Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Transcriptie

1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 oktober 2015 in de strafzaak onder parketnummer X tegen X, geboren te Diemen op X, adres: X Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat: zij op of omstreeks 24 augustus 2015 te Diemen, in elk geval in Nederland, X heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het eenmaal of meermalen (met kracht) trappen en/of schoppen tegen (het) be(e)n(en) en/of eenmaal of meermalen (met kracht) slaan en/of stompen in/tegen het gezicht/hoofd/oor, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde X. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad. Vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

2 Parketnummer: X 2 Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: zij op 24 augustus 2015 te Diemen X heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het met kracht trappen of slaan tegen het hoofd en het lichaam van voornoemde X. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest. Bespreking van het gevoerde verweer De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat zij heeft gehandeld uit noodweer(exces) dan wel putatief noodweer(exces) en hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verdachte voelde zich door de uitlatingen van aangever in de lift jegens haar en de wijze waarop dit is gebeurd zodanig bedreigd dat hierdoor bij haar een zodanig hevige gemoedsbeweging ontstond dat zij zich wel moest verdedigen, althans dat zij het gevoel had zich te moeten verdedigen. Zij is daarin wellicht te ver gegaan, aldus de raadsman. Het hof overweegt hieromtrent het volgende. Uit de stukken van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan omtrent de feitelijke gebeurtenissen het volgende worden vastgesteld. Op 24 augustus 2015 stond de verdachte met de aangever en een aantal anderen in de lift van de flat in Diemen, waar de verdachte en het slachtoffer beiden wonen. De verdachte ging naar haar woning op de vijfde verdieping. De aangever moest op de zesde verdieping zijn. In de lift ontstond een discussie tussen de aangever en de verdachte, die overging in wederzijds schelden. Op de vijfde verdieping stapte de aangever de lift uit, om de verdachte erlangs te laten om uit te stappen. De getuigen X en X hebben verklaard dat de aangever toen of onmiddellijk daarvóór met zijn vinger naar de verdachte wees, zijn vinger vlak voor haar gezicht hield, en tegen de verdachte zei: "Kom dan, dan maak ik je wel af', of woorden met een dergelijke strekking. De verdachte stapte vervolgens langs de aangever de lift uit. Terwijl de aangever zich omdraaide en de lift weer instapte, deed de verdachte een stap in de richting van de aangever, gaf hem een schop en sloeg hem tegen zijn hoofd, waardoor zijn gehoorapparaat uit zijn oor op de vloer viel. De aangever sloeg daarna de verdachte in haar gezicht, waarbij een bloedende wond boven haar oog werd veroorzaakt. Daarna ontstond een vechtpartij waar over en weer klappen vielen, die pas eindigde toen omstanders de twee uit elkaar haalden. Het hof moet beoordelen of sprake was van een noodweer situatie op het moment waarop de verdachte de aangever de eerste trap of slag gaf nadat hij haar bij het verlaten van de lift had laten passeren. Het hof acht op grond van de hiervoor vermelde weergave van de gebeurtenissen aannemelijk dat de aangever zich agressief en bedreigend tegenover de verdachte heeft opgesteld, door in de kleine liftruimte met zijn vinger voor haar gezicht te zwaaien en te dreigen haar te zullen afmaken.

3 Parketnummer: X 3 Het is mogelijk dat de verdachte zich bedreigd heeft gevoeld door dit intimiderende gedrag, mede gelet op haar kwetsbaarheid op grond van nare ervaringen, waarvan de aangever op de hoogte was. Op het moment dat de verdachte uit de lift was gestapt, op haar bestemming was aangekomen en de aangever opnieuw de lift in stapte, was echter geen sprake van enige ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van de verdachte waartegen zij zich moest verdedigen, of dat zij kon menen zich te moeten verdedigen. Dit leidt tot de slotsom dat volgens het hof op genoemd moment geen sprake was van een noodweersituatie. Het hof verwerpt daarom dit verweer in al zijn onderdelen. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert op: mishandeling. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is. Oplegging van straf en maatregel De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de politierechter de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van E 70. Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf en maatregel als door de rechter in eerste aanleg opgelegd. Gelet op de rol die aangever blijkens de stukken en het verhandelde ter terechtzitting heeft gespeeld, acht het hof het aangewezen te bepalen dat aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd. Het hof neemt hierbij met name in ogenschouw dat de aangever zich in de lift onbetamelijk en grof jegens de verdachte heeft gedragen en dat hij zich na het door de verdachte gepleegde geweld evenmin onbetuigd heeft gelaten. Vordering van de benadeelde partij X De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van E 70. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.

4 - - Parketnummer: X 4 De advocaat-generaal heeft gevorderd de vordering toe te wijzen tot een bedrag van E 70. De raadsman heeft verzocht de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaring in zijn vordering. Gelet op de gang van zaken bij het incident, zoals daarvan blijkt uit de bewijsmiddelen en voormelde overwegingen, kan de benadeelde partij medeverantwoordelijk worden gehouden voor de ontstane schade. Het hof acht zonder nader onderzoek onvoldoende grond aanwezig om de vordering tot schadevergoeding toe te wijzen. Het hof is daarom van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht: Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar. Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd. Vordering van de benadeelde partij X Verklaart de benadeelde partij X in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. F.M.D. Aardema en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 juli Mr. F.M.D. Aardema en mr. S.M.M. Bordenga zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen

5