Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen met gebiedsgerichte stimuli

Transcriptie

1 Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen met gebiedsgerichte stimuli Art.1 - Het gemeentebestuur van Waarschoot wenst binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten een toelage uit te keren voor de aanleg en het onderhoud van punt- en lijnvormige elementen, om het landschappelijk karakter van de gemeente te verstevigen. Art.2 - In de betekenis van dit reglement moet worden verstaan onder: lijnelement: een klein landschapselement dat een landschapsstructurerende impact heeft en dat gekarakteriseerd wordt door de vorm, namelijk langwerpig en beperkt in breedte. Als lijnelement worden erkend: haag of haagkant, houtwal, houtkant, bomenrij, talud, graft. haag of haagkant: een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen met compacte structuur die bij normaal onderhoud door periodieke snoei in vorm wordt gehouden; de mate van onderhoud bepaalt of de term haag (frequent onderhoud en bestaande uit een mengsel van bvb. meidoorn, sleedoorn e.d...), dan wel haagkant (minimaal onderhoud) wordt gebruikt. houtkant: elke strook grond, inbegrepen taluds, welke met bomen, struiken en kruiden begroeid is. Het onderhoud bestaat uit een periodiek kappen van de houtige gewassen; door het natuurlijk opslagvermogen worden dan op de stronk nieuwe loten gevormd. houtwal: een strook grond begroeid met bomen, struiken en kruiden die op een herkenbare wal staan. Het onderhoud bestaat uit het periodiek kappen van de houtige gewassen. graft: een sterke knik in het reliëf van een weiland of akker. Deze is meestal begroeid met struiken of bomen. Het onderhoud bestaat uit een periodiek kappen van de houtige gewassen. bomenrij of dreef: een opeenvolging of aaneenschakeling van bomen van dezelfde soort, grootte en leeftijd die (meestal) in een rechte lijn zijn geplaatst of gerangschikt. Onder periodiek kappen of hakhoutbeheer wordt verstaan: het op geringe hoogte van de grond selectief afzetten van de bomen en/of struiken zodanig dat de overblijvende stronk (ca. 0,5 m hoogte) nieuwe scheuten vormt zodat een verjonging van het houtbestand wordt verkregen. Dit hakhoutbeheer kan 5 à 10-jaarlijks uitgevoerd worden, al naargelang de soort van het hakhout (wilg, vlier, els...) puntvormig landschapselement: kleine groep of alleenstaande bomen, al dan niet geknot, die hun impact in het landschap hebben en karakteriserend zijn voor onze gewesten. Hoogstamboomgaarden worden eveneens als puntvormige landschapselementen beschouwd. Tot slot komen ook veedrinkpoelen als puntvormige landschapselementen in aanmerking. Art. 3: Het object waarvoor de toelage wordt aangevraagd moet gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente Waarschoot. Worden niet gesubsidieerd: de afbakening van siertuinen en parken en aanplantingen rond gebouwen en constructies die als woning dienen en dit tot een bouwdiepte van 50 m. Uitzondering hierop vormen hoogstamboomgaarden die gezien hun aard en historische ligging rond het erf wel subsidieerbaar zijn. Beplantingen of herbeplantingen die voortvloeien uit de

2 toekenning van een milieuvergunning of een vergunning in het kader van de bouwverordening m.b.t. beplanting, vallen niet onder dit reglement. Art.4 - De aanplanting mag enkel gebeuren met planten voorkomend op de lijst van streekeigen struik- en boomsoorten zoals opgenomen in bijlage 1. Voor hoogstamboomgaarden komen volgende fruitsoorten in aanmerking: appel, peer, pruim, kers, kriek. De aanleg moet uitgevoerd worden conform alle bestaande wetten en gebruiken betreffende dergelijke aanplantingen (bvb. vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op buurtwegen e.d...). Art.5 - Voor de aanleg komen enkel nieuwe aanplantingen in aanmerking voor betoelaging en alleen het aangeslagen plantsoen; het afgestorven plantsoen komt niet in aanmerking. De uitbetaling van de subsidie is slechts éénmalig. Art.6 - Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet de aanplanting aan volgende voorwaarden voldoen: hagen, taluds, graften, haagkanten, houtkanten en houtwallen dienen een minimum lengte van 25 m te hebben. bomenrijen moeten een minimum lengte van 50 m hebben en de bomen moeten voorzien zijn van een steunpaal en boomband. hoeveelheden en plantafstanden: o hagen enkel bestaande uit meidoorn en/of sleedoorn: 4/m o hagen of haagkanten bestaande uit andere soorten of een mengeling van soorten: 3/m o taluds, graften, houtkanten, houtwallen: 1,5 m te planten in driehoeksverband o bomenrij: minimum aantal bomen: 5 plantafstand: minimaal 10 m o knotbomenrij: minimum aantal bomen: 3 plantafstand: minimaal 4 meter o hoogstamboomgaarden: minimum aantal bomen: 10 plantafstand: tussen 10 en 15 m Art.7 - De gesubsidieerde objecten dienen minimaal 10 jaar integraal intact te blijven. Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten, die kunnen leiden tot een aantasting van het karakter en de structuur van de landschappelijk waardevolle elementen. Zo is het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van de gesubsidieerde aanplanting niet toegestaan. Met vellen of rooien wordt gelijkgesteld: aan de gesubsidieerde landschapselementen schade toebrengen of ze verminken of vernielen o.m. door ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van scheikundige middelen, inkerven of benagelen. Met vellen en rooien wordt niet gelijkgesteld, aan deze beplanting langs weiden of akkers, afsluitdraden te bevestigen door middel van krammen en dergelijke, voor zover deze effectief deel uitmaken van de afsluiting, alsmede de normale snoei van deze beplantingen. De aanvrager dient de aanplanting goed te onderhouden. Daartoe zal hij zorg dragen bij eventuele stoornissen in het groeipatroon op straffe van terugvordering van de toelagen. Art. 8 - Voor de aanleg van een veedrinkpoel is een bouwvergunning nodig aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen. Voor het significant heruitdiepen van een veedrinkpoel is een vergunning nodig in het kader van het Vegetatiebesluit. Deze vergunning moet eveneens aangevraagd worden bij het college van burgemeester en schepenen. Art.9 - Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet een veedrinkpoel minimum 20 m² groot zijn. De diepte varieert van 1 tot 1,5 m. Alleszins zal een diepte nagestreefd worden

3 zodat de poel zo lang mogelijk water bevat (liefst het jaar rond). Er dient een open, onbeschaduwde ruimte naar het zuiden te zijn. De oevers waarop de middagzon schijnt dienen zacht glooiend te worden gemaakt. De aanleg gebeurt bij voorkeur in augustus - september - oktober, de maanden met de laagste grondwaterstand. De uitgegraven grond mag in geen geval gedeponeerd worden op een plaats met een belangrijke botanische waarde, noch gebruikt worden voor de demping van een andere poel of een sloot. Art.10: De subsidie bedraagt voor de aanleg van: hagen, taluds, graften, houtkanten en houtwallen (bosplantsoen van min cm hoog): 0,50 euro/plant hoogstammige bomen (minimum omtrek 8-10 cm): 10,00 euro/stuk hoogstammige fruitbomen: 10,00 euro/stuk onbewortelde poten (min. omtrek van 25 cm ter hoogte van het maaiveld): 2,50 euro/stuk Voor gecombineerde aanplant van een haag met een bomenrij geldt de samenvoeging van de overeenkomstige bepalingen en bedragen. voor de aanleg van een veedrinkpoel: 5,00 euro/m³ + terugbetaling van de aanvraagkosten voor de vergunning. Art.11: Voor het onderhoud kunnen volgende vergoedingen worden toegekend: voor een onderhoudssnoei van een haag met een lengte van minimaal 50 meter: 0,50 euro per lopende meter; de toelage is om de twee jaar of meer toekenbaar. voor een onderhoudssnoei van een heg of houtkant met een lengte van minimum 50 m: 1,25 euro per lopende meter; de toelage is om de 5 jaar of meer toekenbaar. voor het knotten van een knotbomenrij: 7,50 euro per boom ; de toelage is om de 5 jaar of meer toekenbaar. voor het heruitdiepen of herstellen van een bestaande veedrinkpoel, teneinde het jaar rond water te bevatten: 5,00 euro/m³ Art.12 - Snoeiafval van punt- en lijnvormige elementen dient op een milieuvriendelijke manier opgeruimd te worden; zodanig dat aanpalende eigendommen hier geen hinder van ondervinden. Art.13 - De aanvraag tot subsidie dient te worden ingediend minimum 1 maand voor de aanvang van de werken bij het college van burgemeester en schepenen, Dorp 1, 9950 Waarschoot. De aanvraag dient de volgende elementen te bevatten: de naam, de hoedanigheid, het adres en het rekeningnummer van de aanvrager een situeringsplan op schaal 1/ van het object waarvoor de toelage wordt aangevraagd; het benodigde planuittreksel hiertoe kan bekomen worden bij de gemeentelijke groendienst. een beschrijving van de aard van de werken die voorgenomen worden: o aanleg/ onderhoud o haag/ haagkant/ houtkant/ houtwal/ graft/ bomenrij of dreef/ o hoogstamfruitbomen/ poel o voor beplantingen: lengte/ aantallen/ plantafstanden/ o soorten of soortensamenstelling/afmetingen plantgoed. o voor poelen: oppervlakte, diepte, volume van de uitdieping o voorgenomen periode van uitvoering

4 o een becijfering van de aangevraagde toelage volgens de gegevens in art.10, 11 en 13 Art.14 - Het college van burgemeester en schepenen beslist omtrent de toekenning van de toelage en het bedrag ervan, na advies van de groendienst. Aan de toekenning van de toelage kunnen door het college van burgemeester en schepenen nadere voorwaarden worden verbonden met betrekking tot de soortensamenstelling of de uitvoeringswijze. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de geest van het voorstel tot subsidiëring. Art.15 - Binnen de 9 maanden van de voltooiing van de aanleg- of onderhoudswerken bericht de aanvrager van de toelage het gemeentebestuur, zoniet vervalt de toegekende toelage. Aan dit bericht wordt een aanvraag tot uitbetaling toegevoegd. Het gemeentebestuur zal, alvorens tot uitbetaling over te gaan, de uitvoering ter plaatse controleren. De uitbetaling gebeurt binnen de 6 maanden na de controle van de uitvoering en de goedkeuring ervan door het college van burgemeester en schepenen. Art.16 - Indien de uitvoering onvolledig of gebrekkig is uitgevoerd wordt de toelage bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen verminderd, uitgesteld of geweigerd. Er wordt in geen geval een hogere vergoeding uitgekeerd dan bij de toekenning voorzien. Art.17 - Indien bij controle frauduleuze praktijken worden vastgesteld, vervalt de subsidie en zal er een boete worden opgelegd die de som van de aangevraagde tussenkomst bedraagt. Art.18 - De genieter van deze subsidie verplicht er zich toe in alle akten van vervreemding van het onroerend goed, waarop de subsidie slaat, alle verplichtingen van dit reglement op te leggen aan de verkrijger op straffe van terugbetaling van die subsidie. De vervreemding dient ten laatste één maand na ingang van de wijziging opgegeven te worden aan de toezichthoudende ambtenaar. Art.19 - Dit subsidiereglement treedt in werking op 1 juli 2010.

5 bijlage: lijst van streekeigen boom- en struiksoorten wetenschappelijke naam Nederlandse naam Acer campestre Veldesdoorn - Spaanse aak Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn Aesculus hippocastanum Witte paardekastanje Alnus glutinosa Grauwe els Alnus incana Witte els Amelanchier lamarckii Krenteboompje Betula pendula Ruwe berk Betula pubescens Zachte berk Carpinus betulus Haagbeuk Castanea sativa Tamme kastanje Cornus mas Gele kornoelje Cornus sanguinea Rode kornoelje Corylus avellana Gewone hazelaar Crataegus monogyna Eénstijlige meidoorn Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn Cytisus scoparius Bezembrem Euonymus europaeus Kardinaalshoed - Kardinaalsmuts Fagus sylvatica Gewone beuk Fraxinus excelsior Gewone es Ilex aquifolium Hulst Juglans regia Okkernoot Ligustrum vulgare Gewone liguster Mespilus germanica Mispel Myrica gale Gagel Populus alba Witte abeel Populus canescens Grauwe abeel Populus nigra subsp. Zwarte populier nigra (niet: Italiaanse populier) Populus tremula Ratelpopulier Prunus padus Vogelkers Prunus spinoza Sleedoorn Quercus robur Zomereik Quercus palustris Moeraseik Quercus petraea Wintereik Rhamnus frangula Vuilboom - Sporkehout Rosa canina Hondsroos Rosa rubiginosa Eglantier Salix alba Schietwilg Salix aurita Geoorde wilg Salix caprea Waterwilg Salix cinerea Grauwe wilg Salix repens Kruipwilg Salix viminalis Katwilg Sambucus nigra Vlier Sorbus aucuparia Gewone lijsterbes Taxus baccata Gewone taxus - Venijnboom Tilia cordata Kleinbladige linde

6 Tilia platyphyllos Grootbladige linde Ulex europaeus Gaspeldoorn Ulmus carpinifolia Veldiep - Olm Viburnum opulus Gelderse roos noot: variëteiten van voormelde soorten met afwijkende groeivorm (bvb. treurvormen),afwijkende bladvorm of -kleur (bvb. bontbladige variëteiten) worden niet tot de streekeigen soorten gerekend. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 3 juni 2010