Welke leerling komt in aanmerking voor plaatsing in het praktijkonderwijs?

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Welke leerling komt in aanmerking voor plaatsing in het praktijkonderwijs?"

Sylvia Janssens
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 schoolverlaters Welke leerling komt in aanmerking voor plaatsing in het praktijkonderwijs? Een leerling praktijkonderwijs is een doener, een leerling die meer affiniteit heeft om met de handen te werken. Het leerrendement is over het algemeen een stuk groter bij praktisch werken, de leerling leert door de ervaring. Binnen het praktijkonderwijs kan de leerling meer dan 50% van de onderwijstijd praktisch werken. De (speciale) basisschool kan op basis van haar leerlingvolgsysteem en pedagogisch inzicht een goede inschatting maken van de mogelijkheden en leercapaciteiten van de leerling. Een leerling praktijkonderwijs moet voldoen aan de volgende criteria: Een intelligentieonderzoek geeft een IQ aan binnen de bandbreedte Een relatieve leerachterstand van 50% of meer (DLE van maximaal 30) In afwijking van aanmelding bij andere scholen voor regulier voortgezet onderwijs, zal de aanmelding al vanaf begin januari mogelijk zijn. De school voor Praktijkonderwijs heeft een beschikking nodig van de regionale verwijzingscommissie (RVC) om de leerling te mogen aannemen. Deze procedure is tijdrovend. Met Praktijkonderwijs doet de aanvraag voor deze beschikking namens de ouders en op basis van de gegevens van de aanleverende school. Een psychologisch onderzoek (indien beschikbaar) Een onderwijskundig rapport Gegevens uit het leerlingvolgsysteem Motivering omtrent het advies Als een leerling in het intelligentiegebied valt tussen 55 en 60 of tussen 75 en 80 dan kijkt het zorgteam van MET desgewenst mee of het praktijkonderwijs wel de juiste leerroute is. Zie hiervoor ook informatieblad Schakelroute en Veilige Route.

Het leerrendement is over het algemeen een stuk groter bij praktisch werken, de leerling leert door de ervaring.

2 Vakinhoud en opleidingsschema Wat gebeurt er in de verschillende fasen van Praktijkonderwijs? Algemeen oriënterend jaar MET Praktijkonderwijs start met een algemeen oriënterend jaar. Vragen als Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? staan daarbij centraal. De leerling oriënteert zich op zijn interesses en mogelijkheden. Na de eerste oriëntatie wordt een keuze gemaakt in overleg met de leerling en zijn ouders. Of de leerling voorkeur heeft voor een technisch vakgebied, of voor een dienstverlenend vakgebied. De 2 e fase In de 2 e fase werkt de leerling aan zijn basisvaardigheden. Er is nog geen sprake van individuele stage. Omgaan met het materiaal, gereedschappen, sociale vaardigheden worden geoefend in simulaties en lessituaties. Aan het einde van de 2 e fase maakt de school met de leerling en de ouders een uitstroomperspectief. De vermoedelijke uitstroom naar scholing, arbeid wordt hier vastgesteld. De 3 e fase Vanaf de 3 e fase kan de leerling aantonen dat de keuzes passend blijken. Zowel in de stage buiten de school als binnen de lessen. Zo mogelijk kan een praktijkleerling groeien door het oefenen en behalen van branche relevante certificaten. Denk daarbij aan groothuishouding, horeca, VCA, lassen, heftruck, tractorrijbewijs e.d. Ook is het mogelijk om i.s.m. andere scholen een leer- werktraject aan te gaan of zelfs een voorbereiding op het MBO, dat door verzwaarde eisen op het gebied van rekenen en taal buiten bereik dreigt te komen. De 4 e en 5 e fase Het praktijkonderwijs levert leerlingen voor m.n. productiewerk, soms in begeleide werksituaties (dagbesteding en sociale werkvoorziening) maar in de meeste situaties assistenten in de bouw (metaal, hout, metselen), horeca, winkelbedrijf, verzorging, groenvoorziening, schoonmaak. Aan het einde van de 5 e fase wordt teruggekeken of de leerlingen de in de 2 e fase gestelde doelen heeft bereikt. Nazorg Met Praktijkonderwijs levert tot 2 jaar na het schoolverlaten nazorg aan haar oud-leerlingen, ook bij leerlingen die doorstromen naar het MBO/ROC.

Na de eerste oriëntatie wordt een keuze gemaakt in overleg met de leerling en zijn ouders. Of de leerling voorkeur heeft voor een technisch vakgebied, of voor een dienstverlenend vakgebied.

3 Opleidingsschema Uitstroom naar werk MBO nivo 2 Startkwalificatie Dagbesteding Begeleid werken Schooldiploma Praktijkonderwijs (passende uitstroom met nazorg) Begeleid werk Prognose Uitstroom (passende leerroute bepalen) Basisvaardigheden Algemene oriëntatie Praktijk Werken Branche-certificering Werken / leren Entree nivo 1 Leerarrangement VMBO Verlengde BB Fase 5 Fase 4 Fase 3 Verlengde OB Fase 2 Fase 1 Nazorg Bovenbouw (BB) Onderbouw (OB) Intake en Observatie V2 / 11/14 Pré-schakelroute Theoretische leerroute Schakelroute VMBO Opstromen via Schakelroute VMBO

Branche-certificering Werken / leren Entree nivo 1 Leerarrangement VMBO Verlengde BB Fase 5 Fase 4 Fase 3 Verlengde OB Fase 2 Fase 1 Nazorg

4 Schakelroute 1 e fase Pré- schakelroute De leerling krijgt een half jaar de tijd om zich te laten zien. Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? De leerling die in toets-situaties aantoont dat er leerrendement is op theoretisch verworven leerstof en de ambitie heeft om naar het (V)MBO te gaan, krijgt een verzwaarde leerroute aangeboden voor de vakken nederlands, wiskunde en engels. Afhankelijk van de prestaties kan de leerling in de 2e fase deelnemen aan de Schakelroute. 2 e fase Schakelroute De leerling gaat 1 dag per week naar het VMBO onder begeleiding van een VMBO-docent én een PrO-docent. De leerling dient zich te kunnen handhaven binnen de VMBO-populatie. De leerling die zich ontpopt als een reguliere VMBO-LWOO leerling, huiswerk maakt, zijn mogelijke belemmeringen voldoende overwint, kan in samenspraak met de school voor VMBO naar het 3e leerjaar overstappen. Momenteel werken een 4-tal VMBO-scholen in de regio Tilburg / Waalwijk mee aan deze tussentijdse overstap. 3 e fase Plaatsing VMBO De leerling wordt gedetacheerd voor 1 jaar naar het VMBO en kan terug indien dit wenselijk is. De leerling wordt het gehele jaar gecoacht door de PrO-docent indien noodzakelijk. In het 4e jaar wordt de leerling op het VMBO ingeschreven. Uitzicht op een VMBO-diploma en doorstroming naar MBO-niveau 2 is realistisch. Na ca. 7 jaar ervaring zijn er géén leerlingen uit het 3 e leerjaar teruggeplaatst, zijn alle deelnemende leerlingen op diverse VMBO-scholen geslaagd voor hun VMBO diploma.

de vakken nederlands, wiskunde en engels. Afhankelijk van de prestaties kan de leerling in de 2e fase deelnemen aan de Schakelroute.

5 Veilige Route Kleinere groepen, meer begeleiding en nóg meer begeleiding op maat. De leerling onderscheidt zich doordat hij/zij zichtbaar moeizaam of nauwelijks aansluiting kan vinden bij leeftijdsgenoten en/of niet voldoende compensatie heeft in eigen vaardigheden of gunstige omgevingsfactoren. Leerlingen die in aanmerking komen voor de Veilige Route moeten voldoen aan de volgende criteria: De leerling komt in aanmerking voor plaatsing binnen het praktijkonderwijs ZML-plaatsing is al dan niet geïndiceerd. De leerling functioneert op een laag niveau w.b. - cognitieve vaardigheden - sociaal-emotionele ontwikkeling (angstig, sterk afwachtend, afhankelijk) - leerprestaties Er is sprake van vrijwel 100% rugzakleerlingen. Ambulante begeleiding met ZML-expertise* is voorzien. De groepen hebben maximaal 10 leerlingen. Op twee groepen is er tevens een onderwijsassistent beschikbaar. Er zijn meer mogelijkheden om op maat de leerlingen te begeleiden. Een leerling voor de Veilige Route kan volledig deelnemen aan de aanmeldprocedure zoals in informatieblad schoolverlaters is aangegeven. Het zorgteam van MET zal echter het besluit nemen of plaatsing binnen de Veilige Route aan de orde kan zijn. Eventuele plaatsing zal altijd in overleg met de ouders worden gedaan. Bij twijfel zal het zorgteam voorstellen om te observeren in de huidige onderwijssetting, alvorens tot advisering te komen. Voor nadere toelichting is het zorgteam elke dag bereikbaar. * De afdeling Veilige Route is opgezet met medewerking van het SMV-VO De Langstraat en wordt via ambulante begeleiding ondersteunt door ZML Midden-Brabant te Tilburg

6 Regionale verwijzingscommissie Toelatingsnormen van de RVC. De school voor Praktijkonderwijs heeft een beschikking nodig van de regionale verwijzingscommissie (RVC) om de leerling te mogen aannemen. Met Praktijkonderwijs doet de aanvraag voor deze beschikking namens de ouders en op basis van de gegevens van de aanleverende school. IQ-test Voor het praktijkonderwijs wordt de voorkeur gegeven aan de WISC III. De NDT wordt in geval van de LWOO-categorie ontraden. (Staatscourant aug. 2011) Leerachterstanden Een relatieve leerachterstand van 50% of meer (wanneer de dle-scores 30 en lager zijn op 2 van de 4 domeinen inzichtelijk rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spellen en tenminste 1 van deze domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen bevat) Sociaal emotioneel functioneren IQ ZML «Praktijonderwijs VMBO - Basisberoeps» Bij leerlingen met een intelligentiescore onder de 60 en boven de 75 zijn bovengenoemde criteria niet voldoende. Uit het dossier moet blijken dat het gaat om een zorgleerling*. Men vraagt een schriftelijke motivering voor de keuze Praktijkonderwijs toe te voegen. Een goed onderbouwde motivering zal voor de RVC zwaar wegen bij de oordeelsvorming. Procedure De RVC is een onafhankelijke commissie die zowel beschikkingen afgeeft voor VMBO-LWOO als Praktijkonderwijs. Nadat de aanvraag is gedaan heeft deze commissie ca. 8 weken nodig om de aanvraag te behandelen. Deze periode kan met 4 weken verlengd worden. *Zorgleerling Binnen dit samenwerkingsverband bestaat mogelijkheid om de leerling binnen het Praktijkonderwijs te laten starten. Na een begeleid traject van 2 jaar zijn er mogelijkheden om in het VMBO-LWOO verder te gaan. (Zie ook Schakelroute)

IQ-test Voor het praktijkonderwijs wordt de voorkeur gegeven aan de WISC III. De NDT wordt in geval van de LWOO-categorie ontraden. (Staatscourant aug.

Vergelijkbare documenten

Praktijkonderwijs. Technische beroepen o.a. metaal- en houtbewerking, metselen,

Praktijkonderwijs. Technische beroepen o.a. metaal- en houtbewerking, metselen, Praktijkonderwijs Technische beroepen o.a. metaal- en houtbewerking, metselen, installatietechnieken; Groenvoorziening Dienstverlening o.a. consumptieve technieken, groothuishouding, verzorging, schoonmaak,