BESTEMMINGSPLAN OUDEMIRDUM - HUNINGSPAED 21

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN OUDEMIRDUM - HUNINGSPAED 21 Vastgesteld op 27 september 2011

2 Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Code /

3 GEMEENTE GAASTERLÂN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN OUDEMIRDUM - HUNINGSPAED 21 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING Aanleiding Planologische regeling Leeswijzer 2 2. BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE EN INITIATIEF Huidige situatie Beschrijving initiatief Beoordeling noodzaak Ruimtelijke kwaliteit 4 3. BELEIDSKADER Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid 5 4. OMGEVINGSASPECTEN Milieuzonering Wegverkeerslawaai Water Bodem Archeologie Ecologie Externe veiligheid Luchtkwaliteit Kabels en leidingen JURIDISCHE PLANOPZET Algemeen Toelichting op de bestemming UITVOERBAARHEID Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie Maatschappelijke uitvoerbaarheid INSPRAAK EN OVERLEG Overleg Inspraak RAADSVASTSTELLING 14

4 BIJLAGE Bijlage 1 Overlegreacties

5 blz 1 1. INLEIDING Aanleiding In het landelijk gebied ten zuidwesten van het dorp Oudemirdum is een paardenopfokbedrijf gevestigd. Bij de gemeente is het verzoek ingediend om in de boerderij voorop het perceel een tweede bedrijfswoning te realiseren. Dit is op basis van het geldende bestemmingsplan niet toegestaan. De ontwikkeling vindt plaats op het perceel Huningspaed 21 in het buitengebied bij Oudemirdum. Het plangebied omvat het huidige bouwperceel van het bedrijf en is afgestemd op het geldende bestemmingsplan. De ligging van het plangebied is gevisualiseerd in figuur 1. Figuur 1. De ligging van het plangebied Planologische regeling Het plangebied is momenteel geregeld in de herziening van het Bestemmingsplan Buitengebied 2004 die op 9 februari 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit bestemmingsplan valt het plangebied onder de gebiedsbestemming Agrarisch gebied in een besloten landschap. Op het plangebied ligt verder de aanduiding bouwperceel, waarbinnen het oprichten van gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toegestaan. Omdat binnen het onderhavige bouwperceel slechts één bedrijfswoning mogelijk is, kan de tweede bedrijfswoning niet op basis van het geldende bestemmingsplan worden gerealiseerd. De gemeente Gaasterlân-Sleat wil in principe medewerking verlenen aan de ontwikkeling. Dit bestemmingsplan vormt het juridisch-planologische kader waarbinnen de ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

6 blz Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de voorgestelde ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 wordt het, voor het plan relevante, beleid op de verschillende niveaus beschreven. In hoofdstuk 4 worden de ontwikkelingen getoetst aan de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 wordt het juridische systeem toegelicht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 de uitvoerbaarheid van het plan behandeld. Tenslotte worden in hoofdstuk 7 de resultaten uit de inspraak en het overleg verwoord. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

7 blz 3 2. BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE EN INITIATIEF Huidige situatie Dit bestemmingsplan heeft betrekking op een agrarisch bedrijf in het landelijk gebied in het zuiden van de gemeente Gaasterlân-Sleat. De omgeving rondom het plangebied heeft door de bosgebieden en boomsingels een gesloten karakter. Direct rondom het plangebied liggen echter open weilanden. Het perceel ligt op ongeveer een kilometer ten zuidwesten van het dorp Oudemirdum en op circa 500 meter vanaf het IJsselmeer. In de directe omgeving liggen enkele agrarische bedrijfspercelen en woonhuizen. Een luchtfoto van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven in figuur 2. Figuur 2. Luchtfoto van het plangebied en de directe omgeving Binnen het plangebied is momenteel een paardenopfokbedrijf met een KItak (kunstmatige inseminatie) gevestigd. Centraal op het perceel staat een ruime opfokstal. Hierin staan gemiddeld 150 jonge hengsten. De naastgelegen schuur is ingericht als ontvangstruimte annex KI-laboratorium. Momenteel wordt het bedrijf in een maatschap van twee eigenaren geëxploiteerd. Eén hiervan woont in de boerderij voorop het perceel Beschrijving initiatief Het initiatief betreft de interne verbouw van de boerderij tot een dubbele woning. In totaal wordt er dus een extra bedrijfswoning op het perceel gerealiseerd. De extra bedrijfswoning zal bewoond worden door de tweede eigenaar. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

