Bedieningshandleiding. BlueCool C-Series

Transcriptie

1 NL Bedieningshandleiding BlueCool C-Series

2 1 Toelichtingen bij het document Op bijzonderheden wordt door de volgende symbolen gewezen: VOORZICHTIG Bijzonder gevaar voor verwondingen of dodelijke ongevallen LET OP Bijzonder gevaar voor beschadiging van onderdelen BRANDGEVAARLIJK Bijzonder brand- en explosiegevaar AANWIJZING Aanwijzing m.b.t. een technische bijzonderheid 2 Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG Bewegende onderdelen! Verwondingsgevaar, beschadiging van het airconditioningsysteem. XXGebruik het airconditioningsysteem alleen in gemonteerde toestand. VOORZICHTIG Hete oppervlakken! Verbrandingsgevaar. XXRaak de chillereenheid tijdens het gebruik niet aan. 2

3 LET OP Gevaar bij lekkend koudemiddel! Als u een sissend geluid en nevelvorming waarneemt, kan er koudemiddel lekken en kan het airconditioningsysteem defect zijn. Ga a.u.b. als volgt te werk: XXVentileer en verlaat de ruimtes, onderbreek de externe voeding en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen; XXGa aan dek; XXNeem contact op met een Webasto servicecenter of met de scheepswerf. BRANDGEVAARLIJK Ontbranding van omringende gassen of licht ontvlambare vloeistoffen door vonkvorming van het airconditioningsysteem! Brand- en explosiegevaar van het schip of tankstation. XXTijdens het tanken resp. het oponthoud in de omgeving van een tankstation moeten de airconditioningsystemen ALTIJD worden uitgeschakeld. Lees deze informatie a.u.b. aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt! Als u meer informatie wilt over speciale marinetoepassingen of niet zeker bent over een gebruiksmogelijkheid, neem dan contact op met een bevoegde Webasto Marine-dealer of ga naar onze website: of 3

4 3 Bediening Digitaal Chiller bedieningselement 1 Weergave 2 Plus-toets voor het wijzigen van de streeftemperatuur 3 Min-toets voor het wijzigen van de streeftemperatuur 4 Ventilatorinsteltoets voor het regelen van het ventilatorvermogen 5 Functietoets voor instelling / programmering 6 Toets "Aan/Uit" 7 LED-lampje voor de verwarmingsmodus 8 LED-lampje voor automatische omschakeling tussen de bedrijfsmodi 9 LED-lampje voor de koelmodus 4

5 Het BlueCool C-Series airconditioningsysteem wordt bediend via het bedieningselement, dat de toegang tot alle functies voor de normale modus van het airconditioningsysteem mogelijk maakt. 3.1 Direct aangesloten airhandlers Het centrale digitale Chiller-bedieningselement regelt niet alleen het algemene gebruik van de Chiller-eenheid, maar kan ook de in de salon resp. cabine aanwezige airhandlers (waar de hoofdcabinetemperatuursensor zit) direct regelen. Deze directe ventilatorregeling wordt niet in elke installatie gebruikt. AANWIJZING! Als direct op de BlueCool C-Series Chiller-eenheid een airhandler aangesloten wordt, geldt deze als referentie en beïnvloedt in de automatische modus, of het systeem in de verwarmings- of koelmodus loopt. De secundaire airhandlers kunnen alleen in dezelfde bedrijfsmodus (Verwarmen of Koelen) gebruikt worden als de Chiller-eenheid, omdat deze alleen voor warmte of kou kan zorgen. AANWIJZING! Door gebruik van elektrische verwarmingsstaven in de secundaire warmtewisselaars kunnen afzonderlijke cabines verwarmd worden, terwijl het totaalsysteem in de koelmodus gebruikt wordt. 3.2 Bedrijf Als de bedrijfsmodus LED brandt, worden alle direct op de Chiller-schakelkast aangesloten ventilatoren geactiveerd. De ventilatorregeling controleert of het koudwatercircuit de vereiste temperatuur heeft. Voorbeeld: In de koelmodus bij een streeftemperatuur van 21 C blijft in de automatische ventilatormodus het ventilatortoerental zolang in stand 1, tot de temperatuur van het koudwatercircuit minder dan 21 C bedraagt. Op deze manier wordt een te vroeg starten van de ventilator bij ongeschikte temperatuur van het koudwatercircuit voorkomen. Met het digitale Chiller-bedieningselement is het complete uitschakelen van de ventilatormodus bijv. 's nachts mogelijk, terwijl de andere airhandlers in het schip verder gebruikt worden. De ventilatorregeling is bovendien volledig onafhankelijk van het compressorbedrijf. 5

