EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Transcriptie

1 Ref. Ares(2015) /08/2015 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Directoraat F Voedsel- en Veterinair Bureau DG(SANTE) MR EINDVERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 27 OKTOBER 2014 TOT EN MET 31 OKTOBER 2014, TER EVALUATIE VAN HET GEBRUIK VAN HET TRACES-SYSTEEM In reactie op de door de bevoegde autoriteit verstrekte informatie zijn in het ontwerpverslag geconstateerde feitelijke onjuistheden gecorrigeerd; verduidelijkingen worden gegeven in de vorm van een voetnoot.

2 Samenvatting In dit verslag worden de resultaten beschreven van een audit van het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) aan Nederland van 27 tot en met 31 oktober Het algemene doel van de audit was om te beoordelen of Traces (Trade Control and Expert System) door de bevoegde autoriteiten volledig en correct wordt gebruikt en om het gebruik van Traces voor de verificatie van controles te evalueren. Nederland heeft een bevoegde autoriteit aangewezen om Traces te gebruiken met betrekking tot levende dieren en producten van dierlijke oorsprong. De structuur van de bevoegde autoriteit in Traces komt niet overeen met de huidige structuur, aangezien lokale veterinaire eenheden van de NVWA in verband met de regionale indeling zijn opgeheven. Daarom verwijzen alle Intra-certs in Traces naar niet-bestaande lokale veterinaire eenheden. Het gebruik van Traces is over het algemeen correct voor routineactiviteiten voor invoer en voor het vervoer van levende dieren vanuit Nederland binnen de Unie. Het ontbreken van gegevens in Traces weerspiegelt het gebrek aan controle door de grensinspectieposten (bv. uitgang van doorvoerzendingen) of door de kantoren van de NVWA (bv. wederinvoer of zendingen voor vernietiging). In sommige gevallen zijn deze controles wel uitgevoerd, maar niet vastgelegd in Traces. De aankomst van een aantal zendingen binnen de Unie wordt niet gecontroleerd op de plaats van bestemming (bv. dierlijke bijproducten) of de volledige reeks controles wordt niet vastgelegd in Traces (bv. slachtdieren). Het gevolg is dat de traceerbaarheid van de hierboven genoemde zendingen en de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten wordt ondermijnd. Er is een verificatiesysteem ingericht om het gebruik van Traces bij grensinspectieposten en de kantoren van de NVWA te beoordelen. Er zijn echter geen systemische problemen opgespoord en waar nodig opgevolgd, waardoor de niet-nalevingen onopgelost blijven en derhalve niet bijdragen tot de verbetering van het controlesysteem. Dit verslag bevat een aantal aanbevelingen aan de bevoegde autoriteit, gericht op het corrigeren van de vastgestelde tekortkomingen en het verder verbeteren van Traces. II

3 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Doelstellingen Rechtsgrondslag Achtergrond Bevindingen en conclusies Bevoegde autoriteiten en toewijzing van middelen Gebruik van Traces Beheer van gebruikers en organisaties Gebruik van voorafgaande kennisgevingen (met inbegrip van het kopiëren van Invoer) Automatische notificaties in Traces Gebruik met betrekking tot niet-conforme goederen Veterinaire controles REC-regeling voor invoer van producten van dierlijke oorsprong en RASFF Volgen van zendingen (wederinvoer, vervoer onder toezicht, vernietiging, doorvoer...) Handtekeningen Intra-module Docom-module Modules voor GDB's en GFDB-PP's Uitvoermodule Evaluatie en beoordeling Algemene conclusies Slotvergadering Aanbevelingen...14 III

4 IN DIT VERSLAG GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN Afkorting GIP GDB GFDB-PP Client-VGC GVDB GVDBD GVDBP DOCOM EU-éénloketsysteem UITVOER INVOER Intra-cert LVE NVWA QlikView RASFF SLVU Traces Traces-NL Toelichting Grensinspectiepost Gemeenschappelijk document van binnenkomst Gemeenschappelijk fytosanitair document van binnenkomst voor planten en plantaardige producten Nationaal computersysteem dat wordt gebruikt door GIP's voor allerlei officiële controleprocedures voor levende dieren en producten van dierlijke oorsprong Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst voor levende dieren Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst voor producten van dierlijke oorsprong Handelsdocument dat in Traces is opgesteld Initiatief voor elektronische douane voor een ononderbroken stroom van gegevens tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, tussen douaneautoriteiten en de Commissie, en tussen douaneautoriteiten en andere diensten of instanties, waardoor marktdeelnemers aan de douane alle voor de afhandeling van de invoer of uitvoer vereiste informatie kunnen verstrekken, ook al is deze informatie vereist voor andere wetgeving dan douanewetgeving Officieel certificaat dat in Traces is gemaakt door een bevoegde autoriteit in een lidstaat voor uitvoer naar niet-eu-landen Officieel document dat in Traces is gemaakt door een bevoegde autoriteit in derde landen voor uitvoer naar EU/EVA-landen Dierengezondheidscertificaat voor intracommunautair handelsverkeer Lokale veterinaire eenheid Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Een van de hulpmiddelen van Traces om gegevens te visualiseren Systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders Bijzondere lokale veterinaire eenheid Trade Control and Expert System (geïntegreerd veterinair computersysteem) Nationaal computersysteem dat wordt gebruikt voor het vastleggen van alle Traces-meldingen waarbij Nederland het land van bestemming of het doorvoerland is IV

