RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN"

Transcriptie

1 RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. RvVb/UDN/1516/0236 van 20 november 2015 in de zaak 1516/RvVb/0119/UDN In zake: de LEIDEND AMBTENAAR van het Agentschap ONROEREND ERFGOED bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Michiel DEWEIRDT Doorniksewijk Kortrijk waar woonplaats wordt gekozen verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van OOST-VLAANDEREN vertegenwoordigd door: mevrouw Kaat VAN KEYMEULEN verwerende partij Mede inzake 1. de nv SPETSAÏ bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Wim DE CUYPER kantoor houdende te 9100 Sint-Niklaas, Vijfstraten 57 waar woonplaats wordt gekozen 2. het college van burgemeester en schepenen van de gemeente WETTEREN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Yves LOIX en Nele ANSOMS kantoor houdende te 2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 27 waar woonplaats wordt gekozen I. VOORWERP VAN DE VORDERING De verzoekende partij vordert met een aangetekende brief van 6 november 2015 de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging en de vernietiging van de beslissing van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 17 september RvVb - 1

2 De deputatie heeft het administratief beroep van onder andere de verzoekende partij tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wetteren van 20 april 2015 ontvankelijk, maar ongegrond verklaard. De deputatie heeft aan de nv SPETSAI (hierna de eerste belanghebbende genoemd) een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de bouw van 73 assistentiewoningen met aanverwante diensten, zoals een ondergrondse parkeergarage met 44 plaatsen, inrichting horeca, kantoren, zwembad en open ruimte, na de sloop van de bestaande bebouwing. De bestreden beslissing heeft betrekking op de percelen gelegen te 9230 Wetteren, Markt 5 en met als kadastrale omschrijving 2 de afdeling, sectie E, nrs. 0410W, 0410Z, 0412D, 0413F, 0422E, 0422N, 0422P, 0424D, 0424F, 0427E, 0427F, 0427H, 0430S, 0433E en 0433G. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING De verwerende partij heeft een nota met opmerkingen over de gevorderde schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De belanghebbenden hebben een nota met opmerkingen over de gevorderde schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend. De procespartijen zijn opgeroepen voor de openbare zitting van 16 november 2015 om 13u30, waarop de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt behandeld. Kamervoorzitter Eddy STORMS heeft verslag uitgebracht. Advocaat Michiel DEWEIRDT, die verschijnt voor de verzoekende partij, mevrouw Kaat VAN KEYMEULEN, die verschijnt voor de verwerende partij, advocaat Roy VANDER CRUYSSEN, die verschijnt voor de eerste belanghebbende, en advocaat Yves LOIX, die verschijnt voor de tweede belanghebbende, zijn gehoord. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. De verwijzingen in dit arrest naar artikelen van de VCRO, het DBRC-decreet en het Procedurebesluit hebben betrekking op de tekst van deze artikelen, zoals van toepassing op het ogenblik van het instellen van de vordering. III. FEITEN Op 11 december 2014 (datum van het ontvangstbewijs) dient de eerste belanghebbende bij de tweede belanghebbende een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van assistentiewoningen (73) met aanverwante diensten (ondergrondse parkeergarage 44 plaatsen), inrichting horeca, kantoren, zwembad en open ruimte na slopen bestaande bebouwing. RvVb - 2

3 De verzoekende partij adviseert op 11 februari 2015 ongunstig met betrekking tot de sloop van drie huizen, die opgenomen zijn op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. De provinciale dienst Erfgoed adviseert ongunstig op 27 juli De tweede belanghebbende verleent op 20 april 2015 onder voorwaarden een stedenbouwkundige vergunning aan de eerste belanghebbende. De verzoekende partij tekent, zoals enkele omwonenden, tegen deze beslissing op 9 juni 2015 administratief beroep aan bij de verwerende partij. De provinciale stedenbouwkundige ambtenaar adviseert in zijn verslag van 13 augustus 2015 dit administratief beroep in te willigen en een stedenbouwkundige vergunning te weigeren. Na de hoorzitting van 25 augustus 2015 beslist de verwerende partij op 17 september 2015 als volgt het administratief beroep niet in te willigen en onder voorwaarden een stedenbouwkundige vergunning te verlenen: De goede ruimtelijke ordening Slopen van gebouwen met erfgoedwaarde: Nopens het slopen van de bestaande bebouwing dient gesteld dat men meerdere gebouwen die opgenomen zijn op de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed wenst af te breken. Het betreft meer bepaald: de woningen Markt 5 en 6 en de woningen gelegen Kerkstraat 8 en 10. Naast de woningen op de Markt bevindt zich het als monument beschermde gemeentehuis. Samen met de er tegenover gelegen beschermde Sint-Gertrudiskerk neemt het gemeentehuis een prominente plaats in op de Markt. De errond gelegen historische, hoofdzakelijk 19 de -eeuwse woningen en handelspanden ondersteunen zowel door hun historisch karakter als door hun lager profiel de prominente positie van de twee iconische gebouwen: het gemeentehuis (wereldlijke macht) en het kerkgebouw (kerkelijke macht). Onroerend erfgoed typeert de erfgoedwaarden van Markt 5 en Markt 6 als volgt: Het college van burgemeester en schepenen nam omtrent de sloop volgend standpunt in: Vooreest moet worden vastgesteld dat de erfgoedwaarde van de bedoelde panden minstens relatief is. Zij werden weliswaar opgenomen op de inventaris, doch in de praktijk blijkt dat de panden in een zeer verregaande staat van verval zijn, dan wel dat de werkelijke erfgoedwaarde die deze panden misschien in het verleden gehad hebben reeds lang verdwenen is. Wat specifiek het pand aan de Markt 6 betreft, blijkt het behoud niet op te wegen tegen vervanging. Het pand verkeert in uiterst slechte staat. De gevel moet worden rechtgehouden door een draagstructuur, omdat deze anders zou instorten. Het is zeer duidelijk dat het niet realistisch is te verwachten dat dit pand in haar oorspronkelijke staat hersteld zal kunnen worden. De werken die RvVb - 3

4 doorgevoerd moeten worden zijn dermate drastisch, dat het pand aan de Markt 6 amper originele elementen zullen behouden. Bovendien zou het behoud van dit pand een zeer grote investering vragen. Ook intern is het pand uitgeleefd. Er resteert niets waardevol. De te behouden elementen zijn naar mening van het college niet langer aanwezig door de slechte staat waarin het pand zich vandaag bevindt. Wat het pand Markt 5 betreft, is het college van oordeel dat alle oorspronkelijke 19 e -eeuwse elementen verdwenen zijn. De gevelbekleding is verwijderd (vervangen door cementering) en het oorspronkelijke schrijnwerk werd vervangen. Het pand werd in gesloten verband opgericht tegen het pand aan de Markt 6. Het is visueel van op straat vast te stellen dat beide panden letterlijk losscheuren van elkaar. Ook dit gebouw is aan de binnenzijde volledig vervallen. Gelet op hun zeer slechte toestand, zijn beide panden vandaag geenszins beeldbepalend, wel integendeel. Een architecturaal waardevol project zoals het voorliggende verantwoordt de sloop ervan in ieder geval. De woningen aan de Kerkstraat 8-10 werden eveneens in de inventaris opgenomen; het gaat om woningen met een gelijkvloers, eerste verdieping en een daklaag. De panden zijn in betere staat dan de panden aan de Markt 5 en 6, doch zouden, om bewoonbaar te kunnen zijn, aanzienlijk verbouwd moeten worden. Opnieuw is het daarbij weinig waarschijnlijk dat de door Onroerend Erfgoed als waardevol weerhouden elementen behouden zouden kunnen blijven. Het college is de mening toegedaan dat voor elk van deze panden een aanzienlijke investering noodzakelijk zou zijn om hen opnieuw bewoonbaar te maken. Voor het pand aan de Markt 6 lijkt het zelfs weinig waarschijnlijk dat een verbouwing met behoud van de voorgevel überhaupt mogelijk is. Deze investering staat niet in verhouding tot het resultaat dat bekomen kan worden. Het voorstel van Onroerend Erfgoed om de gebouwen te integreren in het project, eerder dan te slopen, is niet realistisch, rekening houdend met het voorgaande. De aanvrager verduidelijkt dat de bestaande gevelopbouw een hedendaagse bewoning quasi onmogelijk maakt. De aanwezige hoogtes zijn niet of nauwelijks invulbaar om overeen te komen met de hedendaagse vloeropbouwen. Tegenover het verdwijnen van de panden staat de mogelijkheid tot het openstellen van een geheel binnengebied voor de bevolking, en het binnenbrengen van groen in de kern. Dit verantwoordt de sloop. Het standpunt van het college van burgemeester en schepenen kan bijgetreden worden. Archeologisch erfgoed: In het door het agentschap Onroerend Erfgoed verstrekte advies werd de onwenselijkheid aangetoond in het licht van de doelstellingen of zorgplichten: Overwegende de bovenvermelde argumenten werd de aanvraag vanuit de discipline RvVb - 4

5 archeologie gunstig met voorwaarden geadviseerd; deze voorwaarden zijn: De deputatie is verplicht het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed af te wegen conform artikel van de VCRO. De door het agentschap geformuleerde voorwaarden betreffende een archeologisch onderzoek leveren in dit geval de garantie dat het uitgangsprincipe van de archeologische erfgoedzorg, zoals decretaal vastgelegd in artikel 4 2 van het archeologiedecreet wordt gerespecteerd. Het aansnijden van deze gronden kan slechts gebeuren wanneer ook door de ontwikkelaar voldoende inspanningen worden gedaan om het mogelijk aanwezige archeologische erfgoed op kwalitatieve wijze te laten onderzoeken en te documenteren. Dit draagt bij tot een goede ruimtelijke ordening waarbij de geschiedenis van deze gronden niet uit het oog verloren wordt bij de toekomstige ontwikkeling ervan. Opname van deze voorwaarde is derhalve noodzakelijk. Het agentschap Onroerend Erfgoed, expert in de materie, heeft immers in zijn advies gemotiveerd waarom er archeologische sporen op het terrein te verwachten zijn. Aanvrager heeft te kennen gegeven zich te kunnen verzoenen met het archeologisch onderzoek. De nieuwbouw Het college is de mening toegedaan dat het project tegemoetkomt aan elk van de vooropgestelde richtlijnen voor de ontwikkeling van het binnengebied. In die zin past het project in ieder geval binnen de ontwikkelingen die het college voor ogen heeft voor deze site. De belangrijkste uitdaging voor het ontwerp is het versterken van de aanwezige kwaliteiten en het toegankelijk maken van het groen. Omwille van het contextueel inspelen op de kwaliteiten zijn deze binnengebieden uitgelezen plekken voor een aangepast en vernieuwende woonontwikkeling, specifiek gericht op doelgroepen zoals ouderen. Het is duidelijk dat het voorliggende project volledig beantwoordt aan de ambities van het goedgekeurd GRS. Er moet een doorwaadbaarheid zijn, de open ruimte moet maximaal publiek blijven, er is ontwikkeld voor een specifieke groep (ouderen), er is maximaal gestapeld en, last but not least, het project heeft een bijzondere architectuur. De harmonie van het ontwerp op de Markt van Wetteren werd duidelijk geïllustreerd aan de hand van visualisaties welke deel uitmaken van het bouwdossier. Dit is de bestreden beslissing. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT SCHORSING BIJ UITERST DRINGENDE NOODZAKELIJKHEID 1. De verwerende partij werpt op dat de bestreden vergunning ondeelbaar is en de vordering dan ook onontvankelijk is, voor zover de verzoekende partij alleen de schorsing van de tenuitvoerlegging en de vernietiging vraagt van de bestreden vergunning, voor zover die vergunning betrekking heeft op de sloop van de in de inventaris van het bouwkundig erfgoed opgenomen gebouwen. De verzoekende partij vraagt in het verzoekschrift echter duidelijk de vernietiging, met vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de bestreden RvVb - 5

6 beslissing, zonder te specifiëren dat dit alleen betrekking heeft op de sloop van de in de bestreden beslissing vermelde gebouwen. De Raad oordeelt dan ook dat de verzoekende partij dus wel degelijk vraagt de tenuitvoerlegging van de volledige bestreden beslissing te schorsen bij uiterst dringende noodzakelijkheid, en vervolgens de vernietiging vraagt van de volledige bestreden beslissing, en dus niet (telkens) slechts van een deel ervan. De Raad verwerpt deze exceptie van de verwerende partij. 2. De verwerende partij, noch de belanghebbenden, betwisten voor het overige de ontvankelijkheid van de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid en tot vernietiging van de bestreden beslissing. Het ontbreken van excepties belet niet dat de Raad de ontvankelijkheid van een beroep kan onderzoeken. De Raad oordeelt echter dat dit onderzoek alleen nodig is wanneer de voorwaarden vervuld zijn om de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te bevelen en, zoals hierna blijkt, is dat niet zo. V. ONDERZOEK VAN DE VORDERING TOT SCHORSING BIJ UITERST DRINGENDE NOODZAKELIJKHEID Krachtens artikel 40 2 DBRC-decreet en artikelen 56 en 57 van het Procedurebesluit kan de Raad de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing bevelen op voorwaarde dat er uiterst dringende noodzakelijkheid is en dat minstens één ernstig middel wordt aangevoerd dat de vernietiging van de aangevochten beslissing kan verantwoorden. A. Uiterst dringende noodzakelijkheid Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij omschrijft de uiterst dringende noodzakelijkheid als volgt: 1. De vergunninghouder kan in beginsel binnen een zeer korte tijdspanne beginnen met de uitvoering van de vergunde werken en de sloop van de gebouwen die ingeschreven staan op de vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. Conform artikel , 5 VCRO mag de vergunninghouder immers gebruik maken van de vergunning vanaf de 36 ste dag na de dag van de aanplakking. De bestreden vergunning is in casu potentieel uitvoerbaar vanaf de 36 ste dag na aanplakking. Er is aldus een ernstige indicatie dat de vergunninghouder op zeer korte termijn kan starten met de uitvoering van de vergunning. RvVb - 6

