Aanpassing t.o.v. versie 1.0: Correctie van tabel 28 en 29, i.v.m. incorrecte gegevens in versie 1.0

Transcriptie

1 Referentiecijfers : Postoperatieve Wondinfecties PREZIES versie: december 2016 Documentversie: 1.1 Aanpassing t.o.v. versie 1.0: Correctie van tabel 28 en 29, i.v.m. incorrecte gegevens in versie 1.0

2 Inhoudsopgave 1 Key points Introductie, surveillancemethoden en deelname Introductie Dataverzameling Definities Veranderingen in de operaties opgenomen in de surveillance Resultaten in dit rapport Deelname zorginstellingen len en percentage s per operatie type Variatie tussen zorginstellingen Donorwondinfecties bij cardiochirurgische ingrepen dagen tot ontstaan percentage per risicofactor NNIS-risico-index en risicofactoren Leeftijd BMI Geslacht Implantaat Maligniteit Multi-OK OK-vooraf Vervolg-OK Specifieke risicofactoren cardiochirurgie Specifieke risicofactoren mammachirurgie Specifieke risicofactoren colonchirurgie Specifieke risicofactoren verloskunde Veroorzakende micro-organismen Micro-organismen per operatiegroep Resistentiepatronen Conclusie Bijlage 1 Afkortingen indicatoroperaties Bijlage 2 Zorginstellinglocaties die gegevens hebben ingestuurd REFERENTIECIJFERS Pagina 2 van 48

3 1 Key points In de PREZIES module Postoperatieve Wondinfecties () kunnen 34 verschillende indicatoroperaties worden geregistreerd, afkomstig van 7 verschillende specialismen (cardiochirurgie, algemene chirurgie, vaatchirurgie, orthopedie, gynaecologie, neurologie en plastische of cosmetische chirurgie). In deze referentiecijfers zijn ingrepen geïncludeerd welke zijn geregistreerd door 91 zorginstellinglocaties in de periode Er werden in totaal postoperatieve wondinfecties ( s) vastgesteld, hiervan was 42% (n = 2.751) oppervlakkig, 50% (n = 3.166) was diep. Bij de overige 653 s werd geen onderscheid gemaakt tussen een diepe of oppervlakkige infectie, omdat het een mamma-operatie zonder implantaat betrof. 70% van de s werd vastgesteld na ontslag uit de zorginstelling. 56% (n = ) van de geregistreerde ingrepen viel onder het specialisme orthopedie. Het percentage s varieert tussen de ingrepen en is sterk afhankelijk van het operatietype. De spreiding tussen ziekenhuizen is het grootst bij de colonchirurgie en bij de open cholecystectomieën, bij de cardiochirurgie is de spreiding in percentage s het kleinst. Bij ingrepen waarvan zowel een open als een gesloten variant geregistreerd kan worden, was het infectiepercentage van de gesloten procedure over het algemeen lager dan van de bijbehorende open procedure. Bij 76% van de s was een kweek afgenomen en was een kweekresultaat beschikbaar. Staphylococcus aureus was het meest geregistreerde micro-organisme als verwekker van een. De resultaten in dit rapport komen overeen met de resultaten van het vorige rapport over de periode REFERENTIECIJFERS Pagina 3 van 48

4 2 Introductie, surveillancemethoden en deelname 2.1 Introductie Deze referentiecijfers beschrijven de resultaten van de surveillance van de module Postoperatieve wondinfecties () in het kader van het PREZIES netwerk over de periode 2012 tot en met De gegevens zijn verzameld door zowel ziekenhuizen als zelfstandige behandelcentra, in dit rapport zal daarom de overkoepelende term zorginstellingen worden gebruikt. Bij PREZIES is het voor zorginstellingen mogelijk om data per locatie te verzamelen. Voor de leesbaarheid spreken we over zorginstelling als we zorginstellinglocatie bedoelen. Het doel van de module is om door middel van surveillance een bijdrage te leveren aan het verminderen van de incidentie van s in Nederlandse zorginstellingen. Door inzicht in trends in het voorkomen van in de eigen instelling en ten opzichte van landelijke cijfers, kunnen zo nodig interventiemaatregelen genomen worden om de infectiepreventie te verbeteren. Daarnaast geeft het de overheid inzicht in de variatie in percentages per operatietype. De jaarlijks gepubliceerde referentiecijfers dragen hieraan bij daar ze een uitgebreid overzicht geven van de incidentie per operatiecode, de verdeling van risicofactoren en de veroorzakende microorganismen en hun resistentiepatronen op landelijk niveau. In 2012 is het protocol van de module gewijzigd om de vergelijkbaarheid van de cijfers tussen zorginstellingen te verbeteren. De belangrijkste aanpassing is dat er sinds 2012 alleen zogenaamde indicatoroperaties geregistreerd kunnen worden. Daarnaast is de registratie op basis van de CTG-codering losgelaten, omdat is gebleken dat die codering niet uniform wordt toegepast in de Nederlandse zorginstellingen. De lijst met indicatoroperaties is samengesteld op basis van advies van experts uit het veld en is opgenomen in het protocol en tevens als bijlage bij deze referentiecijfers. Er is gekozen voor een beperkte lijst met ingrepen uit diverse vakgebieden, welke in Nederland relatief frequent worden uitgevoerd en waar naar verwachting ruimte is voor verbetering. Verder kunnen sinds 2012 alleen nog initiële ingrepen worden geregistreerd binnen de -surveillance. Onder een initiële ingreep wordt een eerste operatie aan een orgaan of structuur verstaan. Heroperaties of revisies worden dus uitgesloten van de surveillance. Uitgebreidere informatie en uitleg hierover staan vermeld in de FAQ in- en exclusie. Vanwege de ingrijpende veranderingen in het protocol is besloten om de referentiecijfers van de -module vanaf 2012 apart te rapporteren. Hierdoor bevat het rapport op dit moment gegevens over 4 surveillancejaren. In de komende jaren zal dit uitgebreid worden naar een periode van maximaal 5 achtereenvolgende jaren. 2.2 Dataverzameling Deelname aan de module is vrijwillig en zorginstellingen bepalen zelf welke ingrepen ze registreren. De registratie wordt uitgevoerd door de medewerkers in de zorginstellingen conform het surveillanceprotocol. Gegevens over de ingreep, de patiënt en de mogelijke infectie worden verzameld en aangeleverd aan PREZIES. Omdat opnameduren steeds korter worden en hierdoor een steeds groter aandeel van de infecties ná ontslag uit de zorginstelling ontstaat, geldt standaard een follow-up periode (FUP) van 30 dagen na de operatiedatum. Voor ingrepen waarbij een implantaat van niet-humane oorsprong is geplaatst geldt voor diepe infecties een FUP van 1 jaar (tot en met 2014) of 90 dagen (vanaf 2015) na de operatie. Voor de vergelijkbaarheid van de resultaten is in dit rapport voor alle geïncludeerde jaren de FUP teruggebracht naar 90 dagen. Ter validatie van de data en het proces van gegevensverzameling voert PREZIES op indicatie validatiebezoeken uit bij de deelnemende zorginstellingen. 2.3 Definities De definities voor s die bij PREZIES worden gehanteerd zijn gebaseerd op de criteria van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Een omschrijving van de definities is terug te vinden op de PREZIES website. Bij alle typen ingrepen, behalve de mamma-operaties (MAMABL, MAMLUM) zonder implantaat, wordt onderscheid gemaakt tussen oppervlakkige s (infectie van huid en subcutaan weefsel van de incisie) en diepe s (infectie van diepliggend weefsel van de incisie en organen en/of van de anatomische ruimte). Bij mamma-operaties zónder implantaat worden sinds 2014 alle s geclassificeerd als geen onderscheid (GO). Dit geldt voor dit rapport ook met terugwerkende kracht voor de betreffende s uit 2012 en In het PREZIES netwerk wordt gebruik gemaakt van de NNIS-risico-index voor risicostratificatie. De volgende risicofactoren maken deel uit van de NNIS-risico-index: ASA score, wondklasse en operatieduur. Bekijk voor meer informatie het uitgewerkte voorbeeld op de PREZIES website. REFERENTIECIJFERS Pagina 4 van 48

