Eerwraak en het cultuurverweer. Past het cultuurverweer binnen het systeem van de strafuitsluitingsgronden?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerwraak en het cultuurverweer. Past het cultuurverweer binnen het systeem van de strafuitsluitingsgronden?"

Transcriptie

1 Eerwraak en het cultuurverweer Past het cultuurverweer binnen het systeem van de strafuitsluitingsgronden? Naam: Amina Panneman-Ramdjan Studentennummer: Adres: Kromme Steeg NG Kapel-Avezaath Telefoon: a.g.panneman@panax.nl Datum: 22 april 2010 Begeleider: Dick van Ekelenburg

2 Inhoudsopgave VOORWOORD INLEIDING CULTUURVERWEREN INLEIDING CULTUUR GERELATEERDE DELICTEN CULTUURVERWEER EERWRAAK SAMENVATTING VOOR EERWRAAK RELEVANTE STRAFUITSLUITINGSGRONDEN IN HET ALGEMEEN INLEIDING STRAFUITSLUITINGSGRONDEN IN ALGEMENE ZIN PSYCHISCHE OVERMACHT INLEIDING VOORWAARDEN NOODWEER(EXCES) INLEIDING NOODWEER NOODWEEREXCES SAMENVATTING VOOR EERWRAAK RELEVANTE STRAFUITSLUITINGSGRONDEN ALS CULTUURVERWEER INLEIDING CULTUURVERWEER INZAKE EERWRAAK FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN EERWRAAK EN PSYCHISCHE OVERMACHT ALS CULTUURVERWEER EERWRAAK EN NOODWEER(EXCES) ALS CULTUURVERWEER SAMENVATTING CONCLUSIE BEGRIPPENLIJST LITERATUURLIJST JURISPRUDENTIELIJST Pagina: 2 van 65

3 Voorwoord Het schrijven van deze scriptie heb ik gedaan met mijn hele persoonlijkheid. Dat was heerlijk zolang ik dacht dat het goed ging, dus zolang ik nog geen commentaar had gekregen van mijn begeleider. Ik begon vol enthousiasme maar al gauw kwamen de eerste grote valkuilen. Hoewel ik van nature een optimistisch karakter heb, heb ik vele momenten van onzekerheid ervaren en veranderde mijn optimisme in periodes van pessimisme. Vooral toen ik dacht dat ik er bijna was bleek dat er nog behoorlijk aan de tekst gesleuteld moest worden. Op zulke momenten heb ik mij serieus afgevraagd waarom ik aan deze studie ben begonnen en of de wetenschap wel iets voor mij is. Om me heen zag ik ook anderen met hun scriptie worstelen en er veel voor opofferen. Enkele stopten zelfs. Toch is deze scriptie afgekomen en dat heb ik (gelukkig) niet alleen hoeven te doen. Zonder de hulp van mijn begeleider Dick van Ekelenburg was ik misschien zelfs afgehaakt. Hij is een van de eersten geweest die mij altijd het vertrouwen heeft gegeven dat het goed zou komen en mij weer probeerde op te beuren als ik het niet zag zitten. Geert Panneman, mijn man, wil ik ook langs deze weg bedanken voor zijn onvermoeibare inzet bij het lezen van gedeelten van mijn scriptie en zijn commentaar en vragen die hij daarbij stelde. Hij voelde feilloos aan hoe hij mij ertoe moest bewegen om ieder keer weer opnieuw aan de scriptie te werken. Hij was mijn steun en toeverlaat bij scriptiestress en heeft mij talloze keren weten te ontspannen met relativerende opmerkingen en eenvoudige, maar onbetaalbare zaken als een overgenomen kookbeurt, een lange wandeling of een weekendje weg. Hij heeft me geleerd van het leven te blijven genieten, juist in moeilijke periodes, wat een van de meest waardevolle eigenschappen is die een mens kan bezitten. Mijn moeder (overleden) dank ik omdat ze mij heeft geleerd dat een goed stel hersens geen verdienste maar een geschenk is, dat je moet gebruiken ter ontplooiing van jezelf en met respect voor je naaste. Dit onderzoek is afgesloten op 13 april Kapel-Avezaath, april Pagina: 3 van 65

4 1. Inleiding Migranten hebben hun eigen gewoonten en tradities de Nederlandse samenleving binnengebracht. Sommige van die gewoonten en tradities zijn gewelddadig van aard en sommige conflicterend 1 met het Nederlands recht. De ontwikkeling van de multiculturele samenleving gaat dan ook gepaard met nieuwe verschijnselen van criminaliteit, zoals: onder bedreiging van eer en schaamte plegen van eerwraak of bloedwraak, meisjesvrouwenbesnijdenis, polygamie, bepaalde vormen van mishandeling en verminking, terugbevlekking (wraak nemen op de familie van de eerschender), geweldpleging onder bedreiging van winti en voodoo 2. Deze vormen van delicten worden ook wel cultuur gerelateerde delicten genoemd. Ondanks dat er vele vormen van cultuurgerelateerde delicten bestaan zal ik mij in deze scriptie beperken tot eerwraak. De reden hiervoor is gelegen in (1) het feit dat uit het vooronderzoek van deze scriptie naar voren is gekomen dat van alle cultuur gerelateerd delicten, eerwraak het meest geschikt is om de centrale vraag in deze scriptie te beantwoorden. De overige cultuur gerelateerde delicten spelen zich voornamelijk af in de anonimiteit. De bereidheid (van vooral eer gerelateerde delicten) om aangifte te doen is klein omdat juist het naar buiten brengen (en bekend worden) van een bepaalde handeling één van de redenen kan zijn waardoor eerschending ontstaat. De beperking tot eerwraak (2) is mede ingegeven omdat eerwraak de meest ultieme vorm van cultuur gerelateerd geweld is en veelal gepaard gaat met grote maatschappelijke onrust, mede omdat het delict vaak op klaarlichte dag in het openbaar met omstanders wordt gepleegd. Eerwraak is een rechtsdelict 3 omdat dergelijke delicten inbreuk maken op essentiële rechten, zoals het recht op leven en het recht op de integriteit van het lichaam, die door de Grondwet en internationale mensenrechten verdragen gewaarborgd worden. Eerwraak heeft te maken met het respecteren en eerbiedigen van eer en eerbaarheid en is niet per definitie gerelateerd aan een bepaald geloof en komt wereldwijd voor. Bij eerwraak en bloedwraak gaat het om misdrijven tegen de man of de vrouw die de familie-eer (namus) of de eer van de man (seref) heeft bezoedeld en daarmee de familie publiekelijk te schande heeft gemaakt. Nader uitleg van de 1 Bovenkerk e.a. 2003, p Er zijn ook culturele gebruiken die niet met het strafrecht conflicteren, maar met het bestuursrecht, zoals: Hindoestaan die as van een overledene uitstrooit over een rivier en handelt in strijd met de Wet op de Oppervlaktewateren of de Creoolse kapper die bij gebrek aan kundige autochtone kappers zonder vergunning mensen met rastahaar bedient. 2 Liem e.a. 2007, p Kelk 2005, p. 13. Pagina: 4 van 65

5 diverse begrippen zijn te vinden in de begrippenlijst. Naar aanleiding van de Veghelse schietzaak 4 in 1999 heeft eerwraak in een bredere wetenschappelijke kring aandacht gekregen. Mede daardoor is het fenomeen cultuur gerelateerde delicten een actueel onderwerp geworden en de bestrijding ervan staat hoog op de politieke agenda. In het verlengde hiervan is er ook aandacht voor de culturele motieven van de pleger van cultureel gerelateerde delicten: de zogenaamde cultuurverweren. Doordat er regelmatig confrontaties plaatsvinden met cultuur gerelateerde kenmerken wordt in de samenleving steeds vaker de vraag gesteld of en in hoeverre in de Nederlandse rechtspraak rekening dient te worden gehouden met culturele omstandigheden van de verdachte. De doelstelling van dit onderzoek is om op basis van literatuur- en jurisprudentieonderzoek naar de beoordeling van de culturele motieven van de pleger van cultuur gerelateerde delicten inzicht te krijgen in hoeverre de Nederlandse rechtsspraak een beroep op cultuurverweren honoreert. De probleemstelling in dit onderzoek is: past het cultuurverweer binnen het systeem van de strafuitsluitingsgronden? Om die vraag adequaat te kunnen beantwoorden wordt in hoofdstuk 2 in de eerste plaats onderzocht wat cultuur gerelateerde delicten inhouden, wat cultuurverweren zijn, onder welke omstandigheden eerwraak plaatsvindt en wat eerwraak inhoudt. Ten tweede zal in hoofdstuk 3 in algemene zin nader worden ingegaan op de voor eerwraak relevante strafuitsluitingsgronden waarbij zal worden ingegaan op de algemene criteria van deze strafuitsluitingsgronden. De relevante strafuitsluitingsgronden inzake eerwraak zijn psychische overmacht, noodweer en noodweerexces. Vervolgens wordt per strafuitsluitingsgrond ingegaan op wetgeving, jurisprudentie en literatuur. In hoofdstuk 4 zal na te zijn ingegaan op de feitelijke omstandigheden waaronder eerwraak wordt gepleegd, per strafuitsluitingsgrond worden besproken of in de rechtspraak cultuurverweren enig kans van slagen hebben. 4 Rb. Den Bosch 13 februari 2001, NJ 2001, 130. Pagina: 5 van 65

6 2. Cultuurverweren 2.1 Inleiding In landen als Australië, Canada en de Verenigde Staten wordt er vanuit gegaan dat plegers van cultuur gerelateerde delicten door hun culturele achtergrond soms geen andere keuze tot handelen zouden hebben. Deze landen kennen dan ook het in de wet neergelegde cultural defence. Dat betekent dat het culturele verweer open staat voor verdachten die recentelijk afkomstig zijn uit een ander land en zich de wetgeving daardoor nog niet eigen hebben kunnen maken. Een voorbeeld van een dergelijk cultural defence is te vinden in een Amerikaanse zaak waarin een Chinese immigrant in New York, Dong Lu Chen, zijn vrouw betrapte op overspel en haar om het leven bracht. Zijn verweer luidde: in China zou iedereen mij hebben tegengehouden, maar in het anonieme New York laat iedereen mij mijn gang gaan. De rechter was gevoelig voor het beroep op Chen s culturele achtergrond en veroordeelde hem niet voor moord, zoals was geëist, maar voor een lichte vorm van doodslag. In zijn vonnis gaf de rechter aan dat de uitspraak anders zou zijn geweest indien Chen zou zijn opgegroeid in de Verenigde Staten. 5 In het Amerikaanse strafrecht worden twee eisen gesteld om een verdachte te kunnen veroordelen voor het begaan van een strafbaar feit. 6 Allereerst moet sprake zijn van een fysieke gedraging die wederrechtelijk is (act of actus reus), ten tweede moet de verdachte beschikken over de vereiste geestesgesteldheid om te beseffen waarom hij schuldig is (guilty mind of mens rea). Is aan een van de twee vereisten niet voldaan dan kan de verdachte niet worden veroordeeld voor het begaan van het tenlastegelegde strafbaar feit. Als wél aan de vereisten is voldaan, dus als actus reus en mens rea beide voorkomen, kan de verdachte desondanks aan bestraffing ontkomen indien hij een geslaagd beroep doet op een zogenaamde cultural defence. Het doel van dit hoofdstuk is dat duidelijk wordt wat onder cultuur gerelateerde delicten en cultuurverweren wordt verstaan. Vervolgens zal worden ingegaan op de vraag wat eerwraak is en onder welke omstandigheden eerwraak plaatsvindt. 2.2 Cultuur gerelateerde delicten Hoewel cultuur gerelateerde delicten cultuurgebonden zijn komen ze wereldwijd voor. Een cultureel gerelateerd delict is veelal een cultureel bepaalde uitingsvorm van geweld, waarbij 5 Coleman 1996; Bovens 2006, p Siesling 2006, p Pagina: 6 van 65

7 sprake is van een collectief uitgeoefende vorm van geestelijke, lichamelijk en/of seksueel geweld. 7 Het betreft vaak de eer van een groep of familie en wordt dikwijls geïnitieerd en zelfs ook aangemoedigd en beloond door diezelfde groep mensen. Diegene die cultuur gerelateerd geweld pleegt kan veelal rekenen op begrip van zijn sociale en culturele omgeving. Bij cultuur gerelateerd geweld heeft men vaak te maken met een dadergroep. In sommige landen, bijvoorbeeld in Jordanië en tot voor kort ook in Turkije wordt/werd eerwraak wettelijk gezien gedoogd of zelfs gelegitimeerd. Na de herziening van het Turkse Wetboek van Strafrecht in 2004 kunnen verdachten niet meer rekenen op strafvermindering als ze aanvoeren dat hun daad een erekwestie betrof. Volgens de nieuwe wet staat op eerwraak levenslange gevangenisstraf en kunnen ook betrokken familieleden gestraft worden. Een manier om lange gevangenisstraf te ontlopen was om een minderjarig familielid de eerwraak te laten uitvoeren. In de nieuwe wetgeving wordt in een dergelijk situatie het hoofd van de familie juist zwaarder gestraft. 8 Uit het casusonderzoek van Van der Torre en Schaap (COT-rapport) 9 blijkt dat in Nederland eerwraak niet vaak door minderjarigen wordt gepleegd, met de bedoeling dat de minderjarige een lagere gevangenisstraf zal krijgen. In werkelijkheid laten families in Nederland zelden een minderjarige de eerwraak plegen. De eerwraak wordt vrijwel altijd door de volwassen echtgenoot, oudere broer of vader gepleegd. Uit de praktijk is slechts één minderjarige dader bekend, die overigens volgens het strafrecht voor volwassenen werd veroordeeld. Het betreft de 17-jarige Turk die op 7 december 1999 op een school in Veghel zijn zus en vier omstanders neerschoot. Hij kreeg vijf jaar gevangenisstraf. Zijn vader, die de jongen tot de schietpartij had aangezet, kreeg negen jaar gevangenisstraf. 10 Cultuur gerelateerde delicten zijn veelal misdrijven. In de literatuur over cultuur gerelateerde delicten en hun achtergronden in relatie tot het strafrecht komen termen zoals cultureel delict, cultuur gerelateerde misdaad, 11 cultureel geïnspireerde delicten, 12 transcultureel bepaalde delicten, 13 cultureel gemotiveerde misdaad, 14 eer gerelateerd geweld 15 en cultuur gerelateerde delicten voor die allemaal hetzelfde beschrijven. Hoewel al deze termen in een iets andere vorm bewerkt zijn, hebben ze alle betrekking op de strafbare gedraging zelf. Uitgegaan wordt van het uitheemse 16 van het delict en de onbekendheid ermee van degenen die ermee in aanraking komen: politie, justitie, rechters en advocaten. Van de term cultureel delict volgen 7 Hofstede 2002, p Eerwraak in Nederland, Eerwraak in Turkije, < 9 Van der Torre en Schaap 2006, p Rb. Den Bosch 13 februari 2001, LJN AA9954, (NJ 2001, 130). 11 Yeşilgöz en Van Meel Van Rossum en Hoogendoorn 1997, p Knoops Van Broeck 2001, p Pilot Eer gerelateerd geweld in Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid. 16 Van Rossum en Hoogendoorn 1997, Pagina: 7 van 65

8 hier twee definities. De definitie van Strijbosch heeft een rechtsantropologische invalshoek, waarbij verschillende rechtssystemen met elkaar vergeleken worden en gaat niet uit van de beleving van de individuele verdachte (dus diens beleving van de invloed van diens culturele achtergrond op de totstandkoming van het strafbare feit). Volgens deze definitie dienen culturele delicten omschreven te worden als gedragingen, strafbaar volgens strafrecht, maar toelaatbaar volgens intern recht van de sociale groep (meestal migrantengroepen) waartoe de justitiabele behoort. 17 Kenmerkend voor deze omschrijving is dat de gedraging naar Nederlands recht strafbaar is, maar wordt geaccepteerd binnen de groep waartoe de justitiabele behoort. Toelaatbaarheid is echter een rekbaar begrip. Soms is er binnen de groep openlijke steun voor het delict, in andere gevallen is deze steun stilzwijgend en ten slotte wordt in andere gevallen de gedraging gedoogd. 18 De term intern recht waarvan de definitie spreekt, moet ruim worden opgevat. Het gaat hier veelal niet om het recht van het land van herkomst, maar om migrantenrecht. 19 Onder migrantenrecht wordt in dit verband verstaan het ongeschreven gewoonterecht van de groep waartoe de verdachte zegt te behoren. 20 De nadruk op migrantenrecht geeft aan dat de discussie over cultuur gerelateerde delicten zich in deze scriptie beperkt tot migranten en hun nakomelingen (allochtonen) 21 en zich niet uitstrekt tot gedragingen van zogenoemde nationale minderheden of inheemse groepen. 22 In de definitie van Strijbosch wordt het aspect cultuur niet verder uitgewerkt en daarmee wordt niet goed duidelijk wat er cultureel is aan een cultureel delict. De definitie van Van Broeck is uitgebreider en luidt als volgt: een cultureel delict is een handeling van een lid van een minderheidscultuur, welke handeling volgens het rechtssysteem van de dominante cultuur een strafbaar feit vormt. Dezelfde handeling wordt echter in de ogen van de groep van waaruit de verdachte afkomstig is, gedoogd en geaccepteerd als normaal gedrag of de handeling wordt zelfs aanbevolen onder bepaalde omstandigheden. 23 In deze omschrijving is plaats ingeruimd voor de beleving van het individu. Die beleving is in de strafrechtelijke context van belang, omdat in strafzaken naar aanleiding van cultuur gerelateerde delicten de individuele gedraging van de verdachte centraal staat. 17 Strijbosch 1991, p en Foblets 1998, p HR 26 mei 1992, NJ 1992, 568, m.nt. t Hart. Van Broeck 2001, p Strijbosch 1993, p Van Broeck 2001, p Garssen e.a Het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert sinds 1999 voor allochtoon de definitie: persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. 22 Kanne 2004, p en Barkhuysen 2004, p Van Broeck 2001, p. 5. Pagina: 8 van 65

9 Van de term eergerelateerd geweld geeft Ferwerda de volgende definitie: eergerelateerd geweld is elke vorm van geestelijk en lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in een reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken. 24 Uit deze definities en andere onderzoeksbevindingen is af te leiden dat een cultuur gerelateerd delict, een delict is uit de categorie van de levensdelicten of het relationele geweld, welk feit in de groep van waaruit de verdachte afkomstig is meestal eveneens strafbaar is, maar onder bepaalde omstandigheden minder ontoelaatbaar wordt geacht. Volgens het Forum Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling 25 kan cultuur gerelateerd geweld onder meer bestaan uit: angst aanjagen, vrijheid beperken, psychische druk uitoefenen, een gedwongen huwelijk, uithuwelijking, verbieden van huwelijk met zelfgekozen partner, terugsturen naar het land van herkomst, gedwongen abortus, gedwongen afstand doen van pasgeboren kind, afpakken van kinderen, uitstoting uit de familie of dood verklaren, ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving, mensenhandel, bedreiging, mishandeling, (poging tot) moord, c.q. doodslag, openbare geweldpleging, geweld binnenshuis, stalking en zedendelicten (zie bijlage 1, begrippenlijst). Aangezien niet alleen fysiek geweld maar ook woorden pijn kunnen doen en dus het eergevoel aan kunnen tasten, worden belediging en smaad ook tot deze groep van delicten gerekend. 26 Veel van bovengenoemde vormen van geweld gaan vooraf aan eerwraak. Pas als deze niet als voldoende worden ervaren om de gevolgen van het gedrag van de eerschender te neutraliseren wordt over gegaan op eerwraak. Knapen verwacht dat het aantal cultuur gerelateerde delicten in de toekomst alleen maar verder zal toenemen, omdat de samenleving steeds multicultureler wordt. 27 Voormalig minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie 28 zag de toename van cultuur gerelateerd geweld meer als gevolg van de emancipatie van de allochtone vrouw. Tot dat inzicht kwam zij na de gesprekken die zij voerde met allochtonen- en vrouwenorganisaties. Tevens was ze van mening dat het bespreekbaar maken van cultuur gerelateerd geweld een reden is voor de toename van het aantal gevallen van dit soort geweld tegen vrouwen en mannen vanwege het schenden van 24 Ferwerda en van Leiden 2005, p Wegwijzer eer gerelateerd geweld, Forum Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, < < 26 Eerste tussen rapportage Pilot Eer gerelateerd geweld in Haaglanden en Zuid-Holland-Zuid, mei 2005, p Knapen 2004, p Wonen, Wijken en Integratie vallen onder het ministerie van VROM. Pagina: 9 van 65

10 de familie-eer. Slachtoffers zijn daardoor sneller geneigd aangifte te doen. 29 In deze scriptie zal waar het gaat om delicten met culturele achtergrond gesproken worden over cultuur gerelateerde delicten. 2.3 Cultuurverweer In Nederland zijn in het Wetboek van Strafrecht geen bepalingen opgenomen die cultuur gerelateerde delicten zelfstandig strafbaar stellen en cultuur is ook geen zelfstandige strafuitsluitingsgrond. In het Nederlandse rechtssysteem heeft de rechter wel mogelijkheden om rekening te houden met de culturele achtergrond en de etniciteit van verdachten. Zo kan de rechter de persoonlijke omstandigheden van de individuele verdachte in overweging nemen bij het bepalen van de strafmaat. Ook kan het culturele aspect worden meegenomen bij de beoordeling van de toepassing van al bestaande strafuitsluitingsgronden. Betreffende cultuur gerelateerde delicten kan de vraag gesteld worden of vanwege de aanwezigheid van cultuur gerelateerde omstandigheden straffeloosheid op zijn plaats is. De rechter moet bij het beoordelen van een zaak nagaan in hoeverre een verdachte uit vrije wil heeft gehandeld, met andere woorden of iemand verwijtbaar heeft gehandeld en of dat handelen ten gevolge van culturele omstandigheden kan leiden tot verminderde of ontbreken van verwijtbaarheid. 30 De bedoeling van cultuurverweer is aan te tonen dat de verdachte geen of minder verwijt treft. Naar de mening van Ten Voorde 31 is de invloed van cultuur op een individu zo sterk dat deze daar niet aan zou kunnen ontkomen. Het verweer is dan ook mede bedoeld om aan te geven dat handelen op basis van een bepaalde cultuur de vrije wil kan ontnemen en dat straffeloosheid dan zou moeten volgen, of dat een verminderd verwijt aannemelijk is en dus een lagere, proportionele, straf kan worden opgelegd. De meeste auteurs stellen dat het cultuurverweer gericht moet zijn op het aantonen dat het cultuur gerelateerd delict niet uit vrije wil is gepleegd. Naast opzet moet ook inzicht worden verschaft in de relatie tussen verwijtbaarheid en het gepleegde cultuur gerelateerd delict. De vraag wat de achtergrond is van de gedraging van de verdachte komt zo centraal te staan. Een cultuurverweer kan ook worden toegepast als strafverminderingsgrond. Alleen degenen die volledig verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor hun daden mogen de maximale straf krijgen. Degenen die minder verwijt treffen, moeten minder worden gestraft, aldus verschillende 29 < 30 Kim 1997, p ; Ten Voorde 2007, p Ten Voorde 2007, p Pagina: 10 van 65

11 auteurs. 32 De Hoge Raad is een ander mening toegedaan. Zo blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 24 juli 1967 dat de stelling geen straf zwaarder dan de schuld in geen rechtsregel steun vindt. 33 In de literatuur zijn vier categorieën van cultuurverweren te onderscheiden: het formeel, het partieel, het cognitief en het volitief cultuurverweer. 34 Het formeel cultuurverweer Een formeel cultuurverweer is een apart in het Wetboek van Strafrecht op te nemen verweer. Die wettelijke grondslag moet bepaalde groepen burgers het recht geven dat verweer te kunnen inroepen als zij verdachte inzake een cultuur gerelateerd delict worden en daarvoor worden vervolgd. Fischer geeft voor formeel cultuurverweer de volgende omschrijving: Het staat voor de vooronderstelling dat deze groepen toegelaten moeten worden bewijs in te brengen van hun cultureel afhankelijke normen, mores en visies op de wereld in alle juridische procedures zodat zij de omstandigheden waaronder zij hun vermeend criminele activiteiten hebben gepleegd kunnen verklaren. 35 Het partieel cultuurverweer Bij een partieel cultuurverweer gaat men er van uit, dat het bestaande strafrecht voldoende ruimte biedt om met culturele verschillen rekening te houden. Een codificatie van het verweer in een aparte wettelijke bepaling wordt niet nodig geacht. Aangezien het Wetboek van Strafrecht geen formeel cultuurverweer kent, zijn alle cultuurverweren die in rechtszaken worden gevoerd partiële verweren. Het cognitief cultuurverweer Van cognitief cultuurverweer kan worden gesproken als de verdachte claimt dat hij niet wist dat het gedrag strafbaar was, omdat het gedrag in zijn eigen cultuur niet strafbaar is. Volgens Siesling 36 houdt cognitief cultuurverweer in dat de verdachte niet op de hoogte was van de in het gastland geldende wettelijke normen en voorschriften en dat hij daarom niet besefte dat hij een strafbaar feit had begaan. Een cognitief cultuurverweer kan wel worden toegepast wanneer er sprake is van een overtreding, maar op de zwaarste categorie strafbare feiten heeft een cultuurverweer veelal geen betrekking, omdat deze categorie strafbare feiten ook in het land van 32 Gomez 1994, p HR 24 juli 1967, NJ 1969, Ten Voorde 2007, p Fischer 1998, p Siesling 2006, p Pagina: 11 van 65

12 herkomst strafbaar zal zijn gesteld. Dit verweer is vergelijkbaar met rechtsdwaling, een variant van de buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond AVAS (afwezigheid van alle schuld). De rechtsdwaling is een verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht. De persoon vergist zich in de strafbaarheid van zijn gedraging. Het volitief cultuurverweer Bij volitieve (wilsvrijheid) cultuurverweren is het gedrag onrechtmatig, maar de verdachte meende de strafwet te moeten overtreden omdat er sprake was van bijzondere omstandigheden, zoals culturele normen die dermate dwingend waren dat naar de mening van de verdachte daarvan niet kon worden afgeweken. Siesling spreekt van een niet-vrije wil cultuurverweer hetgeen betekent dat de verdachte een strafbaar feit heeft begaan onder psychische druk (nonvolitief cultuurverweer). 37 De verdachte was niet in staat zijn wil vrijelijk te bepalen. Hoewel hij wel op de hoogte was van de strafwaardigheid van zijn gedraging, kon hij door de normen van zijn eigen culturele achtergrond niet anders dan het plegen van het strafbare feit. Dit verweer is vergelijkbaar met de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht. Renteln is van mening dat cultuur gerelateerde delicten, waarbij wel verwijtbaar strafbaar is gehandeld maar geen slachtoffers zijn gevallen, onbestraft mogen blijven, 38 omdat de verdachte gehandeld zou hebben vanuit een culturele achtergrond en hem daarom in verminderde mate een verwijt kan worden gemaakt. Hier is sprake van de volitieve vorm van het culturele verweer: het gedrag van de verdachte was onrechtmatig, maar de verdachte meende de strafwet te moeten overtreden omdat er sprake was van dwingende culturele normen waarvan hij niet kon afwijken. Voorstanders van het toelaten van een formeel cultureel verweer beroepen zich voornamelijk op het streven naar individuele gerechtigheid, waarbij voor een straf op maat zoveel mogelijk zou moeten worden aangesloten bij de persoonlijke omstandigheden (inclusief culturele achtergrond) van de verdachte. Tegenstanders van een formeel cultuurverweer baseren zich voornamelijk op de internationale fundamentele mensenrechten. Volgens hen zijn vooral vrouwen en kinderen het slachtoffer als de verdachte succesvol een dergelijk verweer voert. Vrouwen en kinderen vormen de minderheden binnen dergelijke gemeenschappen. 39 Een juridisch argument tegen een formeel cultuurverweer is in de eerste plaats dat het strafrechtelijk systeem flexibel genoeg is om tegemoet te komen aan verdachten die een beroep doen op een cultuurverweer. Hen staan immers de bestaande strafuitsluitingsgronden ter beschikking. Bovendien ondermijnt het toestaan van een cultuurverweer een van de belangrijkste beginselen 37 Siesling 2006, p Renteln 1993, p Siesling 2006, p Pagina: 12 van 65

13 van het strafrecht, namelijk het uitgangspunt van individuele verantwoordelijkheid. In de literatuur is een gedeeltelijk of informeel cultuurverweer als tussenoplossing geformuleerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande strafrechtelijke verweren. Via dergelijke verweren kan de verdachte ervoor kiezen culturele informatie te introduceren als bewijs voor zijn gemoedstoestand ten tijde van het begaan van het strafbare feit. Als de culturele achtergrond in een gedeeltelijk cultuurverweer aangevoerd wordt, wordt gebruik gemaakt van bestaande strafuitsluitingsgronden. In Nederland kan van een cultuurverweer worden gesproken als de verdachte op grond van zijn onderscheidende cultuur een beroep doet op één van de bestaande strafuitsluitingsgronden - een schulduitsluitingsgrond of op een rechtvaardigingsgrond - dan wel van mening is dat bij het bepalen van de strafmaat de bijzondere culturele omstandigheden een verzachtende invloed dienen te hebben (strafmaatverweer). Het strafmaatverweer valt buiten de scoop van dit onderzoek. In de volgende hoofdstukken zal worden bekeken welke verweren de verdediging kan inzetten inzake eerwraak en of deze kans van slagen hebben. De verdediging stelt steeds vaker de achtergrond en de cultuur van verdachten aan de orde. 40 Daarbij doen ze bijvoorbeeld een beroep op artikel 27 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Op basis van deze bepaling mogen staten waar zich etnische, godsdienstige of linguïstische minderheden bevinden, aan personen die tot die minderheden behoren niet het recht ontzeggen om in gemeenschap met de andere leden van hun groep hun eigen cultuur te beleven, hun eigen godsdienst te belijden en in de praktijk toe te passen, of zich van hun eigen taal te bedienen. Met andere woorden: personen behorend tot een minderheid hebben het recht hun eigen cultuur en religie te beleven en hun taal te spreken met de andere leden van hun groep. 2.4 Eerwraak Bij eerwraak spelen sociaal-culturele factoren en sociaal-economische factoren een rol. De sociaal-culturele factoren kennen hun oorsprong in de culturele achtergrond van een familie of gemeenschap terwijl sociaal-economische factoren ondermeer opleiding en werkgelegenheid behelzen. In deze paragraaf worden de omstandigheden waaronder eerwraak plaatsvindt nader bekeken. Eerwraak komt voornamelijk voor bij gemeenschappen waar de groepsband en familieband centraal staan en het individu daaraan ondergeschikt is. In dergelijke collectieve 40 Knapen 2004, p Pagina: 13 van 65

14 gemeenschappen wordt het individuele gedrag gestuurd door collectieve verantwoordelijkheid. Alles wat een individu doet wordt door de groep gecontroleerd en is ondergeschikt aan het collectieve belang. Dit collectieve belang komt duidelijk naar voren bij eerwraak, waarbij de collectieve eer en status centraal staan. De mannen binnen een collectieve gemeenschap ontlenen onder andere eer aan het bezitten van een eigen bedrijf, een gezin en het hebben van kuise dochters en vrouw. Vrouwen binnen een gezin, zowel moeders als dochters, hebben eer wanneer zij zich kuis gedragen en geen ongeoorloofde (seksuele) interacties hebben. Wanneer het aanzien van de familie of gemeenschap is geschonden moet de aangetaste eer worden gezuiverd en is sprake van een eerkwestie. 41 Hoewel cultuur/eergerelateerd geweld geestelijk, lichamelijk en seksueel geweld ter voorkoming van de schending én ter zuivering van de familie-eer omvat zal ik mij beperken tot eerwraak. De uiterste vorm van cultuur/eergerelateerd geweld is eerwraak, ook wel eermoord genoemd. Eerwraak wordt omschreven als het om het leven brengen van een ander om de geschonden kuisheid van een vrouw in de familie te wreken en daarmee de eer van de familie te redden. 42 Bloedwraak echter is de moord die plaatsvindt als gevolg van een eerdere moord. De familie van het slachtoffer neemt wraak op de familie van de dader, door een familielid van de dader te vermoorden. Hierdoor kan een spiraal van geweld tussen twee of meer families ontstaan. 43 De eerwraak is het begin van de bloedwraak, dus de eerste moord. Als kenmerken van eerwraak kunnen de volgende aspecten worden genoemd: - het doel is het zuiveren van een geschonden eer; - de moord wordt voorbereid in een familieberaad waarbij wordt bepaald wie de eerwraak zal uitvoeren, waar en wanneer dat zal plaatsvinden; - de moord wordt veelal overdag op publieke plaatsen gepleegd te midden van veel omstanders; - de dader geeft zich na de moord aan bij de politie; - de dader toont ogenschijnlijk geen wroeging en de moord is volgens bepaalde culturele opvattingen niet alleen toelaatbaar, maar zelfs een soort nobele plicht. Nederland heeft geen wetgeving die eerwraak specifiek strafbaar stelt; het is moord en de huidige regeling biedt voldoende mogelijkheden om iedere deelnemer aan de eerwraak op basis van een afzonderlijke strafbepaling te vervolgen. Dat kan het gronddelict tegen het leven (artikel 289 Sr) zijn of een deelnemingsvorm aan het gronddelict, zoals medeplegen, maar ook gedragingen die verder van het gronddelict afstaan, zoals degenen die direct of indirect een 41 Bakker 2003; Gezik 2003; Simsek 2002; Van Eck Van Eck 2001, p Van Eck 2001, p Siesling 2006, p In par zal nader worden ingegaan op de omstandigheden waaronder eerwraak wordt gepleegd. Pagina: 14 van 65

15 bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van het delict Samenvatting Uit hetgeen in dit hoofdstuk is behandeld kan worden afgeleid dat cultuur gerelateerde delicten cultuurgebonden zijn maar over de hele wereld kunnen voorkomen. Het zijn veelal misdrijven, uit de categorie van de levensdelicten, vaak ernstig van aard, die in de groep waaruit de verdachte afkomstig is meestal eveneens strafbaar zijn, maar onder bepaalde omstandigheden minder ontoelaatbaar worden geacht. Van cultuurverweer kan sprake zijn als de verdachte op grond van zijn onderscheidende cultuur een beroep doet op een van de bestaande strafuitsluitingsgronden dan wel van mening is dat in de strafmaat de bijzondere, culturele omstandigheden een verzachtende invloed dient te hebben. In het Nederlandse strafrechtsysteem bestaat geen zelfstandige strafuitsluitingsgrond, waarbij de culturele achtergrond van de verdachte de reden is van strafuitsluiting. De rechter heeft wel de mogelijkheid rekening te houden met de culturele achtergrond en de etniciteit van verdachten. De rechter kan bijvoorbeeld het culturele aspect meewegen bij de beoordeling van de toepassing van al bestaande strafuitsluitingsgronden in een concrete zaak. Eerwraak is moord, het om het leven brengen van een ander om de geschonden eer te zuiveren. Bloedwraak is de moord die plaatsvindt als gevolg van een eerdere moord. De familie van het slachtoffer neemt wraak op de familie van de dader door een familielid van de dader te vermoorden. De eerwraak is het begin van de bloedwraak, dus de eerste moord. 46 Ten Voorde 2008, p Pagina: 15 van 65

16 3. Voor eerwraak relevante strafuitsluitingsgronden in het algemeen 3.1 Inleiding Uit de literatuur en de rechtspraak blijkt dat enkele van de reeds bestaande strafuitsluitingsgronden relevant kunnen zijn in zaken betreffende cultuur gerelateerde delicten. Op het gebied van eerwraak zijn dat psychische overmacht, noodweer en noodweerexces. Omdat in cultuur gerelateerde zaken meestal een beroep wordt gedaan op de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht en (in mindere mate) op noodweer en noodweerexces zullen deze schulduitsluitingsgronden in dit hoofdstuk worden besproken. Eerst wordt gekeken naar de algemene criteria waaraan strafuitsluitingsgronden moeten voldoen, daarna worden de voor eerwraak relevante strafuitsluitingsgronden besproken aan de hand van literatuur en rechtsspraak. De inzet van deze strafuitsluitingsgronden als cultuurverweer wordt in hoofdstuk 4 behandeld. 3.2 Strafuitsluitingsgronden in algemene zin Doorgaans levert vervulling van een delictomschrijving vaststelling van strafrechtelijke aansprakelijkheid op. Om voor bepaalde categorieën bijzondere omstandigheden aansprakelijkheid uit te sluiten zijn wettelijke en buitenwettelijke strafuitsluitingsgronden (eigenlijk aansprakelijkheidsuitsluitingsgronden 47 ) respectievelijk in de wet en jurisprudentie geformuleerd. 48 In de praktijk spelen deze strafuitsluitingsgronden een belangrijke rol. Ze hebben betrekking op redenen en omstandigheden die het opleggen van een straf voor een in beginsel strafbare gedraging verhinderen. De grond voor strafuitsluiting kan een schulduitsluitingsgrond of een rechtvaardigingsgrond zijn. Gedragingen zijn strafbaar indien ze voldoen aan de bestanddelen van een delictomschrijving en wederrechtelijk en verwijtbaar zijn. Valt een gedraging onder een delictomschrijving dan mag er vanuit gegaan worden dat dan ook voldaan is aan de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid. Maar in sommige gevallen kan het gebeuren dat als gevolg van bijzondere omstandigheden de wederrechtelijkheid of verwijtbaarheid ontbreekt. In die gevallen mag dus niet gestraft worden omdat niet aan één van de voorwaarden voor strafbaarheid wordt voldaan. In het beslissingsschema van de rechter (art. 350 Sv) komen de rechtvaardigingsgronden eerder 47 Nieboer 1991, p De Hullu 2006, p Pagina: 16 van 65

17 aan de orde dan de schulduitsluitingsgronden. Een rechtvaardigingsgrond ontneemt de wederrechtelijkheid aan een gedraging, als gevolg waarvan die gedraging dus niet strafbaar is. Met andere woorden: doet de verdachte een succesvol beroep op een rechtvaardigingsgrond dan heeft de verdachte niet wederrechtelijk gehandeld en heeft dus ook geen strafbaar feit gepleegd. Schulduitsluitingsgronden heffen de strafbaarheid van de betrokken persoon op en komen pas aan de orde als vaststaat dat de gedraging wederrechtelijk en dus strafbaar is. Met andere woorden de verdachte die een succesvol beroep doet op een schulduitsluitingsgrond kan geen verwijt worden gemaakt en is daarom niet strafbaar. Het onderscheid in rechtvaardigingsgrond en schulduitsluitingsgrond is ook van belang in geval sprake is van deelneming aan een strafbaar feit. Als de verdachte zich met succes kan beroepen op een rechtvaardigingsgrond dan betekent dit dat de gedraging niet wederrechtelijk was. In dat geval gaat de deelnemer meestal (met uitzondering van de rechtvaardigingsgrond overmacht in de zin van noodtoestand, deze heeft een persoonlijke werking 49 ) ook vrijuit, omdat deelneming aan een niet strafbare gedraging uiteraard niet strafbaar is. Een schulduitsluitingsgrond werkt echter persoonlijk. De gedraging blijft wederrechtelijk, maar is onder die omstandigheid de verdachte niet te verwijten. Beroept de verdachte zich succesvol op een schulduitsluitingsgrond dan kan de deelnemer nog worden veroordeeld. In de onderstaande paragrafen zal nader worden ingaan op die strafuitsluitingsgronden die relevant zijn in het kader van dit onderzoek, te weten psychische overmacht, noodweer en noodweerexces. 3.3 Psychische overmacht Inleiding Psychische overmacht is een in de wet neergelegde schulduitsluitingsgrond (artikel 40 Sr). Van psychische overmacht is sprake indien verdachte handelt onder psychische druk veroorzaakt door externe omstandigheden, waaraan de verdachte in redelijkheid, omwille van die omstandigheden, niet in staat was de verboden gedraging te vermijden. Bij de beoordeling van psychische overmacht spelen de feiten en omstandigheden van de strafzaak een significante rol. De psychische druk/dwang (voorwaarde 1) moet zodanig zijn dat een normaal mens daar redelijkerwijze (voorwaarde 2) geen weerstand aan kan bieden. 50 Doet de verdachte een beroep op psychische overmacht dan zal de rechter het verweer niet 49 Cleiren en Nijboer 2006, p Remmelink 1996, p. 298; Siesling 2006, p Pagina: 17 van 65

18 honoreren als niet is voldaan aan de eisen die gesteld worden aan psychische overmacht. De verdachte moet in een toestand van buiten komende drang verkeren waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kon bieden of behoefde te bieden. 51 De psychische druk (van buiten komende drang) moet acuut zijn en zo sterk zijn dat de wilsvrijheid van de dader is aangetast of helemaal is verdwenen (voorwaarde 3). Bovendien moet de gedraging voldoen aan (voorwaarde 4) de eisen van subsidiariteit (als minder ingrijpend alternatief aanwezig, die gebruiken) en de gedraging moet proportioneel zijn (strafbaar feit moet in evenredige verhouding staan tot het te beschermen belang). En tot slot kan de omstandigheid dat de verdachte zichzelf verwijtbaar in de situatie heeft gebracht waarin die drang op hem is uitgeoefend een succesvol beroep op psychische overmacht in de weg staan (culpa in causa) (voorwaarde 5) Voorwaarden Aan de hand van enkele voorbeelden uit de jurisprudentie zal in deze paragraaf worden bekeken hoe de rechtspraak omgaat met een verweer van psychische overmacht in gewone strafzaken (niet zijnde strafzaken gepleegd met een cultureel motief). Daarbij zullen de voorwaarden van psychische overmacht als uitgangspunt worden genomen. Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van psychische overmacht zal de rechter eerst willen weten of er sprake was van een zodanige druk dat de wilsvrijheid van de verdachte daardoor was aangetast. Vervolgens zal de rechter willen weten of de verdachte redelijkerwijs weerstand diende te bieden aan de druk van de omstandigheden. Psychische druk (voorwaarde 1) In een zaak waarover de rechtbank Assen moest oordelen, leidde een beroep op psychische overmacht tot ontslag van rechtsvervolging. De verdachte was poging tot doodslag ten laste gelegd. De rechtbank achtte bewezen dat verdachte getracht had zijn oudere broer met een mes om het leven te brengen. Dit was het gevolg van jarenlange terreur waarbij het slachtoffer bij de minste aanleiding zijn moeder, zijn zusje en zijn jongere broer (verdachte) mishandelde en met de dood bedreigde. Door de getuige-deskundige ter terechtzitting werd gesproken van een decompensatietoestand, waarbij zijn frustratietolerantie, angstbeleving, gewetensbijsturing, evenals het onderscheid tussen gedachte en handeling, zijn weggevallen, met als gevolg doorbraak van agressie. Verdachte heeft een duidelijk beperkte geestelijke draagkracht. Daarnaast heeft hij in belastende omstandigheden geleefd, hetgeen hem duidelijk te veel was 52 De rechtbank kwam tot de conclusie dat door de omstandigheden de verdachte, buiten zijn wil, 51 HR 17 november 1987, NJ 1988, Rb. Assen 3 oktober 2001, LJN AD3989. Pagina: 18 van 65

19 in die toestand was gebracht. De angst en de frustratie over de jarenlange mishandelingen van zijn moeder en zusje en zijn beperkte geestelijke draagkracht hebben een zodanige dwang opgeroepen dat van verdachte redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat hij daaraan weerstand kon bieden. In een andere zaak 53 was de verdachte ten laste gelegd dat hij op 05 april 2004 te Schiedam, opzettelijk het slachtoffer van het leven had beroofd. De verdachte had het slachtoffer opzettelijk gewurgd, tengevolge waarvan het slachtoffer overleed. Aanleiding was een ruzie tussen de verdachte en het slachtoffer (ex-echtgenote) naar aanleiding van het feit dat de verdachte had toegestaan dat zijn jongste dochter (die het slachtoffer en hij samen hadden) met zijn oudste dochter (uit eerdere relatie) naar zwemles was gegaan terwijl het slachtoffer dat niet wilde. De verdachte verklaarde dat toen de ruzie ontstond en het slachtoffer langs hem liep hij plotseling bovenop haar lag met zijn arm om haar nek en verder kon hij zich niets herinneren. Door de raadsvrouw was onder andere aangevoerd dat gelet op de psychische toestand van de verdachte ten tijde van het delict, als gevolg van externe omstandigheden, hij diende te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De verdachte zou ten tijde van het begaan van de moord in een dissociatieve toestand hebben verkeerd, naar mening van de raadsvrouw. Uit het forensisch onderzoek en het onderzoek uitgevoerd door het Pieter Baan Centrum bleek dat de verdachte het gepleegde feit slechts in verminderde mate kon worden toegerekend. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het plegen van het feit leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogen dat hem het feit slechts in verminderde mate kon worden toegerekend. Het hof nam deze conclusie over. Volgens het hof stond het complex van situatieomstandigheden en persoonlijkheidsstoornis (de toerekenbaarheid van de verdachte) niet in de weg dat de verdachte het feit kon worden toegerekend. Het hof achtte namelijk niet aannemelijk dat er sprake zou zijn geweest van psychische dwang (waartegen weerstand van de verdachte redelijkerwijs niet kon worden gevergd). In deze zaak was niet een externe drang maar de confrontatie met het slachtoffer (waarin de verdachte zich tot op het bot gekrenkt en vernederd voelde) de oorzaak van het plegen van het strafbare feit. Dit kon niet als een van buiten komende drang worden aangemerkt, aldus het hof. Daarom kon het hof het beroep op psychische overmacht slechts verwerpen. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep omdat geen van de middelen tot cassatie kon leiden en hij ook geen grond aanwezig achtte waarop hij de bestreden uitspraak ambtshalve zou kunnen vernietigen. In een zaak die leidde tot een arrest van de Hoge Raad 54 had de raadsman van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat gezien de geconstateerde wisselwerking tussen 53 HR 27 maart 2007, LJN AZ HR 30 november 2004, LJN AR2067, NJ 2005, 94. Pagina: 19 van 65

20 verdachte s bewustzijnsvernauwing enerzijds en zijn persoonlijkheidstrekken en weinig ontwikkelde mentale vermogens anderzijds zijn cliënt in een psychische dwang (concrete dreiging) verkeerde. Die concrete bedreiging kon in beginsel als een van buiten komende drang worden aangemerkt, het hof had namelijk overwogen dat de verdachte als gevolg van een concrete bedreiging van medeverdachte (1) te maken kreeg met de toestand bewustzijnsvernauwing, hetgeen ook in het rapport van de deskundige was vermeld. Het beroep op psychische overmacht werd echter verworpen omdat de verdachte zichzelf verwijtbaar in de situatie had gebracht. Dat is merkwaardig omdat de vraag van culpa in causa pas mag plaatsvinden 55 nadat het hof heeft onderzocht of sprake is van psychische overmacht. De verdachte stelde een cassatieberoep in omdat naar zijn mening het hof het beroep op psychische overmacht op ontoereikende gronden had verworpen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam om opnieuw te berechten, omdat het hof het verweer op ontoereikende gronden had verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom aan de voorwaarden voor aanvaarding van psychische overmacht niet was voldaan. Voorts heeft het hof onvoldoende gemotiveerd dat er sprake was van een zodanige eigen schuld dat een beroep op psychische overmacht niet aanvaard kon worden, aldus de Hoge Raad. Hoewel de schulduitsluitingsgronden ontoerekenbaarheid (een ziekelijke stoornis) en psychische overmacht (afwezigheid van een ziekelijke stoornis) elkaar in beginsel uitsluiten, kunnen geestelijke aspecten (niet zijnde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis) meegewogen worden bij de beoordeling van psychische overmacht. Mede hierdoor leek de grens tussen ontoerekeningsvatbaarheid en psychische overmacht enigszins te vervagen, maar in het hiervoor genoemd arrest heeft de Hoge Raad de grens tussen psychische overmacht en ontoerekenbaarheid wat scherper gemarkeerd. Knoops stelt met betrekking tot psychische overmacht dat de van buiten komende omstandigheden zo sterk dienen te zijn dat een gemiddeld mens, dat wil zeggen een persoon van redelijke geestelijke stabiliteit en met karaktereigenschappen als de verdachte in kwestie hiervoor zou zijn gezwicht. Knoops noemt de van buitenkomende omstandigheden (kracht, dwang of drang) psychische drang en definieert deze als...een door een exterieure, situatieve omstandigheid veroorzaakte en voor de betrokken persoon onverwachte, intrapsychische prikkel, die zo sterk is, dat zij bepaalde, bij de betreffende verdachte opgebouwde affectieve spanningen en energie tot een psychischaffectieve explosie doet brengen. 56 Met andere woorden: het delict moet primair worden gezien als een ontlading van de opgekropte psychische affecten en dat die ontlading het delict 55 HR 21 oktober 1986, NJ 1987, 607; HR 13 juni 1990, NJ 1990, Knoops 1998, p Pagina: 20 van 65

21 veroorzaakt. Komt de drang van binnenuit dan moet eerder aan ontoerekeningsvatbaarheid worden gedacht. Knoops maakt deze tweedeling in zijn proefschrift Psychische overmacht en rechtshandhaving. 57 Hij is van mening dat ook rechters soms grote moeite hebben om de ontoerekeningsvatbaarheid en de psychische overmacht uit elkaar te houden, zoals blijkt uit het vonnis van de rechtbank Den Bosch in de Veghelse schietzaak. De rechtbank maakte in deze zaak geen onderscheid tussen psychische overmacht en tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid, nu zij van mening was dat psychische overmacht een vorm van tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid is. Sterke emoties leveren geen psychische overmacht op zo blijkt uit de zaak 58 voor het gerechtshof Amsterdam waarin de verdachte moord ten laste werd gelegd. Verdachte zou met opzet en na kalm beraad, twee kogels door het hoofd van het slachtoffer hebben afgevuurd, waardoor het slachtoffer overleed. Tevens was verdachte ten laste gelegd dat hij een pistool en munitie in zijn bezit had. De raadsman betoogde dat bij de verdachte ten aanzien van het hem ten laste gelegde (moord en het voorhanden hebben van munitie) sprake was van psychische overmacht. Dat baseerde de raadsman op het rapport van een psychiater, waarin deze constateerde dat bij de verdachte sprake was van een sterke externe sociale aandrang, waardoor hij tot zijn daad zou zijn gekomen. Het beroep op psychische overmacht werd door het hof echter verworpen omdat niet aannemelijk was geworden dat er sprake was van een sterke externe sociale aandrang op de verdachte, waardoor hij tot zijn daad zou zijn gekomen. Het hof overwoog dat een beroep op psychische overmacht slechts kan slagen indien er sprake is van een zodanige psychische drang dat de verdachte daaraan geen weerstand kon bieden en ook niet behoorde te bieden. Uit de stukken van deze zaak en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep was weliswaar aannemelijk geworden dat de verdachte had gehandeld onder invloed van sterke emoties maar niet dat hij niet redelijkerwijs aan deze emoties weerstand had kunnen en behoren te bieden. Het oordeel van het hof was mede gebaseerd op het door een psycholoog uitgebracht rapport waarin deze concludeerde dat bij verdachte sprake was van intellectuele capaciteiten op zwakbegaafd niveau, maar dat verdachte op verstandelijk niveau in staat moest worden geacht de ongeoorloofdheid van zijn handelen in te zien en op emotioneel niveau ook in staat moest worden geacht overeenkomstig dat inzicht te handelen. Tevens constateerde de psycholoog dat de beperkte intellectuele capaciteiten en de overige bij verdachte aanwezige psychische problematiek, niet meebrengen dat verdachte geen handelingsalternatieven had. 57 Knoops 1998, p Hof Amsterdam 17 juli 2002, LJN AE7615. Pagina: 21 van 65

5.9 Middenweg 4: cultureel verweer alleen voor vrouwen Conclusie 149

5.9 Middenweg 4: cultureel verweer alleen voor vrouwen Conclusie 149 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Cultureel verweer of culturele afstraffing? 3 1.3 Taak en rol van de verdediging in strafzaken 5 1.4 Onderzoeksvraag en deelvragen 9 1.5 Methodologische

Nadere informatie

wegwijzer eergerelateerd geweld

wegwijzer eergerelateerd geweld wegwijzer eergerelateerd geweld Eer Eer is de waarde van een persoon of zijn familie in een omgeving met een collecttivistische structuur en gedeelde waarden en normen. Eer is iets concreets, het is bezit.

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Auteur(s) Henk Ferwerda, Ilse van Leiden en Frank Willemsen

Auteur(s) Henk Ferwerda, Ilse van Leiden en Frank Willemsen Auteur(s) Henk Ferwerda, Ilse van Leiden en Frank Willemsen Uitgave Artikel in tijdschrift Bij de les nummer 5, jaargang 2, mei 2006 In samenwerking met het WODC Eergerelateerd geweld Soms worden we opgeschrikt

Nadere informatie

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer Aanpak Eergerelateerd Geweld Jenny Van Eyma 1. Eer 1 Betekenis eer afhankelijk van o.a.: De tijdgeest: verschil vroeger, nu, toekomst Generatie (leeftijd) Sekse Klasse / SES Interpretatie en waardering

Nadere informatie

De Tolbert-zaak onder de loep: drugsstoornis, opzet en ontoerekenbaarheid.

De Tolbert-zaak onder de loep: drugsstoornis, opzet en ontoerekenbaarheid. T.I. Oei* en E.M.C. van Nielen** De Tolbert-zaak onder de loep: drugsstoornis, opzet en ontoerekenbaarheid. In de zaak die later is gaan heten de Tolbert-zaak bracht Avi C. in augustus 2005 de twee kinderen

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag An de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Samenvatting. Op welke manieren wordt in het Nederlandse strafrecht ruimte gevonden voor het verwerken van de culturele achtergrond van de verdachte?

Samenvatting. Op welke manieren wordt in het Nederlandse strafrecht ruimte gevonden voor het verwerken van de culturele achtergrond van de verdachte? Samenvatting In dit onderzoek wordt beoogd inzicht te verkrijgen in het verschijnsel culturele strafzaken en de manier waarop het Nederlandse strafrechtsysteem op dergelijke strafzaken reageert. Als uitgangspunt

Nadere informatie

CULTURELE ACHTERGRONDEN IN HET STRAFRECHT.

CULTURELE ACHTERGRONDEN IN HET STRAFRECHT. CULTURELE ACHTERGRONDEN IN HET STRAFRECHT. Een onderzoek naar culturele strafzaken in Nederland en de strategieën die daarbij gevoerd worden door de actoren. Naam: Karlijn Martens Studentnummer: 9962861

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BC3797 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 02784/06

ECLI:NL:PHR:2008:BC3797 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 02784/06 ECLI:NL:PHR:2008:BC3797 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 12-02-2008 Datum publicatie 12-02-2008 Zaaknummer 02784/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK. Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter

Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK. Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen (TLS) EERWRAAK Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter EERWRAAK Culturele invloeden en de strafmotivering van de rechter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 2

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 2 Inleiding belastingrecht les 2 programma Enkele begrippen uit het strafrecht Verdachte Strafbaar feit Wederrechtelijkheid als bestanddeel Opzet Schuld als bestanddeel Verdachte Artikel 27 Sv Als verdachte

Nadere informatie

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Presentatie Huiselijk Geweld

Presentatie Huiselijk Geweld Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht)

J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht) Eerwraak in het Nederlandse strafrecht J.M. ten Voorde (Universiteit Leiden) Tekst van een lezing gehouden op de SSR studiedag Eergerelateerd geweld op 14 mei 2008 in de Jaarbeurs (Utrecht) Inleiding Als

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721

ECLI:NL:RBMNE:2016:7721 ECLI:NL:RBMNE:2016:7721 Instantie Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 08-06-2017 Zaaknummer 16.228054-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Enkele begrippen uit het strafrecht. Belastingrecht en strafrecht. 2010 -- Formeel recht -- Deel 5. Verdachte. Formeel belastingrecht les 5 programma

Enkele begrippen uit het strafrecht. Belastingrecht en strafrecht. 2010 -- Formeel recht -- Deel 5. Verdachte. Formeel belastingrecht les 5 programma Formeel belastingrecht les 5 programma Enkele begrippen uit het strafrecht Belastingrecht en strafrecht Overtredingen en misdrijven Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst Verdachte Artikel 27 Sv Als

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Proeftoets E2 vwo4 2016

Proeftoets E2 vwo4 2016 Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Formeel recht -- Deel 5

Formeel recht -- Deel 5 Formeel belastingrecht les 5 programma Verdachte Voorwaarden Enkele begrippen uit het strafrecht Belastingrecht en strafrecht Overtredingen en misdrijven Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst Artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht Klaas Rozemond (universitair hoofddocent strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam, rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Amsterdam) De feiten Uit het pleidooi

Nadere informatie

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Het strafbare feit Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Wat gaan we behandelen Strafbaar feit Onder het begrip strafbaar feit word verstaan een menselijke gedraging die gedekt wordt door een wettelijke

Nadere informatie

In het literatuuronderzoek worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord:

In het literatuuronderzoek worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: Samenvatting In 2006 heeft de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een beleidsprogramma eergerelsateerd geweld naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit beleidsprogramma richt zich op een verdere ontwikkeling

Nadere informatie

Kinderdoding. Inhoud. Onderzoeksopzet. Aanleiding 17-10-2010. Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie. Verschil in berechting tussen

Kinderdoding. Inhoud. Onderzoeksopzet. Aanleiding 17-10-2010. Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie. Verschil in berechting tussen Kinderdoding Verschil in berechting tussen mannelijke en vrouwelijke kinderdoders Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie Inhoud E.J.C. Goetheer 13-1- Aanleiding Proefschrift A.J. Verheugt,

Nadere informatie

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating Bij de aanpak van huwelijksdwang en gedwongen achterlating dient het belang van het slachtoffer centraal te staan. De in Nederland geldende wet-

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een (voorbeeld)samenvatting van het vak Inleiding Strafrecht. Dit stuk is gebaseerd op Hoofdstuk 2 van het boek Strafrecht met

Nadere informatie

Mannenmishandeling: het taboe voorbij? EER ALS MOTIEF. Yvonne de Vries René van Blitterswijk

Mannenmishandeling: het taboe voorbij? EER ALS MOTIEF. Yvonne de Vries René van Blitterswijk Mannenmishandeling: het taboe voorbij? EER ALS MOTIEF Yvonne de Vries René van Blitterswijk 22-11-2018 1 Programma workshop - Powerpoint presentatie Veilig Thuis Haaglanden - Casusbespreking in groepjes

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Dierenmishandeling in gezinnen

Dierenmishandeling in gezinnen Dierenmishandeling in gezinnen Prof.dr. Marie-Jose Enders-Slegers, Leerstoel Antrozoologie, Faculteit Psychologie Stichting Cirkel van Geweld, Werkgroep Dierenpleegzorg marie-jose.enders@ou.nl Link - letter

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid

Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid Congres Herken letsel door geweld! 1 oktober 2015 Mijn presentatie Hilde Bakker, adviseur aanpak huiselijk en seksueel geweld Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid Senior adviseur Aanpak 1. Huiselijk

Nadere informatie

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt. LJN: AU2469, Gerechtshof 's-gravenhage, 2200761204 Datum uitspraak: 12-09-2005 Datum publicatie: 12-09-2005 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Straf Hoger beroep Medeplegen van moord op pasgeboren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende

Nadere informatie