Schoolplan

Transcriptie

1 Schoolplan Eben-Haëzerschool Laningpad JS Oud-Beijerland

2 Brincode: 06 KN Directeur: Y. Paans Auteur: A. Romijn, bovenbouwcoördinator

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Leeswijzer blz. 1.2 Totstandkoming schoolplan blz. 1.3 Doel en functie schoolplan blz. 1.4 Relatie schoolplan tot andere documenten blz. 2. Missie-visie 2.1 Missie blz. 2.2 Visie blz. 3. Organisatie 3.1 Organisatieschema VCOHW blz. 3.2 Organogram Eben-Haëzerschool blz. 4. Omgevings- en schoolfactoren 4.1 Identiteit blz. 4.2 Positie school in de samenleving blz. 5. Visie en strategische keuzes 5.1 Identiteit Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.2 Onderwijs Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.3 Personeel en organisatie Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.4 Financiën Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.5 Huisvesting en beheer Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.6 Communicatie Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz. 5.7 Kwaliteitszorg Opbrengst evaluatie blz Verantwoording keuzes blz Doelen blz.

4 Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1. Leeswijzer Hierbij ontvangt u informatie over de opzet van dit schoolplan. Van elk hoofdstuk wordt een korte samenvatting weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven wat onder het schoolplan wordt verstaan. In hoofdstuk 1 leest u hoe het schoolplan tot stand gekomen is en waar we onze informatie vandaan gehaald hebben. In hoofdstuk 2 leest u over de missie en de daarbij behorende uitgewerkte visie. Hoofdstuk 3 handelt over de structuur van de school. Hoofdstuk 4 handelt over de identiteit van onze school en de positie van de school in de samenleving. In hoofdstuk 5 kunt u lezen hoe we het beleid in de komende periode vorm willen geven. De indeling is overeenkomstig het bestuurlijk beleidskader. Tevens verantwoorden we onze keuzes aan de hand van de gemaakte evaluatie. Het schoolplan zoals genoemd in artikel 12 van de Wet Primair Onderwijs (schoolplan WPO) bevat zowel een beschrijving van het staande beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd als de innovaties die de school denkt uit te voeren. In onze school beschrijft dit schoolplan alleen de innovaties. Het bestuurlijk beleidskader beschrijft het staande beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan WPO bestaat dus op onze school uit het bestuurlijk beleidskader, zie bijlage 1 en dit schoolplan Totstandkoming schoolplan Met de diverse betrokkenen is gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan. In eerste instantie zijn gegevens verzameld die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode op de verschillende beleidsterreinen innam. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: De evaluatie van het schoolplan van De inspectie rapportage d.d. 26 mei 2014 De ouderenquête oktober 2014 Het ouderpanel d.d De cito-scores van de cursusjaren , , , Informatie vanuit het team december 2014 en januari 2015 Informatie Voortgezet Onderwijsscholen oktober 2014 Informatie orthopedagoog december 2014 Informatie kerkenraden december 2014 De procesgang van het schoolplan is als volgt tot stand gekomen: 1. Evaluatie vorige schoolplan

5 2. Met bestuur en management zijn op 1 oktober koersuitspraken voor de komende jaren ontwikkeld 3. Het personeel heeft input geleverd voor het nieuwe schoolplan 4. Op basis van 1 en 2 zijn er generieke thema s voor alle scholen en specifieke thema s voor de afzonderlijke scholen ontworpen. 5. De bovenschoolse directeur heeft hiermee ingestemd 6. De MR heeft een positief advies gegeven 7. Het dagelijks bestuur heeft het schoolplan vastgesteld 8. Het toezichthoudend bestuur heeft het goedgekeurd 9. Het schoolplan is besproken met het team Doel en functie schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we allereerst aangeven hoe ons onderwijs op dit moment wordt vormgegeven. Daarnaast staat in dit plan vermeld welke innovaties we in de toekomst voorstaan en wanneer we tevreden zijn. De keuzes voor de innovaties worden in hoofdstuk verantwoord. Kortom: waar staan we voor (missie) en waar gaan we voor (visie). De algemene doelen van onze school (de missie) hebben we vertaald naar doelen voor de dagelijkse praktijk. We maken zichtbaar hoe we de kwaliteit van ons onderwijs bewaken, welke verbeteringen we op grond van de totale totstandkoming van het schoolplan willen aanbrengen in de nabije toekomst, wat de minimale eisen zijn en hoe we dit willen borgen. Het schoolplan geeft aan het bestuur, MR, team, ouders en omgeving duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school. Het personeel weet de richting voor de komende vier jaar. We spreken de verwachting uit dat het gehele personeel door het schoolplan geïnspireerd wordt om hoogwaardig kwalitatief reformatorisch onderwijs in Oud- Beijerland te geven. 1.4 Relatie schoolplan tot andere documenten In onderstaand overzicht wordt duidelijk binnen welke kaders en documenten het schoolplan een functie heeft. Het schoolplan staat tussen het bestuurlijk beleidskader en de jaarplannen in. In het bestuurlijk beleidskader zijn de kaders vastgelegd. Binnen deze kaders hebben de doelen in het schoolplan hun bewegingsruimte. In de jaarplannen krijgen de strategische doelen van het schoolplan hun concrete uitwerking.

6

7 Hoofdstuk 2 Missie en visie van de school 2.1 Missie De Eben-Haëzerschool biedt ouders en leerlingen goed, eigentijds primair onderwijs, gebaseerd op de reformatorische grondslag. Deze grondslag is verwoord in de statuten van de schoolvereniging waar de school van uit gaat. Hier sluit de visie op aan: Toegerust op reis! 2.2 Visie De visie van de Eben-Haëzerschool is: Toegerust op reis!. Deze visie is in één lijn verbonden met het visiedocument waarin de woorden respect en uniciteit centraal staan. De uitwerking van de visie valt uiteen in 4 deelgebieden: 1. Het levensbeschouwelijke aspect; 2. Het sociaal emotionele aspect; 3. Het cognitieve aspect; 4. Het maatschappelijke aspect. Het levensbeschouwelijke aspect; We belijden dat de kinderen in zonden ontvangen en geboren zijn. Daartegenover geloven we dat er één Middel is tot zaligheid zodat deze kinderen wederom tot genade kunnen komen, te weten Jezus Christus en Dien gekruisigd. Ons onderwijs moet door dit feit gestempeld worden; en dat niet alleen tijdens de Bijbelvertellingen. De kinderen gaan pas echt toegerust op reis wanneer ze God liefhebben boven alles en hun naaste als zichzelf. De kinderen beschikken over goede Bijbelkennis en laten door hun levenswandel zien dat ze christenen zijn, tevens kunnen ze op een kinderlijke manier hun gedrag uitleggen aan anderen. Het sociaal-emotionele aspect; Het is gewenst dat de kinderen zich ontwikkelen tot evenwichtige persoonlijkheden met zelfrespect en eigenwaarde. Daarom wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen op school nauwlettend in de gaten gehouden en waar nodig wordt bijgestuurd. Daarnaast moeten de kinderen met respect omgaan met hun medemens. We stellen ons als doel dat de kinderen zich sociaal-emotioneel welbevinden en deze positieve levenshouding inzetten ten behoeve van de ander. Het cognitieve aspect; We vinden dat een ieder de hem of haar gegeven talenten ten volle moet benutten. Dat betekent concreet dat we rekening houden met niveauverschillen. Ons onderwijs voldoet aan de eisen van de inspectie en gaat mede uit van de principes van exemplarisch onderwijs.

8 Exemplarisch onderwijs houdt in dat we in ons onderwijs onderwerpen in de lessen naar voren laten komen die tot verwondering leiden, die zorgen dat er meer samenhang komt tussen de diverse schoolvakken en zorgen voor diepgang. Tegelijkertijd worden de communicatieve vaardigheden van de kinderen bevorderd. Om cognitief te kunnen ontwikkelen is het een voorwaarde dat de kinderen sociaalemotioneel zich welbevinden. Het maatschappelijke aspect; We leven in een samenleving waarin er veel op de kinderen afkomt. Belangrijk is dat de kinderen kunnen uitleggen waar ze voor staan en dat ze weerbaar zijn tegen de diverse meningen in de maatschappij. De kinderen moeten kunnen uitleggen waarom ze een christen zijn. De kinderen moeten leren om op de adequate manier om kunnen gaan met de diverse media.

9 Hoofdstuk 3 Organistatie 3.1 Organisatieschema VCOHW In de Hoeksche Waard zijn in basisscholen met elkaar gefuseerd. Eén van de doelen van de fusie is het versterken van zowel de bestuurlijke structuur als ook de managementstructuur. Tevens moeten deze structuren voldoen aan de eisen van de nieuwe wet Goed onderwijs, goed bestuur en de bepalingen van de Code Goed Bestuur. Door middel van gekozen bestuursvorm wordt hier voor beide aspecten op een adequate wijze invulling aan gegeven. Het organisatieschema voor de VCOHW ziet er als volgt uit. Algemene ledenvergadering GMR Bevoegd gezag Toezichthoudend/dagelijks bestuur e Bovenschoolse directie Goudswaard Locatieleider Team Locatieraad Klaaswaal Locatieleider Team Maasdam Locatieleider Team Oud-Beijerland Locatieleider Team Puttershoek Locatieleider Team Locatieraad Locatieraad Locatieraad Locatieraad Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering MR MR MR MR MR Voor een korte toelichting op de verschillende actoren binnen de bestuurlijke structuur verwijzen we naar het bestuurlijk beleidskader hoofdstuk 3.

10 3.2 Organisatieschema Eben-Haëzerschool Binnen de VCOHW functioneert de Eben-Haëzerschool in Oud-Beijerland. Op de Eben-Haëzerschool werken we met drie bouwen, de onder-, midden-, en de bovenbouw. Elke bouw wordt geleid door een bouwcoördinator. Elke bouw heeft ook een eigen intern begeleider. Het organisatieschema van de Eben-Haëzerschool ziet er als volgt uit. Voor een korte toelichting op de verschillende actoren binnen de Eben-Haëzerschool verwijzen we naar de schoolgids hoofdstuk 3.

11 Hoofdstuk 4 Omgevings- en schoolfactoren 4.1. Identiteit De Eben-Haëzerschool ziet het als haar opdracht om op grond van de Bijbel en de daarop gefundeerde Drie Formulieren van Enigheid bij te dragen aan de opvoeding van de leerlingen en aan hun vorming tot zelfstandige persoonlijkheden die hun burgerschap verstaan. Identiteitsprofiel. Op de Eben-Haëzerschool is het identiteitsprofiel zoals dat door de besturenorganisatie VGS november 2010 is gepubliceerd voor personeel en bestuur van toepassing. Bijbel Wij ontvangen de Bijbel voor heilig en canoniek en geloven dat zonder enige twijfel alles wat daarin staat waar is. De Eben-Haëzerschool hanteert uitsluitend de Statenvertaling. Drie formulieren van Enigheid Tijdens de synode van zijn de zogenaamde Drie Formulieren van Enigheid als klassiek gereformeerd belijden aanvaard. Dit zijn de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordste Leerregels. Omdat deze formulieren in alles overeenkomen met de Bijbel onderschrijven wij ze onvoorwaardelijk, en verwerpen wat daarmee in strijd is. Kerk De Zoon van God vergadert door Zijn Geest en Woord uit het gehele menselijke geslacht een gemeente, die tot het eeuwige leven is uitverkoren. Deze gemeente beschermt en onderhoudt Hij ook. Op grond van de Bijbel en de belijdenis behoren kinderen als lidmaten van de gemeente gedoopt te worden. Personeelsleden van de Eben-Haëzerschool zijn (belijdende) lidmaten van de: Christelijk Gereformeerde Kerken; Gereformeerde Gemeenten; Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Hersteld Hervormde Kerk; Protestantse Kerk in Nederland (gemeenten die zich bijzonder verbonden weten met de gereformeerde belijdenisgeschriften) (Vrije) Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland Toekomst Allen die Christus en al Zijn weldaden door een waar geloof aannemen, verwachten het eeuwige leven. Het onderwijs op de Eben-Haëzerschool wordt door deze realiteit gestempeld. Dat blijkt uit de grote plaats die het godsdienstonderwijs inneemt. Tien geboden Onze waarden en normen vinden we samengevat in de tien geboden. Hier naar te leven is onze blijvende opdracht.

12 4.2 Positie school in de samenleving De maatschappijvisie van de Eben-Haëzerschool is te typeren door: enerzijds begrip en betrokkenheid en anderzijds distantie (namelijk vanuit het besef dat de maatschappij waarin wij leven net als wijzelf zondig en tijdelijk is). Deze spanningsvolle houding tegenover de maatschappij wordt ook aan de leerlingen meegegeven. De Eben-Haëzerschool richt zich op een christelijk burgerschap. Dat wil zeggen dat leerlingen vanuit een Bijbelse visie worden voorbereid op het participeren in een pluriforme, multiculturele maatschappij. De Eben-Haëzerschool wil leerlingen leren de Bijbel concreet gestalte te geven in een christelijke levenshouding. Leerlingen worden gestimuleerd om niet het eigenbelang als uitgangspunt te nemen, maar zelfstandig en actief verantwoordelijkheid te dragen voor de belangen van de gemeenschap in en buiten de school. Belangrijke aspecten daarbij zijn vreemdelingschap, rentmeesterschap, respectvolle houding en leven in eeuwigheidsperspectief. Vanuit deze optiek wordt het personeel gezien als medeopvoeder, gezagsdrager en identificatiefiguur in en buiten de school.

13 Hoofdstuk 5 Visie en strategische keuzes 5.1 Identiteit ICT Opbrengst evaluatie Het bewustmaken van de kinderen om op een verantwoorde wijze met ICT en media om te gaan is een nieuw aspect wat in het vorige schoolplan niet naar voren kwam. Ouders vragen in de ouderenquête om kinderen op een nuttige en verantwoorde wijze om te laten gaan met de computer. Verantwoording keuzes In het BBK wordt bij 6.D.6 verwoord dat kinderen beschikken kennis, attitudes en vaardigheden waardoor ze als Christenen kunnen functioneren in de maatschappij anno Daarbij wordt specifiek gedacht aan: seksuele opvoeding, omgang met media, verwoorden van het Bijbels gedachtengoed. Dit staat ook verwoord bij het maatschappelijke aspect van onze visie. Doelen - Er is Ict- en mediabeleid voor leerkrachten -De leerlingen kunnen op een verantwoorde en positief kritische wijze omgaan met moderne media. (BBK 6.D.3) Activiteiten 1 SeVo Opbrengst evaluatie De achterliggende jaren zijn we schoolbreed gestart met het geven van lessen seksuele vorming met behulp van de methode Wonderlijk gemaakt. Tijdens het ouderpanel spraken ouders hun waardering uit voor de gepaste wijze waarop deze lessen worden vormgegeven. De ervaring in klas leert dat we als leerkracht verstandig om moeten gaan met vragen die kinderen stellen. Verantwoording keuzes In het BBK wordt bij 6.D.6 verwoord dat kinderen beschikken kennis, attitudes en vaardigheden waardoor ze als Christenen kunnen functioneren in de maatschappij anno Daarbij wordt specifiek gedacht aan: seksuele opvoeding, omgang met media, verwoorden van het Bijbels gedachtengoed. Doelen -De kinderen ontvangen seksuele vorming op basis van Bijbelse opvattingen. Activiteiten - Het gebruik van de methode Wonderlijk gemaakt wordt geoptimaliseerd. Normen en waarden Opbrengst evaluatie In de achterliggende schoolplanperiode hebben we aandacht besteed aan normen en waarden, aan omgangs- en fatsoensregels. Er is echter een onvoldoende cultuuromslag bij de leerkrachten gekomen. Het blijkt van belang om schoolbreed en niet groepsbreed- hier aandacht aan te 1 Normaliter worden er geen activiteiten opgenomen in het schoolplan. M.b.t. de activiteiten kan worden opgemerkt dat deze voorlopig zijn en gezien dienen te worden als een hulpmiddel om goede ideeën van nu te onthouden voor de toekomst.

14 besteden. Verantwoording keuzes Leerkrachten en leerlingen verhouden zich tot elkaar binnen een gezagsrelatie. Binnen deze gezagsrelatie is de leerling respect en eerbied verschuldigd aan de leerkacht. Daarnaast vinden we het belangrijk dat leerlingen op een verantwoorde wijze omgaan met de ander en het andere. Doelen -De leerlingen tonen respect en eerbied t.o.v. de ander en het andere. Activiteiten -Voor de omgangs- en fatsoensregels is er een doorgaande lijn in de school. -De maandregel wordt geactualiseerd. - Er wordt gewerkt aan didactische vaardigheden, regels en routines en communicatie met leerlingen. Woord en Daad Opbrengst evaluatie Ouders, leerkrachten en kerkenraden wijzen op het belang van een leven met God. Daarvoor is meer nodig dan alleen verstandelijke kennis. Leerlingen leven veel en gemakkelijk in twee werelden. Hieruit vloeit voort dat kinderen geholpen moeten worden bij het uitdragen van hun mening en het verantwoorden van keuzes op grond van de Bijbel. Bij de lessen SeVo wordt hier al aandacht aan gegeven, dit moeten we verder uitwerken naar andere terreinen. Verantwoording keuzes Het onderwijs heeft ten diepste tot doel dat de kinderen een nieuw leven in Christus mogen ontvangen en daardoor uit genade mogen weten het eigendom te zijn van Christus. Dan leren ze ook hun vertrouwen op de Heere te stellen. Leerkrachten geven de Bijbelse waarden en normen een plek in alle lessen. (BBK 6.K.2.5) Doelen - De leerlingen zijn toegerust om vanuit een christelijk traditie en overtuiging hun plaats in de geseculariseerde samenleving in te nemen - De leerkrachten open met en voor de kinderen vensters op de hemel. Activiteiten - Bijbelse begrippen uitleggen - Bezinningsavonden met de lokale raad continueren - Aandacht voor het gebed en eerbiedregels 5.2 Onderwijs en zorg Onderwijs Engels Opbrengst evaluatie In de vorige schoolplanperiode zijn we Engels gaan geven in de groepen 1-8 met behulp van de methode My name is Tom. Op dit moment werken we in groep 8 met de methode van groep 7, dit betekent dat de methode nog verder de organisatie in moet zakken. Om goed Engels te kunnen geven is het van belang dat leerkrachten de Engelse taal voldoende beheersen. Dat is nu onvoldoende het geval. Ouders waarderen het dat we als school Engels geven, ze vragen wel om verbetering van het onderwijsniveau. Daarnaast is het van belang dat we als organisatie goed weten wat onze doelen zijn met het vak Engels.

15 Verantwoording keuzes Engels is tegenwoordig van groot belang. Omdat onze leerlingen buiten de school minder met Engels in aanraking komen dan andere kinderen, hebben onze leerlingen in het reformatorisch voortgezet onderwijs meer problemen met Engels. Daarom hechten wij er waarde aan dat dit aandacht krijgt binnen onze scholen. (BBK 6.D.2) Doelen -Er is een doorlopende leerlijn van PO naar VO. -De docenten zijn bevoegd en bekwaam om Engels op het gewenste niveau te geven. De kwaliteitszorg rondom voor Engels is vormgeven en de randvoorwaarden zijn op orde. Activiteiten -We voeren de methode My name is Tom stapsgewijs in. -We organiseren VCOHW-breed studiemiddagen rondom Engels. -In groep 7 en 8 nemen we de cito-toets Engels af om zicht te krijgen wat het effect is van wat we doen. We onderzoeken aan welke opbrengsten/resultaten ons Engels onderwijs moet voldoen. Exemplarisch onderwijs Opbrengst evaluatie De achterliggende periode zijn we als school bezig geweest met het optimaliseren van het onderwijsconcept exemplarisch onderwijs. Er is een positieve ontwikkeling geweest om het gedachtegoed van exemplarisch onderwijs breder in te zetten dan alleen bij de exempels. Zo worden in de groepen 5-8 alle lessen geschiedenis gegeven vanuit dit gedachtegoed. Leerkrachten ervaren een verzadiging als het gaat om nascholing rond dit thema. Verantwoording keuzes De methode Wondering the World en Venster op Nederland zijn ontwikkeld voor het reformatorisch onderwijs. (BBK 6.K.2.1) Leerkrachten geven de Bijbelse waarden en normen een plek in alle lessen. (BBK 6.K.2.5) Doelen De leerling- en leerkrachtvaardigheden voor exemplarisch onderwijs zijn geborgd. -Bij natuuronderwijs geven we eigentijds onderwijs, we voldoen minimaal aan de kerndoelen en er is verbinding met de identiteit van de school. Activiteiten -We voeren de methode Wondering the World in. -We onderzoeken of we de nascholing VCOHW-breed vormgeven. Rekenen Opbrengst evaluatie In de groepen en is de nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen 4 ingevoerd. Dit verloopt naar tevredenheid. De niveauscores van deze toetsen zijn momenteel boven de gestelde norm. Verantwoording keuzes De resultaten van de leerlingen voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. (Indicatoren BBK 6.D.1) Doelen

16 We vervolgen het implementeren en borgen van Wereld in Getallen 4 en stellen ons als doel dat de implementering en borging aan het eind van de schoolplanperiode afgerond is en de methode Wereld en Getallen 4 een vast onderdeel van ons onderwijs geworden is. Activiteiten - De methode Wereld in Getallen 4 borgen in groep De methode Wereld in Getallen 4 implementeren en borgen in groep Zorg Hoog/meerbegaafdheid Opbrengst evaluatie De achterliggende schoolplanperiode hebben we een kleine start gemaakt met het aanbieden van uitdagend reken- en taalonderwijs aan meer/hoogbegaafde leerlingen. Uit de ouderenquête blijkt dat ouders dit waarderen. De orthopedagoog merkt op dat de school in vergelijking met andere scholen ver is met differentiëren en hoogbegaafdheid. Aandachtspunt is de communicatie vanuit school richting de ouders. Verantwoording keuzes Op de scholen is zoveel als mogelijk zorg op maat voor alle leerlingen. (BBK 6.K.1.3) Doelen -Meer-/Hoogbegaafde leerlingen worden tijdig gesignaleerd en krijgen onderwijs op maat. Activiteiten - Communicatie richting ouders. - Een commissie hoogbegaafdheid heeft hierin de leiding. Passend onderwijs Opbrengst evaluatie Leerkrachten voelen zich onvoldoende bekwaam in het omgaan met gedragsproblemen. In de ouderenquête bevestigen ouders dit gevoelen. Daarnaast is er onvoldoende kennis bij leerkrachten van het inspectiekader en het ondersteuningsprofiel waarin zaken gezegd worden over het handelen van leerkrachten. Verantwoording keuzes In het inspectiekader en ondersteuningsprofiel worden vaardigheden benoemd die de leerkracht moet beheersen om passend onderwijs voldoende gestalte te geven. Mede gelet op het feit dat per 1 augustus 2014 passend onderwijs van kracht is geworden stemmen leraren de instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. (BBK 7.D.1.1) Doelen Leerkrachten beschikken over kennis, attitudes en vaardigheden om passend onderwijs gestalte te kunnen geven. Activiteiten -Jaarlijks wordt er een moment georganiseerd waar alle leerkrachten van de VCOHW hun kennis en signaleringsvermogen kunnen vergroten. -De IB-ers worden voldoende geschoold om hun taak uit te kunnen voeren. - Eenmaal in de vier jaar wordt het OSP herzien. Kijk Opbrengst evaluatie In de achterliggende schoolplanperiode is de onderbouw gestopt met het PLVS ZIEN en zijn ze gestart met het observatiesysteem KIJK.

17 Verantwoording keuzes De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. (BBK 6.D.1) Doelen De onderbouwleerkrachten maken optimaal gebruik van het observatiesysteem KIJK. Activiteiten - Optimaliseren weekplanning - Duidelijke afspraken maken overgang - Materialen aanschaffen t.b.v. Kijk Openstellen van parnassys Opbrengst evaluatie Tijdens het ouderpanel werd de vraag gesteld of we het portaal voor ouders in Parnassys willen openstellen zodat ze inzage hebben in de cijfers van hun kind(eren). Daarnaast onderzoeken we nu de mogelijkheid om van drie naar twee rapporten te gaan. Verantwoording keuzes We weten dat deze mogelijkheid bestaat en willen onderzoeken wat hier de voor- en nadelen van zijn. Daarnaast is in het BBK geformuleerd dat de ouders betrokken zijn bij de school en optimaal op de hoogte gehouden worden van de leervorderingen van hun kinderen. Doelen We nemen een besluit of Parnassys wel of niet wordt opengesteld voor ouders. Activiteiten We onderzoeken de voor- en de nadelen van het openstellen van Parnassys voor ouders om daarna een besluit te nemen. ZIEN! Opbrengst evaluatie Na jaren gebruik zijn leerkrachten nog niet enthousiast over ZIEN! Het is subjectief. Er wordt door leerkrachten veel energie gestopt in het invullen van de observatielijst, vervolgens wordt er weinig gedaan met de uitkomst. De leerlingen vullen de leerlingvragenlijst in, deze blijkt wel nuttig. Verantwoording keuzes We zijn van mening dat inspanning en resultaat met elkaar in verhouding moeten staan. Daarnaast is er ontzettend veel geld in geïnvesteerd. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. (BBK 6.D.1) Doelen Het pedagogisch leerlingvolgsysteem ZIEN! heeft toegevoegde waarde Activiteiten

18 5.3 Personeel en organisatie Personeelsbeleid Opbrengst evaluatie De afgelopen jaren hebben we ons conform de schoolontwikkeling geprofessionaliseerd in onder meer Exemplarisch Onderwijs, Engels en contacten met ouders. Tijdens studiemiddagen, vergaderingen en in de praktijk geven we deze ontwikkeling gestalte. Om deze ontwikkeling goed gestalte te geven, werken we met twee Veranderteams (VAT), het VAT Engels en het VAT Exemplarisch Onderwijs. Verder is er binnen het team een aantal collega s dat zich op eigen initiatief verder professionaliseert ten dienste van de school door middel van een cursus of coaching. Het management bevordert de professionalisering van de individuele collega door de functioneringsgesprekken meer diepgang te geven. Om dit te bewerkstelligen zijn de afgelopen periode, in nauw overleg met de collega s, competentieprofielen gemaakt. Ter informatie: zowel in de onderbouw als in de middenbouw is een vrouw coördinator en in de bovenbouw is de coördinator een man. We zijn tevreden als alle personeelsleden minimaal 80 uur aantoonbaar aan professionalisering hebben besteed. Verantwoording keuzes De scholen houden zich aan de CAO-PO. (BBK 7.K.1) Leraren moeten hun bekwaamheden systematisch onderhouden. (BBK 7.D.1.3) Alle leraren krijgen jaarlijks minimaal één formeel (beoordelings- en/of functionerings)gesprek met concrete afspraken over bekwaamheidsonderhoud en loopbaanontwikkeling. (BBK 7.D.1.4) De startende leraren zijn tevreden over de begeleiding. (BBK 7.D.1.5) Doelen - De wijzigingen (o.a. m.b.t. de 40-urige werkweek, de gesprekkencyclus, de professionalisering) in de CAO worden in het schoolbeleid verwerkt. Activiteiten -De gesprekkencyclus wordt geoptimaliseerd en geïmplementeerd. -We volgen de ontwikkelingen t.a.v. het lerarenregister en voldoen aan de wettelijke eisen. -De consequenties van de nieuwe cao; o.a. taakbeleid, nascholingsbeleid, vitaliteitsbeleid?? worden verenigingsbreed vormgegeven. -Er komt een inwerkplan voor nieuwe leerkrachten geldend voor alle scholen binnen de VCOHW. - Collega s kunnen zich blijvend individueel verder professionaliseren ten dienste van de school. Professionele cultuur Opbrengst evaluatie Het is een wens van de collega s om bij de voortduur van en met elkaar te leren ten behoeve van de eigen beroepspraktijk. Het is dan van belang om helder en open te communiceren met elkaar, wat alles samenhangt met een professionele cultuur. Verantwoording keuzes We werken gericht aan de professionele cultuur (BBK 11.D.5) Doelen -Op school is er een professionele cultuur. Activiteiten - Komende jaren gaan we als VCOHW met elkaar in gesprek om criteria voor een professionele cultuur op te stellen en verbetering hiervan verder uit te werken. - Het eigenaarschap van Engels en exemplarisch onderwijs wordt door middel van een veranderteam laag neergelegd in de organisatie. - We moeten elkaars kwaliteiten kennen en benutten.

19 Samenwerken VCOHW Opbrengst evaluatie In de achterliggende schoolplanperiode is de VCOHW tot stand gekomen. Er is een start gemaakt met samenwerken vanuit de gedachte dat we van elkaar kunnen leren. De ervaring is dat de Eben- Haëzerschool t.o.v. andere scholen een voorsprong heeft in de schoolontwikkeling met als gevolg vooral dienstbaar te zijn van andere scholen. De achterliggende periode is samengewerkt rondom de gesprekkencyclus, Engels en is er een studiemiddag Parnassys georganiseerd. Daarnaast organiseert de VCOHW eenmaal per jaar een gezamenlijke studiemiddag rondom een thema. Verantwoording keuzes Om ook op verenigingsniveau optimaal te kunnen profiteren van elkaars kwaliteiten is het van belang dat er tussen de scholen wordt samen gewerkt. De scholen onderhouden daartoe een overlegstructuur, leren van elkaar en delen in elkaars successen. (BBK 11.D.6) Doelen -Rondom onderwijs- en ondersteuningsspecifieke zaken trekken we waar mogelijk verenigingsbreed op. Activiteiten - Rondom Engels, IB, hoogbegaafdheid en de gesprekkencyclus trekken we gezamenlijk op. - De PDCA-cyclus wordt geoptimaliseerd door het maken van jaarplannen in relatie tot het schoolplan.

20 5.4 Financiën Rondom het thema financiën zijn er geen innovaties. Het beleid wordt conform de formulering in het BBK uitgevoerd. Het bevoegd gezag aanvaardt geen geldelijke en/of materiële bijdrage, niet zijnde op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen of ouderbijdragen, waardoor het verplichtingen op zich neemt die ertoe leiden dat kinderen in de periode dat ze op school zijn met bepaalde activiteiten moeten meedoen dan wel met bepaalde zaken worden geconfronteerd.

21 5.5 Huisvesting en beheer Rondom het thema huisvesting en beheer zijn er geen innovaties. Het beleid wordt conform de formulering in het BBK uitgevoerd.

22 5.6 Communicatie Communicatie met belanghebbenden Opbrengst evaluatie Het VGS, Berseba, kerkenraden, de middelbare scholen (Willem van Oranje en Wartburg), de orthopedagoog en de ouders geven aan dat ze tevreden zijn over de communicatie. Verantwoording keuzes Vanuit de wetenschap dat het anno nu van belang is helder, open en tijdig te communiceren met ouders en andere belanghebbenden willen we hier blijvend aandacht aan besteden. In hoofdstuk 10 van het BBK wordt verwoord dat de interne en externe relaties een eerlijk beeld moeten ontvangen van de activiteiten op school. Doelen -We willen de leerling tot zijn recht laten komen en daarvoor is een goede relatie tussen school en belanghebbenden van belang. Door de medewerkers van de school wordt er HOT gecommuniceerd. Helder, open en tijdig. -We onderzoeken de wenselijkheid en de mogelijkheid van het openstellen van Parnassys voor ouders. Activiteiten -Aandacht besteden aan oudercommunicatie. Oudercommissie Opbrengst evaluatie Als school hebben we diverse activiteiten die georganiseerd worden door de school zelf die niet direct te maken hebben met het primaire proces. Voorbeelden hiervan zijn koningsspelen, boeken plastificeren, een schoolontbijt. Bij ons op school is het op dit moment de verantwoordelijkheid van de leerkracht. Praktijkverkeerslessen worden op dit moment vormgegeven door enthousiaste ouders. Verantwoording keuzes Uit de RI&E blijkt dat de leerkracht een hoge werkdruk ervaart. Omringende scholen laten dergelijke activiteiten organiseren door een oudercommissie. Vanuit onze visie om verantwoordelijkheden laag neer te leggen in de organisatie en we het belangrijk vinden om ouders te betrekken bij de schoolactiviteiten willen we de mogelijkheid onderzoeken om te komen tot een oudercommissie. We Doelen - Op school is een goed functionerende oudercommissie. Activiteiten -We onderzoeken de mogelijkheid, de wenselijkheid en de taken van een oudercommissie.

23 5.7 Kwaliteitszorg Rondom het thema kwaliteitszorg zijn er geen innovaties. Het beleid wordt conform de formulering in het BBK uitgevoerd. Berseba en FPO Regio Rijnmond houden mede toezicht op de kwaliteit van het onderwijs.

24 BIJLAGE 1: Bestuurlijk beleidskader BIJLAGE 2: Ondersteuningsprofiel Bestuurlijk beleidskader van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de Hoeksche Waard Bestuurlijk beleidskader vastgesteld 21 januari 2015 en goedgekeurd op 28 januari 2015

25 Inhoudsopgave 1. Inleiding Historie Bestuursvorm Documentenstructuur Identiteit Onderwijs Personeel en organisatie Financiën Huisvesting en beheer Communicatie Kwaliteitszorg... 47

26 1. Inleiding Eind 2011 heeft een besturenfusie plaatsgevonden tussen vijf scholen, te weten: - School met de Bijbel te Goudswaard - Groen van Prinstererschool te Klaaswaal - Rehobothschool te Maasdam - Eben-Haëzerschool te Oud-Beijerland - Petrus Datheenschool te Puttershoek Vanaf 1 januari 2012 maken deze scholen deel uit van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de Hoeksche Waard (VCO HW). Deze besturenfusie was aanleiding tot het schrijven van een nieuw bestuurlijk beleidskader. Een beleidskader waarin is vastgelegd op welke wijze de governance binnen de vereniging is geregeld en op welke wijze het besturen en toezicht houden vorm hebben gekregen. Uitgangspunt hierbij vormt de wet Goed onderwijs, goed bestuur waarin is aangegeven dat er een scheiding moet zijn tussen bestuur enerzijds en intern toezicht anderzijds. Het bestuur draagt de verantwoordelijkheid voor de resultaten van de scholen alsook voor de wijze waarop deze resultaten tot stand komen. In dit document wordt haar visie hierop in hoofdlijnen weergegeven. De meer gedetailleerde uitwerking is te vinden in de diverse beleidsdocumenten. Het bestuurlijk beleidskader geeft onder meer inzicht in: - De wijze waarop scheiding van toezicht en bestuur is gerealiseerd en de daarbij behorende rolverdeling c.q. verantwoordelijkheden - De onderscheiden beleidsterreinen, de doelen die zijn geformuleerd en de kaders waarbinnen het beleid dient te worden uitgevoerd - De benodigde informatiestromen, de frequentie en de belanghebbenden - De risico s en de beheersingsmaatregelen - De wijze waarop verantwoording wordt afgelegd Het bestuurlijk beleidskader is geen doel op zich. Goed bestuur draagt bij aan goed onderwijs voor ieder kind. Daar gaat het uiteindelijk om. Goed bestuur realiseren we niet door het schrijven en vaststellen van een beleidskader. Goed bestuur is vooral een kwestie van gedrag en cultuur. Binnen de scholen en de vereniging moet een cultuur heersen waarin men elkaar aanspreekt op gedrag dat niet overeenkomt met onze (bestuurlijke)principes. De Heere geve Zijn onmisbare zegen ook over ons bestuurlijk handelen en Hij lere ons daarin te zoeken naar Zijn eer en het welzijn van onze leerlingen.

27

28 2. Historie De vijf scholen die vanaf 1 januari 2012 bestuurlijk zijn gefuseerd waren voor die tijd zelfstandige scholen onder een eigen bevoegd gezag (zgn. éénpitters). Elke school had zijn eigen bestuurlijk beleidskader. De bestuurlijke praktijk en de wijze waarop de verhoudingen tussen bestuur en management waren geregeld was divers. Het bestuursconcept varieerde van een vergaande vorm van sturen op hoofdlijnen tot een meer uitvoerend bestuur. Eén van de doelen van de fusie was het versterken van zowel de bestuurlijke structuur alsook de managementstructuur. Tevens moesten de eisen van de nieuwe wet Goed onderwijs, goed bestuur en de bepalingen van de Code Goed Bestuur, op een goede wijze ingevuld worden op de diverse scholen. De nieuwe structuur (Raad van Beheer model) biedt daartoe goede mogelijkheden. De verschillende scholen hebben een onderscheiden ontstaansgeschiedenis. Ook de plaats die de school inneemt in de lokale gemeenschap is niet in alle gevallen gelijk. Van belang is dat de couleur locale gehandhaafd blijft en dat leerlingen en hun ouders, alsook andere belanghebbenden zich in de plaatselijke school blijven herkennen en dat zij zich daar thuis voelen. Ook dat draagt bij aan goed onderwijs voor ieder kind. Alle plaatselijke scholen hebben daarom tenminste één vertegenwoordiger in het intern toezichtorgaan zodat op die manier de link tussen het bevoegd gezag en de plaatselijke school maximaal gestalte krijgt. Ook de locatieraad speelt daarin een belangrijke rol. Zonder het verleden te vergeten en het goede wat ons daarin op de verschillende scholen gegeven is klein te achten, spreken wij de wens uit dat de nieuwe structuren er ook toe zullen bijdragen dat het reformatorisch onderwijs in de Hoeksche Waard op de verschillende plaatsen nog tot in lange jaren behouden mag blijven.

29 3. Bestuursvorm Zoals in hoofdstuk 2 reeds is aangegeven, is een van de doelen van de fusie het versterken van zowel de bestuurlijke structuur als ook de managementstructuur. Tevens moeten deze structuren voldoen aan de eisen van de nieuwe wet Goed onderwijs, goed bestuur en de bepalingen van de Code Goed Bestuur. Door middel van gekozen bestuursvorm wordt hier voor beide aspecten op een adequate wijze invulling aan gegeven. Het organisatieschema is als volgt te visualiseren. Algemene ledenvergadering Bevoegd gezag GMR Bovenschoolse directie Goudswaard Locatieleider Team Locatieraad Klaaswaal Locatieleider Team Maasdam Locatieleider Team Oud-Beijerland Locatieleider Team Puttershoek Locatieleider Team Locatieraad Locatieraad Locatieraad Locatieraad Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering Lokale leden vergadering MR MR MR MR MR Hieronder volgt een korte toelichting op de verschillende actoren binnen de bestuurlijke structuur.

30 Algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering (ALV) wordt gevormd door alle leden van VCO HW. De ALV kiest de onbezoldigde toezichthoudende leden in het bevoegd gezag. Alle leden geven bij hun aanmelding aan bij welke locatie zij zich het meest verbonden voelen. Naast stemrecht op de algemene ledenvergaderingen hebben de leden tevens stemrecht op de lokale ledenvergadering van de locatie waarvan zij hebben aangegeven zich het meest verbonden te voelen. De lokale ledenvergadering kiest de locatieraadsleden. Bevoegd gezag Het bevoegd gezag bestaat uit: AB ers DB ers, waarvan er een de directeur-bestuurder is De scheiding tussen toezicht houden en besturen is vorm gegeven middels een functionele scheiding : de AB ers en de DB ers vormen samen het bevoegd gezag (Collectief bestuur) in het zogenaamde one tier model. In de statuten en het reglement bestuur zijn de verschillende rollen / functies verder uitgewerkt. De directeur-bestuurder fungeert als de linking-pin tussen het bestuur en management, tussen beleid en uitvoering. De directeur-bestuurder is als bestuurder medeverantwoordelijk voor het initiëren en vaststellen van nieuw beleid en is na vaststelling en goedkeuring van het beleid, als directeur verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid. Directie De directie bestaat uit de directeur-bestuurder en de locatieleiders. De directie wordt ondersteund door een managementassistente. De directeur-bestuurder is tevens de voorzitter van de directie en is verantwoordelijk voor alle bovenschoolse zaken. Binnen de directie kan gewerkt worden met portefeuilles waarvoor een directielid verantwoordelijk voor is. Lokale scholen Op de lokale scholen is de locatieleider integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. De locatieraad is, binnen de in de statuten genoemde en met het bevoegd gezag afgesproken kaders zoals vastgelegd in de reglementen locatieraad en identiteit, verantwoordelijk voor de identiteit en de verbinding van de achterban van de plaatselijke school en het bevoegd gezag (G)MR De MR geeft het bevoegd gezag gevraagd en ongevraagd advies inzake lokale aangelegenheden en binnen de wettelijke bevoegdheden en de gemaakte afspraken in het MR-reglement. De MR is samengesteld uit ouders en leerkrachten van de desbetreffende locatie. De GMR bestaat uit een afvaardiging van de MR s en functioneert binnen de wettelijke bevoegdheden en de gemaakte afspraken in het GMR-reglement.

31 4. Documentenstructuur De statuten, de reglementen, het bestuurlijk beleidskader, en de bestuurlijke jaaragenda zijn de basisdocumenten voor onze vereniging. In deze basisdocumenten wordt verwezen naar ondersteunende documenten. Alleen de beleidsdocumenten die noodzakelijk zijn om goed te kunnen besturen en toezicht te houden zijn uitgereikt aan het bevoegd gezag. Dit zijn de volgende documenten: 1. Statuten 2. Algemeen reglement 3. Locatiereglement 4. Bestuurlijk beleidskader 5. Schoolplannen afzonderlijke scholen Statuten Huishoudelijk regelement Bestuurlijk beleidskader Schoolplan Gdswrd Schoolplan Klwl Schoolplan Msdm Schoolplan Obl Schoolplan Pthk

32 5. Identiteit Missie De onder ons bestuur vallende scholen bieden ouders en leerlingen goed, eigentijds primair onderwijs, gebaseerd op de reformatorische grondslag zoals verwoord in de statuten van onze schoolvereniging. Visie Onze scholen willen de leerlingen toerusten voor de reis door het leven. Dit toerusten omvat een viertal deelgebieden: 1. Het levensbeschouwelijke aspect: Het onderwijs heeft ten diepste tot doel dat de kinderen een nieuw leven in Christus mogen ontvangen en daardoor uit genade mogen weten het eigendom te zijn van Christus. Dan leren ze ook hun vertrouwen op de Heere te stellen. 2. Het sociaal-emotionele aspect: Het onderwijs heeft als doel kinderen te vormen die in staat en bereid zijn als mens sociaal-emotioneel optimaal te functioneren in alle verbanden die het leven kent. 3. Het cognitieve aspect: Het onderwijs heeft als doel de cognitieve ontwikkeling van de kinderen optimaal te laten verlopen, opdat ze hun gaven en talenten ontwikkelen en gebruiken. 4. Het maatschappelijke aspect: Het onderwijs heeft als doel de kinderen kennis, vaardigheden en houdingen mee te geven waarmee zij in de maatschappij hun verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen. Kaders 5.K.1 De benoeming van het personeel moet voldoen aan de statuten en het reglement personeelsbenoeming. Hiermee wordt de identiteit van de lokale school behouden en gestalte gegeven. 5.K.2 De toelating van leden tot de vereniging moet voldoen aan de statuten. De toelating van leerlingen moet voldoen aan de statuten en het identiteitsreglement van de locatieraad. Hiermee wordt de identiteit van lokale school behouden en gestalte gegeven en is er samenhang tussen leer en leven (doopbelofte gestalte kunnen geven). 5.K.3 Samenwerking op bestuursniveau of op onderwijskundig terrein met derden is mogelijk als de identiteit van de school niet in het geding komt en het een meerwaarde oplevert voor de school of voor de reformatorische gezindte. Hiermee wordt voorkomen dat er activiteiten plaatsvinden die niet sporen met de identiteit van de school.

33 5.K.4 Bij statutenwijzigingen en mogelijk toekomstige fusies en/of andere vormen van samenwerking(sverbanden) zal het bevoegd gezag zich maximaal inspannen om het respecteren van de grondslag voor de toelating van kinderen voor Goudswaard te behouden. Hiermee wordt redelijkerwijs de kern van de identiteit van de school in Goudswaard, een Bijbelse boodschap hebben voor alle kinderen van het dorp, geborgd. Doelen 5.D.1 Alle personeelsleden geven aan dat ze zich in leer en leven blijvend verbonden weten aan de grondslag van de school. Hiermee borgen we mede het reformatorisch karakter van onze scholen. Indicator: 1. Alle personeelsleden onderschrijven het identiteitsprofiel voor het reformatorisch onderwijs (VGS). 2. Leerlingen geven er blijk van dat hun op de school vanuit de Bijbel gewezen is op de mogelijkheid en de noodzaak om wedergeboren te worden. 5.D.2 Betrokkenheid van ouders en kerken bij de school. De vereniging hecht grote waarde aan de betrokkenheid van onze ouders en kerken. Een goed wederzijds contact is van wezenlijk belang om het onderwijs aan de leerlingen gestalte te kunnen geven. Er moet zowel van de kant van de ouders als van de kant van de school sprake zijn van een wederzijds vertrouwen en wederzijdse betrokkenheid. Ook hiervan is de concretisering vastgelegd in het betreffende, lokaal geldende, reglement identiteitsonderwerpen. Indicator: Minstens 85% van de betrokkenen is hierover tevreden.

34 6. Onderwijs Inleiding Ieder kind is door God geschapen met zijn eigen gaven en talenten. Maar ook met zijn eigen behoefte aan onderwijs, zorg en begeleiding. We vinden het belangrijk om het onderwijs te laten aansluiten bij de talenten en behoeften van de leerlingen waarbij het met elkaar leren niet verloren mag gaan. Kaders 1. Algemeen 6.K.1.1 De scholen voldoen aan de eisen van WSNS. De eisen zijn in gezamenlijkheid met de scholen die in WSNS participeren opgesteld en alle scholen hebben zich daaraan gecommitteerd. 6.K.1.2 Als de normindicatoren van de inspectie voldoende zijn, hoeft er over de andere indicatoren niet gerapporteerd te worden. Hiermee passen we de risicobenadering toe die de inspectie ook toepast. Hierdoor wordt de verantwoordingslast minder. 6.K.1.3 Op de scholen is zoveel als mogelijk zorg op maat voor alle leerlingen. Hiermee sluiten we zoveel mogelijk op de talenten en behoeften van de leerlingen aan. 2. Identiteit Onze identiteit willen we als een zuurdesem in onze school laten zijn. Dit betekent het volgende: 6.K.2.1 Scholen maken bij voorkeur gebruik van methoden die ontwikkeld zijn voor het reformatorisch onderwijs. 6.K.2.2 Innovaties dienen binnen de identiteit van de school te passen 6.K.2.3 Op iedere school worden minimaal drie keer per week Bijbelse geschiedenissen verteld 6.K.2.4 Iedere school kan laten zien wat er voor Bijbelse geschiedenis geleerd wordt. 6.K.2.5 Leerkrachten geven de Bijbelse waarden en normen een plek in alle lessen. Doelen 1. Wettelijke eisen

35 6.D.1 Het onderwijs voldoet aan de normen die de overheid stelt in het toezichtskader PO/VO, Staatscourant nr en in het bestuursakkoord PO van 17 januari Onze identiteit verplicht ons kwaliteit te leveren De houding om kwalitatief goed werk te willen leveren is een Bijbelse houding. Dat komt ook tot uitdrukking in de Heidelbergse Catechismus, antwoord 124: opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren als de engelen in de hemel. Indicator: Alle scholen hebben het basisarrangement, ieder kwaliteitsaspect scoort boven gemiddeld. Dit betekent dat alle scholen voldoen aan de volgende normindicatoren van de inspectie (de laatste twee cijfers komen overeen met het inspectiekader): * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Waarbij: > De niveauwaarden van de tussentijdse citotoetsen, op de vier hoofdvakgebieden, begin groep 8 minimaal op 3,5 liggen > Minimaal 20% leerlingen hoger scoort dan 545 op de eindtoets van het Cito > Alle leerkrachten opbrengstgericht werken > Voor de leerlingen in groep 1 en 2 ook doelen zijn geformuleerd. > Er maatwerk is voor excellente leerlingen * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Waarbij: > De meerderheid van de tussentijdse opbrengsten voldoende is > Scholen ouders stimuleren om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties > Scholen de opbrengsten meten van vroegschoolse educatie voor zover van toepassing * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen * De school voert de zorg planmatig uit. 2. Engelse taal 6.D.2 Leerlingen zijn toegerust om Engels in het voortgezet onderwijs te kunnen volgen.

36 Engels is tegenwoordig van groot belang. Omdat onze leerlingen buiten de school minder met Engels in aanraking komen dan andere kinderen, hebben onze leerlingen in het reformatorisch voortgezet onderwijs meer problemen met Engels. Daarom hechten wij er waarde aan dat dit aandacht krijgt binnen onze scholen. Indicator: De leerlingen die van onze scholen afkomen scoren minimaal gemiddeld op de instaptoets Engels die in het voortgezet onderwijs wordt afgenomen 3. ICT 6.D.3 De leerlingen leren op een verantwoorde en positief kritische wijze omgaan met moderne media. Het gebruik van multimedia is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Daarom willen we leerlingen leren om hiermee op een verantwoorde wijze om te gaan. Indicator: Elke school leert de leerlingen mediawijsheid conform de notitie mediabeleid van de school. 4. Vorming De leerlingen volgen op onze scholen christelijk onderwijs op reformatorische grondslag. Ouders hebben bij de doop beloofd hun kinderen in de voorzijde leer op te zullen voeden. De school is een verlengstuk van de opvoeding thuis. 6.D.4 De leerlingen worden de Bijbelse waarden en normen in de volle breedte van het onderwijs bijgebracht. Indicator: 1. De leerlingen ervaren dat Gods Woord leidend is in het onderwijs en schoolleven 2. De leerlingen werken samen aan opdrachten 6.D.5 De leerlingen leren hun gaven ten nutte te stellen aan God en de naaste. Indicator: De leerkrachten organiseren activiteiten waarbij aandacht is voor ieders gaven en talenten 6.D.6 De kinderen beschikken als ze van school gaan over de kennis, attitudes en vaardigheden waardoor ze als Christenen kunnen functioneren in de maatschappij anno Daarbij wordt specifiek gedacht aan: seksuele opvoeding, omgang met media, verwoorden van het Bijbels gedachtengoed. Indicator: De leerkrachten werken aantoonbaar aan de bovenstaande doelen.