5 1 INLEIDING De audit in Nederland vond plaats van 27 tot en met 31 oktober 2014 in het kader van het auditprogramma van het Voedsel- en Veterinair Bureau. Het auditteam bestond uit twee auditors. Het auditteam van het VVB werd voor de volledige duur van de audit vergezeld door vertegenwoordigers van de centrale bevoegde autoriteit de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Op 27 oktober 2014 werd een openingsvergadering gehouden met vertegenwoordigers van de NVWA. Tijdens deze vergadering werden de doelstellingen van en het programma voor de audit bevestigd. 2 DOELSTELLINGEN Het doel van de audit was om te beoordelen of Traces (Trade Control and Expert System) door de bevoegde autoriteiten volledig en correct wordt gebruikt en om het gebruik van Traces voor de verificatie van controles te evalueren. Dit omvatte onder meer de ingevoerde procedures en communicatiemechanismen, begeleiding en opleiding van medewerkers die Traces gebruiken, ondersteuning bij het correct gebruik ervan en het bestaan en de effectiviteit van verificatiemechanismen. Deze audit omvat het gebruik van Traces met betrekking tot: alle producten van dierlijke oorsprong, levende dieren en producten van niet-dierlijke oorsprong; invoer, uitvoer en handel binnen de EU; alle gebruikersniveaus voor Traces bij de bevoegde autoriteiten. Het gebruik van Traces door particuliere marktdeelnemers en autoriteiten in derde landen viel buiten de werkingssfeer van deze audit. Onderstaande tabel geeft een opsomming van de bezochte locaties en de gehouden vergaderingen om bovengenoemde doelstellingen te bereiken: Bevoegde autoriteit Hoofdkantoor NVWA in Utrecht Kantoor van de NVWA in Zwolle Opmerkingen Openings- en slotvergaderingen, invoer en handel binnen de EU (gebruik van Traces voor RASFF-meldingen, handel binnen de Unie van dierlijke bijproducten en vervolgzendingen en Nationale Traces-Helpdesk) Gebruik van Traces (handel binnen de Unie van levende dieren, controles in abattoirs) 1

6 Kantoor van de NVWA in Zwijndrecht Gebruik van Traces (goederenverplaatsing van niet-euconforme goederen in entrepots (GVDB's)) GIP Rotterdam (haven) en GIP Amsterdam (luchthaven) Gebruik van Traces (GVDB's) 3 RECHTSGRONDSLAG De audit werd uitgevoerd krachtens de algemene bepalingen van de EU-wetgeving, en met name artikel 45 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad. Bijlage 1 bevat een lijst van de wetgeving als auditcriteria voor dit verslag. Wanneer in dit verslag naar wetteksten wordt verwezen, wordt, voor zover van toepassing, de laatste gewijzigde versie bedoeld. 4 ACHTERGROND Traces is een geïntegreerd websysteem onder beheer van het "directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid" (voorheen "directoraat-generaal Gezondheid en consumenten") van de Europese Commissie, dat wordt gebruikt voor kennisgeving, certificering en controle bij invoer, doorvoer, uitvoer en handel binnen de EU in dieren en producten van dierlijke oorsprong. Marktdeelnemers (particuliere sector) en bevoegde autoriteiten wereldwijd kunnen gebruikmaken van dit webnetwerk om het verkeer van levende dieren en dierlijke producten in beide richtingen te traceren. Lidstaten moeten alle informatie uit de gemeenschappelijke veterinaire documenten van binnenkomst (GVDB's) in Traces invoeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie (gemeenschappelijke veterinaire documenten van binnenkomst voor producten van dierlijke oorsprong, GVDBP's), Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie (gemeenschappelijke veterinaire documenten van binnenkomst voor dieren, GVDBD's) en de certificaten voor handel binnen de Unie (Intra-certs) zoals geharmoniseerd door Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie. Deze verplichting werd met ingang van 1 januari 2006 volledig van toepassing op grond van Beschikking 2004/292/EG van de Commissie. In 2013 hebben de GIP's GVDBD's en GVDBP's vastgelegd in Traces. Uit hoofde van de artikelen 12 en 13 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad zijn er verschillende entrepots goedgekeurd waar tijdelijk producten van dierlijke oorsprong kunnen worden opgeslagen die niet voldoen aan de eisen voor de volksgezondheid van de EU en producten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor de bevoorrading van schepen. Beide type entrepots vallen onder de verantwoordelijkheid van de medewerkers van het lokale kantoor van de NVWA in Zwijndrecht. 1

7 De bevoegde autoriteit heeft in Intra-certs uitgegeven en Intra-certs ontvangen. Er zijn twee nationale computersystemen die een interface hebben met Traces: Het client-vgc-systeem (hierna: client-vgc) wordt door GIP's gebruikt voor allerlei officiële controleprocedures voor levende dieren en producten van dierlijke oorsprong. Het Traces-NL-systeem (hierna: Traces-NL) wordt gebruikt om alle Intra-certs en CVED's van Traces te downloaden voor zendingen waarvan Nederland het land van oorsprong, het land van bestemming of het doorvoerland is. De informatie in Traces-NL wordt gebruikt om de controles op de plaats van bestemming te organiseren. 5 BEVINDINGEN EN CONCLUSIES 5.1 BEVOEGDE AUTORITEITEN EN TOEWIJZING VAN MIDDELEN Wettelijke vereisten Beschikking 92/486/EEG van de Commissie, Beschikking 2009/821/EG van de Commissie en Verordening (EG) nr. 882/2004. Bevindingen 1. De NVWA is de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het gebruik van Traces in overeenstemming met de vereisten van artikel 1 van Beschikking 92/486/EEG. De structuur van de NVWA werd in 2012 aangepast, waardoor de lokale veterinaire eenheden (LVE's) en de regio's werden opgeheven. De informatie met betrekking tot de structuurveranderingen is niet aan de Commissie doorgegeven teneinde Beschikking 2009/821/EG te kunnen wijzigen. Dit heeft gevolgen voor het gebruik van Traces. Om de huidige structuur binnen de NVWA aan te geven, hebben de officiële dierenartsen die Intra-certs uitgeven op dit moment als centrale bevoegde autoriteit (en niet als lokale veterinaire eenheid zoals beschreven in Beschikking 2009/821/EG) toegang tot Traces. Het auditteam merkte op dat alle Intra-certs in Traces verwijzen naar niet-bestaande lokale veterinaire eenheden. Dit komt omdat marktdeelnemers zich op basis van de postcode van de regio in Nederland toegang tot het systeem verschaffen en hiermee de oude structuur van de lokale veterinaire eenheden volgen. De NVWA gaf aan dat ze zich bewust was van haar verplichting om de aangepaste informatie aan de Commissie te verstrekken voor het aanpassen van Beschikking 2009/821/EG. 2. Officiële dierenartsen, particuliere dierenartsen die in deeltijd werken en het administratieve personeel van de NVWA zijn geregistreerde gebruikers van Traces. Alle locaties die tijdens de audit zijn bezocht, beschikten over de juiste faciliteiten, apparatuur en internetverbinding, overeenkomstig de vereisten in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 882/ De instructies bevatten richtsnoeren en verduidelijking over het gebruik van Traces. Bijgewerkte informatie wordt via aan de gebruikers van Traces verstrekt en op 2

8 het intranet van de NVWA gepubliceerd, zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 882/ Zoals voorgeschreven in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 882/2004, heeft de NVWA diverse opleidingen voor de medewerkers van de GIP's en de lokale kantoren verzorgd, onder andere over het gebruik van Traces. Voor 2015 staan opleidingen gepland die de bijgewerkte informatie over Traces bevatten. 5. Er is een noodplan beschikbaar voor het gebruik van Traces, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 882/2004. Het noodplan voorziet erin dat als Traces gedurende 24 uur niet beschikbaar is in een GIP, de informatie wordt ingevoerd in de client-vgc dat een interface heeft met Traces, en deze informatie automatisch wordt doorgestuurd zodra Traces weer operationeel is De NVWA coördineert informatie over het éénloketsysteem van de EU samen met hun douaneautoriteiten. De NWVA heeft het auditteam ervan op de hoogte gesteld dat het project inzake het koppelen van nationale douanesystemen aan het éénloketsysteem van de EU voor het GVDB waarschijnlijk niet gereed is voor het einde van Conclusie 7. De opzet van de bevoegde autoriteit in Traces komt niet overeen met de huidige structuur, aangezien lokale veterinaire eenheden van de NVWA in verband met de regionale indeling zijn opgeheven. Daarom verwijzen alle Intra-certs in Traces naar de niet-bestaande lokale veterinaire eenheden. De bevoegde autoriteit beschikt over personeel dat gekwalificeerd en ervaren is in het uitvoeren van Traces-werkzaamheden. 5.2 GEBRUIK VAN TRACES Wettelijke voorschriften Beschikking 2004/292/EG, Beschikking 2000/571/EG van de Commissie, Verordening (EG) nr. 136/2004, Verordening (EG) nr. 282/2004, Verordening (EG) nr. 599/2004, Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europese Parlement en de Raad, Beschikking 93/444/EG van de Commissie, Richtlijn 97/78/EG, Richtlijn 2002/99/EG van de Raad en Richtlijn 90/425/EEG van de Raad. Bevindingen Beheer van gebruikers en organisaties 8. Er zijn veel GVDB's uitgegeven met het Traces-eenheidsnummer van de centrale bevoegde autoriteit (niet de GIP). De beheerder van Traces binnen de NVWA verklaarde dat sommige GIP-inspecteurs voorheen werkzaam zijn geweest als veterinair 1 In haar opmerkingen over het ontwerpverslag heeft de bevoegde autoriteit opgemerkt dat het noodplan ook van toepassing is op Intra-certs. 3

9 inspecteur voor handel binnen de Unie. Hun gebruikersgegevens voor Traces waren niet tijdig bijgewerkt of de nieuwe medewerkers hadden toegang gekregen tot Traces met het nummer van de centrale bevoegde autoriteit, waardoor de fouten zijn ontstaan in de informatie van Traces. Deze tekortkoming is voor aanvang van de audit door de beheerder van Traces rechtgezet. 9. Officiële dierenartsen van GIP's en officiële dierenartsen die controles uitvoeren op het grondgebied van Nederland (handel binnen de EU, uitvoercertificering, controles op de plaats van bestemming en controles bij slachthuizen) hebben toegang tot Traces door middel van individuele gebruikersgegevens. De afgegeven documenten laten zien welke functionaris heeft getekend, zoals bedoeld in punt 1 van bijlage IV bij Richtlijn 2002/99/EG en bijlage III (kader 40) bij Verordening (EG) nr. 136/ Officiële inspecteurs van het lokale kantoor van de NVWA in Zwijndrecht hebben toegang tot de bijzondere lokale veterinaire eenheid (SLVU) in Traces, om zo de juiste toepassing van EU-wetgeving te waarborgen bij de controle van doorvoerzendingen die worden opgeslagen en gesplitst in entrepots alvorens uiteindelijk te worden verzonden naar derde landen. 11. Gemeenschappelijke gebruikersnamen zonder identificatie van de individuele officiële dierenartsen bij GIP's verschijnen uitsluitend in Traces als de informatie door middel van de interface van de client-vgc naar Traces wordt overgebracht. De client-vgc bevat de juiste informatie over individuele gebruikers in door GIP's uitgegeven GVDB's. In die gevallen waarin de informatie handmatig in Traces is ingevoerd (zie de bevindingen 21, 24 en 31), zijn de individuele officiële dierenartsen van GIP's correct geïdentificeerd. Daarom geldt over het algemeen dat individuele gebruikers kunnen worden geïdentificeerd zoals bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 136/ De NVWA stelt dat er ongeveer marktdeelnemers zijn geregistreerd als gebruikers voor het uitgeven van DOCOM's en Intra-certs in het Traces-systeem. Marktdeelnemers die informatie verstrekken over deel I van het GVDB hebben geen toegang tot en maken geen gebruik van Traces voor invoergerelateerde zaken Gebruik van voorafgaande kennisgevingen (met inbegrip van het kopiëren van Invoer) 13. Voorafgaande kennisgevingen van alle zendingen die de EU binnenkomen vanuit derde landen (met inbegrip van het overladen van zendingen voor minder dan de wettelijk bepaalde minimumtijd), zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 97/78/EG, worden door marktdeelnemers in de client-vgc ingevoerd. 14. Marktdeelnemers kondigen zendingen in Traces voorafgaand aan door deel I van Intracert te verstrekken voor zendingen van levende dieren en dierlijke bijproducten (waar nodig) voor handel binnen de EU in overeenstemming met de vereisten van artikel 3 van Beschikking 2004/292/EG. 4

10 15. Invoercertificaten die zijn uitgegeven door de bevoegde autoriteiten van derde landen worden niet gekopieerd, omdat marktdeelnemers de zendingen vooraf aanmelden in de client-vgc, maar niet in Traces. Daarom kunnen marktdeelnemers geen gezondheidscertificaten kopiëren die zijn uitgegeven door bevoegde autoriteiten in derde landen. De NVWA is van plan een proefproject te starten voor het gebruik van in Traces beschikbare elektronische certificaten op de luchthaven van Amsterdam. Het proefproject niet bestemd is voor het gebruik van de kopieerfunctie. Weliswaar is het kopiëren in Traces niet wettelijk verplicht, maar door geen gebruik te maken van deze mogelijkheid wordt de kans op typefouten groter en wordt de ontwikkeling van elektronische certificering belemmerd Automatische notificaties in Traces 16. Traces-NL, dat een interface heeft met Traces, downloadt alle Intra-certs en CVED's van Traces voor de ladingen waarvan Nederland het land van oorsprong, het land van bestemming of het doorvoerland is, met inbegrip van feedbackinformatie zoals ingevoerd door de autoriteit op de plaats van bestemming of de GIP van uitvoer. Daarom worden de automatische meldingen per in Traces niet ontvangen door de officiële dierenartsen die GVDB's, Intra-certs of andere documenten uitgeven in Traces. Traces-NL filtert de meldingen om ervoor te zorgen dat de postvakken van GIP's en veterinaire inspecteurs die officiële controles uitvoeren, niet overvol raken met meldingen van Traces die niet gerelateerd zijn aan hun werk. Door automatische Tracesmeldingen op deze manier te verwerken, wordt de effectiviteit verhoogd van officiële controles die uitgevoerd worden op de plaats van bestemming Gebruik met betrekking tot niet-conforme goederen Doorvoer en entrepots 17. Doorvoerzendingen werden op de juiste manier gecontroleerd bij de GIP van binnenkomst en de informatie werd ingevoerd in Traces. 18. De herhaalde onbevestigde uitgang van doorvoerzendingen werd genoteerd, ondanks dat de werkinstructies van de NVWA vereisen dat de uitgang van doorvoerzendingen binnen 30 dagen moet worden bevestigd, zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn 91/496/EG en in de artikelen 11 en 12, lid 8, van de Richtlijn 97/78/EG. Bij de bezochte GIP in Rotterdam werden de doorvoerzendingen gevolgd door gebruik te maken van de computersystemen van de rederijen, om zo te controleren of zij de haven hadden verlaten en of de informatie was ingevoerd in Traces. De bezochte GIP in Amsterdam heeft geen systeem om de uitgaande doorvoerzendingen te volgen en ze worden niet in Traces ingevoerd. 19. In het algemeen worden de zendingen die aankomen bij de GIP van binnenkomst, op de juiste manier gevolgd door de bevoegde autoriteiten die de controles in entrepots uitvoeren. Deze informatie wordt ingevoerd in Traces zoals bedoeld in artikel 2 van Beschikking 2000/571/EG. 5

11 20. Commerciële exploitanten maken vooraf melding van zendingen die de entrepots verlaten met gebruikmaking van afgedrukte DVDB's. Na veterinaire controles worden de zendingen vergezeld van afgedrukte GVDB's die handmatig zijn ingevuld en ondertekend door de officiële dierenartsen. Deze GVDB's worden handmatig ingevoerd in Traces door correcte gebruikmaking van de splitsingsfunctie indien de officiële dierenartsen hun handen niet vol hebben aan de veterinaire controles bij de entrepots. Dit betekent dat sommige zendingen via Traces met vertraging worden gemeld aan de GIP's in andere lidstaten. Hierdoor kunnen deze zendingen het grondgebied van de EU verlaten zonder dat de uitgaande GIP in staat is om de controles te verrichten. Dit risico wordt beperkt doordat de veterinaire autoriteiten altijd contact opnemen met de andere lidstaten en de Nederlandse douane indien er geen bevestiging is ontvangen. 21. De in de entrepots gesplitste zendingen worden op de juiste manier opgeslagen in Traces, overeenkomstig de instructies in de Traces-gebruikershandleiding V5, 5.6 (zie bevinding nr. 20) De functionarissen die de entrepots controleren, verbinden de daaruit voortvloeiende GVDB op correcte wijze met het originele GVDB. De splitsing van zendingen in entrepots behoort niet tot het toepassingsgebied van de interface tussen de client-vgc en Traces. De interface is toegespitst op de door de GIP's afgegeven GVDB's. Daarom voeren de functionarissen die de entrepots controleren, de informatie handmatig in Traces in Doorvoer/overslag van GIP naar GIP en doorvoer naar een niet-eu-land 22. Voorafgaande kennisgevingen van alle doorvoerzendingen worden verstrekt door marktdeelnemers aan de client-vgc zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 97/78/EG. Wanneer doorvoerzendingen vooraf worden aangemeld, bevatten de GVDBP's niet alle informatie zoals bedoeld in de kaders 3, 8 en 10. Daarom kunnen deze voorafgaande kennisgevingen niet door middel van de interface naar Traces worden overgezet. 23. Informatie over doorvoerzendingen wordt alleen overgezet naar Traces wanneer de minimumtijd is verstreken en de marktdeelnemer de kaders 3, 8 en 10 van het GVDBP wijzigt. In deze gevallen wordt deel II van het GVDBP uitgegeven volgens de vereisten van de wetgeving. Daarom worden de meeste voorafgaande kennisgevingen van doorvoerzendingen (ongeveer GVDB's alleen al in de haven van Rotterdam) niet opgeslagen in Traces Veterinaire controles Vastleggen van de controles 24. Over het algemeen worden de controles correct vastgelegd door middel van de rechtstreekse interface tussen de client-vgc en Traces. Er zijn echter procedures die niet de onder interface vallen (bv. het invoeren van resultaten van laboratoriumtesten, zendingen die verdeeld worden in entrepots), en er moet handmatig informatie in Traces worden ingevoerd door medewerkers van de GIP 2. 6

12 25. Het auditteam merkte op dat bij een van de GIP's de handmatig ingevoerde informatie in Traces verschilde van de informatie die oorspronkelijk in het GVDBD stond, dat was uitgegeven door de medewerkers van de GIP. Hoewel het oorspronkelijke GVDBD correct was uitgegeven, was de informatie in Traces niet in overeenstemming met de vereisten van Verordening (EG) nr. 282/ Zodra de controles zijn uitgevoerd, worden de GVDB's die de zending begeleiden naar de plaats van bestemming afgedrukt vanuit de client-vgc. Deze documenten omvatten in vak 2 een plaatselijk (uniek) referentienummer dat is verleend door de GIP. Niettemin leidt de verlate invoering van de gegevens in Traces ertoe dat zendingen op de plaats van bestemming kunnen aankomen zonder kennisgeving via Traces en dat de bevoegde autoriteit niet weet dat er controles moeten worden verricht (bijv. doorvoer- of uitvoer- GIP's in andere lidstaten) Documentatie- en identiteitscontroles 27. Alle documenten voor zendingen met dieren en dierlijke producten die de EU binnenkomen, worden gecontroleerd, zoals voorgeschreven door Richtlijn 97/78/EG van de Raad. Als uit de controle blijkt dat de documenten niet in overeenstemming zijn met de EU-wetgeving, wordt de zending geweigerd zonder dat de identiteit wordt gecontroleerd. In deze gevallen wordt kader 27 van het GVDBP op correcte wijze leeg gelaten. 28. In het geval van doorvoer worden voor zendingen die de minimumtijd zoals vermeld in de EU-wetgeving overschrijden, alleen documentencontroles uitgevoerd en wordt kader 27 van het GVDBP niet ingevuld, omdat er geen mogelijkheid is om vast te leggen dat identiteitscontrole niet van toepassing is volgens de vereisten van Verordening (EG) nr. 136/ Fysieke controles, met inbegrip van laboratoriumresultaten 29. Fysieke controles worden correct vastgelegd in Traces. 30. Het auditteam merkte op dat er in een van de bezochte GIP's geen laboratoriumresultaten werden vastgelegd. Tijdens de gesprekken kwam naar voren dat er monsters werden afgenomen in het kader van proefprojecten die zijn opgezet met het oog op consumentenbescherming, maar niet op controledoeleinden en dat de monsters om die reden niet moeten worden vastgelegd in GVDB's of Traces. De eerdergenoemde monsters worden door het laboratorium niet als prioriteit beschouwd en laboratoriumresultaten worden daarom pas na lange tijd ontvangen. De NVWA bevestigde dat dit een fout is van de afzonderlijke inspecteurs, die deze monsternemingen niet hadden moeten vastleggen. Door deze fout verschijnt een aantal 2 In haar reactie op het ontwerpverslag heeft de bevoegde autoriteit opgemerkt dat de informatie nog handmatig door het GIP-personeel in Traces moet worden geregistreerd, omdat zowel in het client-vgc als in Traces technische problemen moeten worden opgelost. De NVWA werkt voortdurend samen met de diensten van de Commissie om de bestaande interface te verbeteren. 7

13 laboratoriumresultaten in Traces als "in behandeling", in tegenstelling tot de vereisten in de handleiding van Traces en punt 4.2 van de uitgaveopmerkingen van Traces V In beide bezochte GIP's verschenen de laboratoriumresultaten als zijnde in behandeling in Traces. Na de evaluatie van verschillende gevallen hebben de GIP's met terugwerkende kracht correct de informatie in kader 29 van deel II van het GVDBP ingevoerd en aangegeven dat de laboratoriumresultaten voldoende waren. Toch verschenen de eerdergenoemde zendingen in Traces als zijnde in behandeling aangezien de GIP's deze informatie niet onder het kopje "Laboratoriumtesten" hadden ingevoerd en in dat geval slaat Traces deze zendingen op als resultaten die nog in behandeling zijn. De nationale instructies sluiten aan bij de informatie die wordt verstrekt in de handleiding van Traces, samengesteld door de Commissie, maar ze komen niet overeen met de voorschriften van punt 4.2 van de uitgavemededeling van Traces V5.31. De interface tussen de client-vgc en Traces werkt niet voor deze procedure REC-regeling voor invoer van producten van dierlijke oorsprong en RASFF 32. Toen het programma voor verscherpte controles in Traces was geïmplementeerd in 2012, heeft de NVWA een instructie uitgevaardigd voor het gebruik van Traces wanneer een GIP een RASFF-melding maakt (laatstelijk herzien op 10 december 2013). Het auditteam merkte op dat de RASFF-waarschuwingen worden verzonden en dat de RECregeling (Re-enforced checks - aanvullende controles) wordt opgevolgd door informatie te verstrekken over het uitvoeren van de controles overeenkomstig artikel 24 van richtlijn 97/78/EG Volgen van zendingen (wederinvoer, vervoer onder toezicht, vernietiging, doorvoer...) Op het punt van binnenkomst 33. Over het algemeen worden de GVDB's voor zendingen die onder toezicht moeten worden vervoerd op de juiste manier door de GIP's ingevoerd in Traces. De GIP in Rotterdam heeft een systeem voor het volgen van zendingen die op de plaats van bestemming gecontroleerd moeten worden. Ondanks nationale voorschriften, beschikt de GIP op de luchthaven van Amsterdam niet over een opvolgsysteem waardoor de aankomst van deze zendingen op de plaats van bestemming kan worden veiliggesteld. 34. De GIP van binnenkomst ontvangt informatie van Traces-NL over de vervolgcontroles die worden uitgevoerd op de plaats van bestemming in Nederland voor zendingen die onder toezicht moeten worden vervoerd in overeenstemming met artikel 8 van Richtlijn 97/78/EG. Als de GIP-zendingen onder toezicht verstuurt naar vestigingen in andere lidstaten, dan worden deze controles in veel gevallen niet vastgelegd in Traces door de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten. Er wordt een alternatief systeem gebruikt om de aankomst van zendingen onder toezicht te bevestigen op de plaats van bestemming. De NVWA ontvangt een kopie van het T5-document met de bevestiging van aankomst op de plaats van bestemming, maar deze informatie wordt in veel gevallen 8

14 niet verstrekt aan GIP's, of door de daarvoor verantwoordelijke medewerkers ingevoerd in Traces Op de plaats van bestemming 35. De NVWA gebruikt Traces-NL voor het controlebeheer dat moet worden uitgevoerd op de plaats van bestemming voor zendingen die onder toezicht moeten worden vervoerd in overeenstemming met artikel 8 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad. Daarom worden alle zendingen, die op grond van artikel 8 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad onder toezicht moeten worden vervoerd, gevolgd wanneer de vestiging van bestemming in Nederland ligt en op de juiste wijze is ingevoerd in Traces. 36. De nationale instructies die zijn uitgegeven door de NVWA, vereisen de bevestiging van aankomst voor wederinvoerzendingen in overeenstemming met artikel 15 van Richtlijn 97/78/EG. In Traces-NL wordt echter niet aangeduid dat deze zendingen voor opvolging door de veterinaire inspecteurs op de plaats van bestemming in aanmerking komen en dit wordt niet in Traces opgeslagen. Wederinvoerzendingen kunnen een hoger risico met zich meebrengen, vooral wanneer ze vanwege bacteriële of chemische besmetting werden geweigerd door derde landen. Mogelijk moeten de redenen voor weigering door derde landen van producten van dierlijke oorsprong die in Nederland zijn geproduceerd, verder worden onderzocht. 37. Zendingen die zijn verzonden ter vernietiging worden niet opgevolgd door de veterinaire inspecteurs op de plaats van bestemming vanwege de instelling van de risicomodule in Traces-NL. Traces-NL classificeert deze zendingen niet als zendingen met een hoog risico en vereist niet dat ze worden opgevolgd op de plaats van bestemming, in strijd met de vereisten van artikel 17, lid 2, onder b), van Richtlijn 97/78/EG Handtekeningen 38. De beheerder van Traces heeft een individuele toegang opgezet voor iedere afzonderlijke en officiële gebruiker (officiële inspecteurs die Intra-certs uitgeven en medewerkers van GIP). De individuele toegang genereert een individuele handtekening. De naam van de individuele GIP-gebruiker wordt echter niet in Traces opgeslagen wanneer de automatische interface de informatie vanuit de client-vgc in Traces verwerkt. Dit betekent dat de GVDB's in Traces niet de veterinaire functionaris identificeert die het document heeft uitgegeven. Het feit dat de identificatie van de functionaris die heeft getekend niet mogelijk is, is in strijd met het vereiste in bijlage III (kader 40) bij Verordening (EG) nr. 136/2004. De naam van de individuele gebruiker wordt geïdentificeerd op het moment dat de functionarissen van de GIP rechtstreeks in Traces werken voor het vastleggen van informatie voor bepaalde procedures (zie de bevindingen 21, 24 en 32). 9

15 5.2.9 Intra-module 39. Met betrekking tot het vervoeren van levende dieren naar andere lidstaten of derde landen: Deel I van het Intra-cert wordt in Traces ingevoerd door marktdeelnemers volgens de vereisten van Verordening (EG) nr. 599/2004. De nationale helpdesk, opgericht door de NVWA, biedt elke nieuwe marktdeelnemer toegang tot Traces en ondersteunt ze bij het invullen van deel I van het Intra-cert. In uitzonderlijke gevallen (bv. als de marktdeelnemer slechts eenmaal per jaar dieren vervoert naar een andere lidstaat) kan deel I van het Intra-cert in Traces worden aangemaakt door medewerkers van de nationale helpdesk uit naam van de marktdeelnemer. Veterinaire inspecteurs gebruiken "mobiele kantoren" (een laptop met een mobiele breedbandverbinding en een printer) om levende dieren te certificeren die worden vervoerd vanaf bedrijven. Alle veterinaire inspecteurs gebruiken Traces om Intracerts uit te geven zoals bedoeld in artikel 3 van Beschikking 2004/292/EG. Over het algemeen worden Intra-certs correct uitgegeven en bevatten ze de lijst met de individuele identificatienummers van dieren in overeenstemming met de vereisten van artikel 3, lid 1, van Beschikking 2004/292/EG. 40. Met betrekking tot het vervoeren van levende dieren uit andere lidstaten: Traces-meldingen en GVDB's worden ingevoerd in Traces-NL en gefilterd voor officiële controles indien het nationale risicobeoordelingsplan hierin voorziet. Van de zendingen van levende dieren wordt ongeveer 8 procent fysiek gecontroleerd op de plaats van bestemming (met uitzondering van sommige levende dieren uit enkele lidstaten waar de controles op 100 procent van de zendingen worden uitgevoerd), overeenkomstig de vereisten van artikel 5, onder a), van Richtlijn 90/425/EG inzake niet-discriminerende controles. Deze controles worden correct vastgelegd in Traces. Officiële controles met betrekking tot antemortemkeuringen worden in Traces op grond van dezelfde frequentie van 8 procent opgeslagen, zoals vastgesteld in Traces- NL. Hoewel de controles bij de abattoirs worden uitgevoerd, worden ze niet opgeslagen in Traces in strijd met de vereisten van artikel 2, onder a), van Beschikking 2004/292/EG. Het auditteam heeft diverse gevallen gevolgd waarbij medewerkers van de afdeling landbouw en natuur van de NVWA, tijdens het vervoer en op de plaats van bestemming controles in het kader van het dierenwelzijn hebben uitgevoerd. Deze controles werden routinematig vastgelegd in Traces zoals bedoeld in artikel 2, onder a), van Beschikking 2004/292/EG. 10

16 Docom-module 41. De bevoegde autoriteit heeft instructies opgesteld inzake de controle van dierlijke bijproducten die in overeenstemming zijn met de vereisten van Verordening (EG) nr. 1069/2009. Deze instructies zijn aangepast aan de vereiste om Docom-documenten in Traces in te geven. Daarom hebben alle marktdeelnemers toegang tot Traces en kunnen ze zelf Docom's in Traces ingeven. 42. Veterinaire inspecteurs geven de Intra-certs uit voor onverwerkte mest in Traces zoals voorgeschreven door Verordening (EG) nr. 1069/2009. Alle Intra-certs identificeren op de juiste wijze de individuele veterinaire inspecteur die verantwoordelijk is voor de certificering. 43. De instructies genoemd in bevinding 41, beschrijven de vereisten voor de controles die moeten worden uitgevoerd op de plaats van bestemming, wanneer bepaalde dierlijke bijproducten uit andere lidstaten binnenkomen. Deze instructies vereisen dat de controles op bepaalde dierlijke bijproducten op gemiddeld 10 procent van de zendingen moeten worden uitgevoerd in tegenstelling tot het vereiste van artikel 48 van Verordening (EG) nr. 1069/2009. De bevoegde autoriteit verklaart dat er minder controles zijn als gevolg van beperkte menselijke en financiële middelen en het hoge aantal dierlijke bijproducten die vanuit andere lidstaten binnenkomen. 44. De NVWA heeft in 2014 een audit georganiseerd (zie bevinding 50) om te verifiëren dat bepaalde dierlijke bijproducten met een hoog risico aankomen op specifieke plaatsen van bestemming (bv. Categorie 1 dierlijke bijproducten voor biodieselbedrijven De bevoegde autoriteit zorgt er dus voor dat, hoewel dierlijke bijproducten niet in 100 procent van de gevallen worden gecontroleerd op de plaats van bestemming, deze dierlijke bijproducten op goedgekeurde vestigingen voor dierlijke bijproducten binnenkomen Modules voor GDB's en GFDB-PP's 45. De modules voor GDB's en GFDB-PP's in Traces worden niet gebruikt door de bevoegde autoriteit. De nationale gegevensbanken worden gebruikt om GDB's en GFDB-PP's uit te geven Uitvoermodule 46. De uitvoermodule wordt niet gebruikt in Traces. Modellen voor uitvoercertificaten uit Traces worden gedownload naar het nationale computersysteem voor uitvoer. De veterinaire inspecteurs geven uitvoercertificaten uit door middel van het nationale computersysteem voor uitvoer. Conclusie 47. Het gebruik van Traces is over het algemeen correct voor routineactiviteiten voor invoer en voor het vervoer van levende dieren vanuit Nederland binnen de Unie. Het 11

17 ontbreken van gegevens in Traces weerspiegelt het gebrek aan controle door de grensinspectieposten (bv. uitgang van doorvoerzendingen) of door de kantoren van de NVWA (bv. wederinvoer of zendingen voor vernietiging). In sommige gevallen zijn deze controles wel uitgevoerd, maar niet vastgelegd in Traces. De aankomst van een aantal zendingen binnen de Unie wordt niet gecontroleerd op de plaats van bestemming (bv. dierlijke bijproducten) of de volledige reeks controles wordt niet vastgelegd in Traces (bv. slachtdieren). Het gevolg is dat de traceerbaarheid van de hierboven genoemde zendingen en de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten wordt ondermijnd. 5.3 EVALUATIE EN BEOORDELING Wettelijke voorschriften Verordening (EG) nr. 882/2004, Richtlijn 97/78/EG, Beschikking 2004/292/EG. Bevindingen 48. Er wordt een verificatiesysteem ontwikkeld in de invoercontrolesector. De verificatie wordt regelmatig uitgevoerd door medewerkers van de GIP, met inbegrip van verificatie van het juiste gebruik van Traces. De verificatie is echter toegespitst op afzonderlijke fouten en evalueert niet de toepassing van de procedures, hoewel het auditteam wel terugkerende fouten heeft geconstateerd. Traces geeft bijvoorbeeld niet altijd de uitgevoerde controles weer die door de GIP's zijn uitgevoerd (bv. de resultaten van laboratoriumtesten zijn gedeeltelijk vastgelegd); in sommige gevallen (bv. uitgaande doorvoercontroles) werden de controles helemaal niet uitgevoerd, dus viel er niets vast te leggen in Traces. 49. De audit op controles bij GIP's werd uitgevoerd door de NVWA in De audit was inclusief de evaluatie van het gebruik van Traces. Tijdens de eerdergenoemde audits was aan het licht gekomen dat alleen veterinaire inspecteurs toegang hebben tot Traces in een van de gecontroleerde GIP's. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat de gegevens van de client-vgc die een interface met Traces heeft, worden gecontroleerd teneinde er voor te zorgen dat alle controles zijn vastgelegd in Traces zoals bedoeld in Beschikking 2004/292/EG. 50. De bevoegde autoriteit heeft het auditteam laten weten dat een audit op het gebruik van dierlijke bijproducten uit categorie 1 voor technisch gebruik werd uitgevoerd in Tijdens deze audit gebruikte het auditteam gegevens van Traces-NL. Het verslag was niet beschikbaar ten tijde van de VVB-audit, maar uit voorafgaande feedback bleek dat er tijdens de audit geen belangrijke kwesties met betrekking tot het gebruik van Traces naar voren kwamen. 12

18 Conclusie 51. Er bestaat een verificatiesysteem om het gebruik van Traces bij grensinspectieposten en op de kantoren van de NVWA te beoordelen. Er zijn echter geen systemische problemen opgespoord en waar nodig opgevolgd, waardoor de niet-nalevingen onopgelost blijven en derhalve niet bijdragen tot de verbetering van het controlesysteem. 6 ALGEMENE CONCLUSIES Nederland heeft een bevoegde autoriteit aangewezen om Traces te gebruiken met betrekking tot levende dieren en producten van dierlijke oorsprong. De structuur van de bevoegde autoriteit in Traces komt niet overeen met de huidige structuur, aangezien lokale veterinaire eenheden van de NVWA in verband met de regionale indeling zijn opgeheven. Daarom verwijzen alle Intra-certs in Traces naar de niet-bestaande lokale veterinaire eenheden. Het gebruik van Traces is over het algemeen correct voor routineactiviteiten voor invoer en voor het vervoer van levende dieren vanuit Nederland binnen de Unie. Het ontbreken van gegevens in Traces weerspiegelt het gebrek aan controle door de grensinspectieposten (bv. uitgang van doorvoerzendingen) of door de kantoren van de NVWA (bv. wederinvoer of zendingen voor vernietiging). In sommige gevallen zijn deze controles wel uitgevoerd, maar niet vastgelegd in Traces. De aankomst van een aantal zendingen binnen de Unie wordt niet gecontroleerd op de plaats van bestemming (bv. dierlijke bijproducten) of de volledige reeks controles wordt niet vastgelegd in Traces (bv. slachtdieren). Het gevolg is dat de traceerbaarheid van de hierboven genoemde zendingen en de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten wordt ondermijnd. Er bestaat een verificatiesysteem om het gebruik van Traces bij grensinspectieposten en de kantoren van de NVWA te beoordelen. Er zijn echter geen systemische problemen opgespoord en waar nodig opgevolgd, waardoor de niet-nalevingen onopgelost blijven en derhalve niet bijdragen tot de verbetering van het controlesysteem. 7 SLOTVERGADERING Op 31 oktober 2014 werd een slotvergadering gehouden met vertegenwoordigers van de NVWA. Tijdens deze vergadering presenteerde het auditteam de belangrijkste bevindingen en de voorlopige conclusies van de audit. De bevoegde autoriteit verzocht om opheldering ten aanzien van bepaalde zaken, maar weersprak de gepresenteerde bevindingen en conclusies niet. 13

19 8 AANBEVELINGEN De bevoegde autoriteit wordt verzocht binnen 25 werkdagen na ontvangst van dit verslag nadere gegevens over de getroffen en voorgenomen maatregelen met het oog op onderstaande aanbevelingen te verstrekken. Nr. Aanbeveling 1. Informatie verstrekken aan de diensten van de Commissie over de nieuwe structuur van de bevoegde autoriteit om te waarborgen dat de informatie in Traces voor handel binnen de Unie op de juiste wijze overeenkomt met de lokale veterinaire eenheden zoals vermeld in Beschikking 2009/821/EG. Aanbeveling gebaseerd op conclusie 7. Begeleidende bevinding Ervoor zorgen dat gegevens van relevante officiële controles (bv. uitgaande doorvoer, wederinvoer van vernietigde zendingen, controles bij abattoirs, zendingen binnen de EU van bepaalde dierlijke bijproducten) worden vastgelegd in Traces zoals uiteengezet in Beschikking 2004/292/EG. Aanbeveling gebaseerd op conclusie 47. Begeleidende bevindingen: 18, 20, 36, 37, 40 en

20 BIJLAGE 1 VERWIJZINGEN NAAR WETGEVING Verwijzing naar wetgeving Verordening nr. 599/2004 Verordening nr. 882/2004 Verordening nr. 1069/2009 Richtlijn 97/78/EG Beschikking 2000/571/EG Publicatieblad PB 94 van , blz PB L 165 van , blz. 1, gerectificeerd en opnieuw bekendgemaakt in PB L 191 van , blz. 1 PB L 300 van , blz PB L 24 van , blz PB L 240 van , blz Titel Verordening (EG) nr. 599/2004/EG van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht 2000/571/EG: Beschikking van de Commissie van 8 september 2000 tot vaststelling van de methoden voor de veterinaire controles van producten uit derde landen die bestemd zijn voor een vrije zone, een vrij entrepot, een douane-entrepot of een handelaar die levert aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen 15

21 Richtlijn 92/65/EEG Richtlijn 90/425/EEG Verordening nr. 282/2004 Beschikking 92/486/EEG Beschikking 2004/292/EG Verordening nr. 136/2004 PB L 268 van , blz PB L 224 van , blz PB 49 van , blz PB L 291 van , blz PB L 94 van , blz PB 21 van , blz Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht. 92/486/EEG: Beschikking van de Commissie van 25 september 1992 tot vaststelling van de bepalingen inzake de samenwerking tussen het serverstation "Animo" en de lidstaten 2004/292/EG: Beschikking van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen 16