Examenreglement vmbo havo vwo

Transcriptie

1 Examenreglement vmbo havo vwo Huygens College Bergmolen NX Heerhugowaard Tel. (072) Fax. (072)

2 I INHOUD I INHOUD 1 II DATUMOVERZICHT 2 III INLEIDING 3 Toelichting begrippen 3 Examenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO 4 De examencommissie 5 III EXAMENREGLEMENT 6 1. Algemeen 6 2. Verantwoordelijke personen afname examen 6 3. Opbouw examen 6 4. Het schoolexamen (SE) 7 5. Herkansing SE 8 6. Beroepsrecht gang van zaken en/of toegekende cijfers SE 8 7. Absentie en te laat komen SE 9 8. Overschrijden vooraf bekende inleverdata en tijden SE 9 9. Onregelmatigheden SE Vervallen van SE-resultaten Het centraal examen (CE) Centraal examen in eerder leerjaar Spreiding voltooiing eindexamen Afwijkende deelname aan het CE Herexamen (CE) in vak op oorspronkelijk niveau na eindexamen op hoger niveau Absentie en te laat komen CE Correctie en cijferbepaling CE Cijfer eindexamen (Voorlopige) cijferlijst eindexamen Uitslag eindexamen Herkansing CE vmbo/havo/vwo Regeling rekenexamen Diploma en cijferlijst Beroep tegen de gang van zaken tijdens het SE en CE Onregelmatigheden SE en CE Beroep SE en CE (in fraudezaak) Inzage in en bewaren van examenwerk SE en CE Slotbepaling 17 1

3 II DATUMOVERZICHT Schoolexamen t/m SE-periode 1- afdeling vmbo-tl/havo/vwo Herkansingen SE-periode 1 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo t/m Afname CPE beeldende vakken vwo t/m SE-periode 2 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo t/m CITO Kijk- en luistertoetsen - afdeling vmbo/havo/vwo Herkansingen SE-periode 2 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo Inleveren profielwerkstuk - afdeling vmbo-tl Inleveren profielwerkstuk - afdeling havo/vwo Presentatieavond profielwerkstuk afdeling vmbo-tl Presentatieavond profielwerkstuk afdeling havo/vwo t/m Afname CPE Beeldende Vorming (handvaardigheid) - afdeling vmbo-tl t/m SE-periode 3 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo Herkansingen SE-periode 3 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo (om uur) Cijferlijst SE ondertekend retour - afdeling vmbo-tl/havo/vwo Laatste lesdag en examenfeest - alle afdelingen t/m Examentraining Huygens College locatie Bergmolen Centraal Examen t/m e Afname rekenexamen 2F - afdeling vmbo-tl t/m e Afname rekenexamen 3F - afdeling havo/vwo t/m e Afname rekenexamen 2F - afdeling vmbo-tl t/m e Afname rekenexamen 3F - afdeling havo/vwo en 3S - afdeling vwo t/m CE tijdvak 1 - afdeling vmbo-tl/havo/vwo t/m e Afname rekenexamen 2F - afdeling vmbo-tl t/m e Afname rekenexamen 3F - afdeling havo/vwo Bekendmaking normering CE I - afdeling vmbo/havo/vwo Vóór uur opgave deelname CE II - afdeling vmbo-tl/havo/vwo Start CE tijdvak II - afdeling vmbo/havo/vwo CE II aangewezen vakken - vmbo/havo/vwo Bekendmaking normen CE II - vmbo/havo/vwo uur diploma-uitreiking vmbo-tl (Bergmolen) uur diploma-uitreiking havo/vwo (Bergmolen) NB. Bovenstaande data zijn onder voorbehoud. De kandidaten ontvangen de definitieve roosters twee weken voor aanvang van toets- en examenperiode. Voor het CE geldt tevens dat eventuele wijzigingen vanuit het ministerie doorgevoerd dienen te worden en altijd z.s.m. schriftelijk gemeld worden aan de kandidaten. 2

4 III INLEIDING Overwegende ter uitvoering van artikel 31 van het Examenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO en daartoe gemachtigd door het bevoegd gezag, stellen de rector en examinatoren van het Huygens College te Heerhugowaard vast dat een Examenreglement voor het vmbo diverse leerwegen en voor de Tweede Fase van havo/vwo moeten worden opgemaakt en gepubliceerd. Met ingang van 1 augustus 2018 treden de vak-pta s in werking met inachtneming van de hierna vermelde regelingen en met de daarna volgende tekst. De vak-pta s zijn m.i.v. 1 oktober van het betreffende examenjaar gepubliceerd op de website van de school. Het examenreglement is van toepassing voor: - SE zaken voor alle leerlingen in de vmbo 3 + 4, havo en vwo CE zaken voor alle kandidaten in examenjaren vmbo 4, havo 5 en vwo 6 Toelichting begrippen 1. Reglement Iedere leerling, die wil deelnemen aan het SE en/of het CE op het Huygens College, zal zich moeten onderwerpen aan de regels die in het examenreglement en de PTA's van de school zijn opgenomen. 2. Onderdelen Eindexamen Het eindexamen bestaat uit: a. een schoolexamen (SE) of b. een schoolexamen en een centraal examen (CE) Enkele vakken kennen alleen een schoolexamen. Binnen alle afdelingen geldt dat in ieder geval voor de vakken LO, KV1 of CKV en MA; voor de afdeling vwo tevens voor het vak ANW. 3. Het schoolexamen (SE) De examencommissie bepaalt het tijdstip waarop het SE aanvangt. Indien een kandidaat om een geldige reden - dit ter beoordeling van de examencommissie - niet in staat is het SE af te ronden voor aanvang van zowel het eerste als het tweede tijdvak van het CE, wordt hij/zij verwezen naar de staatsexamencommissie. In dit geval moet het SE uiterlijk vier weken voor aanvang van het Staatsexamen zijn afgerond. Het SE wordt gehouden in overeenstemming met het voor ieder vak vastgestelde PTA. 4. Het programma van toetsing en afsluiting (PTA) Het PTA heeft uitsluitend betrekking op het ten behoeve van het schoolexamen (SE) samen te stellen examendossier. Vóór 1 oktober 2018 is het examenreglement samen met het PTA van de diverse in het lopende schooljaar voor de kandidaat digitaal beschikbaar gesteld en is vindbaar op de website van de school: De schoolexamentoetsen (EDT) en praktische opdrachten (PO) tellen mee voor het schoolexamen. De diverse onderdelen van het schoolexamen zijn per vak opgenomen in het PTA. Van ieder onderdeel is het nummer vermeld, zodat bijvoorbeeld in de cijferadministratie gemakkelijk is terug te vinden welk cijfer voor welk examenonderdeel is behaald. Naast de vermelding van een nummer is per onderdeel een stofomschrijving opgenomen. Per onderdeel van het schoolexamen is aangegeven wanneer de toetsing plaats heeft, wat de duur is van de toets, in welke vorm de toetsing plaats heeft (schriftelijke toets, luistertoets, mondelinge toets, handelings-deel of praktische opdracht. Verder is ook aangegeven wat het gewicht is van het examenonderdeel in verhouding tot de overige onderdelen in het schoolexamen. Tenslotte is aangegeven of de schoolexamentoets of de praktische opdracht te herkansen is of niet. De beoordeling van handelingsdelen en praktische opdrachten heeft plaats op grond van criteria, die vooraf zijn vastgesteld en schriftelijk bij opdrachtverstrekking aan de kandidaat kenbaar zijn gemaakt. 3

5 In het PTA wordt in ieder geval aangegeven: a. welke onderdelen van het examenprogramma in het SE worden getoetst; b. de inhoud van de onderdelen van het SE en de wijze waarop het SE wordt afgenomen; c. de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het SE worden afgenomen; d. de tijdvakken waarbinnen de herkansingen van SE-toetsen worden aangeboden; e. de wijze waarop de herkansingen van SE-toetsen worden afgenomen; f. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het SE tot stand komt. 5. Het centraal examen (CE) Het centraal examen (CE) is het afsluitende eindexamen van het voortgezet onderwijs. Het CE is bij de wet geregeld en wordt met actuele protocollen ten aanzien van geheimhouding en procedures ondersteund. Het centraal examen is dat gedeelte van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is aangeduid. Het wordt gekenmerkt door landelijke standaardisering van opgaven (gelijke of gelijkwaardige), afnamecondities en beoordeling. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de centrale examens die door het Cito worden ontwikkeld. Het praktijkgedeelte van het CE (voor vmbo bb en kb) begint eind maart/begin april. Het schriftelijke gedeelte van het CE (alle VO-opleidingen) wordt afgenomen in drie tijdvakken. - Het eerste tijdvak is in de tweede helft van mei en worden voor iedereen alle examens afgenomen. - Het tweede tijdvak is in de tweede helft van juni. Dit tijdvak is bedoeld voor kandidaten die door overmacht tijdens het eerste tijdvak niet een of meerdere examens konden afleggen of voor herkansing van één examen. De examens worden voor bepaalde vakken door de scholen afgenomen, en voor bepaalde vakken door de staatsexamencommissie. - Het derde tijdvak vindt plaats in de tweede helft van augustus. Hierin worden de examens uitsluitend door de staatsexamencommissie afgenomen. Het derde tijdvak is, net als het tweede, voor kandidaten die het examen nog niet hebben kunnen voltooien, of nog een herkansing te goed hebben. Examenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO Artikel 31. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 1. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs, respectievelijk de examencommissie vavo, stelt een examenreglement vast. Het examenreglement bevat in elk geval informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 5 en de toepassing daarvan, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen en de gang van zaken tijdens het eindexamen, de herkansingsmogelijkheden van het schoolexamen en wat scholen voor voortgezet onderwijs betreft, de samenstelling en het adres van de in artikel 5 bedoelde commissie van beroep. Ten aanzien van de herkansing wordt in elk geval bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. Ook kan worden bepaald dat tot die gevallen kunnen behoren gevallen dat de kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, niet in staat is geweest, aan de desbetreffende toets deel te nemen. 2. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs, respectievelijk de examencommissie vavo, stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. Het programma vermeldt in elk geval: a. welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, b. de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, c. de wijze waarop en de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen plaatsvinden, de herkansing daaronder mede begrepen, d. de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede e. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten. 4

6 De examencommissie De examencommissie van het Huygens College bestaat uit: dhr. H. Klaassen voorzitter mw. drs. M.T.J. Knook, MME secretaris (aangewezen door rector) dhr. drs. M.W. Koekkoek plv. secretaris (aangewezen door rector en verantwoordelijke afdeling vmbo-bb/kb) De commissie wordt op uitvoerend terrein ondersteund door: vacature assistent-examensecretariaat (afdeling vmbo bb/kb) dhr. T.C.M. Heijne assistent-examensecretariaat (afdeling vmbo tl, havo en vwo) De commissie wordt technisch ondersteund door: mw. M.L. Dam hoofd administratie mw. D.M. Noort administratie dhr. H. de With systeembeheer 5

7 IV EXAMENREGLEMENT 1 Algemeen Het examenbesluit schrijft voor, dat het bevoegd gezag een examenreglement en een programma van toetsing en afsluiting vaststelt, deze documenten vóór 1 oktober van betreffende examenjaar aan de inspectie zendt en ter inzage legt voor de kandidaten. Het bevoegd gezag heeft de rector, secretarissen en de docenten/examinatoren gemachtigd dit voorschrift uit te voeren. In dit reglement zijn alle zaken betreffende het CE vastgelegd. 2 Verantwoordelijke personen afname examen Eindverantwoordelijkheid: dhr. H. Klaassen (voorzitter van de examencommissie) Organisatie: mw. drs. M.T.J. Knook, MME (secretaris van het eindexamen) dhr. drs. M.W. Koekkoek (plv. secretaris van het examen vmbo-bb/kb) vacature (uitvoerend functionaris examen vmbo-bb/kb) dhr. T.C.M. Heijne (uitvoerend functionaris examen vmbo-tl, havo en vwo) Individuele leerlingenzaken: mw. drs. M.T.J. Knook, MME (havo/vwo) dhr. T. Peschke / dhr. J. Boon (vmbo-tl) dhr. drs. M.W. Koekkoek (vmbo-bb/kb) Examenstof: de vakdocenten/examinatoren Commissie van beroep: dhr. A.P. van Huissteden (voorzitter van de commissie van beroep) dhr. drs. D. de Lange (secretaris van de commissie van beroep) mw. M. Ravesloot, MA (plv. secretaris van de commissie van beroep) 3 Opbouw examen 3.1 Het eindexamen vmbo omvat: a. de vakken die in het gemeenschappelijk deel zijn opgenomen; b. de twee vakken die onderdeel zijn van het profieldeel; c. voor vmbo-bb/kb: het profielvak economie & ondernemen of horeca bakkerij & recreatie en vier keuzevakken; voor vmbo-tl: de twee in het vrije deel gekozen vakken, die nog geen deel uitmaken van het profieldeel en d. het eventueel extra gekozen examenvak. Het eindexamen havo/vwo omvat: a. de vakken die in het gemeenschappelijk deel zijn opgenomen; b. de vakken die verplicht onderdeel zijn van het profieldeel; c. de vakken of het vak die onderdeel zijn van het profiel keuzedeel en d. het in het vrije deel gekozen vak. e. het eventueel extra gekozen examenvak. 3.2 Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit uitsluitend een SE of uit zowel een SE als een CE. a. schoolexamen (SE) Het SE - de opbouw van het examendossier - kan in het derde leerjaar beginnen. Zie hiervoor de vak-pta s. b. centraal examen (CE) vmbo-bb/kb: het CE kent een flexibel eerste en een flexibel tweede tijdvak, af te nemen in het vierde leerjaar en een mogelijk derde tijdvak, dat wordt afgenomen aansluitend op het examenjaar. vmbo-tl/havo/vwo: het CE kent een eerste en een tweede tijdvak, af te nemen in het vierde, vijfde of zesde leerjaar en een mogelijk derde tijdvak, dat wordt afgenomen aansluitend op het examenjaar. 3.3 Het PTA heeft betrekking op het SE. Hiervoor wordt voor iedere kandidaat een examendossier bijgehouden. Het examendossier wordt voor het vmbo vanaf het derde leerjaar opgebouwd en voor havo en vwo vanaf het vierde leerjaar. 3.4 De examencommissie bepaalt wanneer toetsen van het SE worden afgenomen. 3.5 Het SE wordt afgenomen in overeenstemming met het voor ieder vak vastgestelde PTA, de in het PTA genoemde onderdelen van het schoolexamen moeten worden afgerond in het leerjaar waarin zij worden afgenomen. 6

8 3.6 Indien een kandidaat om een geldige reden - dit ter beoordeling van de examencommissie - niet in staat is het SE af te ronden voor aanvang van zowel het eerste als het tweede tijdvak, wordt hij/zij verwezen naar de staatsexamencommissie. In dit geval moet het SE uiterlijk vier weken voor aanvang van het Staatsexamen zijn afgerond. 4 Het schoolexamen (SE) 4.1 Publicatie van het PTA heeft plaats voor 1 oktober van het betreffende schooljaar. In het PTA zijn de volgende zaken vermeld: een overzicht van schoolexamentoetsen; een planning van schoolexamentoetsen; per schoolexamentoets een omschrijving van de te toetsen leerstof; een nauwkeurige omschrijving van de wijze waarop de schoolexamentoets wordt afgenomen; de wijze waarop het eindcijfer van het schoolexamen per vak wordt berekend; de tijdsduur van de schoolexamentoets. 4.2 Tenminste veertien dagen voor aanvang van elke schoolexamentoets worden de kandidaten geïnformeerd over: de plaats waar deze wordt afgenomen; het tijdstip waarop de toets wordt afgenomen; de hulpmiddelen die bij de afname zijn toegestaan. 4.3 Beoordeling van schoolexamentoetsen en praktische opdrachten: De beoordeling van een schoolexamentoets wordt uitgedrukt in een cijfer met toepassing van de afrondingsregel met één decimaal; maximaal 10,0 en minimaal 1, Van iedere beoordeling, meetellend ter bepaling van het SE-cijfer, stelt de examinator de kandidaat uiterlijk binnen 2 weken na afname in kennis. Na bespreking van het resultaat van de toets, is de beoordeling definitief en wordt deze geregistreerd in het examendossier Het eindcijfer voor het SE is het gewogen gemiddelde van de behaalde schoolexamentoetsen in een bepaald vak Voor aanvang van het CE ontvangt de kandidaat een overzicht van behaalde SE-beoordelingen Een kandidaat maakt voor enkele vakken praktische opdrachten (PO). De beoordeling hiervan wordt uitgedrukt in een cijfer met toepassing van de afrondingsregel met één decimaal; maximaal 10,0 en minimaal 1, Een praktische opdracht kan meetellen voor het SE-cijfer. Dit is alleen het geval, als dit in het vak- PTA van het betreffende vak vermeld is. NB. Voortgangstoetsen tellen niet mee voor het SE, tenzij dit in het PTA vermeld is De beoordelingscriteria van praktische opdrachten (PO) worden door de examinator tijdens de lessen bekendgemaakt. 4.4 Beoordeling van de vakken LO, KV1 of CKV en voor vmbo-tl het profielwerkstuk: Voor de vakken LO en KV1 of CKV en voor vmbo-tl het profielwerkstuk wordt geen cijfer toegekend. Voor afsluiting van het SE dient de kandidaat deze onderdelen van het examen met de kwalificatie goed of voldoende te hebben afgerond, anders kan niet aan het CE worden deelgenomen De beoordelingscriteria van het profielwerkstuk worden door de examinator tijdens de lessen bekendgemaakt. 4.5 Beoordeling van de vakken MA, CKV, ANW en voor havo en vwo het profielwerkstuk: De cijferresultaten van deze onderdelen van het SE zijn evenredig onderdeel van het combinatiecijfer op de cijferlijst van het diploma havo of vwo en het combinatiecijfer telt mee in de slaag- en zakregeling. 4.6 Definitieve vaststelling van beoordelingen SE Het SE kan pas worden afgesloten indien alle schoolexamentoetsen zijn afgelegd en voldaan is aan de noodzakelijke beoordelingen van het profielwerkstuk, voor KV 1 (vmbo) of CKV (havo/vwo) en LO Alle beoordelingen van toetsen, opdrachten en werkstukken worden in het SE geregistreerd. Tijdens de voorexamenjaren wordt driemaal een overzicht van de tot dan toe behaalde studieresultaten verstrekt. Ook tijdens het examenjaar wordt driemaal een overzicht van de tot dan toe behaalde studieresultaten verstrekt. 7

9 4.6.3 In geval van bijzondere omstandigheden kan de voorzitter van de examencommissie besluiten dat een schoolexamentoets wordt afgelegd op een later tijdstip dan is vermeld in het vak-pta Indien een schoolexamentoets niet kan worden afgelegd op het vastgestelde tijdstip of binnen de vastgestelde termijn, moet de kandidaat dit voorafgaand aan het SE melden en verder moet de kandidaat hiervan met opgaaf van reden z.s.m. schriftelijk kennis geven aan de examinator en aan de voorzitter van de examencommissie Als een kandidaat het SE niet tijdig kan afsluiten zonder dat naar het oordeel van de voorzitter van de examencommissie, gehoord alle betrokkenen, sprake is van een geldige reden, kan de kandidaat van verdere deelname aan het SE worden uitgesloten. In dat geval kan de kandidaat ook niet deelnemen aan het CE. Van een dergelijk besluit worden de kandidaat en zijn/haar ouders/verzorgers schriftelijk in kennis gesteld Indien wel sprake is van een geldige reden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen alsnog de schoolexamentoets af te leggen. 5. Herkansing SE 5.1 De herkansingsperioden worden vastgesteld door de rector: De herkansingsperiode SE voor de afdeling vmbo bb/kb is direct voorafgaand aan het centraal examen. De herkansingsperiodes SE voor de afdelingen vmbo-tl, havo en vwo zijn na afloop van iedere SE toetsperiode. Voor de aanvraag van een herkansing ontvangt iedere kandidaat een week voorafgaand aan de dag van herkansing een aanvraagformulier, waarop is aangegeven wanneer en hoe deze ingediend moet worden. 5.2 Een kandidaat kan in het vooreindexamenjaar het totale SE-vak maatschappijleer herkansen, indien het eindcijfer lager is dan een 6 (afgerond). 5.3 Deze herkansing heeft betrekking op de gehele examenstof, doch kan beperkt worden tot die SE-toetsen waarvoor een resultaat van 5,4 of lager is gehaald. 5.4 De kandidaat kiest de te herkansen toets na overleg met de examinator. 5.5 Het hoogste resultaat wordt bij het bepalen van de definitieve uitslag betrokken. 5.6 De examinator van een vak stelt vooraf vast welke schoolexamentoetsen in aanmerking komen voor herkansing. 5.7 Wanneer een kandidaat niet aanwezig is of kan zijn tijdens het volgens jaarplanning vastgestelde herkansingsmoment, vervalt de herkansing. 5.8 Kandidaten vmbo bb/kb hebben het recht om in elk examenjaar direct voorafgaand aan het centraal examen drie schoolexamentoetsen te herkansen, met dien verstande dat per vak één onderdeel per examenjaar herkanst mag worden. Het hoogste resultaat telt bij de vaststelling van de uitslag. Kandidaten vmbo-tl, havo en vwo hebben het recht om in elk examenjaar drie schoolexamentoetsen te herkansen, met dien verstande dat per periode er één te herkansen onderdeel herkanst mag worden. In iedere periode kan een examenkandidaat dus één te herkansen onderdeel herkansen. Het hoogst behaalde resultaat telt bij de vaststelling van de uitslag. 6. Beroepsrecht gang van zaken en/of toegekende cijfers SE 6.1 Tegen het verloop (niet de wijze van toetsen en de toegepaste normering) en/of de beoordeling van enig onderdeel van het schoolexamen kan de kandidaat beroep aantekenen binnen 3 dagen nadat de beoordeling aan de kandidaat bekend is gemaakt. Daartoe dient één van de ouders/verzorgers of de kandidaat zelf - indien deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt - een brief te richten aan de secretaris van de commissie van beroep waarin melding wordt gemaakt van in ieder geval: a. het vak; b. de examinator; c. het betreffende onderdeel van het vak-pta; d. datum afname dan wel de beoordeling en e. het bezwaar tegen: 1. de gang van zaken en/of 2. de beoordeling. 6.2 De secretaris van de commissie van beroep hoort kandidaat en examinator, daarna stelt hij een onderbouwd voorstel tot besluit op, dat hij voorlegt aan de voorzitter van de commissie van beroep. 8

10 6.3 De commissie van beroep beslist (indien mogelijk) binnen twee werkdagen nadat kandidaat en examinator zijn gehoord, doch uiterlijk binnen drie werkdagen na datum van ontvangst van het bezwaarschrift. Deze beslissing is bindend. 7. Absentie en te laat komen SE 7.1 Een eenmaal aangevangen schoolexamentoets behoudt zijn geldigheid, het resultaat dat de examinator vaststelt is geldig gedurende het lopende schooljaar, ook wanneer de kandidaat het SE voortijdig beëindigt. (Examenreglement artikel 10). 7.2 Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat verschijnt bij een schoolexamentoets, kan hij/zij tot uiterlijk een half uur na aanvang van de zitting worden toegelaten, zij het dat er geen extra examentijd zal worden toegekend. 7.3 Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een mondeling examen verschijnt, vervalt het examenmoment. In dat geval wordt de leerling verwezen naar de herkansingsperiode en staat direct vast welke schoolexamentoets door de betreffende kandidaat zal kunnen worden herkanst. 7.4 Indien een kandidaat door overmacht te laat komt bij een zitting wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij de secretaris van de examencommissie. Deze bepaalt, gehoord de aangegeven reden of inderdaad sprake is van overmacht. In dat geval wordt in overleg met de examinator een nieuw moment van toetsing afgesproken of zal de examentijd worden verlengd. 7.5 Als een kandidaat om een geldige reden - ter beoordeling van de secretaris van de examencommissie - verhinderd is deel te nemen aan een of meer schoolexamentoetsen, moet dit schriftelijk of telefonisch vóór aanvang van de afname van de toets worden gemeld bij de secretaris van de examencommissie. Zodra de kandidaat weer op school komt, overlegt hij een door de ouders ondertekende absentiebrief aan de afdelingsleider. Een kandidaat die geen geldige verklaring kan overleggen, wordt beschouwd als niet reglementair afwezig te zijn geweest. Hem/haar kan door de secretaris van de examencommissie een sanctie worden opgelegd conform Examenreglement artikel 22 Onregelmatigheden CE. Een kandidaat die wel om een geldige reden afwezig is geweest bij een of meer schoolexamentoetsen, wordt in de gelegenheid gesteld gemiste schoolexamentoetsen in te halen in overleg met de afdelingsleider en examinator. De afname van gemiste toetsen zal zo spoedig mogelijk na afloop van de toetsperiode geschieden. 8. Overschrijden vooraf bekende inleverdata en tijden SE 8.1 De afnameperiode van praktische schriftelijke onderdelen wordt vóór 1 oktober van het betreffende schooljaar in het PTA aan de kandidaten kenbaar gemaakt. De exacte inleverdatum wordt tenminste twee weken vooraf schriftelijk aan de kandidaten meegedeeld. 8.2 Indien een kandidaat een schriftelijke opdracht te laat inlevert, waarbij naar het oordeel van de secretaris van het eindexamen geen sprake is van een geldige reden, stelt de examinator in overleg met de examensecretaris een nieuwe inleverdatum vast met daaraan gekoppeld de aan de kandidaat mee te delen puntenaftrek. 8.3 Indien een kandidaat na het verstrijken van de nieuwe inleverdatum niets heeft ingeleverd, kent de rector het cijfer 1 toe in overeenstemming met het Examenreglement artikel 22 Onregelmatigheden CE. 8.4 De beoordeling vindt plaats op grond van criteria die vooraf zijn vastgesteld en schriftelijk aan de kandidaat kenbaar zijn gemaakt. 9. Onregelmatigheden SE 9.1 Dit artikel heeft betrekking op fraude tijdens het SE. Hierbij is dezelfde regeling van toepassing als bij het CE (artikel 22). 9.2 Het beroepsrecht na een fraudezaak SE. Bij het beroepsrecht na een fraudezaak betrekking hebbend op het SE is dezelfde regeling van toepassing als bij het CE (artikel 23). 10. Vervallen van SE-resultaten 10.1 Indien een leerling doubleert in het 3 e leerjaar vmbo, het 4 e leerjaar havo of het 4 e en/of 5 e leerjaar vwo vervallen bij doublure in principe de in dat schooljaar behaalde SE-resultaten Indien een leerling niet slaagt voor het eindexamen, vervallen bij doublure in principe de in het examenjaar behaalde SE-resultaten. 9

11 11. Het Centraal Examen (CE) 11.1 Toelating tot het CE Om tot het CE toegelaten te worden, is het een vereiste dat het SE van de vakken, waarvoor aan het examen deelgenomen wordt, volledig en naar behoren is afgerond Extra vak Een kandidaat kan ervoor kiezen om naast de verplichte vakken voor het examen in de gevolgde opleiding ook examen te doen in een extra vak. Op een extra vak kan een leerling ook door de 5,5-eis voor het CE niet zakken. De algemene regel omtrent extra vakken geldt voor de gehele uitslagregel inclusief de CE-eis. Als een kandidaat door weglating van het resultaat van een vak kan slagen, dan moet de directeur dat vak buiten beschouwing laten. Het wordt wel op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen expliciet bezwaar heeft gemaakt. Als een vak buiten beschouwing wordt gelaten (meer dan één vak mag ook) dan moet wel een volledig examen overblijven. Simpel voorbeeld: Nederlands weglaten mag nooit. Een en ander is geregeld in artikel 48 lid 3 in combinatie met artikel 52 lid 3 van het Eindexamenbesluit VO. Bovenstaande impliceert dat als een leerling alleen door het meetellen van een extra vak kan slagen, hij dus slaagt. Dat hij met het 'minimumpakket' niet aan de eisen voldoet, doet niet ter zake Tijdstip, tijdvakken, plaats en hulpmiddelen Het CE 1 e tijdvak heeft voor de opleiding vmbo-bb/kb plaats in de maanden april/mei en voor de afdelingen vmbo-tl, havo en vwo in de maanden mei/juni. Ten minste drie weken voor de start van het CE worden de kandidaten op de hoogte gesteld van de exacte data. NB. Het is niet uitgesloten, dat het ministerie in het voorlopig rooster van examendata wijzigingen aanbrengt. In geval van wijzigingen zullen deze z.s.m. schriftelijk aan de kandidaten worden bekendgemaakt. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld op examenblad.nl. en zullen zijn vermeld in het examenbulletin dat iedere kandidaat een maand voorafgaand aan het CE ontvangt 11.4 Aan het 1 e tijdvak nemen in principe alle kandidaten deel. Het 2 e tijdvak is bedoeld voor de herkansing (zie onder Uitslag en Herkansing ). Kandidaten, die in het 1 e tijdvak om geldige redenen - dit ter beoordeling van de voorzitter van de examencommissie - verhinderd zijn, kunnen in het 2 e tijdvak hun examen in ten hoogste vier vakken voltooien. Het maximum van de in te halen vakken is afhankelijk van de vakken en het rooster van het 2 e tijdvak. Kandidaten, die om geldige redenen niet aan het 2 e tijdvak konden deelnemen, worden naar het 3 e tijdvak verwezen. Nadere inlichtingen hierover geeft desgewenst de secretaris van het eindexamen. De zittingen van het 1 e tijdvak worden in de sportzalen gehouden of in leslokalen in een af te schermen deel van het gebouw Voorschriften judicium cum laude 1. Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vwo met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor: 1. de vakken in het gemeenschappelijke deel van het profiel, het eindcijfer berekend op grond van artikel 50, tweede lid, en de vakken van het profieldeel, en 2. het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en b. ten minste het eindcijfer 7 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen havo met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor: 1. de vakken in het gemeenschappelijke deel van het profiel, het eindcijfer berekend op grond van artikel 50, tweede lid, en de vakken van het profieldeel, en 2. het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo theoretische leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor: 1. de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel, en 2. het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en 10

12 b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van: 1. de eindcijfers voor het profielvak en de twee algemene vakken van het profieldeel, en 2. het eindcijfer berekend op grond van artikel 49, derde lid, en b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo gemengde leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften: a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor: 1. de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel, en 2. het algemene vak uit het vrije deel of het eindcijfer berekend op grond van artikel 49, vierde lid, en b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel Centraal examen in eerder leerjaar 12.1 In afwijking van artikel 37, tweede lid, kan het bevoegd gezag een leerling uit het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar toelaten tot het centraal examen in één of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen Bij toepassing van het eerste lid wordt het schoolexamen in dat vak of die vakken afgesloten voordat in dat leerjaar het centraal examen in dat vak of die vakken aanvangt Artikel 49, zevende lid, en artikel 50, vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt het derde tijdvak aansluitend aan het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar afgenomen door het College voor toetsen en examens Indien de leerling in één of meer vakken centraal examen heeft afgelegd in het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar, en niet is bevorderd tot het volgende leerjaar, vervallen de met dit centraal examen of deze centrale examens behaalde resultaten. 13 Spreiding voltooiing eindexamen 13.1 Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar aflegt. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten Het eerste lid is van toepassing op de rekentoets, met dien verstande dat de rekentoets in het ene schooljaar of in het daarop volgende schooljaar kan worden afgelegd Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd Artikel 51, eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. 11

13 13.5 Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt het bevoegd gezag aan de Onze Minister een opgave waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 56, onderdelen a tot en met g De directeur en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 49 of artikel Afwijkende deelname aan het CE NB. Aanpassingen ten aanzien van een afwijkende wijze van deelname aan het examen zijn gebonden aan regels en dienen tijdig - uiterlijk 1 oktober van het betreffende examenjaar - te worden aangevraagd bij de secretaris van het eindexamen Een kandidaat die tijdens het examenjaar regelmatig de lessen niet kan bijwonen ten gevolge van langdurige ziekte of bijzondere omstandigheden waarop de kandidaat geen invloed heeft gehad, kan het examen over twee jaar gespreid afleggen. Hij/zij neemt in dit geval tijdig contact op met de secretaris van het eindexamen De afdelingsleider kan, na overleg met de secretaris van de examencommissie, toestaan dat een lichamelijk gehandicapte leerling het examen geheel of gedeeltelijk op een aangepaste wijze aflegt. Hiervan wordt de inspectie in kennis gesteld De afdelingsleider kan, na overleg met de secretaris van de examencommissie, toestaan dat een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij/zij examen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is, verlenging met ten hoogste 30 minuten van de zittingsduur wordt toegekend bij zittingen waar de beheersing van het Nederlands van overwegende betekenis is Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten. De school kan het ook toestaan voor speciale groepen kandidaten, bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. De spellingcontrole mag zonder meer worden gebruikt bij centrale examens waarbij de spelling niet wordt beoordeeld. Als de computer als schrijfgerei wordt ingezet bij de centrale examens Nederlands vmbo GL/TL en de papieren centrale examens Nederlands vmbo BB en KB dient de spellingcontrole bij niet-dyslectische kandidaten uitgeschakeld te zijn. Aan kandidaten met een deskundigenverklaring omtrent dyslexie volgens artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO, mag het gebruik van spellingcontrole wel worden toegestaan. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Bovenstaande regels gelden ook (bij de centrale examens waarbij spelling wordt beoordeeld) indien een kandidaat van de tekstverwerker gebruik maakt vanwege zijn beperking. Ook dan dient de spellingcontrole te worden uitgeschakeld. Dit geldt voor kandidaten met een visuele of fysieke beperking. Aan kandidaten met een dyslexieverklaring mag het gebruik van spellingcontrole wel worden toegestaan. De correctoren moeten de aftrekregels voor spellingfouten ook toepassen bij leerlingen die met spellingcontrole hebben gewerkt. 15 Herexamen (CE) in vak op oorspronkelijk niveau na eindexamen op hoger niveau Indien een kandidaat gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot het afleggen van eindexamen in een vak op hoger niveau dan het niveau van de schoolsoort of leerweg van inschrijving, stelt de directeur de kandidaat in de gelegenheid in dat vak alsnog het eindexamen af te leggen van die schoolsoort of leerweg. 16. Absentie en te laat komen CE 16.1 Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat op een zitting CE verschijnt, kan hij/zij tot uiterlijk een half uur na aanvang van de zitting worden toegelaten. Hij/zij levert het gemaakte werk in op het reguliere eindtijdstip van de zitting Indien een kandidaat door overmacht te laat komt bij een zitting, wordt hiervan onmiddellijk (telefonisch) melding gemaakt bij de voorzitter of secretaris van de examencommissie. Deze bepaalt, gehoord de aangegeven reden, of de kandidaat ten hoogste 30 minuten langer mag doorwerken dan het reguliere eindtijdstip van de betreffende zitting. Na afloop van het afgelegde examen dient de kandidaat binnen 24 uur een schriftelijke verklaring, ondertekend door een wettelijk vertegenwoordiger, inzake de afwezigheid te overleggen aan de voorzitter of secretaris van de examencommissie. 12

14 17. Correctie en cijferbepaling CE 17.1 Het werk van het CE vmbo-bb/kb wordt deels automatisch digitaal gecorrigeerd. De overige open vragen worden door de examinator digitaal gecorrigeerd. Een normcommissie bepaalt de normen aan de hand waarvan de cijfers worden vastgesteld Het werk van het CE vmbo-tl, havo en vwo wordt door de examinator gecorrigeerd, daarna wordt het naar een tweede corrector gezonden. Dit is een onafhankelijke docent van een andere school. Zij bepalen samen de score (het totaal behaalde aantal punten). Een normcommissie bepaalt de normen aan de hand waarvan de cijfers worden vastgesteld Het CE binnen de opleidingen vmbo-tl en vwo kent naast schriftelijke opgaven voor het vak handvaardigheid ook een CSPE (een praktisch uitgevoerd onderdeel van het centraal examen). Voor de opleiding havo omvat het CE uitsluitend schriftelijke opgaven. 18. Cijfer eindexamen 18.1 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks De voorzitter van de examencommissie bepaalt het eindcijfer als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen (SE en CE). Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond Indien in een vak alleen een SE is gehouden, is het cijfer voor het SE tevens het eindcijfer. 19. (Voorlopige) cijferlijst eindexamen De kandidaten ontvangen na vaststelling van de uitslag van het examen een cijferlijst waarop is vermeld: - de cijfers voor het SE; - de cijfers voor het CE; - de eindcijfers voor de examenvakken en - de uitslag. 20 Uitslag eindexamen 20.1 Regeling vmbo-bb/kb Deze regeling is bedoeld voor kandidaten die examen doen in de leerweg vmbo-bb/kb (conform de wijziging van het Eindexamenbesluit september 2010). De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en de rekentoets heeft afgelegd; c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; of 3. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het derde of vierde lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; e. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald; en Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg het gemiddelde van de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken aangemerkt als het eindcijfer van één vak. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het derde en vierde lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 13

15 20.2 Regeling vmbo-tl Deze regeling is bedoeld voor kandidaten die examen doen in de leerweg vmbo-tl (conform de wijziging van het Eindexamenbesluit september 2010). Je slaagt voor het vmbo-tl als het gemiddelde cijfer voor de vakken van het centrale examen ten minste een voldoende is. Dat is niet afgerond een 5,5. Daarnaast geldt één van de volgende voorwaarden. De kandidaat is geslaagd indien: - alle eindcijfers een 6 of meer zijn; of - één eindcijfer een 5 is en alle andere eindcijfers een 6 of meer; of - één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger; of - voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger; - geen cijfer onder de 4 hebt gehaald; - je voor het vak Nederlands minimaal een 5 hebt gehaald; - je het rekenexamen hebt afgelegd ongeacht het resultaat; - je minimaal een voldoende hebt gehaald voor de vakken: lichamelijke opvoeding; de kunstvakken 1 uit het gemeenschappelijke deel; het profielwerkstuk in de theoretische leerweg; - verder doe je weliswaar geen CE in het vak maatschappijleer, maar het vak telt wel mee in de uitslagregeling. Als je dus een compensatie-7 nodig hebt, mag die bij het vak maatschappijleer staan. En als je een 3 haalt voor maatschappijleer, ben je gezakt Regeling havo en vwo Deze regeling is bedoeld voor alle havo- en vwo-kandidaten nieuwe stijl (regeling conform nieuw Eindexamenbesluit september 2010). De kandidaat is geslaagd indien: - het rekenkundig gemiddelde van bij het CE behaalde cijfers 5,5 of hoger zijn - alle eindcijfers 6 of hoger zijn; - geen cijfer onder de 4 hebt gehaald; - je maximaal één 5 hebt voor de eindcijfers van de kernvakken Nederlands, Engels of wiskunde; - je maximaal één 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn; - je één 4 hebt of twee keer een 5 hebt of één 4 én één 5 hebt en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde minstens 6.0 is; - het gewogen gemiddelde van het combinatiecijfer telt mee als eindcijfer en bestaat uit de schoolexamenvakken maatschappijleer, culturele kunstzinnige vorming, het profielwerkstuk en voor vwo ook uit algemene natuurwetenschappen, - je voor het deelvak lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van het profiel 'voldoende' of 'goed' hebt behaald en - je het rekenexamen hebt gemaakt ongeacht het resultaat. Met één 3 of lager ben je dus gezakt. Dat geldt ook voor de verschillende onderdelen die meetellen voor het combinatiecijfer. Dat combinatiecijfer is het gemiddelde van de kleine vakken die wel op de cijferlijst staan, maar waarin je geen examen doet. Voorbeelden zijn maatschappijleer, het profielwerkstuk, culturele kunstzinnige vorming en algemene natuurwetenschappen op het vwo. Wanneer je havo- of vwo-examen hebt gedaan in een vak en je hebt een onvoldoende behaald voor een extra vak, dan geldt de regel dat je niet kunt zakken op een onvoldoende voor dat extra vak Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt. Indien nodig om de kandidaat te laten slagen, betrekt de voorzitter van de examencommissie een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag; de overige vakken moeten dan wel een eindexamen kunnen vormen. Indien een van de extra vakken buiten beschouwing gelaten moet worden om de kandidaat te laten slagen, maakt deze zelf (op voorstel van de voorzitter) de keus. Zodra de eindcijfers en de uitslag zijn vastgesteld, maakt de secretaris deze aan iedere kandidaat bekend, onder vermelding van de herkansingsmogelijkheid. Indien geen sprake is van herkansing, is de uitslag definitief. 14

16 21. Herkansing CE vmbo/havo/vwo 21.1 Elke kandidaat mag in een volgend tijdvak voor één vak aan de herkansing deelnemen. Dit vak moet wel bij de bepaling van de uitslag betrokken geweest zijn. Zo mag: - de kandidaat die is afgewezen altijd een vak herkansen, ook al kan hij zodoende toch niet slagen; - de kandidaat die alleen kon slagen door het laten vallen van een extra vak, dit vak herkansen om te proberen alsnog te slagen met dat extra vak; - de kandidaat die is geslaagd, één vak her-profileren Door het aanvragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige Deelname aan de herkansing is pas mogelijk als het examen volledig is afgelegd en de uitslag bepaald is. Het is dus niet mogelijk in één tijdvak in te halen èn te herkansen De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de voorzitter van de examencommissie en levert tevens zijn cijferlijst in. Het hoogste cijfer - behaald bij de herkansing of bij het eerder afgelegde examen - geldt als definitief cijfer voor het CE In afwijking van het bovenstaande mag binnen de opleiding vmbo-bb/kb naast één theorievak ook het CSPE voor het vak H&A worden herkanst. Het moment van de herkansing en de herkansing van de diverse onderdelen in het CSPE geschieden in overleg met de examinator. 22. Regeling rekenexamen Sinds schooljaar is het rekenexamen een verplicht onderdeel van het eindexamen. Het cijfer van de rekentoets telt niet mee in de slaag-/zakbeslissing. Deelname aan de rekentoets is echter wel verplicht. Per schooljaar zijn er drie afnameperiodes van de rekentoets, te weten: januari, maart en juni. De lengte van de rekentoets is voor 2A, 2F en 3F gelijk, namelijk 45 opgaven. De toets bestaat uit twee secties: een deel zonder rekenmachine (ongeveer 40%) en een deel met rekenmachine (ongeveer 60%). Elke rekentoets 2F en 3F bevat één cluster van drie vragen over één context. De rekentoetsen ER voor kandidaten met bijvoorbeeld dyscalculie zijn korter (30 opgaven) en hierbij kunnen kandidaten bij alle opgaven een rekenmachine gebruiken. Voor kandidaten bestaat vanaf dit schooljaar de mogelijkheid tot inzage in de rekentoets 2F, 2ER, 3F en 3ER. Omdat de opgaven na de afname niet direct openbaar zijn, moet inzage plaatsvinden in een besloten zitting. De kandidaat krijgt desgewenst inzage in de opgaven, het correctievoorschrift/antwoordmodel, zijn eigen antwoorden en de scores die per opgave zijn toegekend. Ten aanzien van de vaststelling van de cijfers voor het rekenexamen is vastgesteld dat op basis van de resultaten van de afname en de analyse van de gegevens het CvTE per variant van de rekentoets 2F en 3F een omzettingstabel van scores via schaalscores in cijfers bepaalt. 23. Diploma en cijferlijst De voorzitter van de examencommissie reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd, een lijst uit waarop (voor zover van toepassing) zijn vermeld: Voor de kandidaten uit het vmbo: - de cijfers voor het SE; - de cijfers voor het CE; - de beoordeling van het kunstvakken 1 en het vak LO uit het gemeenschappelijk deel; - de eindcijfers voor de examenvakken; - voor vmbo-tl: het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk; - tevens voor vmbo-tl: de beoordeling van het profielwerkstuk en - de uitslag van het examen. Voor de kandidaten uit het havo/vwo: - de cijfers voor het SE; - het vak/ de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk; - de cijfers voor het CE; - het cijfer van het profielwerkstuk; - de beoordeling van het vak lichamelijk opvoeding; - de eindcijfers voor de examenvakken en - de uitslag van het examen. Indien een kandidaat in meer vakken eindexamen heeft afgelegd dan in de vakken, die tenminste samen een eindexamen vormen, worden al die vakken op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar 15