5 2.4 Veranderingen in de operaties opgenomen in de surveillance De ingreep Implantatie van pacemaker of ICD (PACICD) kan sinds 2014 geregistreerd worden binnen de surveillance, tot op heden zijn er echter nog geen PACICD data ingestuurd. 2.5 Resultaten in dit rapport In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen van de surveillance. De gegevens worden gepresenteerd zoals beschreven in het protocol van Resultaten zijn weergegeven per indicatoroperatie. Een overzicht van de indicatoroperaties die geregistreerd kunnen worden binnen het PREZIES netwerk is te vinden in bijlage 1 van dit rapport. In verband met de anonimiteit en de betrouwbaarheid van de gegevens worden in de tabellen vanaf hoofdstuk 3 alleen ingrepen waarvoor minimaal 100 records zijn ingestuurd en die in minimaal 3 zorginstellingen zijn geregistreerd weergegeven. In deze referentiecijfers worden daarom geen resultaten getoond van de volgende ingrepen: Implantatie van pacemaker of ICD (PACICD), Primaire borstvergroting zonder borstlift (BORSTZ) en Primaire borstvergroting met borstlift (BORSTM). Ondanks het vastgestelde minimale aantal van 100 records per ingreep zijn de aantallen van sommige categorieën van risicofactoren klein en de infectiepercentages bij deze categorieën zijn daardoor minder betrouwbaar. Bij het interpreteren van de gegevens dient hier rekening mee gehouden te worden. 2.6 Deelname zorginstellingen In oktober 2016 zijn over de periode gegevens beschikbaar m.b.t ingrepen geregistreerd door 90 zorginstellinglocaties. In het registratiejaar 2012 hebben 71 zorginstellinglocaties data ingestuurd naar PREZIES, in 2013 zijn dit er 80, in 2014 zijn dit er 83 en in 2015 hebben 87 zorginstellinglocaties hun data ingestuurd. Een compleet overzicht van de zorginstellinglocaties die gegevens hebben ingestuurd per jaar, is te vinden in bijlage 2. Figuur 1. deelnemende zorginstellinglocaties per jaar en aantal geregistreerde ingrepen per jaar, en overzicht van de deelname per type zorginstelling. registrerende zorginstellinglocaties/ aantal geregistreerde ingrepen Type zorginstelling Basis 39 / / / / Categoraal 1 / / / / 1367 Top-klinisch 25 / / / / Universitair medisch centrum 3 / / / / 2819 Zelfstandig behandelcentrum 3 / / / / 2581 REFERENTIECIJFERS Pagina 5 van 48

6 3 3.1 len en percentage s per operatie type Van de geregistreerde ingrepen zijn er geïncludeerd in de resultaten van dit rapport. Eén ingreep is geëxcludeerd omdat dit de enige geregistreerde operatie was voor de indicatoroperatie Primaire borstvergroting zonder borstlift. Bij van de geïncludeerde ingrepen ontstond een. In 42% (n = 2.751) van de gevallen betrof het een oppervlakkige en in 50% (n = 3.166) een diepe. Er werden 653 s vastgesteld bij patiënten die een mamma-operatie ondergingen zonder implantaat. Bij deze ingrepen wordt geen onderscheid gemaakt tussen diepe en oppervlakkige infecties. Bij 70% (n = 4.595) van de s werd de infectie vastgesteld na ontslag uit de zorginstelling. len en infectiepercentages per operatie type staan in Tabel 1a. Voor de afkortingen van de operaties, zie bijlage 1. Tabel 1a. s per operatie type. operaties zorginst. 95% BI Postoperatieve wondinfecties Oppervlakkig Tijdens opname Na ontslag Cardiochirurgie BYPASS* ,7 (158) 1,5-2,0 0,7 (68) 1,0 (90) 0,5 (45) 1,2 (113) KLEPOP ,0 (29) 0,7-1,4 0,3 (9) 0,7 (20) 0,4 (11) 0,6 (18) KLEPGS ,2 (1) 0,0-1,3 0,2 (1) 0,0 (0) 0,2 (1) 0,0 (0) BYPKLP* ,6 (32) 1,1-2,2 0,2 (5) 1,3 (27) 0,7 (15) 0,8 (17) Mammachirurgie** MAMABL - impl ,3 (83) 3,5-5,3 0,7 (14) 3,6 (69) 0,2 (3) 4,2 (80) - z. impl ,0 (352) 3,6-4, ,1 (10) 3,9 (342) MAMLUM - impl ,0 (0) 0,0-5,2 0,0 (0) 0,0 (0) 0,0 (0) 0,0 (0) - z. impl ,1 (301) 1,9-2,4 - - <0,1 (3) 2,1 (298) Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP*** ,8 (1298) 16,0-17,6 9,2 (711) 7,6 (587) 12,3 (948) 4,5 (350) COLOGS*** ,2 (885) 8,7-9,8 4,6 (437) 4,7 (448) 5,5 (527) 3,7 (358) COREOP ,8 (538) 13,6-16,0 8,2 (297) 6,6 (241) 10,5 (384) 4,2 (154) COREGS ,4 (341) 8,5-10,4 5,6 (205) 3,7 (136) 5,4 (197) 4,0 (144) COLIOP ,7 (199) 15,6-20,0 9,7 (109) 8,0 (90) 13,8 (155) 3,9 (44) COLIGS ,0 (112) 8,3-11,9 4,3 (48) 5,7 (64) 6,0 (67) 4,0 (45) SIGMOP ,6 (390) 18,0-21,5 11,4 (227) 8,2 (163) 14,6 (290) 5,0 (100) SIGMGS ,7 (244) 7,8-9,9 4,1 (113) 4,7 (131) 5,2 (144) 3,6 (100) LOWAOP ,5 (171) 15,2-20,0 8,0 (78) 9,5 (93) 12,2 (119) 5,3 (52) LOWAGS ,3 (188) 8,1-10,6 3,5 (71) 5,8 (117) 5,9 (119) 3,4 (69) CHOLOP ,0 (70) 8,8-13,6 7,8 (50) 3,1 (20) 5,5 (35) 5,5 (35) REFERENTIECIJFERS Pagina 6 van 48

7 Postoperatieve wondinfecties Oppervlakkig Tijdens opname Na ontslag operaties zorginst. 95% BI CHOLGS ,4 (464) 2,2-2,6 1,6 (312) 0,8 (152) 0,3 (52) 2,1 (412) APPEOP ,2 (39) 2,4-4,4 2,1 (25) 1,2 (14) 0,7 (9) 2,5 (30) APPEGS ,4 (54) 1,9-3,2 0,8 (17) 1,7 (37) 0,3 (6) 2,2 (48) Vaatchirurgie RCAOOP ,1 (42) 3,0-5,5 2,5 (26) 1,6 (16) 2,0 (21) 2,0 (21) RCAOEN ,5 (29) 1,8-3,6 1,7 (19) 0,9 (10) 0,3 (3) 2,3 (26) BLVBUI ,6 (14) 0,9-2,6 0,7 (6) 0,9 (8) 0,6 (5) 1,0 (9) FEMBYP ,6 (150) 10,8-14,6 9,7 (116) 2,9 (34) 2,1 (25) 10,5 (125) DESFEM ,0 (57) 3,9-6,5 3,6 (41) 1,4 (16) 0,4 (5) 4,6 (52) Orthopedische chirurgie HEUPPR ,5 (1146) 1,4-1,6 0,4 (283) 1,1 (863) 0,1 (85) 1,4 (1061) KOPHAL ,4 (326) 3,1-3,8 0,9 (87) 2,5 (239) 0,8 (74) 2,6 (252) KNIEPR ,9 (604) 0,8-1,0 0,3 (194) 0,6 (410) 0,1 (34) 0,9 (570) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,6 (40) 1,2-2,1 1,0 (25) 0,6 (15) 0,2 (4) 1,4 (36) VAGUTE ,0 (17) 0,6-1,5 0,4 (7) 0,6 (10) 0,2 (3) 0,8 (14) PROLUT ,4 (4) 0,1-0,9 0,0 (0) 0,4 (4) 0,0 (0) 0,4 (4) SECTIO ,3 (329) 1,1-1,4 1,0 (262) 0,3 (67) 0,2 (46) 1,1 (283) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) 0,9-1,5 0,9 (36) 0,3 (10) 0,1 (5) 1,0 (41) * Betreft alleen s van de sternumwond ( s van de donorwond worden weergegeven in tabel 2) ** Voor mamma-operaties (MAMABL, MAMLUM) zónder implantaat (z. impl.) wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen een oppervlakkige of diepe. s worden geclassificeerd als geen onderscheid (GO) *** COLOOP: Colon chirurgie, combinatie van alle open procedures; COLOGS: Colon chirurgie, combinatie van alle gesloten procedures REFERENTIECIJFERS Pagina 7 van 48