8 blz De belangrijkste aanleiding voor de aanvraag is het feit dat het voor een kwalitatieve opfok en voor de klant van belang is dat er continu een deskundige op de verschillende werkgebieden op het bedrijf aanwezig is. Het aannemen van extra personeel hiervoor is mede vanuit bedrijfseconomisch oogpunt niet wenselijk. Een andere aanleiding is een beter toezicht op het bedrijf en de omliggende weilanden Beoordeling noodzaak Bij initiatieven voor extra bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven is het van belang om de noodzaak vanuit de bedrijfsvoering te beoordelen. Hierbij is een bedrijfstechnisch inzicht en een specifieke kennis van de moderne landbouw noodzakelijk. Op dit punt is de aanvraag beoordeeld door LTO- Noord. Deze heeft op basis van het gemeentelijk beleid, het bedrijfsplan en een bedrijfsbezoek een onderzoek gedaan naar de noodzaak voor een tweede bedrijfswoning. De conclusie luidt dat het bedrijf door een combinatie van activiteiten niet vergelijkbaar is met andere paardenhouderijen. De activiteiten vereisen ieder een eigen specifieke kennis en kwaliteit. Deze kennis en kwaliteit zijn bij de twee ondernemers ieder op hun eigen gebied aanwezig. Gezien de waarde van de paarden en de kwaliteit van de dienstverlening, dienen er op ieder moment van de dag twee personen op het bedrijf aanwezig te zijn die de activiteiten kunnen uitvoeren. Bovendien is het in geval van onvoorziene situaties van belang, voor veiligheid van mens en dier, dat altijd twee personen aanwezig zijn. Voor de continuïteit van het bedrijf is een tweede bedrijfswoning ook een meerwaarde. Het advies luidt dat een tweede bedrijfswoning op basis van de algehele bedrijfsvoering zeer wenselijk is. Op basis van dit advies heeft de gemeente besloten medewerking te verlenen aan de ontwikkeling Ruimtelijke kwaliteit In het verleden was het woongedeelte van de boerderij ook al opgesplitst in twee wooneenheden. Later zijn de twee delen samengevoegd. De nu beoogde bedrijfswoning wordt in het achterste deel van de boerderij gerealiseerd. Bij de verbouw van de boerderij tot dubbele woning zal de gehele boerderij worden opgeknapt. Dit komt de ruimtelijke kwaliteit ten goede. In dit bestemmingsplan wordt de woonfunctie vastgelegd binnen de boerderij. Hierdoor wordt geen planologische mogelijkheid geboden voor een nieuw vrijstaand woonhuis, waardoor de mogelijke effecten van dit bestemmingsplan op de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten zeer beperkt zijn en een toename van verstening in het buitengebied wordt voorkomen. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

9 blz 5 3. BELEIDSKADER Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007 Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit is onder meer neergelegd in het Streekplan Fryslân 2007 Om de kwaliteit van de romte, vastgesteld op 13 december Volgens het Streekplan is het landelijk gebied primair bestemd voor functies die een ruimtelijk-functionele relatie met het landelijk gebied hebben. Het toenemende belang van de paardensector wordt hierbij onderkend. Paardenfokkerijen worden hierbij onder de agrarische tak gerekend. De provincie streeft naar een vitale en duurzame agrarische sector. In het landelijk gebied worden daarom buiten de natuurgebieden voldoende ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor deze functie geboden. Het woonbeleid buiten de bundelingsgebieden is gericht op de plaatselijke woningbouwbehoefte. Specifiek met betrekking tot het onderhavige initiatief worden geen beleidsuitgangspunten genoemd. In dit bestemmingsplan worden in elk geval geen provinciale belangen geraakt Gemeentelijk beleid Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening VNG heeft in februari 2009 de Herziene handreiking voor de praktijk Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening uitgebracht. De aanleiding voor deze handreiking is het feit dat veel gemeenten worstelen met de vraag over de omgang met paardenhouderijen. Niet alle vormen van paardenhouderijen zijn zuivere agrarische bedrijven. Het zijn echter ook geen reguliere bedrijven. Aangegeven wordt dat paardenhouderijen een positieve impuls geven aan het vitaal houden van het platteland. Aan gemeenten wordt geadviseerd om daar waar reeds sprake is van het uitoefenen van een paardenhouderij, deze de ontwikkelingsruimte te bieden die nodig is voor het continueren van het bedrijf. Bij de beoordeling van aanvragen voor een tweede bedrijfswoning gelden voor paardenhouderijen andere criteria dan voor reguliere agrarische bedrijven. Geadviseerd wordt om de beoordeling te laten plaatsvinden op een aantal specifieke omstandigheden van een bedrijf. Hiervoor is advies ingewonnen bij LTO-Noord, zoals verwoord in paragraaf 2.3. Bestemmingsplan Buitengebied De gemeente Gaasterlân-Sleat heeft geen specifieke beleidslijn met betrekking tot tweede bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven vastgesteld. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

10 blz Wel is het van belang dat wordt aangesloten bij de uitgangspunten zoals uiteengezet in het bestemmingsplan Buitengebied. In dit bestemmingsplan is de mogelijkheid voor een tweede bedrijfswoning bewust niet opgenomen, omdat de behoefte aan een dergelijke woning vaak nauwelijks reëel is en deze woningen vaak milieuproblemen voor de agrarische bedrijven opleveren. In dit nieuwe bestemmingsplan wordt wel een tweede bedrijfswoning mogelijk gemaakt. De behoefte voor deze woning is in paragraaf 2.3 belicht. De milieuproblemen doen zich veelal voor als de woningen als reguliere woonruimte worden verkocht. Omdat de in dit bestemmingsplan voorgestelde tweede bedrijfswoning inpandig in de bestaande boerderij wordt gerealiseerd, zal hier geen sprake van zijn. Verder is de juridische regeling van dit bestemmingsplan afgestemd op de regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied. Het plan voldoet hiermee aan de beleidsuitgangspunten van de gemeente. Bovenop deze regeling wordt de extra woning mogelijk gemaakt en wordt het KI-station planologisch vastgelegd. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

11 blz 7 4. OMGEVINGSASPECTEN Milieuzonering In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijfsactiviteiten aanwezig die kunnen leiden tot onaanvaardbare hinder ter plaatse van de nieuwe bedrijfswoning. Aan de uitoefening van het bedrijf verandert in milieutechnische zin niets. Er zijn daarom geen gevolgen voor de omgeving Wegverkeerslawaai Ten aanzien van geluidshinder is de Wet geluidhinder (Wgh) van kracht. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidshinder in de toekomst. Voor het onderhavige plan is alleen geluidshinder als gevolg van wegverkeerslawaai van belang. In de wet is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidshinder moet worden besteed. De Wgh onderscheidt geluidsgevoelige objecten enerzijds en niet-geluidsgevoelige objecten anderzijds. De Wgh stelt dat op de gevels van geluidsgevoelige objecten voldaan moet worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 db. Het Huningspaed, waarop een maximumsnelheid van 80 km/uur geldt, heeft een geluidszone van 200 meter. Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt buiten deze zone. Dit bestemmingsplan veroorzaakt dan ook geen conflicten met de Wgh. Akoestisch onderzoek is niet noodzakelijk Water Vanwege het grotere belang van het water in de ruimtelijke ordening, wordt van waterschappen een vroege en intensieve betrokkenheid bij het opstellen van ruimtelijke plannen verwacht. Bovendien is de watertoets een verplicht onderdeel in de bestemmingsplanprocedure geworden. De ontwikkeling is voorgelegd aan Wetterskip Fryslân via de digitale watertoets. Omdat het bestemmingsplan enkel een functiewijziging inhoudt heeft het niet of nauwelijks invloed op de waterhuishouding. Er is dan ook geen waterschapsbelang. Verder overleg met het waterschap is niet nodig. Het bestemmingsplan heeft een positief wateradvies. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

12 blz Bodem Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico s zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor wonen of een andere functie. Het initiatief betreft de interne verbouw van een boerderij ten behoeve van een bedrijfswoning. De boerderij wordt momenteel als woonhuis gebruikt. In beginsel is de bodem dus geschikt voor de woonfunctie. Voorts zijn er geen bodemingrepen noodzakelijk. Een bodemonderzoek in het kader van de bestemmingsplanprocedure kan achterwege blijven Archeologie Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg als onderdeel van de Monumentenwet in werking getreden. De kern van deze wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen en projecten rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Voor een globaal inzicht in mogelijke waarden heeft de provincie de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) gepubliceerd. Uit deze kaarten blijkt dat zich in het plangebied archeologische resten uit de periode midden-bronstijd - vroege middeleeuwen kunnen bevinden. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan m 2 een archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit bestemmingsplan stelt geen bodemingrepen voor. Het is dan ook niet noodzakelijk om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Voorts is het, gezien de geringe trefkans op archeologische resten, niet noodzakelijk om een beschermende regeling op te nemen Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met het beleid en de wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Uitgangspunt is dat met beide geen strijdigheid ontstaat. Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen deel uit van een Natura 2000-gebied dat in het kader van de Natuurbeschermingswet is beschermd. Wel ligt op ongeveer een 500 meter ten zuiden van het plangebied het Natura 2000-gebied het IJsselmeer. Dit gebied, alsmede het bosperceel dat op 200 meter ten noorden van het plangebied ligt, maakt ook deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

13 blz 9 Dit bestemmingsplan maakt slechts een tweede bedrijfswoning binnen een bestaand agrarisch bouwperceel mogelijk. De ontwikkeling heeft geen gevolgen voor de natuurwaarden van het IJsselmeer. Ook heeft de ontwikkeling geen invloed op de beleidsdoelstellingen van de EHS. Vanuit de gebiedsbescherming bestaan dan ook geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. Soortenbescherming De bescherming van soorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet. Hierin zijn bepalingen opgenomen van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Volgens deze wet is een aantal planten- en diersoorten aangewezen die licht, middelzwaar of zwaar beschermd zijn. Voor licht beschermde soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke projecten. Voor middelzwaar beschermde soorten geldt alleen een vrijstelling wanneer de beoogde werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een door LNV goedgekeurde gedragscode. Voor zwaar beschermde soorten dient bij ruimtelijke ingrepen ontheffing te worden aangevraagd. Behalve de Flora- en faunawet is ook de Rode Lijst van belang, waarop zeldzame en bedreigde soorten zijn opgenomen. Het plangebied betreft het bijbehorend terrein bij een paardenfokkerij die momenteel intensief in gebruik is. Het terrein biedt geen waardevolle habitatten voor beschermde flora en fauna. Voor de uitvoering van dit bestemmingsplan behoeven geen gebouwen gesloopt of sloten gedempt te worden. Een ecologisch onderzoek is gezien het huidig gebruik van het plangebied en de aard van de ingrepen niet noodzakelijk. Voor alle soorten blijft de algemene zorgplicht van kracht. Bij verstoring van dieren tijdens de werkzaamheden moeten deze de gelegenheid krijgen te vluchten naar een nieuwe leefomgeving Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de provincie Fryslân geraadpleegd. Hieruit blijkt dat in of nabij het projectgebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn. Ook valt het plangebied niet in het invloedsgebied van routes voor gevaarlijke stoffen of buisleidingen. Het aspect externe veiligheid vormt voor de voorgestane ontwikkelingen dan ook geen beperking en aanvullend onderzoek kan achterwege blijven Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

14 blz Voor bepaalde initiatieven is bepaald dat deze niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Kleine woningbouwlocaties tot woningen behoren hier ook toe. In dit bestemmingsplan wordt één extra woning mogelijk gemaakt. Hiermee draagt dit plan niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Ten aanzien van luchtkwaliteit bestaan geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan Kabels en leidingen In of nabij het plangebied lopen geen leidingen of kabels die voorzien moeten worden van een planologische regeling. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

15 blz JURIDISCHE PLANOPZET Algemeen Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2008 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding is de bestemming vastgelegd en in de regels de bijhorende bouw- en gebruiksmogelijkheden Toelichting op de bestemming Het gehele plangebied valt onder de bestemming Agrarisch - Besloten landschap met de aanduiding specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch bedrijf. Binnen deze aanduiding is het uitvoeren van de productiegebonden paardenhouderij toegestaan. De bouwmogelijkheden die in dit bestemmingsplan worden geboden zijn afgestemd op het geldende bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan biedt bovenop de geldende regeling de mogelijkheid voor een tweede bedrijfswoning. Om te voorkomen dat op het perceel een nieuw woonhuis wordt gerealiseerd is de woonfunctie vastgelegd binnen de aanduiding bedrijfswoning, welke strak om de bestaande boerderij is gelegd. Verder wordt het KI-station planologisch vastgelegd. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

16 blz UITVOERBAARHEID Economische uitvoerbaarheid De kosten voor de uitbreiding komen voor rekening van de initiatiefnemer. Aangenomen wordt dat deze over de financiële middelen beschikt om het plan uit te kunnen voeren. Hiermee wordt het plan economisch uitvoerbaar geacht Grondexploitatie Het doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal, waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van een overeenkomst. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden. In dit bestemmingsplan wordt een bouwplan in de zin van artikel Bro mogelijk gemaakt. In dergelijke gevallen dient een grondexploitatieplan opgesteld te worden tenzij het kostenverhaal anderszins verzekerd is. In dit plan is er sprake van een particulier initiatief waarbij de gemeente geen financiële bemoeienis heeft. De plankosten worden via leges op de initiatiefnemer verhaald. Het kostenverhaal is anderszins verzekerd. Hierom is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht Maatschappelijke uitvoerbaarheid In verband met de maatschappelijke uitvoerbaarheid is het bestemmingsplan ter visie gelegd en is het in het kader van het vooroverleg verzonden aan de betrokken vooroverlegpartners. In hoofdstuk 7 is hiervan een verslag opgenomen. Het ontwerpbestemmingsplan is gedurende zes weken ter visie gelegd. Tijdens deze periode is de mogelijkheid geboden voor het indienen van zienswijzen. Deze ruimtelijke procedure heeft de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond. Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

17 blz INSPRAAK EN OVERLEG Overleg In het kader van het overleg is het voorontwerp bestemmingsplan naar de betrokken instanties gestuurd. Van Provinsje Fryslân, VROM-Inspectie en Wetterskip Fryslân zijn schriftelijke reacties ontvangen. De vooroverlegreacties zijn opgenomen in bijlage 1 en hieronder kort beschreven. Provinsje Fryslân Het bestemmingsplan geeft de provincie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. De provinciale belangen zijn op een juiste wijze verwerkt. Reactie gemeente: de reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. VROM-Inspectie Het bestemmingsplan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. Reactie gemeente: de reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Wetterskip Fryslân Het bestemmingsplan geeft het waterschap geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Reactie gemeente: de reactie wordt voor kennisgeving aangenomen Inspraak In het kader van de inspraak heeft het voorontwerpbestemmingsplan met ingang van 1 april 2011 gedurende vier weken ter inzage gelegen, waarbij de mogelijkheid bestond voor een ieder om schriftelijk en/of mondeling op het plan te reageren. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 Buro Vijn B.V.

18 blz RAADSVASTSTELLING Het ontwerpbestemmingsplan en de bijhorende stukken hebben gedurende een periode van zes weken ter visie gelegen. Gedurende deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Op 27 september 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Gaasterlân-Sleat het bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21 ongewijzigd vastgesteld. === Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Oudemirdum - Huningspaed 21

19 BIJLAGE 1

20

21 INI 10209: provinsje fryslan provincie fryslan ^ College van burgemeester en wethouders van de gemeente Gaasterlan-Sleat Postbus AA BALK postbus hm leeuwarden snekertrekweg I telefoon: (058) telefax: (058) provincie@fryslan.nl Leeuwarden, 13 april 2011 Verzonden, A p R_ Ons kenmerk Afdeling Behandeld door Uw kenmerk Bijlage(n) Onderwerp Ruimte G. van der Wielen-Berg / (058) ofg.vanderwielen@fryslan.nl : voorontwerp bestemmingsplan Oudemirdum-Huningspaed 21 Geacht college, Op 23 maart 2011 is bovengenoemd plan ter advisering ontvangen. De provinciale belangen in het plan zijn op een juiste wijze verwerkt. Het plan geeft ook overigens geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wanneer het plan in de ontwerpfase niet wezenlijk wordt gewijzigd, is toezending van het ontwerpplan aan Gedeputeerde Staten niet nodig. Hoogachtend, Namens bet college van Gedeputeerde Staten, i I.HXStijnen Hoofd afdeling Ruimte -1/1- Ons kenmerk:

22 Van: Marianne Docters Van Leeuwen-Bekers Namens Postbus VI Ruimtelijkeplannen Verzonden: donderdag 14 april :51 Aan: Ale Overwijk CC: Onderwerp: vo bp Oudemirdum - Huningspaed 21 kenmerk (Holmesnr.): Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gaasterlân-Sleat, ter attentie van de heer A. Overwijk Op 23 maart 2011 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan "Oudemirdum Huningspaed 21". In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK , nr. 1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies. Dit geldt ook voor voorontwerpomgevingsvergunningen waarbij sprake is van strijd met een bestemmingsplan of met een beheersverordening. Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB. de directeur-inspecteur van het Inspectoraat Generaal VROM, mr. R.J.M. van den Bogert i.o. ir. W.P.J. ter Haar Coördinator... Ministerie van Infrastructuur en Milieu VROM-Inspectie IPC 510 Postbus BD Den Haag... T (kantoor Arnhem) T (kantoor Groningen)

23 Van: Reijer Tamminga Verzonden: dinsdag 12 april :42 Aan: Ale Overwijk CC: Susanne Raabe Onderwerp: Reactie op voorontwerp bestemmingsplan Oudemirdum-Huningspaed 21. Geachte heer Overwijk, Naar aanleiding van uw bekendmaking van 23 maart 2011 ontvangt u hierbij onze reactie op het voorontwerp bestemmingsplan Oudemirdum-Huningspaed 21. Het voorontwerp bestemmingsplan Oudemirdum-Huningspaed 21 geeft Wetterskip Fryslân geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Er is voor het bestemmingsplan een positief wateradvies afgegeven. Graag wil Wetterskip Fryslân op de hoogte worden gehouden van eventuele wijzigingen in het plan. Met vriendelijke groet, Reijer Tamminga Cluster Plannen Wetterskip Fryslân Postbus AA LEEUWARDEN Tel. mobiel rtamminga@wetterskipfryslan.nl