BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG. van de plenaire vergadering van VRIJDAG 7 JUNI (voormiddagvergadering)

Transcriptie

1 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van VRIJDAG 7 JUNI 2002 (voormiddagvergadering) Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.

2 2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG INHOUD ARBITRAGEHOF REKENHOF - Inzage- en informatierecht van de parlementsleden MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL Activiteitenverslag 2001 INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE VERNIEUWING VAN HET RECHTSCOLLEGE INOVERWEGINGNEMINGEN ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ARTIKELEN 98 EN 100 VAN HET WETBOEK VAN DE MET DE INKOMSTENBELASTINGEN GELIJKGESTELDE BELASTIN- GEN; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKING- SAKKOORD TUSSEN HET VLAAMS GEWEST, HET WAALSE GEWEST EN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BETREFFENDE DE INVOERING VAN EEN VERMINDERING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) OP GROND VAN DE EMISSIE- NORM VAN DE MOTOR OF DE AARD VAN DE INSCHRIJVINGSBRANDSTOF, MET INACHTNEMING VAN DE FISCALE NEUTRALITEIT EN TER VOORKOMING VAN DE CON- CURRENTIE TUSSEN DE GEWESTEN OP HET VLAK VAN DE INSCHRIJVING VAN DE VOER- TUIGEN Algemene bespreking (Sprekers: mevr. Adelheid Byttebier, de heren Alain Adriaens, François Roelants du Vivier, Joseph Parmentier en de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET VERDRAG VAN NICE HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, DE VER- DRAGEN TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN SOMMIGE BIJHO- RENDE AKTEN. Algemene bespreking (Sprekers : de heren Jean-Pierre Cornelissen, rapporteur, François Roelants du Vivier, mevrouw Julie de Groote en de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen) Aanneming van de artikelen. Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting

3 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG 3 ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE OVERENKOMST TUS- SEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK ARMENIE, DE REGERING VAN BURKINA FASO, HET KONINKRIJK SAUDI- ARABIE, DE FEDERALE ISLAMISTISCHE REPUBLIEK DER COMOREN EN DE REPUBLIEK KROATIE, ANDERZIJDS, INZAKE DE WEDERZIJDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVES- TERINGEN Samengevoegde algemene bespreking (Spreekster: mevr. Caroline Persoons, rapporteur) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET PROTOCOL, GEDAAN TE BRUSSEL OP 22 SEPTEMBER 1998, TOT AANVULLING VAN DE BENELUX-OVEREEN- KOMST INZAKE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING TUSSEN TERRITORIALE SAMENWERKINGSVERBANDEN OF AUTORITEITEN MET GEMEENSCHAPPELIJKE MEMO- RIE VAN TOELICHTING Algemene bespreking (Spreekster: mevr. Caroline Persoons, rapporteur) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE EUROPEES-MEDITER- RANE OVEREENKOMST WAARBIJ EEN ASSOCIATIE TOT STAND WORDT GEBRACHT TUS- SEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN HUN LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN DE ARABISCHE REPUBLIEK EGYPTE, ANDERZIJDS Algemene bespreking (Spreekster: mevr. Caroline Persoons, rapporteur) Aanneming van de artikelen. VOORSTEL VAN RESOLUTIE HOUDENDE HET GEWESTELIJK BELEID INZAKE RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK IN DE OPENBARE SECTOR Bespreking (Sprekers: mevr. Marie-Jeanne Riquet, rapporteur, mevr. Adelheid Byttebier, mevr. Béatrice Fraiteur, de heer Michel Moock en mevr. Geneviève Meunier) Aanneming van de consideransen en de streepjes van het dispositief. INTERPELLATIE van de heer Alain Daems (opdracht in het kader van de stadsvernieuwing van de GOMB) tot de heer François- Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek) (Sprekers: de heren Alain Daems, Alain Bultot, Michel Lemaire en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek)

4 4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Voorzitter: mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 9.40 uur geopend. ARBITRAGEHOF De Voorzitter.- Verscheidene mededelingen worden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan. Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen. REKENHOF Inzage- en informatierecht van de parlementsleden De Voorzitter.- Bij brief van 30 mei 2002 zendt het Rekenhof, met toepassing van artikel 34 van zijn Reglement van Orde van 5 februari 1998, het antwoord van het Rekenhof van 29 mei 2002 op de brief van 22 mei 2002 van de heer Joël Riguelle in het kader van het inzage- en informatierecht van de parlementsleden. MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL Activiteitenverslag 2001 De Voorzitter.- Bij brief van 31 mei 2002 zendt de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, in uitvoering van artikel 13 van de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het activiteitenverslag 2001 van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel. - Verwijzing naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen. INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE De Voorzitter.- Op 31 mei 2002 werd het ontwerp van ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en diensten voor verhuur van wagens met chauffeur (nr. A-302/1-2001/2002) ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. - Verzonden naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen. Op 5 juni 2002 werden volgende ontwerpen van ordonnantie ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : 1. Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met : de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, met de Bijlagen I, II, III, IVa, IVb, IVc, Va, Vb, VI en VII, met de Protocollen 1, 2, 3, 4 en 5 en met de Slotakte, opgemaakt te Luxemburg op 9 april 2001 (nr. A-303/1-2001/2002). 2. Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met : de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, met de Bijlagen I, II, III, IVa, IVb, IVc, IVd, IVe, IVf, Va, Vb, VI, VII en VIII, met de Protocollen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en met de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 29 oktober 2001 (nr. A- 304/1-2001/2002). - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. VERNIEUWING VAN HET RECHTSCOLLEGE De Voorzitter.- Bij brief van 6 juni 2002 heeft de heer François-Xavier de Donnea, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, mij meegedeeld dat de regering een wijziging heeft aangebracht in de voordracht van de negen leden van het Rechtscollege die hij op 22 mei 2002 heeft overgezonden. Aangezien op de agenda een geheime stemming over die aangelegenheid is ingeschreven, zal het Bureau in uitgebreide samenstelling na afloop van de plenaire vergadering van vanmorgen samenkomen om kennis te nemen van de nieuwe voordracht. INOVERWEGINGNEMINGEN De Voorzitter.- Aan de orde is de stemming over de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van mevrouw Béatrice Fraiteur tot invoering van het label van "groene gemeente" (nr. A-298/1-2001/2002) en van het voorstel van ordonnantie van de heer Alain Adriaens, mevrouw Dominique Braeckman en mevrouw Geneviève Meunier tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 1991 betreffende het gebruik van pesticiden (nr. A-300/1-2001/2002). Aangezien niemand het woord vraagt, worden de voorstellen in overweging genomen en verzonden naar de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid. Aan de orde is de stemming over de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Denis Grimberghs tot wijziging van artikel 212 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten (nr. A-299/1-2001/2002). Aangezien niemand het woord vraagt, wordt het voorstel in overweging genomen en verzonden naar de commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken.

5 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ARTIKELEN 98 EN 100 VAN HET WET- BOEK VAN DE MET DE INKOMSTENBELASTIN- GEN GELIJKGESTELDE BELASTINGEN EN ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKING- SAKKOORD TUSSEN HET VLAAMSE GEWEST, HET WAALSE GEWEST EN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BETREFFENDE DE INVOERING VAN EEN VERMINDERING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) OP GROND VAN DE EMISSIENORM VAN DE MOTOR (ZOALS BEPAALD IN DE RICHTLIJN 98/ 69/EG VAN 13 OKTOBER 1998) OF DE AARD VAN DE INSCHRIJVINGSBRANDSTOF, MET INACHTNEMING VAN DE FISCALE NEUTRALI- TEIT EN TER VOORKOMING VAN DE CONCUR- RENTIE TUSSEN DE GEWESTEN OP HET VLAK VAN DE INSCHRIJVING VAN DE VOERTUIGEN Algemene bespreking De Voorzitter.- Bij brief van 29 mei 2002 deelt de heer Serge de Patoul, rapporteur, mee dat hij verwijst naar zijn schriftelijk verslag. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Ik feliciteer de minister met dit initiatief. Het is duidelijk dat de groenen minder auto s willen, maar ook wensen dat de auto s die er dan toch zijn milieuvriendelijker en performanter zijn. Wij zijn ook verheugd dat de vermindering van de BIV voor milieuvriendelijke auto s met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2002 wordt ingevoerd. Ik hoop dat dit principe ook wordt doorgetrokken naar de verkeersbelasting, die nu een gewestelijke belasting is geworden. Ik weet dat daarover al een princiepsakkoord werd bereikt in het overlegcomité. Het is daarbij verheugend dat de euro-nulnorm zou worden bestraft. Indien deze maatregel niet spoedig wordt doorgetrokken naar de verkeersbelasting, zullen wij dit probleem aan de orde brengen tijdens het brede debat over de fiscaliteit. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- U weet dat er over deze materie altijd samenwerkingsakkoorden nodig zijn. Brussel is wel eerst met het voorstel om ook de hybriede voertuigen en de voertuigen op elektriciteit en gas fiscaal vriendelijker te behandelen. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Ik wens de minister veel succes. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- De Ecolo-fractie is tevreden met dit ontwerp, dat een vorm van milieuheffing invoert. Het ontwerp is het gevolg van de regionalisering van een aantal heffingen in het kader van de Lambermontakkoorden en kwam sneller tot stand dan op federaal niveau. Volgens de auditeur-generaal van Financiën zal de balans voor de jaren 2003 en 2004 lichtjes negatief uitvallen. Een positief resultaat valt pas tegen 2005 te verwachten. De maatregel zal het koopgedrag immers pas beïnvloeden op het moment dat nieuwe voertuigen op de markt worden gebracht. Als je besluit dat de verbruikers passief zijn, stap je af van het basisprincipe van de milieuheffing : het stimuleren van gedragsveranderingen. Uiteraard wenst Ecolo dat de overschakeling naar voertuigen die niet vervuilen, vlugger verloopt en daarom zou ik de regering willen vragen om een informatiecampagne die de burgers wijst op de voordelen van aankoop van niet vervuilende voertuigen. Als ik zie welke grootschalige campagne wordt gevoerd rond een zwart monster dat in de lucht plast en uiteraad niet erin slaagt de Brusselaars ervan te overtuigen dat het prettig is om, ongeacht hun inkomsten, een belasting van BF te betalen, maak ik de bedenking dat het geld voor fiscale reclame veel beter zou kunnen worden besteed. Degenen die hierbij zullen winnen, zijn zij die een nieuwe auto kopen die aan de Euro 4-norm voldoet, en at voordeel zal worden gecompenseerd door de verhoging van de BIV voor oude tweedehandswagens. Wie koopt er oude tweedehandsauto s? De minstgegoede sociale klassen natuurlijk. De maatregel, die aan de ene kant positief is, zou dus voor anderen negatieve gevolgen kunnen hebben. Ik vraag dan ook dat de regering oog zou hebben voor dit aspect van het probleem en dat over 3 jaar wordt nagegaan of moet worden vastgehouden aan de verhoging van de BIV voor tweedehandsauto s, die voortvloeit uit artikel 3 van deze ordonnantie, als blijkt dat er geen sprake is van het door de minister naar voren gebrachte regulerende effect dat ervoor zorgt dat de prijs van een goed daalt als de belasting erop stijgt of vice versa. De minister voor Leefmilieu heeft in het openbaar bepaalde tekortkomingen van de ordonnantie betreurd, onder meer het gebrek aan aandacht voor elektrische voertuigen. Een elektrisch voertuig is inderdaad niet vervuilend op de plaats waar het rijdt, maar dat geldt niet voor de plaats waar de elektriciteit wordt opgewekt. Gezien het verlies bij de omzetting en bij het vervoer van de elektrische energie zou een uitvoerige milieustudie heel nuttig zijn vooraleer elektrische voertuigen, als ook voertuigen op LPG en voertuigen met een lage CO2 uitstoot, worden bevoordeeld. Onze opmerkingen zijn constructief en mijn fractie zal uw ontwerp goedkeuren. De heer François Roelants du Vivier (in het Frans).- Ik sluit me aan bij de gelukwensen van de vorige spreker. Het ontwerp is een intelligente vorm van milieuheffing die thuishoort in het kader van de toepassing van het Kyotoprotocol. Onze minister van Leefmilieu was hiervoor reeds lang vragende partij. Ik ben blij dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de aanzet gaf tot de gelijkschakeling van de Euronorm voor de drie gewesten. Toch is het jammer dat er geen oplossing werd gevonden om de vermindering van de belastin op de inverkeerstelling uit

6 6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG te breiden tot andere voertuigcategorieën die voldoen aan de Euro 4-norm. Wat is de regering van plan met de wagens op elektriciteit of waterstof en de hybride wagens? Brussel moet het voorbeeld blijven geven in het samenwerkingsakkoord dat hiertoe zou kunnen worden gesloten. De heer Joseph Parmentier (in het Frans).- De Franstalige socialisten zullen deze ontwerpen van ordonnantie betreffende de vermindering van de belasting op de inverkeerstelling voor milieuvriendelijkere voertuigen goedkeuren, ook omdat zulks alleen een werkwijze bevestigt die het federale Ministerie van Financiën al heeft ingevoerd. Wij hebben immers vernomen dat het verlaagd tarief van de BIV voor Euro 4 voertuigen reeds sedert enkele weken wordt gehanteerd. Men heeft ons deze verlaging dus enigszins opgedrongen, terwijl wel wij in feite nauwelijks iets weten over de werkelijke weerslag ervan, zowel op het stuk van het leefmilieu als op dat van de begroting. Deze maatregel zal een meevaller zijn die vooral ten goede zal komen van vennootschappen die hun voertuigenpark systematisch vernieuwen na afloop van leasingcontracten. Voertuigen die niet aan die normen voldoen, zullen nog wel verkocht worden, zelfs in nieuwe staat, maar waarschijnlijk tegen een lagere prijs dan de huidige om te kunnen concurreren met de voertuigen die wel recht geven op de vermindering. Wie lager op de sociale ladder staat en zich de aankoop van een recent voertuig niet kan veroorloven, is de dupe. Daarbij komt dat voertuigen die te veel vervuilen nu reeds door de technische controle van de openbare weg worden gebannen. Voertuigen waarvoor dat fiscaal voordeel niet geldt, zullen aanzienlijk in prijs dalen naar het voorbeeld van wat enkele jaren gelden gebeurd is met dieselvoertuigen van meer dan vijf jaar: vele tweedehandswagens van dat type werden verkocht om naar Zuid- en Oost-Europa te worden uitgevoerd. De moraal van het verhaal is dat door zulke fiscale maatregelen de vervuiling verschuift naar landen waar de milieuwetgeving minder sterk is uitgewerkt dan de onze. Ten slotte hebben wij de indruk dat het bijzonder moeilijk zal zijn te controleren of aan de criteria van de EURO IV-norm is voldaan, aangezien de technische diensten van het federaal Ministerie van Verkeerswezen vooral zullen steunen op de gegevens die de autoconstructeurs zelf meedelen. Wij pleiten er dus voor de werkelijke gevolgen van deze maatregel regelmatig te evalueren en daarmee reeds eind 2002 te beginnen. Kan de minister bevestigen dat de constructeurs van het Ministerie van Economische Zaken de erkenning betreffende de naleving van de Euro 4-normen nog niet hebben ontvangen voor hun verschillende automodellen? De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Dat is een kleine stap in de goede richting en een maatregel die bijna geen weerslag heeft op de begroting van ons Gewest. Er wordt een akkoord van de regering verwacht tegen 20 juni. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- De regering zal op 20 juni beslissen en in de herfst de discussie daaromtrent aanvatten. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik wens dat de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling opgenomen worden in het akkoord over de hervorming van de gewestbelastingen. (Applaus van CHD) De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Het fiscaal bevoordelen van de minst ver- vuilende voertuigen is een goede maatregel voor het leefmilieu. Minister Gosuin heeft er een sleutelelement van gemaakt in het "Klimaat"- en het "Lucht"plan. Het plan voorziet dat er minder vervuilende voertuigen in de gewestadministraties zullen worden ingezet. Het samenwerkingsakkoord over de herziening van de BIV lokt heel wat commentaar uit. Door de huidige bepalingen worden de voertuigen die op LPG rijden tweemaal bevoordeeld, want bovenop de premie die de federale regering toekent, wordt tevens een vermindering van de BIV vooropgesteld. Sommige voertuigen worden echter aangedreven door andere brandstoftypes met minder vervuilende uitstoot, zoals aardgas en elektriciteit. Uit een recent uitgevoerde studie blijkt dat aardgas in termen van uitstoot duidelijk minder vervuilend is dan een voertuig op diesel dat beantwoordt aan de Euro 4-norm. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Die alternatieven zijn evenwel nog niet gecommercialiseerd. Daarom zijn zij niet opgenomen in het samenwerkingsakkoord. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Dat sluit niet uit dat die commercialisering er in de toekomst wel komt, en dat we haar nu reeds in de wet voorzien. Het fundamentele probleem is echter dat we de voorliggende regeling geërfd hebben van een federaal akkoord. Iedereen weet dat, als men daar iets wil aan veranderen, men weer iedereen rond de tafel moet krijgen en de hele procedure opnieuw doorlopen. Het blijft in elk geval verbazen dat de nieuwe mogelijkheid niet werd opgemerkt op de andere niveaus. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Blijkbaar is Brussel, met het onderzoek van de VUB en de ULB, een voortrekker ter zake. Ik stel voor dat we de alternatieve mogelijkheden bij amendement opnemen. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Dat kan. Het is belangrijk dat bij dergelijke discussies vanaf het begin niet alleen Financiën, maar ook Leefmilieu wordt betrokken. Wij

7 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI hebben alvast geregeld dat dit bij ons voortaan het geval zal zijn. (Verder in het Frans) De regering heeft onvoldoende gebruik gemaakt van artikel 6 van de Europese richtlijn dat de Lidstaten in staat stelt homologatienormen te bepalen voor voertuigen op alternatieve brandstof. Er is een duidelijke discriminatie tussen de voertuigen waarop het akkoord van toepassing is en de nieuwe technologieën die nog milieuvriendelijker zijn. Bovendien zouden sommige federale regeringsleden tegen het gebruik van elektriciteit zijn omdat die door kernenergie wordt opgewekt. Nochtans belooft de federale staatssecretaris de ontmanteling van de centrales en de overschakeling op alternatieve opwekkingsmethodes. Waarom wordt het gebruik van voertuigen op aardgas niet aangemoedigd, terwijl men er op rekent dat het verbruik van deze brandstof de komende jaren zal stijgen? In zijn advies over het ontwerp van ordonnantie onderstreept de Raad van State dat dergelijke discriminatie met redenen moet worden omkleed. Het samenwerkingsakkoord werd inderhaast gesloten en Minister van Leefmilieu Gosuin betreurt dat hij niet bij deze werkzaamheden werd betrokken. Ik heb op eigen initiatief mijn collega s uit de twee andere gewesten ontmoet. In de Brusselse regering en met de twee andere gewesten is in een akkoord gesloten om de vermindering van de belasting op de inverkeerstelling ook te laten gelden voor andere technologieën. Die kwestie zal worden voorgelegd aan het overlegcomité, zodat een uitwisseling kan plaatsvinden met de andere betrokken bevoegdheidsniveaus. Ik heb in een brief aan mijn gewestcollega s hun steun gevraagd voor de herziening van het samenwerkingsakkoord. Een intergewestelijke werkgroep zou de fiscaliteit ruimer kunnen onderzoeken, zodat er maatregelen kunnen worden gevonden die goed zijn voor het leefmilieu die tevens vanuit economisch en sociaal oogpunt verantwoord zijn. Mijn eerste verslag over de milieubelasting op voertuigen, dat ik in 1996 aan de federale regering heb voorgelegd, zou als basis kunnen dienen voor het debat. De vraag naar de gevolgen van die maatregel voor de prijs van de tweedehandsvoertuigen heeft tot lange discussies geleid onder de ministers van Financiën. Zij heeft echter een tijdelijk averechts effect. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Ik wens te verduidelijken dat ook de voertuigen op vloeibaar aardgas, net zoals de voertuigen op LPG, in aanmerking komen voor de vermindering van de BIV. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Wanneer plant u de ordonnantie inzake de verkeersbelasting? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Mag ik nog enkele uren per nacht slapen... (gelach). Die ordonnantie komt wel op haar tijd. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Nochtans was hierover al vorig jaar een akkoord gesloten. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Dat weet ik. We zijn ermee bezig. - De samengevoegde algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET HET VERDRAG VAN NICE HOU- DENDE WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, DE VER- DRAGEN TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN SOMMIGE BIJBEHO- RENDE AKTEN, MET DE PROTOCOLLEN A, B EN C EN MET DE SLOTAKTE, OPGEMAAKT TE NICE OP 26 FEBRUARI 2001 De heer Jean-Pierre Cornelissen, rapporteur (in het Frans).- De Minister heeft eraan herinnerd dat in het Verdrag van Amsterdam met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie was bepaald dat een intergouvernementele conferentie (IGC) moest worden bijeengeroepen om de instellingen ingrijpend te hervormen. Op de agenda van de IGC stonden drie essentiële punten : de omvang en de samenstelling van de Europese Commissie, de weging van de stemmen in de Raad en de uitbreiding van de zaken waarin met een gekwalificeerde meerderheid beslissingen kunnen worden getroffen. Om te voorkomen dat de Commissie ten gevolge van de uitbreiding te log zou worden, heeft de IGC twee formules in overweging genomen : een bevriezing van het aantal Commissarissen op twintig of de formule van één Commissaris per lidstaat. In het Verdrag van Nice is de vaststelling van het aantal Commissarissen uitgesteld en is voor een evoluerende benadering gekozen. Het huidge systeem geldt totdat de zevenentwintigste lidstaat toetreedt. De Raad zal dan bij eenparigheid van stemmen het aantal leden van de Commissie vaststellen en de regels bepalen van het beurtsysteem van de lidstaten. De voorzitter van de Europese Commissie zal in de toekomst bij een gekwalificeerde meerderheid worden aangewezen. Er is sprake van een gekwalificeerde meerderheid sprake wanneer het besluit een bepaald aantal stemmen krijgt en het door de meerderheid van de lidstaten wordt goedgekeurd. Ook de weging van de stemmen is gewijzigd : de vijf lidstaten met het grootste bevolkingsaantal beschikken over 60%

8 8 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG van de stemmen, terwijl de middelgrote groep, waartoe België behoort, over 29% van de stemmen beschikt. Over de drempel van de gekwalificeerde meerderheid is een ingewikkeld compromis bereikt. De drempel is vastgesteld op 169 stemmen zolang de Unie vijftien lidstaten telt, en wordt opgetrokken tot 258 stemmen naargelang van de uitbreiding. Voor de volgende aangelegenheden is voortaan geen eenparigheid, doch alleen een gekwalificeerde meerderheid vereist : het vrije verkeer van personen; de samenwerking in burgerzaken; de internationale akkoorden op het vlak van de handel in diensten en de commerciële aspecten van de intellectuele eigendom; het industrieeel beleid en de economische en financiële samenwerking met derde landen. Eenparigheid is evenwel nog steeds vereist voor beslissingen inzake heffingen, het sociale beleid, de structuurfondsen en voor het asiel- en immigratiebeleid. In het Verdrag worden voorts wijzigingen aangebracht aan het concept van "versterkte samenwerking" waarvan België een voorstander is : voortaan kan dat reeds zodra ten minste acht lidstaten zulks willen. Voor de samenwerking van de politie en van justitie wordt het vetorecht afgeschaft. Het aantal zetels in het Europees Parlement wordt verhoogd tot 732. België heeft nu nog recht op 22 zetels in plaats van 25. Deze wijziging zal in werking treden vanaf de verkiezingen van Het Parlement krijgt de mogelijkheid om beroep tot nietigverklaring van de besluiten van de instellingen in te stellen zonder verplichting om zich te beroepen op een bijzonder belang, en om een advies aan het Hof van Justitie te vragen over de vraaf of een internationale overeenkomst bestaanbaar is met het Verdrag. In een Unie met 27 leden zal het Comité der Regio s 344 leden tellen. België en Nederland behouden een delegatie van 12 leden. Artikel 163 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt gewijzigd: de leden van het Comité moeten worden verkozen binnen een orgaan of politieke verantwoordelijkheid dragen binnen een assemblee. Hun mandaat loopt ten einde wanneer het mandaat op grond waarvan ze werden aangewezen, verstrijkt. De heer François Roelants du Vivier (in het Frans).- Dat is een positieve evolutie. Sommigen treden nog op als vertegenwoordigers ook al hadden ze geen mandaat meer. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Het maximumaantal leden van de Economische en Sociale Raad wordt vastgesteld op 344. Het juridische systeem wordt gewijzigd qua organisatie en werking. Rechtstreekse beroepen en prejudiciële vragen zullen aan de rechtbank van eerste aanleg kunnen worden toevertrouwd. Zodra de Europese Unie 18 leden telt, zullen alle formele vergaderingen van de Raad in Brussel plaatsvinden. Bij deze twee jaarlijkse vergaderingen moet nog de vergadering van de Raad worden geteld, die in het zog van Lissabon ieder jaar in de lente plaatsvindt. De evolutie na Nice heeft betrekking op de besprekingen over de toekomst van de Unie en gaat onder andere over de afbakening van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten of het statuut van het handvest over de grondrechten. In de verklaring van Laken is de afbakening van de bevoegdheden een van de belangrijke punten. De Duitse Länder, de Vergadering en het Comité van de Regio s ijveren voor deze aflijning en de minister heeft gepleit voor een juist evenwicht om het integratieproces niet te vertragen. Volgens de minister is het resultaat inzake de uitbreiding van de besluitvorming bij meerderheid onvoldoende. De hervorming van het rechtsapparaat en de verbetering van de samenwerkingsvoorwaarden binnen de eerste pijler zijn positief. Volgens mevrouw Mouzon zou de werking van de instellingen duidelijker zijn, als de wetgevende macht zou bestaan uit rechtstreeks gekozen politici. Ze laakte het gebrek aan sociaal beleid en vroeg zich af waarom met dit verdrag zo snel moest worden ingestemd, als de Top van Laken voor verduidelijking kon zorgen. De heer Van Roye legde uit dat Ecolo het Verdrag van Nice na de Top van Laken wenste goed te keuren. Hij somde criteria op waaruit bleek dat het Verdrag van Nice een drievoudige mislukking was. Mevrouw Persoons vroeg zich af of ons Gewest juridisch verplicht was om met het verdrag in te stemmen. Mevrouw Grouwels vond het jammer dat de uitbreiding van het stemmen bij gekwalificeerde meerderheid niet verder ging. Ze onderstreepte dat de samenstelling van het Comité van de Regio s heterogeen bleef en vond dat de Regio s meer bij de besluitvorming moesten worden betrokken. Mevrouw de Groote vraagt een ruim parlementair debat en vindt dat het Verdrag van Nice niet kan worden goedgekeurd vooraleer de resultaten van Laken gekend zijn. De heer Cornelissen onderstreepte dat de Verklaring van Laken en het Verdrag van Nice niet hetzelfde statuut haddden. Aangezien de Belgen overtuigde voorstanders van Europa zijn, dient het Verdrag te worden ondertekend. De bespreking werd toegespitst op de vraag of met het Verdrag al dan niet moest worden ingestemd vr de Top van Laken. Er werd overeengekomen de werkzaamheden van de commissie op te schorten. Die werkzaamheden op 16 mei 2002 hervat. Nadat de Voorzitter erop had gewezen dat de twee federale Kamers hadden ingestemd met de goedkeuring, werden de artikelen en het ontwerp in zijn geheel bij eenparigheid van stemmen van de tien aanwezige leden aangenomen. Mevrouw Julie de Groote (in het Frans).- Iedereen is het erover eens dat het Verdrag van Nice een slecht verdrag is. Mijnheer de minister, u hebt zelf kritiek gekregen over de verwezenlijkingen van Nice inzake de inzet van de uitbreiding.

9 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI Volgens u vormt dit een kleine stap extra in de totstandkoming van een echte Europese Unie, die altijd op die manier is verlopen, met kleine vorderingen. Deze keer gaat uw argument niet op, want de akkoorden van Nice betekenen een fundamentele breuk in de geschiedenis van de Europese eenwording, een stap terug en een desorganisatie van het institutioneel systeem. (Voorzitter: de heer Jean-Pierre Cornelissen) Het Verdrag heeft veel tekortkomingen. De gekwalificeerde meerderheid is niet vereist voor bevoegdheden die nochtans essentieel zijn voor de totstandkoming van een echte Europese Unie, zoals de fiscale harmonisatie of het asiel- en immigratiebeleid, waarvoor eenparigheid vereist blijft. Zo geeft dit verdrag ook aanleiding tot een hernationalisering en tot een intergouvernementele verdunning, in plaats van dan de gemeenschapsgeest te waarborgen. De Commissie wordt niets meer dan een kloon van de Raad en valt ten prooi aan dezelfde nationale rivaliteiten. Wij zijn gekant tegen de bekrachtiging van Nice omdat ze het spoedeisend karakter van de hervorming van de Unie helemaal teniet doet en voer geeft aan de fictie dat ook zonder fundamentele wijzigingen in het uitbreidingsproces vorderingen kunnen worden gemaakt. Ze rechtvaardigt een beperking van het toepassingsgebied van de toekomstige hervorming en houdt een gevaar voor de manoeuvreerruimte van de Conventie. Hoe zouden niet- bindende aanbevelingen immers verder kunnen gaan dan een Verdrag dat zopas werd bekrachtigd? (Applaus) De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Wij hebben een open debat gevoerd over het Verdrag van Nice dat, ondaks zijn onvolkomenheden, een belangrijke stap is naar een volwaardige Unie en naar de uitbreiding. Wie tegen het Verdrag van Nice stemt, stemt tegen Europa. België is samen met Ierland de laatste Staat die dit Verdrag heeft goedgekeurd en ons Gewest is een van de laatste deelgebieden die dat Verdrag nog moeten bekrachtigen. Ik verzoek de Assemblee deze tekst goed te keuren. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE OVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK ARMENIE, ANDERZIJDS, INZAKE DE WEDERZIJDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVES- TERINGEN, OPGEMAAKT TE BRUSSEL OP 7 JUNI ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE OVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REGERING VAN BUR- KINA FASO ANDERZIJDS, INZAKE DE WEDERZI- JDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN, OPGEMAAKT TE BRUSSEL OP 18 MEI ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE OVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE, ENERZIJDS, EN HET KONINKRIJK SAUDI- ARABIE, ANDERZIJDS, INZAKE DE WEDERZI- JDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN, OPGEMAAKT TE JEDDAH OP 22 APRIL ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE OVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE, ENERZIJDS, EN DE FEDERALE ISLAMIS- TISCHE REPUBLIEK DER COMOREN ANDERZI- JDS, INZAKE DE WEDERZIJDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN, OPGEMAAKT TE BRUSSEL OP 18 MEI ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE OVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK KROATIE, ANDERZIJDS, INZAKE DE WEDERZIJDSE BEVORDERING EN BESCHERMING VAN INVES- TERINGEN, OPGEMAAKT TE BRUSSEL OP 31 OKTOBER Algemene bespreking Mevrouw Caroline Persoons, rapporteur (in het Frans).- Aangezien de ontwerpen van ordonnantie in de commissie geen aanleiding hebben gegeven tot opmerkingen, werden ze door de negen leden eenparig aangenomen. - De samengevoegde algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel van de ontwerpen van ordonnantie zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET HET PROTOCOL, GEDAAN TE BRUSSEL OP 22 SEPTEMBER 1998, TOT AANVUL- LING VAN DE BENELUX-OVEREENKOMST INZAKE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWE-

10 10 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG RKING TUSSEN TERRITORIALE SAMENWER- KINGSVERBANDEN OF AUTORITEITEN MET GEMEENSCHAPPELIJKE MEMORIE VAN TOE- LICHTING, ONDERTEKEND TE BRUSSEL OP 12 SEPTEMBER Algemene bespreking Mevrouw Caroline Persoons, rapporteur (in het Frans).- Het ontwerp heeft geen aanleiding gegeven tot enig commentaar en werd door de 9 leden van de commissie eenparig aangenomen. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder bezwaar aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INS- TEMMING MET DE EUROPEES-MEDITERRANE OVEREENKOMST WAARBIJ EEN ASSOCIATIE TOT STAND WORDT GEBRACHT TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN HUN LIDS- TATEN, ENERZIJDS, EN DE ARABISCHE REPU- BLIEK EGYPTE, ANDERZIJDS, MET DE BIJLAGEN I, II, III, IV, V EN VI, MET DE PROTO- COLLEN 1, 2, 3, 4 EN 5 EN MET DE SLOTAKTE, OPGEMAAKT TE LUXEMBURG OP 25 JUNI 2001 Algemene Bespreking Mevrouw Caroline Persoons, rapporteur (in het Frans). - Het ontwerp is door de 9 leden van de commissie eenparig aangenomen. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. VOORSTEL VAN RESOLUTIE HOUDENDE HET GEWESTELIJK BELEID INZAKE RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK (REG) IN DE OPENBARE SEC- TOR Bespreking Mevrouw Marie-Jeanne Riquet, rapporteur (in het Frans).- In de commissie voor de Economische Zaken is een ruime consensus bereikt over het voorstel van resolutie van mevrouw Adelheid Byttebier. Zes andere leden uit de democratische fracties hebben het medeondertekend. Mevrouw Byttebier heeft haar inspiratie gezocht in een tekst die onlangs in het Vlaams parlement is aangenomen. Zij heeft de tekst minder gedetailleerd gemaakt zodat de draagwijdte ervan groter wordt. Het Gewest moet het toonbeeld zijn van rationeel energiegebruik in zijn eigen gebouwen. Mevrouw Béatrice Fraiteur stond erop dat in de tekst kwantificeerbare en verifieerbare doelstellingen zouden worden opgenomen. Minister Tomas, die destijds voor die materie bevoegd was, heeft voor duidelijker doelstellingen gepleit. Hij heeft gepreciseerd dat dit slechts slaat op een klein gedeelte van het energieverbruik in de kantoorgebouwen van het Gewest en dat de beleidsmensen de nodige maatregelen hadden genomen met het oog op een rationeel verbruik bij de aanpassing of de oprichting van gebouwen die eigendom zijn van het Gewest. De uiteenzettingen van de experts worden afgesloten met tabellen houdende algemene aanbevelingen die op alle gebouwen van toepassing zijn, en met een tabel van de werken die aan de bestaande gebouwen zullen worden uitgevoerd. Mevrouw Byttebier heeft het opportuun geacht amendementen op te stellen ter verduidelijking van het voorstel. De 6 ingediende amendementen zijn aangenomen en de geamendeerde tekst is door de 10 aanwezige leden eenparig aangenomen. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- Waar is de Staatssecretaris die ons van antwoord moet dienen? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Ik vertegenwoordig de regering en zal nota nemen van uw vragen. Mevr. Adelheid Byttebier.- Ik heb gelukkig al informeel van de bevoegde staatssecretaris vernomen dat hij dit voorstel van resolutie interessant vindt en dat hij zinnens is er in zijn beleid rekening mee te houden. Anders zou ik bijzonder ontgoocheld zijn over zijn aanwezigheid vandaag. Dit voorstel van resolutie dat rationeel energiebeheer verplicht wil maken voor openbare gebouwen in het Brussels Gewest is natuurlijk voorlopig maar relevant voor een fractie van de kantoorgebouwen in Brussel. De overheid moet echter een voorbeeldfunctie hebben, in de hoop dat ook de privaatmarkt dit voorbeeld overneemt. Aanvankelijk had ik een voorstel van resolutie ingediend in het kielzog van de Week van de Energie, georganiseerd door het Gewest in november Ik wou niet dat de interessante conclusies en de bevindingen van dit project zouden verloren gaan en had dan ook een eerder beperkt voorstel van resolutie opgesteld. Vrij snel daarop bleken nogal wat collega s voor deze materie belangstelling te hebben zodat ik het voorstel van resolutie "iets meer vlees" heb gegeven, zodat er, na de ondertekening door alle democratische partijen, een veel groter politiek draagvlak is ontstaan. Ondertussen was er ook een hoorzitting georganiseerd waarop het thema nog verder was uitgediept geworden. In het voorstel dat we vandaag bespreken wordt er een verplichting opgelegd om jaarlijks een vooruitgangsrapport op te stellen inzake rationeel energieverbruik in de openbare

11 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI gebouwen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en om dit rapport te laten bespreken in dit parlement. Bedoeling van dit rapport is na te gaan in welke mate de investeringen met het oog op rationeel energieverbruik vruchten afwerpen. Het doel van het rationeel energieverbruik moet zijn om 10% minder verbruik te laten registreren ten aanzien van het referentiejaar Hiertoe zal er ook milieuvriendelijk moeten geïnvesteerd worden, in een eerste fase ten bedrage van 5% van de huidige factuur, in een volgende fase ten bedrage van 3%. Hierbij zal het terugverdieneffect ongetwijfeld kunnen spelen. Het is ook de bedoeling om de evolutie van het energieverbruik op te volgen via een audit, waarbij de Grondregie al jarenlang ervaring heeft via het systeem van de monitoring.dit alles geldt voor de bestaande gebouwen. Wat de nieuwe gebouwen en de renovatie van gebouwen betreft legt dit voorstel van resolutie de verplichting op aan de aannemers, die werken in opdracht van de Brusselse overheid, om al in hun bestekken de factor van de energie-efficiëntie in te bouwen. Uiteindelijk moet een vooruitgang inzake rationeel energieverbruik in de gebouwen van de Brusselse overheid ook relevant zijn met betrekking tot onze verplichtingen inzake energie-uitstootafname, zoals opgelegd door het Kyoto-protocol. Tot slot doe ik opmerken dat ik mijn collega s in dit halfrond eigenlijk onderschat had. Ik had gedacht dat ik in deze aangelegenheid alleen de kar zou moeten trekken, maar snel bleek dat er heel wat steun was over de partijgrenzen heen in alle democratische politieke fracties. Dank zij de steun en inzet van die collega s heeft het voorstel van resolutie meer body gekregen met concrete engagementen. Als we de evolutie qua energieverbruik dank zij het jaarverslag systematisch zullen kunnen opvolgen en als we deze evolutie kunnen inbouwen in onze verplichtingen in het kader van het Kyoto-protocol, dan mogen we ongetwijfeld allen trots zijn over wat wij zullen gerealiseerd hebben en zullen we mogen fier zijn op onze Brusselse overheid. (Voorzitter: Mevrouw Magda de Galan) Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Deze resolutie, die alle democratische partijen hebben ondertekend, ligt in het verlengde van de beloften van de regering en ligt in het verlengde van het door ons aangenomen klimaatplan. We hopen dat het niet bij goede bedoelingen blijft. De tekst bevat immers wel meet- en controleerbare doelstellingen, maar er staat geen enkele termijn in. De resolutie is een eerste stap, waarop een allesomvattend initiatief moet volgen. Voor veel gebouwen is deze maatregel immers niet van toepassing. De hoorzittingen in de commissie hebben duidelijk gemaakt dat het gewestelijk energiebeheer resultaat boekt. Als de politieke wil aanwezig is, moet die zich vertalen in daden en dient men de nodige middelen uit te trekken. De dienst REG van het BIM telt twee personen, maar vraagt er dertig. We zullen nauwlettend toezien op de uitvoering van deze maatregel. De voorstelling van het jaarverslag zal een gelegenheid zijn om na te gaan in hoever de politieke wil bestaat om de doelstellingen te verwezenlijken. De heer Michel Moock (in het Frans).- De PS steunt de resolutie, die volgens ons een signaalfunctie heeft en om een vervolg vraagt. Ze is noodzakelijk maar onvoldoende. Er moet ook iets met de andere gebouwen gebeuren. De Grondregie heeft op de hoorzittingen een uitstekende uiteenzetting gegeven, waardoor heel wat commissarissen een standpunt konden innemen. We zijn blij dat een jaarverslag ter bespreking wordt voorgelegd. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- Nogmaals, ik betreur dat de bevoegde minister niet aanwezig is. Ik wou hem enkele vragen stellen. Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Ik deel de spijt van mevrouw Meunier, temeer omdat de heer Hutchinson evenmin aanwezig was op de commissievergadering waarop de tekst werd onderzocht. De Voorzitter.- Reglementair gezien is de aanwezigheid van een minister niet vereist, maar het zou inderdaad correcter zijn mocht hij de discussie bijwonen. De heer Michel Moock (in het Frans).- De heer Hutchinson is regelmatig aanwezig. Als hij vandaag afwezig is, is dat dus ongetwijfeld om een geldige reden. De Voorzitter.- Ik ben ervan overtuigd dat de heer Vanhengel alle opmerkingen die in dit halfrond worden geformuleerd nauwkeurig zal rapporteren. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- Ecolo steunt uiteraard deze resolutie. Overheidsgebouwen zijn energieverslinders en het verbruik kan worden verminderd. Het Gewest moet het voorbeeld geven en tonen dat dankzij een rationeel energiegebruik de investeringen snel kunnen worden afgeschreven. In de commissie hebben twee interessante hoorzittingen plaatsgehad. De Grondregie heeft diverse maatregelen voorgesteld (energieaudits, gecentraliseerde technieken, afschaffing of aanpassing van de airconditioningsystemen,..) waardoor de factuur met 20% kan worden verminderd. Zou het niet doeltreffender zijn de beheerders van de openbare en privé-gebouwen een enig loket ter beschikking te stellen in plaats van een beroep te doen op externe consultants? De dienst REG van het BIM heeft ons uitgelegd dat hij werkt op basis van energiebalansen en een tiental audits van overheidsgebouwen. Zijn werk is echter beperkt bij gebrek aan menselijke en financiële middelen. De geplande begroting bedraagt slechts 25 miljoen BF. Deze resolutie is een duidelijk signaal naar de regering toe om het beleid inzake REG te versnellen en te versterken, maar dat zal moeilijk zijn met deze beperkte menselijke en begrotingsmiddelen.

12 12 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG De goedkeuring van het Protocol van Kyoto en van het Klimaatplan houdt ook in dat ons Gewest een voluntaristisch beleid inzake rationeel energiegebruik moet voeren. De Voorzitter.- Ook in ons dagdagelijks leven is het mogelijk energie te besparen: door geen lichten te laten branden bij het verlaten van een kamer of door niet systematisch de vaatwasmachine te gebruiken. Dankzij een temperatuurverlaging met 1 graad in de kantoren zouden de doelstellingen van Kyoto voor de helft kunnen worden bereikt. We gaan pulls breien! - De bespreking is gesloten. - De consideransen en de streepjes van het bepalend gedeelte worden zonder opmerkingen aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd. INTERPELLATIE VAN DE HEER ALAIN DAEMS TOT DE HEER FRANCOIS-XAVIER DE DONNEA, MINISTER-PRESIDENT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET PLAATSELIJKE BESTUREN, RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LANDSCHAP- PEN, STADSVERNIEUWING EN WETENSCHAPPE- LIJK ONDERZOEK betreffende de opdracht in het kader van de stadsvernieuwing van de GOMB De heer Alain Daems (in het Frans).- Het gaat om een materie die positief evolueert, ook in institutioneel opzicht, aangezien drie jaar geleden een ordonnantie werd goedgekeurd. Er moet worden nagedacht hoe de activiteiten inzake stadsvernieuwing kunnen worden gestructureerd. Het aanbieden van woningen voor personen met een middelgroot inkomen is een belangrijke uitdaging voor het Gewest. De GOMB biedt en verkoopt ongeveer 200 woningen per jaar. Hoewel daarvoor reeds veel geld wordt uitgetrokken, ligt dat aanbod onder de streefcijfers van het GewOP. Welk deel van het bedrag van 285 miljoen Belgische frank gaat naar stadsvernieuwing? Kunnen de doeleinden van het GewOP worden bereikt? Vanaf nu zijn er blijkbaar minder projecten. Op basis van welke criteria worden de projecten gekozen? Hoe werkt het begrip "perimeter"? Wordt er gewerkt op basis van de beheersovereenkomst? Aangezien de vraag groter is dan het aanbod, is er kritiek op de manier waarop de woningen worden toegewezen. Er is sprake van laattijdige bekendmaking, toewijzing aan verschillende personen tegelijk, belangenconflicten alsook verkoop aan investeerders die het goed huren en vervolgens doorverkopen. De criteria moeten strenger worden om dergelijke ontsporingen te voorkomen. Moet bijvoorbeeld niet worden bepaald dat de woning gedurende een bepaalde periode alleen door de eigenaars-huurders kan worden gekocht of moet huren niet worden verboden? Wat zijn de controlemaatregelen waarover de GOMB in dat verband beschikt? Voor de inkomensplafonds lijken de controlemiddelen op basis van de aanslagbiljetten niet oordeelkundig. Waarom zou men geen gebruik maken van recente loonbriefjes? Wat de naleving van de voorwaarden tijdens de vooropgestelde tien jaar betreft, kan men zich terecht afvragen of de initiatieven doelgericht waren. We zien immers dat woningen met één slaapkamer vaak van huurder of eigenaar veranderen. Er zou meer huurstabiliteit zijn geweest als we gezinnen grotere appartementen hadden aangeboden. Wat de doorverkoop betreft, maakt de GOMB heel weinig gebruik van haar voorkooprecht, terwijl haar vastgoedbestand nochtans sterk afneemt. Zou het Woningfonds geen gebruik kunnen maken van zijn voorkooprecht? De GOMB houdt zich zowel bezig met stadsvernieuwing als met economische expansie. Is de combinatie van beide opdrachten nog wel nodig nu er steeds minder gemengde projecten worden opgestart? Tot slot vindt Ecolo het jammer dat de gewestelijke grondregie niet voor woningen zorgt, terwijl de crisis op de woningmarkt steeds erger wordt. (Applaus van Ecolo) De heer Alain Bultot (in het Frans).- Krachtens de ordonnantie van 10 juni 1999 moeten de subsidies aan de GOMB gaan naar projecten voor de productie van woningen in het kader van een meerjarenplan dat door de regering is goedgekeurd. Die projecten moeten gelegen zijn op terreinen waar onvoldoende in de woonfunctie is geïnvesteerd en die gekenmerkt zijn hetzij door een belangrijke aantasting van de woningcapaciteit, hetzij door de aanwezigheid van braakliggende terreinen die herverkaveld moeten worden of opnieuw bouwrijp moeten worden gemaakt. In verband met het driejarenplan heeft uw kabinet de GOMB een lijst met projecten gevraagd om een selectie te kunnen uitvoeren. Op basis van welke criteria worden de projecten die door de GOMB worden uitgevoerd, geselecteerd? Wanneer wordt het driejareninvesteringsplan aan de regering bezorgd zodat zij de noodzakelijke beslissingen kan nemen wat de uitvoering ervan betreft. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Het CDH heeft steeds de GOMB gesteund in haar woningbouwplannen, voornamelijk omdat de GOMB haar activiteit uitoefent in zeer moeilijke wijken waar buitenkansjes voor het grijpen liggen, maar ook omdat zij een regulerende invloed uitoefent op de prijzen van de gebouwen.

13 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI De marktrealiteit verandert voortdurend: financieel, omdat een schommelende rentevoet het koopgedrag beïnvloedt, en geografisch, omdat de ingewikkelde situatie van Brussel-Stad geleid heeft tot werkzaamheden in moeilijke wijken die daardoor interessante wijken zijn geworden. De geografische keuze die gemaakt worden in het kader van de werkzaamheden van de GOMB kunnen dus wegens die veranderende toestand verbazing wekken, als men zich niet de moeite getroost even terug te blikken. De aanschaf van een eigendom moet worden gestimuleerd en tijdens de huidige gunstige conjunctuur mogen wij ons niet verlaten op de investeerders die slechts zekerheid bieden wanneer de verkoop slecht gaat. De raad van bestuur van de GOMB heeft dit trouwens bevestigd, maar heeft daarbij gepreciseerd dat gewacht wordt op een besluit van het Gewest in die richting. Vandaag de dag zijn er blijkbaar nog steeds aankoopmogelijkheden voor de investeerders. Hiervoor moet een oplossing worden gevonden hoewel tegelijk de mogelijkheid moet worden ingebouwd om binnen twee of drie jaar opnieuw een beroep te doen op investeerders als de marktomstandigheden gewijzigd zouden zijn. Ik zou graag uitleg krijgen over het feit dat een eigenaar zijn goed via partnership kan afstaan aan de GOMB om het later opnieuw te verwerven via subsidiëring. Om de investeringsrendabiliteit soepel te houden, is een rentevoet van 6,5 % te hoog vergeleken met de vastgoedmarkt. Kan dat niet bijgestuurd worden, bijvoorbeeld via de verkoopprijs per m? De heer Alain Daems (in het Frans).- Het zou ook interessant zijn om de prijzen te laten variëren al naargelang de wijk. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Moet dat project echt aan een handelsvennootschap worden gegeven? Zou er niet kunnen worden bezuinigd? Moet er geen beroep worden gedaan op privé-investeerders? Kunnen we inlichtingen krijgen over het verloop van die procedure? Hoe ver staat he met de beheersovereenkomst voor de GOMB? (Applaus van ECOLO en CDH) De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- Toen de GOMB ook aan stadsvernieuwing begon te doen, kon een oplossing worden gevonden voor dossiers die al te lang waren geblokkeerd. Dat was onder andere het geval voor het gebouw in de Brouwersstraat. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- U vindt dus dat er in de Brouwersstraat geen fouten werden gemaakt? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- Rekening houdend met de moeilijke context destijds, is er van fouten geen sprake. Een stadskanker vlakbij de Grote Markt was onaanvaardbaar. De renovatie is niet meteen een pareltje, maar er kwam tenminste schot in een dossier dat al vijftien jaar in het slop zat. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Er schort iets aan de methode. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- U kan zich niet zomaar de rol van censor toemeten. (Samenspraak) Zowel de privé- als de overheidssector zorgen voor meer woningen. De faam van de GOMB en de daling van de rentetarieven hebben dan wel gezorgd voor meer woningen, maar ook de uitbreiding van het aantal woningen, een diversifiëring van het aanbod, een sneeuwbaleffect in de wijk en een aantrekkelijke verkoopprijs droegen hiertoe bij. Dat is nog ontoereikend als men ziet hoe snel de woningen worden verkocht. De middelen van de GOMB hangen zowel af van de gewestmiddelen als van de manier waarop ze haar beleid voert. In 2002 werd een subsidie van euro voor stadsvernieuwing toegekend. Thans onderzoekt de regering een meerjarenplan dat in de eerste plaats gericht is op de continuïteit van de plannen die tussen 1999 en 2001 werden opgestart, en op het stimuleren van nieuwe projecten. De selectiecriteria zijn gebaseerd op de reglementaire bepalingen van de ordonnanie en van het besluit van de gewestregering die van het voorjaar 1999 dateren en waarin wordt bepaald dat het moet gaan om gebieden waar er een duidelijk tekort is aan investeringen in woongelegenheid. De meest achtergestelde wijken worden vernieuwd. De regering zou verrichtingen kunnen opleggen die de raad van bestuur heeft afgewezen. Zo heb ik bijvoorbeeld aan de GOMB gevraagd 5000 m woonruimte te creëren in Elsene. Dankzij de GOMB zijn we kunnen komen tot een akkoord waarmee alle partijen instemmen. Dat is een kostbaar instrument dat het mogelijk maakt situaties die muurvast lijken te zitten opnieuw vlot te krijgen. Om tegen de beslissingen van de raad van bestuur in te gaan, zouden de redenen grondig gemotiveerd moeten worden. De vragen betreffende de toewijzingscriteria werden al gesteld door de GOMB zelf. Verscheidene voorstellen van de GOMB worden voorgelegd aan de Gewestraad. De controle op de naleving van de herverkoop- of huurvoorwaarden wordt in het besluit geregeld. Om deze controle te vergemakkelijken, heeft de GOMB een aanvraag ingediend om toegang te krijgen tot het Rijksregister. De loonfiches kunnen niet dienen als referentie want het zijn geen stukken die in rechte kunnen worden aangevoerd. De promotie en de verkoop aan het personeel van de GOMB stelt problemen. Tal van potentiële kopers zijn ontgoocheld. Aanvankelijk was er geen enthousiasme bij de kopers,

14 14 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG maar nu zijn ze met velen. Dankzij de wijziging van de rentevoeten en een reclamecampagne heeft de GOMB een databank met potentiële klanten kunnen samenstellen. De vastgoedkantoren zorgen voor een bijkomend publiek binnen. De heer Alain Daems (in het Frans).- Is het nog verantwoord om een beroep te doen op vastgoedkantoren? Er zijn meer kopers dan nodig is en de agentschappen krijgen een percentage dat in de kostprijs wordt doorgerekend. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- Dat is een pertinente vraag waarop ik geen definitief antwoord kan geven. De GOMB heeft er belang bij de minst dure oplossing te kiezen, maar het is de GOMB die een beslissing moet nemen. De GOMB overweegt mede-exclusiviteit om dubbele verkopen te vermijden en stelt voor een databank met kandidaatkopers samen te stellen. Ze stelt voor het advies van haar raad in te winnen om te controleren of voor iedereen dezelfde verkoopvoorwaarden worden gehanteerd. Als een ambtenaar een woning verwerft, kunnen zijn bedoelingen altijd verdacht lijken. Dit zou vermeden moeten worden. De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- Het misbruik van voorkennis vormt het probleem. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- Bij voorkennis kan inderdaad het vermoeden rijzen dat ervan misbruik werd gemaakt. Ik vind dat een overheidsinstelling haar patrimonium maar beter niet kan verkopen aan haar werknemers. Bij de GOMB liepen 110 aanvragen binnen om appartementen vr de vastgestelde termijn van 10 jaar te mogen verkopen. De raad van bestuur maakte geen gebruik van zijn voorkooprecht. De aanvragen werden meestal om familiale redenen ingediend en de eigenaars waren ook de bewoners van het gebouw. Over het algemeen worden geen nieuwe studio s meer gebouwd en neemt het aantal eenkamerflats af, terwijl appartementen met twee kamers in aantal toenemen. Voor de grootste gezinnen is de GOMB begonnen met de bouw van huizen met forfaitaire verkoopsprijzen. De drie projecten in dit verband blijken uiterst succesvol te zijn. Het recht van voorkoop werd in de verkoopsakten opgenomen. De hele termijn van tien jaar moeten de toegangsvoorwaarden worden nagekomen. De GOMB brengt potentiële kopers op de hoogte van het aanbod van het Woningfonds. Gemengde projecten zijn niet de bestaansreden van de GOMB. Met stadsrenovatie is begonnen van bij de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er is geen enkel gemengd project gepland, maar sommige projecten die aan de regering werden voorgelegd, bieden die mogelijkheid. Wat het overnemen betreft van stadsvernieuwingsinitiatieven die niet door de GOMB werden verwezenlijkt, is het van belang dat het begrip middelgrote woning duidelijk wordt omschreven. Het groeiend aantal spelers op het terrein van de middelgrote woningen maakt het beleid ondoorzichtig. Het zou goed zijn mocht de GOMB de diverse initiatieven coördineren. Tot op heden is nog geen enkel eigendom van het Gewest op de GOMB overgedragen. Het patrimonium van het Gewest wordt beheerd door de Grondregie. Als deze af en toe renovaties moet verrichten, dan is daar geen bezwaar tegen, ook al is dat eerder de taak van de GOMB. De directie stadsvernieuwing van de GOMB, die al jaren werkt met een team van 23 man, heeft geen personeel bijgekregen. Het team is er, op basis van het besluit van 10 juni 1999, in geslaagd meer middelen in de wacht te slepen voor de middelgrote woningen. De heer Lemaire pleitte voor een grotere soepelheid. Er is een voorstel, maar ik heb het nog niet gekregen. Het beheerscontract, ten slotte, is in voorbereiding en zal na het reces worden goedgekeurd. De heer Alain Daems (in het Frans).- Een beheerscontract zou nuttig zijn om de relatie tussen de Raad van Bestuur en de regering te regelen. U heeft de Raad van Bestuur gevraagd meer projecten voor te stellen. Mijn vraag ging echter over de selectie die de regering uitvoert. In Brussel, Molenbeek of Sint-Joost zijn er geen projecten meer. Men mag niet de indruk wekken dat nietobjectieve selectie criteria worden gehanteerd. U repte met geen woord over het totale aantal woningen dat de negen extra projecten zouden opleveren. Ik vrees dat de GOMB niet meer in staat is evenveel woningen aan te bieden als vroeger. Heeft men het type woning bovendien niet slecht gekozen en zich ten onrechte toegelegd op flats en kleine appartementen? En ten slotte, is het koninklijk besluit over de eigenaarsbewoners goedgekeurd? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- De regering moet er zich heel binnenkort over uitspreken. Het is onmogelijk dat elk driejarenplan een identiek aantal projecten per gemeente bevat. De regering volgt doorgaans het advies van de Raad van Bestuur van de GOMB, maar als iemand kennis heeft van interessante projecten, dan ben ik steeds bereid de Raad van Bestuur te vragen ze te onderzoeken.

15 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI Het belangrijkste is dat de projecten voldoen aan de voorwaarden van de ordonnantie. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt om uur gesloten. BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAAN- VRAGEN Verhinderd : mevrouw Isabelle Emmery, mevrouw Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, de heer Jan Béghin en de heer Jean-Luc Van Raes, in het buitenland. ANNEXES ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : - het beroep tot vernietiging van titel VIII ( Ambtenarenzaken ) van de programmawet van 30 december 2001, in het bijzonder artikel 96, en van artikel 168, eerste lid, twaalfde streepje, van dezelfde programmawet, ingesteld door M. Jadot (nr van de rol). -het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, ingesteld door de Intercommunale voor vuilverwijdering en verwerking voor Izegem en Ommeland (nr van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 20, 1 en 2, 27 en 43 van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, gesteld door de Raad van State (nr van de rol). -de prejudiciële vragen betreffende artikelen 1, 97 en 102 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door het Arbeidshof te Brussel (nr. 2401, 2402 en 2417 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vragen betreffende artikel 81 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank vaan koophandel te Dendermonde en door de Rechtbank van koophandel te Dinant (nr en 2418 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vragen betreffende artikelen 36 en 56 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende de wet van 14 juli 1961 tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade, gesteld door de vrederechter van het kanton Saint- Hubert-Bouillon-Paliseul (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 346, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikelen 40, 41 en 42 van de handelsregisterwet, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 20 juli 1964, gesteld door de het Hof van Beroep te Brussel (nr van de rol). heden in commissie Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 28 mei 2002 De heer Yaron Pesztat. De heer Alain Bultot, mevr. Michèle Carthé, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire. De heer Jos Van Assche. Plaatsvervanger De heer Joël Riguelle. De heer Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Françoise Schepmans, mevr. Brigitte Grouwels. De heren Bernard Clerfayt, Vincent De Wolf, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons, de heer Alain Daems, mevr. Fatiha Saïdi. Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud en waterbeleid 28 mei 2002 De heren Stéphane de Lobkowicz, Yves de Jonghe d'ardoye d'erp, mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie- Jeanne Riquet. De heer Alain Adriaens, mevr. Dominique Braeckman, mevr. Geneviève Meunier. De heren Mohamed Azzouzi, Michel Moock, Joseph Parmentier.

16 16 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Mevr. Béatrice Fraiteur. Plaatsvervanger De heer Michel Van Roye. Mevr. Adelheid Byttebier, de heer François Roelants du Vivier. De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Erik Arckens. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 28 mei 2002 De heren Marc Cools, Jacques De Grave, mevr. Marion Lemesre, de heer Didier van Eyll. De heer Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Michèle Carthé. De heer Benoît Cerexhe. De heer Jos Van Assche. De heer Sven Gatz. Plaatsvervangers De heer Yves de Jonghe d Ardoye d Erp, mevr. Caroline Persoons. Mevr. Isabelle Emmery. De heer Bernard Clerfayt, mevr. Isabelle Molenberg. De heer Alain Daems, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heer Willy Decourty. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 29 mei 2002 De heer Bernard Ide, mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heren Michel Moock, Mahfoudh Romdhani. De heer Denis Grimberghs. De heren Claude Michel, Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Martine Payfa. Mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Marie-Jeanne Riquet, mevr. Françoise Schepmans, mevr. Isabelle Emmery, de heren Johan Demol, Jan Béghin. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 29 mei 2002 Mevr. Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer Philippe Smits. Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. De heer Mohamed Daïf, mevr. Isabelle Emmery. Plaatsvervangers De heer Christos Doulkeridis. De heer Denis Grimberghs. Mevr. Marion Lemesre, de heren Alain Zenner, Alain Daems, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Julie de Groote, de heren Erik Arckens, Rufin Grijp. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 30 mei 2002 De heren Jean-Pierre Cornelissen, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons. De heren Alain Daems, Yaron Pesztat, mevr. Fatiha Saïdi. De heer Alain Bultot, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire. Mevr. Françoise Schepmans, mevr. Brigitte Grouwels. De heren Bernard Clerfayt, Vincent De Wolf, mevr. Michèle Carthé, de heer Jos Van Assche. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 30 mei 2002 De heren Eric André, Jean-Pierre Cornelissen, Olivier de Clippele, Serge de Patoul, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons. De heren Christos Doulkeridis, Michel Van Roye. Mevr. Magda De Galan, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. Plaatsvervangers Mevr. Danielle Caron, mevr. Marie-Jeanne Riquet. Mevr. Anne-Françoise Theunissen. De heer Jean-Luc Vanraes.

17 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 7 JUNI Mevr. Brigitte Grouwels. De heren Alain Adriaens, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 5 juni 2002 De heer Marc Cools, mevr. Marion Lemesre. De heer Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Michèle Carthé. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Mevr. Isabelle Molenberg. De heren Bernard Clerfayt, Jacques De Grave, Didier van Eyll, Alain Daems, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heren Willy Decourty, Jos Van Assche. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 6 juni 2002 De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jacques De Grave, mevr. Marion Lemesre, de heer Didier van Eyll. Mevr. Evelyne Huytebroeck, de heer Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Plaatsvervanger Mevr. Caroline Persoons. Andere leden De heren Mostafa Ouezekhti (ter vervanging van mevr. Isabelle Molenberg), Alain Adriaens. Mevr. Isabelle Molenberg. De heer Alain Daems, mevr. Michèle Carthé, de heren Willy Decourty, Jos Van Assche. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 5 juni 2002 Mevr. Danielle Caron, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer Philippe Smits. Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. De heer Erik Arckens. Plaatsvervangers De heer Mahfoudh Romdhani. De heer Michel Lemaire. De heer Jos Van Assche. De heer Walter Vandenbossche. Andere leden De heer Yves de Jonghe d'ardoye d'erp (ter vervanging van mevr. Marion Lemesre). Mevr. Marion Lemesre, mevr. Isabelle Emmery, de heer Mohamed Daïf. De heren Serge de Patoul, Alain Zenner, Alain Daems, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Julie de Groote, de heer Rufin Grijp.