SMARTPHONES IN EEN WERKCONTEXT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SMARTPHONES IN EEN WERKCONTEXT"

Transcriptie

1 SMARTPHONES IN EEN WERKCONTEXT HET MODEREREND EFFECT VAN SOCIAAL GERELATEERD SMARTPHONEGEBRUIK ALS BUFFER OP WERKGERELATEERD SMARTPHONEGEBRUIK GEDURENDE DE VRIJE TIJD Arno Verbuyst Studentennummer: Promotor: dr. Marjolein Feys Copromotor: - Masterproef II voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Psychologie, afstudeerrichting Bedrijfspsychologie en Personeelsbeleid Academiejaar:

2 I Voorwoord Ik geef het toe, ik kan niet zonder mijn smartphone. Mijn smartphone is onmisbaar geworden in mijn leven. Ik doe er werkelijk alles mee Vroeger werd mijn GSM louter gebruikt om te communiceren met familie en vrienden, maar tegenwoordig kan ik er veel meer mee. Ik gebruik mijn smartphone om mijn s te checken, mijn agenda bij te houden, sociale media te gebruiken, foto s te nemen, etc. De mogelijkheden zijn ondenkbaar De smartphone zorgt er bovendien voor dat we overal en altijd kunnen antwoorden op berichten of mails. Dat brengt natuurlijk ook zijn negatieve kanten met zich mee. Vrienden en familie verwachten van me dat ik meteen antwoord op hun berichten. De mogelijkheid is er, waarom er geen gebruik van maken? Ik kan me al voorstellen hoe dit mijn professionele leven zal beïnvloeden. Wil flexibel zijn vandaag de dag zeggen dat je altijd en overal je mails van het werk zal beantwoorden? De toenemende populariteit, maatschappelijke relevantie en controversie rond dit onderwerp zette mij ertoe de impact van smartphonegebruik na te gaan op verschillende negatieve, maar ook positieve, werkgerelateerde uitkomsten in deze masterproef. In dit voorwoord wil ik even de tijd nemen om enkele personen te bedanken. Eerst en vooral wil ik mijn promotor én begeleidster Dr. Marjolein Feys bedanken. Zij gaf mij de mogelijkheid dit interessante en maatschappelijk relevante onderwerp te onderzoeken. Door haar constructieve feedback kon ik deze masterproef tot een goed einde brengen. Bovendien zorgde haar ervaring in wetenschappelijk onderzoek ervoor dat ik steeds bij iemand terecht kon met prangende vragen in verband met het uitvoeren van dit onderzoek. Daarnaast wil ik uitdrukkelijk de bereikbaarheid en beschikbaarheid van Marjolein in de kijker zetten door haar hiervoor te bedanken. Ondanks haar zwangerschap, tijdelijk

3 II verblijf in het buitenland en verandering van job, kon ik steeds bij haar terecht met vragen in verband met deze masterproef. Daarnaast wil ik iedereen bedanken die mijn vragenlijst ingevuld heeft. Een extra bedanking gaat uit naar alle vrienden, familieleden en kennissen die de vragenlijst verder gedeeld hebben op sociale media. Zonder al deze respondenten had ik nooit dit onderzoek kunnen uitvoeren. Mijn ouders verdienen ook genoemd te worden in deze masterproef. Zonder hen zou ik niet de mogelijkheid gehad hebben verder te studeren terwijl ik op een kot verbleef. Ook de vragen die ze elk weekend stelden om na te gaan hoe ver ik met mijn thesis gevlot was motiveerden mij er verder aan te werken. Ik wil ook graag mijn vrienden bedanken. Specifiek wil ik Ka Wai en Andreas bedanken om mij te motiveren door samen met mij te werken aan hun bachelor- of masterproef. Andreas heeft bovendien zijn kritische blik op deze masterproef geworpen ter controle. Tot slot wil ik graag Hakim bedanken. Ik wil hem bedanken om steeds in mij te blijven geloven en mij te helpen waar het mogelijk was. Niet enkel op vlak van deze masterproef, maar ook op andere vlakken in het leven. Jij bent en zal altijd mijn steun en toeverlaat zijn. Arno Verbuyst, Gent, mei 2017

4 III Abstract Smartphones zijn een onmisbaar deel van ons leven geworden. Ook op vlak van het werk zijn smartphones onontbeerlijk geworden. Smartphones zorgen ervoor dat werknemers voortdurend beschikbaar dienen te zijn voor het werk, ook tijdens de vrije tijd. Werknemers dienen zich echter te distantiëren van het werk om zich te kunnen herstellen en ontspannen. In deze studie onderzochten we het effect van werkgerelateerd smartphonegebruik op enkele relevante uitkomsten. Bovendien werd het modererend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik nagegaan. We veronderstelden dat sociaal gerelateerd smartphonegebruik zou optreden als buffer op de negatieve relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid (H1) enerzijds en work-family en family-work conflicten (H3) anderzijds. Sociaal gerelateerd smartphonegebruik zou daarentegen de positieve relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement versterken (H2). Via een online vragenlijst werd de data verzameld, waarvan de antwoorden van 117 respondenten weerhouden werden. Op basis van een hiërarchische lineaire regressieanalyse vonden we dat werkgerelateerd smartphonegebruik een significant en positief effect heeft op work engagement. Bovendien bleek sociaal gerelateerd smartphonegebruik hier ook op te treden als moderator, waardoor H2 deels bevestigd kon worden. De resultaten uit deze studie konden echter geen evidentie bieden voor H1 en H3. Wel werd er een significant negatief effect gevonden van werkgerelateerd smartphonegebruik op work-family conflict. Dit onderzoek droeg bij tot de groeiende literatuur omtrent smartphonegebruik voor het werk gedurende de vrije tijd.

5 IV Inhoudstafel Voorwoord...I Abstract...III Inhoudstafel...IV Lijstmettabellenenfiguren...VI Boundarytheory...4 WerkgerelateerdSmartphonegebruik...5 SociaalGerelateerdSmartphonegebruik...7 EmotioneleVermoeidheid...8 WorkEngagement...10 WorkHFamilyConflictenFamilyHWorkConflict...12 Methode...15 Procedureensteekproef...15 Meetinstrumenten...16 Smartphonegebruik...16 Emotionelevermoeidheid...16 Workengagement...17 WorkHfamilyconflictenfamilyHworkconflict...17 DataHanalyse...17 Resultaten...18 Discussie...26 Belangrijksteresultaten...26

6 V Theoretischeimplicaties...28 Praktischeimplicaties...30 Beperkingenentoekomstigonderzoek...32 Conclusie...35 Referenties...38 Bijlagen...46 Bijlage1 Onlinevragenlijst...46

7 VI Tabel 1. Tabel 2. Tabel 3. Lijst met tabellen en figuren Gemiddelden (M), Standaarddeviaties (SD) en correlaties tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen in deze studie (N=117) Hiërarchische lineaire regressie die emotionele vermoeidheid en work engagement voorspelt Hiërarchische lineaire regressie die work-family conflict en familywork conflict voorspelt Figuur 1. Het onderzoeksmodel. 3 Figuur 2. Het onderzoeksmodel en de onderzoekshypothesen. 14 Figuur 3. Het modererend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement. 23

8 1 Stel u voor: een leven zonder smartphones, is dit nog mogelijk in het jaar 2017? Vandaag de dag lijkt dit ondenkbaar, maar niet zo heel lang geleden was dit nog de normale gang van zaken. Het is pas sinds de jaren 90 dat de GSM zijn intrede maakte in ons leven. Anno 2017 heeft zo goed als iedereen een GSM, of beter gezegd een smartphone. De GSM is namelijk zo ver geëvolueerd dat we er werkelijk alles mee kunnen doen. Negentig procent van de Amerikaanse volwassen bevolking bezit een GSM en zelfs 64 % bezit een smartphone (Pew, 2014). We kunnen ons het leven niet meer voorstellen zonder onze smartphone, je zou zelfs kunnen stellen dat we er aan verslaafd zijn (Sokol, 2015). Iedereen is overal en altijd bezig met de smartphone. Op concerten gebeurt het wel eens dat de artiest vraagt om voor minstens één liedje alle GSM s weg te steken. In 2015 werd zelfs door de Oxford Dictionary een emoji tot het woord van het jaar gekozen ( Oxford Dictionaries' woord van het jaar is een emoticon, 2015). Zo zie je maar hoe groot de impact van smartphones is, het woord van het jaar is niet eens een woord meer Ook op de werkvloer is de smartphone onmisbaar geworden, je kan gemakkelijk je mails checken, altijd en overal. Dit wil zeggen niet enkel tijdens de gangbare kantooruren, ook in de vrije tijd is er de mogelijkheid mails in verband met het werk te lezen. In recent onderzoek introduceerde men hiervoor de term technology-assisted supplemental work (TASW) (Nixon & Specter, 2014). Of je deze mails ook effectief leest of niet is een persoonlijke keuze, maar de mogelijkheid bestaat en flexibiliteit is vandaag de dag een must. Werkgevers voorzien vaak een smartphone voor medewerkers, dit zou bijdragen tot hun collaboratie, productiviteit, snellere besluitvorming en meer flexibele werkschema s (Derks & Bakker, 2010). Van medewerkers wordt namelijk verwacht dat ze de temporele en spatiale flexibiliteit, die gepaard gaan met een smartphone, optimaal

9 2 benutten (Mazmanian et al., 2006). Zo belanden deze medewerkers in een staat van voortdurende beschikbaarheid (Derks & Bakker, 2010; Sonnentag, 2003), en zullen ze langere werkuren invullen, langer bezig zijn met werkeisen, een grotere werkdruk ervaren en minder tijd hebben om zich te kunnen herstellen (Sonnentag, 2003). De komst van de smartphone bracht niet enkel een grotere mate van flexibiliteit met zich mee, ook de mate van productiviteit, sociale connectie (American Psychological Association, 2013) en job satisfactie stegen hierdoor (Diaz, Chiaburu, Zimmerman, & Boswell, 2012). Medewerkers die de smartphone gebruiken voor meer dan enkel werkgerelateerde zaken, zouden met andere woorden een hogere mate van sociale connectie kunnen ervaren. Deze mate van sociale connectie zou als buffer kunnen dienen tegen de negatieve effecten van de smartphone, zoals emotionele vermoeidheid. Ragsdale & Hoover (2015) onderzochten reeds het bufferend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en enkele negatieve uitkomsten. Zo vonden ze onder andere evidentie voor het bufferend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op emotionele vermoeidheid, workfamily conflict en family-work conflict. Sociaal gerelateerd smartphonegebruik modereerde ook de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en een positieve uitkomst, namelijk work engagement. De enige uitkomst waarvoor men geen evidentie vond was de kwaliteit van de nachtrust. In deze studie zal de studie van Ragsdale & Hoover (2015) gerepliceerd worden aangezien dit slechts één keer onderzocht werd. Bijkomend onderzoek is dus nodig om te kijken of de resultaten robuust zijn. Wij zullen sleep quality of de kwaliteit van de nachtrust niet opnemen in dit onderzoek omdat Ragsdale & Hoover (2015) hier geen

10 3 evidentie voor vonden. In deze studie zullen de andere vier uitkomsten wel opgenomen worden, namelijk emotionele vermoeidheid, work engagement, work-family conflict en family-work conflict. Wij zullen dus, net zoals Ragsdale & Hoover (2015), kijken naar het modererende effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en deze vier uitkomsten. We beginnen met het bespreken van werkgerelateerd smartphonegebruik en sociaal gerelateerd smartphonegebruik. In deze studie is het belangrijk om duidelijk het verschil tussen deze twee termen aan te tonen, aangezien beide vormen van smartphonegebruik andere gevolgen hebben (Ragsdale & Hoover, 2015). Een meerwaarde van deze studie, en deze van Ragsdale & Hoover (2015), is het opnemen van sociaal gerelateerd smartphonegebruik. Andere onderzoeken hebben reeds de gevolgen van werkgerelateerd smartphonegebruik onderzocht waaronder langere werkuren, emotionele vermoeidheid, grotere werkdruk, etc. (Derks & Bakker, 2012; Sonnentag, 2003). Het aspect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik wordt echter vaak vergeten of bewust niet onderzocht. Sociaalgerelateerd smartphonegebruik Emotionele vermoeidheid Werkgerelateerd smartphonegebruik Workengagement Figuur 1. Het Onderzoeksmodel WorkHfamilyen familyhworkconflict

11 4 Boundary theory De Boundary Theory van Ashforth, Kreiner, & Fugate (2000) geeft weer hoe medewerkers omgaan met de grenzen tussen werk- en familie-domeinen. Deze grenzen dienen om de verschillende eisen horend bij de verschillende domeinen te kunnen behouden. Ashforth et al. (2000) definiëren het verwisselen tussen de twee domeinen (psychologisch, en waar mogelijk fysiek) als role transition. Deze role transition geeft weer hoe medewerkers uittreden uit de ene rol en intreden in de andere rol. De doelen, normen en waarden die gepaard gaan met een bepaalde rol noemt men de role identity (Ashforth et al., 2000). Hoe groter de verschillen tussen deze domeinen zijn, hoe moeilijker het zal zijn voor de medewerker om over te gaan van de ene rol naar de andere. Aan de hand van de Boundary Theory kunnen we de twee domeinen (werk en familie) op een continuüm plaatsen van segmentatie tot integratie (Nippert-Eng, 1996). Bij segmentatie zijn de role identities horend bij de verschillende domeinen zeer verschillend en de role boundaries zijn inflexibel en ondoordringbaar. Aan de andere kant van het continuüm bevindt zich integratie, daarbij zijn de role identities gelijkend op elkaar of weinig verschillend en de role boundaries zijn flexibel en doordringbaar. In de meeste gevallen kan het individu zelf de doordringbaarheid controleren van de role boundaries (Chesley, 2005). De stijging in flexibiliteit en doordringbaarheid van de role boundaries wordt vaak aanzien als een negatief gevolg van de smartphone. Het vervaagt de grenzen tussen werken familie-domein, zorgt voor een stijging in arbeidstijd en veroorzaakt meer work-family conflicten (Desrochers, Hilton, & Larwood, 2005). Er zijn echter ook auteurs die de

12 5 stijging in flexibiliteit aanzien als een positief gevolg van smartphones. Katz & Aakhus (2002) beweren dat smartphones het gemakkelijker maken om te multitasken bij taken die een minimale hoeveelheid aan aandacht vergen. Ling (2004) concludeert bovendien dat medewerkers die gebruik maken van een smartphone minder tijdsdruk ervaren. Over de gevolgen van de smartphone zijn er duidelijk meningsverschillen en onenigheden. Eén ding is alvast duidelijk, de komst van de smartphone heeft ervoor gezorgd dat de grenzen tussen het werk- en familie-domein vervagen. Werkgerelateerd Smartphonegebruik Met een smartphone kan je meer dan enkel bellen, je kan er ook mee surfen op het internet, je kalender bijhouden, taken beheren en veel meer. Het wordt echter vooral gebruikt om altijd en overal s te checken (Middleton, 2007), vooral dan in een werk context. Dat is ook waarom wij hiernaar zullen verwijzen via werkgerelateerd smartphonegebruik. In een werkgerelateerde context gaan smartphones bovendien gepaard met een verhoogde productiviteit, flexibiliteit en collaboratie (Derks & Bakker, 2010). Via de smartphone kunnen medewerkers zelfs met elkaar en het werk in contact blijven gedurende de vrije tijd (Boswell & Olson-Buchanan, 2007). Voor de komst van de smartphone hadden medewerkers meer controle over wanneer ze effectief met het werk bezig waren, maar door de komst van de smartphone komen ze terecht in een staat van voortdurende beschikbaarheid (Derks & Bakker, 2010; Sonnentag, 2003). Voortdurend beschikbaar zijn voor het werk, ook gedurende de vrije tijd, wordt de norm (Derks & Bakker, 2012). Hierdoor vervagen de grenzen tussen het werk- en familiedomein en is het moeilijker voor medewerkers om zich te distantiëren van het werk.

13 6 Wanneer medewerkers thuis na hun werkuren zich nog steeds engageren in werkgerelateerde zaken, zoals het checken van s op hun smartphone, zullen hun resources verder uitgeput raken (Marks, 1977; Meijman & Mulder, 1998). Met resources bedoelen we alles dat het bereiken van een doel vergemakkelijkt, zowel intern als extern (Halbesleben, Neveu, Paustian-Underdahl, & Westman, 2014). Dit alles valt onder de Resource Scarcity Theory die beweert dat individuen slechts een beperkte hoeveelheid aan resources bezit (Marks, 1977) omdat ze meerdere rollen moeten hanteren in verschillende omgevingen (Barnett & Hyde, 2001). Medewerkers die vaker de smartphone gebruiken gedurende de vrije tijd om op werkgerelateerde mails te reageren ervaren vaker work-family conflicten, omdat hun resources uitgeput raken. (Derks, ten Brummelhuis, Zecic, & Bakker, 2014). Het is belangrijk dat medewerkers zich s avonds en in het weekend kunnen losmaken van het werk. Dit losmaken van het werk wordt ook wel psychological detachment genoemd (Etzion, Eden & Lapidot, 1998) en zorgt ervoor dat medewerkers zich kunnen herstellen zodat hun resources niet uitgeput worden. Meijman en Mulder (1998) beschreven dit in hun Effort-Recovery Theory. Psychological detachment houdt in dat medewerkers stoppen met denken aan het werk, dat betekent dat ze niet met de smartphone mogen bezig zijn voor werkgerelateerde zaken want dit maakt het losmaken van het werk onmogelijk (Siltaloppi, Kinnunen, & Feldt, 2009). Door de smartphone nemen medewerkers het werk vaker mee naar huis, waardoor ze zich niet kunnen losmaken van het werk. Continu bezig zijn met het werk zonder tijd om zich te herstellen resulteert vaak in een hoge mate van emotionele vermoeidheid en heeft negatieve gevolgen op het welzijn van de medewerker (Van Hooff et al., 2006). Sonnentag & Fritz

14 7 (2007) vonden bovendien evidentie voor de positieve effecten van psychological detachment op de levenssatisfactie en het welzijn van medewerkers. Het is dus uitermate van belang dat medewerkers zich kunnen losmaken van het werk gedurende de vrije tijd. De manier waarop medewerkers herstellen van het werk kan verschillen van persoon tot persoon. Belangrijk is dat men zich ontspant en psychologisch distantieert van werkgerelateerde stressoren (Sonnentag & Fritz, 2007). Sociaal gerelateerd smartphone gebruik kan een mogelijke manier zijn voor medewerkers om zich te herstellen gedurende de vrije tijd. Sociaal Gerelateerd Smartphonegebruik Het hanteren van verschillende rollen hoeft niet altijd negatief te zijn, zoals gesteld in de Resource Scarcity Theory van Marks (1977). Een positief effect van verschillende rollen te hanteren in het werk- en familie-domein noemen Barnett & Hyde (2001) role accumulation. Bij role accumulation worden de resources die men ontwikkelt in de ene rol opnieuw gebruikt bij een andere rol en dat verbetert op zich de prestatie (Marks, 1977). Smartphones kunnen hier zeker en vast een rol in spelen, aangezien smartphones niet enkel voor werk gebruikt worden maar ook om sociale interacties aan te gaan via telefoneren, SMS en en sociale netwerken (zoals Facebook, Twitter, Instagram). Naar deze interacties zullen wij refereren als sociaal gerelateerd smartphonegebruik. Volgens Ragsdale & Hoover (2015) kan sociaal gerelateerd smartphonegebruik via role accumulation twee resources ontwikkelen, namelijk social support en technology-based communication skills. Social support kan optreden als buffer tegen de negatieve effecten van stress (Viswesvaran, Sanchez, & Fisher, 1999). Medewerkers

15 8 die vaak gebruik maken van sociaal gerelateerd smartphonegebruik zullen ook meer toegang hebben tot informatie (via telefoongesprekken, s, internet en cloud-opslag) en personen (familie, vrienden en collega s) (Ragsdale & Hoover, 2016). Bovendien zullen medewerkers die vaker hun smartphones gebruiken in de vrije tijd gemakkelijker kunnen omgaan met de technologieën die hiermee gepaard gaan. Via het role accumulation process zullen zij ook gemakkelijker met deze technologieën kunnen omgaan op hun werk, en dus gevorderdere technology-based communication skills ontwikkelen (Sieber, 1974). Zoals reeds werd vermeld kan sociaal gerelateerd smartphonegebruik bovendien een goede manier zijn om zich los te koppelen van het werk. Sociaal gerelateerd smartphonegebruik kan ervoor zorgen dat medewerkers zich ontspannen en mentaal distantiëren van het werk, Sonnentag & Fritz (2007) benadrukten deze twee aspecten bij psychological detachment. Bovendien vonden Derks & Bakker (2012) dat psychological detachment ervoor kan zorgen dat work-family conflicten gereduceerd worden en emotionele vermoeidheid verminderd kan worden. Emotionele Vermoeidheid Ragsdale & Hoover (2015) vonden ten eerste evidentie voor emotionele vermoeidheid als gevolg van werkgerelateerd smartphonegebruik. Emotionele vermoeidheid is een staat waarin men zich emotioneel doorgetrokken en vermoeid voelt door diens werk (Maslach & Jackson, 1981). Wanneer medewerkers zich niet kunnen losmaken van het werk, belemmert dit het herstel en zorgt dit voor meer vermoeidheid (von Thiele Schwarz, 2011). Siltaloppi, Kinnunen, & Feldt (2009) merkten reeds op dat

16 9 medewerkers zich moeilijk kunnen losmaken van het werk wanneer zij regelmatig de smartphone gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden. Bovendien laat werkgerelateerd smartphonegebruik een spillover van job demands toe van het werk- naar het familie-domein, waardoor het herstel gedurende de vrije tijd nog meer belemmerd wordt (Derks & Bakker, 2012). Wanneer het herstel te veel belemmerd wordt, kan dit uiteindelijk resulteren in emotionele vermoeidheid (Derks, Van Duin, Tims, & Bakker, 2015). Sociaal gerelateerd smartphonegebruik kan medewerkers helpen social support te ontwikkelen om beter om te gaan met deze job demands (Ragsdale & Hoover, 2015). Volgens de conservation of reasources theorie (COR) van Halbesleben et al. (2014) zoeken medewerkers effectief naar resources om hun doelen sneller te kunnen bereiken. De social support afkomstig uit bijvoorbeeld sociale netwerken kan optreden als dergelijke resource (Schaufeli & Taris, 2014) en zo medewerkers helpen beter om te gaan met job demands, waardoor ze minder emotioneel vermoeid zullen raken. Daar bovenop zorgt sociaal gerelateerd smartphonegebruik ervoor dat medewerkers zich kunnen ontspannen en zich mentaal kunnen distantiëren van het werk (Derks & Bakker, 2012). Zich ontspannen en zich mentaal distantiëren van het werk zijn namelijk de twee belangrijkste aspecten van psychological detachment (Sonnentag & Fritz, 2007). Bovendien kunnen medewerkers die zich niet losmaken van het werk sneller uitgeput raken (Fritz, Yankelevich, Zarubin, & Barger, 2010). We gaan er dus vanuit dat werkgerelateerd smartphonegebruik een negatief effect zal hebben op emotionele vermoeidheid. Bovendien verwachten we dat sociaal gerelateerd smartphonegebruik hier een bufferend effect op zal hebben, in die zin dat

17 10 medewerkers die vaker de smartphone gebruiken voor sociaal gerelateerde doeleinden minder emotioneel vermoeid zullen raken. Hypothese 1: Sociaal gerelateerd smartphonegebruik modereert de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid. Medewerkers die hoog scoren op sociaal gerelateerd smartphonegebruik zullen een minder groot effect ervaren van werkgerelateerd smartphonegebruik op emotionele vermoeidheid. Work Engagement Medewerkers die veel met het werk bezig zijn kunnen ook positieve gevolgen hiervan ervaren, zoals work engagement. Work engagement is een positieve werkgerelateerde geestestoestand (Schaufeli & Bakker, 2004) en gaat gepaard met gevoelens van energie, toewijding, en absorptie in het werk (Schaufeli, Salanova, González-Romá, & Bakker, 2002). We verwachten dat medewerkers die de smartphone frequent gebruiken voor werkgerelateerde zaken gedurende de vrije tijd een hogere mate van work engagement zullen ervaren, aangezien zij werk ervaren als een positieve ervaring. Geëngageerde medewerkers zien de smartphone namelijk als een mechanisme om meer geconnecteerd te zijn met het werk en om productiever aan het werk te gaan (MacCormick, Dery, & Kolb, 2012). Niet alle geëngageerde medewerkers zullen echter deze voordelen van de smartphone ervaren, smartphonegebruik wordt ook geassocieerd met technostress (Barber & Santuzzi, 2015), wat op zich work engagement kan belemmeren.

18 11 Eerder gaven we aan dat sociaal gerelateerd smartphonegebruik op twee manieren resources kan ontwikkelen, één daarvan was via technology-based communication skills. We verwachten dan ook dat hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers deze skills zullen ontwikkelen waardoor het voor hen makkelijker wordt taken uit te voeren via deze technology-based mediums. Dit gebeurt via het role accumulation process van Sieber (1974) waarbij resources die ontwikkeld worden in het familie-domein gehanteerd zullen worden in het werkdomein. Activiteiten uit de vrije tijd kunnen namelijk via positieve spillover een stijging teweegbrengen in work engagement (ten Brummelhuis & Bakker, 2012). Bovendien zijn geëngageerde medewerkers in staat te stoppen met het werk wanneer zij dit willen (in tegenstelling tot workaholics) en kunnen zij zich engageren in andere activiteiten, zoals hobby s en sociale activiteiten (Bakker, Demerouti, Oerlemans, & Sonnentag, 2013) of bijvoorbeeld sociaal gerelateerd smartphonegebruik. We verwachten dan ook dat hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers hun smartphone-skills kunnen gebruiken om prestaties te verbeteren door werkgerelateerd smartphonegebruik en hierdoor ook hun work engagement te verhogen. Laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers hebben daarentegen deze skills niet ontwikkeld en zullen het dus moeilijker hebben met werkgerelateerd smartphonegebruik waar work engagement onder zal lijden. Hypothese 2: Sociaal gerelateerd smartphonegebruik modereert de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement. De relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement zal positief zijn voor

19 12 hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers en negatief voor laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers. Work-Family Conflict en Family-Work Conflict Work-family conflict (WFC) en family-work conflict (FWC) bestaan uit een interrole conflict waarbij de eisen van het familie- en werk-domein niet overeenstemmen met elkaar, waardoor aspecten uit de ene rol de prestaties in de andere rol negatief beïnvloeden (Greenhaus & Beutell, 1985). In de literatuur wordt naar WFC en FWC soms ook gerefereerd als work-home interference of WHI en home-work intereference of HWI (Derks et al., 2015), wij zullen in deze paper gebruik maken van WFC en FWC. Workfamily conflict wordt veroorzaakt door aspecten van het werk die interfereren met het familiale domein, bij family-work conflict daarentegen zijn het aspecten van het familiedomein die het werk verstoren (Greenhaus & Beutell, 1985). Deze inter-role conflicten zorgen ervoor dat medewerkers zich tijdens hun vrije tijd niet kunnen distantiëren van het werk en het gebruik van een smartphone vergemakkelijkt het ontstaan van deze conflicten (Derks & Bakker, 2012). Gedurende de vrije tijd steeds bezig zijn met de smartphone voor werkgerelateerde doeleinden resulteert in WFC, resources uit het familie-domein moeten namelijk gebruikt worden voor werkgerelateerde doeleinden (Derks et al., 2014, 2015). Bovendien kunnen familiaal gerelateerde problemen ook interfereren met de prestaties die neergezet worden voor het werk indien men thuis werk verricht via de smartphone. Duxbury, Higgins, Smart & Stevenson (2014) beweren wel dat WFC vaker voorkomt dan FWC, omdat de effecten van werkgerelateerd smartphonegebruik groter zijn dan de

20 13 gevolgen van sociaal gerelateerd smartphonegebruik. Volgens Chesley (2005) heeft werkgerelateerd smartphonegebruik een invloed op WFC via 3 manieren: (1) medewerkers spenderen meer tijd aan werkgerelateerde zaken gedurende de vrije tijd, (2) er zijn hogere verwachtingen vanuit organisaties in verband met productiviteit, flexibiliteit en bereikbaarheid en (3) het is moeilijker voor medewerkers om zich psychologisch te distantiëren van het werk. Medewerkers die daarentegen frequent sociaal gerelateerd smartphonegebruik vertonen, kunnen via het role accumulation process (Sieber, 1974) beter behendig zijn met het integreren van beide rollen die gepaard gaan met work-family issues. Door het integreren van smartphonegebruik in het alledaagse leven, zullen bronnen en steun verkregen door het sociaal gerelateerd smartphonegebruik makkelijker kunnen worden ingezet in het alledaagse leven (Greenhaus & Powell, 2006). Hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers integreren namelijk de smartphone altijd al in hun dagelijkse leven, de smartphone daar bovenop integreren voor werkgerelateerde doeleinden zal dan ook geen bijkomend probleem vormen. Daarom verwachten wij dat hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers minder last zullen hebben van de negatieve effecten van werkgerelateerd smartphonegebruik op WFC en FWC. Laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers zullen hier meer problemen mee hebben aangezien zij minder behendig zijn in het integreren van de smartphone in het alledaagse leven. Hypothese 3: Sociaal gerelateerd smartphonegebruik modereert de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik met (1) WFC en (2) FWC. De positieve relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en WFC en FWC zal kleiner

21 14 zijn bij hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers dan bij laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers. Onderstaande figuur 2 geeft een samenvatting van de onderzoeksvragen uit deze studie. Sociaalgerelateerd smartphonegebruik Emotionele vermoeidheid (H1) Werkgerelateerd smartphonegebruik Workengagement (H2) WorkHfamilyen familyhworkconflict (H3) Figuur 2. Het onderzoeksmodel en de onderzoekshypothesen. Samengevat gaat deze studie na of er een modererend effect is van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en (1) emotionele vermoeidheid, (2) work engagement en (3) work-family en familywork conflicten. De reden waarom deze studie het onderzoek van Ragsdale & Hoover (2015) repliceert is omdat dit slechts één keer onderzocht werd. Het is belangrijk na te gaan of

22 15 deze resultaten wel robuust zijn. Bovendien is het interessant de rol van sociaal gerelateerd smartphonegebruik verder na te gaan. De smartphone is meer en meer een deel van ons leven aan het worden en wordt voor meerdere zaken gebruikt dan enkel werk. Onze smartphones staan altijd aan, we hebben de smartphone altijd en overal bij en controleren deze ook telkens we een melding krijgen van een nieuw bericht (Perlow, 2012). Deze studie draagt dan ook bij tot de beperkte, maar groeiende, literatuur omtrent de rol van sociaal gerelateerd smartphonegebruik. Methode Procedure en steekproef De data werd verzameld aan de hand van een online vragenlijst die in februari verspreid werd. De online vragenlijst werd opgesteld met behulp van het programma SurveyMonkey en werd gedeeld op sociale media waaronder Facebook, Twitter en LinkedIn. Op deze manier werden niet enkel respondenten uit mijn persoonlijk leefmilieu bereikt, omdat de vragenlijst op zich verder gedeeld werd door verscheidene respondenten. Het invullen van de vragenlijst nam ongeveer 15 minuten in beslag, wat uiteindelijk vrij lang leek aangezien het grote aantal uitvallers. De vragenlijst werd gericht naar werkende mensen, alhoewel enkele respondenten aangaven op dit moment niet actief te zijn op de arbeidsmarkt (gepensioneerd, werkloos of studerend). In totaal hebben 166 respondenten de vragenlijst ingevuld, waarvan 49 vroegtijdig afgehaakt hebben. Hierdoor bleven slechts 117 bruikbare respondenten over. Van deze 117 respondenten waren er 50 mannelijk (42.7%), de overige 67 waren vrouwelijk (57.3%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedroeg (SD = 10.26).

23 16 Slechts 5 respondenten gaven aan niet actief te zijn op de arbeidsmarkt (4.3%), aangezien zij hun antwoorden baseerden op vroegere werkervaringen kozen wij ervoor ze toch te betrekken bij de totale steekproef. In totaal had 67.5% een hoger diploma en bijna de helft had minder dan 5 jaar werkervaring (46.2%). Meetinstrumenten De meetinstrumenten voor smartphonegebruik, work-family en family-work conflict dienden vertaald te worden vanuit het Engels. De andere meetinstrumenten (voor emotionele vermoeidheid en work engagement) hadden reeds een Nederlandstalige versie. Smartphonegebruik. Werkgerelateerd smartphonegebruik werd gemeten via zelf-geconstrueerde schalen, geconstrueerd door Ragsdale & Hoover (2015), met 21 items ( =.87). Een voorbeeld hiervan is Ik moet thuis mijn GSM gebruiken om mijn werk uit te voeren. Sociaal gerelateerd smartphonegebruik werd ook gemeten via zelfgeconstrueerde schalen die geconstrueerd werden door Ragsdale & Hoover (2015), deze met negen items ( =.90). Een voorbeeld hiervan is Ik spreek constant met mijn familie via mijn GSM. Alle items werden beoordeeld aan de hand van een 5-punt Likertschaal die gaat van 1 (=helemaal niet akkoord) tot 5 (=helemaal akkoord). Emotionele vermoeidheid. De Maslach Burnout Inventory subschaal emotionele uitputting (Maslach, Jackson, & Leiter, 1996) werd gehanteerd om

24 17 emotionele vermoeidheid te beoordelen. Deze subschaal werd beantwoord op een 7-punt Likertschaal die gaat van 0 (=nooit) tot 7 (=altijd). De Cronbach s alpha was.85. Work engagement. Work engagement werd gemeten met behulp van de Utrechtse Bevlogenheidsschaal (Schaufeli & Bakker, 2003) ( =.94). Hierin werden drie dimensies ven bevlogenheid bevraagd, namelijk vitaliteit, toewijding en absorptie. Alle items werden beantwoord op een 7-punt Likertschaal die gaat van 0 (=nooit) tot 7 (=altijd). Work-family conflict en family-work conflict. De twee soorten conflicten werden beoordeeld door een bidirectioneel meetinstrument dat bestond uit 18 items (Carlson, Kacmar, & Williams, 2000). De 18 items werden onderverdeeld in 6 subschalen waarvan drie work-family conflict nagaan en drie family-work conflict. De Cronbach s alpha voor work-family conflict bedroeg.86, deze voor family-work conflict was.84. Alle items werden beoordeeld aan de hand van een 5-punt Likertschaal die gaat van 1 (=helemaal niet akkoord) tot 5 (=helemaal akkoord). Data-analyse Om de hypotheses in deze studie te onderzoeken, werd een lineaire regressieanalyse uitgevoerd. De demografische variabelen geslacht en leeftijd werden hierin opgenomen als mogelijke controlevariabelen. Om moderatie na te gaan werd de Baron & Kenny (1986) methode gehanteerd. Deze methode vereist een significant verband tussen de interactie-term (onafhankelijke variabele X moderator) en de afhankelijke variabele.

25 18 Hoofd-effecten van de onafhankelijke variabele en de moderator op de afhankelijke variabele zijn mogelijk, maar niet bepalend voor de moderatie-hypothese. Resultaten De gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties van de variabelen zijn weergegeven in Tabel 1. Wanneer we kijken naar de afhankelijke variabelen, zien we verscheidene significante verbanden. Zo vertoont emotionele vermoeidheid een negatieve samenhang met work engagement (r = -.24, p <.01). Geëngageerde werknemers zullen dus minder emotioneel vermoeid zijn dan werknemers die weinig geëngageerd zijn. Bovendien vertoont emotionele vermoeidheid een positieve samenhang met work-family conflict (r =.60, p <.01) en family-work conflict (r =.33, p <.01). Emotioneel vermoeide werknemers hebben vaker work-family en family-work conflicten dan respondenten die niet emotioneel vermoeid zijn. Family-work conflict hangt op zijn beurt negatief samen met work engagement (r = -.31, p <.01). Tussen work-family conflict en family-work conflict heerst ten slotte een positief verband (r =.68, p <.01). Wanneer we kijken naar de onafhankelijke variabele, zien we dat werkgerelateerd smartphonegebruik een positieve samenhang vertoont met de moderator sociaal gerelateerd smartphonegebruik (r =.40, p <.01). Een sterke correlatie tussen de onafhankelijke variabele en de moderator kan voor problemen in verband met colineariteit zorgen. Farrar & Glauber (1967) stelden echter dat een correlatie kleiner dan de arbitrair vooropgestelde waarde van.80 klein genoeg is om zich geen zorgen te maken over colineariteit. Verder heerst er een positieve correlatie tussen werkgerelateerd

26 19 Tabel 1 Gemiddelden (M), Standaarddeviaties (SD) en correlaties tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen in deze studie (N=117) Variabelen M SD Werkgerelateerd smartphonegebruik Sociaal gerelateerd smartphonegebruik ** - 3. Emotionele vermoeidheid Work engagement ** ** - 5. Work-family conflict **.22*.60** Family-work conflict ** -.31**.68** - N = 117. Emotionele vermoeidheid en Work engagement werden gemeten op een 7-puntschaal, de andere variabelen op een 5-puntschaal. * p <.05; ** p <.01.

27 20 smartphonegebruik en work engagement (r =.27, p <.01). Ook tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work-family conflict is er een even grote positieve correlatie waar te nemen (r =.27, p <.01). Respondenten die de smartphone vaak gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden ervaren vaker work-family conflicten dan respondenten die de smartphone minder vaak gebruiken voor het werk. Ten slotte valt er nog een positieve correlatie waar te nemen tussen sociaal gerelateerd smartphonegebruik en work-family conflict (r =.22, p <.05). Ten eerste veronderstelden we een interactie-effect van werkgerelateerd en sociaal gerelateerd smartphonegebruik op emotionele vermoeidheid (Hypothese 1). We verwachten dat werkgerelateerd smartphonegebruik een positief verband heeft met emotionele vermoeidheid, terwijl sociaal gerelateerd smartphonegebruik hier een bufferend effect op zou hebben. Hierbij kunnen twee hoofdeffecten verwacht worden, namelijk een positief verband tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid enerzijds en een negatieve relatie tussen sociaal gerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid anderzijds. Deze hoofdeffecten zijn echter niet bepalend voor het moderatie-effect. Hypothese 2 stelde een interactie-effect van beide types smartphonegebruik op work engagement. We veronderstellen dat werkgerelateerd smartphonegebruik een positief effect heeft op work engagement, dit verband zou versterkt kunnen worden door sociaal gerelateerd smartphonegebruik. Ook hier kan een positief verband verwacht worden tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement, alsook tussen sociaal gerelateerd smartphonegebruik en work engagement. Ten slotte verwachten we een interactie-effect van beide types smartphonegebruik op zowel work-family conflict (1) als family-work conflict (2) (Hypothese 3). We veronderstelden wederom een positief verband tussen

28 21 werkgerelateerd smartphonegebruik en beide conflicten, waarbij sociaal gerelateerd smartphonegebruik als buffer optreedt. Om deze hypothesen te testen werden eerst de controlevariabelen ingegeven in de regressievergelijking. In een tweede stap werden de gestandaardiseerde onafhankelijke variabele (werkgerelateerd smartphonegebruik) en moderator (sociaal gerelateerd smartphonegebruik) toegevoegd aan de vergelijking. Ten slotte werd in een derde stap de interactie-term toegevoegd om moderatie na te gaan. Om van een moderatie-effect te spreken, moet volgens Baron & Kenny (1986) enkel en alleen sprake zijn van een significant verband tussen de interactie-term en de afhankelijke variabele. De resultaten in Tabel 2 tonen aan dat geen enkele variabele significant gerelateerd is aan emotionele vermoeidheid. We zien enkel een klein negatief verband tussen leeftijd en emotionele vermoeidheid (ΔR 2 =.07, p <.05; = -.02, p <.05) in de eerste stap. Dit klein significant verband valt echter weg na de toevoeging van de andere variabelen in de volgende stappen. Hypothese 1 kan bijgevolg niet bevestigd worden op basis van de resultaten. Daarnaast werden geen hoofdeffecten van werkgerelateerd en/of sociaal gerelateerd smartphonegebruik teruggevonden. In het volgende deel van Tabel 2 zien we daarentegen wel een significant hoofd-effect van werkgerelateerd smartphonegebruik op work engagement (ΔR 2 =.08, p <.05; =.22, p <.05) in de tweede stap van de regressievergelijking. De -waarde veranderde nagenoeg niet toen de interactie-term werd opgenomen in de analyse ( =.23, p <.01) (de derde stap bij work engagement in Tabel 2). Werknemers die vaak de smartphone gebruiken voor werkgerelateerde zaken scoren hoger op work engagement dan respondenten die de smartphone minder vaak gebruiken voor het werk. In de derde stap bij work engagement

29 22 Tabel 2 Hiërarchische lineaire regressie die emotionele vermoeidheid en work engagement voorspelt Emotionele vermoeidheid Work engagement Model Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 1 Geslacht Leeftijd (in jaren) -.02* Stap 2 Werkgerelateerd smartphonegebruik *.23** Sociaal gerelateerd smartphonegebruik Stap 3 Werkgerelateerd X Sociaal gerelateerd * ΔR2.07* *.03* Adjusted R2.05* *.08* N = 117. De waarden in de tabel zijn niet-gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten (). * p <.05; ** p <.01.

30 23 kunnen we bovendien een significant effect van de interactie-term (ΔR 2 =.03, p <.05; = -.16, p <.05) waarnemen. Aan de hand van deze resultaten kunnen we Hypothese 2 deels bevestigen, die stelde dat sociaal gerelateerd smartphonegebruik optreedt als moderator in de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement. We veronderstelden dat de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement positief zou zijn voor hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers. Dit verband zou sterker zijn voor hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers. We merken hier echter dat laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers hoger scoren op work engagement wanneer zij de smartphone vaak gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden. Werknemers die hun smartphone niet vaak gebruiken voor werkgerelateerde en sociale gelegenheden, scoren lager op work engagement (Figuur 1). Het effect bij hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers is veel kleiner. Deze resultaten geven de impressie dat werkgerelateerd smartphonegebruik zou optreden als moderator in plaats van sociaal gerelateerd smartphonegebruik. 5 Work Engagement 4,5 4 3,5 3 2,5 Laag sociaal gerelateerd smartphonegebruik Hoog sociaal gerelateerd smartphonegebruik 2 Laag werkgerelateerd smartphonegebruik Hoog werkgerelateerd smartphonegebruik Figuur 3. Het modererend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik op de relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work engagement.

31 24 In Tabel 3 kunnen we een volgend hoofd-effect waarnemen, deze keer gaat het om een significant verband tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work-family conflict (ΔR 2 =.07, p <.05; =.17, p <.01). Wanneer de interactie-term echter wordt toegevoegd aan de analyse, is het resultaat niet meer significant op.05 niveau. Toch kunnen we concluderen dat het verband tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work-family conflict marginaal significant is met een waarde van.06 ( =.16). Er is daarentegen geen significant verband teruggevonden tussen de interactie-term en workfamily conflict, waardoor Hypothese 3 (deel 1) niet ondersteund wordt. Ten slotte toont Tabel 3 aan dat er geen significante verbanden gevonden werden tussen de verscheidene variabelen en family-work conflict. Met andere woorden kan hierdoor Hypothese 3 (deel 2) ook niet bevestigd worden.

32 25 Tabel 3 Hiërarchische lineaire regressie die work-family conflict en family-work conflict voorspelt Work-family conflict Family-work conflict Model Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 1 Geslacht Leeftijd (in jaren) Stap 2 Werkgerelateerd smartphonegebruik.17** Sociaal gerelateerd smartphonegebruik Stap 3 Werkgerelateerd X Sociaal gerelateerd ΔR * Adjusted R * N = 117. De waarden in de tabel zijn niet-gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten (). * p <.05; ** p <.01.

33 26 Discussie Belangrijkste resultaten Het doel van deze studie bestaat erin het modererend effect van sociaal gerelateerd smartphonegebruik als buffer te onderzoeken op de impact van werkgerelateerd smartphonegebruik. Hiermee willen we de resultaten van Ragsdale & Hoover (2015) repliceren om na te gaan of hun bevindingen robuust zijn. Ten eerste blijkt uit de resultaten in deze studie dat er geen significant verband waar te nemen valt tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid, noch tussen sociaal gerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid. Ook de interactie-term vertoont geen significant verband met emotionele vermoeidheid. Dit zorgt ervoor dat we Hypothese 1 niet kunnen bevestigen, aangezien de interactie-term niet significant gerelateerd is aan emotionele vermoeidheid. Ragsdale & Hoover (2015) verkregen echter andere resultaten, zij toonden aan dat werkgerelateerd smartphonegebruik een positief verband had met emotionele vermoeidheid, terwijl sociaal gerelateerd smartphonegebruik optrad als buffer. In onze studie kunnen we wel een hoge samenhang waarnemen tussen emotionele vermoeidheid en work-family conflict. Derks & Bakker (2012) toonden reeds aan dat work-family conflict positief gerelateerd is aan enkele aspecten van burnout (namelijk emotionele vermoeidheid en cynisme). De resultaten uit deze studie vinden geen evidentie voor een direct verband tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en emotionele vermoeidheid, mogelijks zijn ze indirect verbonden via work-family conflict. Ten tweede tonen de resultaten aan dat werkgerelateerd smartphonegebruik een positief verband heeft met work engagement. Uit de resultaten blijkt bovendien dat

34 27 sociaal gerelateerd smartphonegebruik een modererend effect heeft op deze relatie. Dit is in lijn met de verwachtingen van Hypothese 2 en komt deels overeen met de bevindingen van Ragsdale & Hoover (2015). Ragsdale & Hoover (2015) vonden dat hoog sociaal gerelateerde smartphonegebruikers meer work engagement ervaren wanneer ze daar bovenop vaak de smartphone gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden, in vergelijking met laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers. De resultaten in deze studie geven echter een ander effect weer. Laag sociaal gerelateerde smartphonegebruikers ervaren meer work engagement wanneer ze vaak de smartphone gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden dan wanneer ze de smartphone minder gebruiken voor werkgerelateerde zaken. Dit kan te wijten zijn aan de hogere verwachtingen die gesteld worden aan werknemers op vlak van engagement (MacCormick et al., 2012). Door de komst van de smartphone wordt meer en meer verwacht dat je voortdurend beschikbaar bent. Wat gepaard gaat met langer werken en werken gedurende de vrije tijd. Beide zijn eigenschappen die, wanneer bekeken uit een behavioristisch standpunt, gepaard gaan met work engagement (Schaufeli, et al., 2002). Door deze verwachtingen van voortdurende beschikbaarheid zullen werknemers de smartphone vaker gebruiken voor werkgerelateerde doeleinden waardoor ze een hogere mate van work engagement vertonen, louter omdat ze langer en meer aan het werk zijn. Toch is een hoge mate van engagement niet altijd goed, werknemers kunnen ook overgeëngageerd raken (MacCormick et al., 2012). In deze studie werd echter geen onderscheid gemaakt tussen work engagement en overengagement. Ten derde kan er een positieve relatie waargenomen worden tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en work-family conflict. Personen die vaak hun

35 28 smartphone gebruiken voor werkgerelateerde zaken tijdens de vrije tijd, ervaren meer work-family conflicten. Net zoals Derks & Bakker (2012) alreeds aantoonden vergemakkelijkt het gebruik van de smartphone het ontstaan van dergelijke conflicten. Het feit dat sociaal gerelateerd smartphonegebruik hier als buffer kan optreden werd echter niet aangetoond door de resultaten uit deze studie, waardoor Hypothese 3 (deel 1) niet bevestigd kan worden. Integendeel tot het work-family conflict, tonen de resultaten geen enkele verbanden aan met family-work conflict. Hierdoor kan deel 2 van Hypothese 3 evenmin bevestigd worden. Dit is in lijn met de bevindingen van Duxbury et al. (2014), zij beweren dat work-family conflicten vaker voorkomen dan family-work conflicten. De impact van werkgerelateerd smartphonegebruik zou volgens hen groter zijn dan de impact van sociaal gerelateerd smartphonegebruik, wat bekrachtigd wordt in deze studie. Wij vinden namelijk meer evidentie voor het werk dat conflicten veroorzaakt in de familiale context, dan andersom. Theoretische implicaties De resultaten uit deze studie doen vragen rijzen op vlak van de repliceerbaarheid van de Ragsdale & Hoover (2015) studie. Het role accumulation proces van Barnett & Hyde (2001) lijkt niet zo geschikt om de positieve effecten van sociaal gerelateerd smartphonegebruik na te gaan. De boundary theory van Ashforth et al. (2000) kan echter aanzien worden als een nuttig raamwerk voor smartphonegebruik in een werkgerelateerde context. Werkgerelateerd smartphonegebruik gaat volgens deze studie namelijk gepaard met meer work-family conflicten. Net zoals Derks & Bakker (2012) reeds aantoonden, kunnen we hieruit vaststellen dat het gebruik van de smartphone voor werkgerelateerde

36 29 zaken het makkelijker maakt voor work-family conflicten om op te treden. Door het toenemende gebruik van de smartphone voor het werk, wordt het steeds moeilijker de doordringbaarheid van de role boundaries zelf te controleren. Van werknemers wordt namelijk verwacht dat ze werk en familie integreren, ook wanneer de role boundaries eerder inflexibel en ondoordringbaar zijn. Dit spreekt de bevindingen van Chesley (2005) tegen, zij beweerde dat het individu meestal zelf de doordringbaarheid van de role boundaries kan controleren. De rol van werkgerelateerd smartphonegebruik speelt volgens onze resultaten bovendien een rol bij het engageren van werknemers. Werknemers die de smartphone vaker gebruiken voor werkgerelateerde zaken, zijn ook geëngageerder dan werknemers die de smartphone minder vaak gebruiken voor het werk. Volgens MacCormick et al. (2012) zien geëngageerde medewerkers de smartphone als een mechanisme om meer geconnecteerd te zijn met het werk en om productiever aan het werk te gaan. Een hogere score op work engagement kan ook te wijten zijn aan de hogere verwachtingen die gesteld worden aan werknemers op vlak van voortdurende beschikbaarheid (MacCormick et al., 2012). Voortdurend beschikbaar zijn gaat gepaard met langer werken en werken gedurende de vrije tijd, wat beide eigenschappen zijn van work engagement (Schaufeli et al., 2002). De vraag die we ons nu kunnen stellen, en die toekomstig onderzoek kan onderzoeken, is hoe de verwachtingen van werkgevers op vlak van voortdurende beschikbaarheid en smartphonegebruik een invloed uitoefenen op het vertonen van work engagement. Werknemers kunnen namelijk work engagement vertonen louter omdat ze langer werken en werken gedurende de vrije tijd door het gebruik van de smartphone voor het werk na de werkuren.

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk Switching on and off De impact van smartphone gebruik op het welzijn van de werknemer Daantje Derks Erasmus Universiteit Rotterdam Opzet presentatie Algemeen theoretisch kader Aanleiding/observaties Begripsverheldering

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Nee hoor, zeg het maar

Nee hoor, zeg het maar Nee hoor, zeg het maar Een kwantitatief surveyonderzoek naar de relatie tussen werkgerelateerd smartphone gebruik buiten werktijd en burn-out verschijnselen. Naam: Norie klein Goldewijk Studentnummer:

Nadere informatie

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 De rol van de leerkracht en het team in het optimaliseren van professionele ontwikkeling en bevlogenheid binnen vakgroepen Katrien Vangrieken Onderzoeksrationale Geëngageerde

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Onderzoeksrapport professionals en burn-outs

Onderzoeksrapport professionals en burn-outs Onderzoeksrapport professionals en burn-outs Lysanne van Schaik Master Strategisch Human Resource Management Universiteit Utrecht Bron: masterscriptie professionalism als uitdaging tegen burn-out 06-19853602

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

De kunst bevlogen te blijven

De kunst bevlogen te blijven De kunst bevlogen te blijven De rol van persoonlijke hulpbronnen in het welbevinden van jonge veterinaire professionals Nederlandstalige samenvatting Het psychisch welzijn van dierenartsen en andere zorgprofessionals

Nadere informatie

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 INTRODUCTIE Competitief voordeel Werknemers maken het verschil Innovatie Creativiteit

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners Colloquium psychosociale risico s Brussel, 23-09-2014 dr Sofie Vandenbroeck 2 Opdrachtgevers Federale

Nadere informatie

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren WERKBEVLOGENHEID BIJ WETHOUDERS 1 Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en Emotionele Werkstressoren Work Engagement of Municipal Executive Councillors:

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven?

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Bevlogenheid en burn-out in de zorgsector Lode Godderis Projectverantwoordelijken: Prof. Dr. Lode Godderis 1,4 Projectleider: Dr. Sofie Vandenbroeck 1,4 ONDERZOEKSTEAM

Nadere informatie

Bevlogen aan het werk!

Bevlogen aan het werk! Bevlogen aan het werk! Werkplezier binnen de zorgsector Scholingsdag CNV Utrecht, 16 november 2010 Mark van de Grift, MSc Ons werk is veranderd Van Naar Fysieke arbeid Mentale en emotionele arbeid Extern

Nadere informatie

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels Masterscriptie 2011/2012, 20050040209-3 Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Docenten: Maria Peeters en Ilona van Beek 23 juni 2012 Job crafting: Het crossover effect van

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid; de wereld verandert en wij gaan mee

Duurzame inzetbaarheid; de wereld verandert en wij gaan mee Masterthesis Duurzame inzetbaarheid Faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoeksbegeleider: Dr. V. Brenninkmeijer 13 juli 2011 Tweede beoordelaar: MSc J. Akkermans Aantal woorden: 9763 Utrecht, Universiteit

Nadere informatie

SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE

SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE 1 SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE SECONDARY TRAUMATIC STRESS AT THE BELGIAN POLICE Maarten Ceulemans Eerste begeleider Dr.

Nadere informatie

VAN KANTOOREILAND NAAR THUISKANTOOR

VAN KANTOOREILAND NAAR THUISKANTOOR Running head: VAN KANTOOREILAND NAAR THUISKANTOOR VAN KANTOOREILAND NAAR THUISKANTOOR Een onderzoek naar het effect van de vrijheid van het indelen van de eigen werkdag naar plaats en tijd op het werk-leven

Nadere informatie

De terugkeer van vrouwen op de werkvloer na de geboorte van het eerste kind: conflict tussen privé en werk, job crafting en het welzijn.

De terugkeer van vrouwen op de werkvloer na de geboorte van het eerste kind: conflict tussen privé en werk, job crafting en het welzijn. Universiteit Utrecht Master Psychologie, Arbeids- en Organisatiepsychologie Thesis De terugkeer van vrouwen op de werkvloer na de geboorte van het eerste kind: conflict tussen privé en werk, job crafting

Nadere informatie

Rapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid

Rapportage onderzoek. Leiderschap en Bevlogenheid Rapportage onderzoek Leiderschap en Bevlogenheid 2013-2014 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie onderzoek...2 Doelen van het onderzoek...2 Procedure van het onderzoek...2 Resultaten...3 Kenmerken deelnemers

Nadere informatie

Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps

Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps Dhr. Karel de Groot, Politie Brabant-Noord Drs. Maggie (Machteld) van den Heuvel, UU Prof. dr. Eva Demerouti, Dr. Maria

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

WBSQ Results 1 3/16/2016

WBSQ Results 1 3/16/2016 WBSQ Results 1 3/16/2016 VRAGENLIJST BURNOUT EN WERKBELEVING - Sociaal-contactuele beroepen PERSOONLIJKE RAPPORTAGE Naam Persoon XYZ Afnamedatum 16 Maart 2016 15:57:00 WBSQ Results 2 3/16/2016 Voor de

Nadere informatie

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone 7 oktober 2017 Onderzoek: 10 jaar smartphone Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

ALWAYS ON, ALWAYS AVAILABLE

ALWAYS ON, ALWAYS AVAILABLE Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2014 2015 Eerste examenperiode ALWAYS ON, ALWAYS AVAILABLE DE INVLOED VAN INTENSIEF SMARTPHONEGEBRUIK OP DE RELATIE TUSSEN WERK-THUIS SEGMENTATIE

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde

Nadere informatie

Hoe medewerkers bevlogen aan het werk houden?

Hoe medewerkers bevlogen aan het werk houden? Hoe medewerkers bevlogen aan het werk houden? Hoe medewerkers bevlogen aan het werk houden? Bevlogenheid en burn-out in België Uitdagend werk, positieve relaties met collega s en leidinggevenden, opleidingsmogelijkheden

Nadere informatie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Achtergrond informatie Quickscan Bevlogenheid Bezoek onze website op Twitter mee via @Activeliving93 Linken? Linkedin.com/company/active-living-b.v. Bezoekadres Delta 40 6825 NS Arnhem Altijd ~ Overal

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Het combineren van werk en privé: vermoeidheid en prestatieverlies of gewoon goed herstellen?

Het combineren van werk en privé: vermoeidheid en prestatieverlies of gewoon goed herstellen? Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie, Universiteit Utrecht THESIS Het combineren van werk en privé: vermoeidheid en prestatieverlies of gewoon goed herstellen? Nikki Reuvers 0478938

Nadere informatie

Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit?

Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit? Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit? De relatie tussen social media gebruik (werkgerelateerd en privé) en het welbevinden van werknemers. The relationship between social media

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen Nationale Dagen Arbeidsgeneeskunde 29-11-2013 Dr Sofie

Nadere informatie

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen

Nadere informatie

Response 879 entries, vanwege te veel missende waarden uiteindelijk 563 bruikbare responses

Response 879 entries, vanwege te veel missende waarden uiteindelijk 563 bruikbare responses Onderzoeksvraag Wat is het effect van social media op de interne communicatie? Methode Oproep via sociale media om enquête in te vullen, gevraagd om RT Response 879 entries, vanwege te veel missende waarden

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Burn-out en bevlogenheid bij basisschooldocenten

Burn-out en bevlogenheid bij basisschooldocenten UNIVERSITEIT TWENTE Burnout en bevlogenheid bij basisschooldocenten Welk effect hebben Job Demands en Job Resources op burnout en bevlogenheid bij basisschooldocenten? Julia Fietzek, s1162829 24.06.2014

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Job Demands-Resources Interventions

Job Demands-Resources Interventions Job Demands-Resources Interventions Nederlandse samenvatting Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC Introductie Bijna een decennium geleden ontstond de meest recente financiële crisis die tot op de dag van

Nadere informatie

De Relatie tussen Werk-Familie Segmentatie of Integratie en Werkprestatie: De Rol van Werk-Familie Facilitatie en Werkplaatsondersteuning

De Relatie tussen Werk-Familie Segmentatie of Integratie en Werkprestatie: De Rol van Werk-Familie Facilitatie en Werkplaatsondersteuning UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2013-2014 Eerste Examenperiode De Relatie tussen Werk-Familie Segmentatie of Integratie en Werkprestatie: De Rol van Werk-Familie

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Is niet-werkgerelateerd smartphonegebruik een vloek of een zegen voor het welzijns- en prestatieniveau? Psychologische ontkoppeling als mediator

Is niet-werkgerelateerd smartphonegebruik een vloek of een zegen voor het welzijns- en prestatieniveau? Psychologische ontkoppeling als mediator FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Is niet-werkgerelateerd smartphonegebruik een vloek of een zegen voor het welzijns- en prestatieniveau? Psychologische ontkoppeling als mediator MASTER IN DE

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Vragenlijst mentale vitaliteit. Koninklijke Burger Groep B.V.

Vragenlijst mentale vitaliteit. Koninklijke Burger Groep B.V. Vragenlijst mentale vitaliteit Koninklijke Burger Groep B.V. 1 Inleiding 365goesting heeft een valide en betrouwbare vragenlijst om de mentale vitaliteit van medewerkers en organisaties te meten. Deze

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) In de laatste decennia is de arbeidsparticipatie van vrouwen gestegen (SCP, 2006). Een gevolg hiervan is de afname van het aantal traditionele huishoudens waarin de man

Nadere informatie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Active Living B.V. Delta 40 6825 MS Arnhem 026-7410410 Vragenlijst Mentale Vitaliteit De vragenlijst Mentale Vitaliteit, ofwel Quickscan

Nadere informatie

Wat is burnout? Omschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen. Inhoud presentatie. 1.1. Wat is burnout? ( opgebrand, uitgeblust ) Verschil met...

Wat is burnout? Omschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen. Inhoud presentatie. 1.1. Wat is burnout? ( opgebrand, uitgeblust ) Verschil met... Wat is burnout? Omschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen Prof. Dr. Hans De Witte WOPP O2L Fac. Psychologie & Ped. Wet. - KU Leuven Vervolmakingscyclus Verzekeringsgeneeskunde 18 Februari 2015 Gasthuisberg,

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen Studiedag pijnverpleegkundigen NVKVV 28/03/2014 Mevr. Stefanie

Nadere informatie

Running Head: SMARTPHONE>ACTIVITEITEN>DETACHMENT>HERSTEL

Running Head: SMARTPHONE>ACTIVITEITEN>DETACHMENT>HERSTEL De Impact van Smartphone Gebruik na het Werk op Herstelactiviteiten en Ervaren Herstel en de rol van Psychologisch Detachment als Mediator M. Feenstra Open Universiteit Naam student: M. Feenstra Studentnummer:

Nadere informatie

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Een benchmarkstudie naar de relatie met jobtevredenheid, verzuim en verloopintenties Een jaar geleden, op 1 juli 2002, is de Wet op Welzijn op het Werk

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Op zoek naar een duurzame work in life balance

Op zoek naar een duurzame work in life balance Op zoek naar een duurzame work in life balance Een onderzoek naar determinanten van werkengagement, werkverslaving en werk-privé vervlechting Prof. Dr. Peggy De Prins De vlag en de lading De hefbomen Balans

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Juli 2010 Universiteit Utrecht

Juli 2010 Universiteit Utrecht Juli 2010 Universiteit Utrecht Regulatie focus & fit: De invloed van regulatie focus op de relatie tussen werkkenmerken en welzijnsindicatoren en de invloed van regulatie fit op de relatie tussen regulatie

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Work Engagement Scan

Work Engagement Scan Voorbeeld Groepsoverzicht 1 Work Engagement Scan Organisatie Y PiCompany BV T 030 20 40 800 E info@picompany.nl Over de Work Engagement Scan 2 Weten hoe bevlogen mensen zijn Bevlogen werknemers presteren

Nadere informatie

Onderzoek over de samenhang van doeloriëntaties, burnout en bevlogenheid van Nederlandse Leraren

Onderzoek over de samenhang van doeloriëntaties, burnout en bevlogenheid van Nederlandse Leraren Onderzoek over de samenhang van doeloriëntaties, burnout en bevlogenheid van Nederlandse Leraren Research on the relation between goal-orientations, burnout and work-engagement among Dutch teachers Inken

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Voortdurend onderweg naar morgen.

Voortdurend onderweg naar morgen. Voortdurend onderweg naar morgen. https://www.youtube.com/watch?v=uaxwm3svc7o Waar bent u naar onderweg? De pauze? Het weekend? Iets doen? Carrière? De business case? 2020? Waarmaken van eigen droom? Plezier

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers:

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers: Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 24-8-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde werkenergiebalans.

Nadere informatie

Vitaal personeel. Wilmar Schaufeli. Universiteit Utrecht. Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1

Vitaal personeel. Wilmar Schaufeli. Universiteit Utrecht. Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1 Vitaal personeel Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1 Curatie Preventie Amplitie Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 2 Leidt geluk tot succes

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Psychosociale belasting en bevlogenheid

Psychosociale belasting en bevlogenheid Psychosociale belasting en bevlogenheid Landelijke VGWM dag 8 maart 2007 Willem van Rhenen Chief medical officer ArboNed Programma 1 psychosociale belasting in de traditionele arbozorg 2 psychosociale

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

De psychosociale gezondheid van politiepersoneel

De psychosociale gezondheid van politiepersoneel De psychosociale gezondheid van politiepersoneel Hoe staat het? Wat maakt het? En wat kraakt het? Prof.dr. Toon Taris 1 Introductie Politie is in beweging (bv overgang Nationale Politie) en staat in het

Nadere informatie

Ervaar de verandering

Ervaar de verandering Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie Ervaar de verandering Een onderzoek naar het effect van organisatieverandering op gevolgen van werkstress, bevlogenheid en de invloed van

Nadere informatie

Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek

Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste examenperiode Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek Masterproef neergelegd tot het

Nadere informatie

Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J

Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J Dr. Daantje Derks Smart Government, 18 juni 2015 Focus psychologie Negatief Ziekteverzuim, verslaving, afwezigheid op het werk, trainingen Meer

Nadere informatie

Onderzoeksrapport MASS. Fase 1

Onderzoeksrapport MASS. Fase 1 Onderzoeksrapport MASS Media adolescenten sociale steun stress Fase 1 1 Beste directieleden en leerkrachten, Enkele maanden geleden nam uw school deel aan de eerste fase van het MASS-onderzoeksproject.

Nadere informatie

LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC

LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC LEREN OP DE WERKVLOER Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC DE WERELD VERANDERT In tijden waarin maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen elkaar in hoog tempo opvolgen, neemt veranderen,

Nadere informatie

Authenticiteit, welzijn en prestaties

Authenticiteit, welzijn en prestaties Authenticiteit, welzijn en prestaties De rol van authenticiteit in de relatie tussen werkcondities, welzijn en prestaties. Naam: Ruben van Hoof Studentnummer: 3149234 E-mailadres: rubenvanhoof@gmail.com

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Job crafting op basis van een online feedback instrument

Job crafting op basis van een online feedback instrument Job crafting op basis van een online feedback instrument Theoretische achtergrond Toepasbaarheid Resultaten Aan het werk! Groepsopdracht / discussie Theoretische achtergrond (1) Job crafting 1.0: Fysieke

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur. Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke

Nadere informatie

De relatie tussen werkgerelateerd. smartphonegebruik en werktevredenheid. en de invloed van de segregatiewens- en. norm op deze relatie

De relatie tussen werkgerelateerd. smartphonegebruik en werktevredenheid. en de invloed van de segregatiewens- en. norm op deze relatie De relatie tussen werkgerelateerd smartphonegebruik en werktevredenheid en de invloed van de segregatiewens- en norm op deze relatie Oskar D Wolthoorn 10576134 Universiteit van Amsterdam, Arbeids- en Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer

De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer Laura Honshorst Studentnummer: 10553096 Email: laura.honshorst@gmail.com Bachelor scriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam Begeleider: Matthijs

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018 MEDEWERKERSONDERZOEK NIEUW WOELWIJCK RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het Medewerkersonderzoek binnen Nieuw Woelwijck, als aanvulling op de online dashboard rapportage. NIEUW WOELWIJCK

Nadere informatie

Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten

Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten Dr. Rob Hoedeman, bedrijfsarts BG-Dagen, 9.6.2017 Programma Introductie Wat zijn stress, coping en mentale weerbaarheid?

Nadere informatie

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Hans Vermeersch(*) en Pieter De Pauw(**) (*) Expertisecentrum Sociale Innovatie,

Nadere informatie

WERKVERMOGEN NA KANKERBEHANDELING: WAT HELPT WERKENDEN VERDER?

WERKVERMOGEN NA KANKERBEHANDELING: WAT HELPT WERKENDEN VERDER? WERKVERMOGEN NA KANKERBEHANDELING: WAT HELPT WERKENDEN VERDER? RESULTATEN VAN EEN SYSTEMATISCHE LITERATUUR REVIEW INGRID BOELHOUWER, WILLEMIJN VERMEER & TINKA VAN VUUREN 9 NOVEMBER 2018 1 WERK NA KANKER

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie