Het wat en hoe van de impulssubsidies

Transcriptie

1 Het wat en hoe van de impulssubsidies Aangezien de impulssubsidies momenteel een belangrijk element zijn voor de sportdiensten, vinden we het belangrijk om hier naast de brochure en de infosessies ook in het Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer de nodige aandacht aan te schenken. In wat volgt geven we de kern weer en geven we enkele bijkomende tips en suggesties. Enkele begrippen Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar; Jeugdsportbegeleider: sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in een erkende sportvereniging; Jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak; Erkende sportvereniging: een sportvereniging die is aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie en die erkend is door het gemeentebestuur! deze bepaling treedt pas in werking op 01/01/2010, tot dan kunnen sportverenigingen die niet zijn aangesloten bij een erkende Vlaamse federatie of zij die aangesloten zijn bij een unitaire sportfederatie in aanmerking komen voor impulssubsidie. - Merk op dat ook voor de beleidssubsidie subsidies aan sportverenigingen aangesloten bij een unitaire sportfederatie vanaf 2010 niet ingebracht kunnen worden. - Dat betekent dat sportvereniging x die enkel lokaal actief is en bij geen enkele erkende Vlaamse sportfederatie is aangesloten, subsidie kan ontvangen in het kader van de beleidssubsidie. Sportvereniging x kan vanaf 2010 echter niet in aanmerking komen voor impulssubsidies omdat daar de voorwaarde geldt dat men aangesloten moet zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie. Voor de periode is het thema voor de impulssubsidie de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in de sportverenigingen, aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. De beleidsdoelstelling die de Vlaamse Regering met de impulssubsidie beoogt, is het verkrijgen van meer en hoger gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. Om die beleidsdoelstelling te bereiken, dienen maatregelen genomen te worden die gericht zijn op: - Verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider zelf en dat inzake de begeleiding op het sporttechnische, tactische of sociaal-pedagogische vlak; - Verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportcoördinator zelf en dat inzake de coördinatie van het jeugdsportbeleid in de sportvereniging op het sporttechnische, beleidsmatige, sociaal-pedagogische en organisatorische vlak; - De verhoging van het aantal en van de sportkwalificatie van de jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren; - De verhoging van het aantal erkende sportverenigingen die werken met sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en die beschikken over een jeugdsportcoördinator. Verder dient er bij de invulling van het impulsbeleid expliciet aandacht te gaan naar aspecten van ethisch en medisch verantwoorde sportbeoefening. Het woord zelf is bij bovenstaande maatregelen cruciaal, ze dienen gericht te zijn op de persoon en niet op bijvoor- beeld de club in het algemeen. Maatregelen mogen dus niet gericht zijn op de verhoging van de jeugdsportbegeleiding of jeugdsport. De subsidie mag ook niet gebruikt worden voor materiaal en infrastructuur. Let op, in geval van subsidiëring moet het subsidiebedrag naar de sportvereniging gaan en mag het door de gemeente niet aan de jeugdsportbegeleider of coördinator uitgekeerd te worden. Mogelijkheden De impulssubsidie kan besteed worden aan directe financiele ondersteuning van de erkende sportvereniging en aan eigen initiatieven van de gemeente. Maar, de meerderheid van de impulssubsidie moet ofwel jaarlijks ofwel verdeeld over meerdere jaren van het impulsbeleid besteed worden aan de directe financiële ondersteuning van de sportverenigingen. Het budget impulssubsidies moet jaarlijks volledig besteed worden, de middelen zijn niet overdraagbaar naar een volgend jaar! Financiële ondersteuning van de sportverenigingen Wanneer de gemeente kiest voor directe financiële ondersteuning van de erkende sportvereniging, dient de verdeling van de subsidies te gebeuren op basis van een subsidiereglement of -reglementen met 100% kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria dienen betrekking te hebben op: Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 11 N 207

2

3 De subsidiereglementen dienen aan Bloso bezorgd te worden in het jaar voorafgaand aan het jaar dat ze van toepassing zijn. Dus ofwel bij het hoofdstuk over de impulssubsidie ofwel bij het jaarlijkse verslag dat ingediend wordt voorafgaand aan het toepassingsjaar. Als de subsidiereglementen wijzigen, moeten ze bij het jaarlijkse verslag worden gevoegd. Wanneer in het subsidiereglement in het kader van beleidssubsidies ook items aan bod komen die aansluiten bij het thema van de impulssubsidies en die ook in een subsidiereglement daaromtrent zijn opgenomen, is dat geen probleem, dubbel subsidiëren mag. Wanneer de beleids- en de impulssubsidies in één reglement verwerkt worden, is het belangrijk om dat budgettair duidelijk te onderscheiden van elkaar. Hou er ook rekening mee dat het reglement in het kader van de impulssubsidies volledig, voor 100%, op kwalitatieve criteria gebaseerd dient te zijn. - Scholing-Opleiding: het behalen door de jeugdsportbegeleider/-coördinator van een sportspecifiek diploma of attest van of erkend door de Vlaamse Trainersschool; - Bijscholing: het volgen van bijscholingen door de jeugdsportbegeleider/-coördinator; - Bijscholing: het organiseren van bijscholingen voor de eigen jeugdsportbegeleiders; - Het belonen voor het aantal actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders; - Het beschikken over een actieve jeugdsportcoördinator; - Het geheel of gedeeltelijk vergoeden van loonkosten van sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders/-coördinatoren; vb. pilootproject sportclubs van Vlabus Noot: Hou er op voorhand rekening mee dat de impulssubsidies tijdelijk zijn. Nu kun je als gemeente met de impulssubsidies een tussenkomst in de loonkost voorzien, maar wat wanneer het thema van de impulssubsidies voor de volgende legislatuur wijzigt? Kunnen de verenigingen die loonkosten dan zelf dragen, kan de gemeente met andere middelen tussenkomen,? - Andere initiatieven die voldoen aan de beleidsprioriteit en de subsidievoorwaarden zijn mogelijk. Tijdens de infosessies begin oktober raadde Bloso evenwel aan om die vooraf bij hen af te toetsen. Een keuze die gemaakt zal moeten worden bij de opmaak van het subsidiereglement in het kader van de impulssubsidies is of sportverenigingen die reeds beschikken over gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en coördinatoren en daar een beleid (bijscholing, opleiding, ) rond hebben, beloond zullen worden, of of sportverenigingen die daar nog niet over beschikken, maar wel de nodige stappen aan het nemen zijn een beloning krijgen (combinaties zijn ook mogelijk). Eigen initiatieven van de gemeente Wanneer de gemeente kiest om zelf initiatieven te nemen in het kader van de beleidsprioriteit, dan komen de volgende uitgaven in aanmerking: - Scholing-Opleiding: Uitgaven voor het behalen door de jeugsportbegeleider/-coördinator van een sportspecifiek diploma of attest van of erkend door de Vlaamse Trainersschool; vb. organiseren van VTS-opleiding in de gemeente zelf - Bijscholing: Uitgaven voor het organiseren van bijscholingen, gevolgd door de jeugdsportbegeleider/-coördinator; vb. als gemeente zelf bijscholingen organiseren - Personeel: Uitgaven voor het aanstellen van sportgekwalificeerde jeugsportbegeleiders en -coördinatoren op voorwaarde dat die actief de functie uitoefenen in de sportvereniging zelf; Het kostenplaatje voor een halftijdse jeugdsportcoördinator (19u/week) gedurende 1 jaar bedraagt (loonschaal B1). Vanaf een halftijdse tewerkstelling kan er een overeenkomst met Vlabus afgesloten worden waardoor men een korting van 10% op het gangbare tarief krijgt, dus in dit voorbeeld bedraagt het kostenplaatje dan Werkingskosten (PC, bureau, enz.) voor het tewerkstellen van een jeugdsportcoördinator komen niet in aanmerking voor de impulssubsidies, aangezien dit geïnterpreteerd wordt als kosten voor materiaal. - Uitgaven voor initiatieven die leiden tot nieuwe jeugsportbegeleiders/-coördinatoren of die de drop-out van actieve jeugsportbegeleiders/-coördinatoren tegengaan; vb. dag van de jeugdsportcoördinator, overlegplatform - Onderzoek: uitgaven in 2009 voor onderzoek tijdens het werkingsjaar 2009; - Andere initiatieven die voldoen aan de beleidsprioriteit en de subsidievoorwaarden. Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 13 N 207

4

5 Bijkomend inhoudelijk hoofdstuk Het afzonderlijk inhoudelijk vijfde hoofdstuk voor het impulsbeleid dat aan het sportbeleidsplan wordt toegevoegd, dient volgende elementen te bevatten: 1. Gegevensanalyse De analyse en duiding van de gegevens (op basis van de in het kader van het sportbeleidsplan verzamelde gegevens over de structuren van de gemeente met betrekking tot sport en de onderlinge samenhang ervan, over de externe sportactoren die een rol spelen in het gemeentelijke sportbeleid en over de voor het gemeentelijk sportbeleid relevante noden en behoeften) met het oog op de te formuleren doelstellingen. Zorg er hier voor dat de beleidsuitdagingen voldoende specifiek gericht zijn naar de jeugdsportbegeleider en coördinator en niet naar jeugdsport in het algemeen. 2. Doelstellingen De strategische doelstellingen en de bijhorende operationele doelstellingen inzake het impulsbeleid. Ook hier geldt het aandachtspunt dat de doelstellingen voldoende specifiek gericht moeten zijn op de jeugdsportbegeleider en coördinator. Per doelstelling dienen het beoogde resultaat en de indicatoren 1 vermeld te worden. In de indicatoren moeten volgende elementen opgenomen worden (bijkomende elementen zijn mogelijk): - Aantal jeugdsportbegeleiders; - Aantal jeugdsportcoördinatoren; - Sportkwalificatie van jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren; - Aantal sportverenigingen met jeugdsportbegeleiders of met een jeugdsportcoördinator. In het extra hoofdstuk van het sportbeleidsplan dient de aard van de indicator aangetoond/benoemd te worden, wat ga je meten? De meetnorm (het streefcijfer) moet nog niet vermeld worden. In het jaarlijks verslag dien je wel effectief cijfers te geven. 3. Plan van aanpak Per operationele doelstelling dient een omschrijving van de maatregelen met de bijhorende timing en begroting weergegeven te worden. In dit extra hoofdstuk dienen de gedetailleerde acties in het kader van het thema nog niet opgenomen te worden, in het jaarlijkse verslag dienen bij de verantwoording wel de genomen acties vermeld te worden. 4. Evaluatie De tussentijdse en de eindevaluatie van het impulsbeleid lopen gelijktijdig en volgens dezelfde procedure als die van het sportbeleidsplan. Timing Hoofdstuk impulssubsidie Het hoofdstuk van het sportbeleidsplan over het impulsbeleid dient samen met het advies van de gemeentelijke sportraad voor 31/12/2008 door het college ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd te worden. Het college stuurt het door de gemeenteraad goedgekeurde hoofdstuk uiterlijk 10 dagen na goedkeuring op naar het Bloso. Het gemeentebestuur bezorgt een kopie van het goedgekeurde hoofdstuk aan de gemeentelijke sportraad en maakt het bekend bij de inwoners en de betrokken erkende sportverenigingen. Na een positief advies van de sportraad kan er een jaar uitstel gevraagd worden. Dat dient dan tegen 31/12/2008 bij Bloso ingediend te worden. 75 dagen na indiening aanvaardt of weigert de minister de aanvraag tot uitstel. Zeker voor gemeenten die in aanmerking komen voor overgangssubsidie is het niet aan te raden om uitstel aan te vragen, aangezien uitstel ook het verlies van de overgangssubsidie voor 2009 betekent Jaarlijkse verslag In het jaarlijkse verslag (indienen tegen 01/09/x+1) inzake de beleidssubsidie wordt een extra onderdeel opgenomen over de impulssubsidies met: - een inhoudelijk verslag van de maatregelen aangevuld met gerealiseerde acties per maatregel; - een afrekeningsstaat; - een verslag van de monitoring van de indicatoren. Uitbetaling, regularisatie of terugvordering Na aanvaarding van het impulsbeleid wordt tijdens het tweede semester een voorschot van 90% uitgekeerd. Het saldo (de overige 10%) wordt uitbetaald na aanvaarding van het jaarlijkse verslag. Indien niet voldaan werd aan de voorwaarden zal er een regularisatie of terugvordering gebeuren, dat kan jaarlijks ofwel over de ganse periode (cfr. info in alinea mogelijkheden ). 1 In tegenstelling tot de bepalingen van de hoofdstukken voor de beleidssubsidies waar men eventueel de indicatoren kon vermelden, moet men in het hoofdstuk voor de impulssubsidie de indicatoren vermelden. Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 15 N 207

6 Schrobzuigmachines Veegmachines Hogedrukreinigers Stoomreinigers Stof- waterzuigers 24/24u service Roerdompstraat 25b Tel.: 011/ Diepenbeek Fax.: 011/

7 Opleidingen VTS Onder andere naar aanleiding van de impulssubidies werkt de Vlaamse Trainersschool twee nieuwe opleidingen uit, een opleiding op instapniveau en een opleiding jeugdsportcoördinator. Instapniveau De Vlaamse Trainersschool stelde vast dat er teveel nietgekwalificeerden actief zijn, dat er nood is aan gevormde helpers op het terrein en dat de drempel voor de initiatorcursussen soms te hoog is. Het concept van de nieuwe cursus instapniveau is een praktijkgerichte, sporttakspecifieke opleiding die toegankelijk is voor jongeren vanaf 16 jaar (minimum 16 worden in de loop van het kalenderjaar). Voor het volgen van de module gelden verder slechts beperkte sportspecifieke toelatingsvoorwaarden. Er wordt overigens niet met examens gewerkt, maar met een systeem van permanente evaluatie. De module instapniveau is een facultatief niveau, maar wie het VTS-attest in handen heeft, krijgt vrijstellingen bij de cursus initiator. Om een relatief snelle doorstroming naar het initiatorniveau aan te moedigen, zijn de vrijstellingen beperkt in tijd, ze zijn namelijk slechts 2 jaar geldig. De jongeren die het VTS-attest instapniveau behaalden, kunnen onder leiding van een hoger opgeleide aanwezige trainer of lesgever actief aan de slag in de sportclub. De doelstellingen die de VTS met het inrichten van het instapniveau wil bereiken zijn: - Grotere doorstroming naar niveau initiator en bijgevolg meer gediplomeerden in de clubs; - Instapcursus voor niet sport-gekwalificeerden aanreiken, onder het motto beter iets, dan niets ; - De jeugd in veiligere en meer verantwoorde omstandigheden begeleiden en zo de kwaliteit van de clubtrainingen verhogen. Jeugdsportcoördinator Het woord jeugdsportcoördinator werd populair naar aanleiding van de impulssubsidies, maar wat houdt dat exact in? Vanuit de sportfederaties kwam er de vraag naar een VTS-opleiding jeugdsportcoördinator en ook vanuit de gemeenten was er vraag naar knowhow omtrent de functie en een erkende opleiding. De doelstelling van de cursus jeugdsportcoördinator is de dynamiek in de sportclubs verhogen, de functie van gekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren erkennen en meer erkende jeugdsportcoördinatoren in de sportclubs bekomen. Het concept van de cursus is dat het een aanvullende sporttakoverschrijdende opleiding is, met toelatingsvoorwaarde dat men minimum initiator is. Men moet dus reeds sportgekwalificeerd zijn om deze cursus te volgen. Ook deze cursus is sterk praktijkgericht met informatie die toepasbaar is op diverse contexten (clubgrootte, missie, ). Taken van de jeugdsportcoördinator: Beleidsmatig: uitwerken jeugdsportbeleidsplan, uitwerken visie over begeleiden/presteren van jongeren, uitwerken beleid om kwalificatie en aantal jeugdsportbegeleiders te verhogen, uitwerken beleid voor aantrekken/behouden trainers, uitwerken van een gezondheidsbeleid, Sporttechnisch: opvolgen implementatie van het jeugdsportbeleidsplan op het veld, aanreiken van een methodiek om de ontwikkeling van jongeren in kaart te brengen, opvolgen en bespreken van de sporttechnische methodieken, voorzien van evaluatie en bijsturingsmomenten, Organisatorisch: uitwerken methodiek en structuur voor maximale speel- en oefenkansen, coördineren organisatorische begeleiding van de jeugd bij wedstrijden en trainingen, opvolgen van beleid inzake sportmateriaal, Communicatie: organiseren en leiden van overleg tussen de sportbegeleiders, organiseren en leiden van overleg tussen sportbegeleiders, ouders, clubbestuur, opvolgen externe communicatie, Sociaal-pedagogisch: ontwikkelen en opstarten van maatregelen die de jeugdgerichtheid vergroten, uitwerken maatregelen om fairplay concreet toe te passen, toezien dat trainingen zijn afgestemd op het ontwikkelingsniveau en de belevingswereld van kinderen/jongeren, toezien dat trainers hun voorbeeldfunctie opnemen, Bijkomende info, veel gestelde vragen, voorbeelden, vindt u op in de rubriek sportbeleidsplanning. Marjolein van Poppel stafmedewerker ISB Trefwoord(en): sportbeleidsplanning, impulssubsidies, jeugdsportbegeleider Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 17 N 207