ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2019

Transcriptie

1 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2019 Nr. Antwoord 1. C 16. B 2. B 17. A 3. B 18. A 4. D 19. B 5. A 20. C 6. C 21. A 7. D 22. D 8. C 23. B 9. A 24. B 10. C 25. B 11. A 26. B 12. B 27. D 13. A 28. C 14. C 29. C 15. B 30. A 31. C 32. C 33. A 34. C 35. B 36. B 37. C 38. D 39. A 40. A 41. C 42. C 43. C 44. C 45. C 46. D 47. B 48. B 49. C 50. D 51. A 52. A 53. D 54. A 55. D 56. D 57. B 58. D 59. A 60. B 61. C 62. B 63. D 64. D 65. B 66. B 67. E 68. A 69. C 70. C 71. B 72. B 73. C 74. D 75. D 76. B 77. C 78. B 79. C 80. C 81. B 82. C 83. A 84. B 85. C 86. D 87. B 88. A 89. D 90. A 91. A 92. C 93. C 94. D 95. B 96. D 97. B 98. C 99. A 100. B 101. A 102. B 103. B 104. A 105. B 106. A 107. C 108. A 109. C 110. A 111. B 112. D 113. D 114. A 115. D 116. C 117. D 118. B 119. B 120. A 121. B 122. D 123. A 124. B 125. C 126. C 127. C 128. B 129. B 130. C 131. C 132. C 133. A 134. B 135. C 136. D 137. A 138. A 139. B 140. D 141. A 142. B 143. A 144. B 145. D 146. D 147. B 148. B 149. B 150. C 151. C 152. B 153. D 154. D 155. A 156. A 157. A 158. B 159. D 160. B 161. B 162. B 163. C 164. B 165. D 166. D 167. A 168. A 169. B 170. B 171. B 172. C 173. A 174. C 175. D 176. D 177. A 178. C 179. D 180. B 181. A 182. B 183. B 184. A 185. E 186. C 187. A 188. B 189. C 190. A 191. A 192. B 193. B 194. A 195. C 196. C 197. D 198. C 199. B 200. D Met ingang van de ivtg december 2018 worden vragen niet alleen meer voorzien van een literatuurreferentie en/of feedback, maar steeds vaker ook van een zogenaamde FEEDBACKPROMPT. Dit is een korte frase waarin wordt aangegeven waarover de vraag gaat. Bijv. "bloedvaten in het been". Nr. Literatuurreferentie en/of feedback voor studenten 1. Human molecular genetics (4th ed. 2010/2011) Strachan T. e.a. blz. 73 FEEDBACKPROMPT: werking AB0-bloedgroepen. 2. Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. 378: Systemic Lupus Erythematosus. Accessed October 07, 2017 FEEDBACKPROMPT: aantonen SLE. 3. Neurologie (5e dr. 2013, 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a. blz. 64 FEEDBACKPROMPT: presentatie syndroom van Horner. 4. Leerboek epidemiologie (7e herz. dr. 2016) Bouter L. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: testeigenschappen. 5. Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz. 784 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld Bakerse cyste. 6. Cellular and molecular immunology (8th ed. 2015) Abbas A. e.a. blz. 117 FEEDBACKPROMPT: overerving MHC-genen. 7. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz. 253 FEEDBACKPROMPT: anatomische relaties van colon met zijn omgeving. 8. Leerboek klinische neurologie (18e herz.dr. 2016) Kuks J. e.a. hfdst. 14 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld radiculair syndroom. 9. Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a. blz. 332 FEEDBACKPROMPT: ethische uitgangspunten bij vrijheidsbeperkende maatregelen. 10. Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a. blz. 89 FEEDBACKPROMPT: besluitvorming bij wilsonbekwame patiënt. 11. Zakboek keel-, neus-, oorheelkunde (18e dr. 2014) Debruyne F. e.a. blz. 126 FEEDBACKPROMPT: beleid bij septumhematoom. 12. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. 324 FEEDBACKPROMPT: antistolling bij trombose. 13. Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. hfdst. 27: Diabetes mellitus FEEDBACKPROMPT: overervering diabetes mellitus typen. 14. Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N. blz. 282 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld en dd peritonsillair abces. 15. Textbook of medicine (4th ed. 2002) Souhami R. blz. 611 FEEDBACKPROMPT: bloedgasanalyse bij acute respiratoire acidose. 16. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz. 44 FEEDBACKPROMPT: Lymfedrainage via ductus thoracicus. 17. FEEDBACK: Mogelijke oorzaken van een niet-acute zwelling in het scrotum zijn een hernia inguinalis, een hydrokèle, een varicokèle en een spermatokèle. De laatste twee komen voor de puberteit weinig voor. Het echografisch beschreven beeld past bij een hydrokèle, die overigens ook vaak zonder echo gediagnosticeerd kan worden middels diafanie (zwelling licht volledig op indien er een lichtbron tegen het scrotum wordt gehouden, dit in tegenstelling tot een liesbreuk). FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnostiek scrotumzwellingen bij kind. 18. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz. 144 FEEDBACKPROMPT: fysiologie coronairperfusie.

2 19. Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: types copinggedrag. 20. Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a. hfdst. 17 FEEDBACKPROMPT: redenen voor onrealistische perceptie van de realiteit. 21. Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. blz. 26 FEEDBACKPROMPT: toepassing stenopeïsche opening. 22. Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz FEEDBACK: Oproepen van cognitieve dissonantie: patiënten uitspraken ontlokken die pleiten voor therapietrouw, en zelf laten constateren dat hun gedrag (en de gevolgen) daar strijdig mee zijn (en dus niet tot het gewenste doel zullen leiden). FEEDBACKPROMPT: inzet van cognitieve dissonantie. 23. Volksgezondheid en gezondheidszorg (8e geh.herz. dr. 2016) Mackenbach J. e.a. blz. 98 FEEDBACKPROMPT: oorzaken van demografische veranderingen. 24. Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. hfdst. 31 FEEDBACKPROMPT: preventie burn-out. 25. Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a. blz. 468 FEEDBACKPROMPT: moleculaire werking van surfactant. 26. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: pathologie pemphigus vulgaris. 27. Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. hfdst. 9.4 FEEDBACKPROMPT: alarmsymptomen bij oogklachten 28. Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C. blz FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnose prostatisme. 29. Farmacotherapeutisch Kompas. Artrose FEEDBACKPROMPT: medicamenteuze behandeling artrose. 30. Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. 139 FEEDBACKPROMPT: klassieke conditionering versus andere leermodellen. 31. Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: betekenis relatief risico. 32. Farmacotherapeutisch Kompas. Bloedglucoseverlagende middelen FEEDBACKPROMPT: werkingsmechanisme orale antidiabetica. 33. Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: preventie parasitaire infecties. 34. Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: betekenis versterkte stemfremitus. 35. RIVM. LCI-Richtlijnen. blz. Clostridium difficile Richtlijn FEEDBACKPROMPT: aantonen clostridiuminfectie. 36. Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz. 596 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld harttamponade. 37. Grondslagen der epidemiologie (6e licht gew. dr. 2006) Vandenbroucke J. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: effectmaat casecontrolstudie. 38. Medical physiology (3rd ed. 2016/2017) Boron W. e.a. blz. 860 FEEDBACKPROMPT: effect anale sfincters. 39. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz. 768 FEEDBACKPROMPT: interpreteren histologische kenmerken glad spierweefsel. 40. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: typen eczeem. 41. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: klinische presentatie van Lues. 42. NHG-standaarden voor de huisarts. M76 Anemie 43. Marks' basic medical biochemistry: a clinical approach (4e ed. 2013) Lieberman e.a. blz. 907 FEEDBACKPROMPT: energievoorziening hersenen. 44. Leerboek interne geneeskunde (15e geh.herz. dr. 2017) Stehouwer C. e.a. hfdst. Hematologie FEEDBACKPROMPT: stollingsmechanisme. 45. Farmacotherapeutisch Kompas. Opioïden FEEDBACKPROMPT: pupilafwijkingen bij opiaatintoxicatie. 46. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (7th ed. 2014) Strayer S. e.a. hfdst. 16 FEEDBACKPROMPT: pathologie atherosclerose. 47. Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. hfdst. 7 FEEDBACKPROMPT: APGAR scoren. 48. Textbook of biochemistry with clinical correlations (7th ed. 2010/2011) Devlin T. e.a. blz. 978 FEEDBACKPROMPT: ATP werking in skeletspieren. 49. Farmacotherapeutisch Kompas. preparaatteksten/a/acenocoumarol.asp

3 FEEDBACKPROMPT: interactie pijnstillers met antistolling. 50. Basic & clinical pharmacology (13th ed. 2015) Katzung B e.a. chapter 3 FEEDBACKPROMPT: farmacokinetisch effect in relatie tot inname geneesmiddelen rond maaltijd. 51. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: klinische presentatie van lesies bij het chiasma opticum. 52. Nelson textbook of pediatrics (20th ed. 2015/2016) Kliegman R. e.a. chapter 385, e1 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld epiglottitis. 53. Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld uveitis. 54. Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. hfdst. RA FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnostiek bij aandoeningen vingergewrichten. 55. Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz. 937 FEEDBACKPROMPT: oorzaak scarlatina. 56. Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. hfdst. 15, blz. 431 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld aangeboren hartafwijkingen. 57. Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a. blz. 63 FEEDBACKPROMPT: benamingen gezichtsvelduitval. 58. Leerboek klinische neurologie (18e herz.dr. 2016) Kuks J. e.a. hfdst. 15 FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnostiek paraparese. 59. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz FEEDBACKPROMPT: oestrogeenspiegels tijdens de cyclus. 60. NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a. blz. M02 FEEDBACKPROMPT: leeftijd van toestemmingseis ouders in WGBO. 61. Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2012) Turnpenny P. e.a. blz. 28 FEEDBACKPROMPT: mechanisme van haplo-insufficiëntie. 62. Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2012) Turnpenny P. e.a. blz. 180 FEEDBACKPROMPT: transport van koper in plasma. 63. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz. 265 FEEDBACKPROMPT: fysiologie van de bloedsomloop bij zwangeren. 64. Clinical surgery (3e ed. 2012) Henry M. e.a. blz. 627 FEEDBACKPROMPT: oorzaak hemarthros knie. 65. Sobotta: Atlas of human anatomy. Volume 1: General anatomy and musculoskeletal system (15e ed. 2011) Paulsen F. e.a. blz. 4 FEEDBACKPROMPT: benaming vlakken doorsneden CT/MRI. 66. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz. 121 FEEDBACKPROMPT: Anatomie pleuraholte. 67. RIVM. LCI-Richtlijnen. blz. Onderwerpen/R/Rijksvaccinatieprogramma en FEEDBACK voor studenten: Rubella is bij verder gezonde mensen een zeer milde ziekte die vanzelf overgaat. Vaccinatie tegen rubella dient ter preventie van een primo-infectie met rubella tijdens de zwangerschap i.v.m. risico op congenitale afwijkingen. Alle overige vaccins dienen ter voorkoming dat de gevaccineerde zelf ziek wordt. FEEDBACKPROMPT: reden vaccinatie rubella. 68. FEEDBACK: de obstructies die tot de meeste problemen bij deze patiënt gaan leiden zijn die van de choledochus (icterus) en duodenum (gestoorde maagontlediging). Hiervoor worden de bypasses aangelegd (antwoord A = juist). Het pancreas levert meestal geen klachten en drainage ervan is technisch moeilijk en riskant in aanwezigheid van tumor. FEEDBACKPROMPT: palliatieve chirurgie bij pancreaskopcarcinoom. 69. Molecular exercise physiology: an introduction (2014) Wackerhage H. blz. 122 FEEDBACKPROMPT: werking EPO. 70. Praktische radiologie (1e dr. 2005) Lemmens A. e.a. blz FEEDBACK: Het betreft hier een collesfractuur. Dit is de meest voorkomende distale radiusfractuur en de behandeling is repositie en immobilisatie gedurende 4-6 weken. Dit in tegenstelling tot de volaire afglijdingsfracturen (type Smith of Barton) die in het algemeen niet stabiel zijn en moeilijk zonder operatie te reponeren zijn. Bij een antebrachiifractuur is er sprake van een fractuur van de radius en van de ulna. Antebrachiifracturen moeten bij volwassenen operatief worden hersteld. FEEDBACKPROMPT: types polsfractuur. 71. Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: beleid bij gevaar door psychotische depressie. 72. Farmacotherapeutisch Kompas. Metformine FEEDBACKPROMPT: metformine en CT-scan. 73. Leerboek interne geneeskunde (15e geh.herz. dr. 2017) Stehouwer C. e.a. hfdst. Nierziekten FEEDBACKPROMPT: rol echo bij nierinsufficiëntie. 74. Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. blz. 168, FEEDBACK: Bij een moeder met diabetes is de kans groter op macrosomie en glucoseproblemen postpartum bij de neonaat. FEEDBACKPROMPT: gevolgen maternale diabetes voor neonaat. 75. Neurologie (6e herz. dr. 2015) Hijdra A. e.a. blz. 133

4 FEEDBACK: De navel is dermatoom 10, in ieder geval een laag thoracaal dermatoom. Laag thoracale ruggenmergsegmenten bevinden zich ter hoogte van de wervels FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld wervelmetastase en relatie niveau. 76. Harrison's Principles of Internal Medicine, Online blz. content.aspx?bookid=331&sectionid= &jumpsectionid= &resultclick=2. hfdst. 92 FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnose stille icterus. 77. Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. blz. 458 en 465 FEEDBACKPROMPT: presentatie cystenieren neonaat. 78. Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. blz. 433 FEEDBACKPROMPT: diagnostiek oesofagusatresie. 79. NHG-standaarden voor de huisarts. decubitus FEEDBACKPROMPT: voorkomen decubitus. 80. NHG-standaarden voor de huisarts. Polymyalgia rheumatica en arteriitis temporalis FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnostiek schouderklachten. 81. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz FEEDBACK: Gezien de leeftijd is een maligniteit onwaarschijnlijk en gezien het recidiverende karakter is een zeer effectieve behandeling met PPI de eerste keus. FEEDBACKPROMPT: analyse zuurbranden. 82. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: aansturing gladde spieren. 83. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: tumormarkers bij ovariumcarcinoom. 84. NHG-standaarden voor de huisarts. Anticonceptie FEEDBACK: Bij het scheuren of afglijden van een condoom zonder gebruik van hormonale anticonceptie, kan binnen 72 uur de morningafterpil (levonorgestreltablet 1,5 mg) worden gegeven en binnen 120 uur een koperspiraal. Het levonorgestrelbevattend spiraal is niet bewezen effectief voor postcoïtale anticonceptie. De 5x5-methode, waarbij binnen 48 uur na een onbeschermde coïtus wordt begonnen met een dagelijkse dosis van 5 mg ethinylestradiol gedurende vijf dagen, is achterhaald vanwege ernstige bijwerkingen. FEEDBACKPROMPT: morningafterpil. 85. Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. hfdst. 134 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld hyperventilatie. 86. Gray's anatomy for students (2014) Drake R. blz. GEEN OPGAVE FEEDBACKPROMPT: samenstelling van schedel uit diverse botten. 87. Human Anatomy (8th ed. 2014) Martini F. e.a. blz. GEEN OPGAVE FEEDBACKPROMPT: Pathofysiologie van diabetes insipidus. 88. Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a. blz. GEEN OPGAVE FEEDBACKPROMPT: oorzaken hyperparathyreoïdie. 89. Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a. blz. GEEN OPGAVE FEEDBACKPROMPT: onderzoek bij perianale fisteling. 90. Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a. blz. GEEN OPGAVE FEEDBACKPROMPT: psa-bepaling. 91. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz. 553 FEEDBACKPROMPT: effect atelectase op zuurstofopname. 92. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz. 99, 105 FEEDBACK: Zowel voor behandeling als preventie wordt geadviseerd de handen met indifferente crème zo vet mogelijk te houden. Frequent de handen wassen zal alleen maar meer klachten geven. Het gebruik van corticosteroïden is geen eerste keus in de behandeling/preventie van ortho-ergisch contacteczeem. Als topicale corticosteroïdpreparaten worden gebruikt, gaat de voorkeur naar een klasse 2. FEEDBACKPROMPT: behandeling ortho-ergisch contacteczeem. 93. Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a. blz FEEDBACK: Oligodendrocyten omgeven de neuronen en hun uitlopers met myelineschede in het CZS, zodat de neuronen elektrisch geïsoleerd zijn en hun impulsen ongestoord kunnen doorgeven. Schwanncellen vervullen in het perifere zenuwstelsel de rol die oligodendrocyten in het CZS vervullen: ze omhullen de axonen met een myelineschede. Astrocyten bedekken de perikarya van de neuronen, de synapsen en de bloedcapillairen (waardoor de bloed-hersenbarrière gevormd wordt). Microgliacellen oefenen een immuunfunctie uit en ruimen celresten op. FEEDBACKPROMPT: isolerende cellen in centrale zenuwstelsel. 94. Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. blz. 637 FEEDBACKPROMPT: medicamenteuze therapie ADHD. 95. Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2012) Turnpenny P. e.a. blz. 50, 104, FEEDBACKPROMPT: kiembaanmozaicisme. 96. Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a. blz , 864 FEEDBACKPROMPT: aldosteron, kaliumhomeostase en zuur-basenevenwicht. 97. NHG-standaarden voor de huisarts. Anemie

5 FEEDBACK: Bij het voorschrijven van orale ijzertoediening (ferrofumaraat) wordt het Hb opnieuw gecontroleerd op het moment dat verwacht mag worden dat het Hb weer op normaal niveau is. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde stijging van 0,5 mmol/l per week. In deze casus wordt verwacht dat dit 4 weken (2,0 / 0,5 = 4) na start van de medicatie zo is. FEEDBACKPROMPT: reactie op ijzersuppletie bij anemie. 98. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz. 445 FEEDBACKPROMPT: prednison stressschema. 99. NHG-standaarden voor de huisarts. nhg-standaard-urineweginfecties FEEDBACKPROMPT: behandeling urineweginfectie kind Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a. blz FEEDBACK: De bètacellen secerneren het hormoon insuline dat de opslag van glucose bevordert uit de overmaat die na een maaltijd optreedt, met als gevolgd een daling van de glucosespiegel in het bloed. De alfacellen secerneren het hormoon glucagon, de deltacellen vormen het somatostatine en de PP- of F-cellen produceren pancreaspolypeptide. FEEDBACKPROMPT: histopathologie DM Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven is typisch voor een basocellulair carcinoom. Het plaveiselcelcarcinoom van de huid ontstaat vaak in een keratosis actinica. Het oppervlak is vaak schilferig. Een melanoom is een gepigmenteerde huidlaesie. Een granuloma teleangiectaticum is een goedaardig, snelbloedend gezwelletje dat vaak op de handen voorkomt. FEEDBACKPROMPT: presentatie basocellulair carcinoom Principles of medical biochemistry (3rd ed. 2011/2012) Meisenberg G. e.a. blz FEEDBACK: De lever zet met de zg ureumcyclus NH4+ om in ureum. FEEDBACKPROMPT: metabolisme van ammonia Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz. 156 FEEDBACKPROMPT: sympathicus effect op hart Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a. blz FEEDBACK: In de houding zoals in de casus omschreven wordt, zal de pectoralismusculatuur worden aangespannen. Hiermee is een eventuele fixatie van de tumor aan de onderliggende fascie vast te stellen, zichtbaar als een intrekking van de huid. Deze houding wordt uitgevoerd als provocatietest tijdens de inspectie van de mammae. Er wordt ook gelet op tepeluitvloed en eventueel vergrote lymfeklieren, maar daar is deze houding niet specifiek voor. Morbus Paget is een in-situ of invasief intraductaal carcinoom uitgaande van de tepel. FEEDBACKPROMPT: lichamelijk onderzoek mamma Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz FEEDBACK: Het beeld zoals is beschreven (primaire amenorroe, hirsutisme, obesitas) is typisch voor een polycysteus ovariumsyndroom. Een primaire ovariële insufficiëntie heeft een secundaire amenorroe tot gevolg, er is dan onvoldoende eicelvoorraad wat leidt tot een vervroegde menopauze. Bij het syndroom van Turner is er een chromosomale afwijking (45, XO) en is er naast de primaire amenorroe een gestoorde lengtegroei en typische turner-stigmata (korte brede nek, schildvormige thorax, cubitus valgus). De gonaden zijn slechts als dunne fibreuze banden herkenbaar en de uitwendige genitaliën zijn hypoplastisch, maar overigens normaal vrouwelijk. Bij het syndroom van Swyer is er ook sprake van een chromosomale afwijking (46, XY) met een primaire amenorroe tot gevolg. Het genetisch geslacht is mannelijk, maar de gonaden zijn vrijwel afwezig. De lengtegroei is normaal en de secundaire geslachtskenmerken zijn niet tot ontwikkeling gekomen maar fenotypisch zijn dit compleet normale vrouwen. FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld PCO Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven past bij colitis ulcerosa, een inflammatoire darmziekte. De leeftijd van de patiënt pleit sterk tegen een diverticulitis. Alhoewel rectaal bloedverlies en een veranderd defecatiepatroon ook voorkomen bij een familiaire adenomateuze polyposis coli, maakt de koorts een colitis waarschijnlijker. FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld colitis ulcerosa CBO-richtlijnen. Richtlijn familiaal huiselijk geweld bij kinderen en volwassenen. FEEDBACK: Gevolgen van fysieke mishandeling kunnen zich uiten in blauwe plekken (vooral verdacht indien op de billen en de onderzijde van de rug, op de wangen of ringvormig rond de nek, verder oorlel en bovenlip). Een val van de fiets is een mogelijk traumamechanisme dat een anterieure schouderluxatie veroorzaken kan. Veel kinderen van deze leeftijd hebben blauwe plekken op de knieën en onderbenen en daarom is dit geen verdachte bevinding. Een oude claviculafractuur kan door de bevalling zijn veroorzaakt. Het dicht bij moeder op schoot kruipen is normaal gedrag wat een kind vertoont wanneer zij zich in een spannende situatie bevindt. Het is juist alarmerend wanneer een kind geen steun zoekt bij zijn ouders in een angstige situatie. FEEDBACKPROMPT: tekenen kindermishandeling NVVV Richtlijnen. Nederlandse Vereniging voor Vaatchirurgie/Heelkunde. sites/nvvvvaatchirurgie.nl/files/richtlijn_aaa_2009_definitief_2_0.pdf FEEDBACK: boven de 5,5 cm wordt de jaarlijkse ruptuurkans zodanig groot dat dit het operatierisico rechtvaardigt. FEEDBACKPROMPT: reden om aneurysma aorta te opereren Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a. blz. 454 FEEDBACKPROMPT: beslissingsbevoegdheid bij wilsonbekwaamheid Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz. 804 FEEDBACKPROMPT: interpretatie longfunctieonderzoek CBO-richtlijnen. Richtlijnen hartfalen FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld decompensatie en dd met longproblemen.

6 112. Farmacotherapeutisch Kompas. acenocoumarol FEEDBACKPROMPT: antidotum orale anticoagulatie FEEDBACK: Bij een arteriitis temporalis verwacht je hoofdpijn en pijn bij palpatie van de slaap. Bij Glandula parotis obstructie pijn bij voedselverwerking, bij sinusitis maxillaris kloppijn bovenkaak en eventueel bijkomende klachten als purulente neusafvloed, hoofdpijn en koorts. Klassiek voor temporomandibulaire disfunctie is pijn bij kauwen en het openen van de mond. FEEDBACKPROMPT: diagnose arteriitis temporalis Histology: a text and atlas: with correlated cell and molecular biology (7th ed. 2015/2016) Ross M. e.a. blz. 341 FEEDBACK: Skeletspiercellen kunnen niet delen; ze kunnen wel groter worden en eiwit stapelen (hypertrofie). Hartspiercellen kunnen ook hypertrofiëren, maar dode hartspiercellen worden niet vervangen. Gladde spiercellen hebben de mogelijkheid tot regeneratie en zijn in staat om te delen. FEEDBACKPROMPT: delend vermogen spiercellen Fishman's Pulmonary Diseases and Disorders (5th ed. 2015) chapter 111: The Pathology of Bronchogenic Carcinoma FEEDBACKPROMPT: histologische diagnostiek carcinomen Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz FEEDBACK: Bij het aanleggen van een shunt in de onderarm worden de arteria radialis en de vena cephalica met elkaar verbonden. Deze arterie en vene liggen naast elkaar distaal in de onderarm en zijn daardoor makkelijk met elkaar te verbinden. De arteria brachialis bevindt zich in de bovenarm (de arteria radialis is hier wel een voortzetting van in de onderarm). Gezien de lokalisatie in de bovenarm is dit niet het juiste antwoord. De vena ulnaris bevindt zich in de onderarm, echter het is een diep gelegen vene en daarom niet geschikt voor het aanleggen van een shunt die via de huid makkelijk aan te prikken moet zijn. FEEDBACKPROMPT: bloedvaten gebruikt voor A-V fistel Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a. blz. 120 FEEDBACK: De specificiteit van een test is een weergave van het vermogen van de test om correct individuen te identificeren die de ziekte niet hebben, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal mensen die de ziekte niet hebben. Een hoge specificiteit wordt gebruikt om een ziekte aan te tonen: als de test positief is dan is de ziekte ook daadwerkelijk aanwezig (want weinig fout positieve uitslagen). Ter verduidelijking: de specificiteit geeft geen informatie over het aantal personen die onterecht een negatieve uitslag hebben (fout negatief). FEEDBACKPROMPT: specificiteit berekenen Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. chapter 360: Acute Viral Hepatitis FEEDBACKPROMPT: epidemiologie hepatitis soorten NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2 blz FEEDBACKPROMPT: behandeling astma Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz , FEEDBACK: De eerste stap in de diagnostiek naar een longembolie bij een klinisch lage verdenking is doorgaans een D-dimeertest (waarbij afbraakproducten van fibrine worden gemeten). Als deze toch verhoogd blijkt, dient alsnog een spiraal-ct angiografie verricht te worden. Wanneer er op basis van de kliniek een sterke verdenking is op een longembolie (zoals in deze casus) heeft de D-dimeer geen toegevoegde waarde voor het beleid: een normale of negatieve D-dimeerbepaling sluit dan namelijk een DVT of longembolie niet voldoende uit. Om de mate van verdenking in te schatten wordt gebruik gemaakt van een klinische beslisregel geïntroduceerd door Wells et al. Hierbij wordt een inschatting gemaakt aan de hand van de volgende punten: tekenen van een trombosebeen, tachycardie, immobilisatie of operatie, DVT/longembolie in de voorgeschiedenis, maligniteit en hemoptoë. Als de patiënt op dit moment aanwijzingen zou hebben voor een diep veneuze trombose, dan zou er een indicatie zijn voor echografie. Indien hierop inderdaad een trombus zichtbaar zou zijn, zou de diagnose trombo-embolie gesteld zijn. Een spiraal-ct zou dan niet meer nodig zijn. Bij een DVT in de voorgeschiedenis kan er nog restschade zichtbaar zijn, waardoor echografie minder betrouwbaar is. FEEDBACKPROMPT: toepassing D-dimeer test Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a. blz. 590 FEEDBACKPROMPT: epidemiologie elleboogklachten Tintinalli's Emergency Medicine: A Comprehensive Study Guide (8e 2016) Tintinally J. e.a. chapter 229 FEEDBACK: tevens Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. Disorders of the Thyroid Gland. FEEDBACKPROMPT: epidemiologie hyperthyreoïdie Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. hfdst. 334 FEEDBACKPROMPT: effect medicatie op glomerulaire filtratiedruk Farmacotherapeutisch Kompas. Prednison FEEDBACKPROMPT: afbouwen prednison Leerboek epidemiologie (7e herz. dr. 2016) Bouter L. e.a. hfdst. Validiteit en betrouwbaarheid FEEDBACKPROMPT: betekenis betrouwbaarheidsinterval The immune system (4th ed. 2014/2015) Parham P. blz. 439 FEEDBACKPROMPT: pathofysiologie graft versus host disease Current diagnosis and treatment Geriatrics (2nd ed. 2014) Williams B. e.a. blz. 26, 127 FEEDBACK: De kloktekentest en het onthouden van drie woorden (3-item recall) vormen samen de mini-cog. Dit is een korte screeningsmethode voor het opsporen van dementie. Patiënten die één of beide opdracht niet volledig uit kunnen voeren zijn verdacht voor dementie. Een volgende stap zou het afnemen van de mini mental state examination (MMSE) kunnen zijn. Het voordeel van de mini-cog is dat het minder tijd kost dan het afnemen van de gehele MMSE en dat het bij een laag opleidingsniveau ook een betrouwbare test is. De overige antwoord opties zijn allen onderdeel van de MMSE, maar geven los geen goede beoordeling van de cognitie. FEEDBACKPROMPT: screening op dementie.

7 128. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz FEEDBACK: Een breath holding spell komt voornamelijk voor op de leeftijd van zes maanden tot ongeveer vier jaar. Bij schrikken, emoties of woede loopt het kind plotseling blauw aan of wordt lijkbleek. De ademhaling lijkt te stoppen, het kind reageert nergens op en is slap. De aanval kan gepaard gaan met wegdraaien van de ogen en een verkramping of schokken in armen en benen. De aanvallen duren vaak kort en de kinderen komen snel bij, waarna ze direct helder zijn. De aanvallen treden vaak meerdere malen op en gaan vanzelf weer over. Benigne rolandische epilepsie komt voor bij kinderen van 1 tot 14 jaar. De aanvallen doen zich met name s nachts voor en worden gekenmerkt door schokjes in het gelaat, niet kunnen praten en tintelingen rond de tong en kwijlen. Narcolepsie manifesteert zich met name tijdens de adolescentie. Narcolepsie wordt gekenmerkt door overmatige slaperigheid overdag vaak in combinatie met een verstoorde nachtslaap. In de casus wordt beschreven dat het jongetje lijkt te stoppen met ademen en een blauw gelaat krijgt. Deze kenmerken passen niet bij narcolepsie. Een reflexsyncope kan ook bij kinderen voorkomen in een warme omgeving, bij lang staan of grote angst. Hier lijkt in deze casus geen sprake van te zijn. De blauwe kleur past hier bovendien niet bij. FEEDBACKPROMPT: dd breath holding spell bij kinderen Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: lichamelijk onderzoek lever Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz FEEDBACK: De casus omschrijft het typische beeld van pityriasis rosea. De dermatose begint vaak met een solitaire laesie (plaque mère) met een diameter van 2-5 cm. Hierna ontstaat in de loop van enkele dagen een soms jeukende eruptie, bestaande uit symmetrisch gelokaliseerde lenticulair tot nummulair grote erythemateuze, matig scherp begrensde maculae met pityriasiforme (poederfijne) schilfering. De laesies zijn vaak ovaal van vorm, waarbij de lengteas volgens de splijtlijnen van de huid verloopt (denneboomconfiguratie). Het is met name gelokaliseerd op de romp en komt vooral voor bij adolescenten. Een deel van de patiënten geeft aan voorafgaand griepachtige verschijnselen te hebben doorgemaakt. De aandoening geneest spontaan in zes tot tien weken. Lichen planus, nummulair eczeem en psoriasis guttata gaan gepaard met een ander klinisch beeld. FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld en dd pityriasis rosea Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a. blz FEEDBACK: Een funnel plot ( funnel = trechter) is een manier om publicatiebias op te sporen in de selectie van wetenschappelijke studies voor een systematic review. Indien er voldoende studies beschikbaar zijn wordt er zo de typische trechtervorm van de funnel plot gecreëerd. Publicatiebias wordt gesuggereerd door asymmetrie in de funnel plot, bijvoorbeeld door het niet publiceren van kleine trials die niet het effect van de onderzochte interventie ondersteunen. Een funnel plot betreft een scatterplot, waarbij elke studie weergegeven wordt als één punt. Het primaire effect gevonden in elke studie wordt weergegeven op de x-as en uitgezet tegen een maat van de studiegrootte of precisie de grootte van de betreffende onderzoekspopulatie. Als er geen sprake is van bias is de verwachting dat kleinere studies (aan de onderkant van de grafiek) meer variatie in het gevonden effect zullen tonen, minder precies zullen zijn, en zich breder uitspreiden op de bodem van de scatterplot. Omgekeerd zullen grotere studies het effect nauwkeuriger inschatten en dus niet alleen hoger op de y-as, maar ook dichterbij de gemiddelde waarde van het effect (of true effect size ) liggen, weergegeven als referentielijn in het midden van de x-as. FEEDBACKPROMPT: herkennen type bias aan studieresultaten Vaardig communiceren in de gezondheidszorg: een evidence-based benadering (3e herz.dr. 2014) Silverman J. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: gesprekstechnieken Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a. hfdst. 14 FEEDBACKPROMPT: interpretatie minimental state examination FEEDBACK: beide antwoorden kunnen tot shock leiden. Indien een spanningspneumothorax aanwezig is, is deze hemithorax bij percussie hypersonoor, bij een hematothorax is de percussie juist gedempt. FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld spanningspneumothorax Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: interpretatie urinekweek Revalidatie voor volwassenen (1e dr. 2014) Geertzen J. e.a. blz. 45 FEEDBACKPROMPT: inschatten stabiliteit patiënt na immobilisatie Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. 245 FEEDBACKPROMPT: risicofactoren delier Leerboek interne geneeskunde (15e geh.herz. dr. 2017) Stehouwer C. e.a. blz. 581 FEEDBACK: De patiënt in deze casus presenteert zich onder andere met de klacht heesheid. Heesheid ten gevolge van een longcarcinoom ontstaat vrijwel altijd door een proces aan de linkerkant. De nervus vagus komt vanuit de hals de thorax binnen en loopt ter hoogte van de arteria carotis communis en de vena jugularis interna. Aan de rechterkant geeft de nervus vagus hoog in de thorax de nervus laryngeus recurrens af die de larynx innerveert. Aan de linkerkant geeft de nervus vagus pas ter hoogte van de ductus arteriosus Botalli de nervus laryngeus recurrens af. De linker nervus laryngeus recurrens loopt dus door de linkerhilus en kan door een kliermetastase van een bronchuscarcinoom worden aangetast waardoor een linkszijdige stembandverlamming ontstaat. De rechter nervus laryngeus recurrens is slechts zelden betrokken bij een tumorproces. FEEDBACKPROMPT: verloop linker nervus laryngeus recurrens in vergelijking met rechts Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz. 65 FEEDBACKPROMPT: rol kalium in depolarisatie Farmacotherapeutisch Kompas. bladeren-volgens-boek/inleidingen/inl-vitaminen FEEDBACK: In de huid opgeslagen 7-dehydrocholesterol (provitamine D3) wordt onder invloed van ultraviolette straling (UV-B) omgezet tot colecalciferol. Met behulp van het vitamine-d-bindend eiwit wordt colecalciferol getransporteerd naar de circulatie. In de lever wordt

8 colecalciferol gemetaboliseerd tot 25-hydroxyD3, waarna in de nieren de omzetting tot met name actief 1,25-dihydroxyD3 (calcitriol) plaatsvindt. FEEDBACKPROMPT: vitamine-d-metabolisme Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a. blz FEEDBACK: Een essentiële tremor is een relatief veel voorkomende bewegingsstoornis en ontstaat vaak voor het 60e jaar. In de helft van de gevallen komt de tremor familiair voor. Het gaat om een bilaterale houdingstremor van handen of armen. Ook het hoofd of de stem kunnen meedoen. De tremor treedt op bij beweging en neemt af in rust. De tremor neemt toe bij emoties en neemt bij een deel van de patiënten af na het gebruik van alcohol. De oorzaak is onbekend. Een functionele tremor betreft een tremor waarvoor geen organische oorzaak wordt gevonden. Kenmerken zijn een acuut begin, een inconsistente presentatie en sterke wisselingen in frequentie en amplitude. Een flapping tremor is een grove, langzame aritmische tremor die optreedt wanneer iemand zijn armen en handen uitsteekt. De spierspanning valt plotseling en kortdurend weg, waardoor de hand heel even omlaag valt en daarna weer terugkeert naar de oorspronkelijke positie. Deze flapping tremor is vaak een gevolg van leverfalen, nierfunctiestoornissen of een stofwisselingsziekte. FEEDBACKPROMPT: dd tremoren Leerboek interne geneeskunde (15e geh.herz. dr. 2017) Stehouwer C. e.a. blz FEEDBACK: de casus schetst het beeld van een reizigersdiarree : het plotseling ontstaan van diarree, waterdun zonder bloed, met wat buikkrampen en zonder of met geringe temperatuurverhoging bij bezoekers uit West-Europa en Amerika van landen in subtropische en tropische gebieden. De duur van het syndroom is meestal kort: één tot drie dagen. Zelden is het ziektebeeld ernstig; dat gaat gepaard met misselijkheid, braken en uitdroging. De voornaamste verwekkers van dit ziektebeeld zijn de enterotoxineproducerende E. coli-typen. De meest voorkomende bacteriële verwekkers van acute diarree in Nederland zijn de Campylobacter soorten (met name C. jejuni). Besmetting vindt plaats via de tractus digestivus, vooral door het manipuleren en gebruik van rauw of onvoldoende verhit vlees met name kip of eieren. De ziekte begint meestal acuut met koorts, algemene klachten met hoofdpijn en soms verwardheid. Na enige dagen volgen buikkrampen, misselijkheid en diarree. De feces is waterdun, slijmerig, stinkend en in ongeveer de helft van de gevallen bloederig, vooral als het colon in het ziekteproces is betrokken. Bij een derde van de patiënten verloopt de infectie vanaf het begin als een enteritis, zonder dat er koorts aan vooraf gaat. Giardia lamblia is een eencellige parasiet (protozoa). Meestal verlopen de infecties asymptomatisch maar soms veroorzaken ze buikkrampen, misselijkheid en diarree. Met name bij langdurige diarree (>10 dagen) dient een parasitaire verwekker overwogen te worden. Norovirussen kunnen misselijkheid, hoofdpijn, buikpijn, diarree en lichte koorts veroorzaken. Dit gaat vrijwel altijd gepaard met braken. Er is geen bloed- of slijmbijmenging in de feces. De infectie duurt gemiddeld twee dagen bij volwassenen met een goede gezondheid, maar soms aanzienlijk langer bij kinderen en ouderen. Het is zeer besmettelijk. Met name de reisanamnese in deze casus maakt een reizigersdiarree hier waarschijnlijker. FEEDBACKPROMPT: tropische darminfecties Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C. blz FEEDBACKPROMPT: verwekkers acute epididymitis Volksgezondheid en gezondheidszorg (8e geh.herz. dr. 2016) Mackenbach J. e.a. blz FEEDBACK: Vanaf 1 januari 2017 wordt er bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker eerst gescreend op de aanwezigheid van HPV. De aanwezigheid van HPV geeft een verhoogde kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker. Pas bij aanwezigheid van HPV wordt er een uitstrijkje gemaakt. Dit betreft dus een vorm van secundaire preventie. Primaire preventie is gericht op het voorkomen van nieuwe gevallen van een ziekte en dus op het wegnemen of verminderen van de oorzaken daarvan. Secundaire preventie is erop gericht een aandoening in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken, zodat een vroege behandeling mogelijk is en verergering van de ziekte kan worden voorkomen. Het maken van een uitstrijkje is een vorm van secundaire preventie. Hierbij kan baarmoederhalskanker in een vroeg stadium worden opgespoord. Tertiaire preventie is het voorkomen of beperken van de gevolgen van een reeds gediagnosticeerde aandoening. FEEDBACKPROMPT: types preventie FEEDBACK: na een fractuur treedt zwelling op, die meestal maximaal is in de dagen na het trauma en niet direct bij presentatie. Daarom dient bij een fractuur in de acute fase geen circulair gips te worden aangelegd, zoals hier is gebeurd. Differentiaaldiagnostisch kan nog gedacht worden aan een compartimentssyndroom, zeker bij een onderbeenfractuur. Ook dit is een gevolg van de zwelling bij de fractuur. In beide gevallen is het antwoord D juist. Drukneuropathie door gips ter hoogte van de fibulakop kan, maar verklaart niet het snel progressieve en zeer heftige pijnbeeld. Dit leidt eerder tot motorische uitval in de vorm van een klapvoet (C fout). Dislocatie van de fractuur in een adequaat gips kan, maar gaat gepaard met een acute verergering van de pijn (A fout). Een fractuur kan leiden tot een dissectie van de naastgelegen arterie die niet direct resulteert in een zichtbare doorbloedingsstoornis. Ter hoogte van deze fractuur is echter sprake van de drie onderbeenvaten en niet van één arterie (B fout). FEEDBACKPROMPT: risico te strak gips Adams and Victor's principles of neurology (10th ed. 2014) Ropper A. e.a. blz. content.aspx?bookid=690&sectionid= Accessed June 16, 2017 FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld trigeminusneuralgie Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a. blz FEEDBACKPROMPT: pathofysiologie myasthenia gravis Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz. 197 FEEDBACKPROMPT: dd periorale dermatitis Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. 719 FEEDBACKPROMPT: waarnemingsstoornissen binnen de psychiatrie Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. 254 FEEDBACKPROMPT: differentiaaldiagnose dementietypes.

9 151. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz. 31, 132 FEEDBACK: bij dragerschap van een 21/21-translocatie zullen alleen afwijkende gameten kunnen ontstaan. Een foetus met een monosomie 21 is niet levensvatbaar en dus is de kans op nageslacht met downsyndroom 100%. FEEDBACKPROMPT: consequenties van robertsoniaanse translocatie Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N. blz. 64 FEEDBACK: In eerste instantie zal de huisarts zelf proberen om het corpus alienum te verwijderen. De beste manier om dit te doen is het spoelen van de gehoorgang. Het gebruik van een pincet wordt afgeraden omdat voorwerpen hierdoor vaak dieper in de gehoorgang verdwijnen. Wel kan eventueel gebruik worden gemaakt van een haakje dat achter het voorwerp kan worden gebracht. Lukt het verwijderen van het voorwerp niet dan kan verwezen worden naar de KNO-arts. Een afwachtend beleid is niet juist. De kans is klein dat het voorwerp vanzelf uit het oor komt. Daarnaast zorgt het corpus alienum voor irritatie en pijn. FEEDBACKPROMPT: beleid bij corpus alienum oor Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz FEEDBACK: De nieren zijn vaak betrokken bij Henoch-Schönlein purpura. 80% van de patiënten heeft hematurie en/of proteïnurie. Een klein deel ontwikkelt een nefrotisch syndroom. Bij hevige proteïnurie kan een nierbiopt overwogen worden om in te schatten of behandeling nodig is. FEEDBACKPROMPT: diagnostiek complicaties Henoch-Schönlein NHG-standaarden voor de huisarts. Urineweginfecties FEEDBACKPROMPT: beleid bij verdenking urineweginfectie Emery's elements of medical genetics (15th ed. 2017) Turnpenny P. e.a. blz. 14 FEEDBACKPROMPT: overerving mitochondrieel DNA Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a. blz. 202 FEEDBACK: De uitvoering van de borstkankerscreening is geen taak van de GGD maar door vijf screeningorganisaties die nauw samenwerken met het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Op de borstkanker is de WBO van toepassing en niet de WPG. Het houden van toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet en de Tabakswet en het opsporen van strafbare feiten zijn taken van De Voedsel en Waren Autoriteit en niet van de GGD. FEEDBACKPROMPT: taken GGD Marks' basic medical biochemistry: a clinical approach (4e ed. 2013) Lieberman e.a. blz. 497 FEEDBACK: In de mond wordt alfa-amylase uitgescheiden door speekselklieren. De vertering begint dus reeds in de mond. In de maag wordt alfa-amylase geïnactiveerd door de lage ph van het maagzuur (HCl). In het duodenum wordt het zetmeel gemengd met alfa-amylase uitgescheiden door de pancreas. FEEDBACKPROMPT: Plaatsen waar amylase actief is Farmacotherapeutisch Kompas blz. 528 FEEDBACKPROMPT: werking biologicals Medical genetics (5th ed. 2016) Jorde L. e.a. blz. 3 FEEDBACKPROMPT: Pathofysiologie genetisch van autosomaal dominante aandoeningen Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz. 426 FEEDBACKPROMPT: biochemie van de erytrocyt Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz FEEDBACKPROMPT: effect glucagon Robbins Basic Pathology (10th ed. 2017) Kumar V. e.a blz. standaard Psoriasis FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld psoriasis Campbell's Operative Orthopaedics (13th ed. 2017) Azar F. e.a. chapter 30, e5 FEEDBACKPROMPT: geslachtsverdeling heupluxatie Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz. 284 FEEDBACKPROMPT: beloop ITP bij kinderen versus ouderen Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a. blz. 196 FEEDBACKPROMPT: Klinisch beeld carpaletunnelsyndroom Smith and Tanagho's General Urology (18th ed. 2013) McAninch J. e.a. chapter 23. Neoplasms of the Prostate Gland FEEDBACKPROMPT: metastaseringspatroon prostaatcarcinoom Schwartz's principles of surgery (10th ed. 2015) Brunicardi F. e.a. blz. The Appendix FEEDBACKPROMPT: klinische presentatie appendicitis acuta en DD Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. hfdst. 424 FEEDBACKPROMPT: osteoporose van endocriene oorsprong Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz FEEDBACK: Specifieke afwijkingen voor Lupus erythematodes (LE) zijn de artralgieën en huidafwijkingen die bij 80% van de patiënten voorkomen. De huidafwijkingen omvatten het vlinderexantheem, discoïde LE (schotelvormige plekken met hyperkeratosis en atrofie), lividerode erupties, purpura, ulceraties (ook op slijmvliezen), livedo reticularis en haaruitval. De huidafwijkingen nemen vaak toe na expositie aan zonlicht. Daarnaast komt algehele malaise, moeheid of koorts voor. Bij veel sclerodermie patiënten is het fenomeen van Raynaud het eerste ziekteverschijnsel. Daarnaast zwellen bij sclerodermie de handen op en voelt de huid strak aan. In de huid zijn depigmentaties en teleangiëctastieën zichtbaar. De meeste patiënten met een dermatomyositis presenteren zich met zwakte in de spieren proximaal in de extremiteiten. Later is er atrofie zichtbaar. Karakteristieke huidafwijkingen zijn rode glanzende plaques over de falangeale gewrichten en een

10 paarsrode verkleuring van het gezicht. De meeste patiënten met de ziekte van Sjögren presenteren zich met klachten over droge, branderige ogen en siccaklachten van de mond, huid en vagina. FEEDBACKPROMPT: klinisch beeld SLE Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a. blz FEEDBACK: Proef Rinne: normaal is het geluid door de lucht langer te horen dan via botgeleiding. Wordt het geluid nog gehoord voor het oor, dan wordt gesproken van een positieve of verlengde Rinne. Wordt het geluid voor het oor niet meer gehoord, dan wordt gesproken van een negatieve of verkorte Rinne. De Rinne is positief bij het normale oor of bij perceptieverlies. De Rinne is negatief bij geleidingsslechthorendheid. Proef Weber: Bij de proef van Weber is lateralisatie van het geluid naar één kant pathologisch. Bij geleidingsverlies lateraliseert het geluid naar het aangedane oor, bij perceptieverlies naar de gezonde kant; de andere kant is het aangedane binnenoor. Bij lateralisatie naar rechts tijdens de proef van Weber en een positieve Rinne kan er ook sprake zijn van perceptiedoofheid links, maar gezien de klinische situatie in deze vraag is perceptieverlies niet waarschijnlijk. Dus het meest waarschijnlijke antwoord is geleidingsverlies rechts. FEEDBACKPROMPT: stemvorkproeven bij gehoorverlies Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 919 FEEDBACK: Het is bekend dat bij 20 procent van de patiënten die zich presenteren met polymyalgia rheumatica, reuscelarteriitis oftewel arteriitis temporalis in het ziektebeloop optreedt. Arteriitis temporalis is een vasculitis. Migraine is een neurovasculaire aandoening met heftige aanvalsgewijze hoofdpijn. Iemand met een subarachnoïdale bloeding heeft acute heftige hoofdpijn die bij donderslag ontstaat. Behalve een acute hoofdpijn kan er sprake zijn van een gedaald bewustzijn, misselijkheid, braken, krachtsverlies van ledematen en nekstijfheid. Trigeminusneuralgie is een aanvalsgewijs optredende eenzijdige aangezichtspijn in het gebied van een tak van de nervus trigeminus. FEEDBACKPROMPT: alarmsymptomen voor reuscelarteriitis Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. hfdst. 2 FEEDBACKPROMPT: betekenis lichenificatie Obstetrie en gynaecologie: De voortplanting van de mens (2016) Heineman M. e.a. hfdst. 27 FEEDBACKPROMPT: interpretatie semenanalyse Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. Candidiasis FEEDBACKPROMPT: aantonen schimmelinfecties NHG-standaarden voor de huisarts. M10, Problematisch alcoholgebruik FEEDBACK: Onttrekkingsinsult heeft een hoge mortaliteit. FEEDBACKPROMPT: ontwenningsverschijnselen alcohol NHG-standaarden voor de huisarts. Cardiovasculair risicomanagement FEEDBACK: Patiënten met een negroïde afkomst zijn minder gevoelig voor monotherapie met bètablokkers en renineafhankelijke middelen. FEEDBACKPROMPT: rasgebonden indicatiestelling antihypertensiva Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. hfdst. 18 FEEDBACKPROMPT: betekenis CRP bij polymyalgia reumatica Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. hfdst. 7 FEEDBACK: De autonome innervatie van het oog en het ooglid valt uit en leidt tot een ptosis. Sympathische ganglionblokkade geeft vasodilatatie, dus geen bleke huid. De traanproductie staat onder parasympatische controle vanuit de n. facialis. Een wijde pupil ontstaat door activatie van de sympathicus, juist die valt uit. Er is dus sprake van een pupilvernauwing. Effecten dus vergelijkbaar met syndroom van Horner. FEEDBACKPROMPT: functie ganglion thoracocervicale Dermatology (4th ed. 2018) Bolognia J. e.a. blz. volume one, Section 3, chapter 14 Allergic Contact Dermatitis//Section 1. chapter 4 Immunology, Allergic Contact Hypersensitivity FEEDBACKPROMPT: mechanisme allergische reacties Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N. blz. 134 FEEDBACKPROMPT: oorzaak perifere facialisparese Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz. 133 en 138 FEEDBACKPROMPT: oorzaken voor niet opvolgen doktersadvies Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. blz. 770 FEEDBACKPROMPT: nierinsufficiëntie Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. blz , FEEDBACKPROMPT: antistollingsbeleid bij klepprothesen Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. blz. 943 FEEDBACKPROMPT: X-thorax. FEEDBACKPROMPT: vertekeningsfactoren op conventionele radiodiagnostiek Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz. 406, fig. 3.52D en blz. 428, fig. 3.67C/D FEEDBACKPROMPT: klinische presentatie cyste/klier Bartholini Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. 358 FEEDBACK: De criteria voor de gegeneraliseerde angststoornis volgens de DSM 5 zijn: excessieve angst en bezorgdheid, die gedurende minstens zes maanden vaker wel dan niet aanwezig zijn, en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten. De betrokkene vindt het moeilijk om de bezorgdheid onder controle te houden. De angst en bezorgdheid gaan gepaard met drie (of meer) van de volgende zes symptomen: rusteloosheid, snel vermoeid raken, moeite met concentreren, prikkelbaarheid, spierspanning en slaapstoornis. De depressieve stoornis wordt gekarakteriseerd door het optreden van een of meerdere depressieve episoden. Bij het klinische beeld valt op dat