6 3.3 Centrale Chiller-eenheid en airhandlers inschakelen Na het tot stand brengen van de spanningstoevoer knipperen eerst alle leds en alle segmenten van het numerieke display enkele seconden, vervolgens verschijnt kortstondig INIT op het bedieningselement. De aanduiding 50H of 60H volgt, afhankelijk van het stroomnet waarop het systeem gebruikt wordt, dus bijvoorbeeld 230 V / 50 Hz of 240 V / 60 Hz. Als het systeem vóór het uitschakelen van de spanningstoevoer was ingeschakeld, verschijnt op het bedieningselement de actuele ruimtetemperatuur van de referentiecabine en het systeem start zelfstandig in de ingestelde bedrijfsmodus, anders gaat het bedieningselement uit en bevindt het systeem zich in de stand-bymodus. Schakel het systeem in door op de toets "Aan/Uit" (6) te drukken. Afhankelijk van de aanvraag brandt voor de weergave van de actieve bedrijfsmodus het LED-lampje voor de verwarmingsmodus (7) of het LED-lampje voor de koelmodus (9). Het LED-lampje voor automatische omschakeling tussen de bedrijfsmodi (8) geeft aan of de omschakeling automatisch plaatsvindt. De automatische omschakeling is afhankelijk van de ingestelde streeftemperatuur en de door de cabinetemperatuursensor gemeten ruimtetemperatuur. Na nog eens ca. 10 seconden wordt de 4/2-weg-omkeerklep geopend (dat gebruik van het airconditioningsysteem als Chiller-eenheid (Koelen) of als warmtepomp (Verwarmen) mogelijk maakt), zodat een drukcompensatie in het koudemiddelcircuit plaatsvindt. Weer 10 seconden later start de zeewaterpomp en vervolgens de compressor en geleidelijk de andere aanwezige compressoren. Daarna wordt de normale modus ingeschakeld. 3.4 Systeem uitschakelen Het systeem kan uitgeschakeld worden door op de toets "Aan/Uit" (6) te drukken. Voorwaarde daarvoor is dat u zich in het uitgangsmenu met weergave van de ruimtetemperatuur bevindt. In het instelniveau (temperatuur, ventilator) dient de toets "Aan/Uit" (6) voor het bevestigen van de instelling en niet voor het uitschakelen van het systeem. 6

7 3.5 Koelmodus/verwarmingsmodus selecteren Het systeem selecteert afhankelijk van de gewenste temperatuur de bedrijfsmodus Koelen of Verwarmen. Voorwaarde daarvoor is, dat het systeem geconfigureerd is voor automatisch omschakelen tussen Koelen en Verwarmen. Neem voor de configuratie van de bedrijfsmodi contact op met uw geautoriseerde Webasto Marine-dealer. 3.6 Streeftemperatuur instellen Stel de streeftemperatuur naar eigen wens in. Druk de Plus-toets (2) of Min-toets (3) in. De streeftemperatuur wordt weergegeven. Druk op de Plus-toets (2) of Min-toets (3) om de streeftemperatuur te wijzigen. Bevestig de invoer door op de toets "Aan/Uit" (6) te drukken of wacht minstens 5 seconden om ervoor te zorgen dat de ingevoerde waarde automatisch wordt overgenomen. 3.7 Gereedheidsmodus Als er gedurende 5 minuten geen toets wordt ingedrukt, wisselt het bedieningselement naar de gereedheidsmodus. Daarbij knippert de overeenkomstige bedrijfsmodus-led onopvallend iedere 20 seconden. Om terug te keren naar de normale weergave moet een willekeurige toets worden ingedrukt. 3.8 Ventilatorvermogen instellen Schakel het systeem in. Druk op de ventilatorinsteltoets (4). De actuele ventilatorsnelheid wordt weergegeven. Druk op de Plus-toets (2) of op de Min-toets (3) om het ventilatortoerental te wijzigen. Door nog een keer te drukken op de Plus-toets (2) als de hoogste snelheid al bereikt is, wordt de automatische ventilatormodus ingeschakeld en op het bedieningselement verschijnt "b A". Met de Min-toets (3) verlaat u de automatische ventilatormodus en keert u terug naar de handmatige modus. Bevestig de invoer door op de toets "Aan/Uit" (6) te drukken of wacht 7

