Inspectierapport Nader onderzoek

Transcriptie

1 Inspectierapport Nader onderzoek Kinderdagverblijf Pomponella Boterzwin WH JULIANADORP Registratienummer Toezichthouder: GGD Hollands Noorden In opdracht van gemeente: Den Helder Datum inspectie: 27 juni 2016 Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 05 juli 2016

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 7 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening Gegevens toezicht van 10

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing De kwaliteit van de opvang van kinderen is van grote invloed op hun ontwikkeling. Daarom stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan de kinderopvangorganisaties op o.a. het gebied van de pedagogische praktijk en het beleid, (inzet van voldoende) personeel, groepsgrootte, veiligheid en gezondheid, de accommodatie en ouderrecht in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). Jaarlijks worden verplicht alle kindercentra (minimaal) één maal bezocht in het kader van de naleving Wko, door een toezichthouder van de GGD, op aanwijzen van de gemeente waarin de kinderopvanginstelling zich bevindt. Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een terugblik op de vorige constateringen en een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het huidige nader onderzoek. Op de laatste pagina s van het rapport staat een overzicht van de getoetste inspectie-items uit de Wko. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar De locatie Kinderdagverblijf Pomponella is een kleinschalige, particuliere kinderopvangorganisatie, waar maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar tegelijk opgevangen worden in één stamgroep. Het kinderdagverblijf is sinds november 2014 in exploitatie en gelegen in Julianadorp. Pomponella is eigendom van twee houders, die ook als beroepskracht werkzaam zijn. De organisatie is groeiende, waardoor naast deze twee beroepskrachten één andere (inval)beroepskracht ingezet kan worden. Inspectiegeschiedenis In oktober 2014 heeft een onderzoek voor registratie plaatsgevonden, waarna Pomponella opgenomen werd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). In maart 2015 vond de eerste inspectie plaats, binnen drie maanden na start exploitatie. Hierbij werd niet voldaan aan de voorwaarde: 'De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode'. Hierop is het advies 'Handhaven' gegeven aan de gemeente. Een nader onderzoek vond plaats in juli 2015, gericht op de hierboven genoemde voorwaarde. Aan de betreffende voorwaarde werd daarbij voldaan. Tijdens het jaarlijks onderzoek dat op 18 maart 2016 plaatsvond, werd niet voldaan aan voorwaarden horende bij de items Pedagogisch beleid en Beroepskracht-kindratio. Het advies tot handhaven dat daarbij gegeven is, is wederom gevolgd door een nader onderzoek. Dat betreft dit huidig onderzoek. Aanleiding onderzoek De gemeente Den Helder heeft opdracht gegeven tot een nader onderzoek op de tekortkomingen die zijn geconstateerd tijdens het jaarlijks onderzoek van 18 maart De inspectie Dit nader onderzoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden op 27 juni 2016, met een bezoek aan de locatie. Het betrof gedeeltelijk een documentenonderzoek en gedeeltelijk een onderzoek naar praktijk. De toezichthouder heeft een gesprek gevoerd met beide houders, het aangepast pedagogisch werkplan is opgevraagd en na de inspectie aan de toezichthouder gezonden en er heeft een check plaatsgevonden van de beroepskracht-kindratio. De houders zijn op de hoogte gesteld van de bevindingen. 3 van 10

4 Conclusie De tekortkomingen zijn opgeheven. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 10

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wko gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Tijdens dit nader onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op tijdens de jaarlijkse inspectie ontbrekende inhoud. Citaat uit het inspectierapport van 18 maart 2016: Naar aanleiding van de observatie bij Pomponella, is de voorwaarde 'Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.' negatief beoordeeld. Specifiek gaat het om het beschrijven van de werkwijze. Het volgende was hiertoe de aanleiding. Een baby van 3 maanden werd, nadat het uit bed gehaald en verschoond was, in de box gelegd. Vier andere kinderen gingen aan tafel om te lunchen; zij werden begeleid door een beroepskracht. De tweede beroepskracht haalde een ander kind uit bed en verschoonde het. Na ongeveer 10 minuten begon de baby te huilen. Dit huilen duurde ongeveer 5 minuten, voordat een beroepskracht aandacht aan het kind besteedde. De toezichthouder heeft in het pedagogisch beleidsplan opgezocht hoe de werkwijze is omschreven, betreffende de emotionele veiligheid bij baby's. Het volgende is omschreven: Hoofdstuk 2.1, Welbevinden: 'we spreken uit dat we zien hoe een kind zich voelt, bijv. ik zie dat je boos/verdrietig/teleurgesteld etc. bent'. Hoofdstuk 4.3, sociale competentie ontwikkelen: 'we gaan in op verdriet van de kinderen en laten merken dat we zien wat er aan de hand is. Door naar het kind toe te gaan, gelegenheid geven om te huilen en te zeggen, wat heb jij verdriet, vind je het zo jammer dat mama weggaat'. Hoofdstuk 6.2 Sensitiviteit: 'we benoemen gevoelens van de kinderen, ik zie dat jij verdrietig bent etc. We vragen aan het kind of hij getroost wil worden door ons. Wil hij niet getroost worden dan blijven wij in de buurt zodat hij wel naar ons toe kan komen als hij daar behoefte aan heeft'. Deze omschrijvingen zijn tijdens de observatie met de huilende baby niet waargenomen, aangezien geen contact werd gemaakt met de baby en/of zijn niet concreet genoeg voor baby's omschreven. Niet uitgesproken werd, tijdens de 5 minuten huilen, dat de beroepskrachten zagen hoe het kind zich voelde, dat het verdriet had. Ook werd bijvoorbeeld niet bekeken of het kind wellicht niet goed lag of dat het ergens last van had. Er werd niet ingegaan op het verdriet van het kind; men liet niet merken dat gezien werd dat er iets aan de hand was. Het gevoel van de baby werd tussentijds niet benoemd; men liet niet blijken dat het door had dat het kind huilde. Wat mist in de omschrijvingen binnen het pedagogisch beleidsplan is hoe specifiek met verschillende leeftijden omgegaan wordt. In de werkwijze worden wel zaken omschreven, maar deze zijn algemeen en voornamelijk toepasbaar bij iets oudere kinderen (die kunnen zeggen of er iets loos is) en niet specifiek voor baby's, ofwel kinderen van 0-1 jaar. De toezichthouder wil benadrukken, dat afgezien van deze situatie, de pedagogische praktijk goed uit de verf kwam. Veel zaken worden benoemd door de beroepskrachten en zij verwoorden in de meeste situaties de bedoelingen van het kind. De situatie is met beide beroepskrachten besproken. Zij gaven aan dat zij hadden afgesproken, dat de beroepskracht die aan het lunchen was met de kinderen, aan tafel zou blijven. De andere beroepskracht zou zich, na het verschonen van een ander kind, richten op de huilende baby. Met een van de beroepskrachten is overeengekomen dat extra aandacht besteed zal worden in het pedagogisch beleidsplan aan een concrete beschrijving in observeerbare termen, hoe om te gaan met baby's, als aanvulling op de omschreven competenties. 5 van 10

6 Naderhand is telefonisch overleg geweest met een van de houders. Afgesproken is dat in de komende periode uitbreiding plaats zal vinden van het pedagogisch beleidsplan, in ieder geval met betrekking tot de omgang met baby's. In de handhavingsbrief van de gemeente Den Helder, d.d. 17 mei 2016, is het volgende aangegeven: "U dient de beschreven werkwijze in het pedagogisch beleid aan te passen en een concrete beschrijving, in observeerbare termen te geven van hoe er wordt omgegaan met baby s, als aanvulling op de omschreven competenties. U dient dit binnen de hersteltermijn toe te zenden aan mevrouw J. Kramer van de GGD en aan mevr. R. Meissner. Pedagogisch beleid Tijdens dit nader onderzoek is beoordeeld of de werkwijze betreffende omgaan met (huilende) baby's omschreven is. Het werkplan van Pomponella is inderdaad uitgebreid met een omschrijving van bovenstaande in het hoofdstuk 'Omgaan met baby's'. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw T. Pompert en mevrouw P. Pompert, houders Pomponella) Pedagogisch werkplan ( ) 6 van 10

7 Personeel en groepen Binnen de Wko gelden eisen voor de inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding. Tijdens dit nader onderzoek is de volgende voorwaarde beoordeeld: Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Citaat uit het inspectierapport van 18 maart 2016: In het werkplan is het volgende omschreven: 'Om half 7 begint de eerste leidster, zij mag alleen op de groep staan tot 9 uur, dan komt er een tweede leidster. Dit houdt in dat de eerste leidster vanaf 8 uur met teveel kinderen op de groep kan staan. Mocht er bij de telling vooraf blijken dat er toch al eerder te veel kinderen zijn, dan wordt de tweede leidster eerder ingezet. Er wordt om gekeken naar het aantal kinderen, maar ook naar de situatie of er een leidster naar huis kan. Bijv. als er maar 6 kinderen op de groep zijn, maar is het toch nog hectisch, dan blijft de leidster langer. Tussen de middag nemen de leidsters een half uur pauze, dan staat er dus een leidster alleen op de groep. Hierbij wordt ook gekeken naar de rust op de groep. Bijv. op een moment dat er veel kinderen op bed liggen.' Op maandag 7 maart 2016 was de volgende situatie van toepassing: om 7.15 uur een beroepskracht aanwezig; het kindaantal loopt voor 9 uur op tot acht kinderen (een van 0 jaar; drie van 1 jaar; een van 2 jaar; drie van 3 jaar); hiervoor zijn twee beroepskrachten nodig; in het kindercentrum is één beroepskracht aanwezig; er is geen tweede volwassene in het kindercentrum om 9.00 uur begint de tweede beroepskracht. In de hierboven geschetste situatie wordt niet voldaan aan de voorwaarde: 'Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.' Een tweede beroepskracht/volwassene was niet in het pand aanwezig. Deze situatie is met een van de houders besproken. Zij heeft aangegeven, dat deze situatie daadwerkelijk plaatsgevonden heeft en dat dit vaker voorgekomen is. In de handhavingsbrief van de gemeente Den Helder, d.d. 17 mei 2016, is het volgende aangegeven: "U dient er te allen tijde voor te zorgen dat als er slechts één beroepskracht wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio, er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig is." Beroepskracht-kindratio Tijdens dit nader onderzoek is beoordeeld of de omschrijving in het werkplan aangepast is en hoe dit zich uitte in de praktijk in de afgelopen periode. In het werkplan, bij het hoofdstuk Pedagogisch medewerkers is het volgende omschreven: "... Zij mag alleen op de groep staan tot 9 uur, dan komt er een tweede pedagogisch medewerker. Mocht er bij de telling vooraf blijken dat er al eerder 6 of meer kinderen zijn, dan wordt de tweede pedagogisch medewerker ingezet op het moment dat er 7 kinderen binnen zijn. Hierbij wordt gelet op de leidster-kind ratio. Tussen en gaan de pedagogisch medewerkers pauze houden, als de groepsgrootte dit toelaat. " De toezichthouder wil hierbij benadrukken, dat niet het aantal kinderen leidend is bij de berekening van de inzet van het aantal beroepskrachten, maar de leeftijd van de kinderen. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op ( In de praktijk is gekeken naar de daadwerkelijke inzet van het aantal beroepskrachten in de ochtenduren. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. 7 van 10

8 Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw T. Pompert en mevrouw P. Pompert, houders Pomponella) Presentielijsten (juni 2016) Personeelsrooster (juni 2016) Werkplan, van 10

9 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 10

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Pomponella Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf Pomponella Adres houder : Boterzwin 3437 Postcode en plaats : 1788 WH JULIANADORP KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hollands Noorden Adres : Postbus 9276 Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw J. Kramer Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Den Helder Adres : Postbus 36 Postcode en plaats : 1780 AA DEN HELDER Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Hoor en wederhoor Zienswijze houder : Niet van toepassing : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 10