Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Gemeente Dongen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Gemeente Dongen"

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Dongen. Nr. CVDR18283_1 12 september 2017 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Gemeente Dongen Voorwoord Voor u ligt de nota toezicht en handhavingsbeleid kinderopvang gemeente Dongen. Op grond van de Wet kinderopvang is het college verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van de kindercentra en gastouderbureaus. De gemeente geeft middels de nota aan op welke wijze wordt toegezien op de naleving van de kwaliteitsregels voor kinderopvang. De wet bepaalt dat elk kindercentrum en gastouderbureau jaarlijks wordt gecontroleerd. De uitvoering van het toezicht op de kwaliteit ligt bij de GGD. Vanaf 3 april 2008 zijn de gewijzigde Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang van kracht. Dit houdt in dat de gemeente op basis van de nieuwe regels dient te handhaven. Het is belangrijk om vast te leggen hoe de gemeente met overtredingen omgaat, zodat consequent opgetreden kan worden bij bepaalde overtredingen. Tevens schept het duidelijkheid voor de toezichthouder van de GGD, de houder van kindercentra of gastouderbureaus en de ouders over de wijze van handhaven. Voor het uitvoeren van het lokale handhavingsbeleid wordt gebruik gemaakt van het in eerste aanleg door de VNG opgestelde afwegingsmodel handhaving kinderopvang. In dit model staat duidelijk weergegeven waaraan een kindercentrum of gastouderbureau moet voldoen per kwaliteitsaspect. Afhankelijk van het belang en de mate waarin een kindercentrum of gastouderbureau niet voldoet aan het kwaliteitsaspect wordt er een handhavingstraject ingezet. 1.Wettelijk kader Voor wat betreft de kwaliteit van kindercentra en gastouderopvang is de volgende wet- en regelgeving van belang. Wet kinderopvang Op 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang inwerking getreden. De Wet kinderopvang legt de verantwoordelijkheid voor de capaciteit van de kinderopvang en het bieden van voldoende kwaliteit bij de houders van de kindercentra. De gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor het handhaven van deze kwaliteit van de kinderopvang. De wettelijke kwaliteitseisen zijn uitputtend van aard. Er is dus geen ruimte voor aanvullende gemeentelijke regelgeving. Regeling Wet kinderopvang In de Wet Kinderopvang is in een aantal artikelen de mogelijkheid opgenomen om nadere regels te stellen met name voor uitvoering van de gemeentelijk taken. Deze uitvoeringsregels zijn opgenomen in de Regeling Wet kinderopvang. Beleidsregels kwaliteit kinderopvang De aangepaste beleidsregels kwaliteit kinderopvang zijn per 3 april 2008 van kracht. De beleidsregels geven uitleg aan de globale kwaliteitsnormen van de wet. Ze zijn echter niet algemeen bindend. Houders van kindercentra of gastouderbureaus mogen afwijken van de regels. De houder dient dan aan de toezichthouder van de GGD aannemelijk te maken dat hij op een gelijkwaardige of betere wijze verantwoorde kinderopvang aanbiedt en op die manier toch voldoet aan het doel van de specifieke eis waarvan hij afwijkt. Beleidsregels werkwijze toezichthouder De beleidsregels werkwijze toezichthouder zijn opgesteld ter uitvoering van het toezicht. Uitgangspunt van de Wet kinderopvang en de op grond daarvan vastgestelde Beleidsregels werkwijze toezichthouder is dat een kindercentrum of gastouderbureau jaarlijks wordt geïnspecteerd. Daarbij vindt tenminste overleg plaats met de houder, personeel en met één of meer vertegenwoordigers van de oudercommissie. Tevens vindt er overleg plaats met de gemeente waar het betreffende kindercentrum of gastouderbureau is gevestigd. Verordening Wet kinderopvang gemeente Dongen De gemeente is verantwoordelijk voor het verstrekken van een gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang voor in de wet omschreven doelgroepen. Op 11 november 2004 is de verordening Wet kinderopvang gemeente Dongen vastgesteld. In de verordening zijn de bepalingen opgenomen voor het doelgroepenbeleid. 2.Verschillende soorten kinderopvang De kinderopvang heeft de taak om kinderen tussen de 0 en 12 jaar verantwoord op te vangen. Dit betekent opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Er zijn vijf vormen van de kinderopvang mogelijk: 1.Dagopvang Deze vorm van opvang is voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Zij worden gedurende het gehele jaar één of meer dagdelen per week opgevangen. 1

2 2.Buitenschoolse opvang Dit betreft opvang voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar voor en na schooltijd, gedurende de vakanties en tijdens studie en adv dagen van leraren. 3.Gastouderopvang Bij deze vorm van opvang worden de kinderen in de woning van de gastouder of vraagouder opgevangen. Er kunnen door de gastouder vier kinderen (exclusief de eigen kinderen) opgevangen worden. Onder de Wet kinderopvang vallen enkel de gastouders die aangemeld zijn bij een geregistreerd gastouderbureau. De Wet kinderopvang vereist voor het gastouderbureau alleen registratie in de gemeente waar het kantoor van het gastouderbureau is gevestigd. 4.Ouderparticipatieopvang Ouderparticipatieopvang betreft opvang waarbij een groep ouders beurtelings de kinderen van de groep opvangt. Deze vorm van opvang valt onder de Wet kinderopvang. Zij dienen te voldoen aan alle kwaliteitseisen, behalve de verplichting om gekwalificeerd personeel en een oudercommissie te hebben. 5.Innovatieve gastouderopvang Op 27 april 2005 is het Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in werking getreden. Het besluit heeft de duur van maximaal vier jaar met mogelijk een verlenging met ten hoogste twee jaar. Deze opvang biedt plaats aan maximaal zes (in plaats van vier) niet-eigen kinderen en mag in een andere ruimte dan het woonverblijf (bijvoorbeeld een tuinhuisje) worden aangeboden. Dit experiment loopt eind april 2009 af. De staatssecretaris is van plan om middels een AMvB het experiment te verlengen. 3.Gemeentelijke taken Het college is op grond van de Wet kinderopvang verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van kindercentra en gastouderbureaus. Het college moet er voor zorgen dat de wet en regelgeving op het terrein van de kinderopvang wordt nageleefd. Het toezichtbeleid houdt in; de onderlinge afspraken tussen de gemeente en de GGD over de vormgeving van het toezicht. Het handhavingsbeleid zorgt er voor dat de gemeente beter en duidelijker kan handhaven. Tevens is het handhavingsbeleid van de gemeente een leidraad voor de toezichthouders en verschaft het voor de houders en ouders een transparant beeld over de kwaliteitseisen en welke tekortkoming welke sanctie oplevert. In dit onderdeel wordt beschreven hoe het toezicht en de handhaving eruit ziet Melding en registratie Een houder van een kindercentrum of een gastouderbureau is verplicht zich, voordat de exploitatie van start kan gaan, te melden bij het college (art. 45 lid 1 Wet kinderopvang). Een gastouderbureau meldt zich enkel in de gemeente waar het bureau statutair gevestigd is. Het adres waar de gastouderopvang daadwerkelijk plaatsvindt is niet van belang. Gastouders hoeven zich niet te laten registeren. Het college houdt een register bij van gemelde kindercentra en gastouderbureaus. Na een melding worden de gegevens in het register opgenomen (art. 46 lid 1 Wet kinderopvang). De gemeente kan een registratie niet weigeren. De melding wordt gedaan middels het volgende modelformulier: meldingsformulier kindercentrum/gastouderbureau gemeente Dongen. Het register ligt ter inzage bij de balie van het gemeentehuis en wordt tevens digitaal op de gemeentelijke website bijgehouden. Binnen 8 weken na melding door de houder wordt door de toezichthouder van de GGD onderzocht of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de beleidsregels. Tot die tijd mag een kindercentrum of een gastouderbureau niet in exploitatie zijn Wijziging en verwijdering uit register De houder dient elke wijziging van de gegevens die opgenomen staan in het register mee te delen aan het college. De houder wordt vervolgens schriftelijk op de hoogte gesteld van de opname van de gewijzigde gegevens (art. 47 Wet kinderopvang). Tevens wordt deze wijziging doorgeven aan de toezichthouder van de GGD. Het college heeft zelf ook de mogelijkheid om wijzigingen in het register aan te brengen indien is gebleken dat de opgenomen gegevens niet overeenstemmen met de werkelijke situatie. Ook van deze wijziging wordt de houder schriftelijk op de hoogte gesteld (art. 8 Regeling Wet kinderopvang) Op verzoek van de houder of indien is gebleken dat de houder het kindercentrum niet langer exploiteert, kan het college overgaan tot verwijdering uit het register. Daarnaast kan het college overgaan tot verwijdering van de gegevens uit het register als uit een inspectieonderzoek blijkt dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang of de Beleidsregels kwaliteit (art. 9 Regeling Wet kinderopvang). Elke opneming (inclusief de wijziging van gegevens) in het register wordt openbaar bekend gemaakt in een lokaal verspreid dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad (art. 46 Wet kinderopvang) Niet-gemelde kinderopvang Indien de gemeente een signaal krijgt dat er kinderopvang of gastouderopvang plaatsvindt zonder dat de houder in het gemeentelijk register is opgenomen dan is er sprake van niet-gemelde kinderopvang. 2

3 De houders van deze kindercentra of gastouderopvang plegen in principe een economisch delict in de zin van de Wet Economische Delicten. Het actief strafrechtelijk opsporen van niet-gemelde kinderopvang hoort niet tot de taak van de toezichthouder. Bij het signaal van niet-gemelde kinderopvang kan de gemeente aan de GGD de opdracht geven een inspectie te doen. Weigert een houder medewerking en bestaat het vermoeden dat er opvang in de zin van de Wet kinderopvang plaatsvindt, dan kan aangifte gedaan worden bij de politie Benoemen toezichthouder Het kindercentrum is verantwoordelijk voor het leveren van een goede kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit en schakelt voor de controle de GGD in als toezichthouder. De GGD oefent in opdracht van de gemeente het eerstelijns toezicht uit en beoordeelt de kwaliteit van het kindercentrum. Voor het uitvoeren van het toezicht zijn door het college op 30 mei 2006 de medewerkers van het team Technische Hygiënezorg van de afdeling Algemene Gezondheidszorg van de GGD Hart voor Brabant aangewezen als toezichthouders (art. 61 Wet kinderopvang). De benoeming geeft de toezichthouder de bevoegdheid om met of zonder toestemming (onder bepaalde voorwaarden) een woning binnen te treden waar een kindercentrum of gastouderbureau is gevestigd. De toezichthouder inspecteert de naleving van de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang door middel van de volgende onderzoeken: 1.Inspectie na melding De gemeente geeft de nieuwe melding in het register door aan de toezichthouder van de GGD. De toezichthouder onderzoekt binnen 8 weken na melding of de exploitatie van het kindercentrum of gastouderbureau redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen zoals genoemd in hoofdstuk 3, paragraaf 2 en 3 van de Wet kinderopvang (regeling Wet kinderopvang art. 10). Als de houder redelijkerwijs kan voldoen wordt in overleg met de toezichthouder bepaald wanneer er tot exploitatie overgegaan mag worden. Binnen drie maanden na de exploitatiedatum zal de toezichthouder een regulier inspectie bezoek ofwel een onderzoek na aanvangsdatum exploitatie aan het desbetreffende kindercentrum of gastouderbureau brengen. 2.Jaarlijkse inspectie of onderzoek na aanvangsdatum exploitatie De toezichthouder onderzoekt jaarlijks of een kindercentrum of gastouderbureau voldoet aan de kwaliteitseisen. Dit is een standaard inspectie die elk jaar in elk kindercentrum of gastouderbureau wordt uitgevoerd. Binnen drie maanden nadat een kindercentrum in exploitatie is genomen, vindt een reguliere inspectie plaats. Het enige verschil tussen de jaarlijkse inspectie en de inspectie na de aanvangsdatum exploitatie is dat het binnen een bepaalde termijn moet gebeuren. 3.Incidenteel onderzoek Er kunnen klachten of signalen binnenkomen over een kindercentrum of gastouderbureau die betrekking hebben op het al dan niet naleven van de kwaliteitseisen gesteld binnen de Wet kinderopvang. De gemeente kan dan in overleg met de toezichthouder het besluit nemen om bij het betreffende kindercentrum of gastouderbureau een (onaangekondigd) inspectiebezoek uit te voeren. Dit onderzoek zal over het algemeen betrekking hebben op het onderdeel waarover de klacht of het signaal is binnengekomen. 4.Nader onderzoek Indien tijdens de reguliere inspectie tekortkomingen worden geconstateerd kan de gemeente aan de hand van het handhavingsbeleid besluiten om een hersteltermijn af te spreken. Door de toezichthouder wordt tijdens het nader onderzoek na de afgesproken hersteltermijn gekeken of de tekortkomingen zijn verbeterd. Dit onderzoek zal zich over het algemeen slechts beperken tot de geconstateerde tekortkoming. 5.Vervolginspectie Pedagogisch Domein Vanaf 1 april 2009 heeft de toezichthouder de mogelijkheid om een Vervolginspectie Pedagogisch Domein in te zetten. Deze vervolginspectie betreft een verdiepingsonderzoek dat aan de hand van het pedagogisch meetinstrument wordt uitgevoerd. De inspectie wordt ingezet als de toezichthouder tijdens een reguliere inspectie twijfels heeft gekregen over de pedagogische praktijk. De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. groepsgrootte en beroepskracht 6. pedagogisch beleid en praktijk 7. klachten De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor gastouderopvang zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 3

4 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. pedagogisch beleid en praktijk 6. kwaliteit gastouders en opvangwoning 7. kwaliteit gastouderbureau 8. klachten De toezichthouder legt zijn onderzoeksbevindingen vast in een inspectierapport. De houder krijgt vervolgens de gelegenheid om zijn zienswijze over het rapport kenbaar te maken. Deze zienswijze wordt toegevoegd aan het inspectierapport. Het inspectierapport wordt vervolgens naar het college verzonden. De GGD geeft in het rapport advies over wel of niet handhaven. Het college besluit vervolgens om wel of niet tot handhaving over te gaan. Bij wel handhaven wordt door het college het handhavingstraject in werking gesteld. Indien er geen sprake is van handhaving wordt aan het kindercentrum of gastouderbureau schriftelijk bevestigd dat het inspectierapport door de gemeente is ontvangen. Binnen drie weken na vaststelling wordt het rapport openbaar gemaakt op de website van de GGD. Twee keer per jaar vindt er een overleg plaats tussen de GGD en de gemeente. Dit overleg wordt vastgelegd in een verslag. Tussentijdse meldingen of vragen worden telefonisch of per mail afgehandeld Handhavingsprocedure Op grond van artikel 61 Wet kinderopvang ziet het college van burgemeester en wethouder toe op de naleving van de eisen uit de Wet kinderopvang. Indien blijkt dat een houder van een kindercentrum of gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen dan kan de gemeente een handhavingstraject starten. Om aan de handhavingsverplichting uitvoering te geven kent de Wet kinderopvang de volgende handhavings- en sanctiemiddelen: (gemeente) of bevel (toezichthouder) Bestuursdwang Exploitatieverbod Uitschrijving uit het register Bestuurlijke boete Handhavingstraject Het handhavingstraject start in principe direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De gemeente kan overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven voordat de eerste juridische stap van het geven van een aanwijzing wordt gezet. Ook op basis van mondelinge overreding kan getracht worden de houder te bewegen om de overtreding te herstellen. In beide gevallen is er geen sprake van een juridische status. Het betreft enkel een uitstel van het handhavingstraject. Alle handhavingsmaatregelen en procedures staan per domein beschreven in het afwegingsmodel. Hierbij is een prioritering aangebracht variërend van laag, gemiddeld tot hoog. De zwaarte van de prioriteit komt tot uiting in de hersteltermijnen van de aanwijzing (fase 1). Na het verstrijken van de hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Dit wordt gecontroleerd door het opvragen van schriftelijke bewijsstukken ofwel door de GGD opdracht te geven tot het instellen van een nader onderzoek. Indien de overtreding niet beëindigd is, treedt fase 2 in werking en kan er overgegaan worden tot het opleggen van bestuursdwang of last onder dwangsom. Exploitatieverbod Het college heeft op grond van art. 66 Wet kinderopvang de bevoegdheid de houder te verbieden een kindercentrum of een gastouderbureau te exploiteren. Het verbod tot (verdere) exploitatie kan enkel in de volgende twee ingrijpende gevallen worden opgelegd: 1. De houder volgt een aanwijzing of bevel niet op en bestuursdwang is niet mogelijk. 2. De houder voldoet op grond van een onderzoek als bedoeld in art. 62 Wet kinderopvang naar verwachting niet dan wel niet langer aan de bij of krachtens art. 49 tot en met art. 57a Wet kinderopvang gegeven voorschriften. Uitschrijven register Uitschrijving uit het register kan alleen in geval van ernstige overtredingen of recidive. Indien blijkt dat het opleggen van een last onder dwangsom of de toepassing van bestuursdwang niet mogelijk is of onvoldoende effectief is, kan een kindercentrum of gastouderbureau uitgeschreven worden uit het register. Uitschrijving uit het register betekent niet automatisch dat een kindercentrum of gastouderopvang door middel van bestuursdwang kan worden gesloten. Daarvoor zal eerst een exploitatieverbod (art. 66 Wet kinderopvang) moeten worden opgelegd. De beslissing tot uitschrijving uit het register en het opleggen van een exploitatieverbod zijn besluiten in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. Bestuurlijke boete Het college kan op grond van art. 72 Wet kinderopvang een bestuurlijke boete opleggen indien een verplichting krachtens of bij de Wet kinderopvang niet wordt nageleefd. De bestuurlijke boete is een 4

5 instrument om de naleving van de Wet kinderopvang te bevorderen en het heeft een voorbeeldwerking naar anderen. Een bestuurlijke boete kan ten hoogste bedragen. Het college kan in de volgende gevallen aan de houder een bestuurlijke boete opleggen: Bij een overtreding van één of meer bepalingen bij of krachtens art. 45 t/m art. 60 Wet kinderopvang. Een houder komt een opgelegde aanwijzing of bevel niet na (art. 65 Wet kinderopvang). Een houder exploiteert terwijl er een exploitatieverbod (art. 66 Wet kinderopvang) is opgelegd. Een houder weigert medewerking te verlenen aan een toezichthouder (art. 5:20 Algemene wet bestuursrecht). Een houder doet niet onverwijld melding van wijzigingen op grond van art. 47 lid 1 Wet kinderopvang. De hoogte van de boete moet worden afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden. De bestuurlijke boete is een sluitstuk van het handhavingsproces en is één van de uiterste middelen die ingezet zullen worden. Voordat een boete wordt opgelegd heeft er al een lang handhavingstraject plaatsgevonden zonder dat het gewenste resultaat is bereikt Integraal handhaven Houders van kindercentra en gastouderbureaus hebben niet alleen te maken met regels die voortvloeien uit de Wet kinderopvang. Zij moeten ook voldoen aan tal van andere regels waarvan het toezicht bij de gemeente ligt. Zo dient een houder na te gaan of op grond van het geldende bestemmingsplan een kindercentrum of gastouderbureau op de gewenste locatie kan worden gevestigd. Voor het bouwen van een nieuwe locatie of ingrijpende verbouwingen aan een bestaand pand is een bouwvergunning nodig en voor alle locaties is een gebruiksvergunning van de brandweer noodzakelijk. In het kader van efficiency is het van belang om handhaving integraal uit te voeren samen met bouwen woningtoezicht en de brandweer. Op die manier ontstaat er een beter beeld van de mate waarin wetten worden nageleefd en kan er op een meer effectieve wijze gewerkt worden. Bovendien schept het meer duidelijkheid voor de houders. Op dit moment moet het integraal handhaven binnen de gemeente Dongen nog ontwikkeld worden. Totdat de integrale manier van handhaven vorm heeft gekregen is er voor gekozen om de handhavingsprocedure kinderopvang onder te brengen bij de dienst Welzijn en Onderwijs. Dit laat onverlet dat ook nu al bij de handhaving samengewerkt zal worden bouw- en woningtoezicht en de brandweer. Aan de houders wordt via de gemeentelijke website kenbaar gemaakt met welke andere wet- en regelgeving zij te maken hebben bij het starten van een kindercentrum of gastouderbureau Handhaving ten opzichte van ouders/verzorgers Het toezicht en handhavingsbeleid heeft betrekking op de houders van kindercentra of gastouderopvang. In het kader van de Wet kinderopvang heeft de gemeente nog een taak in het mede bekostigen van de kinderopvang voor vastgestelde doelgroepen. Deze taak is neergelegd bij de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht (artikel 16 verordening Wet kinderopvang) omtrent de tegemoetkoming van de kosten in de kinderopvang door de ouders/verzorgers kan het college een bestuurlijke boete opleggen. De hoogte van de bestuurlijke boete bedraagt maximaal 2269 (artikel 72 Wet kinderopvang). Voor de volledigheid wordt dit hier benoemd en verder verwezen naar de verordening Wet kinderopvang gemeente Dongen Jaarlijkse verantwoording aan het ministerie Het college dient jaarlijks een verslag Wet Kinderopvang op te stellen (art. 67 Wet kinderopvang). In dit jaarverslag staan alle toezicht- en handhavingstaken die de gemeente in het voorgaande kalenderjaar heeft verricht. De verslaglegging vindt plaats aan de hand van een voorgeschreven model van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW). Het college stelt jaarlijks op een door de minister te bepalen tijdstip een verslag vast van alle werkzaamheden die hij en de toezichthouders in het voorafgaande kalenderjaar hebben verricht. Het jaarverslag wordt ter kennisname gebracht aan de gemeenteraad. De minister van OCW houdt toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van de wettelijke taken door het college (art. 68 Wet kinderopvang). De Inspectie van het Onderwijs oefent namens de minister het tweedelijns toezicht uit. De inspectie rapporteert op basis van de door gemeenten ingediende jaarverslagen aan de minister. De minister biedt het rapport vervolgens met reactie aan de Tweede Kamer aan Mandatering Indien het in het kader van het toezicht en de handhaving noodzakelijk is om hersteltermijnen dan wel sancties op te leggen, is het van belang dat dit binnen de gestelde termijnen gebeurt. 5

6 Om deze procedure zo efficiënt mogelijk te laten lopen dient het diensthoofd Welzijn, Onderwijs en Burgerzaken gemandateerd te worden door het college indien het gaat om de uitvoering van art. 46 Wet kinderopvang, art. 47 Wet kinderopvang en art. 65 Wet kinderopvang. Nadat het integraal handhaven is ontwikkeld, dient opnieuw te worden bezien waar het mandaat ondergebracht moet worden. Geraadpleegde bronnen Afwegingsmodel handhaving kinderopvang, VNG, Den Haag 2008 Boetebeleidsregels Wet kinderopvang, VNG Handreiking voor een transparant handhavingsbeleid, VNG Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang gemeente Maasdriel 2008 Handhavingsbeleid kinderopvang gemeente Tiel Kwaliteit gemeentelijk toezicht kinderopvang 2007, Inspectie van het Onderwijs Verordening Wet kinderopvang gemeente Dongen, 11 november 2004 Bijlage: Afwegingsmodel handhaving kinderopvang Handhaving- en sanctiebeleid gemeente Dongen betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3. Gastouderopvang (GOO) Toelichting De gemeente hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang bij het uitvoeren van de handhavingacties die nodig zijn als een houder van een kindercentrum of een gastouderbureau niet voldoet aan een of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang van de staatssecretaris van OCW. In het model worden de algemene geldende regels opgenomen die de gemeente hanteert bij het overtreden van de kwaliteitseisen. Het gemeentelijke handhavingtraject begint direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingadvies aan de gemeente. In het rapport is het Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder per domein de context van de voorwaarden waar de houder niet aan voldoet. De gemeente kan de aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee laten wegen bij het beoordelen van de te nemen handhavingactie. De gemeente kan in bijzondere gevallen, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van mondelinge overreding de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Zowel de waarschuwing als de overreding hebben geen juridische status en betekenen daarom een uitstel van het handhavingtraject. De eerste (juridische) stap zal meestal het opleggen van een aanwijzing zijn. Ingeval de GGD al een bevel heeft gegeven, dan kan dit worden beschouwd als fase 1. De gemeente kan dan directovergaan naar fase 2: het opleggen van andere sancties. Het opleggen van een aanwijzing is dan niet nodig. De GGD geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de kwaliteit bij een kindercentrum zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Ingeval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn. De zwaarte van de prioritering komt tot uiting in de hersteltermijn van de aanwijzing. De hersteltermijn in dit model wordt aangegeven in een bandbreedte. De handhaver dient per geval de exacte hersteltermijn aan te geven. Na het verstrijken van een hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel de GGD de opdracht geven voor een herinspectie. 1. De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 6. pedagogisch beleid en praktijk 7. klachten 1. Ouders 6

7 1.1 Reglement oudercommissie, (Wk artikel 59) 1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. 2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. 3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. 4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. 5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. 1.2 Instellen oudercommissie 30 (Wk artikel 58) De houder heeft een oudercommissie ingesteld Voorwaarden oudercommissie 30 (Wk artikel 58) De samenstelling van de oudercommissie 1 De houder is geen lid. 2 Het personeel is geen lid. 3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. Werkwijze 4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. 1. Ouders Adviesrecht oudercommissie(wk artikel 60) 1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. 2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (indien niet aanwezig) 1. Ouders 1.3 Informatie voor ouders (Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid) of bestuursdwang (1.3.3) Het toepassen van bestuursdwang Inhoud van de informatie is alleen mogelijk ten aanzien van overtreding (inspectierapport 1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. op toegankelijke plaats). 2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind zit en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen., 3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk 4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. 2. Personeel 2.1Verklaring omtrent het gedrag (Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90, derde lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 10) 1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag per ontbrekende VOG 7

8 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. 2. Personeel 2.2 Passende beroepskwalificatie (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. 2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Alle beroepskrachten in opleiding worden ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang 2. Personeel 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal (Wk artikel 55) 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode per VOG 2. per VOG per persoon per persoon Veiligheid en gezondheid 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (Wk artikel 51) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. 2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie Beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. 3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld Uitvoering beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak 3. Veiligheid en gezondheid of bestuursdwang ( en ) indien deze ontbreekt Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen

9 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (Wk artikel 58) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.. 2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie Beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen Uitvoering beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. De houder heeft een protocol kindermishandeling indien deze geheel ontbreekt of bestuursdwang ( en ) Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen Veiligheid en gezondheid Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) 1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). 2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. 3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. 4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. 5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen 6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. 7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. 8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens 9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). 10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. 3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) en/of boete. 4. Accommodatie en inrichting 4.1 Binnenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 5) 2 Er is ten minste 3,5 m 2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. 1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. of bestuursdwang (4.1.4) m2: < 3.0 m2:

10 3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. 4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. 4. Accommodatie en inrichting 4.2 Slaapruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 6) 1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. 2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen Accommodatie en inrichting 4.3 Buitenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid) 1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. 2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. 3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. of bestuursdwang (4.3.4) m2: <2.5 m2: 5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio 5.1 Opvang in groepen (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, eerste en negende lid) 1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. 2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 tot 1 jaar OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. 5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, derde en vierde lid) 1 Aan ieder kind worden maximaal drie vaste beroepskrachten toegewezen. 2 Dagelijks is er minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind. 3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende de week. 5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio 5.3 Beroepskracht kind ratio (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, zevende, achtste en twaalfde lid) 1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste -1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; -1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; -1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; -1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar; Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend., 2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. 4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. GGD of) per kind 1000 per kind 1000 per kind 1000 per kind per ontbrekende beroepskracht

11 5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid) 1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. 2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. 3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. 4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. 5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskrachtkind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. 6. Pedagogisch beleid en praktijk GGD of) 6.1 Pedagogisch beleidsplan (beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven Inhoud pedagogisch beleidsplan (Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. 2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroep. 3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. 4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen Pedagogische praktijk (Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. 2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid en praktijk 6.2 Emotionele veiligheid (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. 2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. 3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. 4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. 5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. 6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. 11

12 6.3 Persoonlijke competentie (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. 2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. 3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. 4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. 6. Pedagogisch beleid en praktijk 6.4 Sociale competentie (Wk artikelen 49 en 50 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. 2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. 3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. 6.5 Overdracht van normen en waarden (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) 1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. 2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. 3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. 4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. 7. Klachten 7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2) 1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen. 2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. 3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. 4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. 5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. 6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. 7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. 7. Klachten 7.2 Klachtenregeling oudercommissie (Wk artikel 60a) 1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. 2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie. 3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. 4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. 1. indien ontbreekt 1. indien ontbreekt 12

13 5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. 2. De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor buitenschoolse opvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 6. pedagogisch beleid en praktijk 7. klachten 1. Ouders 1.1 Reglement oudercommissie,(wk artikel 59) 1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. 2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. 3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. 4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. 5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. 1.2 Instellen oudercommissie 1,2 (Wk artikel 58) De houder heeft een oudercommissie ingesteld Voorwaarden oudercommissie 2 (Wk artikel 58) De samenstelling van de oudercommissie 1 De houder is geen lid. 2 Het personeel is geen lid. 3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. Werkwijze 4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. 2. indien ontbreekt 1. Ouders Adviesrecht oudercommissie 3 (Wk artikel 60) 1 De houder stelt de oudercommissie in staat advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. 2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 De houder geeft de oudercommissie de gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. 1. Ouders 1.3 Informatie voor ouders (Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid) Inhoud van de informatie 1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. of Bestuursdwang (1.3.3) 13

14 2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen. 3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk 4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. 2. Personeel 2.1Verklaring omtrent het gedrag (Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90, 2.1 derde lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 10) 1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden per ontbrekende VOG per VOG 2. per VOG 2. Personeel 2.2 Passende beroepskwalificatie (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. 2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang 2. Personeel 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal (Wk artikel 55) 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode Veiligheid en gezondheid 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (Wk artikel 51) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. 2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie Beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen. (met toelichting) of bestuursdwang ( en ) indien deze ontbreekt

15 3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld Uitvoering beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak Veiligheid en gezondheid 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (Wk artikel 58) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. 2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie Beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen Uitvoering beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. 3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) 1 De houder heeft een protocol kindermishandeling. of bestuursdwang ( en ) en/of boete indien deze ontbreekt Veiligheid en gezondheid Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) 1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). 2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. 3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. 4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. 5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen 6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. 7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. 8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming Persoonsgegevens. en/of boete. 15

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet 1. Ouders 2. Personeel 3. Veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

Bijlage 2 afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 2 afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

8. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

8. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.2 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang 1. Ouders 2. Personeel 3.

Nadere informatie

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO

2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO 2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0.Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.Ouders

Nadere informatie

1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen De kwaliteitsaspecten voor de peuterspeelzaal zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

Bijlage 5 afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen.xlsx. 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 5 afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen.xlsx. 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.1)

Nadere informatie

Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang

Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang 1 Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de

Nadere informatie

Afwegingsmodel handhaving dagopvang

Afwegingsmodel handhaving dagopvang Hoofdstuk 1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet 1. Ouders 2. Personeel 3. Veiligheid

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Bijlage 1 Regionale versie afwegingsmodel AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG 2011 Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Beleidsregels Handhaving kinderopvang Gemeente Roermond. Vastgesteld 25 september gepubliceerd 2 oktober 2012.

Beleidsregels Handhaving kinderopvang Gemeente Roermond. Vastgesteld 25 september gepubliceerd 2 oktober 2012. Beleidsregels Handhaving kinderopvang 2012 Gemeente Roermond Vastgesteld 25 september 2012. gepubliceerd 2 oktober 2012. 1. Beleidsregels handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn

Nadere informatie

0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (art 1.1) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (art 3) constatering

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN Gemeente Westvoorne

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN Gemeente Westvoorne AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Gemeente Westvoorne Bijlage 1 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012-2 Nieuwegein Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

1. Beleidsregel handhaving dagopvang

1. Beleidsregel handhaving dagopvang 1. Beleidsregel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen Bijlage 1 bij de Beleidsregel handhaving Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterpeelzalen AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 VNG Handhaving- en beleid gemeenten betreffende

Nadere informatie

2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang

2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 BIJLAGE 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 GEMEENTE MEDEMBLIK Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang

Nadere informatie

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Bijlage 3 afwegingsmodel handhaving gastouderbureau.xlsx. 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 3 afwegingsmodel handhaving gastouderbureau.xlsx. 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.0 Gastouderbureau en handhaving Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later

Nadere informatie

2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau

2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau 2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau De kwaliteitsaspecten voor Gastouderbureau s zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1 Gastouderbureau in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

BUITENSCHOOLSE OPVANG

BUITENSCHOOLSE OPVANG Bijlage 2: Afwegingsoverzicht buitenschoolse opvang BUITENSCHOOLSE OPVANG Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Herstel Bestraffend Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang

Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Behorende bij Handhavingsbeleid Kinderopvang Assen 2009 Handhaving- en sanctiebeleid gemeente betreffende kwaliteit

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Gemeente De Ronde Venen Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3. Gastouderopvang

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3.

Nadere informatie

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3. Gastouderopvang (GOO) 1. Afwegingsmodel

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen...

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Bijlage 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Handhaving- en beleid gemeente Assen betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal

2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal 2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal De kwaliteitsaspecten voor de peuterspeelzaal zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator

Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator 1 Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator Score 5=1, 6=1, 7=2,2, 8=2.8, etc Beoordeling

Nadere informatie

Toetsingskader voor dagopvang

Toetsingskader voor dagopvang Bijlage 1. (artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels werkwijze toezichthouder ) Toetsingskader voor dagopvang Werkwijze van het toezicht op dagopvang 1 Inleiding Het toetsingskader dagopvang bevat de

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid)

beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid) beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid) Gemeente Hardenberg mei 2009 Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang

Nadere informatie

Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010

Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Breda Officiële naam regeling Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE 1 Inleiding De gemeente Neder-Betuwe hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang van de VNG bij het uitvoeren van de handhavingacties

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kapelle. Nr. 183630 23 december 2016 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017 Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Mei 2015 BIVO/2015/30144 *Z018643F89A* B E L E I D S R E G E L H A N D H A V I N G W E T K I N D E R O P V A N G E N K W A

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Toetsingskader voor gastouderopvang

Toetsingskader voor gastouderopvang Bijlage 3. Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor gastouderopvang Werkwijze van het toezicht op gastouderopvang 1 Inleiding Het toetsingskader gastouderopvang

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Bijlage 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Behorende bij Beleidsregels handhaving Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Hoogeveen 2011 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang

Nadere informatie

Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete

Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete Bijlage: Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen 2015 Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete Pedagogisch beleid Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan

Nadere informatie

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Bijlage 2. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Werkwijze van het toezicht op

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008 Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008 1 Inhoud: Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang gemeente Den Haag 2008 Hoofdstuk 2 Beleidsregels

Nadere informatie

Inspectierapport Wen's Gastouderbureau (GOB) Van der Veldstraat 1a 2161ZC LISSE Registratienummer

Inspectierapport Wen's Gastouderbureau (GOB) Van der Veldstraat 1a 2161ZC LISSE Registratienummer Inspectierapport Wen's Gastouderbureau (GOB) Van der Veldstraat 1a 2161ZC LISSE Registratienummer 167213076 Toezichthouder: GGD Hollands Midden In opdracht van gemeente: LISSE Datum inspectie: 28-10-2014

Nadere informatie

Artikel 2. Inventarisatie van risico s met betrekking tot veiligheid en gezondheid

Artikel 2. Inventarisatie van risico s met betrekking tot veiligheid en gezondheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 mei 2012, nr. KO/2012/7794, tot uitvoering van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Regeling kwaliteit kinderopvang

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR41459_1. Handhaving en sanctiebeleid Kinderopvang

CVDR. Nr. CVDR41459_1. Handhaving en sanctiebeleid Kinderopvang CVDR Officiële uitgave van Montfoort. Nr. CVDR41459_1 27 maart 2018 Handhaving en sanctiebeleid Kinderopvang Handhaving- en sanctiebeleid kinderopvang 2009 betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang.

Nadere informatie

Jaar: 2011 Nummer: 83 Besluit: B&W 27 september 2011 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVING KINDEROPVANG HELMOND 2011

Jaar: 2011 Nummer: 83 Besluit: B&W 27 september 2011 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVING KINDEROPVANG HELMOND 2011 Jaar: 2011 Nummer: 83 Besluit: B&W 27 september 2011 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVING KINDEROPVANG HELMOND 2011 Burgemeester en wethouders van Helmond Collegevoorstel van 27 september 2011, Gelet op

Nadere informatie

Inspectierapport NannyThuis (GOB) Alk 45 2201XL NOORDWIJK ZH Registratienummer 131248224

Inspectierapport NannyThuis (GOB) Alk 45 2201XL NOORDWIJK ZH Registratienummer 131248224 Inspectierapport NannyThuis (GOB) Alk 45 2201XL NOORDWIJK ZH Registratienummer 131248224 Toezichthouder: GGD Hollands Midden In opdracht van gemeente: Noordwijk Datum inspectie: 29-01-2015 Type onderzoek:

Nadere informatie

Handhaven in de kinderopvang. Gemeente Dordrecht

Handhaven in de kinderopvang. Gemeente Dordrecht Handhaven in de kinderopvang Gemeente Dordrecht Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 30 mei 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Kwaliteit in de kinderopvang 4 3. Sanctiemogelijkheden

Nadere informatie

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject Bijlage 1: Afwegingsoverzicht kinderdagverblijven KINDERDAGVERBLIJVEN Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject Kinderopvang in de zin van de wet De

Nadere informatie

Toetsingskader voor gastouderopvang

Toetsingskader voor gastouderopvang Bijlage 3. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor gastouderopvang Toetsingskader voor gastouderopvang Werkwijze van het toezicht op gastouderopvang

Nadere informatie

Besluit handhaving kinderopvang. voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek

Besluit handhaving kinderopvang. voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek Besluit handhaving kinderopvang voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek Inleiding Gemeenten dienen te bepalen hoe zij de in de wet gestelde eisen willen handhaven. Zij zijn in principe autonoom

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg Inspectierapport Kinderdagverblijf de Kinderkorf Vogelweg Toezichthouder: Mw. E.C.N. Leenhouts Opdrachtgever: Gemeente Diemen Datum: 10 december 2009 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Inspectierapport Pinokkio (KDV) Isaac da Costalaan ZA DELFT Registratienummer

Inspectierapport Pinokkio (KDV) Isaac da Costalaan ZA DELFT Registratienummer Inspectierapport Pinokkio (KDV) Isaac da Costalaan 313 2624ZA DELFT Registratienummer 234276514 Toezichthouder: GGD Haaglanden In opdracht van gemeente: DELFT Datum inspectie: 15-10-2014 Type onderzoek:

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen...

Nadere informatie

Inspectierapport Grote Zus (GOB) Krelagestraat JC Lisse Registratienummer

Inspectierapport Grote Zus (GOB) Krelagestraat JC Lisse Registratienummer Inspectierapport Grote Zus (GOB) Krelagestraat 70 2163JC Lisse Registratienummer 102281385 Toezichthouder: GGD Hollands Midden In opdracht van gemeente: Lisse Datum inspectie: 12-10-2015 Type onderzoek:

Nadere informatie

Handhaving Kinderopvang

Handhaving Kinderopvang Handhaving Kinderopvang Handhaving- en beleid gemeente Voorst betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 1 AFWEGINGSMODEL VNG Gemeente Afdeling Jaar Onderwerp

Nadere informatie

Inspectierapport BSO De Sterren (BSO) De Wiltstraat CE ARNHEM

Inspectierapport BSO De Sterren (BSO) De Wiltstraat CE ARNHEM Inspectierapport BSO De Sterren (BSO) De Wiltstraat 6 6821CE ARNHEM Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: ARNHEM Datum inspectie: 15-07-2014 Type

Nadere informatie

Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen. Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is):

Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen. Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is): Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is): Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoon : E-mail : Gegevens van de

Nadere informatie

Inspectierapport Peuterspeelzaal Het Kabouterbos (PSZ) Dennenlaan KM HOLLANDSCHE RADING

Inspectierapport Peuterspeelzaal Het Kabouterbos (PSZ) Dennenlaan KM HOLLANDSCHE RADING Inspectierapport Peuterspeelzaal Het Kabouterbos (PSZ) Dennenlaan 59 3739KM HOLLANDSCHE RADING Toezichthouder: GGD Midden-Nederland In opdracht van gemeente: DE BILT Datum inspectiebezoek: 21-11-2013 Type

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente De Marne

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente De Marne Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente De Marne Burgemeester en wethouders van gemeente De Marne Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Gelet

Nadere informatie

Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (KDV) Dorpsstraat PM Gasselte

Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (KDV) Dorpsstraat PM Gasselte Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (KDV) Dorpsstraat 34 9462PM Gasselte Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Aa en Hunze Datum inspectie: 06-06-2017 Type onderzoek : Onderzoek voor

Nadere informatie

Bijlage bij artikel 3, derde lid van de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Waterland 2013

Bijlage bij artikel 3, derde lid van de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Waterland 2013 Bijlage bij artikel 3, derde lid van de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Waterland 2013 Afwegingsoverzicht Voor de indeling van ondernemingen (klein,

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Conform besloten B en W d.d. 25 september 2012 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Handhaving- en beleid betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1.

Nadere informatie

Inspectierapport kinderdagverblijf de Cocon (KDV) 't Hooft KB KLUNDERT

Inspectierapport kinderdagverblijf de Cocon (KDV) 't Hooft KB KLUNDERT Inspectierapport kinderdagverblijf de Cocon (KDV) 't Hooft 1 4791KB KLUNDERT Toezichthouder: GGD West-Brabant In opdracht van gemeente: MOERDIJK Datum inspectiebezoek: 26-08-2013 Type onderzoek: Onderzoek

Nadere informatie

Inspectierapport SKSG BSO Regenboog (BSO) Eikenlaan EW Groningen

Inspectierapport SKSG BSO Regenboog (BSO) Eikenlaan EW Groningen Inspectierapport SKSG BSO Regenboog (BSO) Eikenlaan 288 7 9741EW Groningen Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: Groningen Datum inspectie: 06-11-2017 Type onderzoek : Onderzoek voor

Nadere informatie

Gemeentelijke Beleidsregels HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

Gemeentelijke Beleidsregels HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Gemeentelijke Beleidsregels HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Gemeente Zoetermeer Versie 27 augustus 2012 Handhaving- en beleid betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Hoogte dwangsom Grote onderneming

Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Hoogte dwangsom Grote onderneming Bijlage 1 Afwegingsmodel handhaving kinderopvang 2013 1 Domein Prioriteit Bestuurlijke boete te dwangsom Grote onderneming e onderneming Kleine onderneming Ouders Houder heeft een reglement 2.500,- 4.000,00

Nadere informatie

Inspectierapport Het Krugerpark (KDV) Krugerstraat AL UTRECHT Registratienummer:

Inspectierapport Het Krugerpark (KDV) Krugerstraat AL UTRECHT Registratienummer: Inspectierapport Het Krugerpark (KDV) Krugerstraat 13 3531AL UTRECHT Registratienummer: 528607807 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: UTRECHT Datum inspectiebezoek: 22-07-2013 Type onderzoek : Incidenteel

Nadere informatie

2. 4 Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang

2. 4 Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang 2. 4 Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang De kwaliteitsaspecten voor voorzieningen voor gastouderopvang zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. Gastouderopvang in de zin van de wet kinderopvang

Nadere informatie

Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Ouders Houder heeft een reglement oudercommissie 2.500,-

Nadere informatie

Inspectierapport FlexLife bemiddelingsbureau (GOB) J. van der Haarpark AT NIEUWKOOP Registratienummer

Inspectierapport FlexLife bemiddelingsbureau (GOB) J. van der Haarpark AT NIEUWKOOP Registratienummer Inspectierapport FlexLife bemiddelingsbureau (GOB) J. van der Haarpark 24 2421AT NIEUWKOOP Registratienummer 184355096 Toezichthouder: GGD Hollands Midden In opdracht van gemeente: Nieuwkoop Datum inspectie:

Nadere informatie

Afwegingsoverzicht kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 2016

Afwegingsoverzicht kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 2016 Afwegingsoverzicht kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 2016 Domein en voorwaarden Ouderrecht Houder heeft een oudercommissie ingesteld. Bij het ontbreken van een oudercommissie pleegt de houder voldoende

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Inspectierapport Peutercentrum Peuterpark (PSZ) Van Riebeeckstraat 40 3531EJ UTRECHT

Inspectierapport Peutercentrum Peuterpark (PSZ) Van Riebeeckstraat 40 3531EJ UTRECHT Inspectierapport Peutercentrum Peuterpark (PSZ) Van Riebeeckstraat 40 3531EJ UTRECHT Toezichthouder: In opdracht van gemeente: UTRECHT Datum inspectiebezoek: 29-08-2013 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek

Nadere informatie

Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard

Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard Toezichthouder: GGD Zuid Limburg In opdracht van gemeente: Sittard-Geleen Datum inspectie: 19-05-2015 Type onderzoek

Nadere informatie

Inspectierapport. Kindercentrum Wereldkids

Inspectierapport. Kindercentrum Wereldkids Inspectierapport Kindercentrum Wereldkids Toezichthouder: Mw. I. Dol Opdrachtgever: Stadsdeel Oud-West Datum: 21 april 2008 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. Verwijdering uit landelijk register

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. Verwijdering uit landelijk register AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KWALITEIT KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE HAARLEMMERMEER 1. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Kinderopvang in de zin

Nadere informatie

Inspectierapport BSO Lombardijen (BSO) Pliniusstraat AH ROTTERDAM Registratienummer

Inspectierapport BSO Lombardijen (BSO) Pliniusstraat AH ROTTERDAM Registratienummer Inspectierapport BSO Lombardijen (BSO) Pliniusstraat 9 3076AH ROTTERDAM Registratienummer 154135355 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: ROTTERDAM Datum inspectie: 23-09-2014

Nadere informatie

Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat AR HOOGEZAND

Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat AR HOOGEZAND Inspectierapport BSO van Heemskerckschool (BSO) Jan Huitzingstraat 4 9601AR HOOGEZAND Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: HOOGEZAND-SAPPEMEER Datum inspectiebezoek: 12-09-2013 Type

Nadere informatie

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884 Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884 Toezichthouder: GGD Zeeland In opdracht van gemeente: Tholen Datum

Nadere informatie

Inspectierapport Kindercentrum Het Groenehuis (KDV) Annaboulevard 4 5406PZ UDEN

Inspectierapport Kindercentrum Het Groenehuis (KDV) Annaboulevard 4 5406PZ UDEN Inspectierapport Kindercentrum Het Groenehuis (KDV) Annaboulevard 4 5406PZ UDEN Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: UDEN Datum inspectiebezoek: 03-09-2013 Type onderzoek : Onderzoek

Nadere informatie

Inspectierapport Alles Kids Vlaardingen (GOB) Westhavenplaats 4a 3131BT VLAARDINGEN Registratienummer 106278769

Inspectierapport Alles Kids Vlaardingen (GOB) Westhavenplaats 4a 3131BT VLAARDINGEN Registratienummer 106278769 Inspectierapport Alles Kids Vlaardingen (GOB) Westhavenplaats 4a 3131BT VLAARDINGEN Registratienummer 106278769 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Vlaardingen Datum inspectie:

Nadere informatie

Inspectierapport BSO De Zoom (BSO) Zoomweg PE Wageningen

Inspectierapport BSO De Zoom (BSO) Zoomweg PE Wageningen Inspectierapport BSO De Zoom (BSO) Zoomweg 6 6704 PE Wageningen Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Datum vaststelling inspectierapport: Veiligheids- en

Nadere informatie

De gastouder is goed telefonisch bereikbaar Gemiddeld 750,-

De gastouder is goed telefonisch bereikbaar Gemiddeld 750,- Bijlage: Afwegingsoverzicht Bij constatering van het ontbreken van dan wel het overtreden van: Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Ouders Houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld 2.500,-

Nadere informatie

Inspectierapport BSO Samen Spelen Wyck (BSO) Franciscus Romanusweg AH MAASTRICHT

Inspectierapport BSO Samen Spelen Wyck (BSO) Franciscus Romanusweg AH MAASTRICHT Inspectierapport BSO Samen Spelen Wyck (BSO) Franciscus Romanusweg 50 6221 AH MAASTRICHT Toezichthouder: GGD Zuid Limburg In opdracht van gemeente: MAASTRICHT Datum inspectie: 10-03-2014 Type onderzoek

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle CVDR Officiële uitgave van Kapelle. Nr. CVDR432059_1 28 november 2017 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017 Burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Toetsingskader voor dagopvang

Toetsingskader voor dagopvang Bijlage 1. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor dagopvang Toetsingskader voor dagopvang Toetsingskader dagopvang 1 Inleiding Het toetsingskader

Nadere informatie

Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen VNG

Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen VNG Bijlage Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen VNG Handhavingsbeleidsplan Kinderopvang en Peuterspeelzalen De Marne, januari 2013 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN

Nadere informatie

De gemeenten in de regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Bunschoten en

De gemeenten in de regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Bunschoten en CVDR Officiële uitgave van Bunschoten. Nr. CVDR98916_1 12 september 2017 Handhavingsbeleid Wet Kinderopvang Gemeente Bunschoten Beslispunten Stel bijgaande afwegingsmodellen vast ingevolge de Wet Kinderopvang.

Nadere informatie

GASTOUDERBUREAU. Bijlage 5: Afwegingsoverzicht gastouderbureau. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang

GASTOUDERBUREAU. Bijlage 5: Afwegingsoverzicht gastouderbureau. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Bijlage 5: Afwegingsoverzicht gastouderbureau GASTOUDERBUREAU Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Herstel Bestraffend Gastouderbureau en naleving wet- en regelgeving Er loopt

Nadere informatie