Actie uit te voeren op langere termijn

Transcriptie

1 Civiele Veiligheid Brandvoorkoming en gebouwen Inspectieverslag brandweer Buggenhout Technische Brandweerinspectie (brandpreventie, bluswatervoorziening, voorafgaande interventieplannen, kazernering) Inspecteur: ir. Angelique REPER angelique.reper@ibz.fgov.be Datum: 2 mei 2006 Plaats: Aanwezig: Kazerne, Kerkstraat 38 te 9255 Buggenhout Lt. Dienstchef Mario De Neef Brandweer Buggenhout; Lt. Wouter Van Den Broeck Brandweer Buggenhout; ir. Angelique REPER FOD Binnenlandse Zaken; ir. Jan DE SAEDELEER FOD Binnenlandse Zaken. Dit is het verslag van het inspectiebezoek door de technische brandweerinspectie, ressorterend onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. Het inspectieverslag en zijn besluiten zijn uitsluitend gebaseerd op de ingevulde vragenlijst, de aanvullende informatie gegeven tijdens het bezoek zelf en het onderzoek van de stukken (brandpreventieverslagen, politiereglementen, ). De besluiten van de inspectie volgen na elk deelaspect. Bij de verschillende luiken zijn ook actiepunten opgenomen. Voor de bepaling van de prioriteit ervan dienen volgende regels te worden gerespecteerd: Prioriteit 1 Onmiddellijke actie Prioriteit 2 Maatregelen nemen Prioriteit 3 Aandacht vereist Actie uit te voeren ten laatste 1 jaar na ontvangst van het verslag Actie uit te voeren tegen volgend inspectiebezoek (2 jaar) Actie uit te voeren op langere termijn Dit inspectieverslag is opgemaakt conform met de voorschriften van NBN-EN / ISO voor keuringsinstellingen. Luik I. Identificatie van de brandweerdienst Dit luik bevat voornamelijk algemene informatie betreffende de brandweer. Aan de hand van deze gegevens wordt een gegevensbank met adressen bijgehouden die de FOD Binnenlandse Zaken raadpleegt om informatie uit te wisselen met de brandweer. Type: C 1/14

2 Hoofdpost: Kerkstraat Buggenhout (adm) (052) (052) Officier-dienstchef: Lt. Mario De Neef (052) of (0495) Beschermde gemeenten: BUGGENHOUT Luik II. Beleid inzake brandpreventie Luik II handelt over het beleid inzake brandpreventie van de brandweerdienst. Het betreft hier in de eerste plaats de algemene richtlijnen, de wettelijke verplichtingen op alle niveaus en de documentatie die hiervoor beschikbaar is. II.1 Algemeen beleid II.1.1 Algemeen beleid van de brandweer ten overstaan van de brandpreventie. Dit beleid richt zich vooral op het verstrekken van adviezen voor brandvoorkoming van gebouwen of inrichtingen, in opdracht van de burgemeester. Afspraken voor meer systematiek in de behandeling van de bestaande inrichtingen ontbreken. De preventieofficieren geven in de mate van het mogelijke aan de bouwheer of de architect voorafgaande inlichtingen betreffende de te nemen maatregelen qua brandpreventie. Dit is meestal beperkt tot die gevallen waarin de architect op voorhand een bespreking met de brandweer houdt. Binnen de hulpverleningszone zijn stappen ondernomen om de politiereglementen (b.v. voor publiek toegankelijke inrichtingen) op elkaar af te stemmen en aldus consistent te werken. Ook werden er stappen ondernomen om het brandpreventiebeleid te uniformiseren (opmaak van modelverslagen voor brandpreventie met daaraan gekoppeld een uniforme werking voor de hulpverleningszone). In een latere fase is het de bedoeling om de preventionisten ook buiten hun korps in te zetten. Controles achteraf, na realisatie van het gebouw of inrichting, gebeuren niet systematisch. II.1.2 Gemeente(n) die niet tot de beschermde gemeenten beho(o)r(t)(en) waarin de brandweer, in toepassing van artikel 22bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967, belast is met de opdrachten inzake brandpreventie. Geen. II.2 Gemeentelijke politiereglementen 2/14

3 II.2.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE van de gemeentelijke politiereglementen inzake brandpreventie. BUGGENHOUT Titel Toepassingsgebied Datum bekrachtiging Brandvoorkomingsmaatregelen Schouwspelzalen, feestzalen, danszalen en zalen voor voorstellingen 25/08/1976 II.2.2 Toepassing en regelmatige bijwerking van deze politiereglementen. Het politiereglement is niet recent en wordt niet meer toegepast. II.2.3 Stappen ondernomen vanuit de brandweer om het ontwerp of de aanpassing van politiereglementen te promoten. Ja, men wil het zonaal provinciaal voorstel voor publiek toegankelijke inrichtingen invoeren. II.3 Documentatie II.3.1 Bijgehouden syllabus met alle reglementeringen inzake brandpreventie, ook betreffende de arbeids- en de milieuveiligheid. Ja. II.3.2 Belgische en Europese normen inzake brandpreventie. De Belgische en Europese normen inzake brandpreventie zijn bekend. II.3.3 Normen waarover de brandweer beschikt: NBN B Stookafdelingen en schoorstenen (1986) NBN S Reddings- en brandweermaterieel opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder (1986) NBN S Brandbeveiliging van de gebouwen Hotels en gelijkaardige inrichtingen Algemene eisen (1992) NBN EN Vaste brandbestrijdingsinrichtingen Slangstelsel Deel 1: Slanghaspels met vormvaste slang (2001) NBN S Brandbeveiliging van gebouwen - Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) - Deel 1: Grote onverdeelde ruimten met een bouwlaag (1995) II.3.4 Technische documentatie (o.a. tijdschriften) inzake brandpreventie waarover de brandweerdienst beschikt. NVBB, ANPI. Besluit en opmerkingen Beleid inzake brandpreventie 1. De brandweerinspectie stelt vast dat het beleid inzake brandpreventie voldoende goed is uitgebouwd. Het ontbreekt echter nog aan een systematiek in de controles na de beëindiging van de bouwwerken waarvoor een brandpreventieverslag is opgesteld. Ook is er geen systematische controle voorzien van bepaalde gebouwen zoals scholen, cafés,. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer aangaande de systematische controles van bepaalde gebouwen. Prioriteit: 2 3/14

4 2. De brandweer speelt een actieve rol in de werkgroep inzake brandvoorkoming van de hulpverleningszone. 3. De documentatie die de brandweer ter beschikking heeft is meestal voldoende en toereikend om de taken inzake brandvoorkoming goed te kunnen uitvoeren. 4. Politieverordeningen die niet meer toegepast worden moeten opgeheven worden Luik III. Strategie inzake brandpreventie III.1 Voorafgaande interventieplannen III.1.1 Opdrachtgever tot het maken van een interventieplan. Er is geen procedure voor opdrachten tot het opstellen van voorafgaande interventieplannen. III.1.2 Interventieplannen welke gebouwen, gebouwencomplexen en installaties. Enkel voor het NATO pompstation is een voorafgaand interventieplan beschikbaar. Er zijn geen selectiecriteria vastgelegd om de bedrijven of instellingen te bepalen waarvoor een voorafgaand interventieplan dient opgesteld te worden. De brandweer heeft geen lijst van bedrijven of instellingen met voorafgaande interventieplannen. III.1.3 Opsteller van de interventieplannen - richtlijnen. De bedrijven stellen de interventieplannen op. De structuur, inhoud en opmaak van de interventieplannen is niet vastgelegd door de brandweer. III.1.4 Periodiek bijhouden van deze dossiers. Er zijn geen afspraken gemaakt voor herziening van de interventieplannen III.2 Vorming gegeven aan burgers, bedrijven of instellingen De brandweer is betrokken bij de vorming op het vlak van de brandpreventie van het personeel van enkele bedrijven zoals Ontex, Wattex en vzw Eindelijk. Zij is ook betrokken bij de evacuatie-oefeningen van scholen, waar zij vanaf 2007 onaangekondigde evacuatieoefeningen zal verrichten. 4/14

5 Besluit en opmerkingen Strategie inzake brandpreventie 5. De brandweer is eerder reactief voor het opstellen van de voorafgaandelijke interventieplannen (VIP). Nochtans kunnen dergelijke plannen een doeltreffende en snelle tussenkomst van de brandweer in de hand werken. Daarom meent de brandweerinspectie dat inspanningen noodzakelijk zijn om gestandaardiseerde gebruiksvriendelijke interventieplannen uit te werken die snel kunnen geraadpleegd worden tijdens de interventie. De informatie op de interventieplannen moet direct nuttig zijn voor de interventie en tegelijk ook beknopt. Meer bepaald dienen deze interventieplannen op een gestructureerde en eenvormige wijze te worden samengesteld. De voorafgaandelijke interventieplannen dienen minstens volgende info te bevatten: - inlichtingen over bereikbare personen, bouwwijzen van het gebouw, potentiële gevaren, aanwezige actieve brandbeveiligingsmaatregelen, - een liggingsplan met toegangswegen, hoofdingangen, hoofdafsluiters, bluswatervoorzieningen, sleutelkluis, noordpijl, schaal, ; - de grondplannen met uit- en toegangen, hoofdschakelaars en -afsluiters, trappen, potentiële gevaren (opslagplaatsen van gevaarlijke producten, ), aanwezige actieve brandbeveiligingsmaatregelen (detectie, sprinklers, RWA, incl. synoptisch bord en bedieningsborden), schaal, Actie: De eenvormigheid van de voorafgaandelijke interventieplannen moet bewaakt worden door begeleiding van de bedrijven bij het opstellen van de plannen. Prioriteit: 2 Actie: In elke gemeente die behoort tot het beschermde gebied van de territoriaal bevoegde brandweer wordt een gemeentelijk coördinatiecomité en een veiligheidscel opgericht. Prioriteit: 1. Luik IV. Omvang van de brandpreventieopdrachten IV.1 Lijst PER BESCHERMDE GEMEENTE in welke van de volgende gevallen om een onderzoek gevraagd wordt. 5/14

6 BUGGENHOUT In het kader van stedenbouwkundige vergunningen voor: appartementsgebouwen kantoorgebouwen winkels, cafés en andere publiek toegankelijke gebouwen industriegebouwen In het kader van verkavelingsvergunningen voor: woningen ambachtelijke zones In het kader van milieuvergunningen voor: klasse 1 klasse 2 klasse 3 In het kader van wettelijk voorgeschreven attesten voor: ziekenhuizen rustoorden, serviceflats, dienstencentra voetbalstadia kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang logiesverstrekkende en openluchtrecreatieve bedrijven (hotels en campings) kamerwoningen en studentenkamers A A S M N N Z S N nvt M nvt M M N In het kader van gemeentelijke politieverordeningen voor: lokalen met dansgelegenheid publiek toegankelijke inrichtingen Z Z In het kader van aanpassingen aan de openbare weg voor: zone 30 snelheidsbeperkende maatregelen zoals drempels, asverschuivingen eenrichtingsverkeer In het kader van grote volkstoelopen (openlucht manifestaties, ) Andere N N N Betekenis van de letters: Altijd, Meestal, Soms, Zelden of Nooit, - (niet van toepassing). IV.2 Signalisatie van de bluswatervoorzieningen - regelmatige controle op goede werking. IV.2.1 Signalisatie van de hydranten overeenkomstig de omzendbrief van 14 oktober De hydranten zijn overeenkomstig de omzendbrief van 14 oktober 1975 gesignaliseerd. De plannen van het openbaar waterleidingsnet zijn op papier beschikbaar. De bijwerking ervan is gestart in 2005 en gebeurt vanaf dan systematisch. IV.2.2 Periodieke controle van de werking van de hydranten: frequentie en methode. De periodieke controle van de hydranten wordt uitgevoerd door de TMVW en gebeurt tweejaarlijks. 6/14

7 IV.2 Controle op de brandpreventie. IV.2.1 Afspraken, gemaakt met de burgemeester(s), omtrent een systematische controle van bepaalde gebouwen (scholen, bioscopen, winkelcentra, cafés, ). Neen. De eigenaars of uitbaters van de gebouwen dienen eerst een brief naar de burgemeester te schrijven, waarna deze de brandweer opdracht geeft tot het uitvoeren van een controle. IV.2.2 Controleonderzoek ter plaatse uitgevoerd na de beëindiging van de bouwwerken (brandpreventieverslag naar aanleiding van een stedenbouwkundige of milieuvergunning). Dit gebeurt zelden; op aanvraag van de bouwheer. Besluit en opmerkingen Omvang van de brandpreventieopdrachten 6. Voor de meeste gebouwen of inrichtingen krijgt de brandweer een brandpreventieopdracht. Ook in het kader van verkavelingsvergunningen (aangaande toegangswegen en bluswatervoorzieningen) is het raadzaam om het advies van de brandweer te kennen. De brandweerinspectie stelt dan ook voor aan de burgemeester om hieromtrent afspraken te maken met de brandweer. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer omtrent systematische controles van bepaalde gebouwen en omtrent het inwinnen van adviezen in het kader van bepaalde vergunningen. Prioriteit: De brandweerinspectie stelt vast dat de brandweer niet wordt geraadpleegd in het kader van aanpassingen of wijzigingen aan de openbare weg (b.v. invoering van zone 30, snelheidsbeperkende maatregelen zoals drempels, asverschuivingen, eenrichtingsverkeer, tijdelijke wijzigingen in het kader van volkstoelopen, ). De interventietijden van de brandweer kunnen in belangrijke mate beïnvloed worden door verkeersremmende constructies of een aangepaste verkeersregeling. Bovendien kan de inplanting van straatmeubilair de doorgang van sommige grote voertuigen zoals de autoladder belemmeren. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer omtrent de raadpleging en informatiedoorstroming van en naar de brandweer, wanneer men aanpassingen of tijdelijke wijzigingen aan de openbare weg overweegt. Prioriteit: De brandpreventie dient niet enkel op papier geregeld te zijn, maar ook in de praktijk toegepast te worden. Daartoe is de controle achteraf een onontbeerlijke schakel in het proces: een meer systematische controle a posteriori van de voorgeschreven maatregelen is voor een aantal categorieën van gebouwen dan ook wenselijk. Actie: De burgemeester maakt afspraken met de brandweer over welke categorieën van gebouwen dienen te worden gecontroleerd en met welke frequentie dat dient te gebeuren. 7/14

8 Prioriteit: 2. Luik V. Procedures V.1 Procedures voor brandpreventieopdrachten. V.1.1 Opdrachtgever tot het uitvoeren van een onderzoek: burgemeester / technische dienst / particulier / brandweer Elk onderzoek gebeurt in opdracht van de burgemeester. V.1.2 Schriftelijke / mondelinge instructies omtrent de dossiers die men voor onderzoek naar de brandweer moet zenden? Er zijn geen specifieke instructies gegeven. Mondelinge instructies worden enkel gegeven bij een voorafgaandelijk bezoek van de architect of bouwheer aan de brandweer. V.1.3 Bedrag van de retributie, indien deze aangerekend wordt voor de opdrachten. Geen. V.1.4 Instructies aan de architecten omtrent de informatie die op de plannen moeten vermeld zijn (bvb. brandweerstand van deuren). Er zijn geen specifieke instructies gegeven. V.1.5 Advies in de preventieverslagen gehanteerd voor bouwprojecten waarvan op plan inbreuken vast te stellen zijn op de regelgeving: gunstig onder voorwaarden / ongunstig. Doorgaans wordt het advies Gunstig onder voorwaarden gehanteerd. Ongunstig advies wordt gegeven indien het gebouw een onvoldoende krijgt qua brandveiligheid (b.v. flagrante inbreuken tegen de geldende reglementeringen of indien de noodzakelijke aanpassingen impact hebben op de stedenbouwkundige voorschriften). V.1.6 Handtekeningen op de preventieverslagen De preventieofficier en de dienstchef. V.1.7 Preventieverslagen opgestuurd naar burgemeester / technische dienst / bouwheer / architect / inspectie / andere De burgemeester stuurt het preventieverslag door naar de technische dienst. V.1.8 Bewaring van de dossiers (met of zonder plannen, duur, op adres of op nummer, ) De dossiers worden bewaard op naam. V.1.9 Realisatie van de eenvormigheid van de brandpreventieadviezen. Op basis van standaarddocumenten (of vorige adviezen). Binnen de hulpverleningszone wordt getracht uniform te werken door de politiereglementen (publiek toegankelijke inrichtingen, ) alsook het brandpreventiebeleid op elkaar af te stemmen. 8/14

9 V.2 Procedures voor bluswatervoorziening. V.2.1 Aanspreekpunt bij de brandweer voor alle onderwerpen, vragen, die betrekking hebben op bluswatervoorzieningen. De korpssecretaris meldt de eventuele problemen door aan TMVW. V.2.2 Identificatie van zwakke punten in de bluswatervoorziening. Alle hydranten worden tweejaarlijks gecontroleerd door TMVW. Bijkomend organiseert de brandweer steekproeven op de werking en periodieke controles op de bereikbaarheid van de hydranten. V.2.3 Plannen van het openbaar waterleidingnet. Deze plannen zijn op papier beschikbaar. V.2.4 Plannen van waterwinplaatsen (stromend of stilstaand water). Het aantal waterwinplaatsen is beperkt en de plaatsen zijn bekend. De informatie (bereikbaarheid, grootte) is bekend doordat de waterwinplaatsen bij oefeningen worden gebruikt. V.2.5 Tijdelijke en permanente wijzigingen van de voorzieningen - bekendmaking aan de brandweer. Deze informatie wordt niet aan de brandweer meegedeeld. V.2.6 Afspraken met de watermaatschappij betreffende het verhogen van de druk in geval van nood. Geen. V.2.7 Advies van de brandweerdienst bij de aanleg of aanpassingen van het openbare waterleidingsnet. Geen. V.3 Procedures voor voorafgaandelijke interventieplannen. V.3.1 Gebouwen, gebouwencomplexen en installaties waarvoor geen interventieplan bestaat, maar waarvoor het aangewezen is er een op te stellen. Deze lijst is niet beschikbaar. Besluit en opmerkingen Procedures 9. Bij de uitbouw van de procedures betreffende de opdrachten inzake brandpreventie, bluswatervoorziening en voorafgaande interventieplannen zou men meer aandacht kunnen besteden aan het uitwerken en vastleggen van procedures: schriftelijk vastleggen van afspraken en te ondernemen stappen, Actie: er worden procedures uitgewerkt voor het afhandelen van de brandpreventieopdrachten, het opstellen van de voorafgaande interventieplannen en het garanderen van de bluswatervoorziening. Prioriteit: 2. 9/14

10 10. De brandweerinspectie stelt vast dat de brandweer niet door de watermaatschappij ingelicht wordt van tijdelijke of permanente wijzigingen aan de bluswatervoorzieningen. Bij aanleg van of aanpassingen aan het openbaar waterleidingsnet, vraagt de watermaatschappij de brandweer niet om advies. Actie: De brandweer maakt concrete afspraken met de watermaatschappij omtrent een tijdige en systematische doorstroom van informatie. Prioriteit: Het is niet raadzaam om de brandpreventiedossiers op naam van bouwheer of bedrijf te rangschikken. Gegevens zoals namen zijn niet altijd eenduidig bepaald en blijven niet noodzakelijk ongewijzigd in de tijd. Actie: De bewaring van de dossiers gebeurt bij voorkeur op adres. Prioriteit: 3 Luik VI. Personeel VI.1 Personeel voor brandpreventieopdrachten. VI.1.1 Lijst van het personeel voor brandpreventieopdrachten. Naam en voornaam Graad / Functie Beroeps / Vrijwilliger Datum brevet Technicus Brandvoorkoming Taak / specialisatie bij brandpreventieopdrachten DE NEEF Mario Lt. V 04/06/1997 Brandpreventiedossiers van voor VAN DEN BROECK Wouter Lt. V Brandpreventiedossiers vanaf VI.1.2 Aanvullingen bij de lijst. VI.1.2 Vorming van het personeel. VI Bijscholing, vorming, studiedagen, op regelmatige tijdstippen, noodzakelijk om bij te blijven in de materie, voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. Gebeurt zelden, bij gebrek aan verlofdagen van de vrijwilligers. VI Vrije toegang tot de documentatie, normen, syllabi voor de personen opgenomen in de lijst uit VI.1.1. Ja. 10/14

11 VI.2 Werkbelasting van het personeel voor brandpreventieopdrachten. VI.2.1 Schatting van het aantal mandagen/jaar gepresteerd, in de brandweerdienst, voor volgende opdrachten. Aantal mandagen/jaar Raming 2005 met huidige bezetting (1 mandag = 8 uur) Adviezen en controles inzake brandpreventie 8 Opleiding en permanente vorming in het kader van de brandpreventie 0 Opstellen en bijhouden interventieplannen 0 Andere opdrachten 0 Hydrantencontrole door brandweer 0 VI.2.2 Schatting van de gemiddelde tijd die verloopt tussen het ontvangen van een opdracht inzake brandpreventie en het verzenden van het verslag. Ongeveer 30 dagen. VI.2.3 Voldoende mensen en middelen voor de brandweer om zich op een snelle en kwaliteitsvolle wijze van zijn taak inzake brandpreventie te kwijten. Volgens de brandweer beschikt zij niet over voldoende mensen en middelen om een snelle en kwaliteitsvolle brandpreventie mogelijk te maken. Besluit en opmerkingen Personeel 12. De brandweerinspectie stelt vast dat er momenteel voldoende personeel voorzien is dat met brandpreventieopdrachten belast wordt. 11/14

12 Luik VII. Brandpreventieopdrachten VII.1 Gebouwen of instellingen waarvoor een brandpreventieopdracht werd ontvangen. Naam van gebouw of instelling Adres Opdrach t (kruis aan als ja) Openbare Bibliotheek Nieuwstraat 2 Datum laatste onderzoek Opmerkingen 09/10/2003 Boskapelhoeve Kasteelstraat /04/2006 Feestzaal Hof ter Buecken Kasteelstraat /03/1997 B&B Mettes Brusselmansstraat 22 18/01/2005 Spectrum Provinciale School voor Buitengewoon Onderwijs Klaverveld 8 26/04/2000 Ontex Genthof 5 02/11/2002 SCA Packaging Beukenstraat /11/2003 Wattex Kalkenstraat 86 31/12/2003 Sportcentrum De Pit Platteput 14 21/05/2005 Rusthuis De Heymeulen Molenstraat /12/2003 Therapeutisch dagcentrum Eindelijk Kasteelstraat 162 A 03/06/2004 Duimelotje Damstraat 23 12/03/2006 Camping Tijl Spiedamstraat 138 Ronde van België (13 t.e.m. 28 mei 2006) 10/01/1998 geen Detailcontrole van het dossier Bouwen van een nieuwe stookplaats voor een schoolgebouw, Broekstraat 27 (niet in bovenstaande lijst) levert volgende opmerkingen op: - De Belgische norm NBN S is nooit verplicht gesteld voor schoolgebouwen. De norm kan echter wel als regel van goed vakmanschap opgelegd worden voor nieuwbouw. - De indeling van het brandpreventieverslag is goed gestructureerd, de opmerkingen zijn voldoende duidelijk opgenomen in het verslag en er wordt voldoende duidelijk naar verwezen in het besluit. 12/14

13 VII.2 Overzicht PER BESCHERMDE GEMEENTE van het aantal brandpreventiedossiers die het voorbije jaar zijn behandeld. Aantal dossiers BUGGENHOUT Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning 28 Aanvraag van een milieuvergunning 0 Controles op verzoek van de burgemeester 2 Ziekenhuizen, bejaardenvoorzieningen en andere verzorgingsinstellingen 0 Hotels, campings, kamphuizen, 1 Scholen 0 Andere TOTAAL 31 VII.2 Kwaliteit van de brandpreventieverslagen. De kwaliteit van de brandpreventieverslagen is goed. De verschillende voorschriften die van toepassing zijn op het gebouw worden behandeld. Opmerkingen en voorwaarden worden duidelijk weergegeven. Besluit en opmerkingen Brandvoorkomingsopdrachten 13. De brandweer volgt de verschillende brandpreventiedossiers goed op. De meeste data bij de dossiers onder VII.1 zijn zeker recent te noemen. 14. De brandpreventieverslagen zijn zowel vormelijk als inhoudelijk goed van kwaliteit, zij bevatten noch tegenstrijdigheden, noch onduidelijkheden. 13/14

14 Luik VIII. Kazernering Dit luik was niet opgenomen in de vragenlijst. Hierin zijn punten opgenomen omtrent het gebouw en de functies die erin zijn ondergebracht, zoals zij aan bod kwamen tijdens het inspectiebezoek. Besluit en opmerkingen Kazernering 15. De kazernering is verouderd. De brandinspectie formuleert volgende opmerkingen op de kazernering (details en zaken waaraan zonder verbouwing niet kan worden verholpen): - er is slechts één toegangs- en uitvalsweg aan de kazerne, - er ontbreekt een oefenplein, - het lokaal technieken bevindt zich in het wagenpark, - de meldkamer bestaat slechts uit een tafel in de kleedkamer, - vanuit de meldkamer ontbreekt een zicht op de poorten van de garage, het openen en sluiten van deze poorten gebeurt blindelings vanuit de meldkamer, - de douche bevindt zich in de keuken, - het persluchtlokaal dient gereserveerd te blijven voor haar functie (geen opslag van kapotte lampjes, ), Actie: De gemeente onderzoekt, samen met de brandweer, de mogelijkheden om de kazernering aan te passen aan de hedendaagse mogelijkheden en behoeften van een brandweerkorps. Prioriteit: 2. Opgemaakt te Brussel op: Ingenieur-inspecteur ir. Angelique Reper Ingenieur-inspecteur ir. Jan De Saedeleer Adviseur-generaal ir. Stefaan Maekelberg 14/14