Hierbij doen we u in het kader van de rijkscoördinatieregeling de beschikking toekomen.

Transcriptie

1 t Gemeente Sudwest-Fryslän Het kenmerk: UV Behandeld door: Team Vergunningen Telefoon: Vermilion OH ft Gas Netherlands BV T.a.v. de heer S.Tummers Zuidwalweg NV HARLINGEN Onderwerp: beschikking omgevingsvergunning Sneek, Geachte heer Tummers, Op 16 september 2015 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Vermilion Oil ft Gas Netherlands, voor het aanleggen van tijdelijke inritten op het percelen plaatselijk bekend nabij nummer 18 te Dearsum (Provinciale wegen, kad.perc. RWD02H01537 en RWDOZH01642). Deze aanvraag is geregistreerd onder nummer UV Hierbij doen we u in het kader van de rijkscoördinatieregeling de beschikking toekomen. Nadere informatie Informatie over uw aanvraag is te verkrijgen bij team Vergunningen, telefoonnummer Wij zijn elke werkdag telefonisch bereikbaar van 9.00 tot uur. Wilt u bij vragen of overleg het registratienummer bij de hand houden, zodat wij u vlot van dienst kunnen zijn. namens het college van burgemeester en wethouders van Sudwest-Fryslàn, teammanager Vergunningen, H.E. de Hoo Bijlage(n) - beschikking Gemeente Sudwest-Fryslan T Gemeenteloketten Postbus F Kerkstraat 1, Bolsward 8600 HA Sneek E lnfo@sudwestfryslan.nl Marktstraat 15, Sneek IBAN NL42BNGH w Merk 1, Workum (tijdelijk gesloten vanaf Kvk nr mei 2014)

2 t Gemeente Sudwest-Fryslan Beschikking omgevingsvergunning uv Burgemeester en Wethouders hebben op 16 september 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen nabij de percelen plaatselijk bekend nummer 18 te Dearsum. De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV met de volgende activiteiten: UV Bouwen het aanleggen van een tijdelijke brug t.b.v. een tijdelijke inrit (Provinciale weg N384, kad.perc. RWD02H01537 en RWD02H01538) UV Strijdig planologisch het aanleggen van een tijdelijke brug t.b.v. een tijdelijke inrit gebruik (Provinciale weg N384, kad.perc. RWD02H01538 en RWD02H01539) UV Inritluitweg UV Aanleggen het aanleggen van tijdelijke inritten en aanpassen van bestaande inritten (Provinciale weg N354 en N384, kad.perc. RWD002H00034, RWD002H00038, RWD002H00129, RWD002H01537 en RWD02H01642) het aanleggen van tijdelijke dam/inrit (Provinciale wegen, kad.perc. RWD02H01537 en RWD02H01538) BESCHIKKING: I. Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. Tevens dient te worden voldaan aan de voorwaarden, zoals hieronder zijn aangegeven. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: bouwen strijdig planologisch gebruik inrit/uitweg aanleggen 11. Burgemeester en wethouders besluiten af te wijken van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2008 Boarnsterhim, met toepassing van artikel 2, 12, 1e lid, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 111. Burgemeester en wethouders besluiten vrijstelling te verlenen voor het indienen van een onderzoeksrapport naar de gesteldheid van de bodem, daar het geen bouwwerk betreft waarin personen voortdurend of nagenoeg voortdurend in zullen verblijven; Bent u het niet eens met deze beschikking? Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd. Een belanghebbende die redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende besluit kan ook beroep instellen. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het wordt aanbevolen in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is

3 Datum, 6 september 2016 namens het college van burgemeester en wethouders van Sûdwest Fryslän, teammanager Vergunningen, H.E. de Hoo - 3 -

4 Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning voor het aanleggen van tijdelijke inritten (Provinciale wegen, kad.perc. RWD02H01537 en RDW02H01642) op het perceel plaatselijk bekend nabij nummer 18 te Dearsum. Bijlage 1: Overwegingen. Bijlage 2: Gewaarmerkte stukken. Bijlage 3: Voorschriften gemeente en provincie. Bijlage 1 - Overwegingen In deze bijlage zetten wij uiteen welke overwegingen hebben geleid tot ons besluit. Ontvangst van de aanvraag om omgevingsvergunning Op 16 september 2015 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Vermilion Oil ft Gas Netherlands, voor het aan leggen van tijdelijke inritten op het perceel plaatselijk bekend nabij nummer 18 te Dearsum (Provinciale wegen, kad.perc. RWD02H01537 en RWD02H01642). Deze aanvraag is geregistreerd onder nummer UV Ontvankelijk I aanvraag volledig De aanvraag is getoetst (indieningsvereisten aanvraag omgevingsvergunning) aan de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht) en is ontvankelijk. Op verzoek van de gemeente is op 6 januari aanvullende informatie overlegd. Bestemmingsplan De in deze vergunningaanvraag aangevraagde onderdelen vatten buiten het rijksinpassingsplan (gasleiding) en moeten daarom aan de vigerende bestemmingsplan "Buitengebied Boarnsterhim" worden getoetst. Het bouwen van een tijdelijke brug is in strijdt met artikel 3, lid 1 van het vigerende bestemmingsplan, omdat het gebruik van de brug niet in overeenstemming is met het in het genoemde artikel toegestane gebruik. Wij zijn van mening dat er met toepassing van artikel 4, lid 11 (hoofdstuk IV van de bijlage 11 van het besluit omgevingsrecht) afgeweken kan worden, omdat dit een tijdelijk bouwwerk betreft welke nagenoeg geen ruimtelijke impact heeft op het omgevingsbeeld. Procedure In artikel141a, eerste lid, aanhef en onder a en onder c, van de Mijnbouwwet is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor het project Gaswinning Oppenhuizen gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de minister van Economische Zaken (EZ). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor het project Gaswinning Oppenhuizen. Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De minister van EZ heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor het project Gaswinning Oppenhuizen bevorderd. Onderhavig besluit is samen met het inpassingsplan en andere besluiten als volgt voorbereid: - 4 -

5 op 24 maart 2016 is een kennisgeving en op 4 mei 2016 een aanvullende kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen; op 24 maart 2016 is door de Minister van EZ een ontwerp van het besluit aan Vermilion Oil ft Gas Netherlands B.V. gezonden; het ontwerp van het besluit heeft van 25 maart tot en met 9 mei 2016 ter inzage gelegen bij Gemeente Sudwest-Fryslan en Provincie Fryslän; er is een informatiebijeenkomst georganiseerd, op 18 april 2016, waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijze naar voren te brengen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZ daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. Behandeling zienswijzen Naar aanleiding van de publicatie van de kennisgeving en de terinzagelegging van de ontwerpbesluiten voor Gaswinning Oppenhuizen zijn zienswijzen over de ontwerpbesluiten naar voren gebracht. Zie de antwoordnota zienswijzen met kenmerk voor een overzicht van de behandeling van de zienswijzen. In de antwoordnota vindt u ook de reacties op de inhoudelijke punten uit de zienswijzen die niet specifiek zijn, respectievelijk over alle ontwerpbesluiten gaan. Tegen het ontwerp van dit besluit zijn geen zienswijzen ingediend. In de genoemde antwoordnota vindt u de inhoudelijke reacties op de zienswijzen voor zover deze niet zijn opgenomen in het besluit zelf. De antwoordnota maakt, voor zover de zienswijzen zich richten tegen het ontwerp van onderhavig besluit, onderdeel uit van het besluit. In de antwoordnota is aangegeven of de zienswijzen aanleiding geven om het onderhavige besluit aan te passen. Welstandscommissie Op grond van artikel 2.1 0, lid 1, sub d van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht is het plan niet voorgelegd aan de welstandscommissie omdat het een bouwwerk betreft met een beperkte instandhoudingstermij n. Bouwbesluit en bouwverordening Het is aannemelijk gemaakt dat het plan voldoet aan de voorschriften van de bouwverordening van de gemeente Sudwest Fryslan. Ook is het aannemelijk gemaakt dat het plan voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Milieu Daar het geen bouwwerk betreft waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend personen in zullen verblijven, kan vrijstelling worden verleend voor het indienen van een onderzoeksrapport naar de gesteldheid van de bodem; Bijlage 2 Gewaarmerkte stukken De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkt stuk bijgevoegd, deze maken onderdeel uit van deze omgevingsvergunning: aanvraagformulier; tekening UV-01 d.d. 4 januari 2016; tekening D-01 d.d. 11 november 2015; tekening D-02 d.d. 11 november 2015; Notitie 02 Antea group d.d. 12 november 2015; - 5 -

