MOERASONTWIKKELING ZOUWEBOEZEM: BEHOUD, HERSTEL EN ONTWIKKELING. - After LIFE Conservation Plan -

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MOERASONTWIKKELING ZOUWEBOEZEM: BEHOUD, HERSTEL EN ONTWIKKELING. - After LIFE Conservation Plan -"

Transcriptie

1 MOERASONTWIKKELING ZOUWEBOEZEM: BEHOUD, HERSTEL EN ONTWIKKELING - After LIFE Conservation Plan -

2 After Life Conservation Plan behorende bij het LIFE-project LIFE06 NAT/000/072 Moerasontwikkeling Zouweboezem: behoud, herstel en ontwikkeling Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Nesserdijk NE Rotterdam +31 (0) augustus 2011

3 Introductie De Zouweboezem is een waardevol moerasgebied in de provincie Zuid-Holland. Het gebied is grotendeels eigendom van het Zuid-Hollands Landschap en ligt in de gemeente Zederik. Het terrein bestaat voornamelijk uit rietvelden, waarvan een gedeelte arlijks in de winter gemaaid wordt en een gedeelte het karakter van overrig rietland heeft. Verder zijn veel watergangen aanwezig en verspreid in het gebied komen bosschages voor (grienden en elzenbroekbosjes). Het gebied heeft met name een hoge waarde voor moerasvogels, waaronder de purperreiger, roerdomp, bruine kiekendief, zwarte stern, blauwborst en krakeend. Natura 2000 gebied Zouweboezem Het Natura 2000 gebied Zouweboezem beslaat 258 hectare. In de bovenstaande afbeelding is het gebied weergegeven. Hierin is een tweedeling te zien: een langgerekt, westelijk deel en een noordoostelijk deel. Het projectgebied is het langgerekte, westelijke deel: het moerasgebied de Zouweboezem. Het noordoostelijk gelegen deel bestaat uit grasland, hakhout, bos en wat poelen. Binnen het project zijn in dit deel geen maatregelen getroffen. Op grond van het voorkomen van onder meer de purperreiger is het gebied aangewezen als Speciale Beschermingszone in het kader van de Europese Vogelrichtlijn. Verder is het gebied op grond van het voorkomen van de vissoort grote modderkruiper aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Later is hier ook de kamsalamander aan toegevoegd. Het doel van deze richtlijn is bij te dragen tot het waarborgen van biologische diversiteit door het instandhouden After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 3 -

4 van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het grondgebied van de Europese Gemeenschap. Gezien de hoge natuurwaarden maakt het gebied ook deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur, zowel op landelijk als provinciaal niveau. De hoge natuurwaarden van de Zouweboezem worden bedreigd door voortgaande verlanding van het gebied. Waterriet en drijvende kraggen maken plaats voor rietlanden met vaste bodem en bosopslag. Bovendien neemt door aanslibbing van de waterbodem met verrijkt slib de watervoerendheid van de watergangen en waterkwaliteit steeds verder af. Behoud, herstel en ontwikkeling Moerasgebied de Zouweboezem Om de bedreiging van het verlanden van het moerasgebied, en daarmee het verslechteren van de leefomstandigheden voor de aanwezige dieren, tegen te gaan heeft Stichting Het Zuid- Hollands Landschap het project Moerasgebied de Zouweboezem; Behoud, herstel en ontwikkeling opgestart en uitgevoerd. De belangrijkste doelstelling van het project is om de hoge natuurwaarde van het gebied te behouden, herstellen en ontwikkelen en daarmee de broedbiotoop en foerageergebied voor alle moerasvogels en met name voor purperreiger (Ardea purpurea) te verbeteren. Van deze soort vormden 158 paren, geconcentreerd op één locatie, een kolonie in Door de realisatie van nieuwe mogelijke broedbiotopen wordt geprobeerd de purperreiger over twee of meer locaties te spreiden. Doordat het moerasgebied in de loop der tijd steeds droger is geworden is de houtige opstand in het gebied toegenomen, ten koste riet. Door deze ontwikkeling verslechtert de broedbiotoop voor de moerasvogels en verliest het moerasgebied haar hoge natuurwaarde. Naast de verdroging van het gebied is de geringe waterkwaliteit een bedreiging voor de ontwikkeling van waterriet. De geringe waterkwaliteit wordt veroorzaakt door de nalevering van voedingsstoffen (fosfaat) uit het aanwezige slib in de watergangen aan het oppervlaktewater. De voedselrijke sliblaag vormt nog een restant uit het verleden, uit de tijd dat grote hoeveelheden slib- en voedselrijk landbouwwater uit de omliggende polders nog op de Zouweboezem werden geloosd. Tegenwoordig speelt de aanvoer van slib van buiten het natuurgebied een geringere rol. Naast het tegengaan van de verdroging van het gebied is de verbetering van de waterkwaliteit in het gebied een belangrijke doelstelling. Een verbetering van de waterkwaliteit heeft in zijn algemeenheid een positief effect op de verjonging / ontwikkeling van waterriet. Dit levert een verbetering van de broedbiotoop van de meeste moerassoorten op. Van projectstart naar huidige situatie In september 2006 is gestart met het project door het opstellen van een uitvoeringsplan en een bestek. Door het betrekken van belanghebbenden tijdens deze fase van het project zijn knelpunten inzichtelijk geworden en is draagvlak ontstaan voor de uitvoeringsmaatregelen en het resultaat. Hierdoor zijn de maatregelen ten behoeve van een meer natuurlijk waterpeil uit het uitvoeringsplan geschrapt, aangezien omwonenden vreesden voor wateroverlast en maatregelen om deze wateroverlast te voorkomen te duur zijn. Het uitvoeringsplan en het bestek zijn in het naar van 2007 gereed gekomen. Vervolgens is gestart met de aanbestedingsprocedure met betrekking tot de uitvoering van de volgende werkzaamheden: - Kleinschalige inrichtingsmaatregelen In deelgebied 'De Boezem' zijn kleinschalige inrichtingsmaatregelen uitgevoerd om het gebied aantrekkelijker te maken als foerageergebied voor moerasvogels en als leefgebied voor de kamsalamander en de grote en kleine modderkruiper. Er zijn verschillende poelen gegraven, sloten gebaggerd en slootkanten verflauwd. Door deze After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 4 -

5 ontwikkeling verbetert voornamelijk de habitat van de grote en kleine modderkruiper en kamsalamander. De maatregel zal dan ook een positief effect hebben op de populatie van deze dieren. Hierdoor zal het gebied eveneens verbeteren als foerageergebied voor de verschillende moerasvogels. Door deze maatregel is het voormalige grasgebied dat een lage natuurwaarde kende omgevormd tot een belangrijk leefgebied voor verschillende dieren die in het moerasgebied leven. - Terugzetten successie in verruigde overrige rietlanden In verschillende delen van het gebied kwamen verruigde rietlanden voor, die niet optimaal geschikt zijn als broedbiotoop voor moerasvogels. De verruiging wordt veroorzaakt door het ontstaan van bossen en verdroging van de rietlanden. Het terugzetten van de successie is nodig om weer een goede uitgangssituatie te creëren voor de ontwikkeling van waardevolle rietlanden. Om dit te bereiken is de bovenlaag van deze percelen afgegraven tot ca. 0,75 m +NAP, net onder het gemiddelde waterpeil. Uiteindelijk is in het zuidelijk deel van het moerasgebied 3 hectare grond afgegraven en in het noordelijk deel nog eens 1 hectare. - Verflauwing oevers, aanleg visbaaien, vergroten randlengte rietland-water Langs vrijwel alle grote watergangen zijn oevers afgevlakt en zijn inhammen gegraven, waardoor deze kunnen functioneren als visbaai waar jonge vis kan opgroeien. Door de verflauwing van de oevers is de overgang water riet vergroot. Tevens zijn er in bestaande rietlanden poelen en laagten gegraven. Het creëren van visbaaien is niet alleen goed voor de vispopulatie in het gebied, maar komt het gehele ecosysteem ten goede door de aanvulling van het voedselaanbod. - Uitgevoerde baggerwerkzaamheden Veel watergangen in het gebied zijn in de loop der tijd ondieper geworden door slib dat is neergedaald op de waterbodems. Bovendien is dit slib verrijkt met voedingsstoffen (fosfaat), waardoor de waterkwaliteit minder is. In het moerasgebied is zodoende ca m3 slib uit verschillende watergangen gebaggerd en naar een baggerdepot afgevoerd net ten zuiden van de snelweg A27. Nadat de bagger is ingedroogd wordt het baggerdepot opnieuw ingericht waarbij de depotlocatie aan de snelwegzijde een hogere ligging krijgt dan verder naar het zuiden. De aan de snelwegzijde te ontwikkelen bosachtige begroeiing zal ook de vliegroutes voor de vogels veiliger maken, aangezien de vogels hoger over de snelweg worden geleid. Er zal over de uiteindelijke inrichting van het baggerdepot nog afstemming moeten plaatsvinden met het Waterschap Rivierenland en de provincie Zuid-Holland. Vooronderzoek heeft uitgewezen dat in de Zouweboezem m3 bagger uit het systeem verwijderd kan worden. Dit is praktisch en financieel binnen dit project onmogelijk. Voordat het project van start is gegaan is er voor gekozen om uit te gaan van een plan waarin alleen de noodzakelijke hoeveelheid bagger te verwijderen. - Toename van overrige rietlanden Een aanzienlijk deel van het met riet begroeide deel wordt arlijks gemaaid: circa 1/3 e deel. Hierdoor is 1/3 e deel (ca. 18 ha.) van het rietland nauwelijks van waarde is als broedbiotoop voor moerasvogels. Dit areaal aan zogenaamd cultuurriet wordt verminderd door een minder groot gebied arlijks te maaien, ten behoeve van de uitbreiding van overrig rietland. Overhoeken, stroken en randen blijven binnen de cultuurrietpercelen staan. Daarnaast is ongeveer 4 ha. van het aanwezige moerasbos After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 5 -

6 verwijderd ten behoeve van de ontwikkeling van overrig rietland. Hierdoor kan niet alleen dit areaal rietland uitbreiden, maar is ook een groter potentieel broedbiotoop ontstaan voor de purperreiger. Het maaien van riet hoort vanuit cultuurhistorisch perspectief echter wel bij het gebied en zal zodoende niet uit het gebied verdwijnen. Delen van het rietland zullen in de toekomst nog steeds arlijks gemaaid worden en andere delen worden om de zoveel ar gemaaid. Dit laatste om verruiging en verbossing tegen te gaan zonder arlijks te hoeven maaien. Het resultaat van de inrichtingsmaatregelen is dat de natuur zich kan ontwikkelen, zoals volgens de doelstelling gewenst is. De broedbiotoop en foerageergebieden voor moerasvogels zijn toegenomen en de waterkwaliteit is, met name door de uitgevoerde baggerwerkzaamheden, toegenomen. Wat dat betreft staat niets de toename van het aantal broedparen moerasvogels en de aantallen amfibieën en vissen in de weg. Er is echter één knelpunt in het gebied waarmee rekening gehouden moet worden. Dat is het waterpeilverloop. Bij aanvang van het project was het streven om en meer natuurlijk peilverloop te realiseren. Dit heeft binnen het project niet door kunnen gaan. Het is en blijft een factor dat van invloed is op het gebied en de processen in het gebied. De verlanding en successie van het gebied zullen naar alle waarschijnlijkheid sneller gaan zonder het meer natuurlijke waterpeil. Gelukkig vertoont het waterpeilverloop nog wel aanzienlijke peilschommelingen door neerslag etc. Deze peilfluctuaties geven het gebied nog dermate veel dynamiek dat de successie die bij een geheel stabiel waterpeil snel zou verlopen, nu vertraagd wordt. Vanuit de afdeling Beleid en Verwerving van het Zuid-Hollands Landschap is een werknemer continu actief met beleidsbeïnvloeding en externe beheer. Er zal vanuit die hoek dan ook bij de betrokken overheden / instanties zoals het Waterschap Rivierenland blijvende aandacht gevraagd worden voor het instellen van een meer natuurlijk waterpeil. Dit zal ook de inbreng zijn in het Natura 2000 beheerplan dat opgesteld gaat worden. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 6 -

7 SWOT-analyse huidige situatie Hieronder is een SWOT-analyse weergegeven van de huidige situatie van de Zouweboezem. Strengths - Verbeterde waterkwaliteit ten opzichte van nulsituatie, o.b.v. visuele waarnemingen (helder water, afname dode, stinkende sloten in de zomer) niet o.b.v. meetgegevens - Vergroting broedbiotoop moerasvogels door uitbreiding overrig riet t.o.v. nulsituatie - Uitbreiding natuurlijke habitat van vissoorten en kamsalamander uit Habitatrichtlijn door ontwikkeling poelen en visbaaien Weaknesses - Het ontbreken van een meer natuurlijk waterpeil - De grote watergangen bevatten grote hoeveelheden slib, verrijkt met fosfaat - Subsidieregeling natuurbeheer beperkt de toename van overrig rietland - Laag draagvlak natuur in de directe regio - Toename van het aantal broedparen moerasvogels (met name purperreigers) in het gebied - Toename van het aantal vissen en kamsalamanders uit Habitatrichtlijn - Gezien de aard van het gebied (geheel omkaad) zijn er mogelijkheden voor een eigen waterpeil. - De nieuwe Subsidieregeling Natuur en Landschap biedt meer ruimte over overrig rietland en kent een hogere beheervergoeding. Opportunities - Verslechtering waterkwaliteit door inlaten van verrijkt water met voedingsstoffen (fosfaat) - Nationale bezuinigingsmaatregelen zetten financiering natuurbeheer onder druk - Snellere verlanding en successie door het ontbreken van een natuurlijk waterpeil - Grote ganzenpopulatie die door graasgedrag de rietontwikkeling in de toekomst mogelijk belemmert. Threats After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 7 -

8 After-LIFE: naar een duurzaam perspectief De uitgevoerde maatregelen die mede gefinancierd zijn met Europese middelen (LIFE) zijn reeds op een duurzame instandhouding van het moerasgebied gericht. Dat betekent dat de toekomstige focus voornamelijk op het duurzaam beheer van het gebied zal liggen. Op basis van de hier voorgaande SWOT-analyse van de huidige situatie na het gereedkomen van het project, zijn de volgende doelstellingen en aanpak geformuleerd voor de periode na LIFE: Beheerplan Zouweboezem De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor het opstellen van het beheerplan in het kader van Natura Het proces tot het opstellen van een beheerplan is reeds door de provincie gestart. Het opstellen van het beheerplan zal in nauw overleg plaatsvinden met de toekomstige (en huidige) beheerders van het gebied: Het Zuid-Hollands Landschap, Waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat en particulieren. Dit After Life Conservation Plan zal daarbij als input dienen. Evenals voor de inrichtingsmaatregelen geldt dat, ten behoeve van de hoge natuurwaarde van het gebied, het beheer gericht is op het behouden en verbeteren van de broedbiotoop van de verschillende aanwezige moerasvogels en de instandhouding en verbetering van de huidige waterkwaliteit. Het beheer van het gebied is verderop in dit rapport beschreven. Het beheer is beschreven in een beheerplan uit 2007, met als planning deze te vernieuwen in Een beheerplan van het Zuid-Hollands Landschap kent in principe een looptijd van 6 ar. Wanneer een beheerplan vernieuwd wordt, wordt er vooraf een beheerevaluatie uitgevoerd. Op basis van monitoringsgegevens, overleggen met de beheerder en bevindingen in het veld tijdens een terreinbezoek evalueert de Medewerker Monitoring en Ecologisch Beleid of de doelstellingen uit het beheerplan gehaald zijn en of het beheer de afgelopen beheerperiode is uitgevoerd. Wanneer hier uit naar voren komt dat het beheer aangepast moet worden, dan wordt dit meegenomen in het nieuwe beheerplan, dat de collega Medewerker Beheerplanning opstelt. Monitoring beheer en aantallen broedvogels In principe kent het Zuid-Hollands Landschap de laatste ren een standaard monitoringscyclus voor broedvogels van zes ar. Dat betekent dat iedere zes ar een terrein op broedvogels geïnventariseerd wordt. Wanneer een gebied een belangrijk vogelgebied is, wordt de broedvogelmonitoring om de drie ar uitgevoerd. In de Zouweboezem is in 2003 en 2006 gemonitoord. In 2009 is er niet gemonitoord. Omdat er in de projectperiode een mogelijk effect vanwege de maatregelen zou kunnen optreden waarvoor het een niet representatieve inventarisatie zou zijn, en deze inventarisaties dure opdrachten zijn, is er in 2009 geen monitoring uitgevoerd. Voor 2012 staat de inventarisatie weer op het programma voor de Zouweboezem. De broedvogelmonitoring wordt uitgevoerd volgens de standaard BMP-methode. Middels de interne beheerevaluatiesystematiek, die ook voor 2012 gepland staat, zullen mede op basis van de broedvogelmonitoringsgegevens de ontwikkelingen van het gebied worden gevolgd. Als blijkt dat bepaalde ontwikkelingen anders lopen dan verwacht dan zal er middels het reguliere beheer geprobeerd worden dit bij te sturen. Uiteraard kunnen waarnemingen in het veld door de terreinmedewerkers en het regiohoofd ook aanleiding geven tot het nemen van extra beheermaatregelen. Dit kan zijn dat er een intensiever (tijdelijk) beheer wordt ingezet, zoals het uittrekken van houtige opslag op recent geplagde delen, of dat het systematische beheer aangepast wordt. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 8 -

9 Mochten deze maatregelen niet het gewenste resultaat geven of mocht er verwacht worden dat het middels regulier beheer sowieso niet haalbaar is om de gewenste ontwikkelingen te realiseren dan kunnen er ook nog aanvullende, eenmalige maatregelen ingezet worden. Voor de lange termijn zal broedvogelmonitoring de belangrijkste graadmeter zijn voor het succes van de genomen maatregelen en het gevoerde beheer. Deze monitoring vindt binnen het Zuid-Hollands Landschap gemiddeld eens in de zes ar plaats en zal in 2012 weer plaatsvinden. Dit wordt tot op heden gefinancierd uit de monitoringsvergoeding binnen de Subsidieregeling Natuurbeheer en vanuit de Provincie Zuid-Holland. Een aandachtspunt blijft de ontwikkeling van de ganzenpopulatie in de zomermaanden. Wanneer deze in te hoge aantallen voorkomen kan het graasgedrag de ontwikkeling van riet tegengaan. In de huidige situatie zijn er nog niet zodanige hoge aantallen overzomerende ganzen in het gebied aanwezig dat de uitgevoerde maatregelen verloren dreigen te gaan. Het rietland ontwikkelt zich immers nog steeds op de geplagde en vergraven delen. Een punt van zorg zijn de in het project gegraven poelen. Wanneer deze te massaal door de ganzen bevolkt worden geven hun uitwerpseleen een dusdanige verontreiniging in het water dat de poel ongeschikt raakt voor de voortplanting van amfibieën. In één poel lijkt dit aan de orde te zijn. De ontwikkelingen hier omtrent blijven wel extra aandacht behouden maar op dit moment wordt er niet actief in de ganzenpopulatie ingegrepen vanwege juridische en maatschappelijke problemen. Wel is er reeds een raster geplaatst om de jonge ganzenpullen die uit de nesten in het nattere, meer zuidelijke gelegen perceel komen, niet op het perceel met de poelen te laten komen. Er broeden echter ook ganzen in het perceel waar de poelen zijn gegraven en één poel lijkt direct schade hiervan te ondervinden. Er wordt, samen met collega natuurbeheerorganisaties gewerkt aan een plan van aanpak wanneer er schade door overzomerende ganzen ontstaat. Het begen van de ganzen kan dan tot een mogelijkheid behoren, hier gaat echter een intensief traject aan vooraf voordat hier een breed afgewogen besluit over genomen kan worden. Zowel intern als bij de Provincie Zuid- Holland in het kader van de regelgeving. Zodoende kon er in 2011 nog niet actief worden ingegrepen. In 2012, wanneer de overzomerende ganzen weer aanwezig zijn, zal er naar verwachting wel ingegrepen kunnen worden. De poelen zullen dan, er van uitgaande dat het qua regelgeving in orde is, door het raster en door actief ganzenbeheer worden beschermd. De monitoring van de soortgroep amfibieën wordt niet vergoed vanuit de Subsidieregeling Natuurbeheer. Hier is dan ook niet structureel geld voor. In specifiek gevallen kan er budget vrijgemaakt worden om ook de amfibieën te inventariseren. De uitvoer van het Zouweboezemproject is een voorbeeld waar er aanleiding is om ook amfibieën te inventariseren. Er zal geprobeerd worden dit met een of meerdere vrijwilligers te doen, als dat niet lukt dan zal dit worden uitbesteed aan een bureau, er van uitgaande dat er geen dusdanig grote bezuinigingen in het natuurbeheer worden doorgevoerd dat er binnen de hele organisatie geen budget te vinden is. Zie hiervoor ook het hoofdstuk Toekomstige financiering. Institutionele zaken Voor toekomstig beheer en te nemen maatregelen is voornamelijk de afstemming met het Waterschap Rivierenland en de particuliere terreineigenaars binnen het gebied van groot belang. Op korte termijn zal overleg zijn met het waterschap en de provincie Zuid-Holland over de toekomstige inrichting van het baggerdepot. Met betrekking tot het behouden van voldoende waterkwaliteit in het gebied is het van belang dat de hoeveelheid gebiedsvreemd After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem - 9 -

10 (verrijkt) water zoveel mogelijk beperkt blijft. Met de eigenaar van de windmolen, de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, is overeenstemming over het tijdelijke niet malen van water naar de Zouweboezem als het fosfaatgehalte van het polderwater te hoog is. Het Waterschap Rivierenland heeft de maximum waarde van het fosfaatgehalte bepaald, boven deze waarde zal er niet gemalen worden. De overeenkomst hiertoe tussen het Zuid-Hollands Landschap en de Stichting tot Instandhouding Molens in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden zal in het naar van 2011 weer verlengd worden. De mogelijkheden om het areaal arlijks gemaaid riet naar beneden te krijgen was afhankelijk van de beheersubsidie vanuit de Subsidieregeling Natuurbeheer voor ca. 18 ha. cultuurriet. Een verplichting hieruit is het arlijks maaien van minimaal 75% van het rietland. 25% hoeft dus niet gemaaid te worden. In Nederland is een overgang gaande van de oude Subsidieregeling Natuurbeheer naar de nieuwe regeling: Subsidieregeling Natuur en Landschap. Deze regeling is gebaseerd op per terrein door de provincie vastgestelde beheertypen. Nu zijn deze typen voor de Zouweboezem in principe direct vertaald vanuit de oude subsidieregeling en biedt dit geen kansen om het areaal overrig riet uit te breiden. Binnen de nieuwe subsidieregeling bestaat er wel de mogelijkheid om meer riet in stroken en plukken te laten staan binnen het type arlijks gemaaid rietland. Dit geeft een bredere bandbreedte om ook binnen cultuurrietpercelen overrig riet te laten staan met vergroting van broedbiotoop van moerasvogels tot gevolg. Politieke uitdagingen Het waterpeilverloop blijft een knelpunt dat continu aandacht verdient. Bij aanvang van het project was het streven om en meer natuurlijk peilverloop te realiseren. Dit heeft, met name vanwege aanzienlijke weerstand bij omwonenden en beperkingen ten aanzien van de waterberging vanuit het Waterschap Rivierenland, niet door kunnen gaan. Het is en blijft een factor die van invloed is op het gebied en de processen in het gebied. De verlanding en successie van het gebied zullen naar alle waarschijnlijkheid sneller gaan zonder het meer natuurlijke waterpeil. Middels beheermaatregelen houdt het Zuid-Hollands Landschap de natuurwaarden op peil, echter middels beleidsbeïnvloeding zal het Zuid-Hollands Landschap blijven proberen een meer natuurlijk waterpeil te realiseren. Gezien de aard van het gebied zijn er mogelijkheden om een eigen waterpeil te voeren. De Zouweboezem is geheel omkaad waardoor intern een eigen waterpeil gevoerd kan worden. Het ontbreekt echter aan de inrichting (stuwen etc) om dit te realiseren en aan draagkracht bij omwonenden. Wanneer echter de peilscheiding ter hoogte van bijvoorbeeld de A27 gerealiseerd zou worden, dan ondervindt de bewoning aan de zuidzijde geen hinder van het veranderde waterpeil. Praktische bezwaren zouden dan nog wel de bevaarbaarheid ter hoogte van de stuw/peilscheiding kunnen zijn en de verder noordelijk gelegen waterinlaat voor het deelgebied De Boezem en Polder Achthoven. Het Waterschap Rivierenland zal hiervoor een belangrijke actor zijn, alsmede voor het afstemmen van de waterbergingsfunctie van gebied op het totale watersysteem. Daarnaast zal Het Zuid-Hollands Landschap, in overleg met het Waterschap Rivierenland en indien (extra financiële) mogelijkheden zich aandienen, deze aanwenden om de hoeveelheid bagger die in het kader van het afgeronde project niet is verwijderd alsnog spoedig te verwijderen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

11 Een tweede aandachtspunt is de nationale bezuinigingen. Hoewel de Rijksoverheid niet aan de beheerssubsidies voor Natura 2000 kan tornen staan deze onder druk. Ondanks dat de beheerssubsidies onder druk staan ligt het niet in de lijn der verwachting dat de subsidies verminderd worden. Indien deze situatie wijzigt zal Het Zuid-Hollands Landschap overwegen welke acties nodig zijn om toch invulling te kunnen geven aan het gewenste beheer. Capaciteitsbehoefte Het toekomstige beheer zal voortgezet worden met de reguliere aanpak en bezetting vanuit Het Zuid-Hollands Landschap. In de regio Veenweiden, Vijfheerenlanden waar de Zouweboezem is gelegen, is 1,5 fte aan formatie uitvoerend terreinbeheer aanwezig. Deze beheerregio beslaat in totaal ca. 620 ha., waarvan het projectgebied ongeveer 1/6 e deel van beslaat. De rietsnijders blijven belangrijke spelers in de uitvoering van het beheer, omdat veel van het beheerwerk arbeidsintensief is en niet allemaal gedaan kan worden met eigen personeel. Relatie met de omgeving Al voor, maar ook tijdens de uitvoering van het project, is er sprake van een laag draagvlak voor natuur in de streek. Enerzijds vindt men het mooi dat de natuur bewaard blijft maar men zou het graag zien zoals vroeger, toen de rietlanden nog intensief gemaaid werden door rietsnijders en al het aanwezige hout in hakhoutbeheer was. Het natuurbeheer is maar een zooitje en vroeger was alles veel netter. Op zich klopt dit; voor het grote publiek is een natuurlijk perceel vaak rommeliger dan een cultuurperceel. De natuurwaarden, met name broedvogels, zijn juist erg hoog in de natuurlijkere delen. Toch helpt dat niet het image van de natuurbescherming op te poetsen. Het Zuid-Hollands Landschap blijft door het organiseren van excursies, het aanbieden van wandelmogelijkheden en uitkijkfaciliteiten haar best doen om haar verhaal te vertellen en mensen enthousiast te maken voor de natuur. Toekomstige financiering Aangezien de inrichtingsmaatregelen allemaal zijn afgerond, zullen de komende uitgaven gericht zijn op beheermaatregelen in het veld. Hiertoe heeft het Zuid-Hollands Landschap haar eigen beheerplan. Daarnaast dient voor een Natura 2000 gebied het bevoegd gezag een overkoepelend beheerplan op te stellen waarin interne maar ook externe factoren en processen worden beschreven. Dit beheerplan zal opgesteld en gefinancierd worden door de provincie Zuid-Holland. Het beheerplan van het Zuid-Hollands Landschap zal door het Zuid-Hollands Landschap zelf worden opgesteld, hiervoor krijgt zij een aanvullende subsidie vanuit de Provincie Zuid-Holland. Hiervoor hanteert zij een standaard cyclus van 6 ar. Vooraf aan het opstellen van een nieuw beheerplan voert het Zuid-Hollands Landschap een beheerevaluatie van de vorige periode uit, onder andere op basis van monitoringsgegevens. Broedvogelmonitoring zal in de toekomst worden gefinancierd vanuit de Subsidieregeling Natuur en Landschap, de toekomstige opvolger van de Subsidieregeling Natuurbeheer. Door bezuinigingen bij de overheid is het nog niet duidelijk of ook andere soortgroepen, zoals amfibieën, met subsidie geïnventariseerd kunnen worden. Als dit niet het geval is, is de enige manier om de inventarisatie uit te voeren met een vrijwilliger. Het uitbesteden aan een bureau is dan geen optie. Beheermaatregelen worden uitgevoerd of in opdracht uitgegeven door Het Zuid-Hollands Landschap. Het Zuid-Hollands Landschap financiert de beheermaatregelen vanuit de reguliere natuurbeheersubsidies. Medio 2011 is er in Nederland een overgang gaande van de subsidieregeling Natuurbeheer naar de Subsidieregeling Natuur en Landschap. Beide subsidieregelingen hebben als doel het natuurbeheer te subsidiëren zodat er een adequaat After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

12 onderhoud van de natuurgebieden uitgevoerd kan worden. Formeel wordt het natuurbeheer voor de Zouweboezem medio 2011 nog uit de subsidieregeling natuurbeheer gefinancierd. Er loopt een aanvraag om over te stappen in de nieuwe subsidieregeling. Hier is echter nog geen beschikking over binnengekomen. Vanuit de oude Subsidieregeling Natuurbeheer, die formeel nu nog van toepassing is, is er ,81 per ar toegekend aan beheersubsidie voor het gebied de Zouweboezem. De beschikking van deze beheersubsidie loopt tot 31 december Daarna wordt in principe de nieuwe subsidieregeling na toepassing. Wanneer de oppervlakte van de verschillende beheertypen uit het Natuurbeheerplan zoals de Provincie Zuid-Holland voor de Zouweboezem dit voor 2011 heeft vastgesteld doorrekenen naar de beheersubsidie vanuit de Subsidieregeling Natuur en Landschap, dan zou dit voor de Zouweboezem een beheerbudget van ruim opleveren. Dit betekent een forse toename van het beheerbudget. Dit geeft echter een min of meer vertekend beeld, want in de nieuwe subsidieregeling zitten elementen zoals monitoring verrekend terwijl die op dit moment apart vanuit de Provincie Zuid-Holland worden gefinancierd. Toch zal het beheerbudget toenemen waardoor het beheer in de toekomst gewaarborgd is. Althans, bij het opstellen van dit After Life Conservation Plan zijn er vanuit de landelijke en provinciale politiek allerlei geluiden dat er generieke bezuinigingen ingesteld gaan worden. Dit geldt ook voor het dossier Natuur. Ondanks dat dit proces al enige tijd aan de gang is, is er medio 2011 nog geen concrete bezuiniging binnen het natuurbeheer doorgevoerd, oude afspraken (beheervergoeding vanuit de Subsidieregeling Natuurbeheer) lopen nog door. Het Zuid-Hollands Landschap gaat echter wel uit van bezuinigingen met over de hele breedte minder budget om te besteden. Voor Natura 2000 gebieden met een hoge waarde zoals de Zouweboezem laat zijn, zal er vanuit de instandhoudingopgave van het Rijk voldoende beheerbudget blijven, zo zijn de geluiden. Immers, Nederland heeft daarin een verplichting richting Europa. Het is daarom de reële verwachting dat voor het beheer van de Zouweboezem beheerbudget blijft. een meer uitvoerige beschrijving van het beheer is te vinden in de bijlage. Dit past ook in de grove lijn van de bezuinigen in de natuur: het beheer van bestaande natuurgebieden moet doorgaan, er zal gekeken worden of de aankoop en/of aanleg van nieuwe natuur nog wel overal moet doorgaan. Hiernaast zal het Zuid-Hollands Landschap gezien de hoge waarde van de Zouweboezem, dit gebied van een zo optimaal mogelijk beheer blijven voorzien wanneer er intern bezuinigd zal moeten worden. de belangrijkste gebieden blijven dan voor zien van een optimaal beheer terwijl overige gebieden wellicht qua beheer geëxtensiveerd moeten worden. Gelukkig heeft het Zuid-Hollands Landschap deze keuze nog niet hoeven maken. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

13 Omschrijving van het beheer in het gebied Stichting Het Zuid-Hollands Landschap voert het beheer uit middels een eigen intern beheerplan. Deze is in 2007 opgesteld en staat op de planning voor een nieuwe versie in Omdat het beheerplan van 2007 nog gestoeld is op een oude indeling van natuurtypen en de nu bijna afgelopen subsidieregeling, is na het beheerplan ook een beschrijving van het beheer met de toekomstige benaming bijgevoegd. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

14 ZOUWEBOEZEM Beheersplan Stichting Het Zuid-Hollands Landschap After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

15 Voorlopig vastgesteld MT-vergadering d.d.: Adviesaanvraag NWC-vergadering d.d.: NWC-advies verwerkt / definitief afgehandeld d.d.: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

16 Samenvatting Het terrein Zouweboezem ligt ten zuidoosten van Ameide en ten westen van de Zouwekade. In het noorden van het gebied is het deelgebied De Boezem gelegen. Het gehele terrein heeft een hoge waarde voor moerasbroedvogels, waaronder de Purperreiger, Roerdomp, Bruine Kiekendief, Porseleinhoen, Kwartelkoning en Zwarte stern. Met name voor de Purperreiger vertegenwoordigt de Zouweboezem een grote waarde: de grootste broedkolonie van Nederland bevindt zich in de Zouweboezem. Het gebied is aangemerkt als Vogelrichtlijngebied met onder andere de Purperreiger als kwalificerende broedvogel. Daarnaast hebben de Porseleinhoen en Zwarte stern (broedvogel) en de Krakeend (overwinteraar) een rol gespeeld bij de aanwijzing van de Zouweboezem als Vogelrichtlijngebied. Vanwege het voorkomen van de kamsalamander, grote-, en kleine modderkruiper, bittervoorn en blauwgrasland is het gebied, samen met Polder Achthoven aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Gezamenlijk vallen ze in het Natura2000 gebied De Zouweboezem. Het terrein bestaat voornamelijk uit rietvelden, waarvan een gedeelte arlijks in de winter gemaaid wordt en een gedeelte het karakter van overrig rietland heeft. Binnen het gebied komen waterpartijen voor waarin verschillende verlandingsstadia aanwezig zijn. Het natuurontwikkelinggebied De Boezem bestaat voor het grootste gedeelte uit een moerassige vegetatie van Lisdodde, Mattenbies en Pitrus. Daarnaast komen ook hier talrijke moeras- en rietvogels voor en bevindt er zich een hoge dichtheid grote- en kleine modderkruipers. Verder bestaat het terrein Zouweboezem uit bosschages, welke veelal doorgeschoten grienden en Elzenbroekbosjes zijn of het karakter hebben van Elzensingels. De beheersdoelstelling is het behoud en de versterking van de internationale betekenis van het moerasgebied voor diverse moerasvogels. Het gebied begint tekenen van gevorderde verlanding te vertonen. Om hier tijdig actie tegen te ondernemen en zodoende het gebied blijvend haar waarde voor moerasvogels te laten houden worden er nu voorbereidingen getroffen om een herstel van het moerasgebied met open water, rietvelden van verschillende leeftijdklassen en enkele bosschages te bewerkstelligen. Dit beheerplan maakt als bijlage onderdeel uit van een overkoepelende beheervisie voor het Natura 2000-gebied De Zouweboezem, waar naast de Zouweboezem ook Polder Achthoven in opgenomen is. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

17 Terrein: ZOUWEBOEZEM Administratieve gegevens Looptijd beheerplan: Coördinaten: 128,0 439,7 kad.opp. (ha.): Gemeente(n): Zederik Landelijk Nota Ruimte Natura 2000 bepalingen/status EHS Voor de Zouweboezem zijn in het Gebiedendocument Natura 2000 van het Ministerie van LNV de volgende Kernopgaven geformuleerd: Krabbescheer-begroeiingen: Behoud en uitbreiding van meren met Krabbenscheer en fonteinkruiden (H3150), in de vorm van strangen, in het bijzonder herstel van krabbenscheerbegroeiingen, ook als broedbiotoop van zwarte stern (A197). Rietmoeras: Kwaliteitsverbetering en uitbreiding rietmoeras met de daarbij behorende broedvogels (Roerdomp (A021), Grote karekiet (A298)), aangevuld met Noordse woelmuis (H1340). Vochtige graslanden: Herstel glanshaver- en vossenstaarthooilanden (Grote vossenstaart (H6510_B) en blauwgraslanden (H6410)). Vissen en amfibieën: Laagdynamische wateren voor Grote modderkruiper (H1145), Bittervoorn (H1134) en amfibieën, zoals Kamsalamander (H1166). Beleid Provinciaal Nota Ecologische verbindingszones (PEHS) Natuurgebiedplan bepalingen/status 55: Langerakse kade. Aaneengesloten bosverbinding die geschikt is voor kritische diersoorten. Vanuit westelijke richting komt deze uit op ongeveer halverwege de Zouweboezem 57: Lekuiterwaarden: Tienhoven Achthoven. Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor zeer kritische diersoorten. Deze ecologische verbindingszone loopt door de uiterwaarden van de rivier de Lek aan de noordzijde van het gebied. 59: Merwedekanaal/Achterwetering. Aaneengesloten moeras/bosverbinding die geschikt is voor zeer kritische diersoorten. Vanuit zuidelijke richting komt deze uit aan de zuidkant van het gebied. Het gehele gebied is begrensd in het natuurgebiedsplan. De volgende PB-pakketten zijn opengesteld: moeras, (Half)natuurlijk grasland, bos, soortenrijke plas, overrig rietland, soortenrijk weidevogelgrasland, bos met verhoogde natuurwaarde en hakhout en griend. Afrondingenkaart Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) De enkele afdelingen binnen het gebied die nog geen eigendom zijn staan als afrondingsverwerving aangemerkt Het landschap ten noorden van de A27 is aangemerkt als historischlandschappelijk vlak van zeer hoge waarde en ten zuiden van de A27 van hoge waarde. De kades om het gebied heen zijn historischlandschappelijke lijnen van hoge waarde. In het noorden is een eendenkooicirkel van eendenkooi De Zouwe aanwezig. Tevens kent de Vlietmolen een molenbiotoop. Beheersdoelstelling ZHL In stand houden huidige waarde van het gebied, bestaande uit de afwisseling van overrig rietland, water, bosschage en griend voor moerasbroedvogel; gedurende de planperiode zal er een herstelplan uitgevoerd worden waardoor de waarden kunnen toenemen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

18 rechten en plichten ZHL Wederpartij Recht/plicht evt. einddatum Visvereniging De Karper Visrechten onbepaalde tijd IJsclub Hollandia te Ameide Verhuur van 350 m² t.b.v. een ijsclubgebouw op afd. 8a. onbepaalde tijd GC Pan European Crossing Nederland B.V en Meijsen Ondergrondse Telecommunicatieleidingen onbepaalde tijd Infrastructuren Waterschap Rivierenland Dijkschouw Zouwendijk N.v.t. Terreintypen Geldende pakketten Programma Beheer omvang Code Omschrijving 112 Soortenrijk plas 14,3685 ha 115 Poel 0,3238 ha 145 Weidevogelgrasland 6,2699 ha 148 Kruiden-/ structuurrijk grasland 11,9198 ha 153 Rietcultuur 18,9383 ha 154 Overrig rietland 33,9598 ha 161 Bos (algemeen) 23,4831 ha 166 Essenhakhout (incl. griend) 3,1918 ha 177 Knotbomenrij 30 st 184 Wegen (incl. parkeerplaats) 0,1970 ha 4010 Basispakket Plas en ven 6,92 ha Basispakket Moeras 7,33 ha Basispakket Cultuurriet 18,78 ha /41 Basispakket (Half)natuurlijk grasland 7,86 ha Basispakket Bos 22,83 ha Basispakket Natuurlijke eenheid, zonder begrazing 1,11 ha Pluspakket Soortenrijke plas 2,65 ha Pluspakket Overrig rietland 26,59 ha Pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland 8,61 ha Pluspakket Hakhout en griend 5,62 ha Landschapspakket rietzoom en klein rietperceel 0,29 ha Landschapspakket knotbomen 30 st Recreatiepakket 8,69 ha Eenheid Vervaldatum After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

19 Waterkwantiteit Kwantiteitsbeheerder= Waterschap Rivierenland Maaiveld winterpeil Zomerpeil intern Extern Peilvak/gebiedsdeel (m NAP) (m NAP) (m NAP) peil j/n peil j/n Boezem, noordelijke graslanden ,00-0,80 n j Abiotisch milieu Peilvak/gebiedsdeel Maaiveld Streefpeil Min. peil Max. peil Intern Extern (m NAP) (m NAP) (m NAP) (m NAP) peil j/n peil j/n De Zouweboezem 0,85 1,26 n j De Boezem -0,30-0,50-0,10 j n Waterkwaliteit Kwaliteitsbeheerder= Klasse Klasse kwel Code In woorden Gebiedsdeel j/n IVa - V Matig tot slecht (meting 2000) Verspreid door het gebied n After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

20 Waarden beleid ZHL actuele waarde potentiële waarde Afweging nr. Handhaven Aanpassen Herstellen Ontwikkelen Geen doel terreintype pakket PB Omschrijving Knelpunten Actie NATUUR FAUNA x Gebied zeer waardevol voor moerasvogels: o.a. Purperreiger, Roerdomp, Bruine Kiekendief, Porseleinhoen, Zwarte stern, Blauwborst en Krakeend Verlanding redelijk ver gevorderd: relatief droog. Hierdoor wordt het gebied langzaam minder optimaal voor moerasvogels. Zwarte sterns kwetsbaar qua broedlocatie 1 x Herstelplan uitvoeren waardoor het gebied weer optimaal voor o.a. moerasvogels kan gaan functioneren. Zie ook afweging 1. De nestgelegenheid van de zwarte sternes bestaat bij gebrek aan natuurlijke nestelplaatsen nu uit nestvlotjes. Dit dient zolang er geen natuurlijk alternatief bestaat gecontinueerd te worden. Met het oog op predatie dienen nestkasten en bomen in de omgeving van de nestvlotjes te worden verwijderd. WATER Slecht functionerende faunapassage onder Verbetering faunapassage bepleiten de A27 x Oude en Nieuwe Zederik x Noordzijde in zomermaanden matige Mogelijkheden inlaat Lekwater in de Zouweboezem kwaliteit (zuurstofloosheid) verkennen x Waterplas in deelgebied De Boezem x After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

21 beleid ZHL actuele waarde potentiële waarde Afweging nr. Handhaven Aanpassen Herstellen Ontwikkelen Geen doel terreintype pakket PB MOERAS Omschrijving Knelpunten Actie x Overrig rietland Verlanding in verschillende rietlanden is redelijk ver gevorderd: delen zijn relatief droog en er bestaat de kans dat er verbossing optreedt: negatief voor moerasvogels. x Rietcultuur x 1 x Uitvoering herstelplan: terugzetten deel van verruigd rietland naar jong moeras/rietland Optimaliseren overrige rietland binnen dit type door overhoeken, stroken etc, te optimaliseren GRASLAND x Grasland ten noorden van de Boezem, met een relatief hoge dichtheid aan weidevogels 1 x In het herstelplan zijn maatregelen kleinschalige inrichtingsmaatregelen opgenomen t.b.v. o.a. kamsalamander x Grasland ten zuiden van A27 1 x Mogelijke locatie baggerdepot BOS x Elzenbroekbos (vroegere grienden) 1 x Een deel van het bos zal teruggezet worden naar rietland x Griend x LANDSCHAP / CULTUURHISTORIE / AARDKUNDIGE WAARDEN x Knotbomen x RECREATIE x Vlonderpad via afdeling 23a en 24a naar kijkscherm x 4850 After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

22 Beheermaatregelen natuur Algemene voorwaarden Programma Beheer Voor ieder pakket moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden, tenzij er in de beschreven pakketten expliciet iets anders is vermeld of er een ontheffing door Dienst Regelingen is verleend. Van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan het pakketdoelen en de beheersvoorschriften moet dit binnen twee weken nadat het redelijkerwijs mogelijk is hiervan op de hoogte te zijn, aan DR schriftelijk gemeld worden. Het doel van het pakket realiseren, dit betekent bijvoorbeeld dat de plant- en/of diersoorten en de terreinkenmerken gehandhaafd moeten worden gedurende het gehele tijdvak Het terrein kosteloos voor minstens 358 dagen opengesteld zijn tussen zonsopgang en zonsondergang openstellen voor het publiek en dit middels borden kenbaar maken De beheersmaatregelen van het pakket uitvoeren Voldoen aan de oppervlakte eisen van het pakket De op het terrein aanwezige paden, wegen, vaarwegen en waterlopen handhaven en deze voldoende toegankelijk houden Het terrein niet bemesten De bestaande waterhuishouding handhaven Het reliëf van het terrein handhaven Geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken Geen hogere veebezetting toepassen dat 1,5 GVE per hectare in het geval van beweiding of begrazing After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

23 Pakket Programma Beheer Terreintype 4010 Basispakket Plas en ven 112 Soortenrijke plas Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water. Ten hoogste 40% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt bedekt door kroossoorten of kroosvaren. De beheerseenheid maakt ten hoogste 90% deel uit van een terrein, waarvan de overige delen voldoen aan één of meer van de andere basis- of pluspakketten, met uitzondering pluspakket Natuurlijke eenheid. Beheervoorschriften Programma Beheer: Regulier onderhoud ten behoeve van instandhouding van de plas. Beheerafspraken ZHL: Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

24 Pakker Programma Beheer Terreintype 4020 Basispakket Moeras 154 Overrig rietland Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Tenminste 70% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit moeras (=verlandingsgemeenschap). En ten hoogste 40% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit (=met uitwendige bedekking van >75%) bos (>0,05ha aaneengesloten bomen) of struweel (>0,05ha aaneengesloten struiken). En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water. (incidentele inundaties zijn toegestaan) Beheervoorschriften Programma Beheer: Ten minste 60% van de oppervlakte van de beheerseenheid vrijhouden van bos en struweel. Hetzelfde deel van de beheerseenheid wordt nooit in twee opeenvolgende ren gemaaid. Beheerafspraken ZHL: Laagcyclisch en gefaseerd maaien om verbossing en verruiging tegen te gaan. Argumenten keuze vervolgpakket: De zuidelijke rietlanden worden deels afgeplagd met als doel een meer vitaal en geïnundeerd rietland te laten ontwikkelen. Indien monitoringsresultaten voldoende meetsoorten van Overrig rietland laten zien dan dit pluspakket aanvragen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

25 Pakket Programma Beheer Terreintype 4030 Basispakket Rietcultuur 153 Rietcultuur Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met riet (bedekt = >50% uitwendige bedekking) Ten minste 75% van het riet is maximaal 1 ar oud Beheervoorschriften Programma Beheer: Vorming van bos en struweel wordt tegengegaan op de oppervlakten van de beheerseenheid die met riet is bedekt De gehele beheerseenheid arlijks in de periode tussen 1 september en 15 april maaien en het maaisel afvoeren in dezelfde periode. (Verbranden zo mogelijk buiten de beheerseenheid) Beheerafspraken ZHL: Door randen langs sloten en door natte zones niet te maaien de randlengte van blijvend riet te vergroten. Op deze manier bieden percelen met rietcultuur toch nog broed en foerageerbiotoop voor rietvogels. Op basis van de beheervoorschriften uit Programma Beheer mag 25% van het riet arlijks blijven staan. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

26 Pakket Programma Beheer Terreintype 4040/4041 Basispakket (Half)natuurlijk grasland 148 Kruiden-/ structuurrijk grasland Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Tenminste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland of kwelder. In geval van grasland zijn in het zesde ar van het eerste tijdvak, alsmede in alle volgende tijdvakken waarvoor subsidie wordt verleend, op de beheerseenheid ten minste 15 inheemse plantensoorten inclusief mossen aanwezig per 25 m2. Ten hoogste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met pijpestrootje of bochtige smele. (Bedekt = >75% uitwendige bedekking) Beheervoorschriften Programma Beheer: In geval van grasland het gewas arlijks afvoeren via maaien (binnen een maand na maaien afvoeren) of beweiden. In afwijking van de algemene voorwaarden is voor dit pakket in de periode van 1 juli tot 1 april is een veebezetting van ten hoogste (gemiddeld) 3 GVE per hectare op enig moment toegestaan, buiten deze periode een maximale bezetting van (gemiddeld) 1,5 GVE per hectare. In afwijking van de algemene voorwaarden is voor dit pakket bemesting met ruige mest of kalk toegestaan indien dit voor het beheer noodzakelijk is. Beheerafspraken ZHL: Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

27 Pakket Programma Beheer Terreintype 4090 Basispakket Bos 161 Bos (algemeen) Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Ten minste 75% van de beheerseenheid bestaat uit een houtopstand waarvoor een herplantplicht geldt als bedoeld in art. 3, 1 e lid, van de Boswet. Verjongingsvlakten zijn ten hoogste 2 hectare groot. Beheervoorschriften Programma Beheer: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van het bos. Beheerafspraken ZHL: Argumenten keuze vervolgpakket: In verband met uitvoering herstelplan Zouweboezem zal het areaal bos minder worden. Delen zullen basispakket moeras worden. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

28 Pakket Programma Beheer Terreintype 4105 Basispakket Natuurlijke eenheid (zonder begrazing) 148: Kruiden-/ structuurrijk grasland Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: De beheerseenheid bestaat uit aaneengesloten natuurgebieden land en/of water Beheervoorschriften Programma Beheer: 4105: Op minimaal 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid vindt ongecompartimenteerd waterbeheer plaats Beheerafspraken ZHL: Het betreft de oostelijke strook onder aan de Zouwendijk, in de bocht bij de Eendenkooi de Zouwe. Hier wordt een laagcyclisch hooibeheer gevoerd. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

29 Pakket Programma Beheer Terreintype 4115 Pluspakket Soortenrijke plas 112 Soortenrijk water Voorwaarden Programma Beheer In de beheerseenheid komen ten minste 7 van de meetsoorten voor uit lijst A; of ten minste 3 uit lijst B; of ten minste 10 uit de lijsten A en C; of ten minste 6 uit de lijsten B en C; ook kan er voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 6, rode lijsten (zie subsidieregeling Natuurbeheer) meetellen. A Flora/zoet: brede waterpest, holpijp, waterviolier, waterdrieblad, kransvederkruid, groot nimfkruid, spits fonteinkruid, rossig fonteinkruid, plat fonteinkruid, stomp fonteinkruid, langstengelig fonteinkruid, fijne waterranonkel, grote boterbloem, grote waterranonkel, kleine egelskop, krabbenscheer, groot blaasjeskruid, stekelharig kransblad, sterkranswier, bronmos, watergentiaan, glanzig fonteinkruid, lidsteng, ruw kransblad, paarbladig fonteinkruid, blauwe waterereprijs, smalle waterweegbree, slanke waterweegbree, slangenwortel, padderus, gebogen kransblad. B Flora/brak: lidsteng, zilte waterranonkel, spiraalruppia, snavelruppia, gesteelde zannichelia, groot nimfkruid, ruwe bies, stekelharig krasblad, sterkranswier, gebogen kransblad. C Fauna: zomertaling, slobeend, krooneend, tafeleend, visdief, zwarte stern, dodaars, bruine korenbout, plasrombout, grote keizerlibel, glassnijder, vroege glazenmaker, groene glazenmaker, rugstreeppad, poelkikker, kamsalamander, knoflookpad, boomkikker, ringslang, waterspitsmuis, franjestaart, gewone grootoorvleermuis, ruige dwergvleermuis, gewone baard- of Brandt s vleermuis. Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water. Beheervoorschriften Programma Beheer: Beheer ten behoeve van instandhouding van een soortenrijke plas. Meetsoorten monitoren. (alleen oevergrids worden in beschouwing genomen) Beheerafspraken ZHL: Argumenten keuze vervolgpakket: Stippenkaart PB-aanvraag 2006: Meetsoorten: uit lijst A: groot blaasjeskruid kransvederkruid krabbenscheer waterviolier stomp fonteinkruid watergentiaan holpijp Leensoorten: Rode lijst: Over 6 ar Minimaal idem After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

30 Pakket Programma Beheer Terreintype 4155 Pluspakket Overrig rietland 154 Overrig rietland Voorwaarden Programma Beheer Op de beheerseenheid komen ten minste 6 van de volgende meetsoorten voor: roerdomp, woudaapje, purperreiger, lepelaar, bruine kiekendief, waterral, porseleinhoen, blauwborst, snor, sprinkhaanzanger, grote karekiet, baardmannetje, vroege glazenmaker, bruine korenbout, ringslang, noordse woelmuis, waterspitsmuis, ruige dwergvleermuis. Ook kan voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijst genoemd in bijlage 6: Rode lijsten (programma Beheer) meetellen. Ten minste 80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met riet, rietgras, mattenbies, ruwe bies, kleine lisdodde, grote lisdodde of zeggen. (bedekt met = >75% uitwendige bedekking) Ten hoogste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit (=met uitwendige bedekking van >75%) bos (>0,05ha aaneengesloten bomen) of struweel. (>0,05ha aaneengesloten struiken). Stippenkaart PB-aanvraag 2006: Meetsoorten: Purperreiger Waterral Blauwborst Snor Rietzanger Bruine kiekendief Sprinkhaanzanger Vroege glazenmaker Ruige dwergvleermuis Over 6 ar minimaal idem Beheervoorschriften Programma Beheer: Jaarlijks ten hoogste een derde van de oppervlakte van de beheerseenheid maaien, in afwijking hiervan is het toegestaan maximaal de helft van de beheerseenheid te maaien als dit noodzakelijk is om verbossing tegen te gaan of als de beheerseeheid kleiner is dan 0,75ha. Het maaisel afvoeren. Geen werkzaamheden uitvoeren in de beheerseenheid van 1 april t/m 30 september. Meetsoorten monitoren. Beheerafspraken ZHL: Laagcyclisch en gefaseerd maaien om verbossing en verruiging tegen te gaan. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

31 Pakket Programma Beheer Terreintype 4245 Pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland 145 Weidevogelgrasland Voorwaarden Programma Beheer Op de beheerseenheid komen ten minste 100 broedparen per 100 hectare voor van een of meer van de volgende meetsoorten: grutto, kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart, waarvan ten minste 50 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper en gele kwikstaart. Soortenlijst PB-aanvraag 2006: Meetsoort: Broedparen Kievit Grutto Tureluur Zomertaling Over 6 ar Minimaal idem Tenminste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland De beheerseenheid ligt binnen een gebied met een oppervlakte van ten minste 25 ha waar in een Natuurgebiedplan het Pluspakket Soortenrijk weidevogellandschap of het Pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland is opengesteld. Uitzondering: indien voor 1 nuari 2000 beheerssubsidie van de Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen of Regeling subsidie particuliere terreinbeherende organisaties heeft gekregen en het terrein lag niet in een natuurgebiedplan, dan is de vereiste van zo n plan niet nodig. Beheervoorschriften Programma Beheer: tenminste 4% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit vluchtstroken (verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid), of slootranden met een breedte van ten minste 2 meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest tenminste 30% van de oppervlakte van de beheerseenheid in de periode van 1 april tot 8 juni vrijwaren van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting met inachtneming van voornoemde beheersvoorschriften is bemesting toegestaan en is een hogere veebezetting dan 1,5 GVE per hectare toegestaan meetsoorten monitoren Beheerafspraken ZHL: Voorkomen dat grassoorten die zich door uitzaaiing vermeerderen (bijv. gestreepte witbol) gaan domineren door tijdelijk (1 a 2 ar) de maaidata te vervroegen Plaatselijk kleine, overrige ruigten en overrige oevervegetatie realiseren t.b.v. insectenfauna. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

32 Pakket Programma Beheer Terreintype 4296 Pluspakket Hakhout en griend (80% van de stoven bestaat uit wilg, es of zwarte els) 166 Essenhakhout (incl. griend) Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit hakhout, waarbij ten minste 60% van de hakhoutstoven ouder is dan 25 ar. Ten minste 80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bezet met inheemse boomsoorten. De diameter van de staken is ten hoogste 15 centimeter, gemeten op 50 centimeter boven de stoof. Beheervoorschriften Programma Beheer: Verjonging vindt vlaktegewijs plaats op vegetatieve wijze door middel van stronkopslag of door vervanging van dode stoven door jonge staken. De afgezette staken afvoeren. Beheerafspraken ZHL: Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

33 Pakket Programma Beheer Terreintype 4580 Landschapspakket Knotbomen 177 Knotbomenrij Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Het is vrijliggend lijnvormig landschapselement, bestaande uit een rij van minimaal 10 bomen of groep van ten minste 10 en maximaal 20 bomen, waarvan de stam is afgezet op een hoogte van ten minste 1meter. De onderlinge afstand van de knotbomenrij is minimaal 3 en ten hoogste 20 meter. De onderlinge afstand tussen de parallelle rijen op een perceel is minimaal 20 meter Beheervoorschriften Programma Beheer: Het actief beheren van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april. Het element vrijwaren van beschadigingen door vee Beheerafspraken ZHL: Werkzaamheden verrichten tussen 15 oktober en 1 maart, In beheer rekening houden met evt. aanwezigheid van vroeg broedende soorten. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

34 Pakket Programma Beheer 4850 Recreatiepakket Terreintype Voorwaarden Programma Beheer Aanwezig: Over 6 ar: Voor openstelling van het terrein is geen ontheffing verkregen voor bijvoorbeeld een zwaarwegend natuurwetenschappelijke reden. De bedoelde openstelling wordt door middel van borden aangegeven. Het terrein is voldoende toegankelijk en bevat voldoende wegen, vaarwegen en paden, die recreatief gebruik mogelijk maken. (Een pad is bruikbaar indien dit begaanbaar is voor minimaal wandelaars; het is begaanbaar indien men op enig moment in het ar ten hoogste 10 cm in de modder of het water wegzakt en wanneer een breedte van ten minste 50 cm op de hoogte van 30 cm tot 2 meter vrij is van vegetatie) Beheervoorschriften Programma Beheer: De beheerder dient indien van toepassing medewerking te verlenen aan de aanleg, markering en het beheer van doorgaande routes voor wandelen en fietsen in het kader van de landelijke afstandswandelpaden (LAW) en lange fietsroutes (LF) Voor de in het tweede lid genoemde wegen, vaarwegen en paden heeft de beheerder een onderhoudsplicht Beheerafspraken ZHL: Voorzieningen zoals informatiepaneel, toegangs- en waarschuwingsborden en routemarkering aanleggen en onderhouden. Onderhoud vlonderpad. Argumenten keuze vervolgpakket: After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

35 Nr. Gemaakte afwegingen Beschrijving Herstelproject Zouweboezem Het reservaatgebied De Zouweboezem is één van de meest waardevolle rietmoerassen in de provincie Zuid-Holland. Hoewel momenteel de natuurwaarden nog steeds erg hoog zijn, wordt er door de beheerder een ontwikkeling van verdroging en verruiging geconstateerd. De waterhuishouding wordt bepaald door de boezemfunctie van de Oude Zederik. Het is noodzakelijk het Zouweboezemgebied te ontrekken aan de boezemfunctie voordat in het gebied een eigen, flexibel waterpeil gerealiseerd kan worden. 1 Om het gebied blijvend optimaal te laten functioneren als vogelrichtlijngebied is het nodig om ontwikkelingen te sturen door middel van het baggeren van de waterpartijen en desgewenst het plaggen van enkele delen zodat de zone waar waterriet zich kan ontwikkelen vergroot wordt. En door een optimaal eigen waterbeheer te realiseren. Dit laatste kan als gevolg hebben dat er kaden nodig zijn om bebouwing te vrijwaren van het hogere water. In het gebied liggen nu nog enkele afdelingen die niet in het eigendom van het ZHL zijn. Om het gebied een eigen waterpeil te kunnen geven en een integraal herstelplan uit te kunnen voeren is het nodig een aaneengesloten terrein te hebben. De nu nog niet in eigendom zijnde enclaves zullen zo snel mogelijk moeten worden verworven. 2 Een herstelplan is inmiddels gereed en zal eind 2008 wat betreft uitvoering van start gaan. De wens een eigen, (semi-) natuurlijk waterpeil te realiseren is niet haalbaar gebleken. Het plan behelst nu het plaggen van rietland, verwijderen van bos, creëren van meer randlengte riet water en baggeren. Medio 2008 zal duidelijk zijn of het plan definitief doorgaat: vanwege het wegvallen van het instellen van een meer natuurlijk waterpeil is de verkregen subsidie onzeker geworden. In het kader van Natura2000 is een beheerplan opgesteld in het format van Natura2000 beheerplannen voor het Natura2000 gebied Zouweboezem. Dit gebied omvat naast het terrein Zouweboezem ook het terrein Polder Achthoven. Hierin worden verschillende afwegingen en acties voorgesteld. Dit beheerplan in het format van ZHL maakt als bijlage onderdeel uit van het overkoepelende beheerplan voor het Natura2000 gebied Zouweboezem. Voor afwegingen en dergelijke wordt naar het overkoepelende beheerplan verwezen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

36 Nr. 1 Acties Actor Gereed (jr) Uitvoering herstelplan o.a.: - Kleinschalige inrichtingsmaatregelen te plegen tbv kamsalamander - Uitvoering baggerwerkzaamheden - Een deel van het bos zal teruggezet worden naar rietland - Terugzetten deel van verruigd rietland naar jong moeras/rietland 2 Verwerving afrondingsaankopen 3 Beheervisie Zouweboezem inbrengen in N2000-discussie Medewerker beheerplanning en beheeradministratie Hoofd Beleid en Verwerving Medewerker Beleidsbeïnvloeding 2011 Planperiode Planperiode 4 Met het oog op predatie dienen (roofvogel-)nestkasten en bomen in de omgeving van de nestvlotjes voor de zwarte sterns te worden verwijderd. Regiobeheerder Planperiode 5 Verbetering faunapassage bepleiten Regiobeheerder Planperiode 6 Mogelijkheden inlaat Lekwater in de Zouweboezem verkennen Regiobeheerder Planperiode. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

37 Achthovense uiterwaard Lek 5A Ameide Eendenkooi De Zouwe Deelgebied 'De Boezem' Polder Achthoven Zouwedijk Zouweboezem Polder Lakerveld A27 Hoenderwiel Meerkerk Merwedekanaal Quakernaak Weverwijk Legenda Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Kaart 1: Ligging in de regio Terrein: Zouweboezem Datum: December 2007 N Eigendom ZHL After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem Het Zuid-Hollands Landschap Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn Schaal 1 :

38 6A 15A 18A17A 89A 6B 16A 8A 9A 13B 10A 11A 13A 14B 14A 21A 20A 19A 22A 19B 24A 1A 12A 25A 27A 23A 29A28A 26A 2B 32A 2A 30A 31A 34A 35A 36A 41A 38A 37A 43A 42A 45A 48A 49A 50A 46A 51A 52A 54A 55A 53A Legenda Knotbomen Soortenrijke plas Poel Kruiden-/ structuurrijk grasland Rietcultuur Overrig rietland Bos (algemeen) Essenhakhout (incl. griend) Wegen (incl. parkeerplaats) After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Kaart 2a: Terreintypen Terrein: Zouweboezem (noord) Datum: December 2007 Het Zuid-Hollands Landschap Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn N Schaal 1 :

39 65C 57A 4A 58A 61A 59A 60A 62A 59B 63A 64A 65B 65A 66A 73A 76D 74A 76A 85A79A 76B 75A 76C 87A 77A 77B 78A 4B 80A 81A 83A 82A 87A 84A 85A 86A Legenda Knotbomen Soortenrijke plas Poel Kruiden-/ structuurrijk grasland Rietcultuur Overrig rietland Bos (algemeen) Essenhakhout (incl. griend) Wegen (incl. parkeerplaats) After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Kaart 2b: Terreintypen Terrein: Zouweboezem (zuid) Datum: December 2007 Het Zuid-Hollands Landschap Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn N Schaal 1 :

40 Legenda Landschapspakket Knotbomenrij Basispakket Plas en ven Basispakket Moeras Basispakket Rietcultuur Basispakket (Half)natuurlijk grasland Basispakket Bos Pluspakket Soortenrijke plas Pluspakket Overrig rietland Pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland Pluspakket Hakhout en griend Landschapspakket Rietzoom en klein rietperceel After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Kaart 3: Programma Beheer Terrein: Zouweboezem Datum: December 2007 Het Zuid-Hollands Landschap Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn N Schaal 1 :

41 Legenda Deel van het bos omzetten naar jong moeras/rietland Deel van oud, verruigd rietland omzetten naar jong moeras/rietland (zoekgebied) Kleinschalige maatregelen t.b.v. o.a. kamsalamander Mogelijke locatie baggerdepot Mogelijkheden inlaat Lekwater verkennen Verbetering faunapassage bepleiten Verwerving nastreven Natuurgebied ZHL After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Kaart 4: Actiekaart Terrein: Zouweboezem Datum: December 2007 Het Zuid-Hollands Landschap Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn N Schaal 1 :

42 N2000 gebied Uiterwaarden Lek N2000 gebied Zouweboezem Begrenzing N2000 gebied Voorstel uitbreiding begrenzing N2000 Eigendom ZHL; voorstel opname in N2000 Eigendom ZHL Meters N After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

43 Het beheer op basis van de nieuwe beheertypen en de toekomstige Subsidieregeling Natuur en Landschap In de kaart met de beheertypen die op de volgende pagina is weergegeven, is de verdeling aan beheertypen te zien. De beheertypen zelf zijn beschreven in de Index Natuur en Landschap. Dit is een document dat is voortgekomen uit het streven dat alle natuurbeherende organisaties en subsidieverleners één en dezelfde taal spreken. Dat wil zeggen, dat er een uniforme aanduidingen van typen natuur en landschapstypen is. Na de kaart met de beheertypen volgt een beschrijving uit de Index van de in de Zouweboezem voorkomende beheertypen en het arlijks te voeren beheer. Dit is een voorloper van het nieuwe beheerplan dat het Zuid- Hollands Landschap volgend ar zal opstellen. Hieronder is de integratie van de locale rietsnijder in het beheer beschreven. Integratie locale rietsnijder Bij aanvang van het LIFE-project bestond het idee om het werk van de locale rietsnijder als volgt te implementeren: gebieden met overrig riet zouden eens in de ca. 5 ar gemaaid worden en gelijk het ar daarop ook. De rietsnijder zou dan in het tweede ar een rietopbrengst hebben hetgeen het werk voor hem aantrekkelijker zou maken en tegelijkertijd voor het Zuid- Hollands Landschap goedkoper. In overleg met de rietsnijder is hier inmiddels van afgeweken. Hij is er meer bij gebaat om vaste stukken in arlijks rietbeheer te houden en dan de cyclisch gemaaide stukken in aparte opdrachten uit te voeren, als dat nog past in zijn werkschema. In het gebied zijn in principe drie rietsnijders actief: Vuurens, de locale rietsnijder, Kortenhoef, ook lokaal maar meer hobymatig en Beijeman, een rietsnijder uit Nieuwkoop die daar veel werk heeft maar ook in de Zouweboezem riet oogst. In het kaartje hiernaast is een globale verdeling van de rietsnijders in het gebied voor winter 2010/2011 te zien, hetgeen een goede indicatie is voor de globale verdeling van het werk. Rietmaaiwerk Het roodgearceerde deel in het noorden betreft het zomermaaibeheer After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

44 Het toekomstige beheer van de Zouweboezem, beschreven op basis van de nieuwe beheertype indeling uit het Natuurbeheerplan Verdeling beheertypen in projectgebied After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

45 N04.02 Zoete plas Omschrijving beheer: - Geen specifieke, arlijkse beheermaatregelen. - Laagfrequent (eens in de ar zal er gebaggerd moeten worden. Dit wordt projectmatig uitgevoerd) Omschrijving type: Zoete plassen komen vooral voor in het lage deel van Nederland. Het gaat om grote en kleine wateren met voedselrijk, vrij helder, (vrijwel) stilstaand water, waarin waterplanten groeien en verlanding vanaf de oever plaatsvindt. Het kan gaan om meren, plassen, wielen, kolken en dobben, maar ook om relatief smalle, trek- of petgaten, vaarten, kanalen en afgekoppelde rivierarmen. (zoals Kromme Rijn, Hollandse IJssel en Amstel). Sommige meren, zoals de Leijen, Zuidlaardermeer en Naardermeer, hebben (gedeeltelijk) een natuurlijke oorsprong. De meeste laagveenplassen zijn ontstaan door vergraving, vervening of erosie. Bij grote plassen in het laagveengebied heeft de wind veel grip op het water waardoor hoge golven ontstaan en de kans op erosie toeneemt. De zeer grote meren in het Delta- en IJsselmeergebied zijn ontstaan na afsluiting van de zee. Het Markermeer en de meeste randmeren (zie afbakening) zijn door compartimentering zodanig veranderd dat ze nu het beste opgevat kunnen worden als zoete plas. Ook de gegraven wateren van de zandgronden, kunnen gerekend worden tot zoete plas. De meeste van deze plassen hebben echter zulke steile oevers en zijn zo diep dat ze nauwelijks van ecologische betekenis zijn. De variatie in een plas hangt af van verschillende factoren; wind, stroming van het water, diepte, grondsoort, helderheid van het water, aanwezigheid van slib, sloef of bagger en aanbod van voedingstoffen en mineralen. Planten en dieren hebben ook een grote invloed, watervlooien kunnen zoveel algen eten dat het water helder blijft, bodemwoelende vissen vertroebelen het water, waterplanten verminderen de golfslag en versnellen verlanding. De stroming in het water is meestal niet groot, maar wind en peilverschillen tussen verschillende waterlichamen kunnen wel stroming veroorzaken. De wind stuwt het water een beetje op aan de loefzijde zodat er over de bodem een stroming ontstaat naar de lijzijde. Het water stroomt min of meer een cirkelvormig; aan de oppervlakte met de wind mee en over de bodem tegen de wind in. De lage stroom, over de bodem, neemt licht bodemmateriaal mee. Omdat de overheersende windrichting zuidwest is, zal de bodem juist aan deze kant bestaan uit week en slap sediment. Helderheid en doorzicht worden mede bepaald door het aanbod van voedingstoffen. Algen groeien snel bij veel voedsel en vertroebelen het water. De variatie in de plassen hangt samen met deze verschillende omstandigheden. In de diepste delen komen ondergedoken grote fonteinkruiden voor, wat ondieper staan waterplanten met grote drijvende bladen zoals witte waterlelie en gele plomp. De ondergedoken watervegetaties kunnen in mozaïek voorkomen met kranswierwater. Dit is bijvoorbeeld in sommige delen van de randmeren het geval. In de luwte achter de drijvende waterplanten komen, in ondiep water, andere waterplanten zoals krabbenscheer en groot blaasjeskruid voor. De oevers bestaat uit drijftillen met grote zeggen of riet- en biezenkragen. Op windstille plaatsen kunnen deze zoneringen heel breed zijn, aan de windzijde zijn ze heel smal of ontbreken. Grote laagveenplassen zijn in Europa zeer zeldzaam. Ze zijn internationaal van belang voor visetende en grazende watervogels, rivierdonderpad, gestreepte waterroofkever, meervleermuis en krabbenscheer. Zoete plas is nationaal van grote betekenis als leefgebied voor otter, vissen zoals paling, kwabaal en snoek, libellen en kokerjuffers, zoals groene glazenmaker, plasrombout, en waterplanten zoals langstengelig fonteinkruid en watergentiaan. Troebel water en een zeer hoog aanbod van voedingstoffen komen veel voor. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

46 Vermesting, uit landbouwgebieden of bij lozingspunten veroorzaken deze problemen. Ook het inlaten van gebiedsvreemd water waardoor uiteindelijk veel fosfaat vrijkomt in het water is een belangrijke oorzaak. Andere grote problemen zijn de vast ingestelde waterstanden; de waterpeilen zijn in de zomer lager dan in de winter, het gebrek aan mogelijkheden om te trekken en een tekort aan geleidelijke overgangen en ondiepe paaiplaatsen voor vissen en amfibieën. N05.01 Moeras Omschrijving beheer: - Laagcyclisch maaibeheer, wat inhoudt dat verspreid door het gebied en verspreid over een aantal ar delen gemaaid worden. De frequentie is afhankelijk van de ontwikkeling van kruiden en houtopslag. - Het gemaaide gewas dient afgevoerd te worden. Omschrijving type: Moerassen komen voor op de overgang van zoet water naar land. Het lage deel van Nederland is vrijwel volledig ontstaan als moeras. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de laaggelegen veen en kleigebieden van Nederland. Moeras ontstaat in stilstaand voedselrijk, zoet water achter de duinen, in overstromingsvlakten van rivieren en beken of in kwelgebieden langs de randen van de zandgronden en in beekdalen. De bodems zijn zeer nat, voedselrijk en matig zuur tot neutraal. Typische moerasplanten zijn hoge grassen als riet en rietgras, grote zeggen, biezen en galigaan. Moeras is van groot belang voor vogels, libellen, vissen, amfibieën en enkele zoogdieren als bever, otter, noordse woelmuis en waterspitsmuis. Moeras omvat open begroeiingen van riet, lisdodde en biezen in water; rietlanden en rietruigten. Hierin weerspiegelt zich de overgang van water naar land. Aan de waterkant vormen losgeslagen planten drijftillen met waterscheerling, zeggen, galigaan en slangenwortel. Het rietland kan vrij open zijn met poeltjes waarin waterplanten groeien, kruidenrijk met diverse orchideeën en blauwe knoop of mosrijk met blad- en levermossen of al ouder met hoog opgaand riet die geleidelijk overgaan in ruigten met moerasspirea of poelruit. Door de grote stapeling van organisch materiaal in oude rietlanden en ruigten kunnen deze vegetaties (tijdelijk) overgaan in een grasrijke vegetatie. De kruidenrijke of mosrijke fase met vrij open riet kan duiden op een wat lagere voedselrijkdom in combinatie met matig zure omstandigheden. In dit milieu kunnen veenmossen zich vestigen. Een deel van de rietlanden wordt gemaaid, maar niet arlijks (overrig riet). De Nederlandse moerassen zijn vrijwel volledig ontgonnen of verveend; het resterende deel wordt bedreigd door vermesting, verdroging en verbossing. De grote menselijke invloed is in de laagveenmoerassen te herkennen aan het verveningspatroon, ook de moerassen in de jonge polders staan onder grote menselijke invloed. Voor een goede kwaliteit en duurzame instandhouding is een natuurlijk fluctuerend waterpeil en een goede waterkwaliteit essentieel. Thans is er veelal sprake van gebrek aan nieuwvorming en versnelde successie waardoor extra beheer nodig is om voldoende oppervlak en kwaliteit te behouden. Moeras kan een voorstadium vormen voor Veenmosrietland en moerasheide en uiteindelijk overgaan in Hoogveen. In voedselrijke gebieden kunnen ruigte en bosvorming (afhankelijk van peilregime en aanwezigheid van grote herbivoren en beheer) na verloop van tijd de overhand nemen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

47 N05.02 Gemaaid rietland Omschrijving beheer: - Jaarlijks maaibeheer. - Binnen het areaal arlijks gemaaid riet dienen zoveel mogelijk overhoeken, randen etc. te blijven staan. Streven naar 50% laten staan.. - Het gemaaide gewas dient afgevoerd te worden. Omschrijving type: Gemaaid rietland is rietland dat grotendeels arlijks in het winterhalfar gemaaid wordt. Het kan gaan om het oogsten van riet, in sommige gebieden een traditie, of om behoud van soorten die afhankelijk zijn van een open structuur. Randen met oud riet, kleine ruigten, struweel en bomen op kaden, zorgen voor broedgelegenheid voor vogels en zijn belangrijk voor andere dieren zoals muizen of salamanders. Het meeste gemaaide rietland komt voor in laagveengebieden, vaak gezamenlijk met andere moerassen. In mindere mate komt het ook voor op klei. Gemaaid rietland komt voor op natte tot vochtige bodems en staat onder invloed van oppervlaktewater. Belangrijk voor de rietgroei is enige aanvoer van voedingsstoffen via het water om er voor te zorgen dat de bodem niet te zuur wordt. Gemaaid rietland is ontstaan als typisch cultuurlijke exponent van moeras: het riet werd gemaaid en gebonden ten behoeve van dakbedekking of op een andere manier gebruikt. Gemaaid rietland wordt gedomineerd door riet en kan vrij rijk zijn aan mossen of moerasplanten zoals moerasvaren, kamvaren, moeraswalstro, waterzuring, watermunt, grote watereppe, moeraswederik, pluimzegge, echte koekoeksbloem en echte valeriaan. Bij een goede waterkwaliteit zijn de rietlanden soms soortenrijk met rietorchis en zelfs groenknolorchis. De oevers, rietranden en stroken vormen biotoop voor rietvogels als kleine karekiet en insecten. Gemaaid rietland kan, als de kragge dikker wordt, overgaan naar Veenmosrietland en moerasheide. Zonder maaibeheer en watertoevoer zal gemaaid rietland overgaan naar struweel en bos. N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland Omschrijving beheer: - Een afwisseling van begrazing en laagcyclisch maaibeheer, wat inhoudt dat verspreid door het gebied en verspreid over een aantal ar delen gemaaid worden. - Niet maaien voor 15 juni. - Het gemaaide gewas dient afgevoerd te worden, behalve het verspreid door het gebied laten liggen van maaiselhopen als toevluchtsoord voor amfibieën en kleine zoogdieren. Omschrijving type: Kruiden- en faunarijk grasland omvat graslanden die kruidenrijk zijn, maar niet tot de schraallanden vochtig hooiland, zilt grasland en overstromingsgrasland of glanshaverhooiland behoren. De vegetatie kan behoren tot allerlei verbonden van graslandvegetaties; ondermeer kamgrasvegetaties of de meer algemene witbolgraslanden. Diverse soorten ruigte en struweel kunnen in dit grasland voorkomen. Het grasland wordt meestal extensief beweid of gehooid en niet of slechts licht bemest. Het beheertype Kruiden- en faunarijk grasland kan voorkomen op diverse bodems van vochtig tot droog en heeft doorgaans een (matig) voedselrijk karakter. Kruiden- en faunarijk grasland komt in vrijwel alle landschapstypen voor. Toch is het areaal de laatste veertig ar enorm afgenomen door de gangbare landbouwpraktijk: sterke bemesting gecombineerd met periodiek doodspuiten van de grasmat en opnieuw inzaaien met hoog productieve grasvariëteiten. De meeste overgebleven kruidenrijke graslanden liggen in overhoekjes van het agrarische gebied of komen voor in natuurgebieden. Daar kan kruidenrijk After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

48 grasland een tijdelijk fase zijn als de benodigde abiotische omstandigheden voor schraallanden niet of nog niet gerealiseerd kunnen worden. Kruiden- en faunarijk grasland wordt bij een goede kwaliteit gekenmerkt door variatie in structuur (ruigte en plaatselijk struweel, hogere en lage vegetatie) en een kruidenrijke graslandbegroeiing die rijk is aan kleine fauna. Gradiënten binnen (grond)waterpeil en voedselrijkdom zorgen voor diverse vegetatietypen. Kenmerkende of bijzondere soorten van schralere beheertypen ontbreken grotendeels binnen Kruiden- en faunarijk grasland, maar graslanden zijn vaak wel rijk aan minder zeldzame soorten. Het type is o.a. van belang voor vlinders en andere insecten, vogels en kleine zoogdieren N14.02 Hoog- en laagveenbos Omschrijving beheer: - Geen specifieke beheermaatregelen. - Jaarlijks controle op valgevaarlijke komen nabij wegen / paden Omschrijving type: Hoog- en laagveenbos is bos op natte standplaatsen op venige bodem met dominerende soorten als zwarte els, zachte berk en grauwe wilg. Vegetatiekundig behoren deze bossen tot het Elzenverbond, verbond van de berkenbroekbossen en verbond van wilgenbroekstruwelen. Soms zijn deze bossen heel structuurrijk, soms vrij uniform. Hoog- en laagveenbos omvat bossen en struwelen en komt in vrijwel alle landschapstypen voor, waarbij hoogveenbossen tot de meest zeldzame broekbossen behoren. Water speelt een grote rol binnen het beheertype en bepaalt voor een groot deel de begroeiing. Bij veel invloed van regenwater (vooral in hoogveen) domineert de zachte berk en een ondergroei van veenmossen en dwergstruiken, bij invloed van grondwater (in laagveen en dalen) juist de zwarte els en moerasplanten. Aaneengesloten struwelen komen vooral voor in hoog- en laagveengebieden met soorten als grauwe wilg, gagel en zwarte appelbes. Op open plekken domineren moerasplanten. Hoog- en laagveenbossen kennen een hoge diversiteit bij veel structuurvariatie en de afwezigheid van verdroging. In Hoog- en laagveenbossen met elzen ontstaat deze variatie bij een hoge ouderdom door het ontstaan van hogere wortelkluiten en poelen na het omvallen van oude bomen. Hoog- en laagveenbos met berken is relatief ijl en open en is van belang voor reptielen en amfibieën. Veel veenbossen zijn op een natuurlijke manier ontstaan, soms na stopzetten van maaibeheer van rietlanden (laagveenmoerassen) of door verdroging en stikstofdepositie (hoogveen). Nationaal en internationaal worden Hoog- en laagveenbossen bedreigd door verdroging, versnippering en eutrofiering. Nederland heeft een belangrijke taak het areaal en de kwaliteit in stand te houden en waar nodig te verbeteren. Opvallend binnen bos op laagveen zijn diverse typische moerasplanten, zoals moerasvaren. Bos op hoogveen kent karakteristieke hoogveensoorten als rijsbes en een aantal veenmossen. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

49 N17.01 Vochtig hakhout (griend) en middenbos Omschrijving beheer: - Cyclisch hakbeheer met ene cyclus van 3 tot 8 ar. In dit gebied een cyclus van 3 tot 4, hooguit 5 ar in verband met de lage draagkracht van de bodem: de grienden worden anders te zwaar en vallen om. - Het hout dient afgevoerd te worden Omschrijving type: Vochtig hakhout zijn loofbossen die bestaan uit houtgewas dat men niet hoog laat opschieten, maar dicht bij de grond afzet om de stronken weer te laten ontspruiten en de gevormde opslag te kunnen oogsten. Middenbos bestaat uit hakhout met overstaanders (doorgegroeide hakhouttelgen) of bovenstaander (aanplant). Hakhout en middenbos komen al eeuwen voor in Nederland. Door hakhoutbeheer kan een voortdurende houtopbrengst gewaarborgd worden. Door het dicht bij de grond afzetten van de bomen ontstonden de kenmerkende stobben of stoven, die vele eeuwen oud kunnen zijn. Verschillende boomsoorten zorgden voor hout voor verschillende doeleinden: brandhout, gebruikshout voor bijvoorbeeld gereedschapsstelen, schors voor de leerlooierij. In verschillende vormen komt dit type door het gehele land voor. De variatie is groot: van grienden met wilgen in het rivierengebied tot elzenhakhout in Zeeland. Globaal geldt, dat in het rivierengebied essen- en wilgenhakhout voorkomt in de uiterwaarden, maar ook in beekdalen en op de overgang van veen naar klei in het laagveengebied. Vochtige eikenhakhoutbossen komen op de zandgronden voor. De hellingbossen in Zuid-Limburg, waar nog middenbos voorkomt, worden ook tot dit type gerekend. In West-Nederland en het rivierengebied zijn hakhoutbossen vaak opvallende elementen in het open landschap. Denk bijvoorbeeld aan geriefhoutbosjes in het veenweidegebied of grienden in de rivieruiterwaarden. Overal in de zandgebieden komen (eiken)hakhoutbossen voor, vaak eertijds gelegen op de (open) heide, maar nu dikwijls omgeven door jonger bos en daardoor landschappelijk minder herkenbaar. Met name oud hakhout en middenbos herbergt met de oude groeiplaats, het dunne strooiseldek en het hakhoutbeheer samenhangende zeldzame bosplanten van vochtige standplaatsen en aan oude hakhoutstoven gebonden mossen en insecten. L01.01 Poel en klein historisch water Omschrijving beheer: - Laagcyclisch schoningsbeheer, wat een frequentie inhoudt van eens in 3 ar de helft van de poel opschonen. - Het gewas mag in de nabijheid na de poel in een hoop verwerkt worden als toevluchtsoord voor amfibieën en kleine zoogdieren. Omschrijving type: Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische betekenis zijn bijvoorbeeld voorraadbassins voor bluswater, visvijvers, schapenwasplaatsen, pingoruïnes en veenputten. Vaak vervulde poelen meerdere functies. De mens heeft altijd water nodig gehad en daarvoor zijn zowel bestaande natuurlijke wateren als zelf gegraven laagtes gebruikt. Ook uit de middeleeuwen zijn putten en kuilen bekend. Tot op de huidige dag worden poelen gegraven en gebruikt. Poelen en kleine wateren in het landschap kunnen dus al eeuwen oud zijn, alhoewel sommige van zeer recente datum zijn, denk aan nieuw gegraven amfibieënpoelen. Het beheertype Poel en klein historisch water is te vinden in heel Nederland. Er zijn diverse vormen bekend. In het waterrijke West-Nederland dienden de After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

50 sloten veelal als veedrinkplek en waren poelen dan ook minder noodzakelijk. In dit gebied vinden we de veenputten die door het kleinschalig afgraven van veen zijn ontstaan. Als drinkplaats voor vee zijn poelen daar te vinden waar ander drinkwater niet voorhanden was. Vooral in Oost- en Zuid-Nederland zijn poelen veel voorkomende landschapselementen. In de kustgebieden zijn poelen aangelegd om in zoet water te voorzien in een zilte omgeving. Deze poelen werden dan in een kunstmatige verhoging gegraven. Dit zijn de zogenaamde hollestelles. Deze zijn vooral in Zeeland te vinden en liggen vaak buitendijks. Wateren die als bluswater dienden zijn veel nabij boerderijen en nederzettingen te vinden. Visvijvers komen vooral veel in Brabant en Zuid- Limburg voor. Het is belangrijk de historische contouren/vormen te behouden, zeker bij de visvijvers. Openheid rondom (een deel van) de poel kan de zichtbaarheid en beleefbaarheid vergroten en is van belang om een goed voortplantingsbiotoop voor amfibieën te behouden. In het verleden was zeker bij veedrinkpoelen het element bereikbaar voor vee en dus in ieder geval deels onbegroeid. Vaak stonden er wel enkele bomen bij een poel voor schaduw voor de dieren en tegen verdamping. Soms kennen poelen gemetselde randen, zoals uit Zuid-Limburg bekend is. Poelen zijn van groot belang als voortplantingsbiotoop voor amfibieën en libellen in het cultuurlandschap. Het depot De binnen het project verwijderde bagger is opgeslagen in een depot, direct ten zuiden van de rijksweg A27. In principe valt de verdere afwerking en inrichting van het depot buiten de looptijd van dit LIFE project, maar het is er wel direct mee verbonden. De eindinrichting zal naar alle waarschijnlijkheid in 2012 plaatsvinden. In de hierna volgende afbeelding is de beoogde inrichting weergegeven waarbij het geheel een natuurtechnische inrichting zal krijgen, aangevuld met een recreatief wandelpad. Deze inrichting is in schetsvorm reeds besproken met de Provincie Zuid-Holland en Waterschap Rivierenland en inmiddels verder uitgewerkt. Het basisprincipe is positief ontvangen en nu moet er verder overlegd worden op basis van deze meer precieze inrichtingstekening of dit past binnen de juridische kaders rondom een baggerdepot. Er is gedurende het project namelijk onduidelijkheid ontstaan of de bagger op de bewuste plek mag blijven liggen. Een deel van de ondergrond van het depot bleek van een schonere klasse te zijn als een deel van de bagger. Het overgrote deel van de bagger is wel van dezelfde kwaliteit als de ondergrond. Maar omdat de bagger in zijn geheel in het depot is gepompt, is er bagger van mindere kwaliteit in theorie op het schonere deel gekomen. Monsters van de bagger in het depot hebben echter uitgewezen dat er nu in totaliteit sprake is van schone bagger die daar met een natuurlijke inrichting verwerkt zou kunnen worden. Dit zal in de tweede helft van 2011 met de Provincie Zuid-Holland en het Waterschap Rivierenland afgestemd worden, de uitvoering van de inrichting zal naar alle waarschijnlijkheid na het broedseizoen van 2012 in gang gezet worden. After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

51 Inrichtingsschets baggerdepot After LIFE Conservation Plan Moerasontwikkeling Zouweboezem

Moerasontwikkeling Zouweboezem

Moerasontwikkeling Zouweboezem Moerasontwikkeling Zouweboezem Layman s report 9 mei 2011 2 Layman s report Moerasontwikkeling Zouweboezem Introductie De Zouweboezem (258 ha) is een waardevol moerasgebied in de provincie Zuid-Holland.

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen

Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept 2014 Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen Onderwerpen -Natura 2000 -Programmatische Aanpak Stikstof -Aanwijzing Zouweboezem

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten

Nadere informatie

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Vanavond krijgt u informatie over het project Ruygeborg II. Als u vragen heeft kunt u die aan ons stellen. Daarnaast zijn wij benieuwd naar uw ideeën over Ruygeborg.

Nadere informatie

MEMO WENSEN ZUID-HOLLANDS LANDSCHAP

MEMO WENSEN ZUID-HOLLANDS LANDSCHAP BIJLAGE X MEMO WENSEN ZUID-HOLLANDS LANDSCHAP Witteveen+Bos, behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 Witteveen+Bos, bijlage X behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 Notitie:

Nadere informatie

Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden

Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden Terug naar Nederland Nederland, moerassenland Tegenwoordig ongeveer 45.000 hectare moeras aanwezig, waarvan de helft verlandingstypen waar typische

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan

Beheer- en onderhoudsplan Beheer- en onderhoudsplan 2010-2015 Algemeen Deel Naar een meer gedifferentieerd en extensief onderhoud van hoofdwatergangen in het landelijk gebied Tabel 4:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering Pakket NFW Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken. Andere al dan niet gegraven kleine wateren met een historische

Nadere informatie

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,

Nadere informatie

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

Gebiedsavond Bodegraven-Noord Gebiedsavond Bodegraven-Noord Programma 20.00 u Welkom door Jan Leendert van den Heuvel 20.10u Presentatie over schetsontwerp voor Bodegraven-Noord 20.30u Korte pauze, vragen inventariseren 20.45u Tafelgesprekken

Nadere informatie

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven. Opengestelde beheerpakketten Collectief Rivierenland per leefgebied (gebaseerd op adviestarieven landelijke beheerpakketten ANLB2016 dd. 09-03-2015) let op: tarieven gewijzigd tov. medio februari 2015

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

4.4 Zouweboezem. Figuur 4: Kaart van het Natura 2000-gebied Zouweboezem (provincie Zuid-Holland: 2016)

4.4 Zouweboezem. Figuur 4: Kaart van het Natura 2000-gebied Zouweboezem (provincie Zuid-Holland: 2016) 4.4 Zouweboezem De Zouweboezem werd geselecteerd als een case study, want het is een door de mens gemaakt gebied met natuurwaarden te midden van landbouwgrond en dorpen. Verwacht werd dat de landbouwpraktijken

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000005 + NL9902003 Beschermd

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Natte dooradering 9 Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken.

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Pakketten Waterbeheer

Pakketten Waterbeheer Pakketten Waterbeheer 2016-2021 Duurzaam slootbeheer, iets voor u? Als agrariër heeft u belang bij een goed onderhouden sloot. Nu is de waterkwaliteit de afgelopen jaren al flink verbeterd, maar het kan

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Provinciaal blad nr

Provinciaal blad nr Provinciaal blad nr. 2008-67 Rubriek Uitgegeven op Inlichtingen bij V 11 november 2008 dhr. W. Maalderink, telefoon 038 499 86 44 Vaststelling van de subsidieplafonds, de aanvraagperioden en de tarieven,

Nadere informatie

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan

Nadere informatie

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht Programmabureau Utrecht-West Provinciehuis Utrecht Archimedeslaan 6 T (030) 258 38 71 www.utrecht-west.com N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht Postadres: Postbus 194, 3500 AD Utrecht Aan de bewoners

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

Europees beschermde natuur

Europees beschermde natuur Europees beschermde natuur Kwartelkoning Vlaanderen streeft naar 100 broedkoppels van deze soort, in 2007 waren er 6. Twee richtlijnen Vogelrichtlijn, 1979 Habitatrichtlijn, 1992 Afbakenen van gebieden

Nadere informatie

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Concept a Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de provincie

Nadere informatie

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4

Nadere informatie

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer

Nadere informatie

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP 1 NATURA 2000 IN NIEUWKOOP Gebiedsanalyse Aanvulling en wijziging van gegevens in verband met de publicatie van het Ontwerpbesluit INCAconsult 16 september 2008 2 Aanvulling en wijziging van gegevens in

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Bijlage 1: Overig relevant beleid en regelgeving

Bijlage 1: Overig relevant beleid en regelgeving Bijlage 1: Overig relevant beleid en regelgeving 1.1 Natuur Wet en regelgeving Flora- en faunawet (Ministerie van Economische zaken) De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid Nieuwsbrief Natura 2000-gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid Nummer 5, februari 2018 Op 10 januari jl. vond in de Schildkamp in Asperen een inloopbijeenkomst

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M.

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 februari het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 februari 2013 SWS/PWB. 5 februari 2013 mw. M. V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 26 februari 2013 SWS/PWB S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 5 februari 2013 mw. M. Wolfs ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 15 Ecologisch

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011 Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype

Nadere informatie

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer Ten behoeve van de zienswijzen ingediend op het Ontwerp Natuurbeheerplan 2017 herzien versie natuurbeheer provincie Utrecht Pagina

Nadere informatie

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Uitgangssituatie Algemeen Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Projectnummer: 2009_015 Projectnaam: Zwart Water_Inrichting Schaaps- en diepbroek incl sanering stort 1

Nadere informatie

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Uitgangssituatie Algemeen Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater Projectnummer: 2008_009 Projectnaam: Inrichting Straelensbroek/Straelens Schuitwater PMJP: B1 Inrichting verworven EHS Natuurdoel:

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?

Nadere informatie

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap Veldwerkplaats: l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische fauna in poldergebieden 02 juli 2009 Rudi Terlouw, Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap KRIMPENERWAARD Veenweidepolder van

Nadere informatie

Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties

Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties 1. Inleiding De collectieven hebben besloten zoveel mogelijk een lijn te hanteren voor het herstel en sanctieprotocol te hanteren

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012

Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen. April 2012 Inventarisatie Dotterbloemen Rietlanden Kockengen April 2012 Dotterbloem inventarisatie voorjaar 2012 Op verzoek van Staatsbosbeheer zijn de dotterbloemen in de rietlanden bij Kockengen geïnventariseerd

Nadere informatie

Werkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1

Werkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1 Werkprotocollen Baggeren HDSR Versie 1.1 1.1.1 Baggeren van watergangen < 4 meter Werkprotocol baggeren van bodems, herprofilering en herstelwerkzaamheden aan oevers van watergangen 4 meter Werkprotocol:

Nadere informatie

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Hoogvenen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801007 + NL9801007 Beschermd natuurmonument: -

Nadere informatie

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Unieke samenwerking resulteert in een reddingsplan 1. Een noodplan voor realisatie van grote karekieten hotspots Dankzij een unieke samenwerking tussen

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

HEN/SED GEBIED W36 EN B01

HEN/SED GEBIED W36 EN B01 BIJLAGE V HEN/SED GEBIED W36 EN B01 Witteveen+Bos, behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 Witteveen+Bos, behorende bij rapport TL217-3/kolm/028 d.d. 28 juni 2013 BO2 Zouweboezem ALGEMEEN

Nadere informatie

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel Beschrijving van het ANLb 2016 landschapspakket voor het beheer van elzen- en geriefhoutsingels op Terschelling, toe te passen in het leefgebied Droge Dooradering, door leden van het collectief Waddenvogels.

Nadere informatie

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Buro Vijn 10.109 januari 2011 foto omslag het huidige

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

Bijlage I: Deelprogramma natuur

Bijlage I: Deelprogramma natuur Bijlage I: Deelprogramma natuur Doelstelling Hoofddoelen van het deelprogramma Natuur zijn de versterking van de biodiversiteit, versterking van de Natura 2000 doelen en realisatie van het NNN (voorheen

Nadere informatie

Knelpunten van de Natuurzoom.

Knelpunten van de Natuurzoom. Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.

Nadere informatie

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Veldwerkplaats Herstel van vochtig schraalland 14 juli 2016 Fons Mandigers Natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur (Natte

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

Bijlagendocument beheerplan bijzondere natuurwaarden Zouweboezem

Bijlagendocument beheerplan bijzondere natuurwaarden Zouweboezem Bijlagendocument beheerplan bijzondere natuurwaarden Zouweboezem een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Inhoud bijlagendocument beheerplan bijzondere natuurwaarden Zouweboezem: Bijlage 1:

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]

Nadere informatie

Moerasvogels, rietvogels, rietbeheer en vloedvlaktesoorten

Moerasvogels, rietvogels, rietbeheer en vloedvlaktesoorten Moerasvogels, rietvogels, rietbeheer en vloedvlaktesoorten Verslag Veldwerkplaats Laagveen & zeeklei en Rivierenlandschap Tetjehorn, 23 april 2009 Inleiders: Jan van der Winden en Rogier Verbeek (Bureau

Nadere informatie

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde 22 december 2011 Zoon buro voor ecologie Colofon Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Opdrachtgever: mro Uitvoerder Zoon

Nadere informatie

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen

Nadere informatie

Nieuwe landgoederen Nederland

Nieuwe landgoederen Nederland Ruimte en Milieu Nieuwe landgoederen Nederland Bouwen aan een groene omgeving 02 Wie aan een landgoed denkt, stelt zich een ruim, bosrijk terrein voor met daarop een stijlvol gebouw. Het natuurschoon voert

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

OBJECTIVERING BEHEERPAKKETTEN. Eindrapport Project Objectivering Doelpakketten Programma Beheer 21 december 1999

OBJECTIVERING BEHEERPAKKETTEN. Eindrapport Project Objectivering Doelpakketten Programma Beheer 21 december 1999 Aanpassing 1 juli 2008 Beleidsregels als bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, van de Provinciale subsidieregelingen natuurbeheer en 32, derde lid, van de Provinciale subsidieregelingen agrarisch natuurbeheer

Nadere informatie

Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk

Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk Status: versie 27-01-2016 Verdiepen van het Achterwaterschap i.c.m. realisatie natuurdoelen in de Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk Nota van Beantwoording zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Nadere informatie

Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016

Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016 Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016 1 Begripsomschrijving initiatiefnemer a. Initiatiefnemer: met initiatiefnemer wordt bedoeld, diegene die bij Landschap Noord-Holland

Nadere informatie

Nota van Inlichtingen. Polder Nieuw-Lekkerland

Nota van Inlichtingen. Polder Nieuw-Lekkerland Nota van Inlichtingen Polder Nieuw-Lekkerland Status: Definitief Datum: 27 juli 2017 1. Kunnen er, met het huidige plan, toeslagrechten worden aangevraagd voor deze hectares waar dan nog gras groeit voor

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef Paarden in bloemenweiden Filippien Koornneef Subsidie voor natuurbeheer Twee verschillende regelingen Agrarisch natuurbeheer Particulier natuurbeheer Waarvoor subsidie ANLb? Pakketten: Kruidenrijk grasland

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

TERREINKEUS MOERASVOGELS. Terreineisen en handvaten voor beheer

TERREINKEUS MOERASVOGELS. Terreineisen en handvaten voor beheer TERREINKEUS MOERASVOGELS Terreineisen en handvaten voor beheer Inhoud Hoe onderzoek je de terreinkeus? Welke eisen stellen moerasvogels? roerdomp porseleinhoen -------------------------------------- snor

Nadere informatie

Nieuwe natuur voor droge voeten

Nieuwe natuur voor droge voeten Nieuwe natuur voor droge voeten Informatieavond en klankbord Polder de Dijken-Bakkerom Donderdag 19 april 2018 en De Drie Polders en Lettelberterbergboezem Donderdag 26 april 2018 Programma 19 en 26 april

Nadere informatie

Ecologisch Werkprotocol

Ecologisch Werkprotocol Ecologisch Werkprotocol Aanleg depots Oude Reeuwijkerweg, Reeuwijk Projectnummer: 5999 Datum: 24-1-2013 Opgesteld: D. Welink Begeleidend ecoloog: Tel. Aanleiding Op een aantal graslandpercelen langs de

Nadere informatie

ANLb2016 voor categorie water. Marieke de Groot en Margot Kroot

ANLb2016 voor categorie water. Marieke de Groot en Margot Kroot ANLb2016 voor categorie water Marieke de Groot en Margot Kroot Leefgebiedenbenadering Creëren en in stand houden leefgebied voor soort of soortengroep met vergelijkbaar beheer. Leefgebieden ANLb2016 Open

Nadere informatie

Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie