1 HKS vrijwillig jaar FoV

Transcriptie

1 1 HKS vrijwillig jaar FoV Instellingen kunnen vanaf augustus de opleidingen aanbieden overeenkomstig de nieuwe kwalificatiestructuur (inhoudelijke opbouw van een opleiding) die een jaar later verplicht ingaat. Belangrijkste verandering is de introductie van keuzedelen. Raakt bij instellingen de processen rondom kernregistratie, onderwijscatalogus en logistiek. De kwalificatiestructuur zal geleverd moeten worden door /. Naast de kwalificatiedossiers worden keuzedelen geregistreerd en de relatie tussen kwalificatiedossiers en keuzedelen. Er zal ingeschreven moeten worden op opleidingen. Op keuzedelen wordt niet ingeschreven bij, maar deze dienen wel bij de instelling geregistreerd te worden. Keuzedelen hebben een korte time-to-market. Elke drie tot vier maanden wordt de structuur opnieuw vastgesteld en kunnen nieuwe keuzedelen beschikbaar komen. Veel ontstaan ze vanuit regionale vraag, maar ze hebben soms ook een generiek karakter, waarbij een keuzedeel voor veel opleidingen te selecteren is. Keuzedelen worden op het diploma geplaatst (kan later, 16-Q2), hiervoor is een (crebo)nr nodig en een vastgestelde omschrijving. Keuzedelen hebben een looptijd, hebben geen speciale impact op de bekostiging. Relatie met: 2, 12, 29, 65. PvE HKS voor systemen van instellingen 20 juni 2014 bevroren (zie 2). Verandering vooral administratief (andere ordening). Wat testen in vrijwillig jaar, met welke omvang/welke opleidingen, hoe officieel aanleveren? -> bepalend voor impact / big bang vs blokjes (kleine groep beginnen, dan opschalen in ).

2 2 HKS definitief FoV Instellingen zijn verplicht om vanaf dit schooljaar de nieuwe kwalificatiestructuur aan te bieden. Een nieuw element in de opbouw van de opleiding is het opnemen van een keuzedeel dat ook door de minister wordt vastgesteld en wordt getoond in het diplomaregister. Er is dus sprake van grootschalige invoering. Systemen dienen dan geschikt te zijn om in te schrijven op opleidingen en keuzedelen. Relatie met: 1, 12, 29, 65. op uitwisseling. PvE HKS voor systemen van instellingen op 20 juni 2014 bevroren (Zie

3 3 Macrodoelmatigheid FoV Instellingen zullen bij het aanbieden van opleidingen die ze eerder niet aanboden, afstemmen met de regio (andere instellingen en arbeidsmarkt) voor een doelmatig aanbod van opleidingen. Dat gaat onder andere over de vraag hoe het opleidingaanbod in stand blijft met krimpende regio's. Uitwisseling van opleidingen tussen instellingen is het gevolg van het regionale overleg. Veel mgmt info (marketing) nodig (van /CBS//ROA etc), zie ook 54. Behoefte (eis) aan aanbodregistratie op lager nivo (locatie). Instelling kent verschillende views: locatie, structuur (organisatie), begeleiding en domein (kwalificatiedossier en keuzedeel) Ook gevolgen voor interpretatie van kengetallen (jaar- en diplomaresultaat) en historische gegevens. Relatie met: 14, 32, 34, 54. Oplossing nu zijn veel Excellijsten met gegevens uit verschillende bronnen, zoals van de participerende instellingen,,, CBS en gemeentelijke info. Gaat voor een groot deel om marketing -achtige informatie. Wens voor betere en snellere oplossing waarbij gegevens via één loket zijn te verkrijgen. Interpretatie is aan de instellingen zelf.

4 4 Certificeerbare eenheden (samenloop met HKS) FoV Een bundeling van een x aantal kwalificaties die samen een certificeerbare eenheid vormt. Deze eenheid moet ook opgenomen worden in het diplomaregister. Certificaat wordt uitgereikt aan deelnemer. Beleid nodig: wat wel/niet registeren in diplomaregister (DR) (incl. verschil Onderwijsregister en diplomaregister). Voor DR bestaat geving. Heeft alles te maken met granulariteit. Voor bepaalde certificeerbare eenheden geldt een geldigheidsduur. Relatie met: 6, 7 en ook 19, 20.

5 5 Doorlopende leerlijnen Reg. Exp Het aanbieden van een opleiding die sectoroverstijgend is (vmbo-mbo), waardoor je winst behaald op het aantal studiejaren. Nu is er een vakmanschapsroute en technologieroute. Relatie met: 30?. In het huidige BRON is dit opgelost. Eerst VO (nu beschikbaar door code toe te voegen). Eén jaar later MBO obv extra inschrijfgegeven (BRON). Huidige kwalificatiestructuur is toepasbaar.

6 6 Generieke examenonderdelen Invoering van centraal afnemen van verplichte examenonderdelen Nederlands, Engels (alleen mbo 4) en rekenen. Resultaten moeten bij diplomering worden uitgewisseld met (generieke cijfers). Dit biedt geen oplossing bij overstap van een student tussen twee instellingen, voordat de student gediplomeerd is. Het feit dat resultaten een beperkte houdbaarheidsdatum hebben, compliceert deze overdracht. Instellingen moeten zelf voor oplossingen zorgen (uitgeven van certificaat oid). Relatie met: 7. in Oud

7 7 Generieke examenonderdelen rest Datum invoering is afhankelijk van de niveau van de opleiding. Relatie met: 6.

8 8 Toekomst educatie De middelen die beschikbaar waren voor educatie worden niet meer aan de gemeenten verstrekt via het ministerie van SZW via het participatiebudget, maar direct via OCW. Bovendien vervalt de verplichting voor de gemeenten om deze middelen verplicht te besteden bij ROC's. Voor instellingen vervalt de verplichting om gegevens aan BRON te leveren over de educatie. Staat los van MBO onderwerpen. BRON.

9 9 Cascade bekostiging De bekostiging vond plaats op basis van aantal deelnemers en diploma's en dat wordt nu, net als in het HO, beperkt tot het aantal bekostigde onderwijsjaren van een student en eerder behaalde diploma's. De bekostiging neemt af naarmate de student een langere verblijfsduur heeft. Instellingen willen direct bij inschrijving kunnen beschikken over de verblijfsduur van de student, zodat een inschatting gemaakt kan worden van de bekostigingsfactor van de student. Nu volop mee bezig, er ligt een wensenlijst van de instellingen op dit dossier (van belang voor DB). Lijst met 9 stappen, eerste 3 in planning, rest nog oppakken. (Zie ook instellingen nog bepalen.

10 10 VAVO bekostiging De bekostiging voor VAVO (volwassen onderwijs om je middelbare school diploma te behalen) vindt nu plaats via OCW in plaats van de gemeenten. De VAVO-structuur past slecht in de administratieve organisatie van de MBO instellingen. Enerzijds gelden er de regels vanuit het VO, anderzijds zijn de opleidingen deel van een MBO. Sommige instellingen kiezen voor een aparte administratieve aanpak voor VAVO, anderen kiezen ervoor om het te integreren in het MBO-systeem. Principe besluit nodig over het registreren van VAVO: apart zien van MBO mainstream, met eigen structuur (infotechnisch) tbv eenvoud van de infosystemen. Of proberen VAVO te integreren in de MBO uitwisseling, wat echter complexiteit met zich meebrengt. Relatie met: 9 (qua oplevering), 66. Staat los van MBO onderwerpen.

11 11 BES op BRON Project om BRON in te voeren op Bonaire, St. Eustasius en Saba. Staat los van MBO onderwerpen. Betreft alle sectoren.

12 12 Samenvoegen kenniscentra De 17 kenniscentra worden ondergebracht bij de en houden als zelfstandige entiteiten op met bestaan. Dat wil ook zeggen dat de informatievoorziening niet meer verspreid is over 17 kenniscentra, maar centraal zal worden afgewikkeld. In dat kader wordt gewerkt aan een centraal register leerbedrijven. Daarbij krijgt elk leerbedrijf een unieke codering. Het samenvoegen van de kenniscentra heeft ook geleid tot een heroverweging van de huidige keten(s) in de bpv (punt 13). Daarna is het de vraag welke rol in relatie tot speelt in de levering van gegevens over de herziene kwalificatiestructuur. Instellingen wensen op dat terrein één loket. in Oud Wel/geen conversie nodig, of oud en nieuw parallel? instellingen (systemen) en BRON- koppeling. van omnummeren code leerbedrijf is niet heel groot voor instellingen: medium impact? is veel kleiner dan HKS.

13 13 Herinrichting BPV-keten Het proces voor de totstandkoming van een stage-overeenkomst (BPVO) in de keten wordt herzien. In de keten zijn de instelling, en betrokken ten aanzien van gegevensuitwisseling. Via deze partijen zijn ook studenten, stagebedrijven en intermediairs in de keten aangesloten. Het herontwerp in de keten moet leiden tot betere samenwerking in de keten, verbetering van de kwaliteit van de gegevens en efficiëntie. Voor studenten is er een actuele stand van openstaande stageplekken, voor bedrijven is de communicatie verbeterd en voor de overheid is duidelijk dat studenten bij geaccrediteerde bedrijven stage lopen. In dat kader zal de 4de handtekening afgeschaft kunnen gaan worden. Heeft ook een sterke bestuurlijke vraagstelling in zich, zoals de vraag hoe de verschillende partijen zich tot elkaar verhouden Relatie met: 2. Concept versie rapport bestaat al. Eindoplossing nog niet helder (streefoplossing). 1e versie zomer 14 - technische insteek, schets. Afstemming met partijen nodig, draagvlak creëren, intensief/lang traject. Binnen de keten //Inst is er nooit één actueel uniform/goed beeld. Uitgangspunt moet zijn: eenmalig vastleggen, meervoudig gebruik. Instellingen worden nu gevoed vanuit en vanuit. Tussen deze gegevens kan mismatch bestaan. Behoefte aan één waarheid = één bron/loket. vraag - wie houdt waar gegevens bij? Gesprekken hierover lopen, nog geen afspraken. impact medium?

14 14 Bijsluiter arbeidsmarkt (2014) mei rmatie aan potentiele studenten over de opleiding over toekomstpersectieven, baankansen etc. Deze bijsluiter wordt opgesteld door partijen zoals en MBO Raad. Gegevens komen uit de SUIketen en CBS. Wordt in pilot gebruikt bij vier instellingen. Brede uitrol naar alle instellingen.

15 15 Objectieve voorlichting () mei zie 14 (=14?)

16 16 Aanmeldmoment mbo: 1 mei mei Op dit moment kent het mbo geen aanmeldmoment. Met een vroege aanmelddatum wil men de match tussen studenten en de opleiding bekijken om uitval te voorkomen (net als in het ho). Ook wil men kunnen beoordelen of alle leerplichtige studenten zich hebben aangemeld om leerlingen tussen het vmbo en mbo niet kwijt te raken. Het vraagt om een centrale aanmeldvoorziening waar zowel leverende scholen (vmbo) als school van aanmelding (mbo) de aanmeldingen registreren. Bijkomend voordeel van de registratie van aanmeldingen is, dat mbo-instellingen beter inzicht hebben in dubbele aanmeldingen en de sector vroegtijdig inzicht in verschuivingen van de aanmeldingen tussen de verschillende onderwijssoorten. Oplossingsrichtingen kunnen gaan richting een voorziening als Studielink, maar ook aan een registratie van de digitale aanmeldingen zoals die nu worden uitgevoerd binnen het mbo. Eerdere vaststelling en beschikbaarheid crebocodes en kwalificatiestructuur noodzakelijk om dit te kunnen realiseren.

17 17 Regionaal Investeringsfonds (2014-) mei Subsidie voor publiek-private samenwerking (instellingen en het bedrijfsleven) om een betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt te realiseren. Hoewel het een subsidieregeling is, dus niet wordt meegenomen in de reguliere bekostiging, vergen dergelijke regelingen een administratieve organisatie en verantwoording. Dat heeft zeker impact op de instellingen en de inrichting van de systemen. Relatie met: 23, Techniekpact. MUO (loopt al)

18 18 Commissie prijsfactoren (75 miljoen extra) mei De prijsfactoren die gehangen zijn aan sectoren en niveau's (1-4) worden herzien. Andere prijsstructuur in BRIN bijgehouden (b.v. techniek kent hogere factor). Relatie met: Techniekpact. Eerst oplossen door macrobudget op te hogen. Modelaanpassing heeft meer impact.

19 19 Experiment kwalificaties/cross-overs () mei Instellingen kunnen via een aanvraag een opleiding aanbieden die buiten de huidige kwalificatie valt (combinatie techniek en zorg). Heeft gevolgen voor de inrichting van het inschrijven CREBO. Veel vraagtekens rond dit thema. Vraag hoe administratief vastleggen. Instroom vs uitstroom. Relatie met: 4, 20. MUO

20 20 Modulair onderwijs-aanbod: eenheden voor studiepunten In het kader van leven lang leren wordt gekeken of volwassenen gedeelten van opleidingen kunnen volgen (bijvoorbeeld voor de keuzedelen). Maatregelen zijn nog onbekend, ook de impact op de administratieve verwerking is onduidelijk. mei Relatie met: 4, 20.

21 21 Vermelden NLQF niveaus op het diploma mei Regeling vanuit de EU, om diploma's internationaal te kunnen vergelijken. Moet opgenomen worden in de diplomaregister.

22 22 Gecombineerde BOL/BBL leerweg () mei Een nieuwe leerweg, waarbij instellingen een programma kunnen aanbieden dat gedeeltelijk bestaat uit 'voltijd' onderwijs (les op school) en een leerwerkplek (4 dagen werken, 1 dag school). Is experiment. Progr. Bekostiging. Administratieve last bij instellingen (acc. controle etc). Eerste jaar bol, daarna bbl: geen impact op bekostiging. Onduidelijk is of het gemeld moet worden op het diploma. Ook nog vraagstukken met betrekking tot impact op onderwijstijd, dat tenslotte tegenwoordig over de hele opleiding geldt en niet per leerjaar. Oplossingen pas mogelijk na duidelijkheid over regelgeving. Er zijn quick en dirty oplossingen mogelijk, belangrijk om vroegtijds te kijken naar beperking administratieve last. OCW wil wel beleidsinfo hierover (naast vakmanschap ook bol/bbl route).

23 23 Excellentieprogramma (25 miljoen) mei Aanvraagprocedure waarbij instellingen plannen kunnen indienen voor excellentietrajecten. Hoewel het een subsidieregeling is, dus niet wordt meegenomen in de reguliere bekostiging, vergen dergelijke regelingen een administratieve organisatie en verantwoording. Dat heeft zeker impact op de instellingen en de inrichting van de systemen. Relatie met: (bevat ook) 17, 24. MUO instellingen nog bepalen.

24 24 Meester-Gezel mei Met name onderwijskundig van aard, geen registratie nodig. Maakt onderdeel uit van het excellentieprogramma en wordt opgepakt door de arbeidsmarkt om hier constructies voor te verzinnen. Relatie met: (is onderdeel van) 23. MUO

25 25 Vermelding cum laude op diploma mei Wordt opgepakt door het veld, hoeft niet in het diplomaregister.

26 26 Aanpassing regeling fusietoets mei Versoepelen van de huidige regeling fusietoets om fusies mogelijk te maken om te komen tot een mbogemeenschap. Relatie met: 27, 28.

27 27 Gemeenschap van mbo-colleges (nieuw bestuurlijk model) mei Structuur zoals op de universiteiten, waarbij de rechtsvorm de gemeenschap verantwoordelijk is (CvB van een universiteit) en daaronder vallen colleges waar een mbo college directeur hoofd van is (decaan van een faculteit). Relatie met: 26, 28. Vraagt om registraties die inzicht geven in onderdelen van instellingen (uitbreiding BRIN). Is voorwaarde voor invoering.

28 28 MBO-college directeur mei Onderdeel van de structuur mbo-gemeenschap, waarbij de onderwijskundige verantwoordelijkheid in dit model bij de college directeur wordt belegd. Het bestuur blijft wel eindverantwoordelijk en is dus het orgaan dat wordt aangesproken. Relatie met: 26, 27. Samenvoegen met 27?

29 29 Gecertificeerde examens () mei Examens mogen alleen afgenomen worden van gecertificeerde examenleveranciers. Er moet dus een registratie zijn van examens en leveranciers. Relatie met: 1, 2.

30 30 Uitbreiding doorlopende leerlijnen () mei Het uitbreiden van de mogelijke combinatie in de leerlijnen binnen het vmbo-mbo en een uitbreiding naar het hbo. Dit heeft onder andere effect op de rendementscijfers van mbo-instellingen. Relatie met: 5?, 55. MUO Ook inclusief HO: over de silo's heen denken. Extra informatiebehoefte, mn vanuit HO (richting MBO - voortgang student), maar ook andersom (richting VO). Ook impact tbv kwalificatiestructuur (in centrale rol).

31 31 mbo-samenwerkings-school (joint degree, nieuw bestuurlijk model) mei Twee instellingen kunnen besluiten om samen een opleiding aan te bieden. Dit gebeurt dat onder de vlag van het samenwerkingsschool. Bij de uitwerking is het van belang dat de administratieve druk beperkt blijft voor de samenwerkende instellingen. =27?

32 32 Intrekken licentie op locatie mei Relevant in het kader van toezicht. Als de inspectie constateert dat bij instelling x een opleiding kwalitiatief onder niveau is op locatie a, maar op locatie b is de opleiding wel op niveau, kan voortaan alleen voor de licentie bij locatie a worden ingetrokken. Relatie met: 3, 33. Heeft grote gevolgen voor de inrichting van instellingen. De BRIN-methodiek werkt hier niet. Bij opleidingen, studenten en mederwerkers moeten andere attributen worden geregistreerd, zoals locatie of organisatorische eenheid.

33 33 Lostrekken aanbieden bol/bbl-opleiding mei Relevant in het kader van toezicht. Als de inspectie constateert dat een bol opleiding kwalitiatief onder niveau is, maar de bbl variant wel op niveau is, kan voortaan alleen voor de licentie voor de bol variant worden ingetrokken. Relatie met: 32. Heeft dezelfde gevolgen als 32. Wellicht combineren.

34 34 Vastleggen dat mbo-instellingen zorg-dragen voor breed aanbod in de regio mei Relatie met macrodoelmatigheid. In elk regio moet een passend aanbod zijn van opleidingen. Relatie met: 3.

35 35 Commissie bepaalt welke opleidingen alleen door vakinstellingen verzorgd worden Een scheiding tussen het aanbod van een ROC, AOC en vakinstellingen. Per instelling wordt vastgelegd wie welke opleiding mag aanbieden.. mei Moet worden vastgelegd.

36 36 Verkenner voor nieuwe vakinstellingen mei Onderzoek of er meer 'unieke' opleidingen moeten komen die, in tegenstelling tot een ROC, een landelijke dekking hebben. Denk nu bijvoorbeeld aan de Leidse instrumentmakersschool.

37 37 Benaming onderwijsniveau's mei Een andere naam voor de vier niveau's in het mbo: niveau 1 = entreeopleiding. Men wil ook een andere benaming voor niveau 2-4. Is de maatregel alleen bestemd voor de voorkant (spraakgebruik), of moet deze in alle systemen worden aangepast? Uitwerking is van belang om in te schatten wat de gevolgen zijn en welke impact deze hebben op de administratieve lasten. : SSG -> SF/DR. "Technische" oplossing intern is mogelijk.

38 38 AD (associate degree) mei Een tweejarige hbo-opleiding ihb voor mbo niveau 4 studenten. De aansluiting tussen de mbo-opleiding en de AD wordt in de gaten gehouden door de minister, maar nog geen acties. Geschrapt

39 50 Vooropleidingsgegevens DB

40 51 Individuele Bekostigings Status DB Bij de inschrijving van een student (dus inschrijving bij BRON), wil de instelling van deze student de bekostigingsinformatie ontvangen, dus de factor van de opleiding en de factor die bepaald wordt vanuit de verblijfsduur van de student. Quick win: bek. status per nr (BSN). Wens: info zo vroeg mogelijk -> timing van belang.

41 52 Doorstroom Monitor DB Er is behoefte bij instellingen om doorstroomgegevens op individueel niveau te kunnen ontvangen. Dit is een bekende vraag binnen het project Doorstroommonitor van het SION programma. Dit geldt ook voor andere onderwijssectoren.

42 53 MBO Transparant veld Via MBO Transparant worden de gegevens van instellingen gepubliceerd. Nu is dat hoofdzakelijk op het niveau van de instelling. Er is een inrichtingsstructuur nodig om ook te kunnen verantwoorden op kleinere eenheden binnen een instelling.

43 54 Management Kubus veld Is een instrument ten behoeve van macrodoelmatigheid. Relatie met: 3. Zou onderdeel van 3 moeten zijn, maar is nog niet belegd. Kan uitgevoerd worden door, of Kennisnet/Surf.

44 55 Sectoroverstijgende informatie veld wens - gedekt door andere items? Relatie met: 30.

45 56 1Cijfer Plus DB maakt op basis van gegevens uit BRON op geagregeerd niveau bestanden. De 1Cijferplus bestanden krijgen de instellingen niet, maar de mbo raad en inspectie wel. De inspectie gebruikt deze bestanden ook voor het toezicht. Doordat instelling niet over deze gegevens kunnen beschikken, is de correctheid van deze gegevens een constant punt van discussie.

46 57 Overdrachtdossier VO-MBO en MBO-HO veld In het kader van VSV is het voor de instellingen van belang dat men kan beschikken over begeleidingsgegevens (zachte gegevens) van de vooropleiding. Het overdragen van een dossier tussen VO en MBO is dan van belang. In het kader van SION wordt hierover gesproken. Datzelfde geldt voor de overgang van het MBO naar het HBO.

47 58 ieck veld Het programma Educatieve Content Keten, gaat over de implementatie van standaarden op het gebied van leermiddelen. Door ieck worden leermiddelen van oa uitgevers makkelijk toegankelijk voor de studenten. De processen bestellen, betalen en gebruiken staan centraal. Inmiddels worden implementaties gerealiseerd in deze ketens. Er liggen relaties naar de behoefte aan instellingsgegevens (vernieuwing BRIN). Ook de identificatie van individuen speelt bij dit programma een rol.

48 59 Digitaal Ondertekenen veld Het vervangen van de schriftelijke onderwijsovereenkomst (OOK), met handtekening van de ouder bij minderjarigheid, door een digitale ondertekening. BSN ouder mag telijk niet (tbv DigiD). Dir BVE stuurt op aanpassing. PO/VO ook mee. Ook voor praktijkovereenkomst. Was geen probleem bij echte handtekening. Onderwijsovereenkomst (OOK) / BPVO

49 60 Cloud veld Het programma MBOcloud ontwikkelt een hub dat de verbinding vormt van diensten (leermiddelen en andere diensten) met mensen binnen de instelling. Wordt beschreven in het document: Doel: efficiency en kwaliteitsverhoging. Cloudhub / IAA. Identificatie belangrijk, persistente identiteit wenselijk, BSN mag niet. Plateauplanning: en

50 61 rmatiebeveiliging veld Vaststellen normen info. beveiliging. benchmark IBB, Auditing & assessments, hulp bij implementatie en kennis(vergroting) bij instellingen. Programma Q3-14 en Q3-15.

51 62 Ontsluiten Bekostigingsinformatie veld Op individueel niveau per leerling de bekostigingsstatus ontvangen. Er is een roadmap opgesteld, waarin de verschillende fases zijn beschreven. Onderwerp wordt al afgedekt door andere onderwerpen - schrappen.

52 63 Standaard Koppelingen (EDU) DB Verzuim

53 64 Digitaal Examineren veld

54 65 Onderwijstijd veld Een urenkader voor een opleiding ipv per jaar. In plaats van jaarlijkse normen, moeten instellingen zich verantwoorden over de gehele opleidingsduur. Vraag aanpassingen in systemen en in de planning van activiteiten. Relatie met: (1, 2)?.

55 66 Toekomst VAVO DB Inregelen van het proces BRON-bekostiging voor de "lange termijn". Relatie met: 10. Staat los van MBO onderwerpen.