6 Bijlage 3 Voorschriften Gemeente Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: Wat moet u 2 dagen vóór de start van de bouw doen? U moet tenminste twee dagen van te voren de start van de bouw bij de gemeente melden. Dit kan door het gele antwoordkaartje in te vullen en op te sturen. U kunt contact opnemen met de gemeentelijke toezichthouders via het algemene telefoonnummer Vraag naar het team Toezicht en Handhaving. Ook moet u minimaal twee dagen van te voren een melding doen van: de start van het graafwerk; Als u werkzaamheden laat uitvoeren door een aannemer, spreek dan goed af wie de meldingen aan de gemeente zal doen. Mag u grond afvoeren? Wij adviseren om te werken met een gesloten grondbalans. Dit betekent dat u vrijkomende grond op uw eigen terrein verwerkt. Als dit niet kan dan moet u contact opnemen met de gemeente via Vraag naar het team Vergunningen. Vrijkomende grond mag u alleen afvoeren als u daarvoor toestemming krijgt van de gemeente of provincie. Er kan in dat geval ook een bodemonderzoek nodig zijn. Wat doet u als de bouw klaar is? Als de bouw klaar is meldt u dit aan de gemeente. Zonder gereed melding mag het bouwwerk niet in gebruik worden genomen. U kunt het werk gereed melden door het groene antwoordkaartje in te vullen en op te sturen. Een toezichthouder kan dan een afspraak met u maken en controleren of volgens de vergunning is gebouwd. Als alles in orde is, wordt uw dossier afgesloten. U mag daarna het bouwwerk in gebruik nemen. Intrekking vergunning De omgevingsvergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken: 1. als blijkt dat de houder van de omgevingsvergunning niet heeft voldaan aan een voorwaarde als bedoeld in artikel 2.2 van de Wabo; 2. als binnen de in de bouwverordening gestelde termijn geen begin met de werkzaamheden is gemaakt of indien de werkzaamheden langer dan de in bouwverordening gestelde termijn hebben stilgelegen; 3. op verzoek van de aanvrager. Deze vergunning vervalt, wanneer binnen 3 jaar nadat zij onherroepelijk is geworden daarvan geen gebruik is gemaakt. Instandhoudingstermijn Hierbij wordt bepaald dat de vergunninghouder na het verstrijken van de in de omgevingsvergunning aangegeven instandhoudingstermijn, verplicht is de voor de verlening van de omgevingsvergunning bestaande toestand hersteld te hebben. De hiervoor genoemde instandhoudingstermijn wordt hierbij gesteld op 3 jaar gerekend vanaf het moment dat de vergunning onherroepelijk is geworden

7 Voorschriften Provincie Tijdelijke in-/uitritten N384 ter hoogte van hmp en hmp Voordat met de uitvoering van de werken wordt begonnen moet de te maken tijdelijke in /uitritten worden uitgezet. Hierop moet de goedkeuring worden verkregen van de provincie Fryslan (de heer P. Koopmans, tel ). 2. De tijdelijke in-/ uitritten moeten worden gehouden op de plaatsen als is aangegeven op de bijgevoegde tekening( en), aan de provinciale weg N384 ter hoogte van hmp en De afmetingen van tijdelijke in-/uitritten moeten voor de aanleg worden vastgesteld i.o.m. de heer P. Koopmans van de provincie Fryslan, tel De toe t e passen materialen dienen door de in lid 1 genoemde medewerker te worden goedgekeurd. In ieder geval moet gebruik worden gemaakt van industrieplaten i.p.v. rijplaten. 5. De vrije afwatering hoofdrijbaan en/of parallelweg van de provinciale N384 moet te allen tijde gewaarborgd zijn. 6. Voor de aanvang van de werkzaamheden moet de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende zich op de hoogte stellen van de aanwezigheid van kabels c.q. leidingen en de nodige zorg hiervoor te dragen. Indien ten gevolge van de werkzaamheden schade ontstaat aan kabelsen/of leidingen moet de belanghebbende instantie hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld. 7. Vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de Provincie Fryslan, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden. 8. De te maken werken moet voortdurend in goede staat worden onderhouden. 9. Meldingsformulier a. Van het voornemen om met de uitvoering van de werken een begin te maken, moet het bijgevoegde formulier (meldingsformulier aanvang werkzaamheden) uiterlijk vijf dagen voor aanvang werkzaamheden volledig worden ingevuld en worden toegestuurd naar het op het formulier vermelde adres. b. Bij voltooiing van de werkzaamheden moet het bijgevoegde formulier (meldingsformulier einde werkzaamheden) binnen vijf dagen na einde werkzaamheden volledig worden ingevuld en worden toegestuurd naar op het formulier vermelde adres. Bij uitvoering van onderhoudswerken of het verwijderen der werken dient eveneens kennis te worden gegeven aan de gemeente Sudwest Fryslan. 10. De vergunning dient altijd op het werk aanwezig te zijn. 11. Alle kosten voor de aanleg, onderhoud en verwijdering van de tijdelijke in-/uitritten en de te nemen verkeersmaatregelen zijn geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 12. De kosten voor het eventueel omleggen en/of verwijderen van kabels en/of leidingen komen geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 13. De te verrichten werkzaamheden moeten, eenmaal in uitvoering genomen, onafgebroken en met spoed te worden voortgezet. 14. Het hebben van deze door de gemeente Sudwest Fryslan verleende vergunning vrijwaart de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende niet van eventuele andere benodigde vergunningen. 15. De vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende is verplicht zich aan de vigerende milieu- en arbo-eisen op de hoogte te stellen en zich aan deze eisen en voorschriften te houden. 16. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op/naast de provinciale (parallel)weg moeten voor de veiligheid van het verkeer de nodige maatregelen worden getroffen overeenkomstig de "Richtlijnen voor maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom" (CROW-publicatie 96b). 17. Bij de tijdelijke in-/uitritten moeten de voorgeschreven maatregelen genomen worden volgens CROW 96b. Geen hinder doorstroming verkeer. VRI plaatsen bij beide in-/uitritten. 18. Tijdens werkzaamheden in de berm van de provinciale (parallel)weg is het dragen van veiligheidskleding verplicht. Deze moet voldoen aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen. 19. Alle schade c. q. gevolgschade ten gevolge van het gebruik van deze vergunning is voor rekening van vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 20. Deze door gemeente Sudwest Fryslan verleende vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken: - 7 -

8 a. indien Provincie Fryslan van oordeel is dat het wijzigen respectievelijk het opruimen van het krachtens de vergunning gestichte belang van de verkeersveiligheid of van de instandhouding of bruikbaarheid van de weg nodig is; b. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet voldoende worden nageleefd; c. wanneer de werkzaamheden niet binnen drie jaar na onherroepelijk worden van deze vergunning zijn uitgevoerd. 21. Bij intrekking van de vergunning moeten de gemaakte werken door en op kosten van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende worden verwijderd. 22. Voor de aanleg en het gebruik van de tijdelijke in-/uitritten moeten nog bebordingsplannen aangeleverd worden bij de provincie ter goedkeuring voor zowel de hoofdrijbaan als de parallelweg/fietspad. 23. Na afloop van de werkzaamheden moeten de tijdelijke in-/uitritten direct worden opgeruimd en alles in originele staat worden hersteld, een en ander ten genoegen van de in lid 1 genoemde medewerker. 24. Van de vergunning mag geen gebruik worden gemaakt in geval van mist, sneeuwval, of andere omstandigheden, in het bijzonder van atmosferische aard, die het zicht beperken tot een afstand van minder dan 200 m. 25. Voor de te maken dammen dient vergunning aangevraagd te worden bij het Wetterskip Fryslan. 26. Tijdens spitsuren van uur tot uur en van uur tot uur mogen naast/op de provinciale weg geen werkzaamheden plaats vinden. Tijdelijke in-uitrit N De provincie is akkoord onder voorwaarde dat uitdrukkelijk eerst moet worden verzocht aan de eigenaar van perceel om over zijn land te rijden naar perceel (dezelfde eigenaar). 2. Voor de aanleg en het gebruik van de tijdelijke in-/uitritten moeten nog bebordingsplannen aangeleverd worden bij de provincie ter goedkeuring voor zowel de hoofdrijbaan als de parallelweg/fietspad. Bij geen akkoord van de eigenaar van de betreffende percelen gelden de volgende voorschriften voor het tijdelijk verharden van een deel van de groenstrook ten noorden en parallel aan de provinciale weg (totdat deze aansluit op de bestaande verharding (landbouwpad) welke verder loopt evenwijdig aan de provinciale weg richting de ovonde.): 1. Het plaatsen van stelconplaten c.q. industrieplaten op een zandbed van minimaal 0,40 cm dik; afmetingen in overleg met de heer P. Koopmans. 2. Plaatsen over de gehele lengte (vanaf einde landbouwpad tot 5 meter voorbij de tijdelijk aan te leggen dam naar perceel 00059) barriërs tussen stelconplaten c.q. industrieplaten en hoofdrijbaan. 3. Tijdens het aanbrengen/verwijderen van de stelconplaten c.q. industrieplaten en barriërs verkeersmaalregelen treffen conform CROW96B. 4. Bovenstaande werkzaamheden mogen niet plaats vinden tussen 07:00 en 09:00 uur en tussen 15:00 en 18:00 uur. 5. Permanente verkeersmaalregelen treffende afhankelijk van de afstand tussen barriërs en kant wegverharding. 6. Alle kosten voor de tijdelijke aanleg, onderhoud en verwijdering van de verharding en de te nemen verkeersmaalregelen zijn geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 7. Na beëindiging van de werkzaamheden dient de berm en het gedeelte hekwerk in oorspronkelijke staat worden teruggebracht. 8. De werkzaamheden en de aanvoer materiaal en/of materieel dienen vanaf het landbouwpad plaats te vinden. 9. De vrije afwatering hoofdrijbaan moet ten allen tijde worden gewaarborgd

9 10. Voor de aanvang van de werkzaamheden moet de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende zich op de hoogte stellen van de aanwezigheid van kabels c.q. leidingen en de nodige zorg hiervoor te dragen. Indien ten gevolge van de werkzaamheden schade ontstaat aan kabelsen/of leidingen moet de belanghebbende instantie hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld. 11. De kosten voor het eventueel omleggen en/of verwijderen van kabels en/of leidingen komen geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 12. Tijdens werkzaamheden in de berm van de provinciale (parallel)weg is het dragen van veiligheidskleding verplicht. Deze moet voldoen aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen. 13. Alle schade c.q. gevolgschade ten gevolge van het gebruik van deze vergunning is voor rekening van vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 14. De vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende is verplicht zich aan de vigerende milieu- en arbo-eisen op de hoogte te stellen en zich aan deze eisen en voorschriften te houden. 15. De te verrichten werkzaamheden moeten, eenmaal in uitvoering genomen, onafgebroken en met spoed worden voortgezet. 16. Bovenstaande voorschriften in overleg met de heer P. Koopmans van de afdeling Provinciale Waterstaat, tel Bij geen akkoord van de eigenaar van de betreffende percelen gelden de volgende voorschriften voor het plaatsen van de aangevraagde tijdelijke dam vanuit het perceel H00059: 1. Voordat met de uitvoering van de werken wordt begonnen moet de te maken tijdelijke dam worden uitgezet. Hierop moet de goedkeuring worden verkregen van de provincie Fryslän (de heer P. Koopmans, tel ). 2. De tijdelijke dam moeten worden gehouden op de plaats als is aangegeven op de bij de aanvraag ingezonden tekening(en), aan westkant van de provinciale weg N354 t.b.v. perceel De afmetingen van tijdelijke dam moeten voor de aanleg worden vastgesteld i.o.m. de heer P. Koopmans van de provincie Fryslän, tel De toe te passen materialen dienen door de in lid 1 genoemde medewerker te worden goedgekeurd. In ieder geval moet gebruik worden gemaakt van industrieplaten i.p.v. rijplaten. 5. De vrije afwatering hoofdrijbaan moet ten allen tijde worden gewaarborgd. 6. Voor de aanvang van de werkzaamheden moet de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende zich op de hoogte stellen van de aanwezigheid van kabels c.q. leidingen en de nodige zorg hiervoor te dragen. Indien ten gevolge van de werkzaamheden schade ontstaat aan kabels en/of leidingen moet de belanghebbende instantie hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld. 7. Vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de Provincie Fryslän, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden. 8. De te maken werken moet voortdurend in goede staat worden onderhouden. 9. Meldingsformulier a. Van het voornemen om met de uitvoering van de werken een begin te maken, moet het bijgevoegde formulier (meldingsformulier aanvang werkzaamheden) uiterlijk vijf dagen voor aanvang werkzaamheden volledig worden ingevuld en worden toegestuurd naar het op het formulier vermelde adres. b. Bij voltooiing van de werkzaamheden moet het bijgevoegde formulier (meldingsformulier einde werkzaamheden) binnen vijf dagen na einde werkzaamheden volledig worden ingevuld en worden toegestuurd naar op het formulier vermelde adres. c. Bij uitvoering van onderhoudswerken of het verwijderen der werken dient eveneens kennis te worden gegeven aan de gemeente Sudwest Fryslän. 10. De vergunning dient altijd op het werk aanwezig te zijn. 11. Alle kosten voor de aanleg, onderhoud en verwijdering van de tijdelijke dam de te nemen verkeersmaatregelen zijn geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijg ende. 12. De kosten voor het eventueel omleggen en/of verwijderen van kabels en/of leidingen komen geheel voor rekening van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 13. De te verrichten werkzaamheden moeten, eenmaal in uitvoering genomen, onafgebroken en met spoed worden voortgezet

