Voorstel aan de raadscommissie

Transcriptie

1 Voorstel aan de raadscommissie Fysiek Datum vergadering 21 september 2009 Onderwerp Raadsnotitie inzake promotie Linten in de Oude Stad Nummer Fys 720 In raad op n.v.t. Korte inhoud Zie bijgaande raadsnotitie (voorhangprocedure) inzake promotie Linten in de Oude Stad De bijlagen 1 en 6 zijn bijgevoegd. De bijlagen 1a tot en met 5 liggen voor u ter inzage in de leeskamer en zijn tevens in te zien op de site van de raad ( vergaderingen => actuele agenda's) bij de agendastukken voor deze vergadering. Punten waarover advies wordt gevraagd/ status agendering Aangeven of er wensen of bedenkingen zijn en of behandeling door de raad wenselijk wordt geacht over het ontwerpbesluit van het college om: 1. De nieuwe definitie van bedrijvige en rustige linten alsmede de doelstellingen ten aanzien van de fragmentatie, het historisch erfgoed, het wonen, het bouwen, de economische ontwikkelingen en de openbare ruimte vast te stellen. 2. De leidraad over de Linten in de Oude Stad (zie bijlage 6) vast te stellen. 3. De ,- uit het amendement van november 2008 te besteden conform het gestelde in de financiële paragraaf. 4. De ontwerp structuurvisie Linten in de Oude Stad na de heroverweging van de programmabegroting 2011 in de gemeenteraad op te stellen en ter besluitvorming voor te leggen. Kopie ter Aan Afdoening Beleidsontwikkeling/

2 BO Promotie Linten Oude Stad 1. Aanleiding Al geruime tijd ziet de gemeente zich geconfronteerd met bouwinitiatieven langs de oude linten die nogal wat weerstand oproepen bij de bevolking en gemeenteraad. De Plansystematiek die sturing geeft aan bestemmingsplannen en -herzieningen blijkt niet afdoende te zijn om de gewenste kwaliteit, hoe divers van karakter ook, te sturen. Naast ruimtelijke aspecten - zoals bijvoorbeeld de te hoge en/of te brede nieuwbouw (massaliteit) is ook de eenzijdige gerichtheid van ontwikkelaars op appartementen een punt van zorg. Niet alleen vormt dit een bedreiging voor het diverse karakter van de linten ook sluit het niet aan op het huidige beleid om appartementenbouw te prioriteren. Het slopen van panden leidt regelmatig tot discussie over behoud versus sloop. De Stichting Straat heeft in 2003 de Goirkestraat, in 2005 de Korvelseweg en in 2007 de St.Josephstraat vanuit de architectuurhistorie onder de aandacht gebracht. In heeft CAST - mede op verzoek van de gemeente - een Workshop Linten georganiseerd die leidde tot de gemeentelijke toezegging om een nieuw (ruimtelijk) beleid voor de linten te ontwikkelen. Volgens de ondernemers aan de linten schiet het beheer van de linten ten aanzien van economische ontwikkelingen en openbare ruimte tekort, er zou onvoldoende visie op dit punt zijn. 2. Proces Eerdere besluitvorming. In de collegenota van 26 februari 2008 is op basis van uitgebreide analyses en onderzoeken een plan van aanpak voorgesteld om tot een leidraad te komen. Het college besloot: 1. Onderhavige ontwerp-collegenota als discussiestuk toezenden aan de raad ten behoeve van de op 10 maart te houden informele vergadering van de commissie Fysiek van uur (datum/tijdstip in overleg met griffie vastgesteld). 2. Op basis van en afhankelijk van de resultaten van de discussie in de informele commissie Fysiek de ontwerpcollegenota ter besluitvorming voor te doen leggen aan het college alsmede besluitvorming over het starten met de voorbereiding om te komen tot een leidraad linten zoals in de conclusie ten aanzien van probleemstelling 2 omschreven. 3. Maatschappelijk overleg c.q. inspraak over de concept-leidraad linten plaats te laten vinden nadat het college deze heeft vrijgegeven voor inspraak. In de vergadering van de Commissie Fysiek op 10 maart 2008 vroegen de commissieleden aandacht voor de volgende zaken (in willekeurige volgorde): - behoud van en passende functies voor (fabrikanten)villa s: bij voorkeur geen studentenwoningen. - opengevallen gaten aan de linten. - tegengaan verloedering (op minder mooie linten). - behalve voor de bouwhoogte ook aandacht voor variatie in breedte en diepte. - waar begint en eindigt een lint (markering t.b.v. oriëntatie). - aanpak van linten buiten de ringbanen in een vervolgfase. - wijkfunctie van specifieke linten. - potentiële recreatieve functies van bepaalde linten. - mogelijkheid om straten toe te voegen aan lintenleidraad. - meer kwaliteit en variatie van winkelaanbod op de Korvelseweg. De commissieleden steunen het plan voor een samenhangende eigentijdse lintstructuur, dat een evenwicht zoekt tussen verkeersdynamiek en dynamiek in functiemenging. Het is volgens de commissieleden van belang om het oude karakter van de linten te behouden en tegelijk de 2

3 dynamiek (wonen en werken) te bevorderen. Combinatie van oud en nieuw in bouw kan positief werken, mits nieuwe initiatieven een hoogstaand niveau hebben. De commissieleden steunen de ontwikkeling van een leidraad met daarin juridische vrijstellingsmogelijkheden (zoals de hoogte). De commissie hecht er veel belang aan dat de sfeer en de herkenbaarheid (waaronder dynamiek en levendigheid) van de linten behouden blijft. Door het investeren in de sfeer (onder meer de openbare ruimte) kan de gemeente nieuwe bewoners en ondernemers aantrekken. Tijdens de begrotingsbehandeling zijn een aantal moties en amendementen ingediend die betrekking hadden op de linten. Naar aanleiding daarvan is het volgende door het college in november 2008 vastgelegd: In het Lintenplan expliciet uit te werken de Linten een visitekaartje van Tilburg te maken. Een budget van vrij te maken om in 2009 activiteiten te organiseren die het belang van de Linten in de historie en de toekomst van Tilburg onderstrepen. Dit bedrag in mindering te brengen op de voorgestelde extra korting in de RGI. In de Structuurvisie Linten zal er naast de ruimtelijke en historische aspecten ook ruim aandacht zijn voor het economisch functioneren van de Linten. In dat kader zal ook het aanstellen van een "lintenmanager" als verbindende schakel tussen de verschillende partijen worden beoordeeld. Besluitvorming zal plaatsvinden in de Structuurvisie Linten welke naar verwachting kort na de zomer aan de raad zal worden voorgelegd (zie bijlage 1). Stadsdebat en prijsvraag (zie bijlagen 2 en 3) Op 9 maart 2009 heeft in het kader van de voorgeschreven burgerparticipatie een stadsdebat plaatsgevonden naar aanleiding van de concept structuurvisie. Het spanningsveld tussen de belangen van projectontwikkelaars, architecten, ondernemers en de gemeente kwam duidelijk in beeld. Aandacht werd ondermeer gevraagd voor beperking van het aantal linten en het aanbrengen van hiërarchie. Deels is hierin voorzien bij de keuze tussen bedrijvige en rustige linten en er zal prioriteit gegeven worden aan de uitwerking van de Korvelseweg en Besterdring waarbij de onderlinge verschillen eventueel hiërarchisch van aard - vanzelf aan bod komen. In het kader van de promotie van deze structuurvisie is er op 16 april een fotoprijsvraag uitgeschreven in de Tilburgse Koerier om passende voorbeelden van nieuwbouwprojecten aan de linten te verzamelen. Helaas was de animo gering. Laat onverlet dat er nu een begin is gemaakt met het aanleggen van een database van voorbeeldige plannen. Lintenplan, leidraad, structuurvisie of promotie? In de loop van bovenstaand proces is de Wet Ruimtelijke Ordening veranderd. Behalve een duidelijker onderscheid in verantwoordelijkheid van rijk, provincie en gemeente en een grotere nadruk op ontwikkeling in plaats van toelating, wordt hierin ook een duidelijker onderscheid gemaakt in visionaire en juridische ruimtelijke planvorming. Voor de eerstgenoemde planvorming is de structuurvisie in het leven geroepen die vanwege zijn vormvrijheid alle andere visionaire ruimtelijke planvormen - zowel sectoraal als integraal - zou moeten vervangen. De begrippen lintenplan en leidraad zouden in dit verband misleidend zijn. Vanwege zowel de noodzaak om eerst ervaring op te doen met de ontwikkelde visionaire inzichten tot op heden (sondering) als vanwege de huidige financiële gemeentelijke kaders is er een splitsing gemaakt tussen de promotieactiviteiten en een structuurvisie. Onderhavige nota betreft de promotie van de linten op basis van de inzichten tot op heden welke hieronder behandeld zullen worden. 3. Definitie en doelstellingen Bijna iedereen weet het inmiddels en toch zeggen we het nog maar een keer: de 200 jarige stad Tilburg is ontstaan uit een verzameling buurtschappen - herdgangen - die via linten (straten met lintbebouwing) zijn samengeklonterd tot een stad van pakweg inwoners. Doordat in de loop der tijd langs en tussen de linten flink is gebouwd en er een nieuwe 3

4 wegenstructuur is aangelegd, is de functionele betekenis van de linten afgenomen en ook de ruimtelijke betekenis van een aantal linten is verminderd of veranderd. Desalniettemin vormen de linten nog steeds een web (netwerk) waar Tilburgers zich mee identificeren, het is nog steeds een onlosmakelijk deel van het geheugen van de stad ondanks de modernisering die heeft plaatsgevonden. Toch heerst het gevoel dat er niet goed genoeg voor de linten wordt gezorgd, dat merk je wanneer er een bouwplan wordt gepresenteerd dat te hoog en/of breed (massaal) is of wanneer er geklaagd wordt over het verkeer en parkeren dan wel over de verloedering van de openbare ruimte. Kortom, het werd tijd om er sinds 1975, toen de linten in het Structuurplan Oude Stad (SOS) voor het eerst in beeld kwamen, weer eens aandacht aan te besteden. Behalve het formaliseren van de lintstructuur in de Plansystematiek en het beschermen van enkele linten (Goirkestraat, Wilhelminapark, Heuvel/St.Josephstraat, Nieuwlandstraat/Oude markt) tot beschermd stadsgezicht hebben we onvoldoende integraal nagedacht over de linten. In deze structuurvisie beperken we ons overigens tot de linten in de Oude Stad exclusief de binnenstad omdat in de binnenstad - waarvan de problematiek die van de linten aldaar overstijgt - een eigen beleid ontwikkeld wordt. De Stichting Straat en CAST gingen ons voor, zij hebben de afgelopen jaren enthousiast door hun manifestaties en workshops iedereen betrokken die hart heeft voor de linten; allerlei architecten, ontwikkelaars, corporaties, winkeliers, studenten en bewoners hebben zich gebogen over de linten. Voor ons als gemeente was dat aanleiding om met de ervaringen van de Stichting Straat en CAST een integrale gemeentelijke projectgroep te formeren die eerst de veranderingen aan de linten alsmede het beleid uit het verleden analyseerde en vervolgens het Burgerforum, ondernemers- en bewonersverenigingen raadpleegde om een algemeen beeld te krijgen van de mening van Tilburgers over de linten. Een van de belangrijkste conclusies van de projectgroep was dat de begripsverwarring groter is dan aanvankelijk gedacht. Burgers zagen bijvoorbeeld de Oerlesestraat niet als een lint en de Bredaseweg wel, terwijl historici het juist andersom zagen. Verkeerskundigen spraken niet over linten maar over gebiedsontsluitingswegen en verkeersluwe gebieden, stedenbouwkundigen zagen vooral lintbebouwing en economen zagen detailhandelsconcentraties om maar eens wat te noemen. En dan heb je ook nog de tijd die zijn werk doet. Wie weet bijvoorbeeld nog dat het Smidspad een belangrijke winkelstraat was en dat de Heuvelstraat een doorgaande weg? Vele analyses en discussies hebben ertoe geleid dat de nieuwe definitie van linten niet alleen ruimtelijk van karakter is maar ook functioneel, want als er één kenmerk van de linten boven kwam drijven dan was het wel de dynamiek van de linten. Dynamiek vertaald als een combinatie van druk (doorgaand) verkeer met relatief veel bedrijven en winkels (minstens 20% van de bebouwing). Je zou kunnen zeggen dat linten primair bedrijvige straten zijn, soms met weinig winkels en bedrijven maar als doorgaande verbinding onmisbaar in de samenhang van de verkeersstructuur en soms met heel veel winkels en bedrijven maar met weinig of geen doorgaand autoverkeer maar met veel langzaam verkeer. Zo werd de term bedrijvig lint uitgevonden dat zowel een oud lint als een nieuw lint kan zijn. En de oude linten die niet zo bedrijvig zijn werden rustige linten genoemd, in feite woonstraten met een rijk historisch verleden. Dit leidde tot een nieuwe definitie voor lint, te weten: Een lint is een straat die onderdeel uitmaakt van de historische lintstructuur of het is een bedrijvig lint in de nieuwe lintstructuur. In de nieuwe lintstructuur wordt onderscheid gemaakt in bedrijvige linten en rustige linten. Een bedrijvig lint is een lint dat bestaat uit minimaal 20% winkels/bedrijven en met relatief veel doorgaand c.q. bedrijvig verkeer. Samen met de ringbanen vormen de bedrijvige linten het huidige ontsluitingssysteem voor auto s. Een rustig lint is daarentegen een historisch lint dat altijd al rustig was of in de loop der tijd zijn bedrijvigheid is kwijtgeraakt. In beide gevallen spreken we nu van een woonstraat met een historisch karakter. Voorgaande analyses, onderzoeken, politieke uitspraken en het stadsdebat leiden tot de volgende doelstellingen: 4

5 Doelstelling 1: Vervaardigen van een nieuwe lintenkaart met een duidelijk onderscheid in bedrijvige en rustige linten op basis waarvan doelgericht beleid ontwikkeld kan worden. De afgelopen decennia is er divers sectoraal beleid ontwikkeld voor de linten met als gevolg dat de begripsverwarring over linten is toegenomen met fragmentatie van de lintstructuur als gevolg. Om te achterhalen of er sprake is van toegenomen fragmentatie van de lintstructuur als gevolg van sectoraal beleid heeft er naar aanleiding van de ontwikkeling van linten tussen 1975 en 2007 een vergelijkend onderzoek plaatsgevonden (zie collegenota augustus 2007). Hieruit is een nieuwe lintenkaart ontwikkeld die zowel ruimtelijk als functioneel gefundeerd is. De nieuwe onderverdeling in bedrijvige linten en rustige linten is behalve eenvoudig ook duidelijk in het soort beleid en maatregelen dat voor beide type linten van toepassing zou kunnen zijn (zie bijgaande structuurvisie Linten). Doelstelling 2: Bescherming van historische structuren en erfgoed en aandacht voor de historische uitstraling van de linten. Naast behoud van de meest waardevolle beeldbepalende ensembles moet de historie in de linten worden benut als randvoorwaarde, inspiratiebron of referentie voor nieuwe ontwikkelingen (zie bijlage 4). Doelstelling 3: Behoud en bevorderen van de diversiteit van het wonen aan de linten met respect voor de historische perceelsgewijze bouwwijze en door beperking van de mogelijkheden tot appartementenbouw door toepassing van het woonprofiel (zie bijlage 5). Doelstelling 4: Het stimuleren van andere manieren van bouwen, die beter passen bij het lint en die het karakter van de linten meer versterken. In eerste instantie ervaring opdoen met de voorgestelde stedenbouwkundige uitgangspunten zoals verwoord in hoofdstuk 7 van de structuurvisie (bijlage 6) voor met name de Korvelseweg en de Besterdring en deze ervaringen delen met relevante partijen in de stad (architecten, CAST, onderwijs instellingen en ontwikkelaars). Hieruit volgen eventuele nieuwe bouwregels die op termijn vertaald kunnen worden in nieuwe bestemmingsplannen (in de cyclus van de beheersbestemmingsplannen). De maatschappelijke weerstand van bouwinitiatieven langs de linten geeft aanleiding om de gemeentelijke regelgeving c.q. beleid en toetsingskader voor linten als onvoldoende doeltreffend te beschouwen. Het burgerpanel alsmede enkele bewoners- en winkeliersverenigingen zijn geraadpleegd om te achterhalen of de maatschappelijke weerstand beperkt blijft tot de massaliteit van de nieuwbouw of dat er meer aan de hand is. Hieruit bleek dat met name meer aandacht gevraagd wordt voor het behoud van het historisch erfgoed, voor het verkeer (drukte en veiligheid) en voor de openbare ruimte (gebrek aan groen). Van de overheid wordt verwacht daarin sturing te geven (zie collegenota 2007). Drie vervolgonderzoeken hebben plaatsgevonden: een monumenteninventarisatie door onderzoeksbureau BILAN waarbij nadrukkelijk aandacht is geschonken aan ensembles (1) (zie bijlage 4), een economisch onderzoek in de bedrijvige linten door extern adviesbureau BRO (2) (zie bijlage 1) en een intern onderzoek naar juridische mogelijkheden om beleidsmatig te sturen (3). Doelstelling 5: Behoud en stimulering van de dynamiek van de bedrijvige linten. Onder dynamiek wordt in dit verband verstaan de combinatie van doorgaand verkeer en aanwezigheid van aanzienlijke hoeveelheid winkels en bedrijven (minimaal 20%). De huidige economische ontwikkelingen van de linten vragen om extra aandacht, specifiek gericht op de linten als vestigingsplaats voor ondernemers/bedrijven. 5

6 Het door BRO uitgevoerde onderzoek naar het economisch perspectief van de linten geeft hiertoe een aantal adviezen (zie bijlage 1 en 1a). Doelstelling 6: Vergroten van de herkenbaarheid van de linten als ondersteuning van hun identiteit (openbare ruimte en verkeer, vergroening). Het ontwerp en beheer van de openbare ruimte volstaat niet langer, afgezet tegen de geactualiseerde visie op de linten. Ontwerpvoorstellen van de openbare ruimte, opgesplitst in bedrijvige linten en rustige linten, zijn ontwikkeld aan de hand van principeprofielen en materiaalvoorstellen. Voor de vergroening van de linten wordt ook verwezen naar de Structuurvisie Groen die in voorbereiding is. 6

7 4. Oplossingsrichtingen De doelstellingen uit voorgaand hoofdstuk vertalen we in hoofdstuk 5 naar maatregelen. We zetten daarbij enerzijds reeds ingezet beleid voort. Anderzijds komen we met nieuwe voorstellen. Hierbij hanteren we de strategie van verleiden en sturen. Daarbij zoeken we steeds naar een balans tussen stimuleringsmaatregelen, overtuiging en overleg en daar waar nodig voor regelgeving. Dat betekent dat we in twee stappen ons doel willen bereiken. De eerste stap bestaat uit voornamelijk sonderende en promotionele activiteiten met gebruikmaking van het budget dat daarvoor bedoeld is (zie 7.1). De tweede stap bestaat uit het opstellen van een Structuurvisie Linten in de Oude Stad waarin ervaringen uit de eerste stap hun beslag krijgen en nadere invulling gegeven wordt aan de aspecten monumenten en openbare ruimte, afhankelijk van gelden die er dan voor beschikbaar gesteld worden. Wat doen we nu al, reeds ingezet beleid Door verschillende organisaties in de stad is actief aangestuurd op wijziging van beleid aan de linten (zie hoofdstukken 1 en 2). De gemeente heeft daar op ingespeeld door met behulp van verschillende onderzoeken en overleggen om meer scherpte te krijgen in de nieuwe doelstellingen voor de linten (zie hoofdstuk 3). Behoud en stimulering van de dynamiek van de bedrijvige linten zoals verwoord in doelstelling 5 hangt sterk samen met de inrichting, de leefbaarheid en de veiligheid. Met name de Besterdring en de Korvelseweg zijn bedrijvige linten waar met verschillende projecten en acties nu reeds door ondernemers, bewoners en gemeente wordt geïnvesteerd in het toekomstperspectief. Door platform overleg en Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) trajecten wordt ingezet op samenwerking tussen partijen. Met extra aandacht voor inrichtings- en vergroeningsaspecten en de projectmatige aanpak van verloederde en verpauperde panden zetten we in op een kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte. Op het gebied van veiligheid wordt nu reeds ingezet door de invoering van de exploitatievergunning voor horecaondernemers, de aanpak van overlastgevende horeca, buurtpreventie, preventief fouilleren en cameratoezicht Tevens zijn er bij nieuwbouwprojecten inmiddels ervaringen opgedaan met de K1,2,3-aanpak aan de Noordhoekring en Korvelseweg/Gardiaanhof en hebben ook de herinrichtingsplannen voor de Oerlesestraat en Hoefstraat de nodige inzichten opgeleverd. Met verwijzing naar de hoofdstukken 7 en 8 uit de structuurvisie (bijlage 6) wordt met de hoofdletter K de bouwkorrel bedoeld, zijnde een basis breedtemaat (K1) van 4½ tot 6½ meter. K2 en K3 zijn respectievelijk twee en drie keer zo groot. In combinatie met de geldende hoogtevoorschriften moet deze werkwijze meer aansluiten op de relatief kleinschalige bouwwijze uit het verleden. Voor de inrichting van de openbare ruimte wordt momenteel nadruk gelegd op het uitgangspunt om meer rust en eenduidigheid in de linten te krijgen. Hiervoor wordt ondermeer voorgesteld om de rijweg en goot zo recht mogelijk aan te leggen, obstakels weg te halen en mooi en duurzaam materiaal toe te passen. Verleiden en sturen Tot op heden zijn door de ontwikkelende partijen vooral de juridische en financiële marges opgezocht bij de bouw van meestal appartementencomplexen zonder dat de ruimtelijke en volkshuisvestelijke kwaliteitsdiscussie tot wasdom kwam. Hoewel het bestemmingsplan uiteraard het juridische instrument van toetsing blijft, brengen we in eerste instantie met bijgevoegde leidraad de initiatiefnemers op de hoogte van de nieuwe gemeentelijke inzichten in de hoop dat ze hun initiatieven in deze richting zullen bijstellen. Na de tweede stap van de structuurvisie wordt dan een definitief beleid geformuleerd dat vertaald wordt in te herziene bestemmingsplannen. De tactiek van overtuigen en verleiden zal eveneens bij de economische invalshoek gevolgd worden, onder andere met de verkenning van lintenmanagement waarvoor samenwerking tussen betrokkenen van groot belang is. Ook de cultuurhistorische kwaliteiten worden ingebracht als randvoorwaarde, inspiratiebron of referentie voor nieuwe ontwikkelingen. Uiteraard zal deze informatie een steviger planologisch fundament kunnen krijgen in de te herziene bestemmingsplannen. 7

8 Als het gaat om reguliere monumentenzorg en inrichting van de openbare ruimte zal met de kennis die inmiddels vergaard is door de gemeente pas meer initiërend en sturend opgetreden worden na de fase van de structuurvisie.. 5. Maatregelen a) Afronding voorbereidingen structuurvisie De werkzaamheden in het kader van de structuurvisie zijn in het kader van deze nota afgerond. Er ligt vooralsnog voldoende onderzoeksmateriaal (zie bijlagen 1 t/m 5) om voor de integrale beleidsvorming op terug te kunnen vallen. b) Leidraad (bijlage 6) Vooralsnog beperkt de leidraad zich tot de Oude Stad uit praktische overwegingen. Mocht dit succesvol zijn dan kan de aanpak alsnog toegepast worden op de linten van Tilburg Noord, Berkel-Enschot en Udenhout. Verwijzend naar bovenstaande doelstellingen en oplossingsrichting zijn in de leidraad de volgende maatregelen geformuleerd: Alle linten worden in de toekomst onderscheiden in bedrijvige linten en rustige linten, waarbij met name voor de bedrijvige linten integraal beleid gevoerd gaat worden. Deze tweedeling geeft duidelijkheid voor de aansturing van de dynamiek; de rustige linten mogen woonstraten worden (bestemming W) en de bedrijvige linten krijgen een gemengde bestemming (GD) waar van alles kan gebeuren. Waakzaamheid is niettemin geboden voor het winkelbestand aan de bedrijvige linten dat de neiging vertoont deels te verdwijnen en deels zich te concentreren. Met name het verdwijnen van winkels, door omzetting naar kantoren en/of woningen of sloop uit ontwikkelingsbelang, baart zorgen. Vandaar dat bij de monumenteninventarisatie extra aandacht is geschonken aan de inventarisering van de huidige winkelpanden die vanwege de relatief lage huurprijs geschikt zijn voor kleine, gespecialiseerde winkels en startende ondernemingen (broedplaatsfunctie). De leidraad moet helpen de kwalitatieve dialoog over de ontwikkelingen op en aan de linten met zowel initiatiefnemers als burgerij en ondernemers handen en voeten te geven. c) Voorbereiden linten management voor, in eerste instantie, de Korvelseweg en Besterdring (zie bijlage 1) De bedrijvige linten zijn multifunctionele gebieden waar commercie, cultuur, sociaal en wonen elkaar ontmoeten. Dit kenmerkt zich door veel functies en actoren op een beperkt oppervlak. Tegenstrijdige belangen en gebrek aan samenwerking kunnen makkelijk leiden tot conflicten. Lintenmanagement staat voor een integrale benadering van de bedrijvige linten vanuit één gezamenlijke visie. Met het opstarten van een pilot op de meest actieve linten kunnen de (on)mogelijkheden in kaart worden gebracht. In Bijlage 1 is deze maatregel verder uitgewerkt. 6. Vervolg Deze nota beoogt aan de hand van een geactualiseerde definitie van lint doelen te stellen die leiden naar concrete en haalbare maatregelen. Binnen de huidige beschikbare financiële middelen zijn het realiseren van deze doelen echter niet zondermeer haalbaar, hetgeen betekent dat gekozen is voor een aanpak in twee stappen. De eerste stap richt zich op sondering van de nieuwe beleidsinzichten door middel van een leidraad en ervaringen die daarmee worden opgedaan, op promotie van de linten en op lintenmanagement, de tweede stap betreft het opstellen van een structuurvisie waar de bouwstenen in grote lijnen al van aanwezig zijn. Deze stap kan pas gemaakt worden na de heroverweging van de programmabegroting 2011 in de gemeenteraad. 8

9 Voor de eerste stap wordt gebruik gemaakt van het voorhanden zijnde budget van ,- (zie 7.1 Financiële paragraaf). Voorgesteld wordt om voor deze fase ongeveer een half jaar uit te trekken waarna definitieve besluitvorming kan plaatsvinden over de definitieve vorm van lintenmanagement en de concept structuurvisie waarin vervat zijn: het uitvoeringsprogramma voor de monumentenzorg, de nieuwe bouwregels en het elementenboek voor de openbare ruimte als onderdeel van de op te stellen visie op de openbare ruimte. Dit werk kan als onderdeel van reguliere werkzaamheden sectoraal verricht worden. 7. Financiële paragraaf 1. Eenmalige kosten: Uit amendement t.b.v. promotie en lintenmanagement ( ,-): In het Lintenplan expliciet uit te werken de Linten een visitekaartje van Tilburg te maken. Een budget van vrij te maken om in 2009 activiteiten te organiseren die het belang van de Linten in de historie en de toekomst van Tilburg onderstrepen. Dit bedrag in mindering te brengen op de voorgestelde extra storting in de RGI. In de Structuurvisie Linten zal er naast de ruimtelijke en historische aspecten ook ruim aandacht zijn voor het economisch functioneren van de Linten. In dat kader zal ook het aanstellen van een "lintenmanager" als verbindende schakel tussen de verschillende partijen worden beoordeeld. Besluitvorming zal plaatsvinden in de Structuurvisie Linten welke naar verwachting kort na de zomer aan de raad zal worden voorgelegd (zie bijlage 1). Aangezien de ambities ten aanzien van de stedenbouwkundige en volkshuisvestelijke invalshoek op de korte termijn juridisch niet afdwingbaar zijn, zal via intensieve promotie (website, etc.) en met een leidraad over de nieuwe linten die bedoeld is voor initiatiefnemers en andere geïnteresseerden, extra aandacht geschonken worden aan mogelijke gedragsverandering van ontwikkelende partijen. Het belang van de historie en toekomst van de linten wordt met visitekaarten (letterlijk) breed onder de aandacht gebracht. Stadsdebat: 545,- Prijsvraag: 1.455,- Leidraad over de nieuwe linten: 5.000,- Visitekaarten voor de linten: 5.000,- Activiteiten van winkeliers: ,- Lintenmanagement Korvelseweg en Besterdring: ,- 8. Bijlagen 1. Dynamiek van de bedrijvige linten 1a. Rapport BRO 2. Verslag stadsdebat 3. Prijsvraag 4. Historisch erfgoed 4a. Rapport BILAN 4b. Lijst van waardevolle ensembles 5. Woonprofiel 6. Leidraad Linten in de Oude Stad 9

10 10

11 9. Besluit I Het college neemt het ontwerpbesluit om: 1. De nieuwe definitie van bedrijvige en rustige linten alsmede de doelstellingen ten aanzien van de fragmentatie, het historisch erfgoed, het wonen, het bouwen, de economische ontwikkelingen en de openbare ruimte vast te stellen. 2. De leidraad over de Linten in de Oude Stad (zie bijlage 6) vast te stellen. 3. De ,- uit het amendement van november 2008 te besteden conform het gestelde in de financiële paragraaf. 4. De ontwerp structuurvisie Linten in de Oude Stad na de heroverweging van de programmabegroting 2011 in de gemeenteraad op te stellen en ter besluitvorming voor te leggen. II Het college besluit dit ontwerpbesluit via raadsnotitie aan de raad aan te bieden en te vragen wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. III van Definitief besluit te nemen aan de hand van de terugkoppeling van de bespreking het ontwerpbesluit in de raadscommissie. 11