Vraag 4: Welke 3 toezicht activiteiten zorgen voor de hoogste administratieve lasten -Vangnetregulering -Richtsnoeren Afsluitbeleid

Transcriptie

1 MAIN Energie B.V. Reactie op consultatie document Evaluatie Elektriciteit- en Gaswet Kenmerk: /47.B831 Vraag 1: Welke kernbegrippen verdienen de meeste aandacht Het kernbegrip kleinverbruiker dient zowel in de E- als in de G wet in overeenstemming gebracht worden met gangbare begrippen in de overige wetgeving. Er dient een duidelijker onderscheidt gemaakt te worden tussen Consument en Zakelijke Kleinverbruiker. Hiermee kan ook eenduidig aansluiting worden gemaakt met de overige artikelen in het BW. Vervolgens kan de reikwijdte van toezicht op de huidige E en G wet van toepassing worden verklaard op Consumenten, wat primair het doel van de huidige regelingen in de E en G wet is. Vraag 2: Welke 2 onderwerpen in rand 16 verdienen de meeste aandacht Tariefregulering: In onze optiek kan dit voor leveranciers geheel worden afgeschaft, reden hiervoor is dat consumenten op grond van andere onderdelen van het BW in voldoende mate beschermd worden, als ook dat door gewijzigde wetgeving Consumenten met een overeenkomst voor onbepaalde tijd te allen tijde naar een andere leverancier kunnen overstappen. Hiermee is regulering ingehaald door de wettelijke mogelijkheden welke er reeds zijn. Voor wat betreft netbeheerders dient er een duidelijker en transparanter beleid ten aanzien van tarieven gevoerd te worden, welke verklaarbaar is aan eindgebruikers. Op dit moment is er geen tariefrelatie tussen de winsten van een netbeheerder en een inperking van de stijging van tarieven. Sectorspecifieke regels: In onze optiek zou met name het reconciliatie proces beter verankerd moeten worden in met name de G wet. Hier moeten de belangen van leveranciers beter geborgd worden. Op dit moment wordt reconciliatie uitgevoerd door partijen die geen belang hebben bij juistheid hiervan maar de reconciliatie kunnen misbruiken om eigen inefficiëntie c.q. netverliezen te maskeren / door te belasten. Vraag 3: Welke 3 concrete bepalingen zorgen voor r de hoogste administratieve lasten Artikel 95B 1 5 van de E Wet (vergelijkbaar ook voor de G-Wet). Artike 95B-8 van de E Wet. Vraag 4: Welke 3 toezicht activiteiten zorgen voor de hoogste administratieve lasten -Vangnetregulering -Richtsnoeren Afsluitbeleid Vraag 5: welke knelpunten ervaart u die niet gedekt worden door genoemde kernbegrippen Zie hiervoor onze brief d.d. 18 juni Vraag 6: Welke knelpunten ervaart u bij de doorlooptijd en/of complexiteit van codes Doorlooptijd is lang, de mate van diverse overleggen te groot, waardoor het als kleine leverancier nauwelijks te behappen is hier voldoende mate bij betrokken te zijn vanuit kosten oogpunt. De NMa zou hier een strakkere regie kunnen voeren en tijdslijnen dwingender voorschrijven. De NMa maakt in onze ogen teveel gebruik van organen als VOEG en Energie-Nederland die niet alle partijen uit de energiemarkt vertegenwoordigen.

2 Vraag 7: Geen opmerkingen Vraag 8: Geen opmerkingen Vraag 9: Geen opmerkingen Vraag 10: Geen opmerkingen Vraag 11: Geen opmerkingen Vraag 12: Knelpunten tariefregulering Als leveringsbedrijf ervaren wij dat wij vanwege het leveranciersmodel opdraaien voor de financiële risico s welke in het tariefreguleringssysteem en de daaruit voortvloeiende stijgingen van tarieven ontstaan, aangezien wij voor klanten het eerste aanspreekpunt zijn en ook als eerste te maken krijgen met wanbetalingen. Verder staat de manier van tariefbepaling in onze optiek mijlenver af van de dagelijkse realiteit, gegeven de exorbitante winsten welke de netbeheerders maken en de volledige afwenteling van risico s naar andere marktpartijen. (zie hiervoor de gepubliceerde jaarverslagen over het jaar 2010, waarbij een gemiddelde winst NA belasting van 15% van de omzet volgt, dat is in een economisch neergaande markt niet verklaarbaar en niet acceptabel. Vraag 13: Geen opmerkingen Vraag 14: Geen opmerkingen Vraag 15: Geen opmerkingen Vraag 16: Geen opmerkingen Vraag 17: Geen opmerkingen Vraag 18: Geen opmerkingen Vraag 19: Intensiteit van regels Onze mening over de intensiteit van regels is dat wij de mate van regulering graag minder zouden zien aangezien er voor consumenten reeds voldoende mogelijkheden en alternatieven zijn om zowel binnen de geldende wet en regelgeving haar gelijk te halen alsmede een andere dienstverlener te kiezen indien tarieven en voorwaarden van een aanbieder afwijken van hetgeen door de markt geaccepteerd wordt. In onze mening zouden er dus minder regels moeten zijn, echter de regels die blijven zouden in dat geval strikter moeten worden nageleefd en met hoge sancties worden beboet in geval van overtredingen. Om de kwaliteit van de markt te kunnen waarborgen zou voorafgaand aan het afgeven van een vergunning hogere eisen moeten worden gesteld, op dit moment is het mogelijk om voor een nieuwe opgerichte entiteit zonder trackrecord met een Excel informatie systeem en zonder marktkennis mogelijk om een vergunning te verkrijgen, dit waarborgt niet een kwalitatief goede markt. Vraag 20: Mate vergunningstelsel bijdraagt aan bescherming kleinverbruikers In onze optiek draagt het vergunningstelsel zeer beperkt bij aan bescherming van de rechten van kleinverbruikers. De reden hiervoor is dat het relatief eenvoudig is om een vergunning te verkrijgen met een nieuw opgerichte vennootschap zonder enige energiekennis en zonder aangesloten te zijn bij enige branchevereniging. Om dit op te lossen kunnen er kwalitatieve eisen en zekerheden gesteld worden en op zijn minst een eis tot lidmaatschap van een of meerdere brancheverenigingen Door een

3 hogere eis te stellen aan de vergunning wordt tevens de kwaliteit en daarmee de bescherming van kleinverbruikers gewaarborgd. Vraag 21: Belang vergunningsstelsel in Nederlandse markt Gegeven de huidige invulling van het vergunningstelsel zijn wij van mening dat dit zoals het nu geïmplementeerd is een te beperkte toegevoegde waarde heeft. Daar tegenover staat dat naar onze mening het voor nieuwkomers in de markt door de regulering en het nieuwe marktmodel bijna onmogelijk is om te overleven. De bedoeling van de liberalisering was, onder andere, om concurrentie te vergroten terwijl wij nu zien dat de drie grootste spelers nog steeds een aanzienlijk marktaandeel hebben, hetgeen mogelijk wordt veroorzaakt doordat deze bedrijven vanuit een opgebouwde financiële positie voor 2000 de effecten van regulering en het nieuwe marktmodel beter kunnen opvangen. Vraag 23: Knelpunten en oplossingen Enerzijds of afschaffen vergunning en stringenter naleven op de eisen welke gesteld worden aan de markt of anderzijds de eisen voor het verkrijgen en behouden van een vergunning opschroeven en minder regels stellen omtrent de uitvoering, maar enkel de wettelijke kaders. Vraag 24: Knelpunten redelijke tarieven De knelpunten hierin betreffen de volstrekte ondoorzichtige manier van beoordelen wat een redelijk tarief is, het nemen van de inkoopkosten van de leverancier als maatstaf is bizar te noemen, hiermee wordt regelrecht ingegrepen op de marge van de leverancier. Consumenten hebben voldoende wettelijke mogelijkheden om bij een onredelijk tarief direct en zonder boetes over te stappen naar een andere leverancier. Derhalve zijn de verplichtingen en het toezicht op redelijke tarieven achterhaald door overige dwingende wetgeving. De oplossing is relatief simpel, integraal afschaffen en middels een publiciteitscampagne klanten informeren en attenderen op het feit dat ze zonder boetes naar andere leveranciers kunnen overstappen. Vraag 25: Manieren vangnetregulering aan te passen Pro-actief informeren publiek van wettelijke mogelijkheden en daarnaast de vangnet regulering afschaffen. In essentie wordt hiermee meer eigen verantwoordelijkheid bij de consument neergelegd. Vraag 26: Geen opmerkingen. Vraag 27: Knelpunten contracten en tarieven De huidige wijze van werken van de NMa zorgt dat er niet flexibel kan worden gereageerd op markt wijzigingen aangezien alle voorwaarden en tarieven 30 dagen van te voren moeten worden gemeld Indien termijn verkorten tot 1 dag voorafgaand aan wijzigingen, afschaffen van de verplichting om tarieven en voorwaarden bij de NMA in te dienen. Vraag 28: Knelpunten contracten 30 dagen opzegtermijn, geen enkel knelpunt mee, mede hierdoor dien je als leverancier altijd scherp te blijven op voorwaarden en tarieven, in onze optiek is dit een middel om naar een echt geliberaliseerde markt toe te gaan in plaats van de beperkte liberalisatie waar wij nu in zitten.

4 Onbepaalde tijd contacten, gegeven de inkoop systematiek van de energiemarkt is de verplichting om een onbepaalde tijd contract aan te bieden een theoretische optie, de kosten voor opvoeren en starten van levering zijn hoog en het is derhalve niet logisch om dit voor een klant in te zetten die volgende maand al weer weg kan zijn. Derhalve worden er in de markt voornamelijk bepaalde tijd contracten aangeboden. Redelijke opzegvergoeding, deze staat niet in verhouding tot de Aanmeldbonussen welke aan consumenten worden gegeven, de beperking om maximaal EUR 50 van de aanmeld bonus terug te mogen vragen zou moeten vervallen. Vraag 29: Herkomst brandstofmix De herkomst van energie is achterhaald, op dit moment zijn er voor consumenten voldoende alternatieven om zelf te kunnen bepalen op welke wijze ze groene, grijze of anderszins opgewekte stroom af te nemen. Gegeven dat het voor de consumenten markt niets meer toevoegt zou, om lagere lasten voor consumenten, overheid en bedrijven te realiseren, deze verplichting afgeschaft kunnen worden. Als alternatief zou in Europees verband wel eisen gesteld kunnen worden aan de opwek faciliteiten, hiermee wordt in Europees verband de werkelijke brandstofmix bepaald kunnen worden in plaats van de theoretische brandstof mix zoals deze door certificaat handel wordt gerealiseerd. Daarnaast is en blijft het onmogelijk de herkomst met zekerheid vast te stellen van geïmporteerde- of meervoudig verhandelde energie. Vraag 30: Geen opmerkingen Vraag 31: Geen opmerkingen Vraag 32: Geen opmerkingen Vraag 33: Geen opmerknigen Vraag 34: Volledigheid generieke regelgeving In onze optiek biedt het BW in voldoende mate dekking. Juist door sectorspecifieke regels worden situaties gecreëerd die onduidelijkheid scheppen, bijvoorbeeld de term Kleinverbruiker. Is dit een consument met de daarbij behorende bescherming van BW6 of vallen hier ook professioneel zakelijke partijen onder. Sector specifieke regels zouden te allen tijde aansluiting moeten hebben met generieke regels en enkel een verduidelijking mogen zijn. Vraag 35: Doublures en ongerechtvaardigde afwijkingen De meest ongerechtvaardigde afwijking van sector regels ten opzichte van generieke regels betreft het verbod tot afsluiting gedurende de winterperiode en de verplichting om een beëindigde aansluiting weer terug te moeten nemen gedurende de winterperiode van 1 oktober tot 1 april. Deze verplichting past niet in een geliberaliseerde markt, indien een klant niet aan haar betaalverplichtingen voldoet, kan het niet zo zijn dat een leverancier verplicht wordt om voor haar eigen kosten en rekening door te leveren. Ook de eis dat als schuldhulp is verzocht er geen afsluiting mag plaatsvinden is ridicuul, een gemiddelde aanvraag duurt 6 maanden waarna er vervolgens een traject wordt opgestart wat 3 jaar duurt en in de meeste gevallen eindigt met een betaling ter grootte van 20% van de schuld. Door deze

5 plicht worden leveranciers gedwongen verliezen te nemen op klanten in situaties waarbij op voorhand al duidelijk is dat er nimmer betaald gaat worden. Juist in een economisch zwaardere periode nemen dit soort schadelasten behoorlijk toe. Daarbovenop komt nog dat vanwege het leveranciersmodel de verliezen van netbeheerders gedurende deze periode worden afgewenteld op leveranciers. In onmogelijke situaties moet het mogelijk en geoorloofd zijn om wanbetalers ook in de wintermaanden af te sluiten of er moet een garantiefonds komen van de overheid waar de getroffen leverancier zijn onbetaalde facturen kan declareren. Vraag 36: Geen opmerkingen Vraag 37: Geen opmerkingen