Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010"

Transcriptie

1 Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Breda Officiële naam regeling Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Citeertitel Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Besloten door College van B en W van de gemeente Breda Deze versie is geldig tot (als de n.v.t. vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp Handhaving- en sanctiebeleid gemeente Breda betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang. Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen. Grondslagen 1. Artikel Wet kinderopvang Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft n.v.t. Vaststelling regeling college Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Voorstel datum ondertekening; datum ondertekening; gemeenteraad bron bekendmaking bron bekendmaking Publicatie

2 Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Breda 2010 Handhaving- en sanctiebeleid gemeente Breda betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang Inleiding. 2 Dagopvang 3 22 Buitenschoolse opvang (BSO) Gastouderopvang (GOO) Afwegingsmodel overige overtredingen

3 Inleiding De gemeente hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang bij het uitvoeren van de handhavingacties die nodig zijn als een houder van een kindercentrum of een gastouderbureau niet voldoet aan een of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang van de staatssecretaris van OCW. In het model worden de algemene geldende regels opgenomen die de gemeente kan hanteren bij het overtreden van de kwaliteitseisen. Het gemeentelijke handhavingtraject begint direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingadvies aan de gemeente. In het rapport is het Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder per domein de context van de voorwaarden waar de houder niet aan voldoet. De gemeente kan de aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee laten wegen bij het beoordelen van de te nemen handhavingactie. De gemeente kan in overtredingen met een lage prioriteit van handhaving, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van mondelinge overreding de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Zowel de waarschuwing als de overreding hebben geen juridische status en betekenen daarom een uitstel van het handhavingtraject. De eerste (juridische) stap zal meestal het opleggen van een aanwijzing zijn. Ingeval de GGD al een bevel heeft gegeven, dan kan dit worden beschouwd als fase 1. De gemeente kan dan direct overgaan naar fase 2: het opleggen van andere sancties. Het opleggen van een aanwijzing is dan niet nodig. De GGD geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de kwaliteit bij een kindercentrum zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Ingeval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn. De zwaarte van de prioritering komt tot uiting in de hersteltermijn van de aanwijzing. De hersteltermijn in dit model wordt aangegeven in een bandbreedte. De handhaver dient per geval de exacte hersteltermijn aan te geven. Na het verstrijken van een hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel de GGD de opdracht geven voor een herinspectie. Hiervoor moeten afspraken worden gemaakt met de GGD. Een bestuurlijke boete, zoals genoemd in het afwegingsmodel, kan met 10% per gedraging worden verhoogd in het geval van recidive of in het geval van bijzondere omstandigheden. In bijzondere omstandigheden kan de boete eveneens met 10% per gedraging verlaagd worden. Wat de gemeente Breda beschouwt als bijzondere omstandigheden is vastgelegd in de Beleidsregels bestuurlijke boete Wet kinderopvang Breda

4 1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 6. pedagogisch beleid en praktijk 7. klachten 4

5 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 1.1 Reglement oudercommissie 1,2 (Wk artikel 59) Last onder dwangsom 2. (indien niet Prioritering overtreding: Laag aanwezig) 1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. 2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. 5-7 maanden 3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. 4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. 5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. 1.2 Instellen oudercommissie 30 (Wk artikel 58) Prioritering overtreding: Laag De houder heeft een oudercommissie ingesteld. 5-7 maanden Voorwaarden oudercommissie 30 (Wk artikel 58) Prioritering overtreding: Laag De samenstelling van de oudercommissie 1 De houder is geen lid. 5-7 maanden 2 Het personeel is geen lid. 3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. Werkwijze 4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. 1 Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan. 2 Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld. 5

6 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) Adviesrecht oudercommissie 3 (Wk artikel 60) Last onder dwangsom Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over 750 elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen weken 2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk 750 alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af 750 indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld. 4 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang. 6

7 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 1.3 Informatie voor ouders (Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid) Prioritering overtreding: Laag Inhoud van de informatie Last onder dwangsom of bestuursdwang (1.3.3) 5-7 maanden 1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. 5 Het toepassen van bestuursdwang is alleen mogelijk ten aanzien van overtreding De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind (inspectierapport op toegankelijke plaats). zit en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. 6,7 3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk 4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. 5 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands. 6 Deze beroepskrachten zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind. 7 Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, artikel 3, zesde lid). 7

8 2.1 Verklaring omtrent het gedrag (Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90, derde lid + beleidsregels kwaliteit ko 8 artikel 10) 1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 9 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) (Bevel door Last onder dwangsom GGD of) 7 14 dagen per ontbrekende VOG per VOG 2. per VOG 8 Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing. 9 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd. 8

9 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 2.2 Passende beroepskwalificatie 10 (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld Alle beroepskrachten in opleiding worden ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang 6-18 weken 6-18 weken Last onder dwangsom per persoon per persoon 10 Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, artikel 3, zesde lid). 11 Het gaat hier om de CAO kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling. 9

