Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Ardea Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1 Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Ardea Stedenbouwkundige voorschriften Dossier WIJ118 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wijnegem Februari 2009

2 Provincie: Gemeente Opdrachtgever: Ontwerper: Dossiergegevens: Antwerpen Wijnegem Gemeentebestuur van Wijnegem Turnhoutsebaan Wijnegem Tel. : 03/ IGEAN dienstverlening Doornaardstraat Wommelgem Tel: 03/ Fax: 03/ ontwerp@igean.be Projectnummer WIJ118 Samengesteld volgens het Decreet op de Ruimtelijke Ordening d.d (en latere wijzigingen) Opgemaakt: (1 concept voorontwerp) Aangepast: aan bespreking gemeente (2 e concept voorontwerp) aan opmerkingen plenaire vergadering (ontwerp) aan gemeenteraadsbesluit dd (definitieve versie) E. Symens ruimtelijk planner J. Van Hoydonck directeur-zaakvoerder Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

3 Inhoud 0. Algemene bepalingen Terminologie Waterbeheer Reliëfwijzigingen Erfscheidingen Parkeernorm voor bewonersparkeren Parkeernorm Plaatsing van de parkeerplaatsen... 4 Artikel 1. Te behouden industrieel erfgoed Bestemming Inrichting... 5 Artikel 2. Industrieel erfgoed met behoud van uitwendige kenmerken Bestemming Inrichting Maximum aantal woongelegenheden Toegelaten werken Verboden werken... 7 Artikel 3. Industrieel erfgoed waarbij wijzigingen van uitwendige kenmerken toegelaten zijn Bestemming Inrichting Maximum aantal woongelegenheden Toegelaten werken Verboden werken... 9 Artikel 4. Privaat woonerf Bestemming Inrichting Verhardingen Aanleg van de zone...10 Artikel 5. Parkgebied Bestemming Inrichting Bebouwing Aanleg van de zone...11 Artikel 6. Ecologische verbindingstrook Bestemming Inrichting Bebouwing Onderhoudstrook Reliëfwijzigingen...13 Artikel 7. Waterloop...14 Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

4 7.1. Bestemming Toegelaten werken Verboden werken...14 Artikel 8. Fietsverbinding Bestemming Inrichting...15 Artikel 9. Openbare wegenis Bestemming Bebouwing...16 Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

5 0.1. Terminologie 0. Algemene bepalingen Erfscheiding De fysische scheiding d.m.v. een constructie op een perceelsgrens. Meergezinswoning Woning voor de huisvesting van meer dan één gezin. Rooilijn Door de overheid vastgestelde scheidingslijn tussen openbare en private grond, die bij de bouw van gebouwen niet mag overschreden worden. Zone Grondoppervlakte met eigen stedenbouwkundige voorschriften Waterbeheer Rechtstreekse lozing van het afvalwater in waterlopen is verboden Reliëfwijzigingen Wijzigingen van het reliëf mogen geen negatieve invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen Erfscheidingen Behoudens beplantingen mogen erfscheidingen slechts worden uitgevoerd in palen met draadwerk met een hoogte van maximum 2,5 m, mits inachtname van de reglementering van de wegbeheerder Parkeernorm voor bewonersparkeren Parkeernorm Per woongelegenheid moeten minimum 1,5 parkeerplaatsen voorzien worden Plaatsing van de parkeerplaatsen De parkeerplaatsen moeten voorzien worden: ondergronds. De aanleg van ondergrondse parkeerplaatsen is toegelaten in de volgende zones: Artikel 2: Industrieel erfgoed met behoud van uitwendige kenmerken Artikel 3: Industrieel erfgoed waarbij wijzigingen van uitwendige kenmerken toegelaten zijn Artikel 4: Privaat woonerf, op minimum 3m van de perceelsgrenzen. in de gebouwen opgenomen in Artikel 2 en Artikel 3, indien dit noodzakelijk is om aan de parkeernorm te kunnen voldoen. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

6 Artikel 1. Te behouden industrieel erfgoed 1.1. Bestemming Schouw als baken en als verwijzing naar de vroegere bedrijvigheid Inrichting De bestaande vrijstaande schouw moet als restant van de vroegere bedrijvigheid als zodanig behouden blijven en gerestaureerd worden. Afbraak van de schouw is niet toegestaan. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

7 Artikel 2. Industrieel erfgoed met behoud van uitwendige kenmerken 2.1. Bestemming Meergezinswoningen Inrichting Maximum aantal woongelegenheden In het geheel van de gebouwen opgenomen in Artikel 2 en Artikel 3 mogen maximaal 20 woongelegenheden (lofts) gecreëerd worden. De parkeernorm zoals bepaald in 0.5 dient gerespecteerd te worden Toegelaten werken Alle werken aan de bestaande gebouwen dienen te gebeuren met behoud van de archetypische uitwendige kenmerken. Dit houdt in dat het bestaand volume, de gevelopbouw en gevelindeling en de archetypische vormelijke en/of ruimtelijke gevelen dakelementen behouden moeten blijven en desgevallend gerestaureerd. De volgende werken zijn toegelaten binnen het bestaande volume van de gebouwen: noodzakelijke werken om de bestaande gebouwen om te vormen naar meergezinswoningen, inbegrepen het wijzigen van de binnenindeling van het gebouw en binnenconstructies; restauratie, instandhoudingswerken en verbouwingen ten behoeve van veiligheid en comfort (het plaatsen of vervangen van liften, trappen, traphallen, leidingenkokers, verluchting, verwarming ); het inrichten van een ondergrondse parkeerruimte onder de bestaande gebouwen; het inrichten van parkeerruimte in de bestaande gebouwen indien dit noodzakelijk is om aan de parkeernorm te kunnen voldoen. De volgende werken zijn toegelaten aan het uitwendige van de gebouwen, met behoud van de bestaande bouwhoogte: het herstellen en vervangen van dakbedekkingen; enkel in blinde gevels: het voorzien van bijkomende raamopeningen, à rato van maximaal 20% per gevelwand; gevelrestauratiewerken; hierbij blijven de bakstenen gevels zichtbaar; voor de nietblinde gevels blijft de gevelindeling behouden; kleinschalige aanpassingen, inclusief uitbreidingen van minder dan 2% van het volume, die noodzakelijk zijn om de woonfunctie te realiseren of om te voldoen aan andere wetgeving (in functie van brandveiligheid, afwatering, riolering, milieuwetgeving, veiligheidsnormen, toegankelijkheid van de gebouwen voor mindervaliden ). Deze uitbreiding mag geen aanleiding geven tot een geconcentreerde uitbreiding in de hoogte. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

8 uitkragende terrassen zijn toegelaten in een stijl die past bij het industrieel karakter van het gebouw. De keuzes naar vormgeving, materiaalgebruik dienen het industrieel karakter van het gebouw te respecteren en te ondersteunen. De overkraging van de terrassen bedraagt maximum 2m. De oppervlakte van de terrassen is niet begrepen in de toegelaten uitbreiding van het volume met maximum 2% Verboden werken afbraak van de gebouwen; uitbreidingen met meer dan 2% van het volume; gevel- en dakwijzigingen, andere dan de hiervoor vermelde. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

9 Artikel 3. Industrieel erfgoed waarbij wijzigingen van uitwendige kenmerken toegelaten zijn 3.1. Bestemming Meergezinswoningen Inrichting Maximum aantal woongelegenheden In het geheel van de gebouwen opgenomen in Artikel 2 en Artikel 3 mogen maximaal 20 woongelegenheden (lofts) gecreëerd worden. De parkeernorm zoals bepaald in 0.5 dient gerespecteerd te worden Toegelaten werken Alle werken aan de bestaande gebouwen dienen te gebeuren met behoud van het industriële uiterlijk van het gebouwencomplex. Aanpassingen aan de gebouwen dienen te gebeuren met respect voor de bestaande volumes, materiaalgebruik, gevel- en dakelementen. De volgende werken zijn toegelaten binnen het bestaande volume van de gebouwen, met behoud van de bestaande bouwhoogte per volume: afbreken van bestaande gebouwen en constructies. Indien meer dan 25% van een gevelvlak wordt afgebroken is de heropbouw van dat gevelvlak niet toegelaten; noodzakelijke werken om de bestaande gebouwen om te vormen naar meergezinswoningen, inclusief eventuele heropbouw van de afgebroken gedeelten, met behoud van minimaal 75% van de bestaande buitenvlakken; restauratie, instandhoudingswerken en verbouwingen ten behoeve van veiligheid en comfort (het plaatsen of vervangen van liften, trappen, traphallen, leidingenkokers, verluchting, verwarming ); herstellen en vervangen van daken; het inrichten van een ondergrondse parkeerruimte onder de bestaande gebouwen; het inrichten van parkeerruimte in de bestaande gebouwen indien dit noodzakelijk is om aan de parkeernorm te kunnen voldoen; kleinschalige aanpassingen, inclusief uitbreidingen van minder dan 2% van het volume, die noodzakelijk zijn om de woonfunctie te realiseren of om te voldoen aan andere wetgeving (in functie van brandveiligheid, afwatering, riolering, milieuwetgeving, veiligheidsnormen, toegankelijkheid van de gebouwen voor mindervaliden ). Deze uitbreiding mag geen aanleiding geven tot een geconcentreerde uitbreiding in de hoogte; enkel in de gevels die georiënteerd zijn naar het westen en die op minder dan 5m van de perceelsgrens staan: realisatie van raamopeningen op minstens 4m boven het maaiveld, maar enkel om licht te nemen maar geen zichten (niet doorzichtig glas). Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

10 uitkragende terrassen zijn toegelaten in een stijl die past bij het industrieel karakter van het gebouw. Enkel aan de gevels gericht naar het westen op minder dan 6m van de perceelsgrens zijn geen terrassen toegelaten. De keuzes naar vormgeving, materiaalgebruik dienen het industrieel karakter van het gebouw te respecteren en te ondersteunen. De overkraging van de terrassen bedraagt maximum 2m. De oppervlakte van de terrassen is niet begrepen in de toegelaten uitbreiding van het volume met maximum 2% Verboden werken significante volumewijzigingen en uitbreidingen met meer dan 2% van het volume. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

11 4.1. Bestemming Woonerf Inrichting Verhardingen Artikel 4. Privaat woonerf Verhardingen zijn toegelaten in functie van: de aanleg van een plein; voorzieningen voor gemengd verkeer (voetgangers, fietsers, autoverkeer van bewoners en bezoekers, parkeervoorzieningen voor bewoners en bezoekers, toegang voor hulpdiensten). Alle verhardingen zijn uit te voeren in: ofwel waterdoorlatende materialen; ofwel stenen met waterbufferend vermogen; ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater afloopt in een wadi of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken Aanleg van de zone De zone voor pleinaanleg zoals aangeduid op het grafisch plan moet worden aangelegd als plein in functie van de bewoners. In het plein moeten groen- en/of waterelementen worden geïntegreerd om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen. Autoverkeer en parkeervoorzieningen voor bewoners en bezoekers zijn niet toegelaten. De inrichting van de zone moet gericht zijn op het verblijfskarakter en moet ingericht worden op maat van voetgangers. Straatmeubilair in functie van de inrichting van het plein, zoals zitbanken en sfeerverlichting, is toegelaten. De niet-bebouwde en niet-verharde delen van het terrein worden aangelegd als groene ruimte. Beplantingen dienen te gebeuren met streekeigen bomen en struiken. Op de westelijke perceelsgrens dient een groenzone van minimum 1m breedte aangelegd en behouden te worden, bestaande uit streekeigen beplanting. Deze groenzone dient het hele jaar door een schermfunctie te vervullen naar de westelijk gelegen percelen. Het inrichten van een ondergrondse parkeerruimte is toegelaten tot op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

12 Artikel 5. Parkgebied 5.1. Bestemming Hoofdbestemming De instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos. Nevenbestemming Recreatief medegebruik onder de vorm van zachte recreatie, zoals wandelen en fietsen. Harde recreatieve functies, zoals een zwembad, tennisveld of skateramp, zijn niet toegelaten Inrichting Bebouwing In deze zone is één gebouw toegestaan in functie van het onderhoud van het parkgebied en de waterhuishouding. Plaatsing van het gebouw Binnen de op plan aangeduide zone. De inplanting van het gebouw dient op een zodanige wijze te gebeuren dat de natuurwaarden van het bos niet negatief beïnvloed worden. Afmetingen van de gebouwen 1. bebouwbare oppervlakte: maximum 15 m². 2. bouwhoogte: maximum 3 m. Welstand van de gebouwen 1. dakvorm: plat dak of licht hellend met een maximale hellingsgraad van materialen: hout Aanleg van de zone Inrichting als park door het behoud van de bestaande bomen en vervanging van dode bomen door aanplanting van streekeigen hoogstammige bomen en heesters. Het bosrijk karakter moet behouden blijven. Het bosdecreet blijft van toepassing op deze zone. in functie van het herstel van het oorspronkelijke maaiveld is het toegelaten om de oude ophogingen in het bos, die werden aangeplant met populier, te ontbossen, af te graven tot het oorspronkelijke maaiveld en her aan te planten met streekeigen hoogstammige bomen. overige reliëfwijzigingen zijn enkel toegelaten in functie van de waterhuishouding (aanleggen van open grachten of een poel). Wandel- en fietspaden met een maximale bodembezetting van 20% en het plaatsen van speeltuigen zijn toegelaten. De inplanting van wandel- en fietspaden en de plaatsing van speeltuigen dient op een zodanige wijze te gebeuren dat de impact op het bos tot een minimum beperkt wordt. Verhardingen voor wandel- en fietspaden zijn kleinschalig en uit te voeren in: ofwel waterdoorlatende materialen; ofwel stenen met waterbufferend vermogen; Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

13 ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater infiltreert naast de verharding, afloopt in een wadi of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

14 Artikel 6. Ecologische verbindingstrook 6.1. Bestemming De instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos. Onderhoud van de waterloop Inrichting Bebouwing In deze zone is geen enkele bebouwing toegestaan, met uitzondering van kleinschalige constructies in functie van de waterhuishouding Onderhoudstrook Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingswerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient een strook van minstens 5 m breedte vanaf de kruin van de waterloop vrij te worden gehouden. Hier mogen geen voorwerpen, constructies en gebouwen voorkomen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken gebruikt worden Reliëfwijzigingen Afgravingen en andere ingrepen in functie van de waterhuishouding zijn toegelaten. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

15 Artikel 7. Waterloop 7.1. Bestemming Openbare waterloop. Deze bestemming is bedoeld voor het vasthouden, bergen en afvoeren van het water en voor het behoud van de waterlopen met inbegrip van hun natuurlijke waarden Toegelaten werken Toegelaten werken zijn: Het plaatselijk overwelven van waterlopen door bruggen en soortgelijke constructies, mits machtiging van de Bestendige Deputatie. Het aanbrengen van constructies met het oog op het regelen van de waterstand; deze constructies mogen niet leiden tot de vorming van een vismigratieknelpunt. Oeververstevigingswerken dienen met natuurlijk en ecologisch verantwoorde materialen te gebeuren; bij voorkeur door beplanting met inheemse grondvasthoudende oevervegetatie. Afgravingen en andere ingrepen in functie van de waterhuishouding. Werken die de ecologische waarde van de waterloop en oevervegetatie verbeteren. Voorafgaandelijk de uitvoering van werken aan de waterloop (aansluitingen oppervlaktewater, overwelvingen, e.d.) dient machtiging bekomen te worden van de beheerder van de waterloop, i.c. de provincie. De waterloop moet zichtbaar blijven Verboden werken Volgende werken zijn niet toegelaten omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter, de waardevolle kenmerken, de bestemming en het gebruik van de waterlopen : Het rechttrekken of inbuizen van de waterlopen. Lange overwelvingen worden niet toegestaan. Het wegnemen of vernietigen van de natuurlijke water- en oevervegetatie; tenzij uit beheersdoeieinden of indien dit de loop van het water zodanig belemmert dat er overstroming dreigt. Wijzigingen met negatieve impact op de structuur van de waterlopen (meandering, oeverstructuur, ) Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

16 Artikel 8. Fietsverbinding 8.1. Bestemming Ter hoogte van de indicatieve pijl aangeduid op het grafisch plan kan een voet- en fietsweg aangelegd en gehandhaafd worden Inrichting De verharding moet tot een minimum beperkt worden en mag enkel aangelegd worden in functie van voetgangers en fietsverkeer. Verhardingen voor wandel- en fietspaden zijn kleinschalig en uit te voeren in: ofwel waterdoorlatende materialen; ofwel stenen met waterbufferend vermogen; ofwel in niet-waterdoorlatende materialen waarbij het hemelwater infiltreert naast de verharding, afloopt in een wadi of afloopt naar een beek/gracht/vijver of ondergronds infiltratiebekken. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

17 9.1. Bestemming Artikel 9. Openbare wegenis Hoofdbestemming Wegenis met een openbaar karakter voor zowel gemotoriseerd als niet-gemotoriseerd verkeer. Nevenbestemming Groenelementen. Constructies, bouwwerken en technische infrastructuur die nodig zijn voor het goed functioneren van het verkeersgebeuren en in functie van nutsvoorzieningen Bebouwing Binnen deze zone worden geen andere gebouwen, bijgebouwen of bouwwerken toegelaten dan deze die hierboven worden vermeld. Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

18 Bijlage: Lijst streekeigen heesters en bomen Acer campestre veldesdoorn of spaanse aak Alnus glutinosa zwarte els Betula pubescens zachte berk Berberis vulgaris zuurbes Carpinus betulus haagbeuk Cornus mas gele kornoelje Cornus sanguinea rode kornoelje Corylus avellana hazelaar Crataegus laevigata tweestijlige meidoorn Crataegus monogyna eenstijlige meidoorn Euonymus europaeus kardinaalsmuts Genista anglica stekelbrem Genista pilosa kruipbrem Ilex aquifolium hulst Ligustrum vulgare gewone liguster Lonicera periclymenum wilde kampernoelie Lonicera xylosteum rode kampernoelie Mespilus germanica mispel Myrica gale gewone gagel Populus tremula ratelpopulier of esp Prunus avium zoete kers Prunus cerasifiera kerspruim Prunus institia kroos Prunus padus vogelkers Prunus spinosa sleedoorn Pyrus communis wilde peer Quercus petraea wintereik Quercus robur zomereik Rhamnus catharticus wegedoorn Ribes nigrum zwarte bes Ribes rubrum aalbes Rosa canina hondsroos Rosa rubiginosa eglantier Salix alba schietwilg Salix aurita geoorde wilg Salix caprea waterwilg of boswilg Salix cenirea grauwe wilg Salix fragilis kraakwilg Salix purpurea bittere wilg Salix viminalis katwilg Sambucus nigra gewone vlier Sarothamnus scoparius brem Sorbus aucuparia lijsterbes Tilia cordata winterlinde/kleinbladige linde Tilia platyphyllos zomerlinde/grootbladige linde Ulmus glabra ruwe iep Ulmus minor gewone of gladde iep of veldiep Viburnum opulus gelderse roos Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

19

20 Voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 juni Bij bevel De Secretaris, De voorzitter van de gemeenteraad E. Sysmans L. Carpentier Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ten gemeentehuize werd neergelegd ter inzage van het publiek tijdens het openbaar onderzoek van 18 juli 2008 tot en met 15 september Bij bevel De Secretaris, De Burgemeester E. Sysmans L. Carpentier Definitief goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 2 februari Bij bevel De Secretaris, De voorzitter van de gemeenteraad E. Sysmans L. Carpentier Gezien en goedgekeurd door de deputatie in zitting van In opdracht De provinciegriffier Danny Toelen De gouverneur Cathy Berx Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari

21 Bijlage aan het besluit van de deputatie van de provincieraad van In opdracht De provinciegriffier (w.g.) Danny Toelen Voor eensluidende kopie; Voor de provinciegriffier, Het Departementshoofd, De gouverneur (w.g.) Cathy Berx Wim Lux Stedenbouwkundige voorschriften - definitieve versie - februari