8 Tabel 1b geeft het minimum en maximum infectiepercentage en het 25 e, 50 e en 75 e percentiel 1 van de infectiecijfers in de zorginstellingen weer. Zorginstellingen zijn alleen meegenomen in de berekeningen indien zij minimaal 50 ingrepen van de betreffende indicatoroperatie hebben ingezonden. Voor ingrepen waar minimaal 3 maar minder dan 10 zorginstellingen aan dit minimum voldeden zijn wel het minimum en maximum maar geen percentielen weergegeven. Voor ingrepen waar minder dan 3 zorginstellingen aan dit minimum voldeden zijn geen waarden weergegeven. Tabel 1b. Minimum en maximum percentage s en de P25, P50 en P75. Percentage 's Min % P25 % P50 % P75 % Max % zorginst.* Cardiochirurgie BYPASS** 0, ,2 8 KLEPOP 0, ,5 8 KLEPGS BYPKLP** 0, ,9 8 Mammachirurgie MAMABL 0,0 2,6 3,8 6,1 10,9 51 MAMLUM 0,0 1,1 1,8 2,7 7,6 42 Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP*** 7,4 11,6 15,9 20,7 31,9 38 COLOGS*** 3,2 6,7 9,3 11,2 32,0 36 COREOP 6,8 10,9 12,4 18,3 26,2 29 COREGS 2,2 5,5 8,6 11,5 19,4 27 COLIOP 6, ,0 7 COLIGS 2, ,7 5 SIGMOP 6,6 8,6 15,3 29,3 39,0 15 SIGMGS 2,3 5,0 8,0 11,1 13,9 24 LOWAOP 6, ,4 7 LOWAGS 3,5 6,8 9,0 10,5 23,5 17 CHOLOP 2, ,7 5 CHOLGS 0,2 1,4 2,0 3,3 6,0 32 APPEOP 1, ,0 5 APPEGS 0, ,7 9 Vaatchirurgie RCAOOP 1, ,1 5 RCAOEN 0, ,5 6 BLVBUI 0, ,9 7 FEMBYP 6,4 8,9 14,1 15,1 22,2 10 DESFEM 3, ,1 8 Orthopedische chirurgie HEUPPR 0,0 0,8 1,3 2,0 7,1 87 KOPHAL 0,0 1,3 2,6 4,3 10,2 37 KNIEPR 0,0 0,4 0,8 1,2 2,6 86 Gynaecologie en verloskunde ABDUTE 0,0 0,0 1,1 2,2 4,9 21 VAGUTE 0,0 0,0 0,3 1,3 3,2 12 PROLUT 0, ,6 9 SECTIO 0,0 0,6 1,2 1,9 2,9 43 Neurochirurgie LAMINE 0,0 0,3 1,1 1,3 4,8 12 * zorginstellingen met minimaal 50 ingrepen van de betreffende indicatoroperatie ** Betreft alleen s van de sternumwond *** COLOOP: Colon chirurgie, combinatie van alle open procedures; COLOGS: Colon chirurgie, combinatie van alle gesloten procedures 1 25 e, 50 e en 75 e percentiel: Een percentiel is een maat die wordt gebruikt in de statistiek om een waarde aan te geven waar een bepaald percentage van de observaties onder zitten. Bv. 25% van de zorginstellingen heeft een infectiepercentage dat lager is dan de weergegeven waarde bij het 25 e percentiel en 75% van de zorginstellingen heeft een hoger infectiepercentage. Pagina 8 van 48

9 3.2 Variatie tussen zorginstellingen Om de variatie in infectiepercentages tussen de verschillende zorginstellingen inzichtelijk te maken, zijn deze weergegeven in funnelplots. Iedere stip in de funnelplot stelt een zorginstelling voor, op de x-as kan het aantal geregistreerde ingrepen afgelezen worden en op de y-as het percentage s in de betreffende zorginstelling. De donkerblauwe stippellijn geeft het gemiddelde percentage s weer voor alle zorginstellingen samen. De lichtblauwe gekromde lijnen die boven en onder de stippellijn lopen (de funnels ) geven het 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) behorende bij het gemiddelde weer. De range van het 95% BI is afhankelijk van het aantal ingrepen waarop het gemiddelde is gebaseerd en wordt kleiner naarmate het aantal ingrepen toeneemt. Zorginstellingen die buiten het 95% BI vallen scoren significant beter of slechter dan gemiddeld. In de hieronder weergegeven funnelplots zijn de stippen (zorginstellingen) alleen weergegeven indien er minimaal 3 zorginstellingen zijn die allen minimaal 50 ingrepen hebben geregistreerd. De gemiddelde infectiepercentages en de funnels zijn gebaseerd op de gegevens van alle registrerende zorginstellingen, ook van degenen die minder dan 50 ingrepen hebben ingezonden. Figuur 2. Funnelplots per operatie type. Pagina 9 van 48

10 Pagina 10 van 48

11 Pagina 11 van 48

12 Pagina 12 van 48

13 Pagina 13 van 48

14 Pagina 14 van 48

15 3.3 Donorwondinfecties bij cardiochirurgische ingrepen Bij een deel van de cardiochirurgische ingrepen BYPASS en BYPKLP wordt gebruik gemaakt van een donorvat uit het eigen lichaam om een bypass aan te leggen. De wond die hierbij ontstaan wordt een donorwond genoemd. Infectiepercentages van de geregistreerde donorwonden worden weergegeven in tabel 2. Omdat surveillance van donorwonden niet verplicht is binnen het PREZIES netwerk, zijn in tabel 2 zowel het totaal aantal donorwonden als het aantal donorwonden onder surveillance weergegeven. Het percentage donorwondinfecties is berekend op basis van het aantal donorwonden onder surveillance. Tabel 2. Percentage donorwondinfecties bij cardiochirurgische ingrepen. donorwonden Donorwondinfecties Onder surveillance Oppervlakkig Cardiochirurgie BYPASS ,6 (35) 0,5 (30) 0,1 (5) BYPKLP ,4 (17) 0,8 (10) 0,6 (7) 3.4 dagen tot ontstaan Het aantal dagen tot infectie wordt in Tabel 3 weergegeven door middel van het minimum, maximum en het 25 e, 50 e en 75 e percentiel 1. Tabel 3. Minimum, maximum, P25, P50 en P75 van het aantal dagen tot ontstaan. dagen tot operaties Min P25 P50 P75 Max Cardiochirurgie BYPASS* ,7 (158) KLEPOP ,0 (29) KLEPGS 418 0,2 (1) BYPKLP* ,6 (32) Mammachirurgie MAMABL ,1 (435) MAMLUM ,1 (301) Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,8 (1298) COLOGS ,2 (885) COREOP ,8 (538) COREGS ,4 (341) COLIOP ,7 (199) COLIGS ,0 (112) SIGMOP ,6 (390) SIGMGS ,7 (244) LOWAOP ,5 (171) LOWAGS ,3 (188) CHOLOP ,0 (70) CHOLGS ,4 (464) APPEOP ,2 (39) APPEGS ,4 (54) Vaatchirurgie RCAOOP ,1 (42) RCAOEN ,5 (29) BLVBUI 885 1,6 (14) FEMBYP ,6 (150) DESFEM ,0 (57) Pagina 15 van 48

16 operaties dagen tot Min P25 P50 P75 Max Orthopedische chirurgie HEUPPR ,5 (1146) KOPHAL ,4 (326) KNIEPR ,9 (604) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,6 (40) VAGUTE ,0 (17) PROLUT ,4 (4) SECTIO ,3 (329) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) * Betreft alleen s van de sternumwond 1 25 e, 50 e en 75 e percentiel: Een percentiel is een maat die wordt gebruikt in de statistiek om een waarde aan te geven waar een bepaald percentage van de observaties onder zitten. Voorbeeld tabel 3: het aantal dagen tot het ontstaan van de is bij 25% van de s lager dan de waarde bij het 25 e percentiel en bij 75% van de s is het aantal dagen hoger. Pagina 16 van 48

17 4 percentage per risicofactor 4.1 NNIS-risico-index en risicofactoren Per ingreep is de National Nosocomial Infection Surveillance (NNIS) risico-index berekend voor risicostratificatie (Tabel 4). Deze berekening gebeurt op basis van de volgende risicofactoren: ASA score, wondklasse en operatieduur, zie ook Infectiecijfers betrouwbaar gebruiken. Omdat het mogelijk is om bij de ASA score en wondklasse de optie onbekend in te vullen, kan voor een deel van de ingrepen de NNIS-risico-index niet berekend worden. De verdeling van de risicofactoren is weergegeven in Tabel 5. Voor de cardiochirurgische ingrepen BYPASS, KLEPOP, KLEPGS en BYPKLP worden bovengenoemde risicofactoren niet geregistreerd en wordt daarom geen NNIS-risico-index berekend. Tabel 4. s per categorie van de NNIS-risico-index. Postoperatieve wondinfecties NNIS risico index operaties* 95% BI 95% BI Mammachirurgie** MAMABL ,2 (190) 2,8-3, ,0 (216) 4,4-5, ,3 (24) 5,6-12, ,0 (1) 20,7-100,0 MAMLUM ,9 (180) 1,7-2, ,4 (104) 2,0-2, ,9 (15) 3,0-7, ,0 (0) 0,0-79,3 Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,9 (399) 12,7-15,2 6,7 (191) 5,8-7, ,1 (520) 15,8-18,4 7,6 (231) 6,7-8, ,5 (258) 19,3-24,0 9,8 (118) 8,3-11, ,7 (29) 14,8-28,2 7,1 (10) 3,9-12,6 COLOGS ,8 (421) 7,1-8,5 3,9 (212) 3,4-4, ,0 (365) 10,0-12,2 5,6 (185) 4,9-6, ,5 (72) 9,2-14,2 5,6 (35) 4,0-7, ,2 (10) 12,5-36,3 13,3 (6) 6,3-26,2 COREOP ,8 (171) 10,2-13,5 5,6 (82) 4,6-7, ,1 (215) 13,3-17,1 6,7 (96) 5,6-8, ,5 (98) 17,1-24,3 8,2 (39) 6,0-11, ,1 (12) 13,7-36,1 11,5 (6) 5,4-23,0 COREGS ,5 (177) 7,4-9,8 3,4 (71) 2,7-4, ,1 (125) 8,6-11,9 3,9 (48) 2,9-5, ,0 (32) 10,1-19,1 5,2 (12) 3,0-8, ,2 (2) 6,3-54,7 11,1 (1) 2,0-43,5 COLIOP ,8 (61) 12,5-19,7 7,0 (27) 4,8-10, ,8 (80) 14,6-21,6 7,3 (33) 5,3-10, ,9 (41) 16,6-28,4 13,4 (25) 9,2-19, ,8 (3) 5,5-37,6 5,3 (1) 0,9-24,6 COLIGS ,2 (45) 5,4-9,5 4,3 (27) 3,0-6, ,7 (51) 10,6-17,6 7,3 (27) 5,0-10, ,1 (8) 4,7-16,9 5,7 (5) 2,5-12, ,0 (4) 16,8-68,7 20,0 (2) 5,7-51,0 SIGMOP ,1 (93) 12,5-18,2 7,2 (44) 5,4-9, ,1 (156) 17,4-23,1 8,1 (63) 6,4-10, ,0 (97) 20,1-28,3 10,4 (42) 7,8-13, ,4 (13) 13,6-34,7 5,2 (3) 1,8-14,1 SIGMGS ,6 (99) 5,5-8,0 3,2 (48) 2,4-4, ,0 (110) 9,2-13,0 6,4 (64) 5,0-8, ,8 (24) 8,0-16,9 6,9 (14) 4,1-11, ,4 (4) 7,0-37,1 13,0 (3) 4,5-32,1 LOWAOP ,7 (74) 14,4-21,7 9,1 (38) 6,7-12,3 Pagina 17 van 48

18 Postoperatieve wondinfecties NNIS risico index operaties* 95% BI 95% BI ,4 (69) 14,0-21,4 9,8 (39) 7,3-13, ,2 (22) 11,6-24,7 9,4 (12) 5,4-15, ,1 (1) 1,6-37,7 0,0 (0) 0,0-25,9 LOWAGS ,3 (100) 6,9-10,0 5,5 (66) 4,3-6, ,3 (79) 9,2-13,9 6,6 (46) 5,0-8, ,5 (8) 3,9-14,2 3,8 (4) 1,5-9, ,0 (0) 0,0-56,2 0,0 (0) 0,0-56,2 CHOLOP ,7 (19) 4,3-10,2 2,8 (8) 1,4-5, ,7 (30) 9,0-17,5 3,4 (8) 1,7-6, ,5 (17) 13,2-30,4 4,8 (4) 1,9-11, ,2 (2) 5,1-47,7 0,0 (0) 0,0-25,9 CHOLGS ,0 (273) 1,8-2,3 0,6 (79) 0,5-0, ,8 (133) 2,4-3,4 1,0 (48) 0,8-1, ,8 (44) 3,6-6,4 2,4 (22) 1,6-3, ,3 (4) 2,5-15,0 3,1 (2) 0,9-10,7 APPEOP ,0 (10) 1,1-3,7 0,8 (4) 0,3-2, ,2 (22) 2,8-6,2 1,3 (7) 0,6-2, ,9 (2) 0,5-6,8 0,0 (0) 0,0-3, ,1 (1) 2,0-43,5 0,0 (0) 0,0-29,9 APPEGS ,6 (15) 1,0-2,6 1,3 (12) 0,7-2, ,7 (27) 1,8-3,9 1,9 (19) 1,2-2, ,1 (7) 2,0-8,2 1,7 (3) 0,6-5, ,0 (0) 0,0-43,4 0,0 (0) 0,0-43,4 Vaatchirurgie RCAOOP ,3 (11) 1,8-5,8 0,6 (2) 0,2-2, ,5 (12) 1,5-4,4 0,8 (4) 0,3-2, ,9 (14) 6,0-16,0 5,7 (8) 2,9-10, ,0 (0) 0,0-65,8 0,0 (0) 0,0-65,8 RCAOEN ,8 (4) 0,3-2,0 0,2 (1) 0,0-1, ,5 (18) 2,2-5,4 1,2 (6) 0,5-2, ,4 (7) 4,1-16,4 3,6 (3) 1,2-10, BLVBUI ,0 (0) 0,0-1,2 0,0 (0) 0,0-1, ,1 (9) 1,1-3,9 1,4 (6) 0,6-3, ,5 (3) 1,2-9,9 1,2 (1) 0,2-6, ,0 (0) 0,0-65,8 0,0 (0) 0,0-65,8 FEMBYP ,7 (48) 9,7-16,4 2,9 (11) 1,6-5, ,5 (58) 8,2-13,3 2,5 (14) 1,5-4, ,3 (33) 11,1-20,7 2,8 (6) 1,3-5, ,0 (0) 0,0-35,4 0,0 (0) 0,0-35,4 DESFEM ,2 (12) 1,8-5,5 0,3 (1) 0,0-1, ,6 (24) 3,1-6,8 2,3 (12) 1,3-4, ,8 (17) 5,5-13,6 0,5 (1) 0,1-2, ,7 (2) 20,8-93,9 66,7 (2) 20,8-93,9 Orthopedische chirurgie HEUPPR ,3 (644) 1,2-1,4 1,0 (494) 0,9-1, ,7 (398) 1,5-1,8 1,2 (294) 1,1-1, ,9 (87) 2,4-3,6 2,2 (65) 1,7-2, ,0 (0) 0,0-43,4 0,0 (0) 0,0-43,4 KOPHAL ,2 (103) 2,7-3,9 2,5 (79) 2,0-3, ,7 (173) 3,2-4,3 2,6 (120) 2,2-3, ,2 (35) 2,3-4,5 2,4 (26) 1,6-3, ,0 (1) 4,6-69,9 25,0 (1) 4,6-69,9 KNIEPR ,7 (324) 0,7-0,8 0,5 (222) 0,4-0, ,2 (235) 1,0-1,3 0,8 (161) 0,7-0, ,7 (38) 1,2-2,3 1,0 (23) 0,7-1, Pagina 18 van 48

19 Postoperatieve wondinfecties NNIS risico index operaties* 95% BI 95% BI Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,1 (17) 0,7-1,7 0,6 (9) 0,3-1, ,7 (14) 1,0-2,8 0,4 (3) 0,1-1, ,4 (9) 6,1-20,3 3,8 (3) 1,3-10, ,0 (0) 0,0-65,8 0,0 (0) 0,0-65,8 VAGUTE ,1 (12) 0,6-1,9 0,5 (6) 0,2-1, ,0 (5) 0,4-2,3 0,8 (4) 0,3-2, ,0 (0) 0,0-10,2 0,0 (0) 0,0-10, PROLUT ,4 (3) 0,1-1,1 0,4 (3) 0,1-1, ,3 (1) 0,1-1,8 0,3 (1) 0,1-1, ,0 (0) 0,0-21,5 0,0 (0) 0,0-21, SECTIO ,1 (183) 1,0-1,3 0,2 (31) 0,1-0, ,4 (98) 1,1-1,7 0,3 (22) 0,2-0, ,2 (4) 0,9-5,5 0,5 (1) 0,1-3, Neurochirurgie LAMINE ,1 (30) 0,8-1,6 0,2 (6) 0,1-0, ,2 (13) 0,7-2,1 0,2 (2) 0,1-0, ,7 (2) 0,5-5,8 0,8 (1) 0,1-4, ,0 (0) 0,0-79,3 0,0 (0) 0,0-79,3 * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties Pagina 19 van 48

20 Tabel 5. Verdeling van de NNIS risicofactoren per operatie type. ASA score Wondklasse* Operatieduur % % minuten ONB ONB P25 P50 P75 Mammachirurgie MAMABL 31,6 57,3 10,0 0,3 0,0 0,7 99, ,2 0, MAMLUM 37,2 55,4 6,7 0,1 0,0 0,6 99, ,1 0, Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP 12,2 51,6 27,7 3,8 0,3 4,4-74,9 12,7 10,5 1, COLOGS 18,4 61,5 18,1 0,8 0,0 1,1-90,9 6,9 1,3 1, COREOP 11,7 50,5 29,4 3,4 0,4 4,4-79,4 10,4 7,9 2, COREGS 15,1 60,8 21,7 1,2 0,0 1,2-91,5 6,4 1,0 1, COLIOP 12,5 50,4 26,8 5,0 0,1 5,2-73,0 12,9 11,9 2, COLIGS 18,4 61,1 17,5 1,1 0,1 1,8-89,9 7,7 1,3 1, SIGMOP 11,2 50,8 27,9 4,4 0,3 5,4-64,1 17,6 16,9 1, SIGMGS 21,2 61,4 15,7 0,5 0,0 1,2-87,0 9,8 1,9 1, LOWAOP 15,4 58,4 21,9 2,7 0,1 1,5-82,3 10,7 5,9 1, LOWAGS 20,4 63,3 15,4 0,4 0,0 0,5-95,6 3,1 0,9 0, CHOLOP 19,7 55,7 19,9 1,1 0,0 3,6-77,3 13,8 8,6 0, CHOLGS 38,6 52,2 7,8 0,2 0,0 1,2-92,9 5,5 1,4 0, APPEOP 73,5 18,2 2,6 0,2 0,0 5,4-60,8 25,3 12,6 1, APPEGS 75,1 20,1 1,7 0,1 0,0 3,0-59,0 27,7 12,6 0, Vaatchirurgie RCAOOP 2,4 41,2 38,7 8,1 2,9 6,7 97,5-1,1 0,7 0, RCAOEN 2,3 47,6 42,5 3,9 0,9 2,8 99,1-0,1 0,1 0, BLVBUI 1,5 44,6 41,4 8,2 2,0 2,3 97,1-0,0 0,3 2, FEMBYP 1,6 40,9 53,1 3,3 0,1 1,0 96,2-0,5 1,2 2, DESFEM 1,1 45,1 48,3 2,6 0,3 2,7 98,1-0,4 0,3 1, Orthopedische chirurgie HEUPPR 19,8 65,6 13,5 0,2 0,0 0,8 99,5-0,0 0,0 0, KOPHAL 3,1 38,8 48,3 4,3 0,0 5,5 98,0-0,1 0,0 1, KNIEPR 16,0 68,7 14,6 0,1 0,0 0,6 99,6-0,0 0,0 0, Gynaecologie en verloskunde ABDUTE 44,0 48,2 6,6 0,2 0,0 0,9-98,9 0,3 0,2 0, VAGUTE 45,7 49,7 4,3 0,1 0,0 0,2-95,1 0,1 0,0 4, Pagina 20 van 48

21 ASA score Wondklasse* Operatieduur % % minuten ONB ONB P25 P50 P75 PROLUT 37,5 56,3 6,0 0,1 0,0 0,2-97,5 0,0 0,0 2, SECTIO 59,1 30,7 1,9 0,1 0,0 8,2 88,7 10, , Neurochirurgie LAMINE 22,6 62,8 13,5 0,3 0,0 0,8 99,7-0,0 0,1 0, * Wondklassen die niet zijn toegestaan zijn aangeduid met een horizontaal streepje Pagina 21 van 48

22 4.2 Leeftijd Tabel 6 geeft het aantal en percentage s per leeftijdsgroep weer. Voor de ingreep SECTIO zijn aangepaste leeftijdscategorieën gebruikt. Tabel 6. s per leeftijdscategorie. Leeftijd (jaren) operaties* Cardiochirurgie BYPASS** < ,2 (2) 0,6 (1) ,2 (39) 0,6 (22) ,0 (73) 1,1 (40) >= ,2 (44) 1,3 (27) KLEPOP < ,8 (1) 0,8 (1) ,0 (10) 0,6 (6) ,1 (12) 0,8 (9) >= ,7 (6) 0,5 (4) KLEPGS <45 2 0,0 (0) 0,0 (0) ,0 (0) 0,0 (0) ,0 (0) 0,0 (0) >= ,3 (1) 0,0 (0) BYPKLP** <45 8 0,0 (0) 0,0 (0) ,8 (3) 0,5 (2) ,5 (19) 2,1 (16) >= ,1 (10) 1,0 (9) Mammachirurgie*** MAMABL < ,3 (49) ,9 (187) ,6 (110) >= ,5 (89) MAMLUM < ,9 (18) ,2 (156) ,2 (85) >= ,0 (42) Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP < ,5 (66) 7,5 (32) ,5 (317) 8,1 (167) ,4 (451) 8,7 (213) >= ,5 (464) 6,2 (175) COLOGS < ,9 (39) 3,8 (19) ,5 (267) 5,5 (156) ,1 (308) 4,4 (148) >= ,4 (271) 4,3 (125) COREOP < ,4 (32) 6,8 (15) ,7 (121) 7,9 (70) ,7 (165) 6,6 (74) >= ,5 (220) 5,8 (82) COREGS < ,8 (20) 3,1 (8) ,2 (78) 5,1 (43) ,1 (113) 3,0 (37) >= ,1 (130) 3,7 (48) COLIOP < ,7 (7) 5,0 (3) ,0 (49) 9,0 (26) Pagina 22 van 48

23 Leeftijd (jaren) operaties* ,8 (75) 10,3 (37) >= ,4 (68) 5,8 (24) COLIGS < ,4 (6) 7,8 (5) ,3 (39) 6,6 (21) ,2 (33) 5,0 (20) >= ,9 (34) 5,3 (18) SIGMOP < ,9 (21) 8,5 (10) ,0 (98) 7,4 (43) ,8 (135) 8,9 (55) >= ,2 (136) 8,2 (55) SIGMGS < ,9 (10) 2,4 (3) ,9 (86) 5,2 (50) ,9 (89) 4,8 (48) >= ,4 (59) 4,3 (30) LOWAOP < ,4 (6) 14,3 (4) ,2 (49) 9,3 (28) ,6 (76) 13,4 (47) >= ,5 (40) 4,7 (14) LOWAGS < ,5 (3) 6,5 (3) ,4 (64) 6,1 (42) ,7 (73) 5,7 (43) >= ,8 (48) 5,3 (29) CHOLOP < ,7 (1) 1,7 (1) ,7 (27) 5,2 (12) ,2 (26) 3,6 (7) >= ,6 (16) 0,0 (0) CHOLGS < ,2 (144) 0,3 (22) ,2 (180) 0,7 (56) ,9 (87) 1,4 (41) >= ,3 (53) 2,0 (33) APPEOP < ,9 (16) 0,6 (5) ,2 (17) 2,1 (5) ,3 (4) 3,9 (3) >= ,4 (2) 2,7 (1) APPEGS < ,5 (40) 1,8 (28) ,9 (9) 1,1 (5) ,6 (4) 2,7 (3) >= ,1 (1) 2,1 (1) Vaatchirurgie RCAOOP < ,0 (0) 0,0 (0) ,2 (9) 0,4 (1) ,0 (25) 2,2 (9) >= ,5 (8) 1,9 (6) RCAOEN <45 7 0,0 (0) 0,0 (0) ,6 (3) 0,5 (1) ,7 (12) 0,5 (2) >= ,7 (14) 1,3 (7) BLVBUI <45 9 0,0 (0) 0,0 (0) ,3 (4) 2,3 (4) ,7 (6) 0,9 (3) Pagina 23 van 48

24 Leeftijd (jaren) operaties* >= ,1 (4) 0,3 (1) FEMBYP < ,5 (2) 6,3 (1) ,9 (34) 2,5 (7) ,1 (66) 3,4 (16) >= ,4 (48) 2,4 (10) DESFEM < ,3 (1) 0,0 (0) ,7 (14) 1,0 (3) ,1 (19) 1,3 (6) >= ,6 (23) 2,0 (7) Orthopedische chirurgie HEUPPR < ,9 (13) 0,7 (11) ,4 (303) 1,0 (222) ,4 (400) 1,0 (294) >= ,7 (430) 1,4 (336) KOPHAL < ,0 (0) 0,0 (0) ,6 (9) 2,8 (7) ,8 (42) 2,7 (29) >= ,3 (275) 2,5 (203) KNIEPR < ,8 (4) 0,4 (2) ,8 (172) 0,5 (111) ,9 (245) 0,6 (161) >= ,0 (183) 0,8 (136) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE < ,1 (7) 0,6 (4) ,3 (21) 0,5 (8) ,0 (6) 1,0 (2) >= ,8 (6) 0,8 (1) VAGUTE < ,3 (9) 0,6 (4) ,8 (7) 0,6 (5) ,0 (0) 0,0 (0) >= ,2 (1) 2,2 (1) PROLUT < ,2 (1) 1,2 (1) ,4 (2) 0,4 (2) ,3 (1) 0,3 (1) >= ,0 (0) 0,0 (0) SECTIO < ,4 (1) 0,4 (1) ,4 (144) 0,3 (27) ,2 (163) 0,2 (34) >= ,1 (21) 0,3 (5) Neurochirurgie LAMINE < ,5 (5) 0,3 (1) ,9 (14) 0,1 (2) ,4 (17) 0,4 (5) >= ,1 (10) 0,2 (2) * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Betreft alleen s van de sternumwond *** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties Pagina 24 van 48

25 4.3 BMI Tabel 7 geeft het aantal en percentage s weer voor de BMI (Body Mass Index = gewicht (kg)/lengte (cm) 2 ) verdeeld in twee categorieën: BMI < 30 kg/cm 2 en 30 kg/cm 2 (norm voor obesitas). Operaties waarvoor de lengte en/of het gewicht van de patiënt onbekend is en de BMI niet berekend kon worden, ontbreken in de tabel. Tabel 7. s per BMI categorie. BMI < 30 BMI 30 operaties operaties Cardiochirurgie BYPASS* ,4 (94) 0,7 (50) ,8 (64) 1,8 (40) KLEPOP ,8 (18) 0,5 (12) 677 1,6 (11) 1,2 (8) KLEPGS 313 0,0 (0) 0,0 (0) 105 1,0 (1) 0,0 (0) BYPKLP* ,4 (21) 1,2 (18) 488 2,3 (11) 1,8 (9) Mammachirurgie** MAMABL ,6 (276) ,6 (128) - MAMLUM ,7 (168) ,0 (116) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,6 (925) 7,9 (441) ,1 (234) 7,5 (87) COLOGS ,9 (641) 4,8 (348) ,8 (181) 4,5 (69) COREOP ,9 (397) 7,0 (187) ,2 (85) 5,0 (26) COREGS ,3 (253) 4,2 (113) ,6 (68) 3,1 (18) COLIOP ,7 (143) 7,8 (63) ,0 (33) 10,8 (17) COLIGS 817 9,2 (75) 5,5 (45) ,8 (25) 6,1 (12) SIGMOP ,2 (266) 8,7 (120) ,4 (74) 8,9 (27) SIGMGS ,3 (174) 4,6 (97) ,2 (56) 6,1 (28) LOWAOP ,3 (119) 9,7 (71) ,3 (42) 9,4 (17) LOWAGS ,7 (139) 5,8 (93) ,7 (32) 3,7 (11) CHOLOP ,8 (43) 3,6 (13) ,2 (22) 3,3 (6) CHOLGS ,0 (238) 0,8 (91) ,4 (192) 1,0 (55) APPEOP 486 2,7 (13) 1,2 (6) 54 9,3 (5) 0,0 (0) APPEGS ,6 (34) 2,0 (26) 183 2,7 (5) 2,2 (4) Vaatchirurgie RCAOOP 693 3,5 (24) 1,0 (7) 115 7,8 (9) 2,6 (3) RCAOEN 815 2,0 (16) 0,6 (5) 183 4,9 (9) 1,6 (3) BLVBUI 674 1,0 (7) 0,6 (4) 146 3,4 (5) 2,1 (3) FEMBYP ,1 (89) 2,4 (19) ,3 (31) 5,0 (8) DESFEM 819 4,8 (39) 0,9 (7) 189 5,8 (11) 3,2 (6) Orthopedische chirurgie HEUPPR ,2 (639) 0,9 (483) ,5 (435) 1,9 (326) KOPHAL ,3 (181) 2,5 (141) 488 6,1 (30) 3,5 (17) KNIEPR ,8 (299) 0,6 (203) ,0 (271) 0,7 (188) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,2 (21) 0,7 (12) 640 2,3 (15) 0,3 (2) VAGUTE ,9 (11) 0,6 (8) 419 1,4 (6) 0,5 (2) PROLUT 932 0,2 (2) 0,2 (2) 141 0,7 (1) 0,7 (1) SECTIO ,2 (21) 0,7 (12) 640 2,3 (15) 0,3 (2) Neurochirurgie LAMINE ,1 (30) 0,2 (6) 961 1,6 (15) 0,4 (4) * Betreft alleen s van de sternumwond ** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties Pagina 25 van 48

26 4.4 Geslacht Tabel 8 geeft het aantal en percentage s per geslacht weer. De gynaecologische en verloskundige ingrepen (ABDUTE, VAGUTE, PROLUT en SECTIO) zijn niet weergegeven, omdat deze ingrepen alleen bij vrouwen worden uitgevoerd. Tabel 8. s per geslacht. Man Vrouw operaties operaties Cardiochirurgie BYPASS* ,5 (108) 0,8 (59) ,6 (50) 1,6 (31) KLEPOP ,0 (17) 0,7 (12) ,0 (12) 0,6 (8) KLEPGS 197 0,0 (0) 0,0 (0) 221 0,5 (1) 0,0 (0) BYPKLP* ,7 (23) 1,3 (18) 661 1,4 (9) 1,4 (9) Mammachirurgie** MAMABL 198 4,0 (8) ,1 (427) - MAMLUM 65 0,0 (0) ,1 (301) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,6 (699) 8,2 (325) ,9 (599) 7,0 (262) COLOGS ,5 (483) 5,0 (257) ,0 (402) 4,3 (191) COREOP ,0 (284) 7,0 (124) ,6 (254) 6,3 (117) COREGS ,6 (165) 3,8 (66) ,2 (176) 3,6 (70) COLIOP ,0 (112) 9,3 (55) ,3 (87) 6,6 (35) COLIGS 585 9,9 (58) 5,8 (34) ,0 (54) 5,6 (30) SIGMOP ,7 (205) 8,7 (91) ,6 (185) 7,6 (72) SIGMGS ,5 (135) 4,6 (73) ,1 (109) 4,8 (58) LOWAOP ,7 (98) 9,9 (55) ,2 (73) 9,0 (38) LOWAGS ,3 (125) 7,0 (84) 821 7,7 (63) 4,0 (33) CHOLOP ,5 (42) 4,2 (14) 304 9,2 (28) 2,0 (6) CHOLGS ,2 (131) 1,1 (68) ,5 (333) 0,6 (84) APPEOP 698 3,4 (24) 1,3 (9) 508 3,0 (15) 1,0 (5) APPEGS 968 3,0 (29) 2,2 (21) ,0 (25) 1,3 (16) Vaatchirurgie RCAOOP 806 3,7 (30) 1,4 (11) 221 5,4 (12) 2,3 (5) RCAOEN 965 2,6 (25) 0,9 (9) 183 2,2 (4) 0,5 (1) BLVBUI 710 1,4 (10) 0,7 (5) 175 2,3 (4) 1,7 (3) FEMBYP ,5 (98) 2,5 (20) ,8 (52) 3,4 (14) DESFEM 771 4,3 (33) 1,3 (10) 360 6,7 (24) 1,7 (6) Orthopedische chirurgie HEUPPR ,9 (494) 1,5 (398) ,3 (652) 0,9 (465) KOPHAL ,2 (122) 3,4 (98) ,0 (204) 2,1 (141) KNIEPR ,2 (278) 0,9 (196) ,7 (326) 0,5 (214) Neurochirurgie LAMINE ,2 (25) 0,1 (2) ,1 (21) 0,4 (8) * Betreft alleen s van de sternumwond ** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties Pagina 26 van 48

27 4.5 Implantaat Tabel 9 geeft het aantal en percentage s weer voor ingrepen zonder en met implantaat. Bij de orthopedische ingrepen (HEUPPR, KOPHAL, KNIEPR) is altijd sprake van een implantaat, deze ingrepen zijn niet weergegeven in de tabel. Tabel 9. s bij ingrepen zonder en met implantaat. Geen implantaat Implantaat operaties* operaties* Cardiochirurgie BYPASS** ,3 (19) 0,7 (10) ,8 (139) 1,0 (80) KLEPOP 108 0,9 (1) 0,0 (0) ,0 (28) 0,7 (20) KLEPGS 6 0,0 (0) 0,0 (0) 412 0,2 (1) 0,0 (0) BYPKLP** 77 6,5 (5) 3,9 (3) ,4 (27) 1,2 (24) Mammachirurgie MAMABL ,0 (352) ,3 (83) 3,6 (69) MAMLUM ,1 (301) ,0 (0) 0,0 (0) Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,8 (1279) 7,6 (576) ,8 (19) 8,6 (11) COLOGS ,3 (870) 4,7 (437) 243 6,2 (15) 4,5 (11) COREOP ,9 (533) 6,6 (237) 58 8,6 (5) 6,9 (4) COREGS ,5 (336) 3,7 (133) 80 6,3 (5) 3,8 (3) COLIOP ,8 (198) 8,1 (90) 10 10,0 (1) 0,0 (0) COLIGS ,3 (112) 5,9 (64) 34 0,0 (0) 0,0 (0) SIGMOP ,6 (381) 8,1 (158) 37 24,3 (9) 13,5 (5) SIGMGS ,8 (237) 4,6 (124) 95 7,4 (7) 7,4 (7) LOWAOP ,5 (167) 9,5 (91) 23 17,4 (4) 8,7 (2) LOWAGS ,3 (185) 5,8 (116) 34 8,8 (3) 2,9 (1) CHOLOP ,0 (70) 3,1 (20) 3 0,0 (0) 0,0 (0) CHOLGS ,4 (464) 0,8 (152) 48 0,0 (0) 0,0 (0) APPEOP ,3 (39) 1,2 (14) 6 0,0 (0) 0,0 (0) APPEGS ,4 (54) 1,7 (37) 9 0,0 (0) 0,0 (0) Vaatchirurgie RCAOOP 83 0,0 (0) 0,0 (0) 944 4,4 (42) 1,7 (16) RCAOEN 142 5,6 (8) 1,4 (2) ,1 (21) 0,8 (8) BLVBUI 71 1,4 (1) 0,0 (0) 814 1,6 (13) 1,0 (8) FEMBYP ,8 (80) 2,9 (17) ,5 (70) 2,8 (17) DESFEM 370 6,8 (25) 1,9 (7) 761 4,2 (32) 1,2 (9) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,6 (40) 0,6 (15) 19 0,0 (0) 0,0 (0) VAGUTE ,9 (16) 0,6 (10) 6 16,7 (1) 0,0 (0) PROLUT ,3 (3) 0,3 (3) 11 9,1 (1) 9,1 (1) SECTIO ,3 (328) 0,3 (66) 111 0,9 (1) 0,9 (1) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) 0,3 (10) 90 0,0 (0) 0,0 (0) * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Betreft alleen s van de sternumwond Pagina 27 van 48

28 4.6 Maligniteit Tabel 10 geeft het aantal en percentage s weer voor ingrepen die niet uitgevoerd zijn om (een verdenking op) een maligniteit weg te halen en ingrepen waarbij dit wel het geval was. De cardiochirurgische ingrepen (BYPASS, KLEPOP, KLEPGS, BYPKLP, PACICD), vaatchirurgische ingrepen (RCAOOP, RCAOEN, BLVBUI, FEMBYP, DESFEM), orthopedische ingrepen (HEUPPR, KOPHAL, KNIEPR), en cosmetisch en plastisch chirurgische ingrepen (BORSTZ, BORSTM) en de gynaecologische ingreep SECTIO worden niet uitgevoerd om een (verdenking op) maligniteit weg te halen. Deze ingrepen zijn niet weergegeven in de tabel. Tabel 10. s bij ingrepen niet cq. wel uitgevoerd om (een verdenking op) een maligniteit weg te halen. Geen maligniteit Maligniteit operaties* operaties* Mammachirurgie** MAMABL 939 4,0 (38) ,1 (396) - MAMLUM ,0 (18) ,3 (281) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,3 (421) 8,2 (188) ,1 (858) 7,3 (389) COLOGS ,4 (181) 4,4 (77) ,0 (698) 4,8 (369) COREOP ,8 (147) 7,9 (73) ,2 (381) 6,1 (163) COREGS 695 9,6 (67) 2,9 (20) ,4 (272) 4,0 (115) COLIOP ,7 (69) 9,7 (31) ,2 (129) 7,3 (58) COLIGS ,8 (30) 8,8 (19) 898 9,0 (81) 5,0 (45) SIGMOP ,9 (182) 8,3 (72) ,5 (202) 8,2 (89) SIGMGS 673 9,7 (65) 4,5 (30) ,4 (177) 4,8 (100) LOWAOP ,8 (23) 6,7 (12) ,2 (146) 10,4 (79) LOWAGS ,3 (19) 5,2 (8) ,1 (168) 5,9 (109) CHOLOP ,2 (70) 3,2 (20) 12 0,0 (0) 0,0 (0) CHOLGS ,3 (433) 0,8 (142) 92 5,4 (5) 3,3 (3) APPEOP ,3 (39) 1,2 (14) 8 0,0 (0) 0,0 (0) APPEGS ,4 (53) 1,6 (36) 10 10,0 (1) 10,0 (1) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,3 (27) 0,6 (12) 358 3,1 (11) 0,8 (3) VAGUTE ,1 (17) 0,6 (10) 104 0,0 (0) 0,0 (0) PROLUT ,4 (4) 0,4 (4) 4 0,0 (0) 0,0 (0) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) 0,3 (10) 22 0,0 (0) 0,0 (0) * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties Pagina 28 van 48

29 4.7 Multi-OK Een multi-ok is een ingreep waarbij tijdens de geregistreerde ingreep één of meerdere nevenoperaties hebben plaatsgevonden in hetzelfde operatiegebied. Tabel 11 geeft het aantal en percentage s weer voor ingrepen zonder en met dergelijke nevenoperatie(s). Tabel 11. s bij ingrepen zonder en met nevenoperatie(s) in hetzelfde operatiegebied tijdens de ingreep. Geen multi-ok Multi-OK operaties* operaties* Cardiochirurgie BYPASS** ,7 (156) 1,0 (89) 178 1,1 (2) 0,6 (1) KLEPOP ,9 (25) 0,6 (17) 296 1,4 (4) 1,0 (3) KLEPGS 402 0,2 (1) 0,0 (0) 16 0,0 (0) 0,0 (0) BYPKLP** ,6 (30) 1,3 (25) 134 1,5 (2) 1,5 (2) Mammachirurgie*** MAMABL ,0 (374) ,9 (61) - MAMLUM ,1 (266) ,2 (35) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,7 (1102) 7,4 (491) ,4 (196) 8,5 (96) COLOGS ,2 (826) 4,7 (419) 629 9,4 (59) 4,6 (29) COREOP ,5 (468) 6,4 (205) ,6 (70) 8,5 (36) COREGS ,3 (319) 3,8 (130) ,0 (22) 2,7 (6) COLIOP ,6 (169) 7,9 (76) ,3 (30) 8,5 (14) COLIGS ,2 (107) 5,8 (61) 76 6,6 (5) 3,9 (3) SIGMOP ,9 (322) 8,3 (135) ,7 (68) 7,7 (28) SIGMGS ,8 (228) 4,7 (123) 197 8,1 (16) 4,1 (8) LOWAOP ,8 (143) 9,4 (75) ,9 (28) 10,2 (18) LOWAGS ,1 (172) 5,5 (105) ,9 (16) 8,9 (12) CHOLOP ,4 (68) 3,2 (19) 43 4,7 (2) 2,3 (1) CHOLGS ,4 (455) 0,8 (148) 283 3,2 (9) 1,4 (4) APPEOP ,3 (39) 1,2 (14) 12 0,0 (0) 0,0 (0) APPEGS ,4 (54) 1,7 (37) 11 0,0 (0) 0,0 (0) Vaatchirurgie RCAOOP 862 3,8 (33) 1,4 (12) 165 5,5 (9) 2,4 (4) RCAOEN ,3 (25) 0,7 (8) 74 5,4 (4) 2,7 (2) BLVBUI 840 1,4 (12) 0,7 (6) 45 4,4 (2) 4,4 (2) FEMBYP ,9 (130) 2,9 (29) ,0 (20) 2,8 (5) DESFEM 943 4,7 (44) 1,4 (13) 188 6,9 (13) 1,6 (3) Orthopedische chirurgie HEUPPR ,5 (1139) 1,1 (858) 568 1,2 (7) 0,9 (5) KOPHAL ,4 (324) 2,5 (237) 49 4,1 (2) 4,1 (2) KNIEPR ,9 (599) 0,6 (406) 456 1,1 (5) 0,9 (4) Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,5 (34) 0,6 (14) 192 3,1 (6) 0,5 (1) VAGUTE ,9 (15) 0,5 (9) 85 2,4 (2) 1,2 (1) PROLUT ,3 (3) 0,3 (3) 47 2,1 (1) 2,1 (1) SECTIO ,3 (327) 0,3 (66) 291 0,7 (2) 0,3 (1) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) 0,3 (10) 52 0,0 (0) 0,0 (0) * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Betreft alleen s van de sternumwond Pagina 29 van 48

30 *** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties 4.8 OK-vooraf Een OK-vooraf is een ingreep die in het jaar voorafgaande aan de geregistreerde ingreep heeft plaatsgevonden in hetzelfde operatiegebied en waarvan de follow-up is afgelopen. Omdat alleen initiële ingrepen in de surveillance geïncludeerd mogen worden is het aantal ingrepen dat toegestaan is als OK-vooraf beperkt. Over het algemeen kan bij een OK-vooraf gedacht worden aan kijkoperaties, het nemen van biopten en het plaatsen van stents, of een ingreep in hetzelfde operatiegebied maar aan een ander orgaan/structuur (bv een colonresectie voorafgaande aan een uterusextirpatie). Tabel 12 geeft het aantal en percentage s weer voor ingrepen zonder en met een OK-vooraf. Tabel 12. s bij ingrepen zonder en met OK voorafgaande aan de indicatoroperatie in hetzelfde operatiegebied. Geen OK-vooraf OK-vooraf operaties* operaties* Cardiochirurgie BYPASS** ,7 (157) 1,0 (89) 30 3,3 (1) 3,3 (1) KLEPOP ,9 (28) 0,6 (19) 32 0,0 (0) 0,0 (0) KLEPGS 416 0,2 (1) 0,0 (0) 2 0,0 (0) 0,0 (0) BYPKLP** ,6 (31) 1,3 (26) 13 7,7 (1) 7,7 (1) Mammachirurgie*** MAMABL ,1 (372) ,8 (46) - MAMLUM ,2 (269) ,6 (25) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,0 (1242) 7,6 (556) ,3 (38) 8,8 (22) COLOGS ,2 (849) 4,6 (428) ,1 (19) 5,3 (10) COREOP ,9 (515) 6,5 (225) ,8 (16) 9,5 (11) COREGS ,4 (330) 3,7 (131) 64 7,8 (5) 4,7 (3) COLIOP ,8 (191) 7,9 (85) 26 23,1 (6) 19,2 (5) COLIGS ,0 (108) 5,6 (61) 26 3,8 (1) 0,0 (0) SIGMOP ,2 (375) 8,5 (158) 63 11,1 (7) 3,2 (2) SIGMGS ,6 (231) 4,6 (124) 58 17,2 (10) 8,6 (5) LOWAOP ,3 (161) 9,5 (88) 44 20,5 (9) 9,1 (4) LOWAGS ,3 (180) 5,8 (112) 40 7,5 (3) 5,0 (2) CHOLOP ,9 (61) 2,9 (16) 23 21,7 (5) 17,4 (4) CHOLGS ,4 (437) 0,8 (142) 353 3,7 (13) 2,3 (8) APPEOP ,3 (39) 1,2 (14) 2 0,0 (0) 0,0 (0) APPEGS ,5 (54) 1,7 (37) 19 0,0 (0) 0,0 (0) Vaatchirurgie RCAOOP 948 4,0 (38) 1,7 (16) 19 5,3 (1) 0,0 (0) RCAOEN ,4 (25) 0,8 (8) 21 0,0 (0) 0,0 (0) BLVBUI 870 1,6 (14) 0,9 (8) 12 0,0 (0) 0,0 (0) FEMBYP ,9 (129) 2,8 (28) 49 4,1 (2) 2,0 (1) DESFEM ,7 (49) 1,4 (15) 48 8,3 (4) 2,1 (1) Orthopedische chirurgie HEUPPR ,5 (1104) 1,1 (831) 480 1,3 (6) 0,8 (4) KOPHAL ,4 (321) 2,5 (235) 44 4,5 (2) 2,3 (1) KNIEPR ,9 (544) 0,6 (373) ,2 (33) 0,8 (21) Pagina 30 van 48

31 Geen OK-vooraf OK-vooraf operaties* operaties* Gynaecologie en verloskunde ABDUTE ,5 (30) 0,5 (11) 167 1,8 (3) 0,0 (0) VAGUTE ,8 (11) 0,4 (5) 107 0,0 (0) 0,0 (0) PROLUT 974 0,4 (4) 0,4 (4) 12 0,0 (0) 0,0 (0) SECTIO ,3 (310) 0,3 (61) 178 1,1 (2) 0,0 (0) Neurochirurgie LAMINE ,2 (46) 0,3 (10) 14 0,0 (0) 0,0 (0) * Sommige categorieën bevatten slechts een klein aantal ingrepen, hier dient rekening mee gehouden te worden bij het interpreteren van de resultaten ** Betreft alleen s van de sternumwond *** Omdat slechts bij een klein deel van de mamma-operaties een implantaat wordt ingebracht, worden de resultaten niet apart weergegeven voor diepe infecties 4.9 Vervolg-OK Een vervolg-ok is een ingreep die tijdens de follow-up periode van de geregistreerde ingreep heeft plaatsgevonden in hetzelfde operatiegebied. Tabel 13 geeft het aantal en percentage s weer voor ingrepen zonder en met een vervolg-ok. Tabel 13. s bij ingrepen zonder en met vervolg-ok in hetzelfde operatiegebied tijdens de follow-up periode. Geen vervolg-ok Vervolg-OK operaties* operaties* Cardiochirurgie BYPASS** ,5 (132) 0,8 (74) 345 7,5 (26) 4,6 (16) KLEPOP ,7 (19) 0,4 (11) 252 4,0 (10) 3,6 (9) KLEPGS 408 0,2 (1) 0,0 (0) 10 0,0 (0) 0,0 (0) BYPKLP** ,5 (28) 1,2 (23) 163 2,5 (4) 2,5 (4) Mammachirurgie*** MAMABL ,0 (394) ,4 (41) - MAMLUM ,1 (281) ,2 (20) - Chirurgie van colon, galblaas, en appendix COLOOP ,3 (1073) 6,9 (484) ,6 (225) 14,4 (103) COLOGS ,2 (735) 4,0 (364) ,2 (150) 14,7 (84) COREOP ,5 (447) 6,1 (203) ,1 (91) 11,3 (38) COREGS ,3 (286) 3,1 (106) ,1 (55) 14,8 (30) COLIOP ,5 (169) 7,3 (75) ,0 (30) 15,0 (15) COLIGS ,0 (95) 5,0 (53) 74 23,0 (17) 14,9 (11) SIGMOP ,5 (313) 7,2 (128) ,7 (77) 17,6 (35) SIGMGS ,8 (205) 4,1 (109) ,3 (39) 14,3 (22) LOWAOP ,0 (144) 8,7 (78) 78 34,6 (27) 19,2 (15) LOWAGS ,9 (149) 5,1 (96) ,7 (39) 14,9 (21) CHOLOP ,1 (70) 3,2 (20) 6 0,0 (0) 0,0 (0) CHOLGS ,3 (451) 0,8 (147) ,9 (13) 4,2 (5) APPEOP ,1 (37) 1,1 (13) 4 50,0 (2) 25,0 (1) APPEGS ,4 (54) 1,7 (37) 5 0,0 (0) 0,0 (0) Pagina 31 van 48