7 Het hoeft geen betoog dat een sloop van dergelijk gebouw op één of twee dagen kan voltooid zijn. Gelet op het voorgaande zal de gewone schorsingsprocedure niet doeltreffend zijn voor verzoeker. Op het ogenblik dat door Uw Raad een uitspraak zou kunnen worden gedaan, zal immers de vergunning, minstens een grote deel van de vergunde sloopwerken, reeds zijn uitgevoerd met als gevolg dat het erfgoed definitief is verdwenen. 2. Indien de vergunninghouder de werken aanvat, wordt dit onroerend erfgoed definitief en onherroepelijk vernietigd. Dit betekent een verlies aan erfgoedwaarden die niet hersteld kunnen worden. De verschillende uitgebrachte adviezen bevestigen dit. Zo stelt onder andere de Provinciale Erfgoeddienst dat de aangetoonde erfgoedwaarde door sloop voorgoed verloren (gaat). Ook de Provinciale Stedenbouwkundige Ambtenaar stelt het volgende in zijn advies (stuk 5): 3. Dat er voor het gebouw nog geen beschermingsprocedure opgestart is en het alleen opgenomen is in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed, doet geen afbreuk aan de erfgoedwaarden. Elk pand moet immers afzonderlijk, en rekening houdend met de concrete inhoud en draagwijdte van de aanvraag, op de erfgoedwaarde ervan beoordeeld worden. In geval de bestreden stedenbouwkundige vergunning wordt uitgevoerd, wordt onherroepelijk uitvoering gegeven aan deze bestreden stedenbouwkundige vergunning waarvan verzoekende partij in het vervolg van huidig verzoekschrift aantoont dat deze onwettig is. De uitvoering van de manifest onwettige stedenbouwkundige vergunning creëert hoe dan ook een onomkeerbare en voor verzoekende partij schadelijke toestand. Er is dan ook ontegensprekelijk sprake van uiterst dringende noodzakelijkheid om de uitvoering van het bestreden besluit te schorsen. 4. Verzoeker heeft de hoogdringendheid, waarop ze zich beroept, niet zelf gecreëerd. Verzoekende partij heeft zich in casu zeer diligent gedragen. Vanaf het ogenblik waarop zich de urgentie voordeed, heeft zij een verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingesteld. Aan verzoeker kan geen gebrek aan diligentie worden verweten, noch dat haar handelen de uiterst dringende noodzakelijkheid zelf in de hand gewerkt heeft of zelf nadelig beïnvloed heeft. Verzoeker heeft kennis gekregen van de bestreden beslissing middels aangetekende RvVb - 7

8 zending, minstens vanaf 5 oktober Hierna diende hij de uitgebreide beslissing te bestuderen en over te maken aan zijn raadsman. Uit dit laatste gegeven, samen met het feit dat de vergunninghouder gebruik kan maken van deze vergunning vanaf de 36 e dag na aanplakking, alsook de hierboven aangehaalde redenen, kan niet worden gezien in welke mate een gebrek aan diligentie in hoofde van verzoeker zou kunnen worden verweten, noch de uiterst dringende noodzakelijkheid zelf in handen te hebben gewerkt of deze zelf nadelig te hebben beïnvloed. 5. Ook een gewone schorsingsprocedure bij Uw Raad neemt ontegensprekelijk steeds enkele maanden in beslag. Uit het jaarverslag van Uw Raad bleek De gemiddelde en globale behandelingstermijn dit is de termijn vanaf het indienen van het verzoekschrift tot en met het formuleren van de einduitspraak ten gronde voor dossiers waarin tevens de schorsing gevorderd wordt, bedraagt 473 dagen. (pag. 56) In het jaarverslag staan ter zake geen concrete cijfers, maar uit niets blijkt dat deze doorlooptijd aanzienlijk ingekort zou zijn. Maanden waarover verzoekende partij klaarblijkelijk niet langer beschikt. De Raad merkt recent nog op dat in de huidige stand van rechtspleging, de gemiddelde doorlooptijd van een gewone schorsingsprocedure rond de 6 maanden zal liggen. Nogmaals, indien de desbetreffende stedenbouwkundige vergunning niet onmiddellijk wordt geschorst, hetgeen niet kan via een gewone schorsingsprocedure wegens haar reële doorlooptijd van enkele maanden, en de afbraakwerken de komende dagen kunnen worden uitgevoerd, zullen de inventarisitems volledig zijn afgebroken op het ogenblik dat Uw Raad de vordering tot vernietiging of zelfs een vordering tot schorsing van verzoekende partij heeft kunnen beoordelen. 2. De verwerende partij antwoordt hierop: In tegenstelling tot wat de verzoeker voorhoudt, heeft hij wel degelijk zelf de hoogdringendheid in de hand gewerkt door te wachten met het indienen van een verzoek tot schorsing en nietigverklaring tot de 36 e dag na betekening van de bestreden beslissing. Daardoor kan de vergunninghouder inderdaad potentieel op zeer korte termijn starten met de uitvoering van de vergunning. De potentiële uitvoerbaarheid van een verkregen vergunning vanaf 36 dagen na de dag van de aanplakking is een te verwachten gevolg van het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning en is op zich niet voldoende om de uiterst dringende noodzakelijkheid van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid te verantwoorden. (RvVb 21 april 2015, AR UDN/2015/0013, rolnr. RvVb/1415/0010/UDN) Daarnaast maakt de verzoeker niet aannemelijk dat de vergunning ook daadwerkelijk zal worden uitgevoerd op (zeer) korte termijn. Dit is een loutere hypothese die niet door enige feiten wordt gestaafd. Mocht deze hypothese in haar algemeenheid aanvaard worden, dan kan zij bovendien ongewijzigd toegepast worden om elke bestreden RvVb - 8

9 beslissing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid te schorsen. Tot slot kan ook de potentieel lange doorlooptijd van een vernietigingsprocedure, evenals van de gewone schorsingsprocedure, niet als argument worden aangedragen om een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid te verantwoorden. (RvVb S/2013/135, 28 mei 2013, rolnr. 1011/398/SA/1/337; RvVb 3 maart 2015, AR UDN/2015/0002, rolnr. RvVb/1415/0002/UDN) De vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid dient te worden verworpen. 3. De eerste belanghebbende voegt hier nog aan toe: Het is vaste rechtspraak van de Raad Voor Vergunningsbetwistingen dat de procedure tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid een ernstige verstoring van het normale verloop van de rechtspleging voor de Raad betreft, het de mogelijkheden tot onderzoek van de zaak tot een strikt minimum herleidt en het de rechten van verdediging van de verwerende partij en eventuele belanghebbenden aanzienlijk beperkt. Deze procedure moet dan ook zeer uitzonderlijk blijven en mag alleen worden aangewend wanneer het uiterst dringend karakter meteen voor iedereen zonder meer duidelijk is, of door de verzoekende partij duidelijk en onomstootbaar wordt aangetoond. Dit alles veronderstelt niet alleen een vanzelfsprekende terughoudendheid bij de aanwending van deze uitzonderlijke procedure, maar eveneens dat de verzoekende partij, in het concreet dossier, voldoende precieze, pertinente, concrete en door de Raad controleerbare elementen aanreikt die het uiterst dringend karakter van de vordering helder en onomstootbaar aantonen. Verzoekende partij legt in deze niet de minste terughoudendheid aan de dag bij het instellen van deze uitzonderlijke procedure. Er ligt geen enkel bewijs voor van enige spoedeisendheid die aanwezig zou zijn. De werken op het perceel werden nog niet gestart. Niets wijst er ter plaatse dan ook op dat deze werken eerstdaags van start zullen gaan. Uit het verzoekschrift mag tevens blijken dat verzoekende partij geen gewone schorsingsprocedure heeft ingeleid en evenmin in concrete bewoordingen aangeeft waarom dergelijke procedure haar doel voorbij zou hebben gestreefd. De loutere verwijzing naar het jaarverslag kan bezwaarlijk als concreet bewijs gelden waarom een gewone schorsingsprocedure niet tijdig zou zijn. Uw Raad heeft reeds geoordeeld dat het gegeven op zich dat een nadeel moet worden ondergaan gedurende de gewone schorsingsprocedure niet het aanwenden van de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid verantwoordt. Verzoekende partij kan dan ook simpelweg niet aantonen dat er reeds een uiterst dringende noodzakelijkheid bestaat, gezien de werken niet eens plaatsvinden en nog RvVb - 9

10 geen enkele voorbereiding daartoe is getroffen. Het uiterst dringend karakter is niet meteen voor iedereen zonder meer duidelijk en kan al zeker niet duidelijk en onomstootbaar door verzoekende partij worden aangetoond. Bovendien kan de loutere mogelijkheid dat de werken zouden kunnen worden aangevat op zich niet de uiterst dringende noodzakelijkheid verantwoorden. De potentiële uitvoerbaarheid van een verkregen vergunning vanaf 36 dagen na de dag van de aanplakking is derhalve een te verwachten gevolg van het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning en is op zich niet voldoende om de uiterst dringende noodzakelijkheid van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid te verantwoorden. Er dient te worden vastgesteld dat verzoekende partij louter verwijst naar dit gegeven, namelijk de uitvoerbaarheid van de vergunning na 36 dagen aanplakking, ter staving van de uiterst dringende noodzakelijkheid. Ook het feit dat de doorlooptijd voor de behandeling van de gewone schorsingsprocedure de verzoekende partij niet zou toelaten een uitspraak te verkrijgen alvorens de bestreden beslissing eventueel is uitgevoerd, is op zich niet voldoende om de uiterst dringende noodzakelijkheid aan te tonen. De verzoekende partij dient feitelijke elementen aan te brengen die inherent zijn aan de situatie en laat na dit te doen. Zoals reeds aangehaald is het aanhalen van feitelijke elementen simpelweg niet mogelijk gezien NV SPETSAÏ nog op geen enkel ogenblik stappen heeft ondernomen om de werken uit te voeren. Uit de ruimtelijke configuratie van het binnengebied (ingeslotenheid van de constructies) valt bovendien op te merken dat tussenkomende partij de nodige voorzichtigheid aan de dag zal dienen te leggen bij de sloopwerken. Stelling van verzoekende partij dat het geen betoog behoeft dat dergelijk gebouw op één of twee dagen kan gesloopt zijn, is in onderhavig geval manifest gebrekkig. Bovendien is verzoeker niet diligent opgetreden. Diligent handelen houdt niet enkel in dat een verzoekende partij met een gepaste voortvarendheid en spoed de Raad moet vatten. De eis van diligentie houdt ook in dat een verzoekende partij door haar eigen houding of nalatigheid de uiterst dringende noodzakelijkheid niet in de hand mag werken. Van een verzoekende partij mag in redelijkheid verwacht worden dat zij al het mogelijke onderneemt om de door haar gevreesde nadelige gevolgen van een aangevraagd project te milderen of te voorkomen. Verzoekende partij maakt bovendien op geen enkel ogenblik aannemelijk dat zij, middels de sloop van de desbetreffende goederen, in de onmogelijkheid zo worden geplaatst om haar toegekende opdracht nog naar behoren uit te oefenen. Zoals reeds aangegeven in het bestreden besluit zijn de onroerende goederen, die deel RvVb - 10

11 uitmaken van onderhavig project, geen beschermde monumenten en aan tussenkomende partij zijn geen intenties bekend van verzoekende partij dat zij tot bescherming zou overgaan. Niet verwonderlijk nu deze panden niet over voldoende erfgoedwaarde beschikken om tot bescherming over te gaan en evenmin tot behoud te moeten besluiten. Gelet op al deze feiten wordt de uiterst dringende noodzakelijkheid niet bewezen en is de vordering strijdig met artikel 40 van het DBRC-decreet en artikelen 56 en 57 van het Procedurebesluit. De vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid dient bijgevolg te worden verworpen door Uw Raad. 4. De tweede belanghebbende voegt hier nog aan toe: 9. In haar rechtspraak aangaande de procedures bij UDN, verwijst Uw Raad klassiek naar artikel 40, 1, zesde lid, DBRC-decreet, dat bepaalt dat het verzoekschrift in voorkomend geval de redenen omschrijft op grond waarvan, bij wijze van voorlopige voorziening, om de schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing wordt verzocht. Artikel 56, 1, 3 van het Procedurebesluit bepaalt dat het verzoekschrift, in geval van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, een uiteenzetting bevat van de redenen die, volgens de verzoeker, de hoogdringendheid verantwoorden die ter ondersteuning van dat verzoekschrift werd ingeroepen. Artikel 57, 2 van hetzelfde besluit bepaalt dat de verzoeker in voorkomend geval bij het verzoekschrift de overtuigingsstukken voegt die aantonen dat de schorsing uiterst dringend noodzakelijk is. Uw Raad stelt dat uit deze bepalingen volgt dat het aan een verzoeker, die kiest voor het instellen van de uitzonderingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid, toekomt om door middel van uiteenzettingen in het verzoekschrift en in voorkomend geval door het overleggen van stukken, te overtuigen dat de gegevens en de gevolgen van de zaak dermate imminent en dringend zijn dat slechts de uitzonderingsprocedure, die uit de aard ervan gepaard gaat met uiterst korte termijnen voor het voeren van een verweer en voor het onderzoeken van de zaak door de Raad, uitkomst kan bieden. Dit impliceert dat de verzoeker moet aantonen dat een uitspraak in een gewone schorsingsprocedure onherroepelijk te laat zou komen om het dreigend nadeel af te wenden. Het gegeven op zich dat een nadeel moet worden ondergaan gedurende de gewone schorsingsprocedure verantwoordt niet het aanwenden van de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid. 10. Uit de rechtspraak van Uw Raad blijkt voorts dat van de verzoeker bij UDN de nodige diligentie wordt verwacht bij het inleiden van de procedure. De verzoeker zal met gepaste spoed een procedure moeten inleiden. 11. Bij wijze van voorbeeld kan gewezen worden op een arrest van Uw Raad, waarin de vraag gesteld werd in welke mate de verzoekende partij, die stelt dat zij op 2 juni 2015 kennis heeft gekregen van de bestreden beslissing, diligent heeft gehandeld door pas op 3 juli 2015 het beroep bij uiterst dringende noodzakelijkheid in te stellen. 13. In het verzoekschrift dat in casu werd ingediend, wordt voorgehouden dat met afdoende diligentie werd opgetreden. Nochtans dateert de betekening van de bestreden RvVb - 11

12 beslissing aan verzoeker van 5 oktober Uit het afgestempeld exemplaar van het verzoekschrift blijkt dat dit slechts op 9 november 2015 (dus meer dan een maand later) ter griffie werd neergelegd! 14. Ter verantwoording van het gebrek aan diligentie dat in casu aan de dag werd gelegd, wordt vooreerst gewezen op de complexiteit van de zaak. De bestreden beslissing telt meer dan 70 pagina s. Dit zou er toe geleid hebben dat verzoeker enige tijd nodig zou hebben gehad om de beslissing door te nemen, waarna ook de raadsman van verzoeker nog de nodige tijd zou nodig hebben gehad om een en ander te bekijken. Dit zou verantwoorden dat meer dan een maand verstreek sedert de betekening van de beslissing aan het adres van verzoeker. Zulke argumentatie is uiteraard onaanvaardbaar. Voor elk van de betrokken partijen in deze procedure is de bestreden beslissing even lang. Verzoeker stelt een maand nodig te hebben om ze te kunnen doorgronden. Anderzijds worden alle partijen betrokken in een procedure waarin zij slechts enkele dagen toebedeeld krijgen om het gehele dossier te bestuderen, en de argumentatie van verzoeker (voor het opstellen waarvan hij meer dan een maand nodig had) te weerleggen. De wanverhouding die in casu tussen beide partijen bestaat is manifest, en enkel om die reden reeds onaanvaardbaar. 15. Verzoeker stelt voorts dat Uw Raad bij uiterst dringende noodzakelijkheid een beslissing dient te nemen, nu de vergunning die middels de bestreden beslissing werd verleend, binnen een termijn van 36 dagen uitvoerbaar wordt. 16. Nochtans blijkt uit de rechtspraak van Uw Raad dat het feit dat de werken aangevat zullen worden of werden op zich geen UDN uitmaakt. Zulks wordt ook in andere arresten van Uw Raad bevestigd. Zo oordeelde Uw Raad: 17. In casu geldt hetzelfde. Iedere sloopvergunning is uitvoerbaar na het verstrijken van een periode van 36 dagen na aanplakking. Iedere sloopvergunning impliceert dat de gebouwen, waarop een dergelijke vergunning betrekking heeft, op relatief korte termijn kunnen verdwijnen. Indien de redenering van verzoeker wordt gevolgd, zou het loutere feit dat een stedenbouwkundige vergunning de sloop van een of meerdere gebouwen impliceert, kunnen volstaan om de UDN bij een procedure aan te tonen. Nochtans wijst niets er op dat het de bedoeling van de decreetgever is geweest de procedure bij UDN een dergelijk ruim toepassingsgebied te geven. Uw Raad oordeelde reeds dat het instellen van een beroep tot vernietiging of tot schorsing bij de Raad geen schorsende werking heeft, zodat een verzoeker niet rechtmatig kan uitgaan van de veronderstelling dat de begunstigde van stedenbouwkundige vergunning de werken toch niet zal aanvatten en een uitspraak omtrent het beroep zal afwachten. Dit verantwoordt op zich de hoogdringendheid met andere woorden niet. Ten overvloede kan in dit verband verwezen worden naar de rechtspraak van de Raad van State aangaande de procedure bij UDN. Nu de procedure voor Uw Raad op deze procedure werd geënt, is het nuttig kort naar de door de Raad van State ontwikkelde rechtspraak in dit verband te verwijzen. Ook de Raad van State oordeelt klassiek dat een uitzonderlijke procedure een uitzonderlijke snelheid van de verzoeker vereist. De termijn die men in acht moet nemen bij een vordering tot UDN verschilt naargelang de concrete omstandigheden en is dus niet vast bepaald. Zo zal men in elk dossier rekening dienen te houden met de verschillende feiten. Het is echter zo dat de verzoeker alles moet doen om de zaak zo snel mogelijk in te stellen bij de Raad van RvVb - 12

13 State. Zo zal de vordering worden afgewezen indien de verzoekende partij niet spoedig genoeg heeft gereageerd. De verzoeker moet dus zeer prompt en bijdehands reageren. De verzoeker mag door zijn eigen laks gedrag niet verantwoordelijk zijn voor de hoogdringendheid. De verzoeker dient tenslotte zelf aan te tonen dat hij niet onredelijk lang heeft gewacht met het indienen van zijn vordering. In een recent arrest oordeelde de Raad van State nog dat een verzoekende partij die gedurende drie weken wacht om een procedure bij UDN in te leiden, de uiterst dringende noodzakelijkheid zelf negeert. 18. Het voorgaande is duidelijk. Verzoeker toont op geen enkele wijze uitzonderlijke omstandigheden aan die de schorsing bij UDN in voorliggende zaak verantwoorden. Bovendien blijkt uit de gegevens van het dossier dat de verzoekende partij zelf naliet afdoende diligent op te treden bij het indienen van haar verzoekschrift. Bijgevolg wordt niet aan de noodzakelijke vereisten om een schorsing bij UDN te bekomen voldaan. 19. Het verzoek dient afgewezen te worden. Beoordeling door de Raad 1. Of er omstandigheden zijn die de schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid verantwoorden, en de Raad nopen tot een summier onderzoek van de zaak, hetgeen noodzakelijk een beperking betekent van de rechten van verdediging, is een feitenkwestie. Het antwoord op deze vraag vergt met andere woorden een beoordeling in concreto van de door de verzoekende partij aangevoerde elementen, die de spoedeisendheid aantonen evenals een urgente beslechting van de vordering en een principieel te vermijden verstoring van het normale procedureverloop rechtvaardigen, en de ondoelmatigheid van de procedure tot vernietiging en de gewone schorsingsprocedure op zich voldoende aannemelijk maken. Dit alles veronderstelt niet alleen een vanzelfsprekende terughoudendheid bij de aanwending van deze uitzonderlijke procedure, maar eveneens dat de verzoekende partij, in het concreet dossier, voldoende precieze, pertinente, concrete en door de Raad controleerbare elementen aanreikt die het uiterst dringend karakter van de vordering helder en onomstootbaar aantonen. Omdat de schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing op zich moet volstaan om de nadelige gevolgen, die de verzoekende partij dreigt te ondergaan, en waartegen zij zich wil verzetten, te voorkomen, moet de oorzaak van deze nadelige gevolgen bovendien exclusief te vinden zijn in de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing. 2. De verzoekende partij verantwoordt in het verzoekschrift de uiterst dringende noodzakelijkheid met de volgende argumenten: - de vergunninghouder kan in beginsel op zeer korte tijd starten met de uitvoering van de werken omdat de vergunning potentieel uitvoerbaar is vanaf de 36 e dag na de aanplakking, waardoor de gewone schorsingsprocedure voor de verzoekende partij niet doeltreffend is RvVb - 13

14 - het verlies van erfgoedwaarden door de definitieve en onherroepelijke vernietiging van het onroerend erfgoed - de verzoekende partij is diligent opgetreden en had tijd nodig om de uitgebreide bestreden beslissing te bestuderen en aan de raadsman te bezorgen - de gewone schorsingsprocedure duurt gemiddeld 6 maanden, zodat de behandeling van en/of een uitspraak over een (gewone) vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te laat komt. 3. De verzoekende partij beperkt zich tot de stelling dat, omdat de bestreden vergunning potentieel uitvoerbaar is vanaf de 36 e dag na de aanplakking ervan, er een ernstige indicatie is dat de vergunninghouder op zeer korte termijn kan starten met de tenuitvoerlegging van de bestreden vergunning. De verzoekende partij brengt echter geen enkel bewijs bij waaruit blijkt dat de door de bestreden beslissing vergunde werken spoedig zullen starten. De verzoekende partij beperkt zich overigens tot het instellen van een beroep tot vernietiging van de bestreden beslissing en een vordering tot schorsing ervan bij uiterst dringende noodzakelijkheid, zonder dat er enige aanwijzing is (vermeld of terug te vinden) dat de uitvoering van de door de bestreden beslissing vergunde werken zo spoedig zal starten dat dit het instellen van een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid verantwoordt. De verzoekende partij beperkt zich in het verzoekschrift tot loutere hypotheses door te stellen dat de bestreden vergunning potentieel uitvoerbaar is en dat de vergunninghouder in beginsel binnen een zeer korte tijd kan starten met de uitvoering van de door de bestreden beslissing vergunde werken. De potentiële uitvoerbaarheid van een verleende vergunning vanaf de 36 e dag na de dag van de aanplakking is echter een te verwachten gevolg van het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning en is op zich niet voldoende om de uiterst dringende noodzakelijkheid van een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van een bestreden beslissing te verantwoorden. Het loutere feit dat de vergunning uitvoerbaar is vanaf de 36 e dag na de dag van de aanplakking, en dat de uitvoering van de vergunde werken dan kan starten, betekent op zich niet dat een schorsing van de tenuitvoerlegging vanaf de 36 e dag na de dag van de aanplakking plots zodanig dringend is dat het aanwenden van de procedure van uiterste hoogdringendheid in elk geval verantwoord is. De verzoekende partij brengt bovendien geen enkel bewijs bij van de aanplakking van de bestreden vergunning. Tijdens de openbare terechtzitting verklaren de raadslieden van de belanghebbenden dat er, bij hun weten, nog geen attest van aanplakking opgesteld is en/of dat er onduidelijkheid is over de concrete en/of correcte aanplakking. De Raad kan alleen maar vaststellen dat er geen bewijs is dat de bestreden beslissing al aangeplakt, en dus uitvoerbaar, is. De Raad verwacht van een diligent optredende verzoekende partij, die, bij uiterst dringende noodzakelijkheid, vraagt de tenuitvoerlegging van een bestreden beslissing te schorsen omdat RvVb - 14

15 die vergunning potentieel uitvoerbaar is vanaf de 36 e dag na de aanplakking minstens gegevens met betrekking tot het al dan niet, en zo ja wanneer, aanplakken van de bestreden beslissing. De eerste belanghebbende stelt bovendien, als aanvrager van de vergunning, in haar nota dat de werken op het perceel nog niet gestart zijn en dat er nog geen enkele voorbereiding daartoe is getroffen. De vanzelfsprekende terughoudendheid, die van een verzoekende partij mag worden verwacht bij het aanwenden van de procedure tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een bestreden beslissing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid, impliceert tevens dat die verzoekende partij evenmin al te voortvarend optreedt, op het gevaar af geconfronteerd te worden met de vaststelling dat uit de concrete omstandigheden van het dossier blijkt dat er geen sprake is van enige uiterst dringende noodzakelijkheid, zodat de vordering moet worden afgewezen. Dit geldt des te meer nu het DBRC-decreet aan de verzoekende partij de mogelijkheid biedt de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid op ieder ogenblik te vorderen, zodat zij zeer snel kan handelen in functie van gebeurtenissen op het terrein. De verzoekende partij kan ook niet volstaan met louter te verwijzen naar de doorlooptijd van een procedure tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een bestreden beslissing om daar dan uit af te leiden dat de gebouwen, waarvan de verwerende partij met de bestreden beslissing de sloop vergunt, tijdens deze doorlooptijd volledig zullen worden afgebroken. De verzoekende partij toont dan ook niet aan dat er een uiterst dringende noodzakelijkheid voorhanden is. 4. De verzoekende partij wijst er ook op dat de sloop van een dergelijk gebouw op één of twee dagen kan voltooid zijn. De eerste belanghebbende stelt dat de sloopwerken een grote omvang hebben en dat de nodige voorzichtigheid aan de dag zal worden gelegd omdat de constructies ingesloten zijn, waardoor het onmogelijk is de gebouwen, waarvan de verwerende partij met de bestreden beslissing de sloop vergunt, op één of twee dagen te slopen. Uit de plannen blijkt dat de bestreden beslissing niet alleen betrekking heeft op de sloop van de drie op de inventaris van het bouwkundig erfgoed opgenomen gebouwen (waarover de verzoekende partij overigens, bij de bespreking van het eerste middel, verklaart akkoord te gaan met de sloop van het gebouw Markt 6), maar ook op nog meer bestaande bebouwing en dat de bestreden beslissing inderdaad betrekking heeft op een binnengebied met aangrenzende panden. De verzoekende partij maakt door dit alles dan ook niet aannemelijk dat de sloop op één of twee dagen zal voltooid zijn. De verzoekende partij toont dan ook, rekening houdend met de concrete omstandigheden van de zaak en mede gelet op de aard en de omvang van de werken, niet aan dat er een uiterst dringende noodzakelijkheid voorhanden is en dat een uitspraak in de normale schorsingsprocedure, die de verzoekende partij bovendien niet heeft ingesteld, te laat zal komen om de ingeroepen nadelen op te vangen. 5. Er is dan ook niet voldaan aan de in artikel 40 2 DBRC-decreet en de artikelen 56 en 57 van het Procedurebesluit gestelde voorwaarde dat een bestreden vergunningsbeslissing alleen geschorst RvVb - 15

16 kan worden bij uiterst dringende noodzakelijkheid wanneer er uiterst dringende noodzakelijkheid wordt aangetoond. Deze vaststelling volstaat om de vordering af te wijzen. B. Ernstige middelen Aangezien de Raad in het vorig onderdeel oordeelt dat de verzoekende partij niet voldoende aantoont dat er sprake is van uiterst dringende noodzakelijkheid, is een onderzoek naar de ernst van de middelen niet nodig. OM DEZE REDENEN BESLIST DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN 1. De Raad verwerpt de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing. 2. De Raad legt de kosten van het beroep tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid, bepaald op 100 euro, ten laste van de verzoekende partij. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare zitting op 20 november 2015, door de Raad voor Vergunningsbetwistingen, tiende kamer, samengesteld uit: Eddy STORMS, voorzitter van de tiende kamer, met bijstand van Ingrid VAN AKEN, toegevoegd griffier. De toegevoegd griffier, De voorzitter van de tiende kamer, Ingrid VAN AKEN Eddy STORMS RvVb - 16

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 20 augustus 2019 met nummer RvVb-S-1819-1323 in de zaak met rolnummer 1819-RvVb-0607-SA Verzoekende partijen 1. de heer Jules DHOOGHE 2. mevrouw Evelyne VAN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2015/0029 van 24 maart 2015 in de zaak 1213/0772/SA/3/0732 In zake: 1. de stad TIELT, vertegenwoordigd door het college

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0005 van 19 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0006/UDN In zake: 1. de heer Yves VANNERUM 2. mevrouw Kathleen CRABBE advocaten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0162 van 9 november 2011 in de zaak 2010/0276/SA/3/0255 In zake: 1.... 2.... beiden wonende te... advocaat Gert BUELENS kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0492 van 22 juli 2014 in de zaak 2010/0393/A/3/0470 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2011/0030 van 23 maart 2011 in de zaak 2010/0319/SA/3/0300 In zake: 1. de vzw... 2. mevrouw... 3. de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 16 januari 2018 met nummer RvVb/S/1718/0444 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0466/SA/0443 Verzoekende partijen 1. de heer Jeroen DEVENYN 2. de heer

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0109 van 30 april 2013 in de zaak 1213/0084/SA/3/0072 In zake: 1. de heer Allan MULLER 2. mevrouw Marjan TEMMERMAN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0601 van 16 februari 2016 in de zaak RvVb/1415/0481/A/0466 In zake: de heer Theodoor GORISSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 9 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0839 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0697/SA/0682 Verzoekende partijen de heer Tjerk BOERSMA mevrouw Melina CRAEYBECKX

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 16 januari 2018 met nummer RvVb/S/1718/0445 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0484/SA/0468 Verzoekende partijen 1. de heer Jeroen DEVENYN 2. de heer

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. RvVb/UDN/1516/0148 van 23 oktober 2015 in de zaak 1516/RvVb/0049/UDN In zake: de heer Erik DE COCK bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2010/0033 van 20 oktober 2010 in de zaak 2010/0309/A/3/0291 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert AMPE kantoor houdende te 8400

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2013/0153 van 4 juni 2013 in de zaak 1213/0289/SA/3/0268 In zake: 1. de heer Freddy VANDENBRUWANE, wonende te 8820 Torhout,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1485 van 30 augustus 2016 in de zaak 1314/0012/A/1/0008 In zake: INTERCOMMUNALE WATERLEIDINGSMAATSCHAPPIJ VAN VEURNE-AMBACHT, met zetel te 8670

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0314 van 1 december 2015 in de zaak RvVb/1415/0609/A/0602 In zake: de heer Bart DEVOS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Greg JACOBS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0019 van 28 augustus 2015 in de zaak RvVb/1415/0021/UDN In zake: vzw RED DE ERPE- EN SIESEGEMKOUTER bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0511 van 26 januari 2016 in de zaak 1314/0461/SA/3/0431 In zake: de LEIDEND AMBTENAAR van het Agentschap Onroerend Erfgoed advocaat Philippe DECLERCQ

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 februari 2017 met nummer RvVb/A/1617/0580 in de zaak met rolnummer 1213/0519/A/2/0489 Verzoekende partijen 1. de heer August VAN PETEGHEM 2. de heer Peter

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1500 van 30 augustus 2016 in de zaak 1011/0774/SA/2/0731 In zake: de heer... advocaat Johan VERSTRAETEN kantoor houdende te 3000 Leuven, Vaartstraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2010/0045 van 17 augustus 2010 in de zaak 2010/0272/SA/3/0354 In zake:... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0827 van 2 december 2014 in de zaak 1011/0785/SA/8/0756 In zake:... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van VLAAMS-BRABANT vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 27 november 2018 met nummer RvVb-A-1819-0351 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0415-SA -Verzoekende partijen 1. de heer Willy WANTE 2. de heer Mohamed TABLA

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1398 van 9 augustus 2016 in de zaak 1011/0087/SA/1/0068 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat David VAN ISEGHEM kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0219 van 14 mei 2013 in de zaak 2010/0410/A/1/0370 In zake: de heer... en mevrouw... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Ann DECRUYENAERE kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 13 december 2016 met nummer RvVb/A/1617/0406 in de zaak met rolnummer 1314/0694/A/8/0680 Verzoekende partijen de heer Carl ROTTIERS de heer Peter HEYMANS de

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0296 van 19 mei 2015 in de zaak 1011/0224/A/3/00193 In zake: het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0685 van 26 november 2013 in de zaak 1112/0635/A/1/0563 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0332 van 28 augustus 2012 in de zaak 1112/0033/SA/2/0051 In zake: de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Hendrik BOSMANS kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 18 juli 2017 met nummer RvVb/S/1617/1046 in de zaak met rolnummer 1617/Rvvb/0407/SA Verzoekende partij de heer Ferdinand B. JANTZEN vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0020 van 31 augustus 2015 in de zaak RvVb/1415/0018/UDN In zake: mevrouw Veerle MOENS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0814 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0006/A Verzoekende partijen 1. de heer Ivan VERCAMMEN 2. de heer Constant VERCAMMEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 18 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0078 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0294/SA Verzoekende partijen 1. de heer Raoul DIRCKX 2. mevrouw Rose Marie

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2010/0037 van 17 november 2010 in de zaak 2010/0272/SA/3/0354 In zake:... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van LIMBURG vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0206 van 19 december 2011 in de zaak 1011/0503/A/1/0428 In zake: de GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAAR van het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0615 van 22 oktober 2013 in de zaak 1112/0615/A/4/0620 In zake: mevrouw..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2012/0213 van 3 oktober 2012 in de zaak 1112/0679/SA/3/0600 In zake: 1. de heer... 2. de heer... 3. de heer... 4. de heer...

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0068 van 11 mei 2011 in de zaak 2010/0306/A/3/0288 In zake: mevrouw..., wonende te 1020 Brussel,... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Damien

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 6 december met nummer RvVb/UDN/1617/0385 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0194/UDN Verzoekende partijen 1. de heer Phillipe DEFAUW 2. de heer Francis VERSTRAETE

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0168 van 27 oktober 2015 in de zaak RvVb/1415/0431/A/0413 In zake: 1. de heer Nico TERRY 2. mevrouw Els FROYEN bijgestaan en vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

De partijen zijn opgeroepen voor de openbare terechtzitting van 22 juni 2011, alwaar de vordering tot schorsing werd behandeld.

De partijen zijn opgeroepen voor de openbare terechtzitting van 22 juni 2011, alwaar de vordering tot schorsing werd behandeld. RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0114 van 10 augustus 2011 in de zaak 1011/0647/SA/3/0577 In zake: 1. de heer... 2. mevrouw... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Stijn VERBIST

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/S/1819/0024 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0466/SA/0443 Verzoekende partijen 1. de heer Jeroen DEVENYN 2. de heer Marc

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER ARREST nr. S/2013/0011 van 15 januari 2013 in de zaak 1011/0394/SA/2/0333 In zake: mevrouw... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 22 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0314 in de zaak met rolnummer 1415/0055/SA/3/0043 Verzoekende partij de LEIDEND AMBTENAAR van het agentschap WEGEN EN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0562 van 4 februari 2016 in de zaak 1112/0209/A/6/0248 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Alain COPPENS kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER TUSSENARREST 2 maart 2010 in de zaak 2009/0026/SA/2/0082 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Wim DE CUYPER kantoor

Nadere informatie

ARREST. nr. A/2015/0151 van 17 maart 2015 in de zaak 2010/0127/A/3/ , vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen

ARREST. nr. A/2015/0151 van 17 maart 2015 in de zaak 2010/0127/A/3/ , vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0151 van 17 maart 2015 in de zaak 2010/0127/A/3/0112 In zake:..., vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0305 van 30 juli 2012 in de zaak 2010/0146/A/1/0166 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 2 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0822 in de zaken met rolnummers RvVb/1415/0313/SA/0306 (I), RvVb/1415/0318/SA/0311 (II) en 1516/RvVb/0084/SA (III) Verzoekende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0183 van 18 maart 2014 in de zaak 2010/0361/A/2/0337 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0209 van 20 december 2011 in de zaak 2010/0635/A/2/0589 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Ludo OCKIER kantoor houdende te 8500

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0284 van 18 juli 2012 in de zaak 1112/0114/SA/3/0089 In zake: de gemeente BORSBEEK, vertegenwoordigd door de heer Luc DE BUSSER, gemeentesecretaris en

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 17 oktober 2017 met nummer RvVb/A/1718/0145 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0386/A Verzoekende partij de heer Lieven DE COCK vertegenwoordigd door advocaten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 mei 2018 met nummer RvVb/S/1718/0846 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0307/SA Verzoekende partij mevrouw Jacqueline SMEYS, met woonplaatskeuze te 3200 Aarschot,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 6 september 2017 met nummer RvVb/UDN/1718/0024 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0816/UDN Verzoekende partij de bvba DILAS CONSTRUCT vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0212 van 20 december 2011 in de zaak 2010/0705/A/2/0711 In zake:... verzoekende partij tegen: het college van burgemeester en schepenen van de gemeente

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0248 van 19 juni 2012 in de zaak 1011/0095/A/2/0076 In zake: de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Gerald KINDERMANS kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0061 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0259/A/1/0240 In zake: de gemeente HOOGLEDE, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 4 juli 2017 met nummer RvVb/A/1617/1019 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0083/A Verzoekende partij Verwerende partij de heer Jozef RUTTEN, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0312 van 29 april 2014 in de zaak 1213/0110/SA/3/0089 In zake: 1. de heer Marc STERCKX 2. mevrouw Marleen CUINEN bijgestaan en vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER ARREST nr. S/2013/0224 van 1 oktober 2013 in de zaak 1011/0215/SA/1/0184 In zake: mevrouw..., wonende te... bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2012/0169 van 30 april 2012 in de zaak 2010/0226/A/1/0210 In zake: de bvba... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Marleen RYELANDT kantoor

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 februari 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 februari 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0034 van 31 januari 2012 in de zaak 1112/0053/A/2/0035 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon LUST kantoor houdende te 8310

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0559 van 12 augustus 2014 in de zaak 1213/0593/A/4/0569 In zake: 1. de heer Albert DIELS 2. mevrouw Rita DERWAEL bijgestaan en vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0811 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0648/A/0644 Verzoekende partijen 1. het college van burgemeester en schepenen van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr. 174.132 van 29 augustus 2007 in de zaak A. 184.884/XII-5161.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr. 174.132 van 29 augustus 2007 in de zaak A. 184.884/XII-5161. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 174.132 van 29 augustus 2007 in de zaak A. 184.884/XII-5161. In zake : Udo ULFKOTTE, die woonplaats kiest bij advocaat H. Coveliers, kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0499 van 31 augustus 2015 in de zaak 2010/0368/A/1/0421 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Peter DE SMEDT en Wannes THYSSEN kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0002 van 3 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0002/UDN In zake: de heer Patrick DAEMEN bijgestaan en vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0759 van 4 november 2014 in de zaak 1213/0660/A/4/0618 In zake: mevrouw Jozefina GUISSON geding hervat door mevrouw Inne HESEMANS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0256 in de zaak met rolnummer 1415/0122/A/6/0092 Verzoekende partij Verwerende partij Tussenkomende partijen de heer

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0074 van 21 januari 2014 in de zaak 1011/0238/A/8/0207 In zake: 1. de heer... 2. mevrouw... beiden wonende te... verzoekende partijen tegen: de deputatie

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0076 van 26 augustus 2014 in de zaak 1314/0563/SA/3/0539 In zake: 1. de heer Johan CORDIER 2. de heer Johan COPPENS 3. mevrouw Rita COLLET 4.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0157 van 25 februari 2014 in de zaak 1011/0356/A/8/0070 In zake: De nv in oprichting...,... verzoekende partij tegen: de GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0341 van 25 juni 2013 in de zaak 2010/0419/A/2/0380 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Philippe COENRAETS kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0087 van 15 juni 2011 in de zaak 2009/0075/A/3/0046 In zake: 1. de heer..., wonende te...,... 2. mevrouw..., wonende te...,... bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0065 van 17 februari 2015 in de zaak 1314/0163/A/4/0146 In zake: 1. de heer Robert RAEYMAEKERS 2. mevrouw Christiana MARTENS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie