van minimaal 2 m geen ontvlambare stoffen of vonkvormende bedrijfsmiddelen bevinden. Brandblussers klaarzetten. Geen metalen voorwerpen op de batterij plaatsen. De veiligheidsvoorschriften van de producent van batterij en laadstation moeten beslist worden nageleefd. Batterij vrijleggen (zie paragraaf 3). Werkwijze F F Maak de batterij vrij (zie paragraaf 3). Bij het laden van de batterij moeten de oppervlakken van de batterijcellen vrij liggen, om voldoende ventilatie te garanderen. Leg geen metalen voorwerpen op de batterij. Controleer vóór het laden alle kabel- en stekkerverbindingen op zichtbare schade. Neem eventuele isoleermatten van de batterij. Verbind de laadkabel van het batterijlaadstation met de batterijstekker (2). Laad de batterij volgens de voorschriften van de producenten van de batterij en het laadstation. Leef beslist de veiligheidsvoorschriften van de producenten van batterij en laadstation na NL D 7

47 5 De batterij uit- en inbouwen F Batterij enkel met kabelgeleiding monteren 3 Bij het monteren van een batterij moet altijd een kabelgeleiding (3) met de passende batterijkabel worden gemonteerd. De lengte van de batterijkabel is afhankelijk van het batterijtype. M Bij vervanging van de in de fabriek gemonteerde batterij, neemt u contact op met de klantenservice van de producent. Gevaar op ongevallen bij het uit- en inbouwen van de batterij Door het gewicht en de batterijzuren, kan er bij het uit- en inbouwen van de batterij letsel ontstaan. De paragraaf Veiligheidsvoorschriften bij de omgang met zuurbatterijen in dit hoofdstuk in acht nemen. Bij het uit- en inbouwen van de batterij veiligheidsschoenen dragen. Niet tussen batterij en interne transportmiddel grijpen. Uitsluitend batterijen gebruiken met geïsoleerde cellen en geïsoleerde poolconnectoren. Batterijen met open polen of verbindingselementen met een rubberen mat afdekken. Intern transportmiddel horizontaal zetten, om te voorkomen dat de batterij eruit glijdt. Batterij enkel vervangen met hijsmiddelen met voldoende hefcapaciteit. Hijsmiddelen moeten verticaal trekken, zodat de batterijtrog niet wordt samengedrukt. Haken zodanig aanbrengen, dat ze bij ontspannen hijsmiddelen niet op de batterijcellen kunnen vallen. Enkel toegelaten batterijwisselinrichtingen (batterijwisselwagen, batterijwisselstation etc.) gebruiken Erop letten, dat de batterij stevig in de batterijruimte van het interne transportmiddel is geplaatst NL D 8

48 Werkwijze F Maak de batterij vrij (zie paragraaf 3). Dek batterijen met open polen of connectoren af met een rubber mat, teneinde kortsluitingen te vermijden. Wanneer u de batterij vervangt met kraanhulpmiddelen, moet u letten op de maximale hefcapaciteit (zie batterijgewicht op het batterijtypeplaatje aan de batterijtrog). De kraanhulpmiddelen moeten verticaal heffen, opdat de batterijtrog niet wordt samengedrukt. Breng de haken zodanig aan, dat ze bij ontspannen kraanhulpmiddelen niet op de batterijcellen kunnen vallen. Uit- en inbouw met kraan-hulpmiddelen F F Draai de borgbout (6) aan de batterijvergrendeling (5) los en neem hem er af. Trek de batterijvergrendeling (5) eruit. Bevestig de kraan-hulpmiddelen aan de batterijtrog (4). Hef de batterij vrij met de kraan-hulpmiddelen en schuif hem er zijwaarts uit. Uit- en inbouw met batterijwagen (o) De heftruck moet horizontaal staan, opdat bij het weghalen van de batterijvergrendeling de batterij niet uit eigen beweging wegrolt. Draai de borgbout (6) aan de batterijvergrendeling (5) los en neem hem er af. Trek de batterijvergrendeling (5) eruit. Verwijder eventueel de afdekplaat van de batterij. Trek de batterij zijwaarts op de gereed staande batterijtransportwagen. Het inbouwen vindt in omgekeerde volgorde plaats. Vervang de batterij uitsluitend door een identiek exemplaar. Controleer na het inbouwen alle kabel- en stekkerverbindingen op zichtbare schade. Afdekkingen moeten goed zijn afgesloten NL D 9

49 D NL

50 E Bediening 1 Veiligheidsvoorschriften voor gebruik van het interne transportmiddel Rijbewijs: uitsluitend daartoe geschikte personen mogen het interne transportmiddel gebruiken. Deze personen moeten zijn opgeleid in de bediening van het interne transportmiddel, moeten hun vaardigheden in het rijden en handhaven van lasten hebben gedemonstreerd aan de exploitant of diens gemachtigde, en moeten van deze persoon nadrukkelijk opdracht hebben gekregen tot het bedienen van het interne transportmiddel. Rechten, plichten en gedragregels voor de bestuurder: de chauffeur moet onderricht hebben ontvangen in zijn rechten en plichten en in de bediening van het interne transportmiddel, en moet vertrouwd zijn met de inhoud van deze handleiding. De vereiste rechten moeten hem worden verleend. Bij interne transportmiddelen die u in de meeloopmodus bedient, moet u veiligheidsschoenen dragen. Het is verboden buiten het bedienbereik te leunen of te grijpen. De bestuurder moet zich tijdens het gebruik binnen de contouren van het beschermdak bevinden. Verbod op gebruik door onbevoegden: de chauffeur is tijdens de gebruikstijd verantwoordelijk voor het interne transportmiddel. U moet onbevoegden verbieden met het interne transportmiddel te rijden of het te bedienen. U mag geen personen meenemen of optillen. Beschadigingen en gebreken: beschadigingen en overige gebreken aan het interne transportmiddel of aanbouwapparaat moet u onmiddellijk melden aan de toezichthouder. U mag bedrijfsonveilige interne transportmiddelen (bijvoorbeeld met versleten wielen of defecte remmen) niet gebruiken voordat ze zijn gerepareerd volgens de voorschriften. Reparaties: de bestuurder mag zonder speciale opleiding en toestemming geen reparaties of veranderingen aan het interne transportmiddel doorvoeren. U mag het functioneren van de veiligheidsvoorzieningen of schakelaars in geen geval veranderen of blokkeren. F Gevarenbereik: het bereik waarbinnen rij- en hefbewegingen van het interne transportmiddel, diens lastopnamemiddelen (bijvoorbeeld vorktanden of aanbouwapparaten) of de last een gevaar betekenen voor personen. Hiertoe behoort ook het bereik waar vallende last of een dalende / vallende werkinrichting kan terechtkomen. U moet onbevoegden uit het gevarenbereik sturen. Bij gevaar voor personen moet u tijdig een waarschuwing geven. Wanneer onbevoegden ondanks opdracht daartoe het gevarenbereik niet verlaten, moet u het interne transportmiddel onmiddellijk tot stilstand brengen NL F Veiligheidsvoorzieningen en waarschuwingsplaten: leef de hier beschreven veiligheidsvoorzieningen, waarschuwingsplaten en -aanwijzingen beslist na. Rijd transportritten met of zonder last uitsluitend met ingetrokken masthouder, achterover gekantelde hefmast en gedaalde last. E 1

ETV 110-116. Handleiding 12.05 - 50468485 07.12 ETV 110 ETV 112 ETV 114 ETV 116

ETV 110-116. Handleiding 12.05 - 50468485 07.12 ETV 110 ETV 112 ETV 114 ETV 116 ETV 110-116 12.05 - Handleiding 50468485 07.12 H ETV 110 ETV 112 ETV 114 ETV 116 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

ETV Q20/Q25. Gebruiksaanwijzing 04.13 - 06.15

ETV Q20/Q25. Gebruiksaanwijzing 04.13 - 06.15 ETV Q20/Q25 04.13 - Gebruiksaanwijzing H 51171583 06.15 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type

Nadere informatie

EFG 425-430. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 11.11. EFG 425k EFG 425 EFG 425ks EFG 425s EFG 430

EFG 425-430. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 11.11. EFG 425k EFG 425 EFG 425ks EFG 425s EFG 430 EFG 425-430 10.09 - Gebruiksaanwijzing 51151507 11.11 H EFG 425k EFG 425 EFG 425ks EFG 425s EFG 430 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap

Nadere informatie

ETM/V 214-325. Gebruiksaanwijzing 09.11 - 08.15

ETM/V 214-325. Gebruiksaanwijzing 09.11 - 08.15 ETM/V 214-325 09.11 - Gebruiksaanwijzing H 51198770 08.15 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type

Nadere informatie

EFG 535-550. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 04.13 EFG 535 EFG 540 EFG 545 EFG 550

EFG 535-550. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 04.13 EFG 535 EFG 540 EFG 545 EFG 550 EFG 535-550 10.09 - Gebruiksaanwijzing 51151563 04.13 EFG 535 EFG 540 EFG 545 EFG 550 H Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde

Nadere informatie

EKS 110. Gebruiksaanwijzing 11.09 - 11.14

EKS 110. Gebruiksaanwijzing 11.09 - 11.14 EKS 110 11.09 - Gebruiksaanwijzing H 51171371 11.14 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde Type Optie Serienr.

Nadere informatie

EKS 110. Gebruiksaanwijzing 03.09 - 03.09

EKS 110. Gebruiksaanwijzing 03.09 - 03.09 EKS 110 03.09 - Gebruiksaanwijzing H 51141995 03.09 Voorwoord Aanwijzingen voor de handleiding Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING

Nadere informatie

EFG 213-320. Gebruikershandleiding 06.08- 51100006 07.11

EFG 213-320. Gebruikershandleiding 06.08- 51100006 07.11 EFG 213-320 06.08- Gebruikershandleiding H 51100006 07.11 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie

Nadere informatie

ERE 225. Gebruiksaanwijzing 10.07 - 11.14

ERE 225. Gebruiksaanwijzing 10.07 - 11.14 ERE 225 10.07 - Gebruiksaanwijzing H 51054865 11.14 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie

Nadere informatie

ERE 120. Gebruiksaanwijzing 05.08 - 02.11

ERE 120. Gebruiksaanwijzing 05.08 - 02.11 ERE 120 05.08 - Gebruiksaanwijzing H 51093147 02.11 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie

Nadere informatie

EKS 513 / 515k / 515 EKX 513 / 515k / 515

EKS 513 / 515k / 515 EKX 513 / 515k / 515 EKS 513 / 515k / 515 EKX 513 / 515k / 515 05.07 - Handleiding H 51058522 10.10 EKS 513 EKS 515k EKS 515 EKX 513 EKX 515k EKX 515 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg

Nadere informatie

EJC 110 / 112. Gebruiksaanwijzing 09.07 - EJC 110 EJC 112 02.11

EJC 110 / 112. Gebruiksaanwijzing 09.07 - EJC 110 EJC 112 02.11 EJC 110 / 112 09.07 - Gebruiksaanwijzing 51080474 02.11 EJC 110 EJC 112 H Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

EFX 410 / 413. Gebruiksaanwijzing 03.13 - 11.14 EFX 410 EFX 413

EFX 410 / 413. Gebruiksaanwijzing 03.13 - 11.14 EFX 410 EFX 413 EFX 410 / 413 03.13 - Gebruiksaanwijzing 51296695 11.14 EFX 410 EFX 413 H Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

EKS 208-312. Gebruiksaanwijzing 03.09 - 01.11 EKS 208 EKS 210 EKS 308 EKS 312

EKS 208-312. Gebruiksaanwijzing 03.09 - 01.11 EKS 208 EKS 210 EKS 308 EKS 312 EKS 208-312 03.09 - Gebruiksaanwijzing 51121640 01.11 EKS 208 EKS 210 EKS 308 EKS 312 H Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde

Nadere informatie

EMC 110 / EMC B10. Gebruiksaanwijzing 04.09 - 02.11 EMC 110 EMC B10

EMC 110 / EMC B10. Gebruiksaanwijzing 04.09 - 02.11 EMC 110 EMC B10 EMC 110 / EMC B10 04.09 - Gebruiksaanwijzing 51040497 02.11 H EMC 110 EMC B10 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

EJD K18. Gebruiksaanwijzing 06.08 - 11.14 EJD K18

EJD K18. Gebruiksaanwijzing 06.08 - 11.14 EJD K18 EJD K18 06.08 - Gebruiksaanwijzing 51106809 11.14 EJD K18 H Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

EZS 130. Gebruiksaanwijzing 08.09 - 10.15 EZS 130

EZS 130. Gebruiksaanwijzing 08.09 - 10.15 EZS 130 EZS 130 08.09 - Gebruiksaanwijzing 51132944 10.15 EZS 130 H H 4 Voorwoord Aanwijzingen voor de handleiding Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

Roetdeeltjesfilter. Handleiding 12.07 - 08.10 DFG 316-320. DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s

Roetdeeltjesfilter. Handleiding 12.07 - 08.10 DFG 316-320. DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s Roetdeeltjesfilter 12.07 - Handleiding H 51098687 DFG 316-320 08.10 DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze

Nadere informatie

ETX 513/515 inclusief KH

ETX 513/515 inclusief KH ETX 513/515 inclusief KH 10.04 - Gebruiksaanwijzing H 52029831 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen.

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Theorie. Taxono mie Code

Theorie. Taxono mie Code Toetstermen: Werken met een vorkheftruck in de (petro)chemie Code Toetstermen Na afloop van de training kan de cursist ALGEMEEN Taxono mie Code Theorie Relevante aandachtspunten voor toetsing en examinering

Nadere informatie

EJC 112 RK. Gebruiksaanwijzing 07.12 - 11.14 EJC 112 RK

EJC 112 RK. Gebruiksaanwijzing 07.12 - 11.14 EJC 112 RK EJC 112 RK 07.12 - Gebruiksaanwijzing 51275867 11.14 H EJC 112 RK H 4 Voorwoord Aanwijzingen voor de handleiding Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE

Nadere informatie

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 In de Arbo-wet gaat het om zaken als A gezondheid en mensenkennis

Nadere informatie

Specificaties. FC 4000 Serie. Vierwiel Vorkheftruck FC 4000. Serie

Specificaties. FC 4000 Serie. Vierwiel Vorkheftruck FC 4000. Serie C FC 4000 Serie FC 4000 Serie Vierwiel Vorkheftruck C FC 4000 Serie Vierwiel Vorkheftruck 4.21 3.7 3.6 4.22 4.24 4.21 4.35 100 mm 4.33-4.34 100 mm 1220 500 Q 4.22 4.5 4.7 4.4 4.2 4.18 462 mm 14.6" 503

Nadere informatie

Specificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD 2300. Serie

Specificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD 2300. Serie C Specificaties WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar WD 2300 Serie C WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar 4.5 4.22 4.4 4.2 4.6 Q 1.6 4.9 90 1.9 180 4.20 4.19 4.35 4.25 3.7 4.21 1.8 4.34 C WD 2300S

Nadere informatie

ESE 420/430. Handleiding 11.04 - 50454699 11.08

ESE 420/430. Handleiding 11.04 - 50454699 11.08 ESE 420/430 11.04 - Handleiding H 50454699 11.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven

Nadere informatie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Routetrein CX T Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies vandetrekkercxt 1050 51048070051 NL - 02/2012 Inhoudsopgave g 1 Voorwoord Informatie over de documentatie...

Nadere informatie

EFG 535/540/545/550. Gebruiksaanwijzing 01.04 - 52016504 07.08

EFG 535/540/545/550. Gebruiksaanwijzing 01.04 - 52016504 07.08 EG 535/540/545/550 01.04 - Gebruiksaanwijzing H 52016504 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie

Nadere informatie

ERE 120. Gebruiksaanwijzing 07.12 - 02.15 ERE 120 ERE C20

ERE 120. Gebruiksaanwijzing 07.12 - 02.15 ERE 120 ERE C20 ERE 120 07.12 - Gebruiksaanwijzing 51222185 02.15 ERE 120 ERE C20 H Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager mei 2015 Tilly Light BV Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 10 Eerste gebruik 11 Op de auto plaatsen 15 Fietsen plaatsen 18 Rijden 23 Fietsen

Nadere informatie

A Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren.

A Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren. QUIKSTRT R/D 00/50 WRSHUWING Dit is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. ij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

EJC 110 / 112. Gebruiksaanwijzing 01.05 - 50444130 03.07

EJC 110 / 112. Gebruiksaanwijzing 01.05 - 50444130 03.07 EJC 110 / 112 01.05 - Gebruiksaanwijzing H 50444130 03.07 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd)

Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

DFG/TFG 316s/320s 09.09 - Gebruiksaanwijzing. DFG 316s DFG 320s TFG 316s TFG 320s 05.10. öjungheinrich

DFG/TFG 316s/320s 09.09 - Gebruiksaanwijzing. DFG 316s DFG 320s TFG 316s TFG 320s 05.10. öjungheinrich DFG/TFG 316s/320s 09.09 - Gebruiksaanwijzing 51123195 05.10 H DFG 316s DFG 320s TFG 316s TFG 320s öjungheinrich Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Veiligheidsvoorzieningen Beschermingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd resp. geopend na stilstand van de dumper met geactiveerde parkeerrem, uitschakelen

Nadere informatie

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Vraag 10 In de Arbo-wet gaat het om zaken als

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening HEFTRUCK Het gebruik van een heftruck brengt verschillende gevaren met zich mee: vallende lading, een kantelende heftruck en aanrijdingen met personen. Ongevallen met heftrucks hebben regelmatig een ernstige

Nadere informatie

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel HEFTRUCK Het gebruik van een heftruck brengt verschillende gevaren met zich mee: vallende lading, een kantelende heftruck en aanrijdingen met personen. Ongevallen met heftrucks hebben regelmatig een ernstige

Nadere informatie

DFG / TFG 540-550 DFG 540 DFG 545 DFG 550 TFG 540 TFG 545 TFG 550. Gebruiksaanwijzing 11.09 - 08.12

DFG / TFG 540-550 DFG 540 DFG 545 DFG 550 TFG 540 TFG 545 TFG 550. Gebruiksaanwijzing 11.09 - 08.12 DFG / TFG 540-550 11.09 - Gebruiksaanwijzing 51167695 08.12 H DFG 540 DFG 545 DFG 550 TFG 540 TFG 545 TFG 550 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent

Nadere informatie

Elektrische Vorkheftrucks 1.0-1.5 ton

Elektrische Vorkheftrucks 1.0-1.5 ton Elektrische Vorkheftrucks 1.0-1.5 ton www.toyota-forklifts.eu Elektrische Vorkheftrucks 1.0 ton Specificaties 7FBEST10 1.1 Fabrikant TOYOTA 1.2 Type 7FBEST10 1.3 Aandrijving Elektro 1.4 Besturing Zittend

Nadere informatie

SDJ 1000 / 1010 / 1012 / 1500 SDJ 1020 / 1025 / 1030 SDJS 1000. Handleiding

SDJ 1000 / 1010 / 1012 / 1500 SDJ 1020 / 1025 / 1030 SDJS 1000. Handleiding SDJ 1000 / 1010 / 1012 / 1500 SDJ 1020 / 1025 / 1030 SDJS 1000 Handleiding H 0212 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze gebruikshandleiding vindt.

Nadere informatie

Technische specificaties. TMM Serie 2,0 tot 2,5 ton Meeneem heftrucks

Technische specificaties. TMM Serie 2,0 tot 2,5 ton Meeneem heftrucks Technische specificaties TMM Serie 2,0 tot 2,5 ton Meeneem heftrucks 2 000-2 500 kg TECHNISCHE SPECIFICATIES 1.1 Fabrikant 1.2 Modeltype TMM 20 TMM 25 Omschrijving Gewicht 1.3 Aandrijving Diesel Diesel

Nadere informatie

RX 60 Technische gegevens.

RX 60 Technische gegevens. RX 60 Technische gegevens. Elektrische vorkheftrucks RX 60-40 RX 60-45 RX 60-50 Als u méér wilt bereiken. RX 60 Technische gegevens. Dit typenblad is opgesteld volges VDI-richtlijn 2198 en geeft de technische

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Bestnr. 11 01 73 Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

ECE 220 / 225 ECE 220XL / 225XL

ECE 220 / 225 ECE 220XL / 225XL ECE 220 / 225 ECE 220XL / 225XL Gebruikershandleiding 12.06- H 51051910 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt.

Nadere informatie

Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet

Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet 0 Wij danken u voor de aankoop van ons product. Deze handleiding bevat alle instructies om dit toestel te gebruiken en te onderhouden. De gebruiker van de

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

EFG 535k/540k/540/545k/545/550/ S40/S50

EFG 535k/540k/540/545k/545/550/ S40/S50 Hoogproductieve heftruck met optimale energie-zuinigheid Uitvoering op maat met Efficiency en Drive&Lift Plus Elektrische besturing (optioneel) Zijdelingse accuwissel met SnapFit Individueel aan te passen

Nadere informatie

ETM/V Handleiding

ETM/V Handleiding ETM/V 214-325 10.04 - Handleiding H 50441303 03.12 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie Seriennr.

Nadere informatie

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 1 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 1 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 1 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 In de Arbo-wet gaat het om zaken als A gezondheid

Nadere informatie

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B HANDLEIDING Inhoud 1. Batterijpakket... 4 1.1. Onderdelen... 4 1.2. Batterijpakket opladen... 5 2. Bediening... 7 2.1. Beveiliging... 7 2.2. Display... 7 2.3. Vullingsgraad... 7 2.4. Trapbekrachtiging...

Nadere informatie

www.toyota-forklifts.eu Vorkheftrucks met verbrandingsmotor 1.5-3.5 t

www.toyota-forklifts.eu Vorkheftrucks met verbrandingsmotor 1.5-3.5 t www.toyota-forklifts.eu Vorkheftrucks met verbrandingsmotor 1.5-3.5 t Vorkheftrucks met verbrandingsmotor 1.5-1.75 t Specificaties 02-8FGF15 02-8FDF15 02-8FGF18 02-8FDF18 1.1 Fabrikant TOYOTA TOYOTA TOYOTA

Nadere informatie

Toetsmatrijs Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk Initieel en Verlenging In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: HEF en E(Initieel examen), VHEF

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Bevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper.

Bevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper. DEZE GEBRUIKSAANWIJZING DIENT VOLLEDIG GELEZEN EN BEGREPEN TE ZIJN VOOR AANVANG VAN DE WERKZAAMHEDEN gebruiksaanwijzing voor BSV mechanische dakelementenklem type 253050A 1. GESCHIKT VOOR Het hijsen en

Nadere informatie

Elektrische Vorkheftrucks 2.0-3.5 t

Elektrische Vorkheftrucks 2.0-3.5 t Elektrische Vorkheftrucks 2.0-3.5 t www.toyota-forklifts.eu Elektrische Vorkheftrucks 2.0-2.5 t Specificaties 8FBMKT20 8FBMKT25 8FBMT25 Kenmerken Gewicht Wielen en banden Afmetingen Prestaties Motor Andere

Nadere informatie

Elektrische Vorkheftrucks 2.0-5.0 t

Elektrische Vorkheftrucks 2.0-5.0 t Elektrische Vorkheftrucks 2.0-5.0 t www.toyota-forklifts.eu Elektrische Vorkheftrucks 2.0-2.5 t Specificaties 8FBMKT20 8FBMKT25 8FBMT25 Kenmerken Gewicht Wielen en banden Afmetingen Prestaties Motor Andere

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Banden de- en montage machine

Banden de- en montage machine Banden de- en montage machine - 1 - Algemene veiligheidsregels Deze handleiding bevat belangrijke informatie, lees deze aandachtig door voordat men de machine gaat gebruiken. 1. Omschrijving van de machine

Nadere informatie

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Handleiding mobiele hogedrukreiniger 200 bar, 15 l/min., 1.140 l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport. Inhoud 1. Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0052) Heftruckchauffeur (m/v)

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0052) Heftruckchauffeur (m/v) BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0052) Heftruckchauffeur (m/v) 1. GLOBAAL 1.1 Titel Heftruckchauffeur (m/v) 1.2 Definitie Bestuurt een heftruck en houdt zich hierbij aan de kwaliteitsprocedures en veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

CBF25 - CBF25S - CBF25G CBF25Q - CBF25B - CJF10 Specificaties

CBF25 - CBF25S - CBF25G CBF25Q - CBF25B - CJF10 Specificaties CBF25 - CBF25S - CBF25G CBF25Q - CBF25B - CJF10 Specificaties Handpallettruck 2,5 (1.0) ton Handpallettruck De handpallettruck is ongetwijfeld het meest eenvoudige, maar essentiële, hulpmiddel voor intern

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING [1] b c g d f e a [2] 0,5 1 2 NL Gebruiksaanwijzing ALCT 6/24-2 VOORWOORD Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van de ANSM ANN lader ALC T 6-24/2. Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Elektrische fiets Pedelec

Elektrische fiets Pedelec Versie 06/2010 Bestnr. 86 20 23 Elektrische fiets Pedelec Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : 808.478 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Doelmatig gebruik: Gebruik het apparaat alleen

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing VeloPlus Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

RT 4000 SERIE. Specificaties Meerijpallettruck

RT 4000 SERIE. Specificaties Meerijpallettruck C RT 4000 SERIE Specificaties Meerijpallettruck C Serie RT 4000 Meerijpallettruck RT 4020 4.9 1.6 Q 1.8 4.8 ➀ 35 125 86 1.9 4.35 4.21 4.25 4.22 4.20 4.22 4.34 4.19 ➀ 260 mm batterijrollen Serie RT 4000

Nadere informatie

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding EPT12-EZ Elektrische transpallet Gebruikershandleiding 1 Bedankt voor uw aankoop van ons product. Deze handleiding legt u uit hoe deze elektrische transpallet te gebruiken en te onderhouden. Elke gebruiker

Nadere informatie

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur Containerheftruck. Opgenomen in de toets: Aantal vragen /opdrachten: Taxonomie code:

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur Containerheftruck. Opgenomen in de toets: Aantal vragen /opdrachten: Taxonomie code: Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: Naam: Toetsvorm: CHP Chauffeur Containerheftruck Praktijk 1. Controle en onderhoudshandelingen 10% 1.1 De kandidaat kan de controle- en de vorken van de containerheftruck

Nadere informatie

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch s hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch nl/ta-bjxxxx -1 INHOUDSOPGAVE pagina 1 Inleiding 02 2 Gebruik van de handleiding 02 3 Beschrijving van de hefbrugkrik 02 4 Veiligheid 02 5 Technische specificaties

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager Versie 2, 2015 Tilly Light BV 2 Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 9 Eerste gebruik 10 Op de auto plaatsen 14 Fietsen plaatsen 17 Rijden 22

Nadere informatie

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING NL DRAAITAFEL DT-1000 / DT-1200 / DT-1500 INOX/ALU handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30

Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30 Intelligente Zonne-energie Regelaar Solar30 Gebruikershandleiding Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product gaat gebruiken. SOLAR30 12V/24V AUTO WORK 1 Productintroductie Deze regelaar

Nadere informatie

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt! ST4 HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. VEILIGHEID 3. BEDIENING 4. ZITPOSITIE 5. RIJDEN 6. BATTERIJEN OPLADEN 7. ONDERHOUD 8. TECHNISCHE GEGEVENS 1. INLEIDING Deze handleiding geldt voor de volgende

Nadere informatie

Innovation Protection Conseil

Innovation Protection Conseil Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met

Nadere informatie

ECH Technische Gegevens Pallettruck ECH 12

ECH Technische Gegevens Pallettruck ECH 12 ECH Technische Gegevens Pallettruck ECH 12 Klaar voor de start Dit typeblad voldoet aan de VDI-Richtlijn 2198 of 3597 en geeft alleen de technische waarden aan van een standaardtruck. Andere banden, masten,

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie