1. Inhoud van deze Nieuwsbrief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Inhoud van deze Nieuwsbrief"

Transcriptie

1 Nieuwsbrief januari 2008, Jaargang 3 - vol Inhoud van deze Nieuwsbrief In deze eerste Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht voor het jaar 2008 treft u de volgende onderwerpen aan (de cijfers verwijzen naar de paragraaf van deze Nieuwsbrief): 2. Aanpassingswet Pensioenwet, stand van zaken; 3. Wijziging Besluit Inwerkingtreding Pensioenwet; 4. WGA-hiaat: wel of geen pensioen; 5. Recht op collectieve waardeoverdracht bij einde uitvoeringsovereenkomst; 6. API, notitie van de ministers; 7. Nieuw fiscaal Staffelbesluit; 8. Stamrecht en buitenlandse verzekeraar 9. Rechtspraak: - Aanpassing pensioenregeling aan VPL; leeftijdonderscheid 56-plus en 56-min is gerechtvaardigd; - Aanpassing pensioenregeling aan toetredingsleeftijd 21 jaar: verboden leeftijdonderscheid; 10. Lezingen Pensioenactualiteiten 2008; 11. Leergang Fiscaal Pensioenrecht. Eerder verschenen exemplaren van de Nieuwsbrief zijn te raadplegen op de website van het Expertisecentrum: Colofon Het Expertisecentrum Pensioenrecht doet onderzoek naar en adviseert de pensioenwereld, overheden en het bedrijfsleven over juridische en fiscale aspecten van pensioenen en verzorgt daarover publicaties en organiseert studiemiddagen en leergangen. Adresgegevens: Expertisecentrum Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Fac. der Rechtsgeleerdheid Prof. dr. Erik Lutjens De Boelelaan HV Amsterdam tel mobiel fax e.lutjens@rechten.vu.nl Web: 2. Aanpassingwet Pensioenwet de stand van zaken Op 18 december 2007 is het wetsvoorstel houdende Enige aanpassingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten bij de Eerste Kamer ingediend. In de wandelgangen wordt over de Veegwet gesproken (EK, , , nr. A). Wat zijn de belangrijkste veranderingen? Hieronder een overzicht dat de inhoud van 1

2 pensioenaanspraken en rechten betreft (zie ook de Nieuwsbrief van december 2007): Uitbreiding van de definitie van toeslag doordat ook als toeslag aangemerkt wordt de verhoging van: een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van zijn partner (artikel 1 PW); Verbetering van definitie van uitvoeringsreglement. De definitie bepaalt thans dat dit het reglement is van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. Het woord verplichtgesteld vervalt, waardoor duidelijk is dat ook een vrijwillig Bpf een uitvoeringsreglement (in plaats van een uitvoeringsovereenkomst) kan hebben (artikel 1 PW); De minister krijgt de bevoegdheid om bij AMvB regels te stellen op grond waarvan aanvullingen op de Wia-uitkering als arbeidongeschiktheidspensioen kunnen worden aangewezen (zie punt 4 van deze Nieuwsbrief) (artikel 2 lid 7 PW); Voor uitzendkrachten wordt de wacht- en drempeltijd voor de verwerving van ouderdomspensioen gesteld op 26 weken in plaats van twee maanden (artikel 14 lid 2 PW); De uitvoeringsovereenkomst met een verzekeraar kan niet de uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden (zie punt 5 van deze Nieuwsbrief) (artikel 25 lid 1 onder h PW); Informatie moet schriftelijk worden verstrekt of met instemming van de belanghebbende elektronisch. Is de pensioenaanspraak minder dan het grensbedrag voor afkoop van een klein pensioen (thans 400) dan wordt het voor bepaalde informatie omgedraaid: het mag elektronisch, tenzij daartegen bezwaar wordt gemaakt (artikel 38, 39, 40 PW); Bij het vaststellen van de aanspraak op partnerpensioen die tijdens WW behouden blijft, wordt rekening gehouden met het door ruil verkregen partnerpensioen. De aanspraak dient ook behouden te blijven wanneer de deelnemer recht heeft op een buitenlandse WW van zijn woonland (artikel 55 lid 5 PW); De gelijke behandeling bij toeslagen wat betreft de aanspraak op partnerpensioen is in de Pensioenwet geregeld voor de aanspraak op bijzonder partnerpensioen van de gewezen partner. Dit wordt gewijzigd in de aanspraak van de gewezen partner van de gewezen deelnemer met een bijzonder partnerpensioen (artikel 58 lid 4, onder c PW); Vervreemding van of toekenning van rechten op pensioen wordt mogelijk in het kader van scheiding (artikel 64 PW); Afkoop van fiscaal bovenmatig prepensioen, pensioen voor 65 jaar en overbruggingspensioen wordt toegestaan (artikel 69 PW); Bij waardeoverdracht van partnerpensioen wordt de instemming van de partner voorgeschreven (diverse waardeoverdracht artikelen). 3. Wijziging Besluit Inwerkingtreding Pensioenwet. Bij Besluit van 20 december 2007, Stb. 583 is het Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Pensioenwet gewijzigd. Die wijziging houdt het volgende in: De verplichting tot informatieverstrekking over toeslagen in een beeldende maatstaf (artikel 48 PW) treedt niet in 2008 maar 1 januari 2009 in werking; De consistentie-eis bij toeslagen en de voorwaardelijkheidsverklaring bij toeslagen (artikel 95 PW) treedt voor 2

3 verzekeraars niet in 2008 maar 1 januari 2009 in werking; Tegelijk met inwerkingtreding van de Aanpassingwet Pensioenwet treden in werking artikel 14 PW voor uitzendovereenkomsten (wachttijd zes maanden), 29 (gevolgen premieachterstand bij verzekeraars) en artikel 58 (gelijke behandeling bij toeslagen, vooral relevant voor vaste stijging, zie Nieuwsbrief december 2007). 4. WGA-hiaat. Wel of geen pensioen Is de aanvulling op een WGAvervolguitkering wel of geen arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van de Pensioenwet? Dat is de vraag die speelt sinds invoering van de Wia in Is het geen pensioen, dan mogen pensioenfondsen het niet uitvoeren (artikel 116 PW) Aanwijzingsbevoegdheid In de Aanpassingwet Pensioenwet wordt de minister de bevoegdheid gegeven om bij AMvB regels te stellen (nieuw artikel 2 lid 7 PW): op grond waarvan aanvullingen op een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die geen arbeidsongeschiktheidspensioen zijn als bedoeld in artikel 1 worden aangemerkt als arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in dat artikel Beleidsregel DNB DNB heeft kort na invoering van de Wia in een beleidsregel het volgende neergelegd: `omdat de WGA [ ] ook werkloosheidsrisico s bevat, mag het WGA-risico daaronder begrepen het verzekeren van zogeheten WGA-hiaten niet worden ondergebracht bij levensverzekeraars of pensioenfondsen Debat De opvatting van DNB acht ik onjuist. Weliswaar varieert de hoogte van de WGA-uitkering naar de mate waarin een persoon zijn verdiencapaciteit benut. Dat laat onverlet dat er telkens sprake is van een uitkering die uitsluitend aan de betrokkene wordt toegekend wegens en in verband met zijn arbeidsongeschiktheid. Datzelfde geldt dus ook voor de compensatie van een lagere wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het niet afdoende (minstens 50%) benutten van de verdiencapaciteit heeft op zich wel te maken met werkloosheid (althans het niet werken), maar daarmee is niet gezegd dat de WGA-uitkering wegens werkloosheid wordt toegekend. WGA-aanvullingen zijn naar mijn (E. Lutjens) oordeel dus gewoon pensioen en een AMvB om dat duidelijk te maken is niet nodig Concept AMvB Inmiddels is op 10 december 2007 het concept AMvB aan de Tweede Kamer voorgelegd. De AMvB geeft regels voor het geval een uitkering geen arbeidsongeschiktheidspensioen is. De bovengenoemde vraag wordt dus niet door de AMvB beantwoordt. Het concept AMvB maakt onderscheid tussen de situatie tot en vanaf 1 januari Vanaf 1 januari 2009 geldt een beperktere omschrijving van arbeidsongeschiktheidspensioen, althans voor zover de uitkeringen niet al uit hoofde van de Pensioenwet zelf arbeidsongeschiktheidspensioen zijn. Regels arbeidsongeschiktheidspensioen tot 1 januari 2009 Voor zover een aanvulling op een vervolguitkering of een loonaanvullingsuitkering geen arbeidsongeschiktheidspensioen is als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of artikel 1 van de Wet 3

4 verplichte beroepspensioenregeling, wordt deze aanvulling als arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van een van die artikelen aangemerkt. Regels arbeidsongeschiktheidspensioen vanaf 1 januari 2009 Voor zover een aanvulling op een vervolguitkering of een loonaanvullingsuitkering geen arbeidsongeschiktheidspensioen is als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt deze aanvulling als arbeidsongeschiktheidspensioen in de zin van een van die artikelen aangemerkt indien: a. de aanvulling op de vervolguitkering niet varieert met inkomsten uit arbeid, tenzij de aanvulling hoger wordt vastgesteld indien de inkomsten uit arbeid toenemen; b. de aanvulling op de loonaanvullingsuitkering niet varieert met inkomsten uit arbeid, tenzij de aanvulling hoger wordt vastgesteld indien de inkomsten uit arbeid toenemen; of c. het een eenmalige aanvulling is die wordt verstrekt in verband met werkhervatting of werkuitbreiding. Over deze Concept AMvB vindt thans nog overleg plaats met de Tweede Kamer. 5. Recht op collectieve waardeoverdracht bij einde van de uitvoeringsovereenkomst met een verzekeraar Het wetsvoorstel voor de aanpassingwet Pensioenwet voegt aan artikel 25, lid 1, onder h, PW de bepaling toe dat de uitvoeringsovereenkomst met een verzekeraar geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht kan inhouden Amendement De tekst is opgenomen krachtens amendement 32 van Omtzigt en Hamer. Hoewel de tekst van de toe te voegen bepaling niet met zoveel woorden vastlegt dat het recht op waardeoverdracht bestaat het niet kunnen uitsluiten van het recht is nog niet hetzelfde als het moeten toekennen van dat recht is dat wel de bedoeling. De toelichting op het amendement zegt namelijk het volgende: Met dit amendement wordt bereikt dat een uitvoeringsovereenkomst altijd een recht behelst voor de werkgever voor een collectieve waardeoverdracht aan het eind van het contract. Onderdeel h stipuleert al dat de belangen van beide partijen evenwichtig gewaarborgd worden. De beëindigingsvoorwaarden moeten op grond van artikel 25, lid 1, onder h, van de Pensioenwet op evenwichtige wijze de belangen van beide contractspartijen waarborgen. Dat impliceert dat indien de verzekeraar een vergoeding bedingt voor de collectieve waardeoverdracht, deze vergoeding redelijk en billijk moet zijn. In beginsel dient bij een waardeoverdracht te worden uitgegaan van de gevormde voorziening en kunnen daarop eventueel redelijke kosten in mindering worden gebracht. Dit amendement beoogt de verzekeringsmarkt voor collectief verzekerde pensioenregelingen transparant en open te maken. Periodiek is er de reële mogelijkheid om van verzekeraar te wisselen Minister De minister had bij brief van 14 december 2007 (TK, , nr. 34) het amendement ontraden, omdat werkgevers hiermee slechter af zouden zijn. De minister voerde in verband hiermee het volgende aan: Het amendement ontneemt de werkgever de mogelijkheid om met de verzekeraar overeen te komen dat er aan het eind van het contract geen collectieve waardeoverdracht plaatsvindt. De werkgever heeft, indien dit amendement wordt aangenomen, niet meer de mogelijkheid om gunstiger contractsvoorwaarden te bedingen (bijvoorbeeld met betrekking tot premiehoogte, of winstdeling) in ruil voor het 4

5 afzien van waardeoverdracht. Het amendement behelst een inperking van de contractsvrijheid van werkgever en verzekeraar, waar géén van beide contractspartijen bij gebaat is. Het amendement is bovendien onnodig om de praktijk tegen te gaan van onredelijke exitvoorwaarden. Die praktijk wordt namelijk al onmogelijk gemaakt met artikel 25 lid 1 onder h van de Pensioenwet Debat De opvatting van de minister is bijzonder en heeft de Tweede Kamer dan ook terecht niet overtuigd. Dat de uitvoeringsovereenkomst waardeoverdracht niet kan uitsluiten, betekent uiteraard niet dat de werkgever verplicht is collectieve waardeoverdracht te laten plaatsvinden, net zo min als hiermee aan verzekeraar en werkgever zou zijn verboden om gebruik te maken van hun contractsvrijheid om in plaats van waardeoverdracht andere (gunstige) bedingen overeen te komen. 6. API Notitie ministers Op 21 december 2007 hebben de ministers Donner en Bos een notitie met de hoofdlijnen van de vormgeving van de API aan de Tweede Kamer voorgelegd (TK, , nr. 106) Karakter API De API moet een flexibele instelling worden zonder de beperkingen waar pensioenfondsen aan zijn onderwerpen, dit om Nederland als pensioenland op de Europese kaart te zetten. De notitie omschrijft de doelstelling als volgt: De doelstelling van de introductie van de API is Nederland aantrekkelijker te maken als vestigingsplaats voor het bedienen van de internationale pensioenmarkt. De API moet dan ook concurrerend kunnen zijn ten opzichte van buitenlandse pensioeninstellingen. Dit brengt met zich dat de ruimte die de Europese pensioenrichtlijn biedt optimaal benut moet worden, en eisen in aanvulling op de richtlijn zoveel mogelijk beperkt dienen te blijven. De notitie stelt daarom dat voor de API niet zullen gelden de volgende pensioenfonds-eisen: - de domeinafbakening; - de taakafbakening; - het verbod van ringfencing; - de organisatierechtelijke eisen, zoals ten aanzien van de paritaire samenstelling van het bestuur. De API zal zich wel aan de productafbakening moet houden (pensioen en wat daarmee verband houdt; dat is een voorschrift van de pensioenfondsenrichtlijn). Wat betreft het toezicht zal nog nader geregeld moeten worden dat toezichtarbitrage wordt voorkomen. Er mag niet op oneigenlijke gronden onder toezichtregels uitgekomen worden. Ten aanzien van het ringfencen stelt de notitie optimistisch dat hiermee wordt voorkomen dat het geringfencde vermogen in geval van faillissement voor schuldeisers moet worden aangewend. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan en vereist een ingrijpende wijziging in het Nederlandse faillissementrecht. De notitie zegt dat nadere uitwerking van dit punt moet plaatsvinden Debat De API moet internationaal kunnen concurreren is de gedachte, maar zal ook een aantrekkelijk alternatief zijn voor pensioenfondsen op de Nederlandse markt. Een heleboel regels gelden niet meer. Voor kleine pensioenfondsen kan het een gezamenlijke uitvoerder worden, waar dat door de domeinafbakening thans moeilijk valt te realiseren. Toch moet men zich afvragen of de constatering dat de voor pensioenfondsen geldende eisen belemmerend werken een voldoende rechtvaardiging is om dan maar een uitvoerder toe te staan waarvoor die eisen niet gelden. De regels voor pensioenfondsen hebben een reden. Als die reden er niet meer is, kan men dan niet 5

6 beter de regels opheffen? Wat is het nut om pensioenfondsen naast de API te laten bestaan? De reden kan niet zijn het willen handhaven van de pensioenfonds-eisen, want die gelden niet voor de API. En indien sociale partners die eisen in een bepaalde situatie gewenst vinden, kunnen ze overeenkomen dat soort eisen vrijwillig op te nemen. Een dwingende wettekst is daarvoor niet nodig. Daarnaast is eigenlijk alles wat de API moet bieden thans al mogelijk via een verzekeraar. Ook grensoverschrijdende dienstverrichting zonder enige domeinbeperking. In geval de verzekeraar de rechtsvorm van een Onderlinge Waarborgmaatschappij heeft, is er weinig extra s dat de API biedt. Behalve dat de API geen verzekeraar is. Is dat het? Zeggen we hiermee dat verzekeraars op de internationale pensioenmarkt geen goede aanbieders zijn? Of is de API toch puur voor de Nederlandse markt om het psychologische punt dat sommigen hun pensioenregeling niet bij een verzekeraar willen onderbrengen op te lossen? Dit zijn nog te overdenken punten. Verzekeraars kunnen die concurrentie aangaan door zelf een API op te richten. 7. Fiscaal Staffelbesluit Bij Besluit van 23 oktober 2007 heeft de staatssecretaris van Financiën een geactualiseerd staffelbesluit voor beschikbare premieregelingen bekendgemaakt (nr. CPP2007/552M, Stcrt. nr. 212). De aanpassing heeft plaatsgevonden met het oog op de invoering van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/ prepensioen en introductie levensloopregeling. Voorts is de aanwijzing van kapitaalverzekeringen met pensioenclausule als pensioenregeling aangepast in verband met de Pensioenwet. Daarnaast is de aanwijzing van pensioenregelingen met uitkeringen in beleggingseenheden ingetrokken, ook dat in verband met de Pensioenwet. Bestaande regelingen gaan onder een overgangsregeling vallen. De staffels gaan thans uit van een laagte leeftijdklasse van 15 tot en met 19 jaar. 8. Stamrecht. Aanwijzing buitenlandse verzekeraar Bij Besluit van 7 januari 2008 (nr. CPP2007/2826M, Stcrt. nr. 10) heeft de staatssecretaris van Financiën de mogelijkheid voor buitenlandse lichamen geopend om zich aan te laten wijzen als verzekeraar van een stamrecht als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting Het Besluit luidt als volgt: De Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) sluit wat de toegelaten verzekeraars van stamrechten betreft grotendeels aan bij de toegelaten verzekeraars van pensioenen. Zie artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2º, van de Wet LB, dat verwijst naar de pensioenverzekeraars van artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d, van de Wet LB. Artikel 11 verwijst evenwel niet naar de buitenlandse lichamen die op grond van een aanwijzing van de minister kunnen optreden als pensioenverzekeraar. Zie artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB. Ik acht dit verschil tussen verzekeraars van pensioenen en stamrechten niet wenselijk. Vooruitlopend op wijziging van de wetgeving keur ik daarom het volgende goed. Goedkeuring Ik keur goed dat in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 2º, van de Wet LB de zinsnede artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d wordt gelezen als artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b, d of f. Artikel 10d van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 is hierbij van overeenkomstige toepassing. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst 6

7 9. Rechtspraak Rechtbank Maastricht 23 januari 2008: Aanpassing pensioenregeling aan VPL; geen verboden leeftijdonderscheid Deze uitspraak gaat over de aanpassing van de pensioenregeling en VUTregelingen bij de overheid (ABP) aan de VPL-wetgeving. In de regelingen werd aansluitend bij het VPL-overgangsrecht leeftijdonderscheid gemaakt tussen 56- plussers en 56-minners. Het Alternatief voor Vakbond en aan aantal individuen hadden nietigverklaring gevorderd van de nieuwe regelingen voor zover daarin leeftijdonderscheid werd gemaakt. De rechtbank (kantonrechter Heerlen) oordeelt onder meer als volgt: - Terecht ziet ABP in de VPL wetgeving een gedeeltelijke rechtvaardiging, zoals moge blijken uit de door haar geciteerde wetsgeschiedenis van de Wet-VPL inzake de daarin opgenomen overgangsregeling: De verwachting dat in veel gevallen de huidige regelingen voor 55-plussers worden voortgezet, is uiteraard een beoogd effect van de overgangsregeling (T.K , nr. 10 p.78); - Er zijn in de pensioenregeling ook verbeteringen voor jongeren doorgevoerd. Terecht constateert het ABP dan ook dat van eenzijdigheid van benadeling van 56-minners geen sprake is; - Indien tussen de 56-plussers en - minners een vergelijking gemaakt wordt dienen de lasten die zij in het verleden gedragen hebben erbij betrokken te worden en niet slechts uitgegaan te worden van de lasten die vanaf 1 januari 2006 gedragen moeten worden. Er is sprake van een solidariteit tussen generaties, zoals dat in de literatuur wel genoemd wordt. De nieuwe lasten kunnen niet als enige van doorslaggevende betekenis zijn. De stelling dat de 56- minners hoofdzakelijk de lasten van de 56-plussers moeten dragen, moet dan ook als ondeugdelijk voor de vorderingen van eisers ter zijde geschoven worden; - Het ABP stelt dat vanwege het overgangsrecht lichter, met enige terughoudendheid getoetst dient te worden. Dat is terecht. Immers een overgangsregeling bevat per definitie gedurende enige tijd elementen die in de oude regeling ongewenst (in casu als in strijd met WGBL) zijn. Als in volle strengheid getoetst wordt, houdt geen enkele (inhoudelijke) overgangsregeling stand; - Voor de beantwoording van de vraag of een regeling zoals de levensloopregeling tot één pakket met het pensioen en VUT gerekend kan worden is van belang of het naar zijn aard daarbij aansluit. En dat is het geval. Uit het feit dat de wetgever in dezelfde wet waarin de prepensioenregelingen fiscaal worden ingedamd een fiscalisering van de levensloopregeling introduceerde (VPL), kan bovendien een samenhang afgeleid worden. De Wet VPL heeft aldus ook het karakter van een pakket; - Er is een voldoende rechtvaardigingsgrond. Terecht is het ABP van mening dat er slechts marginale verschillen zijn tussen 56-plussers en -minners, die niet tot de conclusie kunnen leiden dat niet voldaan zou zijn aan het proportionaliteitsbeginsel. Commissie Gelijke Behandeling 30 juli 2007, zaak ; Verzekeringsmaatschappij maakt verboden 7

8 leeftijdsonderscheid in pensioenregelingen waarin 21 jaar als toetredingsleeftijd is opgenomen. Vanaf 1 januari 2008 verplicht artikel 8, vijfde lid, onderdeel a, van de Pensioenwet verzekeraars tot opname in pensioenregelingen van alle werknemers vanaf de leeftijd van 21 jaar. Vooruitlopend op deze wijziging heeft verzoekster enkele pensioenregelingen opgesteld die de pensioenopbouw vanaf 21 jaar mogelijk maken. De door verzoekster voorgelegde (aanpassingen van) pensioenregelingen zijn alle beschikbare premieregelingen. De toetredingsleeftijd van deelnemers aan de huidige pensioenregelingen van is 25 jaar. Modellen Verzoekster heeft drie modellen voor pensioenregelingen voorgelegd: - Model A waarbij sprake is van een leeftijdsonafhankelijke premie van 8,4% van de pensioengrondslag, met uitzondering voor de leeftijdscategorie van jaar, waarvoor een premiepercentage geldt van 6,9; - Model B dat vergelijkbaar is met model A, zij het dat de leeftijdsonafhankelijke premie voor de leeftijdscategorie van 25 jaar en ouder 7,8% bedraagt in plaats van 8,4% en het premiepercentage voor 21 tot 25 jarigen 6,7 in plaats van 6,9; - Model C waarbij voor de leeftijdscategorie van 25 jaar en ouder een actuariële staffel geldt waarbij wordt uitgegaan van een rekenrente van 3% en waarbij voor de leeftijdscategorie jaar een premie van 8,1 procent van de pensioengrondslag wordt gehanteerd. Leeftijdonderscheid De Commissie Gelijke Behandeling komt tot de volgende beoordeling: 3.11 De Commissie stelt allereerst vast dat ten aanzien van alle door verzoekster voorgelegde modellen voor nieuwe pensioenregelingen onderscheid naar leeftijd wordt gemaakt, nu er een verschil is tussen de beschikbare premie voor het leeftijdscohort 21 tot 25-jarigen en het leeftijdscohort 25 tot 65-jarigen Voorts concludeert de Commissie dat de in artikel 8, derde lid, WGBL neergelegde uitzondering op de voorliggende regelingen niet van toepassing is. Immers, in deze bepaling gaat het om actuariële berekeningen die leeftijdsonderscheid tot gevolg hebben. Het leeftijdsonderscheid in de aangepaste pensioenregeling hangt samen met de afstemming op de fiscaal toelaatbare premies ingevolge het Staffelbesluit. Nu de pensioenopbouw voor de groep van 25 jaar en ouder gelijk blijft en derhalve hiervoor niet het fiscaal maximale premiepercentage voor de verschillende leeftijdscategorieën wordt gehanteerd in tegenstelling tot de jongste groep, kan deze uitzondering niet van toepassing zijn. Aldus resteert de vraag of er voor dit leeftijdsonderscheid een objectieve rechtvaardiging is in de zin van artikel 7 WGBL. Alternatieven. Geen rechtvaardiging Vervolgens analyseert de Commissie de rechtvaardigingsgronden en concludeert dat er alternatieve modellen denkbaar zijn die geen leeftijdonderscheid maken. Derhalve zijn alle drie de modellen naar het oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling in de strijd met de wet. De overwegingen van de Commissie luiden als volgt: 3.16 (1) Een alternatief (alternatief 1) voor de voorgestelde regelingen zou kunnen zijn het doortrekken van de regelingen die gelden voor de groep van 25 jaar en ouder, 8

9 naar de jongste groep. In geval van model A en B betekent dit het hanteren van het premiepercentage van 8,4% voor alle leeftijdsgroepen. In geval van model C houdt dit in het doortrekken van de 3-% staffel tot 21 jaar. De Commissie stelt voorop dat op deze wijze bij geen van de modellen leeftijdsonderscheid wordt gemaakt. Verzoekster heeft echter aangegeven dit alternatief bezwaarlijk te vinden vanwege de fiscaal bovenmatige pensioenregeling voor werknemers jonger dan 25 jaar. Dit betekent dat deze werknemers belasting verschuldigd zullen zijn voor het gedeelte dat hoger is dan fiscaal maximaal toegestane percentage van 6,9%, waardoor zij een lager nettosalaris ontvangen. De werkgever kan hiervoor een salariscompensatie geven. Verzoekster heeft aangegeven dat dit leidt tot extra kosten en bovendien dat de splitsing tussen het fiscaal toegestane gedeelte en het bovenmatige deel ten minste een verdubbeling van de administratieve kosten met zich brengt. Zij acht deze oplossing voor zowel de werkgever als voor zijn pensioenuitvoerder financieel en administratief ingewikkelder dan het hanteren van het voorgestelde premiepercentage van 6,9%. De Commissie stelt allereerst vast dat met dit alternatief het onder 3.13 genoemde doel kan worden bereikt nu voor de huidige werknemers het premiepercentage gelijk blijft en voor de groep 21 tot 25-jarigen een pensioen wordt opgebouwd. Voorts overweegt de Commissie ten aanzien van de proportionaliteit dat dit alternatief weliswaar extra administratieve lasten met zich brengt vanwege bovengenoemde splitsing, maar dat dit niet onmogelijk is en dat de zwaarte hiervan afhankelijk is van de wijze waarop deze kosten worden toegerekend. Indien deze kosten worden omgeslagen over de gehele werknemerspopulatie zijn de lasten per individu lager. De mate waarin dit leidt tot een verlaging van de kosten per individu - en dus de proportionaliteit van het middel - is afhankelijk van de personeelssamenstelling voor wat betreft leeftijd in een concrete situatie. Zijn er bijvoorbeeld bij een werkgever slechts enkele werknemers onder de 25 en een grote groep werknemers van 25 jaar en ouder, dan zal eerder sprake zijn van proportionaliteit dan in een omgekeerde situatie. Bij deze afweging zal tevens een rol spelen dat de salariscompensatie door de werkgever maximaal 4 jaar kan duren. De Commissie concludeert dat afhankelijk van de concrete omstandigheden het hanteren van eenzelfde premiepercentage voor alle deelnemers (model A en B) en het hanteren van dezelfde staffel (model C), onafhankelijk van leeftijd, een reëel alternatief kan zijn waarmee de beoogde doelen worden bereikt zonder dat leeftijdsonderscheid wordt gemaakt (2) Als alternatief 2 voor model A en B kan worden gedacht aan het doortrekken van de regeling van de jongste groep naar de andere leeftijdgroepen. Voor model A en B houdt dit in het hanteren voor alle deelnemers van iedere leeftijd van een zelfde percentage dat gelijk is aan het fiscaal maximaal toegestane premiepercentage voor de jongste groep. Dit percentage is lager dan het percentage dat in de voorgelegde modellen voor de leeftijd vanaf 25 wordt gehanteerd. De Commissie stelt vast dat met dit alternatieve middel is voldaan aan de Pensioenwet zonder dat leeftijdsonderscheid wordt gemaakt. Het door verzoekster aangehaalde nadeel dat de premie - en dus de pensioenopbouw - over de hele linie daalt, is op zich relevant en zal ongetwijfeld een element zijn bij de besluitvorming bij een werkgever, maar doet aan de voorgaande conclusie niets af nu een bepaald pensioenresultaat door verzoekster niet als doel is opgenomen. Zou dit wel het geval zijn dan zou de beoordeling wellicht anders uitvallen, zoals verwoord in oordeel (CGB 31 augustus 2006, oordeel ). Bovendien zou het nadeel van 9

10 de lagere pensioenopbouw kunnen worden ondervangen door aan deelnemers boven 25 jaar de keuzemogelijkheid te bieden van een aanvullende vrijwillige premiebetaling door de deelnemers zelf (3) Als derde alternatief voor model A en B geeft verzoekster aan een staffel die is gebaseerd op het gewogen gemiddelde percentage. Verzoekster acht dit alternatief niet reëel aangezien de beschikbare premies de eerste jaren zeer laag zijn. Bovendien zijn deze premies nauwelijks te administreren bedragen. De Commissie overweegt dat in dit alternatief zich nog steeds leeftijdsonderscheid voordoet, dat bovendien niet minder bezwaarlijk lijkt dan model A en B. Derhalve is dit middel, nog afgezien van de zeer lage premie en de administratieve problemen, geen reëel alternatief. Ook als de werkgever in dit alternatief hogere percentages hanteert blijft het verschil in premie bezwaarlijk (4) Een vierde alternatief voor alle modellen zou kunnen zijn het verlagen van de franchise. Door verlaging van de franchise wordt de pensioengrondslag hoger. De achteruitgang in premie die het eerste alternatief met zich brengt voor de deelnemers ouder dan 25 jaar zou hierdoor wellicht kunnen worden te niet gedaan of in ieder geval verminderd. De Commissie overweegt hieromtrent het volgende. Aangezien de franchise een vast bedrag is kan het effect van de verlaging per deelnemer verschillend zijn, afhankelijk van de hoogte van het salaris. Verlaging van de franchise zal relatief vaker een positief effect hebben voor jongeren omdat zij in het algemeen een lager salaris hebben dan ouderen. Dit alternatief leidt derhalve indirect eveneens tot leeftijdsonderscheid. In hoeverre dit onderscheid minder bezwaarlijk is kan in zijn algemeenheid niet worden beoordeeld. Derhalve concludeert de Commissie dat ook dit alternatief niet onmogelijk is (5) Als vijfde alternatief voor alle modellen zou kunnen gelden het hanteren van een middelloonregeling voor 21 tot 25- jarigen, terwijl voor de groep van 25 jaar en ouder de beschikbare premieregeling zoals beschreven in 3.3 wordt gehandhaafd. Verzoekster heeft aangegeven dit niet als een reëel alternatief te zien omdat het hier gaat om een geheel ander soort pensioenregeling. De Commissie overweegt dat ook bij dit alternatief onderscheid tussen de jongere groep en oudere groep blijft bestaan en dit onderscheid zeker niet minder bezwaarlijk is (6) Een zesde alternatief middel uitsluitend voor model C is het hanteren van een 4%-staffel voor alle deelnemers, ongeacht leeftijd. Met dit middel is het bovenstaand doel te bereiken, deelname vanaf 21 jaar wordt hiermee immers mogelijk gemaakt. Het door verzoekster aangevoerde nadeel dat dit alternatief voor de werkgever erg duur is en dat deze er dus op achteruit gaat, doet hier niets aan af Het hanteren van een 4%-staffel voor het leeftijdscohort jaar en het hanteren van een 3% staffel boven de 25 jaar (Alternatief 7). Dit middel is geen reëel alternatief aangezien dit evenzeer leeftijdsonderscheid oplevert Geconcludeerd wordt dat het in de voorgelegde pensioenregelingen model A, B en C gemaakt leeftijdsonderscheid niet objectief gerechtvaardigd is aangezien er reële alternatieven zijn. Invoering van nieuwe pensioenregelingen conform model A, B of C zou dus in strijd zijn met de WGBL. Het argument van verzoekster dat de benadeling van de werknemers van 21 tot 25 jaar in de modellen A en B van zeer beperkte duur (maximaal 4 jaar) is en bovendien zeer beperkt is en bovendien dat deze leeftijdsgroep de maximaal toegestane premie krijgt, laat deze conclusie onverlet. Er zijn immers alternatieven 10

11 waarbij geen sprake is van leeftijdsonderscheid. 10. Lezingen Pensioenactualiteiten 2008 In 2008 worden er weer vier lezingen Pensioenactualiteiten aan de Vrije Universiteit Amsterdam georganiseerd. Hieronder het programma en informatie over aanmelding. Programma 26 maart Toegang tot de pensioenregeling Is op de werknemer een pensioenregeling van toepassing? En zo ja welke? Toetredingsvoorwaarden als leeftijd en wachttijd en impact op de vormgeving van de pensioenregeling mede in relatie tot gelijke behandeling naar leeftijd. Carenzjaren en dekking voor nabestaandenpensioen. Werkingssfeer verplichte bedrijfstakpensioenfondsen mede in verband uitzendwerknemers en pay-roll bedrijven. Sprekers: Prof. dr. Erik Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam, Expertisecentrum Pensioenrecht, advocaat, Van Mens en Wisselink Mr. J.A. van der Hoef CPL, advocaat Van Mens en Wisselink 4 juni 2008 De Uitvoeringsovereenkomst Totstandkomen, inhoud, juridische betekenis. Betekenis verzekeringsrecht en het derdenbeding en de rechten van werknemers en andere pensioenrechthebbenden mede bij het wijzigen van de uitvoeringsovereenkomst. Medezeggenschapsrechten Ondernemingsraad, gepensioneerden en anderen in dat kader. Sprekers: Mr. Albert van Marwijk Kooy, advocaat Van Doorne Mr. M. Meijer-Zaalberg, Manager Fiscale en Juridische Zaken en Beleid, Zwitserleven Mr. Sijbren Kuiper, onderzoek Pensioenrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, Expertisecentrum Pensioenrecht 1 oktober Aansprakelijkheid Aansprakelijkheidsvraagstukken in verband met het niet aanmelden van werknemers bij de pensioenuitvoerder of het niet betalen van de premie en de verschillen daarbij tussen pensioenfondsen en verzekeraars. Aansprakelijkheid van bestuurders van pensioenfondsen en de verhouding tot de rol van adviseurs, actuaris en toezichthouder, alsmede verantwoordingsorgaan. Sprekers: Prof. Jan Berend Huizink, Hoogleraar Ondernemingsrecht Vrije Universiteit Amsterdam Mr Paulien M. Siegman. Senior consultant, Towers Perrin Cor van der Sluis, Directeur Bestuursbureau Pensioenfonds UWV 19 november 2008 (+pensioenrechtdiner) - Premiekorting en indexatie(ambitie) Welke eisen stelt de indexatieambitie aan de financiële opzet van pensioenfondsen, wanneer is premiekorting toegestaan, hoe kan indexatie ingevuld worden, wat zijn de fiscale spelregels en belemmeringen, wat is het standpunt van de toezichthouder. Sprekers: Mr. Louis Kuypers, advocaat Houthoff Buruma Drs. Dirk Broeders RBA, De Nederlandsche Bank, Toezichtbeleid Drs. Lucas Smid, De Nederlandsche Bank, Toezichtuitvoering 11

12 Mr. Jos Gielink, Bergamin & Gielink Pensioenrechtadvies Mr. Hans Breuker, Hoofd Pensioen Advies TKP Pensioen Informatie en aanmelding Vrije Universiteit Amsterdam - VU Law Academy - Faculteit der Rechtsgeleerdheid vula@rechten.vu.nl - telefoon (020) , website onder VU Law Academy of PAO rechtsgeleerdheid. - de Pensioen- en spaarfondsenwet en de Pensioenwet - de toezichtswetgeving - de diverse gelijke behandelingswet- en regelgeving Informatie en aanmelding Vrije Universiteit Amsterdam - VU Law Academy - Faculteit der Rechtsgeleerdheid vula@rechten.vu.nl - telefoon (020) , website onder VU Law Academy of PAO rechtsgeleerdheid. 11. Leergang Fiscaal Pensioenrecht Op 6 maart a.s. start aan de Vrije Universiteit Amsterdam de Leergang Fiscaal Pensioenrecht. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: - de verschillende pensioensoorten - de verschillende opbouwsystemen - het begrip dienstjaren en pensioengevend salaris - de gevolgen van vervroegen of uitstellen van de pensioendatum - de toegelaten uitvoerders - de gevolgen van oneigenlijke handelingen - de rechtsbescherming - het pensioen van de directeurgrootaandeelhouder - de oudedagsvoorziening van de zelfstandige en de vrije beroeper - de VPL-wetgeving (VUT, Prepensioen, Levensloop) en de bijbehorende overgangsregelingen - de samenhang tussen ontslaguitkeringen en vutvervangende maatregelen - de internationale en Europeesrechtelijke aspecten van pensioen - banksparen; - pensioen voor de IB-ondernemer Tot slot Het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam verricht onderzoek op het brede pensioenterrein. Ook verstrekt het Expertisecentrum in opdracht van instellingen, bedrijfsleven of overheid adviezen over pensioenjuridische en pensioenbeleidsmatige vraagstukken. Voor informatie: contact E. Lutjens, zie het colofon op blz 1 van deze Nieuwsbrief of bezoek de website Lopende promotieonderzoeken binnen het Expertisecentrum betreffen de rechtspositie van de oudere werknemer (door Mark Heemskerk) en informatie- en zorgplichten bij pensioen en andere financiële producten (door Sijbren Kuiper). 12

Pensioenwet De Pensioenwet is op 1 januari 2007 (gedeeltelijk) in werking getreden: Wet van 7 december 2006, Stb. 2006, 705.

Pensioenwet De Pensioenwet is op 1 januari 2007 (gedeeltelijk) in werking getreden: Wet van 7 december 2006, Stb. 2006, 705. Nieuwsbrief januari 2007, Jaargang 2 - vol. 1 Pensioenwet De Pensioenwet is op 1 januari 2007 (gedeeltelijk) in werking getreden: Wet van 7 december 2006, Stb. 2006, 705. Samenhangende regelgeving De met

Nadere informatie

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der

Nadere informatie

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950; Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit

Nadere informatie

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren. Overzicht van het toepasselijke sociaal en arbeidsrecht, de informatievoorschriften en beleggingsrestricties die van toepassing zijn op Nederlandse pensioenregelingen die worden uitgevoerd door een pensioeninstelling

Nadere informatie

1. Pensioenwet - Inwerkingtreding 2008

1. Pensioenwet - Inwerkingtreding 2008 Nieuwsbrief december 2007, Jaargang 2 - vol. 9 1. Pensioenwet - Inwerkingtreding 2008 De Pensioenwet is op 1 januari 2007 in werking getreden, maar voor belangrijke onderdelen is in uitgestelde werking

Nadere informatie

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben,

Nadere informatie

Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht.

Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Editie 2013/9 Kamervragen Instemmingsrecht Ondernemingsraad bij PPI

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Pensioen en leeftijdsdiscriminatie

Pensioen en leeftijdsdiscriminatie Pensioen en leeftijdsdiscriminatie Gelijke behandeling op grond van leeftijd Onderscheid op grond van leeftijd is niet toegestaan op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.

Nadere informatie

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking Bij de uitvoering van de pensioenregeling van een in Nederland gevestigde werkgever door een pensioeninstelling uit een andere lidstaat blijven, op grond van de Europese Richtlijn EU 2016/2341/EU, het

Nadere informatie

(Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09. op het verzoek schrift van 27 mei 2004 van. gevestigd en kantoorhoudend te

(Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09. op het verzoek schrift van 27 mei 2004 van. gevestigd en kantoorhoudend te Advies inzake de berekening van de omvang van pensioenen onder artikel 12c Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB) (Dossiernummer: 2004-0153) 9 december 2004 CGB-advies/2004/09 op het verzoek

Nadere informatie

De PPI ook voor zelfstandigen?

De PPI ook voor zelfstandigen? . De PPI ook voor zelfstandigen? Prof. Dr. Erik Lutjens Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Expertisecentrum Pensioenrecht - Fac. Rechtsgeleerdheid Initium De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

Nadere informatie

Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling

Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014 Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland 2004 versie 1 oktober 2014 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel

Nadere informatie

Samenstelling inkomen (50% AO, laatstverdiende loon 40.000) inkomen. aanvullend arbeidsongeschikthheidspensioen

Samenstelling inkomen (50% AO, laatstverdiende loon 40.000) inkomen. aanvullend arbeidsongeschikthheidspensioen Beantwoording van de vragen uit het verslag van een schriftelijk overleg in het kader van de voorhangprocedure van de conceptamvb in verband met het uitvoeren van arbeidsongeschiktheidsregelingen (Kamerstukken

Nadere informatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE. 4 december 2006 DB 2006-396U

Directie Directe Belastingen. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE. 4 december 2006 DB 2006-396U Directie Directe Belastingen Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 4 december 2006 DB 2006-396U Onderwerp Reactie op

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 101 Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M Loonheffingen. Pensioenen en stamrechten; tegemoetkomingen voor partneren wezenpensioenen, conversie van opgebouwde pensioenaanspraken, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en opnemen van stamrechten

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

Intermediairdagen 2011

Intermediairdagen 2011 Intermediairdagen 2011 De fiscale behandeling van ontslaguitkeringen Stamrechtvrijstelling of belast loon? November/december 2011 Stel: U wordt ontslagen U ontvangt wel een ontslaguitkering! En nu? Te

Nadere informatie

Nieuwsbrief maart 2007, Jaargang 2 - vol. 3

Nieuwsbrief maart 2007, Jaargang 2 - vol. 3 Nieuwsbrief maart 2007, Jaargang 2 - vol. 3 Pensioenwet presentatie boek Op 28 maart a.s. wordt tijdens de VU Actualiteitenlezing met als onderwerp de vereiste documentatie onder de Pensioenwet - het eerste

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch.

1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch. CONCEPT Voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 316 Besluit van 15 juli 2008 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het

Nadere informatie

Notitie inzake: NETTO PENSIOEN IN DE TWEEDE PIJLER EXPERTISECENTRUM PENSIOENRECHT

Notitie inzake: NETTO PENSIOEN IN DE TWEEDE PIJLER EXPERTISECENTRUM PENSIOENRECHT EXPERTISECENTRUM PENSIOENRECHT Notitie inzake: NETTO PENSIOEN IN DE TWEEDE PIJLER Prof. mr. Herman Kappelle Prof. dr. Erik Lutjens Mr. Ivor Witte - hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht - hoogleraar Pensioenrecht

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Pensioenwet. Geen recht op waardeoverdracht bij contractbeëindiging. Nieuwsbrief december 2006, Jaargang 1 - vol. 1

Pensioenwet. Geen recht op waardeoverdracht bij contractbeëindiging. Nieuwsbrief december 2006, Jaargang 1 - vol. 1 Nieuwsbrief december 2006, Jaargang 1 - vol. 1 Pensioenwet De Pensioenwet (kamerstuk 30 413) en de Invoerings- en aanpassingwet Pensioenwet (kamerstuk 30 655) zijn aangenomen door de Tweede Kamer en liggen

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Aandachtspuntenlijst reglementen (Bpf)

Aandachtspuntenlijst reglementen (Bpf) Aandachtspuntenlijst reglementen (Bpf) Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen Datum in- Nr. Aard

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP BZK Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP 19 december 2007/Nr. 2007-0000550234 DGMOS/DAOS/Afd. A&A De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel 4, zesde

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling SZW Wijziging Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2007, nr. AV/PB/07/40161, tot wijziging van de

Nadere informatie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (BPF Baksteen) is opgericht op 1-4-1957.

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen Voor de werknemers in dienst van Tronox Pigments (Holland) B.V. te Rotterdam-Botlek Looptijd 1 januari 2015 t/m 31 december 2019 Tronox Pigments (Holland)

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

Nieuwsbericht 27 maart 2018

Nieuwsbericht 27 maart 2018 Nieuwsbericht 27 maart 2018 Dit is de meest recente actualisering van ons eerdere nieuwsbericht over het Wetsvoorstel waardeoverdracht klein pensioen van 28 december 2017. Waardeoverdracht klein pensioen

Nadere informatie

Aandachtspuntenlijst reglementen (Opf)

Aandachtspuntenlijst reglementen (Opf) Aandachtspuntenlijst reglementen (Opf) Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen Datum in- Nr. Aard

Nadere informatie

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Telefoon: 070-3061190 Fax : 08422-62369 Website: www.bpfavh.nl Postbus 3144 2280

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat uw deelneming aan de beroepspensioenregeling is beëindigd.

Nadere informatie

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP)

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP) Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP) Waarom een Individueel Aanvullend Pensioen? Met ingang van 2006 is de wetgeving met betrekking tot VUT, prepensioen en levensloop aangepast. Als gevolg daarvan

Nadere informatie

ONTSLAG EN PENSIOEN. Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens

ONTSLAG EN PENSIOEN. Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens ONTSLAG EN PENSIOEN Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens PENSIOEN EN ARBEIDSOVEREENKOMST Zonder arbeidsovereenkomst geen pensioenovereenkomst - Uitsluiting: directeur-grootaandeelhouder

Nadere informatie

Fiscale aspecten van pensioen

Fiscale aspecten van pensioen Fiscale aspecten van pensioen Mr. S.P.N. Brouwer FFP Mw. mr. V.M. Hek-Weghorst FB P.P.M. Lavrijssen FB Mw. mr. J. Polman-Jager Eindredactie: Prof.mr. H.M. Rappelle Vijfde drvk Sdu Fiscale & Financièîe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 863 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met het van toepassing worden

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) 34 117 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) Nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt

Nadere informatie

In deze editie wet- en regelgeving: 1. Inwerkingtreding Wet waardeoverdracht klein pensioen. 2. Financiering voorwaardelijk pensioen (VPL pensioen)

In deze editie wet- en regelgeving: 1. Inwerkingtreding Wet waardeoverdracht klein pensioen. 2. Financiering voorwaardelijk pensioen (VPL pensioen) Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht samengesteld in samenwerking met pensioenrechtadvocaten van DLA Piper

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Informatiebijeenkomsten maart 2006. Werknemers geboren vóór 1950

Informatiebijeenkomsten maart 2006. Werknemers geboren vóór 1950 Informatiebijeenkomsten maart 2006 Werknemers geboren vóór 1950 1 Agenda Waarom een nieuwe pensioenregeling? Algemene informatie over uw pensioen Gevolgen nieuwe regeling Overig (o.a. extra rechten, partnerpensioen)

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Versobering van de fiscale pensioenopbouw Versobering van de fiscale pensioenopbouw 1. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Als het aan het kabinet ligt, dan wordt het Witteveenkader op drie manieren aangepast: verhoging van de pensioenrichtleeftijd,

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Uitvoeren van (gerichte) lijfrente- of pensioenclausule op de lijfrente- of pensioeningangsdatum voor naar het buitenland geëmigreerde begunstigden

Uitvoeren van (gerichte) lijfrente- of pensioenclausule op de lijfrente- of pensioeningangsdatum voor naar het buitenland geëmigreerde begunstigden 8 maart 2018 Uitvoeren van (gerichte) lijfrente- of pensioenclausule op de lijfrente- of pensioeningangsdatum voor naar het buitenland geëmigreerde begunstigden Het Verbond heeft samen met DNB, het ministerie

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 625 Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat uw deelneming aan de beroepspensioenregeling

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie

Pensioenwet Risicodekking nabestaandenpensioen

Pensioenwet Risicodekking nabestaandenpensioen Nieuwsbrief juli/augustus 2007, Jaargang 2 - vol. 7/8 Pensioenwet Risicodekking nabestaandenpensioen Indien de pensioenovereenkomst voorziet in een partnerpensioen op risicobasis behoudt de deelnemer,

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

Belangenvereniging SPD De Pensioenwet vanaf 1 januari 2007

Belangenvereniging SPD De Pensioenwet vanaf 1 januari 2007 Belangenvereniging SPD De Pensioenwet vanaf 1 januari 2007 1 Het pensioenhuis van Nederland Derde verdieping Individuele voorzieningen verzekeraars (lijfrente) Tweede verdieping - pensioen werkgever -

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 527 Wet van 10 december 2014 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering

Nadere informatie

Datum 2 mei 2013 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over medezeggenschap bij PPI

Datum 2 mei 2013 Betreft Kamervragen van het lid Omtzigt (CDA) over medezeggenschap bij PPI > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Aandachtspuntenlijst reglementen (Brf)

Aandachtspuntenlijst reglementen (Brf) Aandachtspuntenlijst reglementen (Brf) Art 28 WvB. Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte WvB artikelen Datum

Nadere informatie

Nieuwsbericht 28 december 2017

Nieuwsbericht 28 december 2017 Nieuwsbericht 28 december 2017 Waardeoverdracht klein pensioen en (interne) collectieve waardeoverdracht Dit nieuwsbericht behandelt het Wetsvoorstel waardeoverdracht klein pensioen, waarin ook bepalingen

Nadere informatie

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1 Loonheffingen. Pensioenen; Loonheffingen. Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 16 maart

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 013 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten (Verzamelwet pensioenen 2012) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling 1. Waarom wordt het nieuwe pensioenreglement pas later uitgereikt? Antwoord: De pensioenregeling is gebaseerd

Nadere informatie

Veelgestelde vragen en antwoorden

Veelgestelde vragen en antwoorden Veelgestelde vragen en antwoorden Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw

Nadere informatie

Wijziging CDC-regeling TBI

Wijziging CDC-regeling TBI Wijziging CDC-regeling TBI Voorlichtingssessie tijdens deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI 18 november 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal

Nadere informatie

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Besluit vaststelling meldingsformulieren pensioenfondsen Besluit van De Nederlandsche Bank NV van 20 november 2007, nr. Juza/2007/00681/CLR, tot vaststelling van formulieren ten behoeve van de meldingen,

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)

Nadere informatie

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34463 1 juli 2016 Wijziging Pensioenreglement ABP per 1 juli 2016, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling (klik op logo om onze website te bezoeken) Aan de cliënten Breda, 19 oktober 2005 1. Inleiding De Eerste

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (laag) 2018 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (laag) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 765 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht

Nadere informatie