10 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2. Personeel Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal 12 (Wk artikel 55) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode weken Last onder dwangsom De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs. 13 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is. 10

11 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (Wk artikel 51) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) (Bevel door Last onder dwangsom of indien deze GGD of) bestuursdwang ( en ) ontbreekt Beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico s die de opvang van de (Bevel door GGD of) 1. kinderen met zich meebrengt op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk 1. moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen. 3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats 1. van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld Uitvoering beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) (Bevel door GGD of) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang. 11

12 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (Wk artikel 58) (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom of bestuursdwang ( en ) indien deze geheel ontbreekt 1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie Beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen Uitvoering beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) (Bevel door GGD of) (Bevel door GGD of) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. 3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) (Bevel door GGD of) De houder heeft een protocol kindermishandeling De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang. 12

13 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 3. Veiligheid en gezondheid Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) 1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom en/of boete. op de Jeugdzorg (2005) In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. 3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. 4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. 5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen 6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied 17 om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. 7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. 8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens 18 9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). 10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. 16 Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld. 17 De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. 18 In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie. 13

14 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 4.1 Binnenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 5) 1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom of bestuursdwang (4.1.4) 2 Er is ten minste 3,5 m 2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar m2: per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte < 3.0 m2: ruimtes buiten de groepsruimte. 3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. 4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. 14

15 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 4.2 Slaapruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 6) (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom 1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf 2. jaar. 2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen

16 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 4.3 Buitenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld Last onder dwangsom of bestuursdwang (4.3.4) 1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind m2: 6-18 weken <2.5 m2: 2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. 3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. 4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. 16

17 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 5.1 Opvang in groepen (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, eerste en negende lid) (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom 1 De opvang vindt plaats in stamgroepen a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 tot 1 jaar 1000 per kind OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. 5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, derde en vierde lid) 20 (Bevel door GGD of) 1 Aan ieder kind worden maximaal drie vaste beroepskrachten toegewezen per kind 2 Dagelijks is er minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de 1000 per kind groep van het kind. 3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes 22 gebruik gedurende de week per kind 19 Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten. 20 Voorwaarden 1, 2 en 3 gelden niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind. 21 Indien in de groep met drie beroepskrachten tegelijk wordt gewerkt, worden er maximaal vier vaste beroepskrachten toegewezen aan ieder kind. 22 Een stamgroepruimte is de ruimte waar de kinderen van de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn. 17

18 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 5.3 Beroepskracht kind ratio (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, zevende, achtste en twaalfde lid) 1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar; Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend. 23,24 2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. 5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer (beleidsregels kwaliteit ko artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid) 1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. 2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. 3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. 4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. 5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (Bevel door GGD of) (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom per ontbrekende beroepskracht Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben. 24 Zie bijlage 1 voor de berekening bij gecombineerde groepen dagopvang met buitenschoolse opvang. 18

19 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 6.1 Pedagogisch beleidsplan (beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Last onder dwangsom Prioritering overtreding: Gemiddeld De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is 6-18 weken beschreven Inhoud pedagogisch beleidsplan (Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen 6-18 weken 750 het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. 2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare 750 termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroep. 3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare 750 termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. 4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare 750 termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen Pedagogische praktijk (Wk artikel 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. 2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan weken 25 Conform art. 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld. 26 Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in het geval van calamiteiten. 19

20 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 6.2 Emotionele veiligheid (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Last onder dwangsom Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De beroepskracht communiceert met de kinderen weken 2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. 3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. 4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. 5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. 6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. 6.3 Persoonlijke competentie (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen weken 2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. 3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. 4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. 20

21 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 6. Pedagogisch beleid en praktijk Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 6.4 Sociale competentie (Wk artikelen 49 en 50 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. 2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten weken Last onder dwangsom 3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. 6.5 Overdracht van normen en waarden (Wk artikelen 49 en 50+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 2) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig weken 2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. 3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. 4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. 21

22 7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wet klachtrecht cliënten zorgsector artikel 2) Prioritering overtreding: Laag Afwegingsmodel handhaving dagopvang 7. Klachten Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) Last onder dwangsom 1. indien ontbreekt 5-7 maanden 1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. 3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. 4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie De houder leeft geheimhoudingsplicht na. 6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. 27 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan. 28 De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken. 29 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen. 22

23 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 7. Klachten Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 7.2 Klachtenregeling oudercommissie (Wk artikel 60a) Prioritering overtreding: Laag 1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie. 5-7 maanden Last onder dwangsom 3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. 1. indien ontbreekt 4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. 30 De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid, 2a, 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing. 31 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen. 23

24 2. Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang De kwaliteitsaspecten die de toezichthouder beoordeelt voor buitenschoolse opvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. ouders 2. personeel 3. veiligheid en gezondheid 4. accommodatie en inrichting 5. groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 6. pedagogisch beleid en praktijk 7. klachten 24

25 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 1.1 Reglement oudercommissie 32,33 (Wk artikel 59) Last onder dwangsom 2. indien ontbreekt Prioritering overtreding: Laag 1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. 2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. 5-7 maanden 3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. 4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. 5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. 1.2 Instellen oudercommissie 1,2 (Wk artikel 58) Prioritering overtreding: Laag De houder heeft een oudercommissie ingesteld. 5-7 maanden Voorwaarden oudercommissie 2 (Wk artikel 58) Prioritering overtreding: Laag De samenstelling van de oudercommissie 1 De houder is geen lid. 5-7 maanden 2 Het personeel is geen lid. 3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. Werkwijze 4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. 32 Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan. 33 Conform art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld. 25

26 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) Adviesrecht oudercommissie 3 (Wk artikel 60) Last onder dwangsom Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De houder stelt de oudercommissie in staat advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen weken 2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 De houder geeft de oudercommissie de gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang. 35 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang. 26

27 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 1. Ouders Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 1.3 Informatie voor ouders (Wk artikelen 54 en 63, vierde lid + beleidsregels kwaliteit ko art3, tweede lid) Prioritering overtreding: Laag Inhoud van de informatie Last onder dwangsom of Bestuursdwang (1.3.3) 5-7 maanden 1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen. 3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk 4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. 36 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands. 27

28 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel 2.1 Verklaring omtrent het gedrag (Wk artikelen 50, tweede en derde lid en 90, derde lid + beleidsregels kwaliteit ko 37 artikel 10) 1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) (Bevel door Last onder dwangsom GGD of) per ontbrekende VOG per VOG 2. per VOG 37 Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing. 38 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd. 28

29 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 2.2 Passende beroepskwalificatie (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld 6-18 weken Last onder dwangsom Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (Wk artikel 50, eerste lid + beleidsregels kwaliteit ko artikel 9, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld Last onder dwangsom Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO kinderopvang 6-18 weken 39 Het gaat hier om de CAO kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling. 29

30 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 2. Personeel Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal 40 (Wk artikel 55) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode weken Last onder dwangsom De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs. 41 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is. 30

31 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (Wk artikel 51) 1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) (Bevel door Last onder dwangsom of indien deze GGD of) bestuursdwang ( en ) ontbreekt Beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico s die de opvang van de (Bevel door GGD of) 1. kinderen met zich meebrengt op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk 1. moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen. 3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats 1. van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld Uitvoering beleid veiligheid (Wk artikel 51 + beleidsregels kwaliteit ko artikel 8) (Bevel door GGD of) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak 42 De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang. 31

32 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (Wk artikel 58) (Bevel door Last onder dwangsom of indien deze GGD of) bestuursdwang ( en ) 43 ontbreekt 1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar en/of oud. boete. 2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie Beleid gezondheid (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) (Bevel door GGD of) 1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico s die de opvang van 2. de kinderen met zich meebrengt op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk 2. moment worden genomen in verband met de risico s, alsmede de samenhang tussen de risico s en de maatregelen Uitvoering beleid gezondheid (Bevel door (Wk artikel 51+ beleidsregels kwaliteit ko artikel 8 ) GGD of) 1 De geïnventariseerde risico s zijn compleet en komen overeen met de risico s in de praktijk. 2 Risico s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico s en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. 3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) (Bevel door GGD of) 1 De houder heeft een protocol kindermishandeling Aangevuld met bestuursdwang 12 maart

33 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 3. Veiligheid en gezondheid Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) Inhoud protocol kindermishandeling (beleidsregels kwaliteit ko artikel 15a) 1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet (Bevel door GGD of) Last onder dwangsom en/of boete. 44 op de Jeugdzorg (2005). 2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. 3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen evaluatie en nazorg. 4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. 5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen 6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied 45 om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. 7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. 8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming Persoonsgegevens Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK). 10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. 44 Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld. 45 De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik,signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. 46 In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie. 33

34 4.1 Binnenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 5) 1 Er is ten minste 3,5 m 2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind. 2 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. 3 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) (Bevel door Last onder dwangsom of GGD of) bestuursdwang (4.1.3) m2: < 3.0 m2 :

35 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 4.2 Buitenspeelruimte (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, eerste lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld Last onder dwangsom of bestuursdwang (4) 1 Er is tenminste 3m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind m2: 6-18 weken < 2.5 m2: 2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. 3 De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. 4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. 35

36 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang 4. Accommodatie en inrichting Fase 1 Fase 2 (met toelichting) Boetes (in ) 4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet- aangrenzend is (beleidsregels kwaliteit ko artikel 7, tweede lid) Prioritering overtreding: Gemiddeld 1 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het 6-18 weken Last onder dwangsom kindercentrum. 2 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar Goed bereikbaar betekent dat de buitenspeelruimte in een kort tijdsbestek lopend te bereiken is zonder dat natuurlijke obstakels zoals rivieren of verkeerstechnische obstakels zoals snelwegen of treinrails de route bemoeilijken. 48 De risico s van de route van de bso naar de buitenspeelplaats dienen op verantwoorde wijze te zijn vastgelegd in de risico-inventarisatie veiligheid en het plan van aanpak, zodat ook de veiligheid gewaarborgd wordt. 36

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet 1. Ouders 2. Personeel 3. Veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

Bijlage 2 afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 2 afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

8. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

8. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.2 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang 1. Ouders 2. Personeel 3.

Nadere informatie

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten regio Gooi en Vechtstreek betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3. Gastouderopvang (GOO) 1. Afwegingsmodel

Nadere informatie

beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid)

beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid) beleidsregels AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG (inclusief boetebeleid) Gemeente Hardenberg mei 2009 Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang

Nadere informatie

1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 4.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen De kwaliteitsaspecten voor de peuterspeelzaal zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG GEMEENTE NEDER-BETUWE 1 Inleiding De gemeente Neder-Betuwe hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang van de VNG bij het uitvoeren van de handhavingacties

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Gemeente De Ronde Venen Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3. Gastouderopvang

Nadere informatie

2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO

2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO 2.2 Afwegingsmodel handhaving BSO De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0.Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.Ouders

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang

Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang Bijlage 1. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Behorende bij Handhavingsbeleid Kinderopvang Assen 2009 Handhaving- en sanctiebeleid gemeente betreffende kwaliteit

Nadere informatie

Afwegingsmodel handhaving dagopvang

Afwegingsmodel handhaving dagopvang Hoofdstuk 1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet 1. Ouders 2. Personeel 3. Veiligheid

Nadere informatie

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 1 afwegingsmodel handhaving dagopvang.xlsx. 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder

Nadere informatie

Bijlage 5 afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen.xlsx. 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 5 afwegingsmodel handhaving peuterspeelzalen.xlsx. 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.1)

Nadere informatie

Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator

Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator 1 Het afwegingsmodel voor dagopvang: Domein Dagopvang Kwaliteitsaspect Indicator Score 5=1, 6=1, 7=2,2, 8=2.8, etc Beoordeling

Nadere informatie

Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang

Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang 1 Bijlage 1 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Bijlage 1 Regionale versie afwegingsmodel AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG 2011 Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Bijlage 2. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Werkwijze van het toezicht op

Nadere informatie

Toetsingskader voor dagopvang

Toetsingskader voor dagopvang Bijlage 1. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor dagopvang Toetsingskader voor dagopvang Toetsingskader dagopvang 1 Inleiding Het toetsingskader

Nadere informatie

Toetsingskader voor dagopvang

Toetsingskader voor dagopvang Bijlage 1. (artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels werkwijze toezichthouder ) Toetsingskader voor dagopvang Werkwijze van het toezicht op dagopvang 1 Inleiding Het toetsingskader dagopvang bevat de

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008 Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang Gemeente Den Haag 2008 1 Inhoud: Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang gemeente Den Haag 2008 Hoofdstuk 2 Beleidsregels

Nadere informatie

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang 1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 BIJLAGE 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 GEMEENTE MEDEMBLIK Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang

Nadere informatie

Beleidsregels Handhaving kinderopvang Gemeente Roermond. Vastgesteld 25 september gepubliceerd 2 oktober 2012.

Beleidsregels Handhaving kinderopvang Gemeente Roermond. Vastgesteld 25 september gepubliceerd 2 oktober 2012. Beleidsregels Handhaving kinderopvang 2012 Gemeente Roermond Vastgesteld 25 september 2012. gepubliceerd 2 oktober 2012. 1. Beleidsregels handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn

Nadere informatie

Toetsingskader voor gastouderopvang

Toetsingskader voor gastouderopvang Bijlage 3. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor gastouderopvang Toetsingskader voor gastouderopvang Werkwijze van het toezicht op gastouderopvang

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN Gemeente Westvoorne

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN Gemeente Westvoorne AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Gemeente Westvoorne Bijlage 1 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Toetsingskader voor gastouderopvang

Toetsingskader voor gastouderopvang Bijlage 3. Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor gastouderopvang Werkwijze van het toezicht op gastouderopvang 1 Inleiding Het toetsingskader gastouderopvang

Nadere informatie

1. Beleidsregel handhaving dagopvang

1. Beleidsregel handhaving dagopvang 1. Beleidsregel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Besluit handhaving kinderopvang. voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek

Besluit handhaving kinderopvang. voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek Besluit handhaving kinderopvang voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek Inleiding Gemeenten dienen te bepalen hoe zij de in de wet gestelde eisen willen handhaven. Zij zijn in principe autonoom

Nadere informatie

2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang

2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang 2.1 Afwegingsmodel handhaving dagopvang De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 0. Kinderopvang in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang

Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Bijlage 2. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Toetsingskader voor buitenschoolse opvang Toetsingskader buitenschoolse

Nadere informatie

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen

Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen Bijlage 1 bij de Beleidsregel handhaving Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterpeelzalen AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 VNG Handhaving- en beleid gemeenten betreffende

Nadere informatie

0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (art 1.1) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (art 3) constatering

Nadere informatie

Inspectierapport. Kindercentrum Wereldkids

Inspectierapport. Kindercentrum Wereldkids Inspectierapport Kindercentrum Wereldkids Toezichthouder: Mw. I. Dol Opdrachtgever: Stadsdeel Oud-West Datum: 21 april 2008 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012-2 Nieuwegein Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal

2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal 2.5 Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal De kwaliteitsaspecten voor de peuterspeelzaal zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg Inspectierapport Kinderdagverblijf de Kinderkorf Vogelweg Toezichthouder: Mw. E.C.N. Leenhouts Opdrachtgever: Gemeente Diemen Datum: 10 december 2009 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave

Nadere informatie

BUITENSCHOOLSE OPVANG

BUITENSCHOOLSE OPVANG Bijlage 2: Afwegingsoverzicht buitenschoolse opvang BUITENSCHOOLSE OPVANG Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Herstel Bestraffend Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt

Nadere informatie

Toetsingskader voor gastouderopvang

Toetsingskader voor gastouderopvang Bijlage 3. Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 3, tweede lid) Toetsingskader voor gastouderopvang Toetsingskader voor gastouderopvang Toetsingskader gastouderopvang 1 Inleiding

Nadere informatie

2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau

2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau 2.3 Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau De kwaliteitsaspecten voor Gastouderbureau s zijn ingedeeld naar de volgende domeinen: 1 Gastouderbureau in de zin van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Handhaving- en beleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang (BSO) 3.

Nadere informatie

Toetsingskader Deel A Gastouderbureau

Toetsingskader Deel A Gastouderbureau Toetsingskader Deel A Gastouderbureau Toetsingskader deel A gastouderbureau 1 Inleiding Het toetsingskader gastouderbureau bevat de domeinindeling en de voorwaarden. Het kader betreft een inhoudelijke

Nadere informatie

Inspectierapport na aanvraag kdv de Appelboom (kinderdagverblijf)

Inspectierapport na aanvraag kdv de Appelboom (kinderdagverblijf) Inspectierapport na aanvraag kdv de Appelboom (kinderdagverblijf) Toezichthouder: Mw. K. Meijerse Opdrachtgever: Stadsdeel Noord Datum: 25 november 2010 Reden toezicht: inspectie na aanvraag registeropname

Nadere informatie

Bijlage 3 afwegingsmodel handhaving gastouderbureau.xlsx. 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Bijlage 3 afwegingsmodel handhaving gastouderbureau.xlsx. 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Gastouderbureau in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1.0 Gastouderbureau en handhaving Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Inspectierapport Naam (BSO) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen...

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf Inspectierapport Kinderdagverblijf de Kinderkorf Toezichthouder: Mw. M. Isaac Opdrachtgever: Gemeente Amstelveen Datum: 26 januari 2010 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Bijlage 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012 Handhaving- en beleid gemeente Assen betreffende kwaliteit kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Inspectierapport [naam kindercentrum] (BSO) [adres kindercentrum] [vestigingsplaats kindercentrum] [LRKP nummer]

Inspectierapport [naam kindercentrum] (BSO) [adres kindercentrum] [vestigingsplaats kindercentrum] [LRKP nummer] Inspectierapport [naam kindercentrum] (BSO) [adres kindercentrum] [vestigingsplaats kindercentrum] [LRKP nummer] Toezichthouder: [naam GGD] In opdracht van gemeente: [naam gemeente] Datum inspectiebezoek:

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf (kinderdagverblijf)

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf (kinderdagverblijf) Inspectierapport Kinderdagverblijf de Kinderkorf (kinderdagverblijf) Toezichthouder: Mw. M. Isaac Opdrachtgever: Gemeente Diemen Datum: 07 december 2010 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectierapport na aanvraag Het kleine huis aan het plein (kinderdagverblijf)

Inspectierapport na aanvraag Het kleine huis aan het plein (kinderdagverblijf) Inspectierapport na aanvraag Het kleine huis aan het plein (kinderdagverblijf) Toezichthouder: Mw. S. Mars Opdrachtgever: Stadsdeel Zuid Datum: 17 februari 2011 Reden toezicht: inspectie na aanvraag registeropname

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport Kindercentrum De Kleine Houtrakkers (KDV) Kleine Houtweg CA HAARLEM Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum De Kleine Houtrakkers (KDV) Kleine Houtweg CA HAARLEM Registratienummer: Inspectierapport Kindercentrum De Kleine Houtrakkers (KDV) Kleine Houtweg 15 2012CA HAARLEM Registratienummer: 122810776 Toezichthouder: GGD Kennemerland In opdracht van gemeente: HAARLEM Datum inspectiebezoek:

Nadere informatie

Inspectierapport. Buitenschoolse opvang de Korfkidz

Inspectierapport. Buitenschoolse opvang de Korfkidz Inspectierapport Buitenschoolse opvang de Korfkidz Toezichthouder: Mw. M. Isaac Opdrachtgever: Gemeente Amstelveen Datum: 12 maart 2010 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Artikel 2. Inventarisatie van risico s met betrekking tot veiligheid en gezondheid

Artikel 2. Inventarisatie van risico s met betrekking tot veiligheid en gezondheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 mei 2012, nr. KO/2012/7794, tot uitvoering van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Regeling kwaliteit kinderopvang

Nadere informatie

Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Curious Kids B.V.

Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Curious Kids B.V. Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Curious Kids B.V. Toezichthouder: Hr. F. van der Wal Opdrachtgever: Stadsdeel Zuid Datum: 26 mei 2010 Reden toezicht: inspectie na aanvraag registeropname

Nadere informatie

Inspectierapport De Geheime Tuin (BSO) Kwikstaartlaan 11 3704GS ZEIST

Inspectierapport De Geheime Tuin (BSO) Kwikstaartlaan 11 3704GS ZEIST Inspectierapport De Geheime Tuin (BSO) Kwikstaartlaan 11 3704GS ZEIST Toezichthouder: GGD Midden-Nederland Datum inspectiebezoek: 25-06-2012 In opdracht van gemeente: ZEIST Inhoudsopgave Inleiding... 3

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVING KWALITEIT KINDEROPVANG HELMOND 2009

BELEIDSREGEL HANDHAVING KWALITEIT KINDEROPVANG HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 03 Besluit: B&W 06 januari 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVING KWALITEIT KINDEROPVANG HELMOND 2009 Burgemeester en wethouders van Helmond; b e s l u i t : vast te stellen de Beleidsregel

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Mei 2015 BIVO/2015/30144 *Z018643F89A* B E L E I D S R E G E L H A N D H A V I N G W E T K I N D E R O P V A N G E N K W A

Nadere informatie

Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang La Luna in Delden

Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang La Luna in Delden Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang La Luna in Delden Toezichthouder : I.Kleinherenbrink Datum : 27-04-2009 Reden toezicht : Reguliere inspectie Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum...5 Overzicht

Nadere informatie

Inspectierapport BSO de Buiten BSO gemeente Haren

Inspectierapport BSO de Buiten BSO gemeente Haren Inspectierapport BSO de Buiten BSO gemeente Haren Toezichthouder: GGD Groningen Datum inspectiebezoek: 21 april 2009 BSO de Buiten BSO, Haren 2009 Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum 4 Overzicht

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg

Inspectierapport. Kinderdagverblijf de Kinderkorf. Vogelweg Inspectierapport Kinderdagverblijf de Kinderkorf Vogelweg Toezichthouder: Mw. E.C.N. Leenhouts Opdrachtgever: Gemeente Diemen Datum: 21 augustus 2007 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectierapport. kdv de Appelboom (kinderdagverblijf)

Inspectierapport. kdv de Appelboom (kinderdagverblijf) Inspectierapport kdv de Appelboom (kinderdagverblijf) Toezichthouder: Mw. K. Meijerse Opdrachtgever: Stadsdeel Noord Datum: 6 april 2011 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete

Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete Bijlage: Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen 2015 Inspectie items Prioriteit Bestuurlijke boete Pedagogisch beleid Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Bijlage 1 AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG Behorende bij Beleidsregels handhaving Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Hoogeveen 2011 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse opvang

Nadere informatie

Inspectierapport na aanvraag. Dons 3 (buitenschoolse opvang)

Inspectierapport na aanvraag. Dons 3 (buitenschoolse opvang) Inspectierapport na aanvraag Dons 3 (buitenschoolse opvang) Toezichthouder: Mw. K. Meijerse Opdrachtgever: Stadsdeel Zuid Datum: 26 april 2011 Reden toezicht: inspectie voorafgaande aan de start van de

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport BSO Catootje Schoolwerf LD ABBEKERK

Inspectierapport BSO Catootje Schoolwerf LD ABBEKERK Inspectierapport BSO Catootje Schoolwerf 1 1657 LD ABBEKERK Toezichthouder: GGD Hollands Noorden Datum inspectiebezoek: 17 september 2012 In opdracht van gemeente: MEDEMBLIK Inhoudsopgave Inleiding...3

Nadere informatie

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Combisport Delft. Naderonderzoek

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Combisport Delft. Naderonderzoek rapport bso Combiwerk 2010 Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Combisport Delft Naderonderzoek Toezichthouder: Mw. A. Stassen Datum inspectiebezoek: 8 maart 2010 GGD Zuid-Holland West Buitenschoolse

Nadere informatie

Inspectierapport kinderdagverblijf De goudvis, locatie Veld en Beemd

Inspectierapport kinderdagverblijf De goudvis, locatie Veld en Beemd Inspectierapport kinderdagverblijf De goudvis, locatie Veld en Beemd Toezichthouder: de heer M. den Outer, GGD Rotterdam-Rijnmond Datum inspectiebezoek: 26 maart 2009 Kenmerk: 09.959 Inspectierapport dagopvang

Nadere informatie

Inspectierapport Kinderopvang Nynke (KDV) Van Karnebeekstraat 115 8011JE ZWOLLE

Inspectierapport Kinderopvang Nynke (KDV) Van Karnebeekstraat 115 8011JE ZWOLLE Inspectierapport Kinderopvang Nynke (KDV) Van Karnebeekstraat 115 8011JE ZWOLLE Toezichthouder: GGD IJsselland Datum inspectiebezoek: 06-08-2012 In opdracht van gemeente: ZWOLLE Inhoudsopgave Inleiding...3

Nadere informatie

Inspectierapport. Kinderdagverblijf Curious Kids B.V. (kinderdagverblijf)

Inspectierapport. Kinderdagverblijf Curious Kids B.V. (kinderdagverblijf) Inspectierapport Kinderdagverblijf Curious Kids B.V. (kinderdagverblijf) Toezichthouder: Hr. F. van der Wal Opdrachtgever: Stadsdeel Zuid Datum: 06 oktober 2010 Reden toezicht: jaarlijkse inspectie Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf Triangel Locatie Lunet in Diepenheim

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf Triangel Locatie Lunet in Diepenheim Inspectie Rapport Kinderdagverblijf Triangel Locatie Lunet in Diepenheim Toezichthouder : I. Kleinherenbrink Datum : 19-01-2009 Reden toezicht : Nader onderzoek Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum...

Nadere informatie

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject Bijlage 1: Afwegingsoverzicht kinderdagverblijven KINDERDAGVERBLIJVEN Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Termijn Prio Hersteltraject Bestraffend traject Kinderopvang in de zin van de wet De

Nadere informatie

Inspectierapport Het Nannybureau (GOB) Schoutenveld 502 7327BV APELDOORN

Inspectierapport Het Nannybureau (GOB) Schoutenveld 502 7327BV APELDOORN Inspectierapport Het Nannybureau (GOB) Schoutenveld 502 7327BV APELDOORN Toezichthouder: GGD Gelre-IJssel Datum inspectiebezoek: 13-02-2012 In opdracht van gemeente: APELDOORN Inhoudsopgave Inleiding...3

Nadere informatie

Inspectierapport Dagverblijf Hoi Pippeloi KDV Prinshendrikplein VEENDAM

Inspectierapport Dagverblijf Hoi Pippeloi KDV Prinshendrikplein VEENDAM Inspectierapport Dagverblijf Hoi Pippeloi KDV Prinshendrikplein VEENDAM Toezichthouder: GGD Groningen Datum inspectiebezoek: 26-05-2011 Inhoudsopgave Algemene gegevens Kindercentrum...4 Overzicht bevindingen

Nadere informatie

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Triangel Villa Kakelbont

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Triangel Villa Kakelbont Toezichthouder : W.B.R. Laarman Datum : 14-09-2009 Reden toezicht : Reguliere Inspectie Inspectierapport Buitenschoolse opvang Triangel Villa Kakelbont Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum...4

Nadere informatie

Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen. Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is):

Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen. Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is): Bijlage 1 Meldingsformulier Peuterspeelzalen gemeente Groningen Gegevens van de houder (indien houder natuurlijk persoon is): Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoon : E-mail : Gegevens van de

Nadere informatie

Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Hoogte dwangsom Grote onderneming

Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Hoogte dwangsom Grote onderneming Bijlage 1 Afwegingsmodel handhaving kinderopvang 2013 1 Domein Prioriteit Bestuurlijke boete te dwangsom Grote onderneming e onderneming Kleine onderneming Ouders Houder heeft een reglement 2.500,- 4.000,00

Nadere informatie

Inspectierapport BSO Kids2b Hallehuis, Delfzijl gemeente Delfzijl

Inspectierapport BSO Kids2b Hallehuis, Delfzijl gemeente Delfzijl Inspectierapport BSO Kids2b Hallehuis, Delfzijl gemeente Delfzijl Toezichthouder: GGD Groningen Datum inspectiebezoek: 14 december 2009 BSO Kids2b Hallehuis december 2009 Inhoudsopgave Algemene gegevens

Nadere informatie

Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer:

Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer: Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer: 190940323 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: SCHIEDAM Datum inspectiebezoek:

Nadere informatie

Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Hestia

Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Hestia Inspectierapport na aanvraag Kinderdagverblijf Hestia Toezichthouder: Mw. M. Isaac Opdrachtgever: Gemeente Amstelveen Datum: 6 juli 2010 Reden toezicht: inspectie na aanvraag registeropname Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Inspectierapport Naam (KDV) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen...

Nadere informatie

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR

AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR AFWEGINGSMODEL HANDHAVING KINDEROPVANG WASSENAAR Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 1. Dagopvang 2. Buitenschoolse

Nadere informatie

Inspectierapport Risicogestuurd Toezicht (RGT) Buitenschoolse opvang De Blauwe IJsbeer Jan van Nassaustraat 29

Inspectierapport Risicogestuurd Toezicht (RGT) Buitenschoolse opvang De Blauwe IJsbeer Jan van Nassaustraat 29 Inspectierapport Risicogestuurd Toezicht (RGT) Buitenschoolse opvang De Blauwe IJsbeer Jan van Nassaustraat 29 Toezichthouder : Mw. B. Ruivenkamp, GGD Den Haag. Datum inspectiebezoek: Woensdag 3 februari

Nadere informatie

Inspectierapport [naam gastouderbureau] (GOB) [adres gastouderbureau] [Vestigingsplaats gastouderbureau]

Inspectierapport [naam gastouderbureau] (GOB) [adres gastouderbureau] [Vestigingsplaats gastouderbureau] Inspectierapport [naam gastouderbureau] (GOB) [adres gastouderbureau] [Vestigingsplaats gastouderbureau] Toezichthouder: Datum inspectiebezoek: In opdracht van gemeente: [naam GGD] [naam gemeente] Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectierapport Ratjetoe (BSO) Kapelweg GA TER APEL

Inspectierapport Ratjetoe (BSO) Kapelweg GA TER APEL Inspectierapport Ratjetoe (BSO) Kapelweg 13 9561GA TER APEL Toezichthouder: GGD Groningen Datum inspectiebezoek: 31-08-2012 In opdracht van gemeente: VLAGTWEDDE Inhoudsopgave Inleiding...3 Algemene gegevens

Nadere informatie

Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Afwegingsoverzicht Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Domein Prioriteit Bestuurlijke boete Ouders Houder heeft een reglement oudercommissie 2.500,-

Nadere informatie

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer

Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Inspectierapport Naam (GOB) straat postcode plaats Registratienummer Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en

Nadere informatie

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf *Sterre. Toezichthouder : J.E. van Beers GGD Eemland Datum inspectiebezoek : 11 januari :30 uur

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf *Sterre. Toezichthouder : J.E. van Beers GGD Eemland Datum inspectiebezoek : 11 januari :30 uur Inspectie Rapport Kinderdagverblijf *Sterre Toezichthouder : J.E. van Beers GGD Eemland Datum inspectiebezoek : 11 januari 2007 10:30 uur Inhoudsopgave Inleiding...3 Algemene gegevens...5 1. Ouders...6

Nadere informatie

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Konijn

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Konijn Inspectierapport Buitenschoolse opvang Konijn Toezichthouder: mevrouw H. van der Graaf Datum inspectiebezoek: 8 september 2009 Buitenschoolse opvang Konijn, inspectiedatum 8 september 2009 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inspectierapport BSO kids2b VV Eenrum gemeente De Marne

Inspectierapport BSO kids2b VV Eenrum gemeente De Marne Inspectierapport BSO kids2b VV Eenrum gemeente De Marne Toezichthouder: GGD Groningen Datum inspectiebezoek: 3 en 9 november 2009 BSO kids2b VV Eenrum november 2009 Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum

Nadere informatie

Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang De @-pe-noot

Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang De @-pe-noot Inspectie Rapport Buitenschoolse opvang De @-pe-noot Toezichthouder : W.B.R. Laarman Datum : 15 oktober 2009 Reden toezicht : reguliere inspectie Inhoudsopgave Algemene gegevens kindercentrum...5 Overzicht

Nadere informatie

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884 Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Villa Vrolijk VOF Noordpoort 8 4695 BX Sint-Maartensdijk Registratienummer 143860884 Toezichthouder: GGD Zeeland In opdracht van gemeente: Tholen Datum

Nadere informatie

Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard

Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard Inspectierapport Sport en Science BSO Eigenwijs (BSO) Havikstraat 5A 7 6135ED Sittard Toezichthouder: GGD Zuid Limburg In opdracht van gemeente: Sittard-Geleen Datum inspectie: 19-05-2015 Type onderzoek

Nadere informatie

Inspectierapport KDV De Broekies (KDV) De Dikte NH DWINGELOO

Inspectierapport KDV De Broekies (KDV) De Dikte NH DWINGELOO Inspectierapport KDV De Broekies (KDV) De Dikte 1 7991NH DWINGELOO Toezichthouder: GGD Drenthe Datum inspectiebezoek: 21-06-2012 In opdracht van gemeente: WESTERVELD Inhoudsopgave Inleiding... 3 Algemene

Nadere informatie

Inspectierapport BSO de Boerderij (BSO) Oosterstraat EE STADSKANAAL Registratienummer:

Inspectierapport BSO de Boerderij (BSO) Oosterstraat EE STADSKANAAL Registratienummer: Inspectierapport BSO de Boerderij (BSO) Oosterstraat 66 9502EE STADSKANAAL Registratienummer: 208570810 Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: STADSKANAAL Datum inspectiebezoek: 12-11-2013

Nadere informatie