10 14. Het hebben van deze door de gemeente Sudwest Fryslän verleende vergunning vrijwaart de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende niet van eventuele andere benodigde vergunningen. 15. De vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende is verplicht zich aan de vigerende milieu- en arbo eisen op de hoogte te stellen en zich aan deze eisen en voorschriften te houden. 16. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden naast de provinciale weg moeten voor de veiligheid van het verkeer de nodige maatregelen worden getroffen overeenkomstig de "Richtlijnen voor maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom" (CROW-publicatie 96b). 17. Tijdens werkzaamheden in de berm van de provinciale (parallel)weg is het dragen van veiligheidskleding verplicht. Deze moet voldoen aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen. 18. Alle schade c.q. gevolgschade ten gevolge van het gebruik van deze vergunning is voor rekening van vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende. 19. Deze door gemeente Sûdwest Fryslän verleende vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken: a. Indien Provi ncie Fryslän van oordeel is dat het wijzigen respectievelijk het opruimen van het krachtens de vergunning gestichte belang van de verkeersveiligheid of van de instandhouding of bruikbaarheid van de weg nodig is; b. Indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet voldoende worden nageleefd; c. Wanneer de werkzaamheden niet binnen drie jaar na onherroepelijk worden van deze vergunning zijn uitgevoerd. 20. Bij intrekking van de vergunning moeten de gemaakte werken door en op kosten van de vergunninghoud(st)er c.q. rechtverkrijgende worden verwijderd. 21. Na afloop van de werkzaamheden moeten de tijdelijke dam direct worden opgeruimd en alles in originele staat worden hersteld, een en ander ten genoegen van de in lid 1 genoemde medewerker. 22. Voor de te maken dam dient tevens vergunning aangevraagd te worden bij het Wetterskip Fryslän. 23. De werkzaamheden en aanvoer materiaal en/of materieel dienen vanaf het landbouwpad plaats te vinden. 24. Tijdens spitsuren van uur tot uur en van uur tot uur mogen naastfop de provinciale weg geen werkzaamheden plaats vinden. 25. De provincie Fryslän behoudt het recht naast bovenstaande voorschriften, aanvullende voorschriften te st ellen, die door de provincie Fryslän in voorkomende gevallen noodzakelijk worden geacht

11

12

13

14