8 minstens 5 seconden om ervoor te zorgen dat de ingevoerde waarde automatisch wordt overgenomen. 3.9 Toegangscode Verdere instelmogelijkheden van het BlueCool C-Series airconditioningsysteem zijn bedoeld voor experts. Deze zijn geblokkeerd en vragen om een toegangscode. 4 Storingen 4.1 Storingen verhelpen VOORZICHTIG Foutverhelping alleen door vakpersoneel! Het verhelpen van fouten vereist uitgebreide kennis van opbouw en werking van de afzonderlijke componenten van het airconditioningsysteem en mag alleen door geautoriseerd en door Webasto desbetreffend geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd. Als er storingen optreden, moet het systeem worden uitgeschakeld. 4.2 Storingen die weergegeven worden De volgende storingen worden direct op het digitale bedieningselement in de vorm van een code weergegeven (bijv. A02). Elke keer dat één van deze foutcodes optreedt, wordt het systeem gedurende ca. 60 seconden gestopt en vervolgens wordt geprobeerd het systeem opnieuw te starten. Als een storing vaker dan 6 keer achter elkaar binnen 30 minuten optreedt, wordt het systeem volledig uitgeschakeld en wordt de foutcode permanent weergegeven. Er wordt niet meer geprobeerd het systeem opnieuw te starten en de gebruiker moet de fout laten verhelpen en daarna het systeem resetten door uitschakelen of door tijdelijke onderbreking van de spanningstoevoer. 8

9 4.3 Fout- en statuscodes Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display AAA Onderspanning bij onderspanning. Spanningstoevoer langer dan 5 seconden lager dan de ingestelde onderspanningswaarde. De oorzaak is vermoedelijk een te lange stroomkabel voor de walaansluiting, overbelasting of een te laag generatorvermogen. Gebruik een walaansluiting met stabielere spanningstoevoer. Gebruik een kortere stroomkabel voor de walaansluiting. Schakel andere elektrische verbruikers uit. Neem contact op met uw geautoriseerde Webasto Marine-dealer. 9

10 Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display A01 compressor 1 vanwege lage druk Drukschakelaar defect of stroomkringonderbreking/kortsluiting. Neem contact op met uw geautoriseerde Webasto Marine-dealer. KOELMODUS: Koudwaterdoorstroomsnelheid te laag. Werking van de koudwaterpomp controleren. Afsluitkranen openen indien aanwezig. Neem contact op met uw geautoriseerde VERWARMINGS- MODUS: -Zeewaterdoorstroomsnelheid te laag of - zeewater te koud (temperatuur lager dan 6 C). -Zeewaterfilter - geblokkeerd of geen aanzuiging. Blokkade bij zeewaterinlaat verhelpen. Controleer/reinig het zeewaterfilter en ontlucht het zeewatercircuit. Koudemiddeltekort. Neem contact op met uw geautoriseerde 10

11 Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display A02 compressor 1 vanwege hoge druk Drukschakelaar defect of stroomkringonderbreking/kortsluiting. Neem contact op met uw geautoriseerde KOELMODUS: Onvoldoende zeewaterkoeling. Zeewaterfilter vuil of geen aanzuiging. Blokkade bij zeewaterinlaat verhelpen. De minimale doorstroomsnelheden moeten in acht worden genomen. Zeewaterfilter reinigen en zeewatercircuit ontluchten. VERWARMINGS- MODUS: Koudwaterdoorstroomsnelheid te laag. Werking van de koudwaterpomp controleren. Afsluitkranen openen indien aanwezig. Neem contact op met uw geautoriseerde A03 compressor 2 vanwege lage druk A04 compressor 2 vanwege hoge druk 11

12 Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display A05 compressor 3 vanwege lage druk A06 compressor 3 vanwege hoge druk A07 compressor 4 vanwege lage druk A08 compressor 4 vanwege hoge druk A09 Storing cabinetemperatuursensor Cabinetemperatuursensor defect, stroomkringonderbreking/ kortsluiting, cabinetemperatuursensor niet aangesloten. Neem contact op met uw geautoriseerde A10 Storing koudwatertemperatuursensor Watertemperatuursensor defect of stroomkringonderbreking/kortsluiting. Neem contact op met uw geautoriseerde 12

13 Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display A11 compressor 5 vanwege lage druk. A12 compressor 5 vanwege hoge druk. A13 compressor 6 vanwege lage druk. A14 compressor 6 vanwege hoge druk. A15 5 seconden na het inschakelen van de koudwaterpomp stelt de doorstroomsnelheidsbewaker een ontoereikende koudwatervolumestroom vast. Koudwatercircuit is geblokkeerd of kabelbreuk bij de doorstroomsnelheidsbewaker. Neem contact op met uw geautoriseerde 13

14 Storingscode Beschrijving Mogelijke oorzaak Correctiemaatregel Display CA11 Alle compressoren handmatig uit. Geprogrammeerde compressor(en) niet actief in de besturingsinstelling. Neem contact op met uw geautoriseerde INIT Initialisatieprocedure of systeem geblokkeerd. Elektrische bedrading defect, stroomkringonderbreking/kortsluiting. Neem contact op met uw geautoriseerde 14

15 4.4 Storingen die niet op het bedieningselement worden weergegeven 1. Na het inschakelen reageert het systeem niet. Controleer de stroomtoevoer, de toevoerzekeringen, etc. 2. De compressor start, maar er komt geen zeewater uit de zeewateruitlaat. Als de zeewaterpomp loopt: Controleer of de afsluitkranen geopend zijn. Controleer of het zeewaterfilter verstopt is. Er zou lucht in de pompkop kunnen zitten, waardoor de pomp niet transporteert. Laat de lucht uit de zeewaterleiding ontsnappen, bijv. door een ontluchtingsklep na de pomp. Als de zeewaterpomp niet loopt: Controleer de externe voeding naar de zeewaterpomp. De pomprotor is evt. door verontreinigingen geblokkeerd. Draai, indien mogelijk en toegankelijk, de pomprotor vanaf de motorkant met een stuk gereedschap tot deze vrij loopt. 3. De compressor en zeewaterpomp lopen, maar de verwarmingsmodus en koelmodus werken beide niet naar tevredenheid. Controleer of de koudwaterpomp loopt. Controleer evt. de externe voeding naar de pomp. Controleer of de afsluitkranen in het koudwatercircuit geopend zijn. Laat de ventilator in de automatische ventilatormodus lopen. Controleer de luchtkanalen van de airhandlers. Als de zeewaterdoorstroomsnelheid te laag is, kan in de verwarmingsmodus het zeewater in de condensor bevriezen, het systeem blokkeren en beschadigen. Controleer het spanningsniveau. Laat het systeem niet langdurig met een te lage spanning werken (onder 195 V). De verwarmingsmodus doet er erg lang over om te starten. Dat is bij zeer koud zeewater normaal. Als de temperatuur van het zeewater onder ca. 6 C komt, wordt de effectiviteit van de verwarmingsmodus verlaagd en het airconditioningsysteem doet er lang over voordat de verwachte warmte beschikbaar gesteld kan worden. Airconditioningsysteem gedurende ca. 60 minuten in de verwarmingsmodus laten lopen om een mogelijke olieblokkering in het koelcircuit te verhelpen. 15

16 Als het vermogen van het systeem na controle van alle bovengenoemde punten nog steeds ontoereikend is, neem dan contact op met een bevoegde Webasto Marine-dealer. 4. De compressor loopt weliswaar, maar wordt weer uitgeschakeld nog voordat de ingestelde streeftemperatuur bereikt is. De hogedruk- en lagedrukschakelaar schakelen de compressor vanwege te hoge of te lage werkdruk uit. Controleer de minimale doorstroomsnelheid in het koudwatercircuit. Controleer de minimale doorstroomsnelheid in het zeewatercircuit. 5. Er wordt een verkeerde ruimtetemperatuur weergegeven. Cabinetemperatuursensor verkeerd gepositioneerd, storingsbronnen aanwezig of verkeerde weergavewaarden. Controleer of de cabinetemperatuursensor is blootgesteld aan directe storingsbronnen, zoals direct zonlicht of apparaten die warmte uitstralen. Kalibreer de sensor of vervang de defecte sensor. Laten corrigeren door vakkundig bedrijf. 16

17 Bij een meertalige versie is de Duitse versie bindend. Het telefoonnummer van het betreffende land kunt u vinden in het Webasto servicecenter-overzicht of op de website van de Webasto vestiging in uw land. Webasto Thermo & Comfort SE Postfach Gilching Germany Bezoekersadres: Friedrichshafener Str Gilching Germany Ident-nr. WBCL010876A 07/15 Wijzigingen en vergissingen voorbehouden Gedrukt in Turkije Webasto Thermo & Comfort SE, 2015