CDC Instructiehandleiding. Multifunctioneel Kleuren Systeem

Transcriptie

1 CDC Instructiehandleiding Multifunctioneel Kleuren Systeem

2 Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van de DCC 2725/2730/2740/2840. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig voor u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat zodat u deze snel kunt raadplegen. Wij raden u aan vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten in dit apparaat. In deze gebruikershandleiding worden de DCC 2725/2730/2740/2840 repectievelijk het 25 ppm-model, 30 ppm-model, 40 ppm-model en 50 ppm-model genoemd. Meegeleverde handleidingen Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg ze wanneer nodig. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Beschrijving over het plaatsen van papier, basishandelingen voor kopiëren, afdrukken en scannen en het oplossen van problemen.

3 Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven. Symbolen WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging. Het symbool geeft aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin het symbool aangegeven.... [Algemene waarschuwing]... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]... [Waarschuwing voor hoge temperatuur] Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]... [Demontage verboden] Het symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]... [Haal de stekker uit het stopcontact]... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact] Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervanging te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen betaling). OPMERKING: Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed gekopieerd worden omdat dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt. GEBRUIKERSHANDLEIDING i

4 Inhoud Inhoud Verkorte handleiding iv Waarschuwingsetiketten vii Voorzorgsmaatregelen bij de installatie viii Voorzorgsmaatregelen voor gebruik x Laserveiligheid xiv Veiligheidsvoorschriften voor het uitschakelen van de voeding xv Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen xvi Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie xvii 1 Onderdeelnamen Bedieningspaneel Apparaat Voorbereiding voor het gebruik Bijgeleverde onderdelen controleren Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Kabels aansluiten De taal in het scherm wijzigen [Taal] Datum en tijd instellen Netwerk installeren (LAN-aansluiting) Software installeren Embedded Web Server (instellingen voor ) verzenden Papier plaatsen Originelen plaatsen Basisbediening Aan- en uitzetten Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand Slaapstand en automatische slaapstand De hoek van het bedieningspaneel aanpassen Aanmelden/afmelden De kleurstand selecteren De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken Informatie op het aanraakscherm Kopiëren Gereserveerde kopie Nieten Perforeren Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing Verzenden Bestemming opgeven Gebruik van de documentbox Basisbediening van de documentbox Taken annuleren Scherm Snelle instellingen Gebruik van de webbrowser Webbrowserinstellingen ii GEBRUIKERSHANDLEIDING

5 Contents 4 Documentbox Gebruik van een custom box Gebruik van een taakbox Documenten vanaf een verwisselbaar USB-geheugen afdrukken Documenten opslaan in het USB-geheugen (Scan naar USB) Onderhoud Reinigen De tonercontainer en de tonerafvalbak vervangen Problemen oplossen Storingen oplossen Reageren op foutmeldingen Papierstoringen oplossen Beheer Gebruikersaanmeldingsbeheer Taakaccounting Bediening van de databeveiligingskit Appendix Optionele apparatuur appendix-2 Invoeren van karakters appendix-7 Specificaties Appendix-19 Index Index-1 GEBRUIKERSHANDLEIDING iii

6 Verkorte handleiding Lees de Voorzorgsmaatregelen voor gebruik voor u het apparaat in gebruik neemt. Beheerdertaken Om te kopiëren Kopiëren. Druk op de Start-toets om een kopie te maken. U kunt ook de kopieerinstellingen optimaliseren door het papierformaat te wijzigen, de dichtheid aan te passen enzovoort. Om af te drukken Afdrukken. U kunt afdrukken via een netwerk, of u kunt een PDF-bestand rechtstreeks vanuit het USBgeheugen afdrukken. Wat wilt u doen? Kopiëren met specifieke instellingen Documenten afdrukken vanaf het verwisselbare Afdrukken via een netwerk USB-geheugen Kabels aansluiten Netwerk configureren (LAN-aansluiting) Installeer het printerstuurprogramm a opuw computer *1 Installatie Papier plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen Bediening Kopiëren Documenten vanaf een verwisselbaar USB-geheugen afdrukken Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing *1: Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van het printerstuurprogramma iv GEBRUIKERSHANDLEIDING

7 Om documenten te verzenden Verzenden. Beheerdertaken U kunt gescande afbeeldingen via een netwerk verzenden. Daarnaast kunt u gescande afbeeldingen ook opslaan in het USB-geheugen. Wat wilt u doen? Als verzenden Naar map verzenden (SMB) Documenten opslaan in het USB-geheugen Kabels aansluiten Netwerk configureren (LAN-aansluiting) Sluit het USB-geheugen aan Installatie Maak een gedeelde map aan op de bestemmingscomputer Plaats de originelen op de glasplaat Bediening Verzenden *1 Documenten opslaan in het USBgeheugen (Scan naar USB) *1: Als de bestemming niet opgeslagen is in het adresboek, dan kunt u verzenden door het adres rechtstreeks in te voeren. GEBRUIKERSHANDLEIDING v

8 Om een fax te verzenden Faxen. Beheerdertaken U kunt een fax niet alleen via de telefoonlijn verzenden, maar u kunt ook een fax verzenden via een netwerk zoals het internet. OPMERKING: Voor meer informatie over het voorbereiden en verzenden van een fax, raadpleeg de Gebruikershandleiding van het faxsysteem(q). Rechtstreeks Faxen zonder gebruik Wat wilt Een fax verzenden vanaf een computer van de telefoonlijn u doen? faxen (internetfax (i-fax)) Sluit de modulaire kabel voor de telefoonlijn aan op dit apparaat Telefoonlijn kiezen (enkel inch-versie) Netwerk configureren (LAN-aansluiting) Installatie Installeer het netwerkfaxstuurprogramma op uw computer *1 Selecteren van de Transmit Terminal Identification (TTI) van de Gebruikershandleiding van het faxsysteem(q) *2 Papier plaatsen Bediening Faxbediening (basis) van de Gebruikershandleiding van het faxsysteem(q) Over netwerkfaxen van de Gebruikershandleiding van het faxsysteem(q) Internetfaxen (i-fax) (optioneel) van de Gebruikershandleiding van het faxsysteem(q) *1: Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van het netwerkfaxstuurprogramma *2: Als de bestemming niet opgeslagen is in het adresboek, dan kunt u de fax verzenden door het adres rechtstreeks in te voeren. vi GEBRUIKERSHANDLEIDING

9 Waarschuwingsetiketten Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht. Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of wanneer u de toner vervangt. Hoge temperaturen binnenin het apparaat. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden. Raak de steun van de documenttoevoer niet aan. Het gevaar bestaat dat uw vingers of andere voorwerpen erin bekneld raken, met letsel tot gevolg. Etiket binnenin het apparaat (waarschuwing voor laserstraling) Hoge temperaturen binnenin het apparaat. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden. Verbrand de toner en tonercontainer niet. Dit kan gevaarlijke vonken doen ontstaan die brandwonden kunnen veroorzaken. Hoge temperaturen binnenin het apparaat. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden. GEBRUIKERSHANDLEIDING OPMERKING: Verwijder deze etiketten niet. vii

10 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Omgeving VOORZICHTIG Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat omvallen. Dergelijke situaties leveren gevaar voor lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op. Plaats het apparaat niet op vochtige, stoffige of vuile locaties. Wanneer er stof of vuil op de stekker is terechtgekomen, moet u deze reinigen om gevaar voor brand of elektrische schokken te voorkomen. Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare voorwerpen om brandgevaar te voorkomen. Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en het onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht het apparaat gemakkelijk kan verlaten. 10 cm 30 cm 30 cm 100 cm Overige voorzorgsmaatregelen De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is: Temperatuur: 10 tot 32,5 C, maar de vochtigheid moet 70% of minder zijn als de temperatuur 32,5 C is. Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80%, maar de temperatuur moet 30 C of minder zijn als de vochtigheid 80% is. Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Wij adviseren u om het apparaat te gebruiken bij een temperatuur van circa 16 tot 27 C of minder en bij een vochtigheid van circa 36 tot 65%. Bovendien, vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat. Het apparaat detecteert automatisch of de temperatuur te hoog of te laag is en geeft het volgende bericht weer. viii GEBRUIKERSHANDLEIDING

11 Bericht: "Waarschuwing voor hoge temperatuur. Pas de kamertemperatuur aan." of "Waarschuwing voor lage temperatuur. Pas de kamertemperatuur aan." Om het apparaat onder optimale omstandigheden te gebruiken, moet u de temperatuur en de vochtigheid in de kamer aanpassen als het bericht verschijnt. Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht. Vermijd plaatsen met trillingen. Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen. Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht. Vermijd slecht geventileerde plaatsen. Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na de installatie wordt verplaatst. Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een geschikte omgeving voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn. Voeding/aarding van het apparaat WAARSCHUWING Gebruik geen voedingsbron met een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar voor brand of elektrische schokken op. Sluit het netsnoer stevig aan op het stopcontact en op de voedingsaansluiting van het apparaat. Als er stof rond de pinnen van de stekker zit of als de pinnen in contact komen met metalen voorwerpen, dan kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Slecht elektrisch contact kan oververhitting en brand veroorzaken. Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar voor brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet mogelijk is. Overige voorzorgsmaatregelen Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact. Gebruik van plastic zakken WAARSCHUWING Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken. GEBRUIKERSHANDLEIDING ix

12 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat WAARSCHUWING Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen. Haal geen panelen van het apparaat, omdat er dan kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning in het apparaat. Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet onnodig aan en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar voor brand of elektrische schokken op. Probeer het apparaat of onderdelen ervan nooit te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar voor brand, elektrische schokken of blootstelling aan laserstraling bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken. Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken. Zet de hoofdschakelaar onmiddellijk uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Als er schadelijke voorwerpen (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de hoofdschakelaar uitzetten. Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar voor brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar voor elektrische schokken bestaat. Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen. x GEBRUIKERSHANDLEIDING

13 VOORZICHTIG Trek niet aan het netsnoer wanneer u het uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer uit het stopcontact wilt trekken.) Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken. Houd het apparaat altijd alleen vast bij de daarvoor bestemde plaatsen wanneer u het optilt of verplaatst. Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact. Als de optionele faxkit geïnstalleerd is en u zet het apparaat uit met de hoofdsachakelaar, dan is het versturen en ontvangen van faxen uitgeschakeld. Haal om veiligheidsredenen altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat reinigt. Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar voor brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw servicevertegenwoordiger te raadplegen voor het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaand aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger met betrekking tot de kosten voor het reinigen van de interne onderdelen van het apparaat. Overige voorzorgsmaatregelen Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en veroorzaak geen andere schade aan het apparaat. Tijdens het kopiëren mag u de voorklep niet openen, de hoofdschakelaar uitzetten of de stekker uittrekken. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger wanneer het apparaat moet worden opgetild of verplaatst. Wanneer u het apparaat verplaatst, draai dan de vier hoogteregelaars van de papierinvoer tot ze de grond raken zodat het apparaat stabiel staat. Raak geen elektrische onderdelen zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit. Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven. Voorzichtig: Het gebruik van bedieningselementen of regelaars of de uitvoering van procedures anders dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Kijk niet rechtstreeks in het licht van de scanlamp. Dit kan vermoeidheid of pijn aan uw ogen veroorzaken. Dit apparaat is uitgerust met een harde schijf. Probeer het apparaat niet te verplaatsen wanneer de stroom nog is ingeschakeld. Aangezien schokken of trillingen als gevolg hiervan schade aan de harde schijf kunnen veroorzaken, moet u ervoor zorgen dat u de stroom uitschakelt voordat u het apparaat probeert te verplaatsen. Als zich een probleem voordoet met de harde schijf van het apparaat, kunnen opgeslagen gegevens verloren gaan. Het wordt aanbevolen een reservekopie van belangrijke gegevens te maken op een pc of andere media. Zorg er ook voor originelen van belangrijke documenten afzonderlijk te bewaren. GEBRUIKERSHANDLEIDING xi

14 Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. Houd de tonercontainer en de tonerafvalbak buiten het bereik van kinderen. Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de tonerafvalbak wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid. Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts. Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts. Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts. Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep. De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden opengemaakt of vernietigd. Als de optionele faxkit is geïnstalleerd en de hoofdschakelaar is uitgeschakeld, kunnen er geen faxen worden verstuurd of ontvangen. Zet de hoofdschakelaar niet uit, maar druk op de Power-toets van het bedieningspaneel om het apparaat in de slaapstand te zetten. xii GEBRUIKERSHANDLEIDING

15 Overige voorzorgsmaatregelen Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften. Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht. Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40ºC en waar zich geen sterke schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF) lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht. GEBRUIKERSHANDLEIDING xiii

16 Laserveiligheid Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker. Het onderstaande etiket bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat. xiv GEBRUIKERSHANDLEIDING

17 Veiligheidsvoorschriften voor het uitschakelen van de voeding Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste onderdeel voor het afsluiten van de voeding! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functieschakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de voeding los te koppelen. VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen. VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET 2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC en 1999/5/EC Wij verklaren op basis van onze eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft in overeenstemming is met de volgende specificaties. EN55024 EN55022 Klasse B EN EN EN EN EN EN Radiofrequentiezender Dit apparaat bevat een verzendmodule. Wij, de fabrikant, verklaren hierbij dat deze apparatuur in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Radio-identificatietechnologie In sommige landen is de radio-identificatietechnologie die bij deze apparatuur wordt gebruikt om de tonercontainer te identificeren onderhevig aan autorisatie. Het gebruik van deze apparatuur kan als gevolg hiervan beperkt zijn. OPMERKING: Producten met het symbool van een doorgestreepte vuilnisbak op wieltjes bevatten batterijen die vallen onder Richtlijn 2006/66/EC (de "batterijrichtlijn") van het Europees Parlement en de Raad binnen de Europese Unie. Haal de batterijen die in dit apparaat zitten niet uit en gooi ze niet weg. GEBRUIKERSHANDLEIDING xv

18 Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht. Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/ gescand mogen worden. Papiergeld Bankbiljetten Waardepapieren Stempels Paspoorten Certificaten Plaatselijke wetten en bepalingen kunnen mogelijk het kopiëren/scannen van ander materiaal dan hierboven is vermeld verbieden of beperken. xvi GEBRUIKERSHANDLEIDING

19 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen. Wettelijke kennisgevingen...xviii Wat betreft handelsnamen... xix Energiebesparingsfunctie...xxiii Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie...xxiii Gerecycled papier...xxiii Energy Star-programma (ENERGY STAR )...xxiii Over deze gebruikershandleiding...xxiv GEBRUIKERSHANDLEIDING xvii

20 Wettelijke kennisgevingen Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van UTAX GmbH is verboden. xviii GEBRUIKERSHANDLEIDING

21 Wat betreft handelsnamen PRESCRIBE en ECOSYS zijn handelsmerken van Kyocera Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Windows Me, Windows XP en Windows Vista zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company. Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated. Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation. Novell en NetWare zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell, Inc. IBM en IBM PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Power PC is een handelsmerk van IBM in de Verenigde Staten en/of in andere landen. AppleTalk is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Dit apparaat is ontwikkeld met behulp van het ingebouwde real-time besturingssysteem Tornado van Wind River Systems, Inc. TrueType is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. TypeBankG-B, TypeBankM-M en Typebank-OCR zijn handelsmerken van TypeBank. Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met Monotype Imaging Inc. Helvetica, Palatino en Times zijn gedeponeerde handelsmerken van Linotype-Hell AG. ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn gedeponeerde handelsmerken van International Type-face Corporation. UFST MicroType lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn geïnstalleerd in dit apparaat. Dit apparaat bevat de NF-module ontwikkeld door ACCESS Co., Ltd. Dit apparaat bevat software met modules die zijn ontwikkeld door de Independent JPEG Group. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven. De symbolen en worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding. Dit product is voorzien van de NetFront-browser van ACCESS CO., LTD. ACCESS, het ACCESS-logo en NetFront zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van ACCESS CO., LTD. in de Verenigde Staten, Japan en andere landen ACCESS CO., LTD. Alle rechten voorbehouden. Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group. GEBRUIKERSHANDLEIDING xix

22 GPL Bepaalde firmware van dit apparaat maakt ten dele gebruik van de GPL-toepassingscodes ( copyleft/gpl.html). Open SSLeay-licentie Copyright (c) The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1 Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment: This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit. ( / 4 The names OpenSSL Toolkit and OpenSSL Project must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org. 5 Products derived from this software may not be called OpenSSL nor may OpenSSL appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project. 6 Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit ( THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT AS IS AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. xx GEBRUIKERSHANDLEIDING

23 Original SSLeay License Copyright (C) Eric Young All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL. This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson Copyright remains Eric Young s, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed. If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used. This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1 Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2 Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. 3 All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement: This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com) The word cryptographic can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-). 4 If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement: This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com) THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG AS IS AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.] GEBRUIKERSHANDLEIDING xxi

24 Monotype Imaging License Agreement 1 Software shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software. 2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (Typefaces) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts on more than three printers, you need to acquire a multiuser license agreement which can be obtained from Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement. 3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to and use of the Software and Typefaces. 4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original. 5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as requested. 6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software. 7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship. Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions. The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular purpose and merchantability, are excluded. 8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging. In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential damages, or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces. 9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement. 10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written consent of Monotype Imaging. 11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer Software clause at FAR , subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate. Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in FAR (c)(2). 12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party. By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement. xxii GEBRUIKERSHANDLEIDING

25 Energiebesparingsfunctie Het apparaat is uitgerust met een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het verstrijken van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat. Energiebesparende stand Het apparaat gaat automatisch in de energiebesparende stand wanneer er 5 minuten zijn verstreken nadat het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de energiebesparende stand wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand op pagina 3-4 voor meer informatie. Slaapstand Het apparaat gaat automatisch in de slaapstand wanneer er 30 minuten zijn verstreken nadat het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Slaapstand en automatische slaapstand op pagina 3-5 voor meer informatie. Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie Dit apparaat beschikt over dubbelzijdig kopiëren als standaardfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de gebruikte hoeveelheid papier beperken. Raadpleeg Dubbelzijdig kopiëren op pagina 3-18 voor meer informatie. Gerecycled papier Dit apparaat ondersteunt het gebruik van gerecycled papier om de belasting voor het milieu te verminderen. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten. Energy Star-programma (ENERGY STAR ) Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma. GEBRUIKERSHANDLEIDING xxiii

26 Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 - Onderdeelnamen Beschrijft de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel. Hoofdstuk 2 - Voorbereiding voor het gebruik Geeft uitleg over het toevoegen van papier, het plaatsen van originelen, het aansluiten van het apparaat en de benodigde configuraties voor het eerste gebruik. Hoofdstuk 3 - Basisbediening Beschrijft de basisprocedures voor kopiëren, afdrukken en scannen. Hoofdstuk 4 - Documentbox Is een basishandleiding voor het gebruik van documentboxen. Hoofdstuk 5 - Onderhoud Beschrijft het reinigen van het apparaat en het vervangen van de toner. Hoofdstuk 6 - Problemen oplossen Geeft uitleg over het oplossen van foutmeldingen, papierstoringen en andere problemen. Hoofdstuk 7 - Beheer Geeft uitleg over gebruikersaanmeldingsbeheer en taakaccounting. Beschrijft tevens de procedure voor het installeren van de databeveiligingskit. Appendix Geeft uitleg over het invoeren van karakters en een overzicht van de apparaatspecificaties. Laat u kennismaken met de handige optionele apparatuur die voor dit apparaat beschikbaar is. Geeft informatie over mediatypes en papierformaten. xxiv GEBRUIKERSHANDLEIDING

27 Vormgevingselementen in deze handleiding De volgende vormgevingselementen worden gebruikt, afhankelijk van het soort beschrijving. Vormgevingselement Beschrijving Voorbeeld Vet [Normaal] Cursief Opmerking Belangrijk Voorzichtig Geeft de toetsen op het bedieningspaneel of een computerscherm aan. Geeft de toetsen op het aanraakscherm aan. Geeft een bericht op het aanraakscherm weer. Wordt gebruikt om belangrijke woorden en zinnen of verwijzingen naar extra informatie te benadrukken. Geeft extra informatie of handelingen ter referentie aan. Geeft verplichte of verboden items aan om problemen te voorkomen. Geeft aan wat u moet doen om lichamelijk letsel of apparaatbeschadiging te voorkomen en hoe u hiermee moet omgaan. Druk op de Start-toets. Druk op [OK]. Gereed voor kopiëren wordt weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie Slaapstand en Automatische slaapstand op pagina 3-5. OPMERKING: BELANGRIJK: VOORZICHTIG: GEBRUIKERSHANDLEIDING xxv

28 Beschrijving van de bedieningsprocedures In deze gebruikershandleiding worden opeenvolgende bedieningsstappen als volgt aangegeven: Bedieningsprocedure Druk op [Kopiëren]. Druk op [Volgende] bij Snelle instellingen. Druk tweemaal op [ ]. Druk op [Wijzigen] bij Origineel beeld. Beschrijving in deze gebruikershandleiding Druk op [Kopiëren], [Volgende] bij Snelle instellingen, tweemaal op [ ] en vervolgens op [Wijzigen] bijorigineel beeld. xxvi GEBRUIKERSHANDLEIDING

29 Originelen en papierformaten In dit gedeelte wordt de in deze handleiding gebruikte notatie uitgelegd, wanneer naar origineelformaten of papierformaten wordt verwezen. Bij A4, B5 en Letter, die zowel horizontaal (staand) als verticaal (liggend) kunnen worden gebruikt, wordt de horizontale richting met een extra letter R aangegeven om de richting van het origineel/papier aan te geven. Plaatsingsrichting Aangegeven formaat * Verticale richting A4, B5, A5, B6, B B A6, 16K, Letter, Statement A A Origineel Papier Bij het origineel/papier is afmeting A langer dan B. Horizontale richting B A A B A4-R, B5-R, A5-R, B6-R, A6-R, 16K-R, Letter-R, Statement-R Origineel Papier Bij het origineel/papier is afmeting A korter dan B. * Het formaat van het origineel/papier dat kan worden gebruikt, is afhankelijk van de functie en de invoerlade. Raadpleeg de pagina over die functie of de invoerlade voor meer informatie. GEBRUIKERSHANDLEIDING xxvii

30 Pictogrammen op het aanraakscherm De plaatsingsrichting van de originelen en het papier wordt op het aanraakscherm aangegeven met de volgende pictogrammen. Plaatsingsrichting Originelen Papier Verticale richting Horizontale richting xxviii GEBRUIKERSHANDLEIDING

31 1 Onderdeelnamen In dit hoofdstuk worden de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel beschreven. Bedieningspaneel Apparaat GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-1

32 Onderdeelnamen Bedieningspaneel Geeft het scherm Status/Taak annuleren weer. Geeft het Systeemmenu weer. Geeft het aantal afgedrukte pagina's en het aantal gescande pagina's weer. Geeft de hulpfunctie weer. Knippert tijdens het afdrukken. Knippert tijdens het verzenden van gegevens. Kiest kleur. Kiest zwart-wit Geeft het scherm Kopiëren weer. Kiest de kleur automatisch. Geeft het scherm voor verzenden weer. U kunt dit ook wijzigen in het adresboekscherm. Verandert het aanraakscherm in een groter scherm voor Kopiëren of Verzenden. Geeft het scherm Documentbox weer. Geeft het scherm Toepassing weer. Geeft het scherm Programma weer. 1-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

33 Onderdeelnamen Knippert tijdens het ontvangen van gegevens. Knippert als het apparaat de harde schijf, het faxgeheugen of het USB-geheugen (algemeen gebruik) gebruikt. Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken. Geeft het scherm Kopiëren tijdens onderbreking weer. Beëindigt (meldt af) op het scherm Beheer. Zet het apparaat in de energiebesparende stand. Zet het apparaat in de slaapstand. Schakelt de slaapstand uit. Brandt als het apparaat ingeschakeld is. 1 Cijfertoetsen. Om cijfers en symbolen in te voeren. Wist ingevoerde nummers en karakters. Kiest reeds geregistreerde bestemmingen en programma's voor verzending. Bevestigt de cijfers ingevoerd met de cijfertoetsen en bevestigt het scherm tijdens het instellen van functies. Werkt net als de [OK]-toets op het scherm. Keert terug naar de standaardinstellingen. Annuleert of onderbreekt de lopende afdruktaken. Start het kopiëren en scannen en het verwerken bij het maken van instellingen. GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-3

34 Onderdeelnamen Apparaat Originelenklep (optioneel) 2 Glasplaat 3 Aanduidingen origineelformaat 4 Sleufglas 5 Linkerklep 1 6 Lampje linkerklep 1 7 Hendel linkerklep 1 8 Lampje linkerklep 2 9 Linkerklep 2 10 Linkerklep 3 11 Hendels 12 Houder voor paperclips 13 Bedieningspaneel 14 Foutmeldingslampje... Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken 15 Ontvangstlampje... Knippert tijdens het ontvangen van gegevens 16 Voorklep 17 Cassette 1 18 Cassette GEBRUIKERSHANDLEIDING

35 Onderdeelnamen Tonercontainerontgrendeling (Magenta) 20 Tonercontainer (Magenta) 21 Tonercontainerontgrendeling (Cyan) 22 Tonercontainer (Cyan) 23 Tonercontainerontgrendeling (Yellow) 24 Tonercontainer (Yellow) 25 Tonercontainerontgrendeling (Black) 26 Tonercontainer (Black) 27 Reinigingsborstel 28 Tonerafvalbak 29 Tonerafvallade 30 Ontgrendelingsknop GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-5

36 Onderdeelnamen Bovenste opvangbak 32 USB-geheugenaansluiting (A1) 33 Klep papierinvoer 34 Papierinvoer 35 Groene knop 36 Instelmechanisme voor papierbreedte 37 Papierlengtegeleider 38 Hendels 39 Multifunctionele lade 40 Papierbreedtegeleiders 41 Optionele interface-aansluiting (OPT2) 42 USB-poort (A2) 43 Netwerkinterface-aansluiting 44 USB-interface-aansluiting (B1) 45 Optionele interface-aansluiting (OPT1) 46 Hoofdschakelaar GEBRUIKERSHANDLEIDING

37 2 Voorbereiding voor het gebruik Dit hoofdstuk bevat uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voor u het apparaat voor de eerste maal gebruikt. Daarnaast beschrijft het de procedures voor het plaatsen van papier en originelen. Bijgeleverde onderdelen controleren Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Kabels aansluiten De taal in het scherm wijzigen [Taal] Datum en tijd instellen Netwerk installeren (LAN-aansluiting) Software installeren Embedded Web Server (Instellingen voor netwerk en verzending) verzenden Papier plaatsen Originelen plaatsen GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-1

38 Voorbereiding voor het gebruik Bijgeleverde onderdelen controleren Controleer of de volgende onderdelen zijn bijgeleverd. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Cd-rom (Product Library) Cd-rom (TWAIN-compatibele toepassing) 2-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

39 Voorbereiding voor het gebruik Verbindingsmethode bepalen en kabels voorbereiden Controleer de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden en zorg dat u de noodzakelijke kabels bij de hand hebt. Aansluitvoorbeeld 2 Bepaal de methode om het apparaat met een pc of een netwerk te verbinden aan de hand van onderstaande afbeelding. Verbinden van een scanner via een netwerkkabel (100Base- TX of 10Base-T) met uw pc-netwerk. Pc van de beheerder Afdrukken Embedded Web Server Netwerkinstellingen, Standaardinstellingen scanner, Registratie gebruiker en bestemming MFP Netwerk verzending Verzendt de afbeeldingsgegevens van gescande originelen naar de gewenste ontvanger als een bestandsbijlage bij een bericht. Netwerk SMB-verzending USB Netwerk Slaat de gescande afbeelding als een gegevensbestand op uw pc op. Netwerkfaxen (optioneel) Netwerk Netwerk FTP-verzending Verzendt de gescande afbeelding als een gegevensbestand op de FTP-server. Fax (optioneel) Faxen Netwerk TWAIN-scannen WIA-scannen Netwerk TWAIN en WIA zijn gestandaardiseerde interfaces voor communicatie tussen softwaretoepassingen en beeldopnameapparatuur. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-3

40 Voorbereiding voor het gebruik De benodigde kabels voorbereiden De volgende interfaces zijn beschikbaar om het apparaat met een pc te verbinden. Leg de benodigde kabels klaar afhankelijk van de gebruikte interface. Beschikbare standaardinterfaces Functie Interface Benodigde kabel Printer/scanner /netwerkfax* Netwerkinterface LAN (10Base-T of 100Base-TX, beschermd) Printer USB-interface Met USB 2.0 compatibele kabel (ondersteuning van Hi-Speed USB, max. 5,0 m, beschermd) * Functie beschikbaar bij gebruik van optionele faxkit. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de faxkit voor meer informatie over de netwerkfaxfunctie. 2-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

41 Voorbereiding voor het gebruik Kabels aansluiten LAN-kabel aansluiten (optioneel) Volg de onderstaande stappen om een LAN-kabel op het apparaat aan te sluiten. 1 Als het apparaat ingeschakeld is, drukt u eerst op het bedieningspaneel op de Power-toets. Controleer of het Power-lampje en het geheugenlampje uit zijn. Zet vervolgens de hoofdschakelaar uit. 2 Controleer of de lampjes uit zijn. 2 Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkaansluiting, die zich op de rechterzijde van het apparaat bevindt. 3 Sluit het andere eind van de kabel aan op de hub. 4 Configureer het netwerk. Raadpleeg Netwerk installeren (LAN-aansluiting) op pagina 2-10 voor meer informatie. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-5

42 Voorbereiding voor het gebruik USB-kabel aansluiten Volg de onderstaande stappen om een USB-kabel op het apparaat aan te sluiten. 1 Als het apparaat ingeschakeld is, drukt u eerst op het bedieningspaneel op de Power-toets. Controleer of het Power-lampje en het geheugenlampje uit zijn. Zet vervolgens de hoofdschakelaar uit. Controleer of de lampjes uit zijn. 2 Sluit de USB-kabel aan op de daarvoor bestemde aansluiting, die zich op de rechterzijde van het apparaat bevindt. Netvoedingskabel aansluiten 3 Sluit het andere eind van de kabel aan op de pc. Sluit het ene eind van de bijgeleverde netvoedingskabel aan op het apparaat en steek het andere eind in een stopcontact. BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd. 2-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

43 Voorbereiding voor het gebruik De taal in het scherm wijzigen [Taal] Kies de taal die weergegeven wordt op het aanraakscherm. Volg de onderstaande stappen om de taal te kiezen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 2 Druk op [Algemene instellingen] en vervolgens op [Wijzigen] van Taal. Algemene instellingen - Taal 3 Druk op de toets voor de taal die u wilt gebruiken. De taal kiezen voor het display van het aanraakscherm. English Deutsch Français Español Italiano Nederlands Português Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. De taal van het aanraakscherm is gewijzigd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-7

44 Voorbereiding voor het gebruik Datum en tijd instellen Volg de onderstaande stappen om de lokale datum en tijd op de plaats van installatie in te stellen. Wanneer u een verzendt met de verzendfunctie, zullen de hier ingestelde datum en tijd in de kop van het bericht worden toegevoegd. Stel de datum, de tijd en het tijdsverschil met GMT in van de regio waar het apparaat wordt gebruikt. OPMERKING: Stel het tijdsverschil in voor u de datum en de tijd instelt. 1 Zet de hoofdschakelaar aan. 2 Druk op de Systeemmenu-toets. 3 Druk op [ ], [Datum/Timer] en vervolgens op [Wijzigen] bij Tijdzone. Datum/timer - Tijdzone De tijdzone instellen. Selecteer de juiste tijdzone voor uw omgeving. De tijdzone instellen. -12:00 Internationale datumgrens West 4 Kies de regio. OPMERKING: Druk op [ ] of [ ] om de volgende regio weer te geven. -11:00 Midway, Samoa -10:00 Hawaii -09:00 Alaska 1/13 Zomertijd Uit 5 Druk op [Uit] of [Aan] bij Zomertijd en druk op [OK]. -08:00 Pacific Time (US & Canada) Aan -07:00 Arizona Annuleren OK Status 10/10/ :10 OPMERKING: Als u een regio kiest zonder zomertijd, dan verschijnt het scherm voor het instellen van de zomertijd niet. 6 Druk op [Wijzigen] bij Datum/tijd. 2-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING

45 Voorbereiding voor het gebruik Datum/timer - Datum/tijd De datum en tijd instellen. 7 Stel de datum en de tijd in. Druk op [+] of [ ] bij elke instelling Jaar 10 Maand 10 Dag 2 10 Uur 10 Minuut 31 Seconde Off Annuleren OK Status 10/10/ :10 8 Druk op [OK]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-9

46 Voorbereiding voor het gebruik Netwerk installeren (LAN-aansluiting) Het apparaat is voorzien van een netwerkinterface-aansluiting, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPX/SPX, NetBEUI, IPSec en AppleTalk. Dit maakt netwerkafdrukken mogelijk bij Windows, Macintosh, UNIX, NetWare en andere platforms. TCP/IP (IPv4) instellen AppleTalk instellen OPMERKING: Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de instellingen enkel wijzigen door aan te melden met de toegangsrechten van de beheerder. Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. TCP/IP (IPv4) instellen (door het invoeren van IP-adressen) Stel TCP/IP in om verbinding te maken met het Windows-netwerk. Stel de IP-adressen, subnetmaskers en gateway-addressen in. De standaardinstellingen zijn "TCP/IP-protocol: Aan, DHCP: Aan, Bonjour: Uit". OPMERKING: Vraag, voor u het IP-adres invoert, toestemming aan de netwerkbeheerder. Volg de onderstaande stappen om TCP/IP (IPv4) in te stellen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Systeem], [Volgende] bij Netwerk en vervolgens op [Volgende] bij TCP/IP-instelling. 3 Druk op [Wijzigen] van TCP/IP. 4 Druk op [Aan] en vervolgens op [OK]. 5 Druk op [Wijzigen] bij IPv4. Systeem - IPv4 6 Druk op [DHCP]. TCP/IP (IPv4) instellen. * De instelling zal worden toegepast nadat het systeem opnieuw is opgestart IP-adres Subnetmasker On Standaardgateway Aan DHCP Uit Bonjour Annuleren OK Status 10/10/ :10 7 Druk op [Uit] bij DHCP en druk vervolgens op [OK]. 8 Druk op [Bonjour]. 9 Druk op [Uit] bij Bonjour en druk vervolgens op [OK] GEBRUIKERSHANDLEIDING

47 Voorbereiding voor het gebruik 10 Druk op [IP-adres] en voer het adres in met de cijfertoetsen. 11 Druk op [Subnetmasker] en voer het adres in met de cijfertoetsen. 12 Druk op [Standaard-gateway] en voer het adres in met de cijfertoetsen Controleer of alle adressen correct ingevoerd zijn en druk op [OK]. 14 Start, na het wijzigen van de instelling, het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN. DHCP-instellingen Kies of u wel of niet de DHCP-server wilt gebruiken. De standaardinstelling is Aan. Volg de onderstaande stappen om de DHCP-instelling te kiezen. Bonjour-instellingen 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Systeem], [Volgende] bij Netwerk en vervolgens op [Volgende] bij TCP/IP-instelling. 3 Druk op [Wijzigen] bij TCP/IP. 4 Druk op [Aan] en vervolgens op [OK]. 5 Druk op [Wijzigen] bij IPv4. 6 Druk op [DHCP]. Kies of u wel of niet gebruik wilt maken van Bonjour. De standaardinstelling is Uit. Volg de onderstaande stappen om de Bonjour-instelling te kiezen. 7 Druk op [Aan] of [Uit] bij DHCP en druk vervolgens op [OK]. 8 Start, na het wijzigen van de instelling, het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Systeem], [Volgende] bij Netwerk en vervolgens op [Volgende] bij TCP/IP-instelling. 3 Druk op [Wijzigen] bij TCP/IP. 4 Druk op [Aan] en vervolgens op [OK]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-11

48 Voorbereiding voor het gebruik 5 Druk op [Wijzigen] bij IPv4. 6 Druk op [Bonjour]. 7 Druk op [Aan] of [Uit] bij Bonjour en druk vervolgens op [OK]. 8 Start, na het wijzigen van de instelling, het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN. AppleTalk instellen Kies de AppleTalk-netwerkverbinding. De standaardinstelling is Aan. Volg de onderstaande stappen om de AppleTalk-instelling te kiezen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Systeem], [Volgende] bij Netwerk en vervolgens op [Wijzigen] bij AppleTalk. 3 Druk op [Aan] of [Uit]. 4 Druk op [OK]. 5 Start, na het wijzigen van de instelling, het systeem opnieuw op of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN. Software installeren Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde Product Library cd-rom als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of faxverzending wilt gebruiken op uw pc. OPMERKING: Installatie in Windows XP, Windows 2000, Server 2003 en Windows Vista moet worden uitgevoerd door een gebruiker die als beheerder is aangemeld. Plug and Play is uitgeschakeld wanneer dit apparaat in de slaapstand staat. Haal het apparaat uit de energiebesparende stand of uit de slaapstand voordat u verdergaat. Zie Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand op pagina 3-4 en Slaapstand en automatische slaapstand op pagina GEBRUIKERSHANDLEIDING

49 Voorbereiding voor het gebruik Embedded Web Server (instellingen voor ) Het Embedded Web Server is een hulpmiddel dat wordt gebruikt voor taken als het controleren van de bedrijfsstatus van het apparaat en het wijzigen van de instellingen voor beveiliging, netwerkafdrukken, verzending en geavanceerde netwerkfuncties. 2 OPMERKING: Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de faxkit voor meer informatie over de faxfunctie. Volg de onderstaande procedure om het Embedded Web Server te openen. 1 Start uw internetbrowser. 2 Voer het IP-adres van het apparaat in in de adres- of locatiebalk. Bijvoorbeeld De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Embedded Web Server weer, evenals hun huidige status. 3 Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm. De waarden moeten voor elke categorie afzonderlijk worden ingesteld. Als beperkingen zijn ingesteld voor het Embedded Web Server, moet u de juiste gebruikersnaam en het juiste wachtwoord invoeren om andere pagina's dan de startpagina te openen. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding voor het Embedded Web Server. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-13

50 Voorbereiding voor het gebruik verzenden Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te verzenden als bijlagen. Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTPprotocol gebruikt. Controleer het volgende voordat u afbeeldingen op dit apparaat verzendt als bijlagen: De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen. SMTP-instellingen Gebruik het Embedded Web Server om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren. Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van berichten, is het verzenden van grote berichten misschien niet mogelijk. Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven. 1 Klik op Geavanceerd -> SMTP -> Algemeen GEBRUIKERSHANDLEIDING

51 Voorbereiding voor het gebruik 2 Voer in elk veld de juiste instellingen in. Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden opgegeven in het scherm met SMTPinstellingen. Instelling Beschrijving 2 SMTP-protocol Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet worden ingeschakeld om de functie te gebruiken. SMTP-poortnummer Stel het SMTP-poortnummer in of gebruik de standaard SMTP-poort 25. SMTP-servernaam Time-out SMTP-server Verificatieprotocol Verifiëren als Aanmeldingsgebruike rsnaam Wachtwoord aanmelding POP voor SMTPtimeout Testen Groottebeperking Adres afzender Handtekening Domeinbeperking Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres van de SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn. Als u de naam invoert, moet ook een DNS-serveradres worden geconfigureerd. Het DNSserveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Algemeen. Voer de standaard-time-outtijd voor de server in in seconden. Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP voor SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft Exchange Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere account kiezen. Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie. De aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn. Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat u hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag maximaal 64 karakters lang zijn. Voer hier de time-out (in seconden) in als u POP voor SMTP kiest als verificatieprotocol. Hiermee test u of de SMTP-verbinding met succes tot stand kan worden gebracht. Voer de maximumgrootte van te verzenden berichten in in kilobytes. Wanneer de waarde 0 is, wordt de groottebeperking voor uitgeschakeld. Voer het adres in van de persoon die verantwoordelijk is voor het apparaat, bijvoorbeeld de apparaatbeheerder. Dit zorgt ervoor dat een antwoord of een afleveringsfoutrapport naar een persoon wordt gestuurd in plaats van naar het apparaat. Het adres van de afzender moet correct worden ingevoerd voor SMTPverificatie. Het adres van de afzender mag maximaal 128 karakters lang zijn. Voer de handtekening in. De handtekening is vrije tekst die wordt weergegeven aan het einde van het bericht. Deze wordt vaak gebruikt om het apparaat verder te identificeren. De handtekening mag maximaal 512 karakters lang zijn. Voer de domeinnamen in die kunnen worden toegestaan of geweigerd. De domeinnaam mag maximaal 32 karakters lang zijn. U kunt ook adressen opgeven. 3 Klik op Verzenden. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-15

52 Voorbereiding voor het gebruik Papier plaatsen In de standaardopstelling kan er in de twee cassettes en de multifunctionele lade papier worden geplaatst. Daarnaast is ook een optionele papierinvoer verkrijgbaar (zie Optionele apparatuur op Appendix-2). Voordat u het papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande stappen. 1 Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst. 2 Houd beide uiteinden van de stapel vast en trek eraan terwijl u de hele stapel doet omhoog waaieren. 3 Beweeg uw rechter- en linkerhand beurtelings omhoog om een opening te creëren en lucht tussen het papier te brengen. 4 Lijn ten slotte het papier uit op een vlakke tafel. Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken. VOORZICHTIG: Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruikt u geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken. OPMERKING: Als afdrukken omkrullen of niet netjes zijn gestapeld, draait u de stapel papier in de cassette om. Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien vocht kopieerproblemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de multifunctionele lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen GEBRUIKERSHANDLEIDING

53 Voorbereiding voor het gebruik OPMERKING: Raadpleeg de Basispecificaties papier op Appendix-11 als u speciaal papier gebruikt zoals briefhoofden, papier met perforaties of voorgedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam. 2 Papier in de cassettes plaatsen De 2 standaardcassettes zijn allebei geschikt voor normaal papier, gerecycled papier en gekleurd papier. In cassette 1 passen 500 normale A4-vellen of kleiner (80 g/m 2 ) of 250 normale B4-vellen of groter (80 g/m 2 ). In cassette 2 passen 500 normale vellen papier (80 g/m 2 ) of 550 vellen normaal papier (64 g/m 2 ). De volgende papierformaten worden ondersteund: Ledger, Legal, Oficio II, ", Letter, Letter-R, Statement, A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5, Folio, 8K, 16K en 16K-R. BELANGRIJK: Gebruik voor duidelijkere en helderdere kopiën gekleurd papier. Gebuik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag. (Dergelijk papier kan papierstoringen of andere defecten veroorzaken.) Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), moet u altijd de instelling van het mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-24) De cassettes zijn geschikt voor papier met een gewicht tot 163 g/m 2. Als u papier gebruikt met een gewicht tussen de 106 en 163 g/m 2, stel het mediatype dan in op Dik. Plaats geen dik papier dat zwaarder is dan 163 g/m 2 in de cassettes. Gebruik voor papier dat zwaarder is dan 163 g/m 2 de multifunctionele lade. 1 Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt. OPMERKING: Trek niet meer dan één cassette tegelijkertijd uit. 2 Gebruik de papierlengtegeleider om de plaat aan het papierformaat aan te passen. Wanneer u A4-papier of kleiner in cassette 1 plaatst, schuif dan de papierlengtegeleider naar boven. Schuif voor B4-papier of groter de papierlengtegeleider naar beneden. OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-17

54 Voorbereiding voor het gebruik 3 Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte vast, terwijl u de papierbreedtegeleiders aan het papierformaat aanpast. A B OPMERKING: De papierformaten staan op de cassettes vermeld. Volg de onderstaande stappen voor het instellen van de formaatschakelaar om te wisselen tussen het inchformaat en het metrisch formaat (A-, B-formaten). 1. Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte vast, terwijl u de papierbreedtegeleider op een andere stand zet dan die van het papier. 2. Draai de formaatschakelaar A 90. > 3. Zet de formaathendel B omhoog (C) of omlaag (I). C:metrisch formaat (centimeter) (A-, B-formaten) I:inchformaat 4. Draai de formaatschakelaar 90 om hem te vergrendelen. > 4 Leg het papier strak tegen de linkerkant van de cassette aan GEBRUIKERSHANDLEIDING

55 Voorbereiding voor het gebruik BELANGRIJK: Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken. Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie onderstaande afbeelding). Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van de sluiting opwaarts gericht. De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg. Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het papier aan. 2 5 Plaats het bijbehorende papierformaatkaartje in de sleuf om het formaat van het geplaatste papier aan te geven. 6 Duw de cassette voorzichtig terug. OPMERKING: Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen. 7 Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled, enz.) dat in de cassette is geplaatst. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-24.) GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-19

56 Voorbereiding voor het gebruik Papier in de multifunctionele lade plaatsen In de multifunctionele lade passen 100 vellen normaal A4-papier of kleiner (80 g/m 2 ) of 50 vellen normaal papier groter dan A4 (80 g/m 2 ). De multifunctionele lade is geschikt voor papierformaten van A3 tot A6-R en Hagaki en van Ledger tot Statement-R, 8K, 16K en 16K-R. Gebruik voor speciaal papier steeds de multifunctionele lade. BELANGRIJK: Wanneer u andere mediatypes gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), dan moet u altijd de instelling van het mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina 2-26.) Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m 2, stel het mediatype dan in op Dik. De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt. Normaal papier (80 g/m 2 ), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat A4 of kleiner: 100 vellen Normaal papier (80 g/m 2 ), gerecycled papier, gekleurd papier in formaat B4 of groter: 50 vellen Hagaki: 30 vellen OHP-folies: 10 vellen Envelop DL, Envelop C5, Envelop #10 (Commercial #10), Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 10 vellen OPMERKING: Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op zoals beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals transparanten of dik papier, selecteert u het papiertype zoals beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina Open de multifunctionele lade. 2 Wanneer u papierformaten van A3 tot B4 en Ledger tot Legal plaatst, trek dan de steun van de multifunctionele lade uit GEBRUIKERSHANDLEIDING

57 Voorbereiding voor het gebruik 3 Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van het papier aan. 2 4 Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan. BELANGRIJK: Houd de kant van de sluiting omhoog gericht. Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik. Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is. Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst. Als er slechts een kleine hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het bij het nieuwe papier voor u het papier terug in de lade plaatst. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-21

58 Voorbereiding voor het gebruik Enveloppen plaatsen Er kunnen tot 10 enveloppen in de multifunctionele lade worden geplaatst. De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt. Geschikte envelop Formaat Hagaki: Oufuku Hagaki Youkei 2 Youkei mm mm mm mm Monarch 3 7/8" 7 1/2" Envelop #10 (Commercial #10) 4 1/8" 9 1/2" Envelop DL Envelop C mm mm Executive 7 1/4" 10 1/2" Envelop #9 (Commercial #9) 3 7/8" 8 7/8" Envelop #6 (Commercial #6 3/4) 3 5/8" 6 1/2" ISO B5 Envelop C mm mm 1 Open de multifunctionele lade. 2 Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van de envelop aan GEBRUIKERSHANDLEIDING

59 Voorbereiding voor het gebruik 3 Sluit de flap bij enveloppen met een liggend formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven en de kant met de flap naar u toe gericht. Sluit de flap bij enveloppen met een staand formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven en de kant met de flap naar de invoeropening gericht. 2 Wanneer u enveloppen of kaarten in de multifunctionele lade plaatst Plaats de envelop met de te bedrukken zijde naar boven. Sluit de flap. Karton (Hagaki) Enveloppen liggend Enveloppen staand Antwoordkaarten (Oufuku Hagaki) OPMERKING: Gebruik ongevouwen antwoordkaarten (Oufuku Hagaki). BELANGRIJK: Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt. OPMERKING: Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-23

60 Voorbereiding voor het gebruik Papierformaat en mediatype opgeven De standaardinstelling van het papierformaat voor cassettes 1 en 2, de multifunctionele lade en de optionele papierinvoer (cassettes 3 en 4) is [Auto], en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal]. Om het papiertype dat wordt gebruikt in de cassettes vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-24.) Om het papiertype dat wordt gebruikt in de multifunctionele lade vast in te stellen, moet u de instelling van het papierformaat opgeven. (Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven op pagina 2-26.) Papierformaat en mediatype voor de cassettes opgeven Om het papiertype dat wordt gebruikt in cassette 1 of 2 of de optionele papierinvoer (cassettes 3 en 4) vast in te stellen, moet u het papierformaat opgeven. Als u een ander mediatype dan normaal papier gebruikt, moet u ook de instelling van het mediatype opgeven. Instelling Beschikbaar formaat/soort Auto Papierformaat Standaardformaten 1 Standaardformaten 2 Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd en geselecteerd. Selecteer of het papier een metrisch formaat of een formaat in inches heeft. Selecteer uit de standaardformaten. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. Inchformaat: Ledger, Letter-R, Letter, Legal, Statement-R, " en Oficio II Metrisch formaat: A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R en Folio Selecteer uit de standaardformaten die niet bij Standaardformaten 1 staan. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. Inchformaat: A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R, Folio, 8K, 16K-R en 16K Metrisch formaat: Ledger, Letter-R, Letter, Legal, Statement-R, ", Oficio II, 8K, 16K-R en 16K Mediatype Normaal (105 g/m 2 of minder), Ruw, Velijn (64 g/ m 2 of minder), Recycle, Afgedrukt, Dik papier, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik (106 g/m 2 en meer), Hoge kwalit. en Custom 1 tot 8 OPMERKING: Als de optionele faxkit geïnstalleerd is, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar voor het afdrukken van inkomende faxen. Normaal, Recycle, Dik papier, Kleur, Hoge kwalit. en Ruw 2-24 GEBRUIKERSHANDLEIDING

61 Voorbereiding voor het gebruik 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 2 Druk op [Algemene instellingen], [Volgende] bij Inst. origineel/papier, [Volgende] bij Papiercassette-instelling. 3 Selecteer als Papiercassette-instelling een van de cassettes [Cassette 1] tot en met [Cassette 4] en druk op [Volgende]. Druk vervolgens op [Wijzigen] bij Papierformaat. OPMERKING: [Cassette 3] en [Cassette 4] worden weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is. 4 Voor automatische detectie van het papierformaat drukt u op [Auto] en selecteert u [Metrisch] of [Inch] als eenheid. Algemene instellingen - Papierformaat Stel het papierformaat van de cassette in. Om het papierformaat te selecteren drukt u op [Standaard Formaten 1] of [Standaard Formaten 2] en selecteert u het papierformaat. Auto A3 A4 A4 A5 Standaard Formaten 1 Standaard Formaten 2 B4 B5 B5 Folio Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [OK]. Het vorige scherm verschijnt opnieuw. Algemene instellingen - Mediatype De papiersoort in cassette 1 kiezen. 6 Druk op [Wijzigen] van Mediatype en selecteer het mediatype. Druk vervolgens op [OK]. Normaal Ruw Velijn Recycle Afgedrukt Dik papier Kleur Geperf. Briefpap. Dik Hoge kwalit. Custom 1 Custom 2 Custom 3 Custom 4 Custom 5 Custom 6 Custom 7 Custom 8 Annuleren OK Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-25

62 Voorbereiding voor het gebruik Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade opgeven Om het papiertype dat wordt gebruikt in de multifunctionele lade vast in te stellen, moet u het papierformaat opgeven. Wanneer u ander papier dan normaal papier gebruikt, moet u het mediatype opgeven. Instelling Beschrijving Mediatype Auto Papierformaat Standaardformaten 1 Standaardformaten 2 Overige Formaat invoer Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd en geselecteerd. Selecteer of het papier een metrisch formaat of een formaat in inches heeft. Selecteer uit de standaardformaten. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. Inchformaat: Ledger, Letter-R, Letter, Legal, Statement-R, Executive, " en Oficio II Metrisch formaat: A3, A4-R, A4, A5-R, A6-R, B4-R, B5-R, B5, B6-R en Folio Selecteer uit de standaardformaten die niet bij Standaardformaten 1 staan. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. Inchformaat: A3, A4-R, A4, A5-R, A6-R B4-R, B5-R, B5, B6- R, Folio, 8K, 16K-R en 16K Metrisch formaat: Ledger, Letter-R, Letter, Legal, Statement-R, Executive, ", Oficio II, 8K, 16K-R en 16K Selecteer uit speciale standaardformaten en aangepaste formaten. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. ISO B5, Envelop #10 (Commercial #10), Envelop #9 (Commercial #9), Envelop #6 (Commercial #6 3/4), Envelop Monarch, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4, Hagaki, Oufuku Hagaki, Youkei 4, Youkei 2 Voer het formaat in dat niet tot de standaardformaten behoort. De volgende papierformaten kunnen worden geselecteerd. Inchformaat X (horizontaal): 5.83 tot 17" (in stappen van 0.01"), Y (verticaal): 3.86 tot 11.69" (in stappen van 0.01") Metrisch formaat X (horizontaal): 148 tot 432 mm (in stappen van 1 mm), Y (verticaal): 98 tot 297 mm (in stappen van 1 mm) De volgende mediatypen kunnen worden geselecteerd: Normaal (105g /m 2 of minder), Ruw, Transparant, Ruw, Velijn (64 g/m 2 of minder), Etiketten, Recycle, Afgedrukt, Dik papier, Karton, Kleur, Geperf., Briefpap., Envelop, Dik (106 g/m 2 of meer), Gecoat, Hoge kwalit. en Custom 1 tot 8 OPMERKING: Als de optionele faxkit geïnstalleerd is en u de multifunctionele lade gebruikt om inkomende faxen af te drukken, dan zijn de volgende mediatypes beschikbaar. Normaal, Recycle, Dik papier, Kleur, Hoge kwalit. en Ruw 2-26 GEBRUIKERSHANDLEIDING

63 Voorbereiding voor het gebruik 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 2 Druk op [Algemene instellingen], [Volgende] bij Inst. origineel/papier, [Volgende] bij Instelling MFcassette en vervolgens op [Wijzigen] bij Papierformaat. Algemene instellingen - Instelling multifunctionele lade Het formaat van de multifunctionele cassette instellen. 3 Voor automatische detectie van het papierformaat drukt u op [Auto] en selecteert u [Metrisch] of [Inch] als eenheid. Auto Standaard Formaten 1 Standaard Formaten 2 Overige A3 A4 A4 A5 A6 B4 B5 B5 B6 Folio Om het papierformaat te selecteren drukt u op [Standaard Formaten 1], [Standaard Formaten 2], [Overige] of [Formaat invoer] en selecteert u het papierformaat. Formaat invoer Annuleren OK Status 10/10/ :10 Algemene instellingen - Papierformaat Auto Het formaat van de multifunctionele cassette instellen. Standaard Formaten 1 Standaard Formaten 2 Overige Formaat invoer X( ) 420 mm Nummers Y(98-297) 297 Nummers mm Als u [Formaat invoer] hebt gekozen, drukt u op [+] of [ ] om de afmetingen X- (horizontaal) en Y- (verticaal) in te geven. U kunt het formaat rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen door op [Nummers] te drukken. Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. Het vorige scherm verschijnt opnieuw. Algemene instellingen - Mediatype De papiersoort in de multifunctionele cassette selecteren. 5 Druk op [Wijzigen] van Mediatype en selecteer het mediatype. Druk vervolgens op [OK]. Normaal Transparant Ruw Velijn Etiketten Recycle Afgedrukt Dik papier Karton Kleur Geperf. Briefpap. Envelop Dik Gecoat Hoge kwalit. Custom 1 Custom 2 Custom 3 Custom 4 Custom 5 Custom 6 Custom 7 Custom 8 Annuleren OK Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-27

64 Voorbereiding voor het gebruik Originelen plaatsen Volg de onderstaande stappen om de originelen voor kopiëren, verzenden of opslaan te plaatsen. Originelen op de glasplaat plaatsen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen. 1 Open de originelenklep. OPMERKING: Indien de optionele documenttoevoer is geïnstalleerd, opent u de documenttoevoer. Zorg voor u de documenttoevoer opent, dat er geen originelen in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Originelen die in de origineleninvoer of de originelenuitvoer zijn achtergebleven, kunnen op de grond vallen wanneer de documenttoevoer wordt geopend. Laat de documenttoevoer openstaan als het origineel 40 mm of dikker is. 2 Plaats het origineel. Plaats de te scannen zijde met het beeld omlaag en leg het strak tegen de aanduidingen voor het origineelformaat aan met de linkerachterhoek als referentiepunt. Aanduidingen origineelformaat (inch-modellen) 2-28 GEBRUIKERSHANDLEIDING

65 Voorbereiding voor het gebruik (metrische modellen) 2 3 Sluit de originelenklep. BELANGRIJK: Duw de originelenklep bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt. OPMERKING: Er kunnen schaduwen ontstaan aan de randen en in het midden van opengevouwen originelen. VOORZICHTIG: Laat de documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor lichamelijk letsel. Originelen in de documenttoevoer plaatsen De optionele documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand. Onderdeelnamen van de documenttoevoer (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (1) Lampje voor geplaatste originelen (2) Bovenklep (3) Breedtegeleiders voor originelen (4) Origineleninvoer (5) Originelenuitvoer (6) Originelenstopper (7) Handgreep voor openen GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-29

66 Voorbereiding voor het gebruik Originelen geschikt voor de documenttoevoer De documenttoevoer is geschikt voor de volgende types originelen. Gewicht 45 tot 160 g/m 2 (duplex : 50 tot 120 g/m 2 ) Formaat Capaciteit Maximaal A3 tot minimaal A5 Maximaal Ledger tot minimaal Statement-R Normaal papier (80 g/m 2 ), gekleurd papier, gerecycled papier: 100 vellen (originelen van verschillende formaten: 30 vellen) Dik papier (120 g/m 2 ): 66 vellen Dik papier (160 g/m 2 ): 50 vellen Kunstdrukpapier: 1 vel Papier van hoge kwaliteit (110 g/m 2 ): 72 vellen Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer Gebruik de documenttoevoer niet voor de volgende soorten originelen. Zachte originelen zoals vinylvellen Transparanten zoals OHP-film Carbonpapier Originelen met erg gladde oppervlakken Originelen met plakband of lijm Natte originelen Originelen met niet goed opgedroogde correctievloeistof Originelen met een onregelmatige vorm (niet rechthoekig) Originelen met uitsparingen Gekreukt papier Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.) Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.) Zo plaatst u originelen BELANGRIJK: Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen GEBRUIKERSHANDLEIDING

67 Voorbereiding voor het gebruik 1 Pas de breedtegeleiders voor originelen aan de nieuwe originelen aan. 2 2 Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. Het lampje voor geplaatste originelen gaat aan. BELANGRIJK: Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er nog ruimte is, past u de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring. Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveau-aanduiding uitkomen. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring (zie afbeelding). Originelen die voorgeboord of geperforeerd zijn, plaatst u zo dat de gaten of perforaties als laatste (en niet als eerste) worden gescand. Lampje voor geplaatste originelen Het lampje voor geplaatste originelen brandt wel of niet, afhankelijk van de manier waarop de originelen zijn geplaatst. De aanduidingen en hun status zijn de volgende: Groen lampje (linkerlampje) brandt: het origineel is correct geplaatst. Groen lampje (linkerlampje) knippert: het origineel is niet correct geplaatst. Verwijder het en plaats het opnieuw. Rood lampje (rechterlampje) knippert: het origineel is vastgelopen. Verwijder het vastgelopen origineel en plaats het correct. GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-31

68 Voorbereiding voor het gebruik 2-32 GEBRUIKERSHANDLEIDING

69 3 Basisbediening In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd. Aan- en uitzetten Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand Slaapstand en automatische slaapstand De hoek van het bedieningspaneel aanpassen Aanmelden/afmelden Informatie op het aanraakscherm Kopiëren Gereserveerde kopie Nieten Perforeren Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing Verzenden Bestemming opgeven Gebruik van de documentbox Basisbediening van de documentbox Taken annuleren Scherm Snelle instellingen Gebruik van de webbrowser GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-1

70 Basisbediening Aan- en uitzetten Aanzetten Als het aan/uit-lampje brandt... Druk op de Power-toets. Als het aan/uit-lampje niet brandt... Open het klepje van de hoofdschakelaar en zet de hoofdschakelaar aan. OPMERKING: Als de optionele databeveiligingskit is geïnstalleerd, kan een bericht verschijnen dat aangeeft dat de beveiligingsfunctie wordt ingeschakeld en kan het opstarten even duren na het aanzetten van het apparaat. BELANGRIJK: Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u hem niet meteen weer inschakelen. Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt. 3-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

71 Basisbediening Uitzetten Voor u de hoofdschakelaar uitschakelt, zet u eerst de Power-toets op het bedieningspaneel op uit. Zorg dat de Power-toets en het geheugenlampje uit zijn, voor u de hoofdschakelaar uitschakelt. VOORZICHTIG: De harde schijf kan in werking zijn wanneer het lampje van de Power-toets of het geheugenlampje brandt of knippert. Het uitschakelen van de hoofdschakelaar terwijl de harde schijf in werking is, kan schade veroorzaken. 3 Controleer of de lampjes uit zijn. Wanneer het apparaat langere tijd niet gebruikt zal worden VOORZICHTIG: Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact. Als de optionele faxkit geïnstalleerd is en u zet het apparaat uit met de hoofdsachakelaar, dan is het versturen en ontvangen van faxen uitgeschakeld. VOORZICHTIG: Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het tegen vocht te beschermen. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-3

72 Basisbediening Energiebesparende stand en automatische energiebesparende stand Energiebesparende stand Om de energiebesparende stand in te schakelen, drukt u op de Spaarstand-toets. Het aanraakscherm en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik te verminderen. Enkel het Spaarstandlampje, het Power-lampje en het aan/uit-lampje blijven branden. Deze stand heet de energiebesparende stand. Als er afdrukgegevens ontvangen worden tijdens de energiebesparende stand, dan wordt het apparaat automatisch geactiveerd en begint het af te drukken. Ook als er een fax binnenkomt tijdens de energiebesparende stand en de optionele fax in gebruik is, dan wordt het apparaat geactiveerd en begint het af te drukken. Voer een van de volgende handelingen uit om het apparaat weer te bedienen. Het apparaat is binnen 30 seconden gebruiksklaar. Druk op een willekeurige toets van het bedieningspaneel. Open de originelenklep of de optionele documenttoevoer. Plaats de originelen in de optionele documenttoevoer. Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren. Automatische energiebesparende stand De automatische energiebesparende stand schakelt het apparaat automatisch in de energiebesparende stand als het gedurende een vooraf ingestelde tijd niet gebruikt is. Deze tijd staat standaard ingesteld op 5 minuten. 3-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

73 Basisbediening Slaapstand en automatische slaapstand Slaapstand Automatische slaapstand Wanneer u de slaapstand wilt activeren, drukt u op de Power-toets. Het aanraakscherm en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Enkel het aan/uit-lampje blijft branden. Deze stand heet de slaapstand. Als er tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan wordt de afdruktaak uitgevoerd terwijl het aanraakscherm onverlicht blijft. Wanneer u de optionele faxkit gebruikt, worden ontvangen faxgegevens afgedrukt terwijl het bedieningspaneel onverlicht blijft. Om verder te gaan met bedienen, drukt u op de Powertoets. Het 25/25 ppm- of het 30/30 ppm-model zijn binnen 30 seconden gebruiksklaar en het 40/40 ppm- of 50/40 ppm-model zijn binnen 45 seconden gebruiksklaar. Wij wijzen u erop dat door omgevingsfactoren, zoals ventilatie, het apparaat langzamer kan reageren. 3 De automatische slaapstand schakelt het apparaat automatisch in de slaapstand als het gedurende een vooraf ingestelde tijd in de energiebesparende stand heeft gestaan. Deze tijd is standaard ingesteld op 30 minuten. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-5

74 Basisbediening De hoek van het bedieningspaneel aanpassen Pas de hoek van het bedieningspaneel aan in twee stappen door de vergrendeling van het bedieningspaneel los te maken zoals hieronder wordt getoond. 3-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

75 Basisbediening Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan moeten de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord worden ingevoerd om het apparaat te gebruiken. OPMERKING: Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meld u zich in dit geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord. 3 Aanmelden Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Aanmelden op: Lokaal 1 Als het afgebeelde scherm wordt weergegeven tijdens de bediening, drukt u op [Gebruikersnaam aanmelding]. Gebruikersnaam aanmelding abcdef Nummers Druk op [Nummers] om de aanmeldingsgegevens in te voeren met de cijfertoetsen. Wachtwoord aanmelding ******** Nummers IC kaart Aanmelden Controleer teller Annuleren Aanmelding Status 10/10/ :10 2 Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in en druk op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 3 Druk op [Wachtwoord aanmelding]. Druk op [Nummers] om de aanmeldingsgegevens in te voeren met de cijfertoetsen. 4 Voer het wachtwoord in en druk op [OK]. 5 Controleer of de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord juist zijn en druk op [Aanmelding]. OPMERKING: Als Netwerkverificatie geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, dan kan zowel Lokaal als Netwerk geselecteerd worden als verificatiebestemming. Afmelden U kunt zich afmelden bij het apparaat door op de Afmelden-toets te drukken. Het invoerscherm voor de gebruikersnaam en het wachtwoord verschijnt opnieuw. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-7

76 Basisbediening De kleurstand selecteren Wanneer u een document scant en vervolgens kopieert, verzendt of opslaat, dan kunt u op het bedieningspaneel de kleurstand selecteren de gebruikt wordt om te scannen. Herkent automatisch of het gescande document in kleur of zwart-wit is. Scant alle documenten in kleur. Scant alle documenten in zwart-wit. De basisprocedure voor het selecteren van de kleurstand wordt hieronder uitgelegd, waarbij het kopiëren van een kleurendocument als voorbeeld gebruikt wordt. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel in de documenttoevoer of op de glasplaat. 3 Druk op de Auto kleur-toets, Kleur-toets of Zwartwit-toets om de kleurstand te kiezen. 4 Voer de gewenste instellingen voor het kopiëren in. 5 Druk op de Start-toets. 3-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING

77 Basisbediening De toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken In dit gedeelte wordt het gebruik van de toetsen Enter en Snelkiesnummer zoeken op het bedieningspaneel uitgelegd. Gebruik van de Enter ( )-toets De Enter-toets werkt op dezelfde manier als de toetsen zoals [OK] en [Sluiten] op het aanraakscherm. Het Enter-symbool ( ) wordt weergegeven naast de toets waarvan de functie uitgevoerd zal worden als de Enter-toets ingedrukt wordt (bijvoorbeeld [ OK], [ Sluiten]). 3 Gereed voor kopiëren. kopieën 1 Druk, in het papierselectiescherm, op de toets van de cassette met het gewenste papierformaat. Papierselectie Plaats origineel. Auto A4 Normaal A4 Normaal Het Enter-symbool ( ) verschijnt op de toets [OK] op het aanraakscherm en geeft hiermee aan dat de Enter-toets dezelfde functie heeft als [OK]. Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld A3 Normaal A4 Normaal A4 Normaal MF-lade Instelling Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 2 Om te kopiëren met het gekozen papier, drukt u op de Enter-toets (of op [OK]). Gebruik van de Snelkiesnummer zoeken ( )-toets Gebruik de Snelkiesnummer zoeken-toets om een handeling uit te voeren door een nummer rechtstreeks met de cijfertoetsen in te voeren. U kunt bijvoorbeeld het snelkiesnummer voor een verzendbestemming opgeven of het programmanummer van een opgeslagen programma oproepen. De Snelkiesnummer zoeken-toets voert dezelfde functie uit als de toets [Nr.] op het aanraakscherm. Het gebruik van de Snelkiesnummer zoeken-toets wordt hieronder uitgelegd, waarbij het invoeren en gebruiken van een snelkiesnummer om een bestemming op te geven als voorbeeld gebruikt wordt. Raadpleeg voor meer informatie over snelkiezen Bestemming opgeven op pagina Druk op de Snelkiesnummer zoeken-toets (of op [Nr.]) in het basisverzendscherm. Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming Bestemming Details Adresboek 2 Gebruik in het nummerinvoerscherm de cijfertoetsen om het snelkiesnummer in te voeren. AAA A OFFICE B OFFICE C OFFICE Op de haak 0001 Direct BBB Voer het snelkiesnummer in met de cijfertoetsen. ( ) 0011 Annuleren FFF GGG HHH III JJJ OK 1/10 1/100 adres invoeren Maplocatie invoeren Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan Bestemming Snelle instellingen orig./verzending Bestandsformaat Kleur/beeldkwaliteit Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-9

78 Basisbediening 3 Als u een snelkiesnummer ingevoerd heeft met 1 tot 3 cijfers, druk dan op de Enter-toets (of op [OK]). De opgegeven bestemming verschijnt in de lijst met bestemmingen. OPMERKING: Als u een 4-cijferig snelkiesnummer invoert, dan kan stap 3 overgeslagen worden. Het basisverzendscherm verschijnt en de opgegeven bestemming verschijnt in de lijst met bestemmingen GEBRUIKERSHANDLEIDING

79 Basisbediening Informatie op het aanraakscherm Informatie over originelen en papier Het aanraakscherm geeft de geselecteerde papierbron en uitvoerlade weer. Druk op Start om af te drukken. Druk op [Annuleren] om de instellingen te wijzigen. Beeld kopiëren Locatie origineel kopieën Sneltoets 1 3 Uitvoerlade Sneltoets 2 Papierbron Sneltoets 3 Formaat/richting van origineel en papier Orig. Zoomen Papier : A4 : 100% :A4 Annuleren Auto Papierselectie 2-zijdig >>2-zijdig Duplex 100% Zoomen 2 in 1 Combineren Normaal 0 Uit Dichtheid Nieten/ perforeren Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Snelle instellingen Orig./papier/ voltooien Kleur/beeldkwaliteit Indelen/bewerken Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-11

80 Basisbediening Kopiëren Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren. 1 Druk op de Kopiëren-toets wanneer de toets/het lampje Kopiëren uit is. OPMERKING: Als het aanraakscherm uitgeschakeld is, druk dan op de Power-toets en wacht tot het apparaat opgewarmd is. 2 Plaats de originelen op de glasplaat of in de optionele documenttoevoer. OPMERKING: Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 2-28 voor informatie over het plaatsen. Orig. Zoomen Papier Beeld kopiëren Plaats origineel. Voorbeeld Snelle instellingen Gereed voor kopiëren. : --- : 100% : --- Auto Kleur/beeldkwaliteit Papierselectie 2-zijdig >>2-zijdig Duplex Orig./papier/ voltooien 100% 2 in 1 Zoomen Combineren Normaal 0 Nieten/ perforeren Indelen/bewerken kopieën Sneltoets 1 Sneltoets 2 Sneltoets 3 Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Uit Dichtheid 3 Zorg ervoor dat [Auto] is geselecteerd bij Papierselectie op het aanraakscherm. Er wordt automatisch papier geselecteerd dat overeenkomt met het formaat van het origineel. Als u het papierformaat wilt wijzigen, drukt u op [Orig./papier/voltooien], [Papierselectie] en selecteert u de gewenste papierbron. OPMERKING: Selecteer zo nodig het papierformaat handmatig, in plaats van de automatische papierselectie te gebruiken. 4 Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te voeren. Geef het gewenste aantal tot 999 op. 5 Druk op de Start-toets om het kopiëren te starten. 6 Verwijder de voltooide kopieën uit de bovenste opvanglade GEBRUIKERSHANDLEIDING

81 Basisbediening Voorbeeld van origineel U kunt een voorbeeldafbeelding van het gescande document weergeven op het scherm. OPMERKING: Raadpleeg Documentvoorbeeld bekijken/documentdetails controleren op pagina 3-47 om een voorbeeld weer te geven van een afbeelding die is opgeslagen in een custom box. Volg de onderstaande procedure om een voorbeeld van de gescande afbeelding te bekijken. 3 De hier beschreven procedure is voor het kopiëren van een origineel van één pagina. 1 Plaats het origineel op de glasplaat en druk op de Kopiëren-toets. Gereed voor kopiëren. kopieën 2 Druk op [Voorbeeld]. Beeld kopiëren Sneltoets 1 Plaats origineel. Sneltoets 2 Sneltoets 3 Orig. Zoomen Papier Voorbeeld Snelle instellingen : --- : 100% : --- Auto 2-zijdig >>2-zijdig Duplex Orig./papier/ voltooien 100% 2 in 1 Zoomen Combineren Normaal 0 Nieten/ perforeren Indelen/bewerken Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Uit Dichtheid Druk op Start om af te drukken. Druk op [Annuleren] om de instellingen te wijzigen. Beeld kopiëren kopieën Sneltoets 1 Sneltoets 2 Sneltoets 3 3 Het apparaat begint het origineel te scannen. Wanneer het scannen is voltooid, verschijnt de voorbeeldafbeelding op het scherm. 4 Druk op [Annuleren] of op de Stop-toets als u de kwaliteit of de lay-out wilt wijzigen. Wijzig de instellingen en druk nogmaals op [Voorbeeld] om een voorbeeldafbeelding te bekijken met de nieuwe instellingen. Auto 100% Normaal 0 Sneltoets 4 Kleur/beeldkwaliteit Papierselectie Papierselectie Zoomen Dichtheid Orig. : A4 Zoomen : 100% Sneltoets 5 Papier :A4 2-zijdig 2 in 1 Uit >>2-zijdig Annuleren Duplex Combineren Nieten/ Sneltoets 6 perforeren Snelle Orig./papier/ Kleur/beeldkwaliteit Indelen/bewerken Geavanceerde instellingen voltooien instellingen Status 10/10/ :10 OPMERKING: Als u een origineel van meerdere pagina's scant, wordt alleen een voorbeeld van de eerste pagina weergegeven. 5 Als de voorbeeldafbeelding naar wens is, druk dan op de Start-toets. Het kopiëren begint. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-13

82 Basisbediening Dichtheid instellen Volg de onderstaande procedure om de dichtheid in te stellen bij het kopiëren. Beschikbare dichtheidsinstellingen Beschrijving Handmatig Stel de dichtheid in aan de hand van 7 of 13 niveaus. Auto De optimale dichtheid wordt geselecteerd op basis van de dichtheid van het origineel. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het instellen van de dichtheid van kopieën. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Plaats het origineel op de glasplaat en druk op [Kleur/beeldkwaliteit] -> [Dichtheid]. Dichtheid Gereed voor kopiëren. Auto kopieën 4 Stel de dichtheid handmatig in door op [-3] (lichter) tot [+3] (donkerder) te drukken. U kunt het dichtheidsniveau van [-3] (lichter) tot [+3] (donkerder) in halve stappen wijzigen. Orig. Zoomen Papier Plaats origineel. : --- : 100% : --- Voorbeeld Lichter Normaal Donkerder Om de dichtheidsinstelling van Handmatig op Auto te zetten, drukt u op [Auto]. Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [OK]. 6 Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint GEBRUIKERSHANDLEIDING

83 Basisbediening Beeldkwaliteit selecteren Selecteer de beeldkwaliteit die geschikt is voor het soort origineel. In de onderstaande tabel ziet u de beschikbare mogelijkheden. Beschikbare beeldkwaliteiten Tekst+foto Originele foto Gedrukte foto Tekst Kaart Afgedrukt document Beschrijving Voor originelen met een combinatie van tekst en foto's. Voor foto's gemaakt met een camera. Voor fotoafdrukken in tijdschriften enzovoort. Voor originelen die hoofdzakelijk tekst bevatten. Voor landkaarten enzovoort. Voor documenten afgedrukt op dit apparaat. 3 Hieronder wordt de procedure beschreven voor het selecteren van de beeldkwaliteit van kopieën. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Plaats het origineel op de glasplaat en druk op [Kleur/beeldkwaliteit] -> [Origineel beeld]. Gereed voor kopiëren. kopieën 4 Selecteer de beeldkwaliteit. Originele afbeelding Plaats origineel. Selecteer het soort origineel voor het beste resultaat. [Afgedrukt document]: Voor documenten afgedrukt op dit apparaat. Tekst+foto Originele Foto AfgedrukteFoto Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld Tekst Kaart Afgedrukt Document Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [OK]. 6 Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-15

84 Basisbediening Kopiëren met zoom Stel de vergrotingsfactor in om het origineelbeeld te verkleinen of te vergroten. De volgende zoomopties zijn beschikbaar: Automatische zoom Letter-R Ledger: 129 % Hiermee kan het origineelbeeld automatisch worden verkleind of vergroot, zodat het beeld op het geselecteerde papierformaat past. A4 A3: 141 % Statement-R: 64 % A5: 70 % Handmatige zoom 25 % Hiermee kan het origineelbeeld handmatig in stappen van 1% tussen 25% en 400% handmatig worden vergroot of verkleind. 400 % Vooraf ingestelde zoom Hiermee kan met een vooraf ingestelde vergrotingsfactor worden verkleind of vergroot. De volgende vergrotingsfactoren zijn beschikbaar: Maateenheid Zoomfactor (Origineel Kopie) Inch 100%, Auto, 400% (max.), 200% (STMT >> Ledger), 154%(STMT >> Legal), 129% (Letter >> Ledger), 121% (Legal >> Ledger), 78% (Legal >> Letter), 77% (Ledger >> Legal), 64% (Ledger >> Letter), 50% (Ledger >> STMT), 25% (min.) Metrisch Metrisch (Azië/ Pacific) 100%, Auto, 400% (max.), 200% (A5 >> A3), 141% (A4 >> A3, A5 >> A4), 127% (Folio >> A3), 106% (11 15" >> A3), 90% (Folio >> A4), 75% (11 15" >> A4), 70% (A3 >> A4, A4 >> A5), 50%, 25% (min.) 100%, Auto, 400% (max.), 200% (A5 >> A3), 141% (A4 >> A3, B5 >> B4), 122% (A4 >> B4, A5 >> B5), 115% (B4 >> A3, B5 >> A4), 86% (A3 >> B4, A4 >> B5), 81%(B4 >> A4, B5 >> A5), 70% (A3 >> A4, B4 >> B5), 50%, 25% (min.) 3-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING

85 Basisbediening XY-zoom Hiermee kunnen de verticale en horizontale vergrotingsfactor onafhankelijk van elkaar worden geselecteerd. Verklein of vergroot originelen in stappen van 1% tussen 25% en 400%. Y 3 X Hieronder wordt de procedure voor het kopiëren met zoom beschreven. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Plaats het origineel op de glasplaat en druk op [Indelen/Bewerken] -> [Zoomen]. Gereed voor kopiëren. kopieën 4 Druk op [Standaard Zoomen] om de automatische zoom te gebruiken. Zoomen Orig. Zoomen Papier Plaats origineel. : --- : 100% : --- Voorbeeld Standaard Zoomen XY zoomen Max. 400% A5>>A3 200% A4>>A3 141% A5>>A4 A4>>B4 122% A5>>B5 B4>>A3 115% B5>>A4 (25-400) 400 % Nummers 100% Auto A3>>B4 86% A4>>B5 81% 81% 70% A3>>A4 A4>>A5 50% 25% Min. Druk op [+] of [ ] om de weergegeven vergrotingsfactor naar wens te wijzigen. U kunt de vergrotingsfactor ook rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen door op [Nummers] te drukken. Bij de vooraf ingestelde zoom selecteert u de toets met de gewenste vergrotingsfactor. Sneltoets toevoegen Annuleren OK 10/10/2008 Status 10:10 Voor XY-zoomen drukt u op [XY zoomen]. Druk op [+] of [ ] om de weergegeven vergrotingsfactor van X (horizontaal) en van Y (verticaal) te wijzigen. U kunt de vergrotingsfactor ook rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen door op [Nummers] te drukken. Zoomen Gereed voor kopiëren. Standaard Zoomen X (25-400) 100 % kopieën Druk op [Afdr. richt. origineel] om de afdrukrichting van het origineel te selecteren, namelijk [Bovenrand boven] of [Bovenrand links]. Druk vervolgens op [OK]. Plaats origineel. XY zoomen Nummers Orig. : --- Zoomen : 100% Papier : --- Voorbeeld Y (25-400) Nummers 100 % Bovenrand boven Afdr.richt. origineel Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [OK]. 6 Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-17

86 Basisbediening Dubbelzijdig kopiëren Maak dubbelzijdige kopieën. De volgende opties voor dubbelzijdig kopiëren zijn beschikbaar. U kunt ook enkelzijdige kopieën maken van een tweezijdig origineel of van een origineel met twee pagina's naast elkaar zoals een boek. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Enkelzijdig naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden gemaakt. Bij een oneven aantal originelen zal de achterzijde van de laatst gekopieerde pagina blanco zijn Origineel Kopie ghi def abc Origineel A ghi abc def Kopie B ghi abc def De volgende bindopties zijn beschikbaar. A B Origineel links/rechts naar Binding links/rechts: Het beeld op de achterzijde wordt niet gedraaid. Origineel links/rechts naar Binding boven: Het beeld op de achterzijden wordt 180 gedraaid. De kopieën kunnen aan de bovenzijde worden ingebonden en staan dan in dezelfde richting bij het omslaan van de pagina's. Dubbelzijdig naar enkelzijdig Hiermee kan elke zijde van een tweezijdig origineel op een afzonderlijk vel worden gekopieerd. Hiervoor is de optionele documenttoevoer vereist. Origineel Kopie De volgende bindopties zijn beschikbaar. Binding links/rechts: Het beeld op de achterzijde wordt niet gedraaid. Binding boven: Het beeld op de achterzijden wordt 180 gedraaid. Dubbelzijdig naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen worden gemaakt. Hiervoor is de optionele documenttoevoer vereist. Origineel Kopie 3-18 GEBRUIKERSHANDLEIDING

87 Basisbediening OPMERKING: De ondersteunde papierformaten bij dubbelzijdig naar dubbelzijdig zijn Ledger, Legal, Letter, Letter-R, Executive, Statement-R, Oficio II, ", A3, B4, A4, A4-R, B5, B5-R, A5-R en Folio. Boek naar enkelzijdig Hiermee kan een 1-zijdige kopie van een 2-zijdig origineel of een opengeslagen boek worden gemaakt. 3 De volgende bindopties zijn beschikbaar. Origineel Kopie Binding links: Originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden van links naar rechts gekopieerd. Binding rechts: Originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden van rechts naar links gekopieerd. OPMERKING: Bij dubbelzijdig naar enkelzijdig en bij boek naar enkelzijdig worden de volgende formaten van origineel en papier ondersteund. Origineel: Ledger, Letter-R, A3, B4, A4-R, B5-R, A5-R en 8K. Papier: Letter, A4, B5 en 16K. U kunt het papierformaat wijzigen en de kopie verkleinen of vergroten tot dat formaat. Boek naar dubbelzijdig Tegenover elkaar liggende pagina's -> Dubbelzijdig Tegenover elkaar liggende pagina's -> Tegenover elkaar liggende pagina's Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van boeken met tegenover elkaar liggende pagina's worden gemaakt. OPMERKING: Bij boek naar dubbelzijdig worden de volgende formaten van origineel en papier ondersteund. Origineel: Ledger, Letter-R, A3, B4, A4- R, B5-R, A5-R en 8K. Papier: Letter, A4 en B Origineel Kopie Hieronder wordt de procedure voor het dubbelzijdig/duplexkopiëren beschreven. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Druk op [Indelen/bewerken] en vervolgens op [Duplex]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-19

88 Basisbediening Gereed voor kopiëren. kopieën 4 Selecteer de gewenste duplexoptie. Duplex 1-zijdig >>1-zijdig Plaats origineel. 1-zijdig >>2-zijdig 2-zijdig >>1-zijdig Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld 2-zijdig >>2-zijdig Boek >>1-zijdig Boek >>2-zijdig voltooien Binding Links/rechts Binding Boven Bovenrand boven Afdr.richt. origineel Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Als u [1-zijdig>>2-zijdig] of [2-zijdig>>2-zijdig] kiest, selecteer dan de bindzijde van de voltooide kopieën bij Voltooien. Als u [Boek>>2-zijdig] kiest, druk dan op [Boek>>2- zijdig] of [Boek>> Boek] bij Voltooien om de duplexinstelling te selecteren. Duplex Gereed voor kopiëren. 1-zijdig >>1-zijdig Origineel kopieën 6 Als u [2-zijdig>>1-zijdig], [2-zijdig>>2-zijdig], [Boek>>1-zijdig] of [Boek>>2-zijdig] kiest, selecteer dan de bindzijde van de originelen bij Origineel. Plaats origineel. 1-zijdig >>2-zijdig 2-zijdig >>1-zijdig Binding Links/rechts Binding Boven Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld 2-zijdig >>2-zijdig Boek >>1-zijdig Boek >>2-zijdig Bovenrand boven Afdr.richt. origineel Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 7 Druk op [Afdr. richt. origineel] om de afdrukrichting van het origineel te selecteren, namelijk [Bovenrand boven] of [Bovenrand links]. Druk vervolgens op [OK]. 8 Druk op [OK]. 9 Druk op de Start-toets. Als het origineel op de glasplaat gescand is, vervangt u het door het volgende. Druk vervolgens op de Start-toets. Nadat u alle originelen hebt gescand, drukt u op [Scan volt.] om het kopiëren te starten GEBRUIKERSHANDLEIDING

89 Basisbediening Kopiëren met sorteren/verschuiven Het apparaat kan sorteren en verschuiven terwijl het kopieert. U kunt de kopieerfuncties sorteren/verschuiven gebruiken voor de hieronder beschreven taken. Sorteren Meerdere originelen worden gescand en volledige sets met kopieën worden op paginanummer afgeleverd. 3 Origineel Kopie Verschuiven Origineel Kopie (elke pagina) Wanneer u gebruik maakt van verschuiven, dan worden de afgedrukte kopieën opgesplitst na elke set met kopieën (of na elke pagina). OPMERKING: Bij verschuiven is de optionele documentfinisher of de finisher voor vellen vereist. Gereed voor kopiëren. kopieën Hieronder wordt de procedure beschreven voor het kopiëren met sorteren/verschuiven. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Druk op [Orig./papier/voltooien] en vervolgens op [Samenvoegen/verschuiven]. 4 Druk voor kopiëren met samenvoegen op [Aan] bij Sorteren. Samenvoegen/verschuiven Plaats origineel. Sorteren Uit Aan Druk voor kopiëren met verschuiven op [Per set] bij Verschuiven. Druk op [OK]. Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Verschuiven Uit Per set Voorbeeld Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-21

90 Basisbediening Gereed voor kopiëren. Samenvoegen/verschuiven kopieën Als [Uit] is geselecteerd voor Sorteren, drukt u op [Uit] of [Elke pagina] bij Verschuiven. Sorteren Plaats origineel. Uit Aan Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Verschuiven Uit Elke pagina Voorbeeld Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [OK]. 6 Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint GEBRUIKERSHANDLEIDING

91 Basisbediening Gereserveerde kopie Met deze functie kunt u tijdens het afdrukken de volgende kopieertaak reserveren. Als u deze functie gebruikt, dan wordt het origineel gescand terwijl het apparaat aan het afdrukken is. Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopie afgedrukt. De procedure verschilt afhankelijk van de instelling van Volg. prioriteit behouden. Als Volg. prioriteit behouden is ingesteld op [Aan] Het standaardscherm van de kopieerfunctie verschijnt op het aanraakscherm tijdens het afdrukken. 3 Gereed voor kopiëren. Beeld kopiëren kopieën Sneltoets 1 1 Plaats de originelen voor de gereserveerde kopie op het apparaat en kies de kopieerinstellingen. Plaats origineel. Sneltoets 2 Sneltoets 3 Orig. Zoomen Papier Voorbeeld Snelle instellingen : --- : 100% : --- Auto Kleur/beeldkwaliteit Papierselectie 2-zijdig >>2-zijdig Duplex Orig./papier/ voltooien 100% 2 in 1 Zoomen Combineren Normaal 0 Nieten/ perforeren Indelen/bewerken Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Uit Dichtheid 2 Druk op de Start-toets. Het apparaat begint de originelen te scannen. Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopie afgedrukt. Als Volg. prioriteit behouden is ingesteld op [Uit] Het kopieerscherm verschijnt op het aanraakscherm tijdens het afdrukken. Kopiëren... kopieën Taaknr.: Taaknaam: Doc Gebruiker: Scanner instelling Printerinstelling Gescande pagina's kopieën 1 Druk op [Res. volgende]. Het standaardscherm voor kopiëren verschijnt. 2 2/ 24 A4 100% 2-zijdig Bov.rand boven A4 2-zijdig Sorteren Normaal Bovenste uitvoerlade Annuleren Res. volgende Status 10/10/ :10 2 Plaats de originelen voor de gereserveerde kopie op het apparaat en kies de kopieerinstellingen. 3 Druk op de Start-toets. Het apparaat begint de originelen te scannen. Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopie afgedrukt. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-23

92 Basisbediening Kopiëren tijdens onderbreking Met deze functie kunt u de huidige, lopende taak onderbreken als u meteen kopieën wilt maken. Aan het einde van de onderbreking gaat het apparaat verder met het afdrukken van de onderbroken taak. OPMERKING: Als geen bediening plaatsvindt op het apparaat gedurende 60 seconden, wordt het onderbreken van het kopiëren automatisch geannuleerd en wordt het afdrukken hervat. Gereed om kopiëren te onderbreken. Beeld kopiëren kopieën Sneltoets 1 Sneltoets 2 1 Druk op de Interrupt-toets. Gereed om kopiëren te onderbreken. wordt weergegeven. Orig. Zoomen Papier Plaats origineel. Voorbeeld Snelle instellingen : --- : 100% : --- Auto Kleur/beeldkwaliteit Papierselectie 2-zijdig >>2-zijdig Duplex Orig./papier/ voltooien 100% 2 in 1 Zoomen Combineren Normaal 0 Nieten/ perforeren Indelen/bewerken Sneltoets 3 Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Uit Dichtheid De huidige afdruktaak wordt tijdelijk onderbroken. 2 Plaats de originelen voor het kopiëren tijdens de onderbreking op het apparaat en kies de kopieerinstellingen. 3 Druk op de Start-toets om de kopie tijdens het onderbreken te starten. 4 Als u klaar bent met kopiëren tijdens de onderbreking, druk dan op de Interrupt-toets. Het apparaat gaat verder met het afdrukken van de onderbroken taak GEBRUIKERSHANDLEIDING

93 Basisbediening Nieten Gebruik deze functie om uw afgewerkte kopieën te nieten. OPMERKING: Bij nieten is de optionele documentfinisher of de finisher voor vellen vereist. Wij wijzen er ook op dat u voor nieten in het midden (zadelsteek) de vouweenheid nodig heeft. De volgende mogelijkheden voor nieten en richting zijn beschikbaar. 3 Richting van het papier in de cassette Richting van het papier in de cassette Documentfinisher voor vellen Documentfinisher Documentfinisher voor vellen Documentfinisher Richting origineel: Bovenrand boven (Rand achter) Richting origineel: Bovenrand boven (Rand achter) Richting origineel: Bovenrand links (Linkerbovenhoek) Richting origineel: Bovenrand links (Linkerbovenhoek) GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-25

94 Basisbediening Gebruik de onderstaande procedure om geniete kopieën te maken. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Druk op [Orig./papier/voltooien] en vervolgens op [Nieten/perforeren]. Gereed voor kopiëren. kopieën 4 Selecteer de plek voor het nieten. Nieten/perforeren Plaats origineel. Nieten Uit Boven Links Boven Rechts 2 nietjes Links 2 nietjes Boven 2 nietjes Rechts Vouwen met zadelsteek OPMERKING: Druk voor de zadelsteek op [Vouwen met zadelsteek]. Zorg er bij het plaatsen van de originelen voor dat de coverpagina onderaan ligt. Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld Perforeren Uit 2 gaatjes Links 2 gaatjes Boven 2 gaatjes Rechts 4 gaten Links 4 gaten Boven 4 gaten Rechts Bovenrand boven Afdr.richt. origineel Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [Afdr. richt. origineel] om de richting van het origineel te kiezen, namelijk [Bovenrand boven] of [Bovenrand links]. Druk vervolgens op [OK]. 6 Druk op [OK]. 7 Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint GEBRUIKERSHANDLEIDING

95 Basisbediening Perforeren Perforeer gaten in een stapel afgewerkte kopieën om vervolgens in te binden. OPMERKING: Hiervoor is de optionele documentfinisher of de finisher voor vellen vereist. De richtingen van het origineel en de bijbehorende perforaties zijn als volgt. Origineel Kopie Richting van het origineel Glasplaat Documenttoevoer 3 OPMERKING: Bij het inch-model zijn tweegaats of driegaats perforaties mogelijk. Bij het metrisch model zijn tweegaats of viergaats perforaties mogelijk. Volg de onderstaande stappen voor het perforeren. 1 Druk op de Kopiëren-toets. 2 Plaats het origineel op de glasplaat. 3 Druk op [Orig./papier/voltooien] en vervolgens op [Nieten/perforeren]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-27

96 Basisbediening Gereed voor kopiëren. kopieën 4 Selecteer de manier van perforeren. Nieten/perforeren Plaats origineel. Nieten Uit Boven Links Boven Rechts 2 nietjes Links 2 nietjes Boven 2 nietjes Rechts Vouwen met zadelsteek 5 Druk op [Afdr. richt. origineel] om de richting van het origineel te kiezen, namelijk [Bovenrand boven] of [Bovenrand links]. Druk vervolgens op [OK]. Orig. Zoomen Papier : --- : 100% : --- Voorbeeld Perforeren Uit 2 gaatjes Links 2 gaatjes Boven 2 gaatjes Rechts 4 gaten Links 4 gaten Boven 4 gaten Rechts Bovenrand boven Afdr.richt. origineel Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 6 Druk op [OK]. 7 Druk op de Start-toets. Als het origineel op de glasplaat geplaatst is. Plaats het volgende origineel en druk op de Start-toets. Het kopiëren begint. Als alle originelen gescand zijn, druk dan op [Scannen volt.]. Het kopiëren begint GEBRUIKERSHANDLEIDING

97 Basisbediening Afdrukken - Afdrukken vanuit een toepassing Volg de onderstaande stappen om een document vanuit een toepassing af te drukken. OPMERKING: Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de bijgeleverde cd-rom (Product Library). 1 Maak een document in een toepassing. 3 2 Klik op Bestand en selecteer Afdrukken in de toepassing. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Klik op de knop naast het veld Naam en selecteer dit apparaat uit de lijst. 4 Vul het gewenste aantal afdrukken in het vak Exemplaren in. U kunt tot 999 exemplaren opgeven. Waneer er meer dan één document is, selecteert u Sorteren om de documenten een voor een in de volgorde van de paginanummers af te drukken. 5 Klik op de knop Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-29

98 Basisbediening 6 Selecteer het tabblad Basis en klik op de knop Afdrukformaat om het papierformaat te selecteren. Om op speciale papiersoorten zoals dik papier of transparanten af te drukken, klikt u op het menu Afdrukmateriaaltype en selecteert u het mediatype. 7 Klik op Bron en selecteer de papierbron. OPMERKING: Als u Automatisch kiest, wordt het papier automatisch aangevoerd uit de papierbron met het papier van het optimale formaat en type. Om op speciale papiersoorten zoals enveloppen of dik papier af te drukken, plaatst u ze in de multifunctionele lade en selecteert u MF Lade. 8 Selecteer de papierrichting Staand of Liggend om deze af te stemmen op de richting van het document. Als u Gedraaid selecteert, wordt het document 180 gedraaid afgedrukt. 9 Klik op de OK-knop om naar het dialoogvenster Afdrukken terug te keren. 10 Klik op de OK-knop om het afdrukken te starten GEBRUIKERSHANDLEIDING

99 Basisbediening Verzenden Dit apparaat kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een bericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk. Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid en de beveiliging te verhelpen. 3 Tegelijk met het verzenden van een gescande afbeelding kunt u de afbeelding ook afdrukken of verzenden naar de documentbox. Voer de volgende stappen uit om de scanfunctie te gebruiken: Programmeer de instellingen, waaronder ook de instelling op het apparaat. Gebruik het Embedded Web Server (de interne HTML-internetpagina) om het IP-adres en de hostnaam van de SMTP-server en de ontvanger te registreren. Registreer de bestemming in het adresboek of onder een snelkiestoets. Wanneer de pc-map (SMB/FTP) wordt geselecteerd, moet de doelmap worden gedeeld. Neem contact op met uw beheerder om de pc-map in te stellen. Een documentbox aanmaken/registreren (wanneer een documentbox is geselecteerd als bestemming) Gedetailleerde verzendingsinstellingen (om een documentbox te selecteren als bestemming of om de afbeelding tegelijkertijd af te drukken en te verzenden) Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het verzenden. De volgende vier opties zijn beschikbaar: Verzenden als verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een bericht...pagina 3-32 Verzenden naar map (SMB): slaat een gescand origineelbeeld op in een gedeelde map van eender welke pc...pagina 3-33 Verzenden naar map (FTP): slaat een gescand origineelbeeld op in een map van een FTP-server...pagina 3-33 Verzenden naar documentbox: verzendt een document opgeslagen in de documentbox op dit apparaat...pagina 4-6 Afbeeldingsgegevens scannen met TWAIN/WIA: laadt de documentgegevens opgeslagen in een custom box naar een pc...raadpleeg de Gebruikershandleiding van het TWAIN/WIA-stuurprogramma OPMERKING: Verschillende verzendopties kunnen gecombineerd worden opgegeven. Raadpleeg Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (multi-verzenden) op pagina GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-31

100 Basisbediening Verzenden als Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een bericht. OPMERKING: U moet een netwerkomgeving hebben waarin dit apparaat verbinding kan maken met een mailserver. Er wordt aanbevolen het apparaat te gebruiken in een omgeving waarin het permanent verbinding kan maken met de mailserver via een LAN. Open het Embedded Web Server van tevoren en voer de instellingen in voor het versturen van een . Raadpleeg Embedded Web Server (instellingen voor ) op pagina 2-13 voor meer informatie. 1 Druk op de Verzenden-toets. Het scherm voor verzenden verschijnt. OPMERKING: Afhankelijk van de instellingen kan het zijn dat het scherm met het adresboek verschijnt. Druk in dat geval op [Annuleren] om het scherm voor verzenden weer te geven. Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. adres invoeren adres Voeg een nieuwe adres toe. Druk op [ adres] en voer het adres in m.b.v. het toetsenbord op het scherm. Bestemming 2 Druk op [ adres invoeren] en vervolgens op [ adres]. OPMERKING: De bestemming kan worden opgegeven via het adresboek of via de snelkiestoetsen. Raadpleeg Bestemming opgeven op pagina Toevoegen aan adresboek Volgend adres Annuleren OK Status 10/10/ :10 3 Voer het adres van de bestemming in en druk op [OK]. 4 Druk op [Volgend adres] en herhaal stap 3 om de bestemming op te geven. U kunt tot 100 e- mailadressen opgeven. OPMERKING: Wanneer [Toevoegen aan adresboek] wordt weergegeven, zijn de bestemmingen in het adresboek geregistreerd. 5 Druk op [OK]. De bestemmingen worden in de lijst met bestemmingen geregistreerd GEBRUIKERSHANDLEIDING

101 Basisbediening ABCD Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming TUVW Group1 Group1 Details Aan: Auto Op de haak Direct Keten Details/bew. Verwijderen Opnw bellen AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH III JJJ 1/1 Nr. 1/100 Bestemming Adresboek adres invoeren Maplocatie invoeren Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan 6 Controleer de lijst met bestemmingen. Selecteer een bestemming en druk op [Details/ bew.] om deze te controleren en te bewerken. Selecteer een bestemming en druk op [Verwijderen] om de bestemming uit de lijst te verwijderen. 3 Bestemming Snelle instellingen orig./verzending Bestandsformaat Kleur/beeldkwaliteit Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Verzenden naar map (SMB)/Verzenden naar map (FTP) Het beeldbestand van het gescande origineel wordt in de opgegeven gedeelde map van eender welke pc opgeslagen. Slaat een gescande origineelafbeelding op in een map van een FTP-server. OPMERKING: Raadpleeg de Help-functie van uw besturingssysteem voor meer informatie over het delen van mappen. Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP in het Embedded Web Server op Aan ingesteld is. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding voor het Embedded Web Server. 1 Druk op de Verzenden-toets. Het scherm voor verzenden verschijnt. OPMERKING: Afhankelijk van de instellingen kan het zijn dat het scherm met het adresboek verschijnt. Druk in dat geval op [Annuleren] om het scherm voor verzenden weer te geven. 2 Druk op [Maplocatie invoeren] en vervolgens op [SMB] of [FTP]. OPMERKING: De bestemming kan worden opgegeven via het adresboek of via de snelkiestoetsen. Raadpleeg Bestemming opgeven op pagina 3-37 voor meer informatie. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-33

102 Basisbediening SMB FTP Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Locatie van de folderinvoeren. Hostnaam Pad Gebruikersnaam aanmelding Wachtwoord aanmelding Geef de locatie van de bestemmingsmap aan. Bestemming Verbinding testen 3 Voer de hostnaam, het pad en de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord in. Druk op de toets van elke instelling om eerst het invoerscherm weer te geven. Toevoegen aan adresboek Volgend adres Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Voer de bestemmingsgegevens in en druk op [OK]. Gebruik het toetsenbord voor invoer. Limiet: 126 tekens invoeren: 0 tekens # $ % ^ & * ( ) _ + Q W E R T Y U I O P { } A S D F G H J K L : " Z X C V B N M < >? H-letter Lower-case K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 De in te voeren gegevens zijn als volgt. OPMERKING: Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Neem contact op met uw beheerder en vraag uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord na. Voor verzenden naar map (SMB) Instelling Hostnaam* Pad Gebruikersnaam aanmelding Wachtwoord aanmelding In te voeren gegevens Hostnaam of IP-adres van de ontvangende pc. Pad naar de ontvangstmap zoals in onderstaand voorbeeld. Bijvoorbeeld \User\ScanData. Gebruikersnaam voor toegang tot de pc Bijvoorbeeld abcdnet\james.smith Wachtwoord voor toegang tot de pc Max. aantal karakters Max. 64 karakters Max. 128 karakters Max. 64 karakters Max. 64 karakters * Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (139) de notatie hostnaam: poortnummer (vb. SMBhostnaam:140). Zet bij het invoeren van het IPv6-adres het adres tussen haakjes [ ]. (bijvoorbeeld [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140) 3-34 GEBRUIKERSHANDLEIDING

103 Basisbediening Voor verzenden naar map (FTP) Instelling In te voeren gegevens Max. aantal karakters Hostnaam* Pad Hostnaam of IP-adres van de FTPserver Pad naar de ontvangstmap. Bijvoorbeeld \User\ScanData. Anders worden de gegevens in de basismap opgeslagen. Max. 64 karakters Max. 128 karakters 3 Gebruikersnaam aanmelding Gebruikersnaam voor aanmelden bij FTP-server Max. 64 karakters Wachtwoord aanmelding Wachtwoord voor aanmelden bij FTPserver Max. 64 karakters * Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (21) de notatie "hostnaam: poortnummer (vb. FTPhostnaam:140). Zet bij het invoeren van het IPv6-adres het adres tussen haakjes [ ]. (bijvoorbeeld [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140) SMB Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Locatie van de folderinvoeren. Hostnaam Bestemming 5 Nadat u alles hebt ingevoerd, drukt u op [Verbinding testen] om de verbinding te controleren. FTP Pad Gebruikersnaam aanmelding Wachtwoord aanmelding Geef de locatie van de bestemmingsmap aan. Verbinding testen OPMERKING: Verbonden. verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is gebracht. Als Kan geen verbinding maken. verschijnt, controleer dan de ingevoerde gegevens. Toevoegen aan adresboek Volgend adres Annuleren OK Status 10/10/ :10 Als u een andere bestemming wilt opgeven, gaat u naar stap 6. Als u slechts één bestemming wilt opgeven, gaat u naar stap 7. 6 Druk op [Volgend adres] en herhaal de stappen 3 tot 5 om de bestemming op te geven. U kunt een combinatie van in het totaal maximaal 10 FTP- en SMB-doelmappen opgeven. OPMERKING: Wanneer [Toevoegen aan adresboek] wordt weergegeven, worden de ingevoerde gegevens in het adresboek geregistreerd. 7 Druk op [OK] om de ingevoerde gegevens in de lijst met bestemmingen te registreren. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-35

104 Basisbediening ABCD Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming TUVW Group1 Group1 Details Aan: Auto Op de haak Direct Keten Details/bew. Verwijderen Opnw bellen AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH III JJJ 1/1 Nr. 1/100 Bestemming Adresboek adres invoeren Maplocatie invoeren Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan 8 Controleer de lijst met bestemmingen. Selecteer een bestemming en druk op [Details/ bew.] om deze te controleren en te bewerken. Bewerk de gegevens indien nodig volgens de stappen 3 tot 5. Selecteer een bestemming en druk op [Verwijderen] om de bestemming uit de lijst te verwijderen. Bestemming Snelle instellingen orig./verzending Bestandsformaat Kleur/beeldkwaliteit Geavanceerde instellingen Status 10/10/ : GEBRUIKERSHANDLEIDING

105 Basisbediening Bestemming opgeven Een bestemming opgeven kan via het adresboek of via de snelkiestoetsen. Kiezen uit het adresboek Selecteer een bestemming die in het adresboek is geregistreerd. ABCD Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming TUVW Group1 Group1 Details Aan: Auto Op de haak Direct Keten Details/bew. Verwijderen Opnw bellen AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH III JJJ 1/1 Nr. 1/100 Bestemming Adresboek adres invoeren Maplocatie invoeren Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan 1 Druk in het basisscherm voor verzenden op [Adresboek]. 3 Bestemming Snelle instellingen orig./verzending Bestandsformaat Kleur/beeldkwaliteit Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Adresboek Adresboek Adresboek Sorteren Naam Best. Nr. Type Details Naam 0001 ABCD abcd@efg.com 0002 TUVW tuvw@xyz.com 0003 Group Group Group3 1/2 Zoeken(naam) Zoeken (nr.) registr./bew. Adresboek Details 2 Vink het vakje aan om de gewenste bestemming uit de lijst te kiezen. U kunt meerdere bestemmingen kiezen. De geselecteerde bestemmingen worden aangegeven door een vinkje in het selectievakje. Selecteer om een adresboek op de LDAP-server te gebruiken [Extern adresboek] uit het pulldownmenu Adresboek. ABC DEF JKL MNO PQRS TUV WXYZ GHI 0-9 Map FAX i-fax Annuleren Groep OK U kunt de volgorde waarin de bestemmingen weergegeven worden wijzigen door [Naam] of [Nr.] te selecteren uit het pulldown-menu Sorteren. Status 10/10/ :10 OPMERKING: Om de selectie te annuleren drukt u op het selectievakje en verwijdert u het vinkje. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding voor het Embedded Web Server. 3 Druk op [OK] om de geselecteerde bestemming in de lijst met bestemmingen te registreren. OPMERKING: Om een bestemming uit de lijst te verwijderen, selecteert u de bestemming en drukt u op [Verwijderen]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-37

106 Basisbediening Bestemming opzoeken Bestemmingen die in het adresboek zijn geregistreerd, kunnen worden opgezocht. Ook een geavanceerde zoekopdracht op soort of beginletter is mogelijk. Adresboek Adresboek Adresboek Sorteren Naam (1) (2) Best. Nr. Type Naam Details 0001 ABCD 0002 TUVW 0003 Group Group2 1/2 Zoeken(naam) Zoeken (nr.) registr./bew. Adresboek (3) 0005 Group3 ABC DEF JKL MNO PQRS TUV WXYZ GHI 0-9 Details (4) Map FAX i-fax Groep Annuleren OK Status 10/10/ :10 Gebruikte toetsen Soort zoekopdracht Opgezochte onderwerpen 1 Zoeken op naam Zoeken op geregistreerde naam. 2 Zoeken op adresnummer 3 Geavanceerd zoeken op beginletter 4 Geavanceerd zoeken op type bestemming Zoeken op geregistreerd adresnummer. Geavanceerd zoeken op beginletter van de geregistreerde naam. Geavanceerd zoeken op type geregistreerde bestemming ( , Map (SMB/FTP), Fax, i-fax of Groep). (Fax: enkel wanneer de optionele faxkit is geïnstalleerd). Hieronder worden de procedures beschreven voor het gebruik van de verschillende zoekfuncties. Zoeken op naam Druk op [Zoeken(naam)] en voer de gewenste naam in. Zoeken op adresnummer Druk op [Zoeken (nr.)] en voer het gewenste adresnummer in. Geavanceerd zoeken op beginletter Druk op de toets voor de gewenste beginletter. Geavanceerd zoeken op type bestemming Druk op [ ], [Map], [FAX], [i-fax] of [Groep]. De bestemmingen die volgens dat type zijn geregistreerd, worden weergegeven GEBRUIKERSHANDLEIDING

107 Basisbediening Kiezen via snelkiestoets ABCD Bestemming Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming Snelle instellingen TUVW Group1 Group1 Details orig./verzending Bestandsformaat Adresboek adres invoeren Maplocatie invoeren Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Aan: Auto Op de haak Direct Keten Details/bew. Verwijderen Opnw bellen AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH III JJJ 1/1 Nr. 1/100 Bestemming Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan Selecteer de bestemming via de snelkiestoetsen. Druk in het basisscherm voor verzenden op de snelkiestoets waaronder de bestemming is geregistreerd. OPMERKING: Als de snelkiestoets voor de gewenste bestemming niet zichtbaar is op het aanraakscherm, druk dan op [ ] of [ ] om te scrollen en de volgende of vorige snelkiestoetsen weer te geven. Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat reeds snelkiestoetsen zijn geregistreerd. 3 Kiezen via snelkiezen ABCD Gereed voor verzenden. Plaats het origineel. Bestemming abcd@efg.com TUVW Group1 Group1 Details Aan: Auto Op de haak Direct Keten Details/bew. Verwijderen Opnw bellen AAA BBB CCC DDD EEE FFF GGG HHH III JJJ 1/1 Nr. 1/100 Bestemming Adresboek adres invoeren Maplocatie invoeren Faxnummer invoeren i-fax Adr. invoer WSD-scan Roep de bestemming op door de 4 cijfers van een snelkiestoets (0001 tot 1000) in te voeren (snelkiezen). Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets Snelkiesnummer zoeken of [Nr.] en gebruik de cijfertoetsen om het nummer van de snelkiestoets in te voeren in het scherm voor het invoeren van de nummers. Bestemming Snelle instellingen orig./verzending Bestandsformaat Kleur/beeldkwaliteit Kleur/beeldkwaliteit Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (multi-verzenden) U kunt verschillende soorten bestemmingen zoals adressen, mappen (SMB of FTP) en faxnummers (optioneel) met elkaar combineren. Dit wordt Multi-verzenden genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende soorten bestemmingen wilt verzenden ( adressen, mappen enzovoort). Aantal verzendingen Max. 100 Mappen (SMP, FTP): Max. 10 SMB en FTP Fax : Max. 500 i-fax : Max. 100 U kunt ook, afhankelijk van de instellingen, tegelijkertijd verzenden en afdrukken. De procedures zijn net dezelfde als die bij het opgeven van de bestemmingen voor de verschillende verzendingstypes. Ga verder om het adres of het pad van de map op te geven zodat ze in de lijst met bestemmingen verschijnen. Druk op de Start-toets om de verzending naar alle bestemmingen tegelijkertijd te starten. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-39

108 Basisbediening Gebruik van de documentbox Wat is de documentbox? De documentbox is een gebied op de harde schijf waar u documenten kunt bewaren om ze later op te vragen of te delen met meerdere gebruikers. In de documentbox bevinden zich vier deelboxen met de volgende functies. Custom box...pagina 4-2 De custom box is een deelbox die u kunt aanmaken in de documentbox en waarin u gegevens kunt opslaan om later op te vragen. U kunt een custom box aanmaken en verwijderen en de gegevens op verschillende manieren bewerken zoals hieronder beschreven: Een box aanmaken...pagina 4-4 Documenten in een custom box opslaan...pagina 4-5 Documenten in een custom box afdrukken...pagina 4-6 Documenten in een custom box verzenden...pagina 4-6 Documenten in een custom box verplaatsen/ kopiëren/ samenvoegen...pagina 4-8 Documenten in een custom box verwijderen...pagina 4-11 Taakbox De taakbox dient voor het tijdelijk of permanent bewaren van afdrukgegevens voor het gebruik van taakopties waaronder Privé-afdruk, Opgeslagen taak, Snelkopie, Proefafdruk, Herhalingskopie en Bestand voor formuliersjabloon zoals verderop beschreven wordt. Vier afzonderlijke taakboxen die overeenkomen met deze taakopties zijn reeds in de documentbox voorzien. Deze taakboxen kunnen niet door een gebruiker worden aangemaakt of verwijderd. OPMERKING: U kunt het apparaat zo instellen dat tijdelijke documenten in de taakboxen automatisch verwijderd worden. Raadpleeg Automatisch verwijderen instellen voor tijdelijke documenten op pagina 4-17 voor meer informatie. De box Privé-afdruk/opgeslagen taak...pagina 4-12 Bij Privé-afdruk kunt u opgeven dat een taak niet afgedrukt wordt tot u de taak vrijgeeft op het bedieningpaneel. Geef, wanneer u de taak vanuit de softwaretoepassing verzendt, een 4-cijferige toegangscode op in het printerstuurprogramma. De taak wordt vrijgegeven om afgedrukt te worden door de toegangscode in te voeren op het bedieningspaneel zodat de afdruktaak vertrouwelijk blijft. De gegevens worden verwijderd als de afdruktaak klaar is of als de hoofdschakelaar uitgezet wordt. Bij Opgeslagen taak zijn de toegangscodes niet verplicht, maar kunnen ze wel ingevoerd worden in het printerstuurprogramma als afdrukken met een pinbeveiliging nodig is. In dat geval moet u de toegangscode invoeren om de opgeslagen taken af te drukken. De afdrukgegevens worden na het afdrukken bewaard op de harde schijf. Zo kunt u dezelfde afdrukgegevens herhaaldelijk afdrukken GEBRUIKERSHANDLEIDING

109 Basisbediening De box Snelkopie/Proefafdruk...pagina 4-13 De functie Snelkopie maakt het mogelijk extra exemplaren af te drukken van een document dat reeds afgedrukt is. Als Snelkopie ingeschakeld is en u drukt een document af vanuit het printerstuurprogramma, dan worden de afdrukgegevens opgeslagen in de taakbox Snelkopie. Wanneer extra exemplaren nodig zijn, dan kunt u het gewenste aantal exemplaren opnieuw afdrukken via het bedieningspaneel. 3 Er kunnen standaard 32 documenten opgeslagen worden. Als het apparaat uitgeschakeld wordt, dan worden alle opgeslagen taken gewist. OPMERKING: Als u meer documenten probeert op te slaan dan het beschikbare maximum, dan worden de oudste documentgegevens overschreven door de nieuwste documentgegevens. De functie Proefafdruk drukt slechts één proefexemplaar af van een taak met meerdere afdrukken en houdt het afdrukken van de resterende exemplaren vast. Als u met de functie Proefafdruk via het printerstuurpogramma een taak met meerdere exemplaren afdrukt, dan wordt slechts één exemplaar afgedrukt terwijl de documengegevens in de taakbox vastgehouden worden. Om verder te gaan met het afdrukken van de resterende exemplaren, gebruikt u het bedieningspaneel. U kunt het aantal af te drukken exemplaren wijzigen. De box Herhalingskopie...pagina 4-16 De functie Herhalingskopie slaat de gegevens van het gekopieerde originele document op in de taakbox zodat u later extra exemplaren kunt afdrukken. Er kunnen standaard 32 documenten opgeslagen worden. Als het apparaat uitgeschakeld wordt, dan worden de gegevens van de originelen gewist. OPMERKING: De functie Herhalingskopie is niet beschikbaar als de optionele databeveiligingskit geïnstalleerd is. De box Bestand voor formuliersjabloon(kopiëren)...pagina 4-18 De functie Formuliersjabloon kopieert het originele document met een formulier of afbeelding eroverheen. Deze taakbox wordt gebruikt om formulieren en afbeeldingen op te slaan. Verwisselbaar geheugen Een USB-geheugen dat aangesloten wordt op de USB-geheugenaansluiting (A1) van het apparaat wordt ook herkend als een taakbox. Zo kunt u de PDF-gegevens in het USB-geheugen afdrukken. U kunt PDF-gegevens rechtstreeks vanaf het USB-geheugen afdrukken zonder een pc. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-41

110 Basisbediening Ook kunnen bestanden met afbeeldingen, die op dit apparaat gescand zijn, opgeslagen worden in het USBgeheugen in de formaten PDF, TIFF, JPEG, XPS of PDF met hoge compressie (Scan naar USB). Faxbox In de faxbox worden de ontvangen faxgegevens opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van de faxkit GEBRUIKERSHANDLEIDING

111 Basisbediening Basisbediening van de documentbox In dit gedeelte wordt de basisbediening van de documentbox uitgelegd aan de hand van voorbeelden waarbij taken uitgevoerd worden met custom boxen. OPMERKING: In de hierna volgende uitleg, gaan we ervanuit dat het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is. Raadpleeg Gebruikersrechten op pagina 3-48 voor meer informatie over de gebruikersaanmeldingsrechten. 3 Hieronder worden de basishandelingen voor het gebruik van documentboxen beschreven. 1 Druk op de Documentbox-toets. Het standaarddocumentboxscherm verschijnt. Custom box. Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb SALES Anonymous Druk op [Custom box], [Taakbox] of [Verwisselbaar geheugen] om het type documentbox te selecteren waarmee u wilt werken. Druk in dit voorbeeld op [Custom box]. 1/1 Box registr./ bewerken Het scherm met de lijst met boxen verschijnt. Bestand opslaan Details Openen Custom box Taakbox Verwisselbaar geheugen Faxbox Status 10/10/ :10 U kunt dit scherm gebruiken voor taken zoals het registreren en bewerken van boxen. Raadpleeg Lijst met custom boxen op pagina 3-44 voor meer informatie over het gebruik van de lijst met boxen. OPMERKING: Raadpleeg Een nieuwe custom box aanmaken op pagina 4-2 voor meer informatie over het registreren van boxen. U kunt een box niet openen als u uw wachtwoord vergeten bent. Gebruik in dat geval de toegangsrechten van de beheerder en overschrijf het wachtwoord van uw box. Custom box. Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb Box 1 Gebruiker 10% Box 2 Gebruiker 20% Box 3 Gebruiker 30% 1/1 Box registr./ bewerken Bestand opslaan Details Openen Custom box Taakbox Verwisselbaar Faxbox geheugen Status 10/10/ :10 3 Selecteer de box met het document waarmee u wilt werken en druk op [Openen]. Het scherm met de lijst met documenten verschijnt. U kunt dit scherm gebruiken voor taken zoals het afdrukken en verzenden van documenten. Raadpleeg Lijst met documenten op pagina 3-45 voor meer informatie over het gebruik van de lijst met documenten. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-43

112 Basisbediening Lijst met custom boxen De lijst met boxen geeft de geregistreerde custom boxen weer. De custom boxen kunnen gerangschikt worden op boxnummer of op boxnaam. U kunt de lijst op verschillende manieren bewerken zoals hieronder weergegeven. De boxen rangschikken op nummer in stijgende/dalende volgorde. De boxen rangschikken op naam in alfabetische volgorde. Custom box. Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb Box 1 Gebruiker 10% Box 2 Gebruiker 20% Box 3 Gebruiker 30% 1/1 Box registr./ bewerken Bestand opslaan Details Openen Custom box Taakbox Verwisselbaar Faxbox geheugen Status 10/10/ :10 Het document in de geselecteerde box opslaan. Nieuwe boxen registreren en boxinformatie controleren, wijzigen en verwijderen. De geselecteerde box openen. De details van de geselecteerde box weergeven GEBRUIKERSHANDLEIDING

113 Basisbediening Lijst met documenten In de lijst met documenten staan alle documenten die opgeslagen zijn in de custom box. De documenten kunnen gerangschikt worden op naam of als miniatuur. De lijst kan gebruikt worden zoals hieronder weergegeven. Lijst De documenten rangschikken op naam in alfabetische volgorde. De documenten rangschikken volgens het moment van updaten in stijgende/ dalende volgorde. De documenten rangschikken op grootte in stijgende/dalende volgorde. 3 Meer dan één document tegelijk selecteren. Documenten selecteren door de selectievakjes aan te vinken. Box:** Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB /10/ :00 21 MB 1/1 Een document markeren om de bijbehorende details weer te geven met [Details]. Details Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen Voorbeeld Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 Een voorbeeld laten zien van het geselecteerde document. Miniaturen Meer dan één document tegelijk selecteren. Een document markeren om de bijbehorende details weer te geven met [Details]. Documenten selecteren door de selectievakjes aan te vinken. Box:** SALES Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen 1/1 Details Voorbeeld Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 Kiezen tussen weergave van de lijst of de miniaturen. De geselecteerde documenten afdrukken, verzenden, samenvoegen, verplaatsen, kopiëren of verwijderen. Het document in de geopende box opslaan. OPMERKING: U kunt meerdere documenten selecteren door de bijbehorende vakjes aan te vinken. U kunt echter niet meerdere documenten selecteren wanneer u documenten aan het verzenden bent. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-45

114 Basisbediening Boxdetails weergeven/bewerken U kunt de boxinformatie controleren en wijzigen. Gebruik hiervoor de onderstaande procedure. 1 Druk op [Box registr./bewerken] in het scherm met de lijst met boxen. Documentbox of verwisselbaar geheugen - Box bewerken Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb SALES Anonymous Markeer de box waarvan u de details wilt controleren of bewerken en druk op [Details/ Bewerken]. 1/1 Toevoegen OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Details/ Bewerken Verwijderen Sluiten Status 10/10/ :10 Box:** Boxnummer: 0001 Boxnaam: SALES Boxwachtwoord: ******** Wijzigen Wijzigen Wijzigen 3 Controleer de boxdetails. Druk om de details te bewerken op [Wijzigen] bij het detail dat u wilt bewerken. Bewerk het detail naar wens en druk op [OK]. Gebruiksbeperkingen: Wijzigen Bestanden aut. wissen: 21 MB 30 dag(en) Wijzigen Vrije ruimte: Instelling overschrijven: Wijzigen 30 GB Toestaan Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 4 Druk nadat u de details gewijzigd heeft op [Registreren] en druk vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm. Heeft u de details niet gewijzigd, druk dan op [Nee]. 5 Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het standaarddocumentboxscherm GEBRUIKERSHANDLEIDING

115 Basisbediening Documentvoorbeeld bekijken/documentdetails controleren U kunt deze functie gebruiken om een voorbeeld te bekijken van de documenten die opgeslagen zijn in een documentbox of om de documentdetails weer te geven om ze te controleren. Gebruik hiervoor de onderstaande procedure. 1 Selecteer (markeer) een document dat u wilt bekijken en druk vervolgens op [Voorbeeld] of [Details]. 3 2 Bekijk het documentvoorbeeld of controleer de documentdetails. De beschikbare bedieningsfuncties in het voorbeeldscherm staan hieronder weergegeven. Voorbeeld: Als u ingezoomd heeft, dan kunt u met deze toetsen het weergegeven gebied verplaatsen. In documenten met Formaat : Resol. : Kleur : Nr. meerdere pagina's kunt u van pagina wisselen door het gewenste paginanummer in te voeren. 1/6 In documenten met meerdere pagina's kunt u met deze toetsen wisselen van pagina. Sluiten Status 10/10/ :10 Uitzoomen. Inzoomen. 3 Wanneer u klaar bent met het bekijken van een documentvoorbeeld of met het controleren van de documentdetails, dan drukt u op [Sluiten]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-47

116 Basisbediening Gebruikersrechten Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan verschilt de toegang tot de onderdelen van de documentbox afhankelijk van de toegekende gebruikersrechten. De toegang verschilt als volgt afhankelijk van de gebruikersrechten: Toegang Toegangsniveau Beheerder Gebruiker Een box aanmaken Ja Nee Bediening De boxeigenaar wijzigen Ja Nee Een box verwijderen Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Ja Boxinformatie Het boxnummer wijzigen Een box een nieuwe naam geven Het wachtwoord voor een box wijzigen Het wachtwoord voor een box overschrijven De boxcapaciteit instellen De eigenaar wijzigen De machtiging wijzigen De gebruiksduur van een box wijzigen Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Nee Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Ja Anderen Nee Nee Eigenaar Ja Ja Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Nee Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Nee Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Nee Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Ja Anderen Ja Nee Eigenaar Ja Ja De toegang tot een box beperken De toegang tot een custom box verschilt als volgt afhankelijk van het rechtenniveau: Beheerder: Gebruiker: Een beheerder heeft toegang tot alle boxen en kan ze allemaal bewerken. Een gebruiker heeft toegang tot zijn/haar eigen boxen en tot de gedeelde boxen en kan die boxen bewerken. OPMERKING: Een gebruiker aan wie een netwerkverificatie gegeven is maar die niet geregistreerd is in de lijst met gebruikers, heeft enkel toegang tot de gedeelde boxen GEBRUIKERSHANDLEIDING

117 Basisbediening Verplicht invoeren van een wachtwoord Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan verschilt het verplicht invoeren van een wachtwoord als volgt afhankelijk van het rechtenniveau: Beheerder Gebruiker: De beheerder is niet verplicht een wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot elk van de boxen. De gebruiker is verplicht een wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot een box die beveiligd is met een wachtwoord. De gebruiker is niet verplicht een wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot zijn/haar eigen boxen. 3 Nieuwe custom boxen aanmaken als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is Box:** Boxnummer: Wijzigen Eigenaar 0001 DCBA9876 Boxnaam: Wijzigen SALES Boxwachtwoord: Wijzigen Machtiging: Toets 4 Persoonlijk Wijzigen Wijzigen Als u een nieuwe custom box aanmaakt wanneer het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan verschijnt het betreffende scherm en kunt u de eigenaars- en machtigingsinstellingen wijzigen. Enkel beheerders en apparaatbeheerders kunnen nieuwe custom boxen aanmaken. Gebruiksbeperkingen: Wijzigen Bestanden aut. wissen: Wijzigen 21 GB 30 dag(en) Vrije ruimte: Instelling overschrijven: Wijzigen 30 GB Toestaan Annuleren Registreren 10/10/2008 Status 10:10 De eigenaar wijzigen: De machtiging wijzigen: Druk op [Wijzigen] bij Eigenaar en selecteer de nieuwe eigenaar voor de box uit de weergegeven lijst. Druk vervolgens op [OK]. Druk op [Wijzigen] bij Machtiging en selecteer [Persoonlijk] of [Gedeeld]. Druk vervolgens op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Een nieuwe custom box aanmaken op pagina 4-2 voor meer informatie over het opgeven van andere instellingen. Werken met gebruikersrechten als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is Box:** Boxnummer: 0001 Boxnaam: SALES Boxwachtwoord: ******** Wijzigen Wijzigen Eigenaar DCBA9876 Machtiging: Persoonlijk Wijzigen Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kan de eigenaar van een box met toegekende gebruikersrechten de volgende boxinformatie wijzigen: de boxnaam, het boxwachtwoord, de machtiging, het automatisch wissen van bestanden en de instelling voor overschrijven. Gebruiksbeperkingen: Bestanden aut. wissen: Wijzigen 21 MB 30 dag(en) Vrije ruimte: 30 GB Instelling overschrijven: Toestaan Wijzigen Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 OPMERKING: Er wordt van uitgegaan dat de documentbox al is aangemaakt en geregistreerd. Voor meer informatie over het aanmaken/registreren van documentboxen, raadpleeg Een nieuwe custom box aanmaken op pagina 4-2. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-49

118 Basisbediening Taken annuleren Volg de onderstaande stappen om elke afdruk- of verzendtaak die bezig is te annuleren. Taken annuleren U kunt ook taken annuleren door op de Stop-toets te drukken. Afdruktaken 1 Druk op de Stop-toets. Het scherm Taak wordt geannuleerd verschijnt. De huidige afdruktaak wordt tijdelijk onderbroken. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren en druk op [Annuleren]. Druk vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm. Verzendtaken 1 Druk op de Stop-toets. Er wordt een statusscherm weergegeven. OPMERKING: Een taak die reeds aan het verzenden is, wordt niet tijdelijk onderbroken als u op de Stoptoets drukt. 2 Om het verzenden te annuleren, selecteert u [Annuleren] en drukt u op [Ja] in het bevestigingsscherm. Kopiëren... kopieën OPMERKING: Taaknr.: Taaknaam: Doc Gebruiker: Scanner instelling Printerinstelling Gescande pagina's kopieën A4 2 2/ 24 A4 Normaal Als Volg. prioriteit behouden ingesteld is op [Uit] Het kopieerscherm verschijnt op het aanraakscherm tijdens het afdrukken. 100% 2-zijdig Bov.rand boven 2-zijdig Sorteren Bovenste uitvoerlade 1 Druk op de Stop-toets of op [Annuleren]. De huidige afdruktaak wordt geannuleerd. Annuleren Res. volgende Status 10/10/ : GEBRUIKERSHANDLEIDING

119 Basisbediening Scherm Snelle instellingen In het beginscherm voor kopiëren en verzenden (het scherm dat verschijnt wanneer na het opstarten voor het eerst de toets Kopiëren of Verzenden ingedrukt wordt) worden de belangrijke en veelgebruikte functies uit de talloze mogelijkheden van dit apparaat geregistreerd. Dit beginscherm heet Snelle instellingen. De registratie van functies in het scherm Snelle instellingen kan aan uw werkomgeving worden aangepast voor optimale efficiëntie. Functies die in Snelle instellingen kunnen worden geregistreerd 3 Standaardregistraties en de functies beschikbaar voor registratie zijn als volgt. Functie Standaardregistratie Functies beschikbaar voor registratie Kopiëren Verzenden 1: Papierselectie 2: Zoomverhouding 3: Dichtheid 4: Duplex 5: Combineren 6: Nieten/perforeren 1: Zoomverhouding 2: Scanresolutie 3: FAX TX-resolutie 4: Dichtheid 5: 2-zijdig/boek origineel 6: Bestandsindeling Papierselectie Zoomverhouding Dichtheid Duplex Combineren Nieten/perforeren Afdrukrichting origineel Sorteren/verschuiven Kleurselectie Origineel beeld Formaat origineel Continu scannen Zoomverhouding Scanresolutie FAX TX-resolutie Dichtheid 2-zijdig/boek origineel Bestandsindeling Formaat origineel Verzendgrootte Afdrukrichting origineel Origineel beeld Kleurselectie Continu scannen GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-51

120 Basisbediening Functie Standaardregistratie Functies beschikbaar voor registratie Documentbox Document opslaan 1: Kleurselectie 2: Resolutie 3: Dichtheid 4: 2-zijdig/boek origineel 5: Afdrukrichting origineel 6: Origineel beeld Kleurselectie Resolutie Dichtheid 2-zijdig/boek origineel Afdrukrichting origineel Origineel beeld Formaat origineel Zoomhouding Continu scannen Opslagformaat Verzenden vanuit box 1: Bestandsindeling 2: Verwijderen na versturen 3: FAX TX-resolutie 4: Verzendgrootte Bestandsindeling Verwijderen na verzenden FAX TX-resolutie Verzendgrootte Afdrukken vanuit box 1: Papierselectie 2: Verwijderen na afdrukken 3: Sorteren/verschuiven 4: Duplex 5: Nieten/perforeren 6: Combineren Papierselectie Verwijderen na afdrukken Sorteren/verschuiven Duplex Nieten/perforeren Combineren Registratie wijzigen Gereed voor kopiëren. Beeld kopiëren Plaats origineel. kopieën Sneltoets 1 Sneltoets 2 Sneltoets 3 De onderstaande procedure is een voorbeeld voor het vervangen van de registratie van Dichtheid door Origineel beeld in het scherm Snelle instellingen voor kopiëren. Orig. Zoomen Papier Voorbeeld Snelle instellingen : --- : 100% : --- Auto Kleur/beeldkwaliteit Papierselectie 2-zijdig >>2-zijdig Duplex Orig./papier/ voltooien 100% 2 in 1 Zoomen Combineren Normaal 0 Nieten/ perforeren Indelen/bewerken Sneltoets 4 Sneltoets 5 Sneltoets 6 Geavanceerde instellingen Status 10/10/ :10 Uit Dichtheid 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Kopiëren], [Volgende] bij Instellingen Quick Setup en vervolgens op [Wijzigen] bij Origineel beeld GEBRUIKERSHANDLEIDING

121 Basisbediening Kopiëren - Origineel beeld Deze functie instellen in het scherm Quick Setup. 3 Druk op [Toets 3] om de toets als vervanglocatie in te stellen. Uit Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Toets 5 Toets 6 3 Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op [Ja]. De functie Origineel beeld wordt nieuw geregistreerd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-53

122 Basisbediening Gebruik van de webbrowser In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de webbrowser gebruikt. Opstarten en afsluiten van de browser Gebruik de onderstaande procedure om de webbrowser op te starten en af te sluiten. 1 Druk op de toets Toepassing. Het scherm met de lijst met toepassingen verschijnt. Toepassing 2 Druk op [Webbrowser]. De webbrowser wordt opgestart. Webbrowser Status 10/10/ :10 3 Gebruik het browserscherm om webpagina's te bezoeken. Raadpleeg Gebruik van het browserscherm op pagina 3-55 voor meer informatie over het gebruik van het browserscherm. 4 Druk om de browser af te sluiten op [X] (Afsluiten) en druk vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm voor het afsluiten. Het scherm met de lijst met toepassingen verschijnt. OPMERKING: U kunt uw voorkeuren opgeven bijvoorbeeld voor de manier waarop het scherm van de webbrowser weergegeven wordt. Raadpleeg Webbrowserinstellingen (pagina 3-56) voor meer informatie GEBRUIKERSHANDLEIDING

123 Basisbediening Gebruik van het browserscherm De beschikbare bedieningsfuncties in het webbrowserscherm staan hieronder weergegeven. Status Titelbalk Geeft de naam van de pagina weer. Vak Zoeken Als u op het tekstvak drukt, dan verschijnt een toetsenbord. U kunt dan een zoekopdracht starten door een trefwoord in te voeren en op [Zoeken] te drukken Afsluiten Sluit de webbrowser af en keert terug naar het scherm met de lijst met toepassingen. 3 URL opgeven Zoeken Status 10/10/ :10 Menu URL opgeven Gebruik deze functie om een gewenste webpagina weer te geven door de URL van die pagina in te voeren. Startpagina Geeft de gekozen startpagina weer. U kunt uw startpagina opgeven bij de Browservoorkeuren op pagina Vernieuwen Vernieuwt de pagina. Vorige/Volgende Geeft de vorige of volgende pagina weer. Schuifbalken Hiermee kunt u de weergegeven pagina naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts verplaatsen door op [ ], [ ], [ ] of [ ] te drukken of door de schuifbalk met uw vinger te verplaatsen. Pictogram Vergrendelen Wordt weergegeven als u een beveiligde pagina bezoekt. Lader/voortgangsbalk Geeft de status weer van de pagina die aan het laden is. Als de browser een webpagina aan het laden is, dan geeft de lader Menu een animatie weer. Geeft het menu met browserinstellingen weer. U kunt dit menu gebruiken om de zoomfactor van het browserscherm op te geven, het tekstcoderingsschema in te stellen en het servercertificaat te controleren. Zoeken (Zoeken op internet/opvragen in pagina) Geeft een zoekmenu weer waarin u [Opvragen in pagina] of een internetzoeksite kunt selecteren. Zoeken op internet: Gebruik de gekozen zoeksite om te zoeken met het ingevoerde trefwoord. Opvragen in pagina: Zoek het ingevoerde trefwoord in de huidige pagina. U kunt verder zoeken door op [Omhoog] of [Omlaag] te drukken. OPMERKING: Als u op de Reset-toets drukt terwijl de webbrowser geopend is, dan wordt de browser afgesloten en keert u terug naar het scherm met de lijst met toepassingen zonder dat het afsluiten van de browser wordt weergegeven GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-55

124 Basisbediening Webbrowserinstellingen Met deze procedure stelt u de webbrowsertoepassing in. U kunt de volgende webbrowserinstellingen opgeven. Webbrowser aan of uit Browservoorkeuren Proxy-instellingen Webbrowser aan of uit Hiermee selecteert u of de webbrowser wel of niet gebruikt wordt. Volg de onderstaande stappen om de webbrowserinstelling te kiezen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [ ] en vervolgens op [Internet]. OPMERKING: Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. Browservoorkeuren 3 Press [Wijzigen] bij Webbrowser. 4 Druk op [Aan] of [Uit]. 5 Druk op [OK]. Hiermee kunt u uw webbrowservoorkeuren opgeven zoals uw gewenste startpagina of hoe pagina's weergegeven worden. OPMERKING: Dit wordt niet weergeven als u Uit geselecteerd heeft bij Webbrowser aan of uit (pagina 3-56). Volg de onderstaande stappen om uw webbrowservoorkeuren op te geven. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [ ] en vervolgens op [Internet] GEBRUIKERSHANDLEIDING

125 Basisbediening OPMERKING: Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 3 3 Druk op [Volgende] bij Browseromgeving. 4 Druk om uw startpagina in te stellen op [Wijzigen] bij Startpagina, druk op [URL], voer de URL in en druk vervolgens op [OK]. Druk opnieuw op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 5 Druk om de tekstformaat in te stellen op [Wijzigen] bij Tekstformaat, selecteer [Groot], [Gemiddeld] of [Klein] als tekstformaat en druk vervolgens op [OK]. 6 Druk om de weergavemodus in te stellen op [Wijzigen] bij Weergavemodus, selecteer [Normaal], [Eenvoudig pasmaken] of [Intelligent pasmaken] als weergavemodus en druk vervolgens op [OK]. 7 Druk voor het opgeven van de instellingen voor het accepteren van cookies op [Wijzigen] bij Cookie, selecteer [Accepteer alle], [Weiger alle] of [Vragen voor acceptatie] als uw acceptatiebeleid voor cookies en druk vervolgens op [OK]. Proxy-instellingen Volg de onderstaande stappen om de proxy-instelling op te geven. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [ ] en vervolgens op [Internet]. OPMERKING: Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelden]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-57

126 Basisbediening toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardaanmeldingsgebruikersnaam en - wachtwoord. 3 Druk op [Wijzigen] bij Proxy en vervolgens op [Aan]. Instellen van een proxyserver (HTTP) 1 Druk op [Toetsenbord] bij Proxyserver (HTTP), voer het proxy-adres in en druk op [OK]. 2 Druk op [Nummers] en voer het poortnummer in. Instellen van een proxyserver (HTTPS) 1 Druk op [Toetsenbord] bij Proxyserver (HTTPS), voer het proxy-adres in en druk op [OK]. 2 Druk op [Nummers] en voer het poortnummer in. Instellen van domeinen waarvoor geen proxy gebruikt wordt 1 Druk op [Toetsenbord] bij Voor de volgende domeinen niet proxy gebruiken, voer de domeinnaam in en druk op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 4 Druk op [OK] GEBRUIKERSHANDLEIDING

127 4 Documentbox In dit hoofdstuk wordt de normale procedure voor het gebruik van de documentbox uitgelegd. Gebruik van een custom box Gebruik van een taakbox Documenten vanaf een verwisselbaar USB-geheugen afdrukken Documenten opslaan in het USB-geheugen (Scan naar USB) GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-1

128 Documentbox Gebruik van een custom box OPMERKING: In de hierna volgende uitleg, gaan we ervanuit dat het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is. Raadpleeg Gebruikersrechten op pagina 3-48 voor meer informatie over de gebruikersaanmeldingsrechten. Een nieuwe custom box aanmaken Gebruik de onderstaande procedure om een nieuwe box aan te maken in de gebruikersbox. 1 Druk op de Documentbox-toets. Custom box. Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb. 2 Druk op [Custom box] en vervolgens op [Box registr./bewerken] SALES Anonymous /1 Box registr./ bewerken Bestand opslaan Details Openen Custom box Taakbox Verwisselbaar geheugen Faxbox Status 10/10/ :10 3 Druk op [Toevoegen]. 4 Druk op [Wijzigen] bij elke instelling, voer de informatie in en druk vervolgens op [OK]. In de onderstaande tabel staan de instellingen. Instelling Boxnummer Details Voer het boxnummer in door op [-, +] of de cijfertoetsen te drukken. Het boxnummer kan 0001 tot 1000 zijn. Een custom box moet een uniek nummer hebben. Als u 0000 invoert, dan wordt automatisch het laagste beschikbare nummer toegekend. Boxnaam Voer een boxnaam in van maximaal 32 karakters. Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix- 7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 4-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

129 Documentbox Instelling Boxwachtwoord Gebruiksbeperkingen Bestanden aut. wissen Instelling overschrijven Details De gebruikerstoegang tot de box kan om de box te beveiligen beperkt worden door een wachtwoord. Het invoeren van een wachtwoord is niet verplicht. Voer hetzelfde wachtwoord in van maximaal 16 karakters bij [Wachtwoord] en [Bevestig wachtwoord]. Om voldoende capaciteit op de harde schijf te bewaren, kan de opslagcapaciteit van een box beperkt worden. Voer om de capaciteitsbeperking in te schakelen een waarde in megabytes in als opslagcapaciteit van de custom box door op [-, +] of de cijfertoetsen te drukken. U kunt een limiet tussen 1 en invoeren. (Wijzigt naargelang het aantal aangemaakte custom boxen.) Wist automatisch opgeslagen documenten na een ingestelde periode. Druk op [Aan] om het automatisch wissen in te schakelen en gebruik vervolgens [+] en [-] of de cijfertoetsen om het aantal dagen in te voeren dat documenten bewaard blijven. U kunt een aantal invoeren tussen 1 en 31 dagen. Druk om het automatisch wissen van bestanden uit te schakelen op [Uit]. Bepaalt of oude, opgeslagen documenten wel of niet overschreven worden wanneer nieuwe documenten opgeslagen worden. Druk op [Toestaan] om oude documenten te overschrijven. Druk op [Niet toestaan] om oude documenten te bewaren. 6 OPMERKING: Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan worden "Eigenaar" en "Machtiging" ook weergegeven. Raadpleeg Nieuwe custom boxen aanmaken als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is op pagina Controleer de details die u ingevoerd heeft en druk vervolgens op [Registreren]. De custom box is aangemaakt. De tijd waarop het document verwijderd wordt instellen Stelt de tijd in waarop documenten die opgeslagen zijn in een custom box verwijderd worden. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-3

130 Documentbox De procedure voor het gebruik van het automatisch wissen van bestanden op een bepaalde tijd wordt hieronder uitgelegd. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Documentbox/verwisselbaar geheugen], [Volgende] bij Custom box, [Volgende] bij Standaardinstelling en vervolgens op [Wijzigen] bij Tijd auto. verw. best.. Documentbox/verwisselbaar geheugen - Interval voor automatisch verwijderen bestanden Interval instellen waarop opgeslagen documenten automatisch worden verwijderd. 3 Stel de tijd in waarop het document gewist wordt door met [+], [-] of de cijfertoetsen het uur en de minuten in te stellen. Uur 21 Minuut 30 Cijfers Cijfers Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. De tijd waarop het document gewist wordt, is ingesteld. Documenten opslaan Hieronder wordt de procedure beschreven voor het opslaan van documenten in een custom box. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Plaats het origineel in de documenttoevoer of op de glasplaat. Custom box. Nr. Naam Eigenaar Gebr.geb SALES Anonymous Bestand opslaan Details Openen 1/1 Box registr./ bewerken Custom box Taakbox Verwisselbaar geheugen Faxbox Status 10/10/ :10 3 Druk op [Custom Box], selecteer de box waarin het document opgeslagen moet worden en druk vervolgens op [Bestand opslaan]. OPMERKING: De custom box voor het opslaan van het bestand moet vooraf worden aangemaakt. Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. 4 Selecteer indien nodig het soort origineel, de scandichtheid enzovoort. 5 Druk op de Start-toets. Het origineel wordt gescand en de gegevens worden opgeslagen in de betreffende custom box. OPMERKING: Voer een bestandsnaam van maximaal 64 karakters in. 4-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

131 Documentbox Documenten afdrukken Hieronder wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van documenten in een custom box. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Box:** 3 Selecteer het document dat u wilt afdrukken door het selectievakje aan te vinken. Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB /10/ :00 21 MB 1/1 Details Voorbeeld Het document wordt gemarkeerd met een vinkje. OPMERKING: Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. 6 Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 4 Druk op [Afdrukken]. 5 Stel indien gewenst de papierselectie, tweezijdig afdrukken enzovoort in. 6 Druk op de Start-toets. Het afdrukken van het geselecteerde document begint. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-5

132 Documentbox Documenten verzenden Hieronder wordt de procedure beschreven voor het verzenden van documenten in een custom box. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met het bestand dat u wilt verzenden en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Box:** Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB 3 Selecteer het document dat u wilt verzenden door het selectievakje aan te vinken. Het document wordt gemarkeerd met een vinkje /10/ :00 Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren 21 MB 1/1 Verwijderen Details Voorbeeld Bestand opslaan OPMERKING: Het is niet mogelijk om meerdere documenten te selecteren en te verzenden. Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. Sluiten Status 10/10/ :10 4 Druk op [Verzenden]. Het scherm voor verzenden verschijnt. OPMERKING: Afhankelijk van de instellingen kan het zijn dat het scherm met het adresboek verschijnt. 5 Stel de bestemming in. OPMERKING: Raadpleeg Bestemming opgeven op pagina 3-37 voor meer informatie over het kiezen van bestemmingen. 6 Druk op de Start-toets. Het verzenden van het geselecteerde document begint. 4-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

133 Documentbox Paginasjabloon vanuit een custom box Met deze functie kunt u een afbeelding opvragen (afbeeldingsbestanden), deze over documenten uit de custom boxen heen leggen en het resultaat afdrukken. Gebruik hiervoor de onderstaande procedure. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met het bestand waarover u de afbeelding heen wilt leggen om af te drukken en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Box:** Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB 3 Selecteer het document dat u wilt afdrukken door het selectievakje aan te vinken. Het document wordt gemarkeerd met een vinkje /10/ :00 21 MB 1/1 Details Voorbeeld OPMERKING: Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 4 Druk op [Afdrukken]. Gereed voor opslaan in box. Bestandsnaam:** Paginasjabloon Dichtheid Uit (10-100) 100 % Exemplaren 5 Druk op [Functie], [Paginasjabloon], [Opgesl. pagina selecteren] en vervolgens op [Pagina selecteren]. Orig. Zoomen Papier Plaats origineel. : --- : 100% : --- Voorbeeld Opgesl. pagina selecteren Uit Pagina selecteren OPMERKING: U kunt de dichtheid van de pagina wijzigen op 10 niveaus van 10% tot 100%. Druk op de toets [+] of [-] bij Dichtheid. Sneltoets toevoegen Annuleren OK Status 10/10/ :10 6 Selecteer bij Paginasjabloon - Sjabloon selecteren het afbeeldingsbestand dat u over het document heen wilt leggen. U kunt slecht één afbeeldingsbestand selecteren. 7 Druk op [OK]. 8 Druk opnieuw op [OK] om terug te keren naar het scherm Functies. 9 Druk op de Start-toets. Het afdrukken begint. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-7

134 Documentbox Documenten bewerken Met deze functie kunt u documenten die opgeslagen zijn in de custom boxen verplaatsen en kopiëren naar andere boxen of meerdere documenten samenvoegen. U kunt ook documenten kopiëren naar het USBgeheugen dat op dit apparaat aangesloten is. Een document verplaatsen / Een document kopiëren Hieronder wordt de procedure voor het verplaatsen of kopiëren van documenten beschreven. OPMERKING: Wanneer u een document in een custom box afdrukt of verzendt, kunt u dit document niet verplaatsen of kopiëren voordat het afdrukken of verzenden is voltooid. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met het bestand dat u wilt verplaatsen of kopiëren en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Box:** Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB /10/ :00 21 MB 1/1 3 Selecteer in de lijst het document dat u wilt verplaatsen of kopiëren door op het selectievakje te drukken. Het document wordt gemarkeerd met een vinkje. Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen Details Voorbeeld Bestand opslaan OPMERKING: Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. Sluiten Status 10/10/ :10 Custom box. 4 Druk op [Verplaatsen/Kopiëren]. Verzenden/Kopiëren Selecteer gewenste optie en druk op [Volgende]. Kopiëren naar Custom Box Verzenden naar Custom Box Kopiëren naar Verw. Geheugen Annuleren Terug Volgende Status 10/10/ :10 5 Druk om het document te verplaatsen op [Verzenden naar Custom Box]. 4-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING

135 Documentbox Druk om het document te kopiëren op [Kopiëren naar Custom Box] of [Kopiëren naar Verw. Geheugen]. Taakbox. 6 Selecteer om het document te verplaatsen of te kopiëren een bestemmingsbox. Verzend naar Custom Box Selecteer de juiste box en druk op [Verzenden]. Document Nr. Naam Eigenaar 0001 Document1 Beheerder 0002 Document2 Beheerder 0003 Document3 Beheerder Gebr.geb. 2 MB 3 MB 3 MB Omhoog Selecteer om het document naar het USBgeheugen te kopiëren de bestemmingsmap en druk op [Volgende]. Stel indien nodig de grootte en het formaat van het opgeslagen bestand enzovoort in Document4 Beheerder 5 MB Openen Annuleren Terug Verplaatsen Status 10/10/ :10 7 Druk op [Verplaatsen] of [Kopiëren] en druk vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm. Het geselecteerde document wordt verplaatst of gekopieerd. 6 OPMERKING: Als de box, waar het document heen verplaatst of gekopieerd wordt, beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Documenten samenvoegen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het samenvoegen van documenten in een custom box. OPMERKING: U kunt alleen documenten in dezelfde custom box samenvoegen. Verplaats indien nodig van tevoren de samen te voegen documenten. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met de documenten die u wilt samenvoegen en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-9

136 Documentbox Box:** Bestandsnaam Datum en tijd Form. 3 Selecteer in de lijst de documenten die u wilt samenvoegen door op het selectievakje te drukken /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB Het document wordt gemarkeerd met een vinkje /10/ :00 21 MB 1/1 Details U kunt maximaal 10 documenten samenvoegen. Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen Voorbeeld Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 OPMERKING: Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. 4 Druk op [Samenvoegen]. Samenvoegen Bevestig de volgorde van de documenten die u wilt combineren. 5 Rangschik de documenten in de volgorde waarin u ze wilt samenvoegen. Bestandsnaam Datum en tijd Formaat /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB Markeer het document dat u wilt rangschikken en druk op [Omhoog] of [Omlaag] om het naar de juiste plek in de rij te verplaatsen /10/ :10 21 MB 1/1 Omhoog Omlaag Annuleren Volgende Status 10/10/ :10 6 Druk op [Volgende]. 7 Druk op [Bestandsnaam], voer de bestandsnaam voor het samengevoegde document in en druk op [OK]. OPMERKING: Voer een bestandsnaam van maximaal 32 karakters in. 8 Druk op [Samenvoegen] en druk vervolgens op [Ja] in het bevestigingsscherm. De documenten worden samengevoegd. OPMERKING: Na het samenvoegen zijn de originele documenten ongewijzigd. Verwijder de docmenten als u ze niet langer nodig heeft GEBRUIKERSHANDLEIDING

137 Documentbox Documenten verwijderen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het verwijderen van documenten in een custom box. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Custom box], selecteer de box met het bestand dat u wilt verwijderen en druk op [Openen]. OPMERKING: Als een custom box beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in. Box:** 3 Selecteer het document dat u wilt verwijderen door het selectievakje aan te vinken. Bestandsnaam Datum en tijd Form /10/ :40 21 MB /10/ :50 21 MB /10/ :00 21 MB Afdrukken Verzenden Samenvoegen Verplaatsen/ kopieren Verwijderen 1/1 Details Voorbeeld Bestand opslaan Het document wordt gemarkeerd met een vinkje. OPMERKING: [Verwijderen] is pas beschikbaar nadat een document geselecteerd is. Druk om het selecteren ongedaan te maken opnieuw op het selectievakje en verwijder het vinkje. 6 Sluiten Status 10/10/ :10 4 Druk op [Verwijderen]. Het bevestigingsscherm voor verwijderen verschijnt. 5 Druk op [Ja]. Het document is verwijderd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-11

138 Documentbox Gebruik van een taakbox De box Privé-afdruk/opgeslagen taak In de box Privé-afdruk/opgeslagen taak worden de afdrukgegevens opgeslagen die met behulp van het printerstuurprogramma afgedrukt zijn als een Privé-afdruk/opgeslagen taak. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het printerstuurprogramma voor Afdrukken van een taak als privéafdruk of Opgeslagen taak met behulp van het printerstuurprogramma. Een document uit de box Privé-afdruk/opgeslagen taak afdrukken U kunt documenten die opgeslagen zijn in de box Privé-afdruk/opgeslagen taak afdrukken. Gebruik de onderstaande procedure om een document af te drukken. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox]. 3 Selecteer [Privé-afdruk/opgeslagen taak] en druk op [Openen]. Taakbox. Privé-afdruk/opgeslagen taak 4 Selecteer de maker van het document dat u wilt afdrukken en druk op [Openen]. Gebruikersnaam Bestanden 1 Gebruiker 2 Gebruiker 3 Gebruiker 4 Gebruiker 5 Gebruiker /2 Openen Sluiten Status 10/10/ :10 Taakbox. 5 Selecteer het document en druk op [Afdrukken]. Gebruiker:** Bestandsnaam Datum en tijd Form. 1 Bestand 2 Bestand 10/10/ :40 10/10/ :45 21 MB 30 MB OPMERKING: Als vooraf een wachtwoord voor de custom box is ingesteld, voer dan het juiste wachtwoord in. 3 Bestand 10/10/ :50 36 MB 1/1 4 Bestand 10/10/ :55 21 MB Details 5 Bestand 10/10/ :00 30 MB Afdrukken Verwijderen Sluiten Status 10/10/ :10 6 Als het document beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in met de cijfertoetsen. 7 Geef het gewenste aantal af te drukken exemplaren op. 8 Druk op [Start afdruk] om het afdrukken te starten. Als het afdrukken klaar is, wordt de privéafdruktaak automatisch gewist GEBRUIKERSHANDLEIDING

139 Documentbox Een document verwijderen U kunt documenten die opgeslagen zijn in de box Privé-afdruk/opgeslagen taak verwijderen. Gebruik de onderstaande procedure om een document te verwijderen. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox]. 3 Selecteer [Privé-afdruk/opgeslagen taak] en druk op [Openen]. Taakbox. Privé-afdruk/opgeslagen taak 4 Selecteer de maker van het document en druk op [Openen]. Gebruikersnaam Bestanden 1 Gebruiker 2 Gebruiker 3 Gebruiker /2 6 4 Gebruiker 1 5 Gebruiker 1 Openen Sluiten Status 10/10/ :10 Gebruiker:** Bestandsnaam Datum en tijd Form. 1 Bestand 2 Bestand 3 Bestand 4 Bestand 5 Bestand 10/10/ :40 10/10/ :45 10/10/ :50 10/10/ :55 10/10/ :00 21 MB 30 MB 36 MB 21 MB 30 MB Afdrukken Taakbox. 1/1 Verwijderen Details 5 Selecteer het document dat u wilt verwijderen en druk op [Verwijderen]. Druk als het bevestigingsscherm voor verwijderen verschijnt op [Ja]. Als het document beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in met de cijfertoetsen en het document wordt verwijderd. Sluiten Status 10/10/ :10 De box Snelkopie/Proefafdruk In de box Snelkopie/Proefafdruk worden de afdrukgegevens opgeslagen die met behulp van het printerstuurprogramma afgedrukt zijn als Snelkopie/Proefafdruk. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het printerstuurprogramma voor Afdrukken van een taak als snelkopie of Proefafdruk met behulp van het printerstuurprogramma. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-13

140 Documentbox Het aantal opgeslagen taken instellen Om ervoor te zorgen dat er genoeg vrije ruimte op de harde schijf blijft, kunt u het maximale aantal opgeslagen taken instellen. Gebruik de onderstaande procedure om het aantal opgeslagen taken in te stellen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Documentbox/Verwisselbaar geheugen], [Volgende] bij Taakbox en vervolgens op [Wijzigen] bij Snelkopieën opslaan. Documentbox/verwisselbaar geheugen - Snelkopieën opslaan Stel het maximaal aantal snel-/testkopieën in dat u wilt opslaan. Gebruik [-]/[+] of de numerieke toetsen om een waarde in te voeren. *Stel de waarde in op 0 als u geen snel-/testkopieën wilt opslaan. (0-50) 32 taken 3 Druk op [+] of [ ] om het maximale aantal opgeslagen taken in te voeren. U kunt elk getal tussen 0 en 50 invoeren. U kunt het aantal ook met de cijfertoetsen invoeren. OPMERKING: Als u 0 (nul) als waarde invoert, dan kunt u de functie Herhalingskopie niet gebruiken. Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. Het maximale aantal opgeslagen taken is ingesteld. Een document afdrukken U kunt de documenten die opgeslagen zijn in de box Snelkopie/Proefafdruk afdrukken. Gebruik de onderstaande procedure om een document af te drukken. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox]. 3 Selecteer [Snelkopie/Proefafdruk] en druk op [Openen]. Snelkopie/testen Taakbox. 4 Selecteer de maker van het document en druk op [Openen]. Gebruikersnaam Bestanden 1 Gebruiker 2 Gebruiker 3 Gebruiker 4 Gebruiker 5 Gebruiker /2 Openen Sluiten Status 10/10/ : GEBRUIKERSHANDLEIDING

141 Documentbox Gebruiker:** Taakbox. 5 Selecteer het af te drukken document en druk op [Afdrukken]. Bestandsnaam Datum en tijd Form. 1 Bestand 10/10/ :40 21 MB 2 Bestand 10/10/ :45 30 MB 3 Bestand 10/10/ :50 36 MB 1/1 4 Bestand 10/10/ :55 21 MB Details 5 Bestand 10/10/ :00 30 MB Afdrukken Verwijderen Sluiten Status 10/10/ :10 Een document verwijderen 6 Geef het gewenste aantal af te drukken exemplaren op. 7 Druk op [Start afdruk] om het afdrukken te starten. 6 U kunt de documenten die opgeslagen zijn in de box Snelkopie/Proefafdruk verwijderen. Gebruik de onderstaande procedure om een document te verwijderen. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox], [Snelkopie/Proefafdruk] en vervolgens op [Openen]. Snelkopie/testen Taakbox. 3 Selecteer de maker van het document en druk op [Openen]. Gebruikersnaam Bestanden 1 Gebruiker 2 Gebruiker 3 Gebruiker 4 Gebruiker 5 Gebruiker /2 Openen Sluiten Status 10/10/ :10 Taakbox. Gebruiker:** Bestandsnaam Datum en tijd Form. 1 Bestand 2 Bestand 10/10/ :40 10/10/ :45 21 MB 30 MB 4 Selecteer het document dat u wilt verwijderen en druk op [Verwijderen]. Het bevestigingsscherm voor verwijderen verschijnt. 3 Bestand 10/10/ :50 36 MB 1/1 4 Bestand 10/10/ :55 21 MB Details 5 Bestand 10/10/ :00 30 MB Afdrukken Verwijderen Sluiten Status 10/10/ :10 5 Druk op [Ja]. Het document is verwijderd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-15

142 Documentbox De box Herhalingskopie Het aantal opgeslagen taken instellen Om ervoor te zorgen dat er genoeg vrije ruimte op de harde schijf blijft, kunt u het maximale aantal opgeslagen taken instellen. Gebruik de onderstaande procedure om het aantal opgeslagen taken op te geven. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Documentbox/Verwisselbaar geheugen], [Volgende] bij Taakbox en vervolgens op [Wijzigen] bij Herhalingskopieën opslaan. Documentbox/verwisselbaar geheugen - Herhalingskopieën opslaan Stel het maximaal aantal herhalingskopieën in dat u wilt opslaan. Gebruik [-]/[+] of de numerieke toetsen om een waarde in te voeren. *Gebruik de waarde 0 als u geen taken wilt opslaan. (0-50) 32 taken 3 Gebruik de toetsen [+] en [ ] of de cijfertoetsen om het maximale aantal opgeslagen taken in te voeren. U kunt elk getal tussen 0 en 50 invoeren. Annuleren OK Status 10/10/ :10 OPMERKING: Als u 0 (nul) als waarde invoert, dan worden geen taken opgeslagen. 4 Druk op [OK]. Het maximale aantal opgeslagen taken is ingesteld. Een document afdrukken U kunt de documenten die opgeslagen zijn in de box Herhalingskopie afdrukken. Gebruik de onderstaande procedure om een document af te drukken. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox]. 3 Selecteer de box [Herhalingskopie] en druk op [Openen] GEBRUIKERSHANDLEIDING

143 Documentbox Herhalingskopie Taakbox. 4 Selecteer het af te drukken document en druk op [Afdrukken]. Naam Datum en tijd Form /10/ :00 21 MB 1/1 Details Afdrukken Verwijderen Sluiten Status 10/10/ :10 5 Als het document beveiligd is met een wachtwoord, voer dan het juiste wachtwoord in met de cijfertoetsen. 6 Druk op [Start afdruk] om het afdrukken te starten. De taak in de box Herhalingskopie wordt verwijderd als de hoofdschakelaar uitgezet wordt. 6 Automatisch verwijderen instellen voor tijdelijke documenten Hiermee kunt u instellen dat documenten die tijdelijk in de taakbox opgeslagen zijn, zoals Privé-afdruk, Snelkopie of Proefafdruk, automatisch verwijderd worden nadat ze gedurende een vastgestelde tijd bewaard zijn. In de onderstaande tabel ziet u de beschikbare mogelijkheden. Instelling Details Uit Tijdelijke documenten worden niet automatisch verwijderd. De tijdelijke documenten worden echter wel verwijderd als het apparaat uitgeschakeld wordt. 1 uur Documenten worden na 1 uur verwijderd. 4 uren Documenten worden na 4 uur verwijderd. 1 dag Documenten worden na 1 dag verwijderd. 1 week Documenten worden na 1 week verwijderd. Gebruik de onderstaande procedure om het automatisch verwijderen van tijdelijke documenten in te stellen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Documentbox/Verwisselbaar geheugen], [Volgende] bij Taakbox en vervolgens op [Wijzigen] bij Taakbehoud wissen. 3 Selecteer de periode waarna automatisch verwijderd wordt. Druk om het automatisch verwijderen uit te schakelen op [Uit]. 4 Druk op [OK]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-17

144 Documentbox OPMERKING: Deze functie geldt enkel voor documenten die opgeslagen zijn nadat de functie ingesteld werd. Ongeacht de instelling van deze functie, worden tijdelijke documenten altijd verwijderd als het apparaat uitgeschakeld wordt. De box Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren) Een bestand opslaan In de box Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren) kunt u pagina's opslaan om die als afbeelding over een kopie heen te leggen. U kunt documenten van 1 pagina opslaan. Gebruik de onderstaande procedure om een pagina op te slaan. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Plaats het origineel in de documenttoevoer of op de glasplaat. 3 Druk op [Taakbox]. Taakbox. Naam Bestanden Privé-afdruk/opgeslagen taak 21 4 Selecteer [Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren)] en druk op [Openen]. Snelkopie/Proefafdruk Herhalingskopie Bestand voor formuliersjabloon(kopiëren) Openen Custom box Status Taakbox Verwisselbaar geheugen Faxbox 10/10/ :10 Formulier voor formuliersjabloon(kopiëren) 5 Druk op [Bestand opslaan]. Naam Datum en tijd Form /10/ :00 21 MB /10/ :10 30 MB /10/ :20 30 MB 1/1 Details Afdrukken Verwijderen Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 6 Selecteer indien nodig de beeldkwaliteit van het origineel, de scandichtheid enzovoort voor u het origineel scant. 7 Druk op de Start-toets. Het origineel wordt gescand en opgeslagen in de box Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren) GEBRUIKERSHANDLEIDING

145 Documentbox OPMERKING: Voor meer informatie over het gebruik van paginasjablonen met een opgeslagen bestand, raadpleeg Paginasjabloon vanuit een custom box op pagina 4-7. Een opgeslagen bestand verwijderen U kunt het paginabestand dat opgeslagen is in de box Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren) verwijderen. Gebruik de onderstaande procedure om een bestand te verwijderen. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Druk op [Taakbox]. Formulier voor formuliersjabloon(kopiëren) Naam Datum en tijd Form /10/ :00 21 MB /10/ :10 30 MB /10/ :20 30 MB 1/1 3 Selecteer [Bestand voor formuliersjabloon (kopiëren)] en druk op [Openen]. 4 Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op [Verwijderen]. Het bevestigingsscherm voor verwijderen verschijnt. 6 Details Afdrukken Verwijderen Bestand opslaan Sluiten Status 10/10/ :10 5 Druk op [Ja]. Het paginabestand is verwijderd. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-19

146 Documentbox Documenten vanaf een verwisselbaar USB-geheugen afdrukken Als u een USB-geheugen rechtstreeks op het apparaat aansluit, dan kunt u snel en makkelijk de bestanden die opgeslagen zijn in het USB-geheugen afdrukken zonder het gebruik van een computer. Beperkingen De volgende bestandsformaten kunnen afgedrukt worden: PDF-bestanden (versie 1.5) TIFF-bestanden (TIFF V6/TTN2 formaat) JPEG-bestanden XPS-bestanden Versleutelde PDF-bestanden PDF-bestanden die u wilt afdrukken, moeten als extensie (.pdf) hebben. De af te drukken bestanden moeten in de drie bovenste mapniveaus opgeslagen zijn. Gebruik een USB-geheugen dat door dit apparaat werd geformatteerd. Sluit het USB-geheugen rechtstreeks aan op de USB-geheugenaansluiting (A1). Wij garanderen niet dat het afdrukken vanuit het USB-geheugen foutloos zal verlopen bij gebruik van een USB-hub. Afdrukken U kunt documenten die opgeslagen zijn in een verwisselbaar USB-geheugen afdrukken. 1 Druk op de Document Box-toets. 2 Sluit het USB-geheugen rechtstreeks aan op de USB-geheugenaansluiting (A1). BELANGRIJK: Gebruik een USB-geheugen dat door dit apparaat werd geformatteerd. Als u een USBgeheugen gebruikt dat door een ander apparaat werd geformatteerd, kan het bericht Verwisselbaar geheugen niet geformatteerd. verschijnen. Om een USBgeheugen te formatteren, drukt u op [Formatteren] en volgt u de instructies op het scherm. 3 Druk op [Verwisselbaar geheugen]. 4 Selecteer de map met het bestand dat u wilt afdrukken en druk op [Openen]. Het apparaat laat de documenten in de drie bovenste mapniveaus zien, inclusief de hoofdmap. OPMERKING: Druk om naar een hoger mapniveau te gaan op [Omhoog] GEBRUIKERSHANDLEIDING

147 Documentbox Verwijderbaar geheugen. Verwisselbaar geheugen 5 Selecteer het af te drukken bestand en druk op [Afdrukken]. Naam Datum en tijd Formaat 1 Document 10/10/ :30 1 MB Omhoog 2 Document 10/10/ :40 3 MB 3 Document 4 Document 10/10/ :50 10/10/ :00 4 MB 1 MB 001/999 Geheugen Informatie 5 Document 10/10/ :05 2 MB Verwijderen Geheugen Afdrukken Verwijderen Details Openen Bestand opslaan Custom box Taakbox Verwisselbaar Faxbox geheugen Status 10/10/ :10 USB-geheugen verwijderen Verwijder het USB-geheugen. 6 Wijzig indien gewenst het aantal exemplaren, dubbelzijdig afdrukken enzovoort. 7 Druk op de Start-toets. Het afdrukken van het geselecteerde bestand begint. 6 BELANGRIJK: Volg daarbij de juiste procedure om beschadiging van de gegevens of van het USB-geheugen te vermijden. 1 Druk op de Document Box-toets. 2 Druk op [Verwisselbaar geheugen]. Verwijderbaar geheugen. 3 Druk op [Verwijderen geheugen]. Verwisselbaar geheugen Naam Datum en tijd Formaat 1 Document 10/10/ :30 1 MB Omhoog 2 Document 10/10/ :40 3 MB 3 Document 4 Document 10/10/ :50 10/10/ :00 4 MB 1 MB 001/999 Geheugen Informatie 5 Document 10/10/ :05 2 MB Verwijderen Geheugen Afdrukken Verwijderen Details Openen Bestand opslaan Custom box Taakbox Verwisselbaar Faxbox geheugen Status 10/10/ :10 4 Verwijder het USB-geheugen nadat het bericht Verwisselb. geh. kan worden verwijderd is verschenen. GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-21

148 Documentbox Documenten opslaan in het USB-geheugen (Scan naar USB) Met deze functie kunt u gescande afbeeldingsbestanden opslaan in het USB-geheugen dat op het apparaat aangesloten is. U kunt bestanden opslaan in de formaten PDF, TIFF, JPEG, XPS of PDF met hoge compressie. Documenten opslaan Hieronder wordt de procedure uitgelegd voor het opslaan van documenten in het verwisselbaar USB-geheugen. 1 Druk op de Documentbox-toets. 2 Sluit het USB-geheugen rechtstreeks aan op de USB-geheugenaansluiting (A1). BELANGRIJK: Gebruik enkel een USB-geheugen dat op dit apparaat geformatteerd is. Als u een USBgeheugen gebruikt dat op een ander apparaat werd geformatteerd, kan het bericht Verwisselbaar geheugen niet geformatteerd. verschijnen. Druk om het USBgeheugen te formatteren op [Formatteren]. 3 Druk op [Verwisselbaar geheugen]. 4 Selecteer de map waarin u het bestand wilt opslaan en druk op [Openen]. Het apparaat laat de drie bovenste mapniveaus zien, inclusief de hoofdmap. Verwijderbaar geheugen. 5 Druk op [Bestand opslaan]. Verwisselbaar geheugen Naam Datum en tijd Formaat 1 Document 10/10/ :30 1 MB Omhoog 2 Document 10/10/ :40 3 MB 3 Document 4 Document 10/10/ :50 10/10/ :00 4 MB 1 MB 001/999 Geheugen Informatie 5 Document 10/10/ :05 2 MB Verwijderen Geheugen Afdrukken Verwijderen Details Openen Bestand opslaan Custom box Taakbox Verwisselbaar Faxbox geheugen Status 10/10/ :10 6 Selecteer indien nodig het soort origineel, het bestandsformaat enzovoort. 7 Druk op de Start-toets. Het origineel wordt gescand en de gegevens worden opgeslagen in het USB-geheugen. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u bij het verwijderen van het USB-geheugen de juiste procedure volgt zoals beschreven in USB-geheugen verwijderen op pagina GEBRUIKERSHANDLEIDING

149 5 Onderhoud Dit hoofdstuk beschrijft het reinigen van het apparaat en het vervangen van de toner. Reinigen De tonercontainer en de tonerafvalbak vervangen GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-1

150 Onderhoud Reinigen Reinig het apparaat regelmatig om een optimaal resultaat te garanderen. VOORZICHTIG: Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. Originelenklep/glasplaat Veeg de achterkant van de originelenklep, de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel. BELANGRIJK: Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen. Originelenklep Glasplaat 5-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

151 Onderhoud Sleufglas/Gedeelte Dubbelzijdig scannen Reinig het sleufglas. 02/03 1. Open de documenttoevoer. 2. Reinig het scanglas.(links naast de glasplaat) met het bijgeleverde doekje. 3. Druk op [Afsluiten]. Er kunnen zwarte strepen ontstaan op de afdrukken als het scanglas of de originelen vervuild zijn. Als bij het gebruik van de optionele documenttoevoer zwarte strepen of vuil op de kopieën verschijnen, veeg dan het sleufglas met de bijgeleverde doek schoon. Het bericht Reinig het sleufglas. kan verschijnen als het sleufglas moet worden gereinigd. Als u de documenttoevoer gebruikt voor dubbel scannen, reinig dan ook de eenheid voor dubbelzijdig scannen. Onderbreken Afsluiten Status 10/10/ :10 BELANGRIJK: Veeg het sleufglas schoon met de bijgeleverde droge doek. Gebruik geen water, zeep of oplosmiddel om schoon te maken. 1 Verwijder de doek uit het vakje voor de reinigingsdoek. 2 Open de documenttoevoer en veeg het sleufglas (a) schoon. 9 a 3 Veeg de witte geleider (b) op de documenttoevoer schoon. b 4 Als u de documenttoevoer gebruikt voor dubbelzijdig scannen, open dan de bovenklep van de documenttoevoer. GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-3

152 Onderhoud 5 Veeg het sleufglas schoon. 6 Veeg de witte roller schoon. 7 Sluit de bovenklep van de documenttoevoer en plaats de reinigingsdoek terug in het vakje. 8 Druk op [Einde]. Scheider Reinig de scheider regelmatig (minstens één keer per maand) om een optimaal resultaat te garanderen. 1 Open de voorklep. 5-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

153 Onderhoud 2 Haal de (blauwe) reinigingsborstel uit. 3 Trek linkerklep 1 omhoog en open deze. 4 Verwijder het vuil van de scheider door de borstel langs de scheider heen en weer te bewegen (zie afbeelding). 9 5 Berg de reinigingsborstel op en druk op de aangegeven positie op de voorklep en linkerklep 1 om deze af te sluiten. GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-5

154 Onderhoud Transferrol 1 Open de voorklep. 2 Haal de (blauwe) reinigingsborstel uit. 3 Trek linkerklep 1 omhoog en open deze. 4 Verwijder het vuil van de transferrol door de borstel langs de rol heen en weer te bewegen terwijl u de rol ronddraait met het raderwerk aan het linkeruiteinde van de rol (zie afbeelding). 5-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

155 Onderhoud 5 Berg de reinigingsborstel op en druk op de aangegeven positie op de voorklep en linkerklep 1 om deze af te sluiten. 9 GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-7

156 Onderhoud De tonercontainer en de tonerafvalbak vervangen Wanneer op het aanraakscherm Voeg toner toe. verschijnt, moet de toner vervangen worden. Reinig telkens als u de tonercontainer vervangt de onderdelen volgens de onderstaande instructies. Door vuile onderdelen kan het resultaat minder worden. VOORZICHTIG: De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. Vervangen van de tonercontainer 1 Open de voorklep. 2 Draai de ontgrendeling van de tonercontainer rechtop. 3 Trek de tonercontainer zo ver mogelijk uit. 5-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING

157 Onderhoud 4 Haal de oude tonercontainer uit door aan de hendel te trekken. 5 Stop de gebruikte tonercontainer in de bijgeleverde plastic afvalzak. Houd de nieuwe tonercontainer met beide handen vast en schud deze een aantal keren heen en weer. 9 6 Houd de nieuwe tonercontainer met beide handen vast en duw deze voorzichtig in het apparaat. GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-9

158 Onderhoud 7 Draai de vergrendeling van de tonercontainer naar beneden. Vervang op dezelfde manier de andere containers met kleurentoner. 8 Sluit de voorklep. OPMERKING: Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften. Vervangen van de tonerafvalbak 1 Open de voorklep GEBRUIKERSHANDLEIDING

159 Onderhoud 2 Druk op de ontgrendelingsknop (1) en trek de tonerafvallade uit (2). 3 Sluit de dop van de tonerafvalbak. 4 Haal de oude tonerafvalbak schuin uit en stop deze in de bijgeleverde plastic afvalzak. 9 VOORZICHTIG: De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. 5 Maak de dop van de nieuwe tonerafvakbak open. GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-11

160 Onderhoud 6 Plaats de nieuwe tonerafvalbak. 7 Duw op de linkerkant van de nieuwe tonerafvalbak om deze vast te zetten. 8 Duw op de aangegeven positie om de tonerafvallade af te sluiten. Als de lade de juiste plek bereikt, dan klikt deze hoorbaar op z'n plek vast. 9 Sluit de voorklep. OPMERKING: Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers en tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften GEBRUIKERSHANDLEIDING

161 6 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met het apparaat kunt oplossen. Storingen oplossen Reageren op foutmeldingen Papierstoringen oplossen GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-1

162 Problemen oplossen Storingen oplossen In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen. Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de aangegeven pagina s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Het bedieningspaneel werkt niet wanneer het apparaat is ingeschakeld. Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact? Stop de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Er worden geen kopieën gemaakt wanneer ik op Start druk. Staat er een bericht op het aanraakscherm? Staat het apparaat in de slaapstand? Bepaal de gepaste reactie op het bericht en voer de bijbehorende actie uit. Druk op de Power-toets om de slaapstand uit te schakelen. Het apparaat is binnen 45 seconden gebruiksklaar Er worden blanco vellen papier uitgevoerd. Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u de originelen op de glasplaat legt, plaats ze dan met de beeldzijde omlaag en lijn ze uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat Als u de originelen in de documenttoevoer plaatst, plaats ze dan met de beeldzijde omhoog GEBRUIKERSHANDLEIDING

163 Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina De afdrukken zijn te licht. De afdrukken zijn te donker. De kopieën hebben een gevlamd patroon (groepjes stippen in een patroon en niet gelijk uitgelijnd). De afdrukken zijn niet duidelijk. Staat het apparaat ingesteld op Automatische dichtheid? Staat het apparaat ingesteld op Handmatige dichtheid? Is de toner gelijkmatig verdeeld in de tonercontainer? Staat er een bericht dat er toner moet worden toegevoegd? Stel het juiste dichtheidsniveau in voor automatische dichtheid. Gebruik [Beeldkwaliteit] om het juiste dichtheidsniveau in te stellen. Als u het standaarddichtheidsniveau wijzigt, pas dan de dichtheid handmatig aan en kies het gewenste niveau. Schud de tonercontainer een aantal keren heen en weer Vervang de tonercontainer. 5-8 Is het papier vochtig? Vervang het papier Is de drumeenheid vuil? Maak de drumeenheid schoon. Maak de ontwikkelaar schoon. Is de scanner vuil? Maak de laserscanner schoon. Is de EcoPrint-functie Schakel de EcoPrint-functie uit. ingeschakeld? Staat het apparaat ingesteld op Automatische dichtheid? Staat het apparaat ingesteld op Handmatige dichtheid? Is het origineel een fotoafdruk? Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen? Stel het juiste dichtheidsniveau in voor automatische dichtheid. Gebruik [Beeldkwaliteit] om het juiste dichtheidsniveau in te stellen. Als u het standaarddichtheidsniveau wijzigt, pas dan de dichtheid handmatig aan en kies het gewenste niveau. Stel de beeldkwaliteit in op [Gedrukte foto] Selecteer de juiste beeldkwaliteit GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-3

164 Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina De afdrukken zijn vuil. De afdrukken zijn vaag. De afdrukken zijn scheef. Er treden vaak papierstoringen op. Er staan zwarte strepen op de afdrukken uit de documenttoevoer. De afdrukken zijn gekreukt. Is de glasplaat of de documenttoevoer vuil? Reinig de glasplaat of de documenttoevoer. Is de transferrol vuil? Borstel de transferrol schoon. 5-6 Is de drumeenheid vuil? Maak de drumeenheid schoon. 5-2 Maak de ontwikkelaar schoon. Is de scanner vuil? Maak de laserscanner schoon. Is de documentbeveiligingskit ingeschakeld? Wordt het apparaat in een zeer vochtige omgeving gebruikt? Zijn de originelen goed geplaatst? Is het papier goed geplaatst? Is het papier goed geplaatst? Is de papiersoort geschikt? Is het papier in goede staat? Is het papier gekruld, gevouwen of gekreukt? Zitten er losse stukjes papier of zit er vastgelopen papier in het apparaat? Schakel de documentbeveiligingskit uit. Maak de drumeenheid schoon. Wanneer u originelen op de glasplaat legt, lijn ze dan uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat. Wanneer er originelen in de optionele documenttoevoer worden geplaatst, moeten de breedtegeleiders van de originelen goed worden uitgelijnd voordat u de originelen plaatst. Controleer de positie van de papierbreedtegeleiders. Plaats het papier op de juiste manier. Haal het papier uit, draai het om en plaats het opnieuw. Appendix Vervang het papier Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier. Is het sleufglas vuil? Reinig het sleufglas. 5-3 Is de papierscheider van de papierinvoereenheid vuil? 6-15 Reinig de papierscheider. 5-4 Is het papier vochtig? Vervang het papier Is het papier in de juiste richting geplaatst? Plaats het papier in de andere richting. 6-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

165 Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Afdrukken lukt niet. Documenten worden slecht afgedrukt. De toetsen zijn geblokkeerd tijdens het gebruik van het bedieningspaneel en het apparaat reageert niet wanneer ze worden ingedrukt. Afdrukken vanaf het USB-geheugen lukt niet. Als een afbeelding, verstuurd van het apparaat naar de pc, weergegeven wordt, dan is de horizontale of verticale afmeting verkleind. Het USB-geheugen wordt niet herkend. Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact? Stop de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Staat het apparaat aan? Zet de hoofdschakelaar aan. 3-2 Is de printerkabel aangesloten? Stond het apparaat aan voor de printerkabel werd aangesloten? Wordt Druk op Status-toets... weergegeven bovenaan op het scherm? Zijn de softwaretoepassingsinstelling en op de pc correct ingesteld? Is het bedieningspaneel vergrendeld? Is het USB-geheugen geformatteerd met een ander apparaat dan dit? Is de USB-host geblokkeerd? Controleer of het USBgeheugen goed aangesloten is op het apparaat. Heeft u dpi Normaal of dpi Superfijn als scanresolutie geselecteerd? Controleer of het USBgeheugen goed aangesloten is op het apparaat. Is de USB-host geblokkeerd? Sluit de juiste printerkabel goed aan. Zet het apparaat aan nadat u de printerkabel heeft aangesloten. Druk op de toets Status/Taak annuleren, [Taken afdrukken] en vervolgens op [Doorgaan alle afdruktaken] om het afdrukken te hervatten. Controleer of de instellingen van het printerstuurprogramma en de softwaretoepassing correct zijn. Controleer de instelling van de paneelvergrendeling in het Embedded Web Server en wijzig de instelling indien nodig. Formatteer het USB-geheugen met dit apparaat. Selecteer Ontgrendelen in de USB-host-instellingen Gebruikershandleiding voor het Embedded Web Server Selecteer bij het verzenden van een afbeelding een andere scanresolutie dan dpi Normaal of dpi Superfijn. Selecteer Ontgrendelen in de USB-host-instellingen. 10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-5

166 Problemen oplossen Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Pas grijsschakering aan in het systeemmenu. wordt weergegeven. Kleurkalibratie bezig... verschijnt tijdens continu kopiëren en het kopiëren wordt onderbroken. Er zitten witte of gekleurde strepen op de afdrukken. Bij langdurig gebruik kunnen de afgedrukte kleurtinten onder invloed van de omgevingstemperatuur en - vochtigheid licht afwijken. Het apparaat is bezig met een kleurkalibratie om de kleurvastheid te garanderen. Het kan zijn dat de binnenkant van het apparaat vuil is. Als de afgedrukte tinten afwijken van het originele document of afbeelding, pas dan de grijsschakering aan. Dit is geen storing. Ga verder met continu kopiëren als de kalibratie voltooid is. Maak de laserscanner schoon. 6-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

167 Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen Als het aanraakscherm een van de volgende berichten weergeeft, voer dan de bijbehorende procedure uit. Alfanumeriek Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Maximaal aantal nietjes overschreden. Werd het maximumaantal nietjes overschreden? Voor meer informatie, raadpleeg Specificaties op de pagina Appendix-9,10,11. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder nieten. Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. Plaats papier in papiercassette 1. Is het papier in de aangegeven papiercassette op? Plaats papier Plaats papier in de MFlade. Is in de multifunctionele lade papier van het geselecteerde formaat geplaatst? Plaats papier in de multifunctionele lade van het formaat en het type dat op het aanraakscherm weergegeven wordt Voeg nietjes toe. Zijn in een van de finishers de nietjes op? Als de nietjes op zijn, wordt het apparaat stopgezet en wordt op het aanraakscherm weergegeven waar de nietjes op zijn. Laat het apparaat aanstaan en volg de instructie op om het nietjespatroon te vervangen. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder nieten. Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. 10 Voeg toner toe. [C][M][Y][K] Vervang de tonercontainer. 5-8 De limiet voor de box is overschreden. De documentbox is vol en er is geen opslagcapaciteit meer; de taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De box Herhalingskopie is vol en de functie Herhalingskopie is niet meer beschikbaar. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder gebruik van Herhalingskopie. Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. Box niet gevonden. Deze taak is geannuleerd omdat de opgegeven box niet gevonden kan worden. Druk op [Afsluiten]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-7

168 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Kan niet verbinden met de verif. server. Druk op [Afsluiten] en controleer de volgende elementen: Registratie bij verificatieserver Wachtwoord en computeradres voor verificatieserver Netwerkverbinding Kan niet 2-zijdig afdr. op dit papiertype. Hebt u een papierformaat of mediatype geselecteerd waarop niet dubbelzijdig kan worden afgedrukt? Selecteer het beschikbare papiertype. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder de functie Dubbelzijdig Kan deze taak niet uitvoeren. Deze taak is geannuleerd omdat hij beperkt wordt door Taakaccounting. Druk op [Afsluiten]. Kan dit papiertype niet verschuiven. Heeft u een papierformaat (A3, B4, A5-R, B6-R, Folio, Ledger, Statement en 8K) geselecteerd dat niet verschoven kan worden? Selecteer een geschikt papierformaat. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder Verschuiven Nieten onmogelijk op aangegeven positie. Heeft u een positie geselecteerd waar nieten niet mogelijk is? Selecteer een positie waar geniet kan worden. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder Nieten. Kan deze papiersoort niet nieten. Hebt u een papierformaat of -type geselecteerd dat niet geniet kan worden? Selecteer een geschikt papierformaat of -type. Druk op [Doorgaan] om af te drukken zonder Nieten. Controleer de klep. Staat er een klep open? Sluit de klep die weergegeven wordt op het aanraakscherm. Controleer de documenttoevoer. Staat de documenttoevoer open? Sluit de documenttoevoer. Staat de bovenklep van de documenttoevoer open? Sluit de bovenklep van de documenttoevoer Controleer de finisher. Is de documentfinisher juist geplaatst? Plaats de documentfinisher op de juiste manier. Raadpleeg de betreffende Gebruikershandleidingen voor meer informatie. Maak het sleufglas schoon. Reinig het sleufglas met behulp van de reinigingsdoek die bij de documenttoevoer geleverd is GEBRUIKERSHANDLEIDING

169 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Vertrouwelijk document gedetecteerd. Er is geen taakaccounting opgegeven. Kan de taakdata niet opslaan. De limiet voor de faxbox is overschreden. Het apparaat detecteert het beveiligingspatroon van het document. Het gescande document wordt blanco afgedrukt en het verzenden van het document wordt geannuleerd. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De faxbox is vol en er is geen opslagcapaciteit meer. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De uitvoerlade van de finisher is vol. Is de maximale capaciteit van de opvangbak van de documentfinisher overschreden? Verwijder het papier uit de opvangbak van de documentfinisher. Als het afdrukken hervat kan worden, zal het aanraakscherm u verzoeken om op [Doorgaan] te drukken. Druk dan op [Doorgaan]. Fout harde schijf. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. ## Er is een fout opgetreden op de harde schijf. De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende: 01: Initialisatiefout. Initialiseer de harde schijf. 04: Onvoldoende ruimte op de harde schijf om deze bewerking te voltooien. Verplaats of verwijder gegevens opgeslagen op de harde schijf om ruimte vrij te maken. 10 Onjuist boxwachtwoord. Voer het juiste wachtwoord in. Onjuiste aanmeldingsnaam of wachtwoord. Voer de juiste aanmeldingsnaam of wachtwoord in. Beperking taakaccounting overschreden. Is de toegestane afdrukhoeveelheid beperkt door taakaccounting overschreden? De toegestane afdrukhoeveelheid beperkt door taakaccounting is overschreden. Er kan niet meer afgedrukt worden. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De takenscheider zit vol met papier. Is de maximale capaciteit van de takenscheider overschreden? Haal wat papier uit de takenscheider. Het afdrukken wordt hervat. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-9

170 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina KPDL-fout. Er is een PostScript-fout opgetreden. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. Machinefout Er is een interne fout opgetreden. Schrijf de foutcode op die op het aanraakscherm wordt weergegeven. Zet het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Het geheugen is vol. De taak kan niet worden voortgezet omdat het geheugen opgebruikt is. Druk op [Doorgaan] om de gescande pagina s af te drukken. De afdruktaak kan niet volledig worden verwerkt. Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. Papierstoring. Als zich een papierstoring voordoet, wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring op het aanraakscherm weergegeven. Laat het apparaat aanstaan en volg de instructies op om het vastgelopen papier te verwijderen Fout verwisselbaar geheugen. Vervang originelen en druk op [Doorgaan]. Vervang de tonerafvalbak. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. Haal de originelen uit de documenttoevoer, leg ze in de oorspronkelijke volgorde en plaats ze opnieuw. Druk op [Doorgaan] om door te gaan met afdrukken. Druk op [Annuleren] om de taak te annuleren. De tonerafvalbak is vol. Vervang de tonerafvalbak Verwijder alle originelen uit de documenttoevoer. Zitten er nog originelen in de documenttoevoer? Verwijder de originelen uit de documenttoevoer GEBRUIKERSHANDLEIDING

171 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Het scannergeheugen is vol. Het scannen kan niet worden uitgevoerd omdat er te weinig scannergeheugen is. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. Werd de toegestane scanhoeveelheid overschreden? Druk op [Doorgaan] om de gescande pagina s af te drukken, te verzenden of op te slaan. Druk op [Annuleren] om het afdrukken, verzenden of opslaan te annuleren. Fout bij verzenden. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. #### Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden. De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende: 1101: De servernaam van de SMTPserver is niet correct ingesteld of de hostnaam is onjuist bij het verzenden van scangegevens naar een FTPserver. Gebruik het Embedded Web en registreer de naam van de SMTP-server en de hostnaam correct. 1102: De aanmeldingsgebruikersnaam is onjuist of de domeinnaam is niet ingevoerd. Voer de aanmeldingsgebruikersnaam, de domeinnaam en het wachtwoord correct in. 1103: De naam van het netwerkpad is onjuist of u hebt geen toegang tot de opgegeven map. Gebruik het Embedded Web Server en registreer de padnaam correct. 1104: Geen adres van ontvanger. Voer het adres correct in GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-11

172 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Fout bij verzenden. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. #### 1105: - de SMTPprotocolinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het Embedded Web Server en schakel de SMTP-protocolinstelling in. Scannen naar pc (SMB) - de SMBinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het Embedded Web Server en schakel de SMB-instelling in. Scannen naar pc (FTP) - de FTPinstelling is uitgeschakeld. Gebruik het Embedded Web Server en schakel de FTP-instelling in. 1106: De instelling van het afzenderadres bij SMTP is niet geregistreerd. Gebruik het Embedded Web Server en registreer het afzenderadres. 2101, 2102, 2103, 2201, 2202, 2203, 3101: De netwerkkabel is losgekoppeld of de hub waarmee hij is verbonden werkt niet correct. Controleer de kabel en de hub. Helpt dit niet, dan is de servernaam of de hostnaam van de SMTP-server niet correct ingesteld. Gebruik het Embedded Web Server en registreer de naam van de SMTP-server en de hostnaam correct. 2204: De grootte overschrijdt de toegestane hoeveelheid verzendgegevens. Beperk de grootte of resolutie van de te verzenden gescande gegevens en verzend de opnieuw. 5101, 5102, 5103, 5104, 7102, 720f: Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Als deze fout vaker optreedt, noteer dan de weergegeven foutcode en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. (Zie de mogelijke oplossing voor het foutbericht Er is een fout opgetreden. ) 9181: Het gescande origineel overschrijdt de toegestane hoeveelheid pagina's namelijk 999. Verzend de overige pagina's afzonderlijk GEBRUIKERSHANDLEIDING

173 Problemen oplossen Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Storing in de nieteenheid. Systeemfout. Schakel de hoofdschakelaar uit en aan. Als de nietjes vastlopen, dan wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek van de storing op het aanraakscherm weergegeven. Laat het apparaat aanstaan en volg de instructies op om het vastgelopen nietje te verwijderen. Er is een systeemfout opgetreden. Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Onjuiste account-id. De account-id komt niet overeen. Controleer de geregistreerde account-id. De telefoon ligt van de haak. Plaats de hoorn terug. Verwisselbaar geheugen niet geformatteerd. Is het verwisselbare geheugen geformatteerd op dit apparaat? Gebruik het verwisselbare geheugen geformatteerd op dit apparaat. Kan het bronbestand niet vinden. Het opgegeven bestand kan niet worden gevonden. De taak is geannuleerd. Druk op [Afsluiten]. De bovenste cassette zit vol met papier. Onbekende toner geïnstalleerd. [C][M][Y][K] Haal het papier uit de bovenste lade. Als de tonercontainer uit een ander apparaat van hetzelfde model genomen is terwijl het bericht Voeg toner toe. [C][M][Y][K] weergegeven werd, negeer dan dit bericht en gebruik de toner. 10 Onbekende toner geïnstalleerd. Pc [C][M][Y][K] Is er een product met een andere naam of een namaakproduct geïnstalleerd? Installeer een authentiek product met de specificaties voor dit apparaat. Waarschuwing: geheugen is bijna vol. Stel de tonerafvalbak in. Het scannen kan niet worden voortgezet omdat er te weinig geheugen is. Druk op [Doorgaan] om de gescande pagina s af te drukken. Druk op [Annuleren] om de afdruktaak te annuleren. De tonerafvalbak is niet correct geplaatst. Plaats de bak op de juiste manier. 5-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-13

174 Problemen oplossen Reageren op een knipperend foutmeldingslampje Als er een foutmeldingslampje knippert, druk dan op [Status/Taak annuleren] om de foutmelding te controleren. Als het bericht niet weergegeven wordt op het aanraakscherm wanneer u op [Status/Taak annuleren] drukt of als het lampje 1,5 seconde knippert, controleer dan het volgende. Probleem Controlepunten Mogelijke oplossing Pagina Het verzenden van een fax lukt niet. Is de modulaire kabel goed aangesloten? Is het toegestane faxnummer of toegestane ID-nummer juist geregistreerd? Is er een communicatiefout opgetreden? Is de faxlijn van de ontvanger bezet? Antwoordt het faxapparaat van de ontvanger? Doet zich een andere fout voor dan hierboven vermeld? Sluit de modulaire kabel op de juiste manier aan. Controleer het toegestane faxnummer of toegestane IDnummer. Controleer de foutcodes in het Verzend- en ontvangstresultatenrapp ort en het Activiteitenrapport. Als de foutcode begint met een "U" of "E", voer dan de bijbehorende procedure uit. Verzend opnieuw. Verzend opnieuw. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Gebruikershandleiding van het faxsysteem (Q) Hoofdstuk 6 "Toegestaan faxnummer registreren" en "Toegestaan ID-nummer registreren" Gebruikershandleiding van het faxsysteem (Q) Appendix "Foutcodelijst" 6-14 GEBRUIKERSHANDLEIDING

175 Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Taaknr.: Taaknaam: doc Gebruiker: Mike Papierstoring. STORING ** 1.Verwijder alle papier binnenin. 2.Open de klep bij de fuser en verwijder het papier. 3.Open cassette 1. 4.Verwijder het papier. 5.Plaats de cassette en sluit de klep. Als zich een papierstoring voordoet, dan verschijnt op het aanraakscherm Papierstoring en wordt het apparaat stopgezet. Raadpleeg de volgende procedures om het vastgelopen papier te verwijderen. 03/05 Onderbreken Status 10/10/ :10 Lampjes voor storingslocaties Als zich een papierstoring voordoet, dan wordt de plaats van de storing met een letter weergegeven zoals in de volgende afbeelding. De letter verwijst naar het betreffende onderdeel van het apparaat. Er verschijnen ook instructies om de storing te verhelpen. doc Taaknr.: Taaknaam: Gebruiker: Mike Papierstoring. 1.Verwijder het papier. 2.Open de klep bij de fuser en verwijder het papier. 3.Sluit de klep. H STORING ** I G Onderbreken 01/03 Status 10/10/ :10 I I I I I I I I I E E E F F G G E D A B C C D D 10 Lampjes voor storingslocaties Plaats van de papierstoring Pagina A Cassette B Cassette C Cassette 3 of 4 (optioneel) 6-18 D Multifunctionele lade 6-19 E Duplexeenheid 6-23 F Binnenkant linkerklep 1, 3 of G Fixeereenheid 6-25 GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-15

176 Problemen oplossen Lampjes voor storingslocaties Plaats van de papierstoring Pagina H Documenttoevoer (optioneel) 6-27 I Documentfinisher (optioneel) 6-29 Als u de storing hebt opgelost, dan warmt het apparaat weer op en verdwijnt de foutmelding. Het apparaat gaat verder vanaf de pagina waar de storing zich heeft voorgedaan. Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen Gebruik vastgelopen papier niet opnieuw. Als het papier tijdens het verwijderen scheurt, dan moet u alle losse stukjes papier uit het apparaat halen. Stukjes papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe papierstoringen veroorzaken. Gooi het papier dat vastgelopen is in de optionele documentfinisher weg. De pagina waarbij de storing optrad, wordt opnieuw afgedrukt. VOORZICHTIG: De fixeereenheid is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op brandwonden. Cassette 1 Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in cassette 1 op te lossen. 1 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1. 2 Verwijder het vastgelopen papier GEBRUIKERSHANDLEIDING

177 Problemen oplossen 3 Trek cassette 1 naar buiten. 4 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 5 Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats. 6 Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten. 10 Cassette 2 Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in cassette 2 op te lossen. 1 Open linkerklep 3. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-17

178 Problemen oplossen 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Trek cassette 2 naar buiten. 4 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 5 Duw cassette 2 weer stevig op zijn plaats. 6 Sluit linkerklep 3. Optionele cassettes 3 en 4 Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in cassette 3 of 4 te verhelpen wanneer u de optionele papierinvoer gebruikt. 1 Open linkerklep GEBRUIKERSHANDLEIDING

179 Problemen oplossen 2 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 3 Trek de cassette die in gebruik is naar buiten. 4 Verwijder het vastgelopen papier Duw de cassette weer stevig op zijn plaats. 6 Sluit linkerklep 4. Multifunctionele lade Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de multifunctionele lade op te lossen. 1 Verwijder alle papier uit de multifunctionele lade. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-19

180 Problemen oplossen 2 Als papier binnenin vastgeklemd zit, trek dan het papier naar u toe om het te verwijderen. 3 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1. 4 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 5 Open de invoergeleider B GEBRUIKERSHANDLEIDING

181 Problemen oplossen 6 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 7 Trek cassette 1 naar buiten. 8 Draai de onderste groene knop (B2) minstens 10 keer naar links Verwijder het vastgelopen papier. Als u het papier niet kunt verwijderen, ga dan naar de volgende stap. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-21

182 Problemen oplossen 10 Trek de papierinvoereenheid (B3) naar buiten. 11 Open de papierinvoerklep (B4) en verwijder het vastgelopen papier. 12 Duw de papierinvoereenheid (B3) terug op zijn plaats en duw de cassette goed terug op zijn plaats. 13 Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten. Binnenkant linkerklep 1, 3 en 4 Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in linkerklep 1, 3 of 4 te verhelpen wanneer u de optionele papierinvoer gebruikt. 1 Open de linkerklep waar het papier binnenin vastgelopen is GEBRUIKERSHANDLEIDING

183 Problemen oplossen 2 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 3 Sluit de linkerklep. Duplexeenheid Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de duplexeenheid op te lossen. 1 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-23

184 Problemen oplossen 3 Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten. Duplexeenheid en cassette 1 Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de duplexeenheid en cassette 1 op te lossen. 1 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten GEBRUIKERSHANDLEIDING

185 Problemen oplossen 4 Als het lampje van linkerklep 2 knippert, open dan linkerklep 2. 5 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 6 Sluit linkerklep 2. 7 Trek cassette 1 naar buiten en verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats. Fixeereenheid Volg de onderstaande stappen om een papierstoring in de fixeereenheid op te lossen. 1 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-25

186 Problemen oplossen 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Open de klep van de fuser (A1). VOORZICHTIG: De fixeereenheid is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op brandwonden. 4 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat GEBRUIKERSHANDLEIDING

187 Problemen oplossen 5 Als u vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf, trek het dan naar u toe om het te verwijderen. 6 Duw de klep van de fuser terug op zijn plaats en druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten. Optionele documenttoevoer Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele documenttoevoer op te lossen. 1 Verwijder het origineel uit de originelenlade Open de bovenklep van de documenttoevoer. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-27

188 Problemen oplossen 3 Verwijder het vastgelopen origineel. Als het origineel scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. Als het origineel moeilijk te verwijderen is, draai dan aan de knop. Het origineel wordt naar buiten gedraaid zodat u het makkelijk kunt verwijderen. Als het origineel scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 4 Til de omkeereenheid op. 5 Verwijder het vastgelopen origineel. Als het origineel scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 6 Zet de omkeereenheid terug op zijn oorspronkelijke plaats en sluit de bovenklep van de documenttoevoer. 7 Plaats de originelen opnieuw in de documenttoevoerlade GEBRUIKERSHANDLEIDING

189 Problemen oplossen Optionele documentfinisher Als er zich een papierstoring voordoet in de optionele documentfinisher, raadpleeg dan de betreffende Gebruikershandleidingen om de papierstoring te verhelpen. Optionele takenscheider Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele takenscheider op te lossen. 1 Als u het vastgelopen papier ziet zitten door de papieruitwerpsleuf van de takenscheider, trek het dan naar u toe om het te verwijderen. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. 2 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep Duw op de vergrendeling en open de takenscheider. 4 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, haal dan alle losse stukjes uit het apparaat. GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-29

190 Problemen oplossen 5 Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten GEBRUIKERSHANDLEIDING

191 7 Beheer In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd. Gebruikersaanmeldingsbeheer Taakaccounting Bediening van de databeveiligingskit GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-1

192 Beheer Gebruikersaanmeldingsbeheer Het gebruikersaanmeldingsbeheer bepaalt hoe de gebruikerstoegang wordt beheerd op dit apparaat. Voer een juiste aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord voor gebruikersverificatie in om aan te melden. Er zijn drie toegangsniveaus - Gebruiker, Beheerder en Apparaatbeheerder. De beveiligingsniveaus kunnen enkel door de apparaatbeheerder gewijzigd worden. Voorbereiden van het gebruikersaanmeldingsbeheer Volg de volgende stappen voor het voorbereiden van het gebruikersaanmeldingsbeheer. Schakel het gebruikersaanmeldingsbeheer in. (pagina 7-2) Voeg een gebruiker toe.(pagina 7-5) Meld af.(pagina 7-4) De geregistreerde gebruiker meldt zich aan voor bedieningshandelingen.(pagina 7-3) Gebruikersaanmeldingsbeheer inschakelen/uitschakelen Hiermee schakelt u het gebruikersaanmeldingsbeheer in. Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: Instelling Lokale verificatie Netwerkverificatie Beschrijving Gebruikersverificatie op basis van de gebruikerseigenschappen in de lijst met lokale gebruikers die is opgeslagen op het apparaat. Gebruikersverificatie op basis van de verificatieserver. Gebruik een gebruikerseigenschap die is opgeslagen op de verificatieserver om toegang te krijgen tot de aanmeldingspagina voor netwerkverificatie. Gebruik de onderstaande procedure om het gebruikersaanmeldingsbeheer in te schakelen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 7-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

193 Beheer 4 Druk op [Volgende] bij Inst. gebr. aanmelding en vervolgens op [Wijzigen] bij Aanmelding gebruiker. Aanmelding/Taakaccounting - Gebruikersaanmelding Gebruikersaanmeldingen beheren. Selecteer de verificatiemethode. 5 Selecteer [Lokale verificatie] of [Netwerkverificatie]. Selecteer [Uit] om het gebruikersaanmeldingsbeheer uit te schakelen. Uit Lokale verificatie Netwerkverificatie Uitbreiding Verificatie Hostnaam Domeinnaam Servertype NTLM Kerberos Nummers Als u [Netwerkverificatie] selecteert, voer dan de hostnaam (maximaal 62 karakters) en de domeinnaam (maximaal 256 karakters) voor de verificatieserver in. Selecteer [NTLM] of [Kerberos] als servertype. Status Annuleren OK 10/10/ :10 OPMERKING: Als de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord worden geweigerd, moet u de volgende instellingen controleren. Netwerkverificatie-instelling van het apparaat Gebruikerseigenschap van de verificatieserver Datum- en tijdsinstelling van het apparaat en de verificatieserver Als aanmelden niet mogelijk is vanwege de instellingen van het apparaat, meld u dan aan als een beheerder die geregistreerd is in de lijst met lokale gebruikers en corrigeer de instellingen. Als het servertype [Kerberos] is, dan worden alleen domeinnamen in hoofdletters herkend. 6 Druk op [OK]. Aanmelden/afmelden Als het gebruikersaanmeldingsbeheer eenmaal ingeschakeld is, dan verschijnt elke keer dat u dit apparaat gebruikt een scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord. 11 Aanmelden Meld aan volgens de onderstaande procedure. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Aanmelden op: Lokaal 1 Als het afgebeelde scherm verschijnt tijdens het bedienen, druk dan op [Gebruikersnaam aanmelding]. Gebruikersnaam aanmelding abcdef Nummers Druk op [Nummers] om de aanmeldingsgegevens in te voeren met de cijfertoetsen. Wachtwoord aanmelding ******** Nummers IC kaart Aanmelden Controleer teller Annuleren Aanmelding Status 10/10/ :10 GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-3

194 Beheer 2 Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in en druk op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 3 Druk op [Wachtwoord aanmelding]. Druk op [Nummers] om de aanmeldingsgegevens in te voeren met de cijfertoetsen. 4 Voer het aanmeldingswachtwoord in en druk op [OK]. OPMERKING: Als taakaccounting ingeschakeld is, dan kunt u door het aantal afgedrukte pagina's en het aantal gescande pagina's heen lopen door op [Controleer teller] te drukken. Als Netwerkverificatie geselecteerd is als gebruikersverificatiemethode, dan kan zowel Lokaal als Netwerk geselecteerd worden als verificatiebestemming. 5 Controleer of de aanmeldingsgebruikersnaam en het -wachtwoord juist zijn en druk op [Aanmelding]. Afmelden Om u af te melden bij het apparaat, drukt u op de Afmelden-toets. Het scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam/wachtwoord verschijnt opnieuw. Automatisch afmelden Er wordt automatisch afgemeld in de volgende gevallen: Als de Power-toets ingedrukt wordt om in de slaapstand te gaan Als de automatische slaapstand geactiveerd wordt Als de automatische bedieningspaneel-reset geactiveerd wordt Als de automatische energiebesparende stand geactiveerd wordt Als de energiebesparende stand geactiveerd wordt door op de toets Spaarstand te drukken. 7-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

195 Beheer Een gebruiker toevoegen Hiermee voegt u een nieuwe gebruiker toe. U kunt in het totaal gebruikers toevoegen (inclusief de standaardaanmeldingsgebruikersnaam). In de onderstaande tabel wordt uitgelegd welke gebruikersgegevens geregistreerd moeten worden. Instelling Gebruikersnaam* Aanmeldingsnaam gebruiker* Aanmeldingswachtwoord* Toegangsniveau* Accountnaam adres Beschrijving Voer de naam in die in de gebruikerslijst weergegeven wordt (maximaal 32 karakters). Voer de gebruikersnaam in waarmee aangemeld wordt (maximaal 64 karakters). Dezelfde aanmeldingsgebruikersnaam kan niet opnieuw geregistreerd worden. Voer het wachtwoord in waarmee aangemeld wordt (maximaal 64 karakters). Selecteer Beheerder of Gebruiker voor de toegangsrechten. Voeg een account toe waar de gebruiker toe behoort. Een gebruiker, die zijn/haar accountnaam geregistreerd heeft, kan aanmelden zonder de account-id in te voeren. Raadpleeg Taakaccounting op pagina De gebruiker kan zijn/haar adres registreren. Het geregistreerde adres wordt dan automatisch geselecteerd voor verdere functies waarbij nodig is. * Verplicht bij gebruikersregistratie. OPMERKING: Er is standaard reeds één standaardgebruiker met apparaatbeheerdersrechten en één standaardgebruiker met beheerdersrechten opgeslagen. De eigenschappen van de verschillende gebruikers zijn: Apparaatbeheerder Gebruikersnaam: DeviceAdmin Aanmeldingsnaam gebruiker: 25/25 ppm-model : 2500, 30/30 ppm-model : 3000, 40/40 ppm-model : 4000, 50/40 ppm-model : 5000 Aanmeldingswachtwoord: 25/25 ppm-model : 2500, 30/30 ppm-model : 3000, 40/40 ppm-model : 4000, 50/40 ppm-model : 5000 Toegangsniveau: Apparaatbeheerder Als de optionele databeveiligingskit geïnstalleerd is, dan zijn de aanmeldingsnaam en het wachtwoord als volgt. 25/25 ppm-model : , 30/30 ppm-model : , 40/40 ppm-model : , 50/40 ppm-model : Beheerder Gebruikersnaam: Admin Gebruikersnaam aanmelding: Admin Aanmeldingswachtwoord: Admin Toegangsniveau: Beheerder Als de optionele databeveiligingskit geïnstalleerd is, dan zijn de aanmeldingsnaam en het wachtwoord hetzelfde. Wij raden u aan de gebruikersnaam, de aanmeldingsnaam en het wachtwoord regelmatig te wijzigen voor uw veiligheid. 11 GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-5

196 Beheer Gebruik de onderstaande procedure om een nieuwe gebruiker te registreren. 1 Meld u aan als een gebruiker met beheerdersrechten. 2 Druk op de Systeemmenu-toets. 3 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 4 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 5 Druk op [Volgende] bij Inst. gebr. aanmelding, [Registreren/Bewerken] bij Lokale gebruikers en vervolgens op [Toevoegen]. Gebruiker:** 6 Druk op [Wijzigen] bij Gebruikersnaam. Gebruikersnaam: 01 Gebruiker Wijzigen Aanmeldingsnaam gebruiker: 0099 Wijzigen Wachtwoord aanmelding: ********** Wijzigen Toegangsniveau: Wijzigen Accountnaam: Wijzigen Gebruiker 02Account adres: abcd@efg.com Wijzigen Informatie IC-kaart: Leeg Wijzigen Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 7 Voer de gebruikersnaam in en druk op [OK]. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 8 Voer de aanmeldingsgebruikersnaam en het e- mailadres in zoals in de stappen 6 en 7 hierboven. 9 Druk op [Wijzigen] bij Wachtwoord aanmelding en vervolgens op [Wachtwoord]. 10 Voer het aanmeldingswachtwoord in en druk op [OK]. 11 Druk op [Bevestig wachtwoord]. 12 Voer hetzelfde aanmeldingswachtwoord in om te bevestigen en druk op [OK]. 7-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

197 Beheer 13 Druk op [OK]. 14 Druk op [Wijzigen] bij Toegangsniveau. 15 Selecteer de gebruikerstoegangsrechten en druk op [OK]. 16 Druk op [Wijzigen] bij Accountnaam. Gebruiker:** - Accountnaam 17 Selecteer de account en druk op [OK]. De account voor deze gebruiker selecteren. Accountnaam 01 Account 02 Account 03 Account 04 Account 05 Account Sorteren Naam Account-ID /2 Zoeken(naam) Zoeken(ID) OPMERKING: Selecteer [Naam] en [ID] uit het pulldown-menu Sorteren om de lijst met accounts te rangschikken. Druk op [Zoeken(naam)] of [Zoeken(ID)] om op accountnaam of op account-id te zoeken. Details Annuleren OK Status 10/10/ :10 18 Druk op [Registreren] om een nieuwe gebruiker toe te voegen aan de lijst met lokale gebruikers. 11 GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-7

198 Beheer Gebruikerseigenschappen wijzigen De gebruikerseigenschappen kunnen gewijzigd worden. Welke gebruikerseigenschappen gewijzigd kunnen worden, kan verschillen afhankelijk van de gebruikerstoegangsrechten. Voor een gebruiker met beheerdersrechten die aanmeldt Er kunnen gebruikerseigenschappen gewijzigd worden en er kunnen gebruikers gewist worden. Alle instellingen die toegevoegd kunnen worden, kunnen ook gewijzigd worden. Volg de onderstaande procedure om de gebruikerseigenschappen te wijzigen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Volgende] bij Inst. gebr. aanmelding en op [Registreren/Bewerken] bij Lokale gebruikers. 5 Selecteer de gebruiker waarvan u de eigenschappen wilt wijzigen. OPMERKING: Selecteer [Naam] en [Aanmeldingsnaam] uit het pulldown-menu Sorteren om de lijst met gebruikers te rangschikken. Druk op [Zoeken(naam)] of [Zoeken(aanm.)] om op naam of op aanmeldingsgebruikersnaam te zoeken. De procedure verschilt afhankelijk van de details die bewerkt moeten worden. Gebruikersgegevens wijzigen 1 Druk op [Details]. Gebruiker:** Gebruikersnaam: 01 Gebruiker Aanmeldingsnaam gebruiker: 0099 Wijzigen Wijzigen Wachtwoord aanmelding: ********** Wijzigen 2 Volg de stappen 6 tot 17 van Een gebruiker toevoegen om een gebruikerseigenschap te wijzigen. Toegangsniveau: Wijzigen Accountnaam: Wijzigen Gebruiker 02Account adres: abcd@efg.com Wijzigen Informatie IC-kaart: Leeg Wijzigen Annuleren Registreren Status 10/10/ : GEBRUIKERSHANDLEIDING

199 Beheer 3 Druk op [Registreren]. 4 Druk op [Ja] in het registratiebevestigingsscherm. De gebruikersgegevens zijn gewijzigd. Een gebruiker verwijderen 1 Druk op [Verwijderen]. 2 Druk op [Ja] in het bevestigingsscherm voor verwijderen. De geselecteerde gebruiker wordt verwijderd. OPMERKING: De standaardgebruiker met beheerdersrechten kan niet verwijderd worden. Voor een gebruiker zonder beheerdersrechten die aanmeldt Deze gebruikers kunnen hun eigen gebruikerseigenschappen gedeeltelijk wijzigen, zoals bijvoorbeeld hun gebruikersnaam, aanmeldingswachtwoord en adres. De aanmeldingsgebruikersnaam, het toegangsniveau of de accountnaam kunnen weliswaar niet gewijzigd worden, maar de gebruikers kunnen wel de huidige status controleren. Volg de onderstaande procedure om de gebruikerseigenschappen te wijzigen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Eigenschap gebruiker]. Gebruiker:** Gebruikersnaam: 01 Gebruiker Wijzigen 3 Volg de stappen 6 tot 17 van Een gebruiker toevoegen om gebruikerseigenschappen te wijzigen. 11 Aanmeldingsnaam gebruiker: 0099 Toegangsniveau: Gebruiker adres: abcd@efg.com Details Wijzigen Wachtwoord aanmelding: ********** Accountnaam: 02Account Informatie IC-kaart: Leeg Wijzigen Details Druk op [Details] bij Aanmeldingsnaam gebruiker of Accountnaam om de huidige status te controleren. Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 4 Druk op [Registreren] om de gewijzigde gebruikerseigenschappen vast te leggen. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-9

200 Beheer Taak van een onbekende aanmeldingsgebruikersnaam Hier wordt aangegeven hoe omgegaan wordt met taken die verstuurd zijn met een onbekende aanmeldingsgebruikersnaam of gebruikers-id (bijvoorbeeld onverstuurde ID's). Als de Aanmelding op ongeldig ingesteld is en de Taakaccounting op geldig, volg dan de procedure voor als de account-id onbekend is. In de onderstaande tabel ziet u de beschikbare mogelijkheden. Instelling Weigeren Toestaan Beschrijving De taak wordt geweigerd (niet afgedrukt). Er wordt toegestaan dat de taak afgedrukt wordt. Gebruik de onderstaande procedure om taken verstuurd door onbekende gebruikers af te handelen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Wijzigen] bij Taak onbekende gebr.-id. 5 Druk op [Weigeren] of [Toestaan]. 6 Druk op [OK] GEBRUIKERSHANDLEIDING

201 Beheer Taakaccounting De taakaccounting beheert het aantal kopieën/afdrukken uitgevoerd door individuele accounts door aan elke account een ID toe te kennen. De taakaccounting is handig bij de volgende activiteiten in bedrijfsorganisaties. Er kunnen tot individuele accounts beheerd worden. Er zijn account-id's met zelfs acht cijfers (tussen 0 en ) beschikbaar voor extra beveiliging. Geïntegreerd beheer van afdruk- en scanstatistieken via het gebruik van een identieke account-id. Nagaan van het aantal afdrukken voor elke account en voor alle accounts samen. De afdrukteller beperken in stappen van één pagina tot exemplaren. De afdrukteller resetten voor elke account en voor alle accounts samen. Voorbereiden van de taakaccountingsinstellingen Volg de volgende stappen voor het voorbereiden van de taakaccountingsinstellingen. Schakel taakaccounting in. (pagina 7-11) Voeg een account toe. (pagina 7-13) Meld af. (pagina 7-13) Andere gebruikers melden aan voor bedieningshandelingen. (pagina 7-12) Taakaccounting inschakelen/uitschakelen 11 Schakel taakaccounting in. Volg de onderstaande procedure om de taakaccountingsinstelling op te geven. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting en vervolgens op [Wijzigen] bij Taakaccounting. 5 Druk op [Aan]. Druk om de taakaccounting uit te schakelen op [Uit]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-11

202 Beheer 6 Druk op [OK]. OPMERKING: Als het standaardscherm Systeemmenu opnieuw verschijnt, wordt automatisch afgemeld en verschijnt het scherm voor het invoeren van de account-id. Voer om verder te gaan met bedienen de account-id in. Aanmelden/afmelden Als de taakaccounting ingeschakeld is, dan verschijnt elke keer dat u het apparaat gebruikt een scherm voor het invoeren van de account-id. Gebruik de onderstaande procedure om aan te melden en af te melden. Aanmelden Voer een account-id in. 1 Voer in het onderstaande scherm de account-id in met de cijfertoetsen en druk op [Aanmelding]. ******** Controleer teller Aanmelding Status 10/10/ :10 OPMERKING: Als u een fout karakter ingevoerd heeft, druk dan op de toets Wissen en voer de account-id opnieuw in. Als de ingevoerde account-id niet overeenkomt met de geregistreerde account-id, dan hoort u een waarschuwingstoon en wordt er niet aangemeld. Voer de juiste account-id in. Door op [Controleer teller] te drukken, kunt u het aantal afgedrukte pagina's en het aantal gescande pagina's raadplegen. Wanneer het scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord verschijnt Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan verschijnt het scherm voor het invoeren van de aanmeldingsgebruikersnaam en het wachtwoord. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in om aan te melden. (Raadpleeg Aanmelden/afmelden op pagina 7-3.) Als de gebruiker de accountgegevens reeds geregistreerd heeft, dan wordt het invoeren van de account-id overgeslagen. (Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5.) 2 Ga verder om de rest van de stappen af te ronden GEBRUIKERSHANDLEIDING

203 Beheer Afmelden Als u klaar bent, druk dan op de toets Afmelden om terug te keren naar het scherm voor het invoeren van de account-id. Een account toevoegen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een nieuwe account toevoegt. De volgende gegevens moeten ingevoerd worden. Instelling Accountnaam Account-ID Limiet Beschrijving Voer de accountnaam in (maximaal 32 karakters). Voer de account-id in van maximaal acht cijfers (tussen 0 en ). Hiermee wordt afdrukken/scannen geweigerd of wordt het aantal te laden pagina's gelimiteerd. Raadpleeg Gebruik van het apparaat beperken op pagina Gebruik de onderstaande procedure om een nieuwe account te registreren. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting, [Registreren/Bewerken] bij Accounts en vervolgens op [Toevoegen]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-13

204 Beheer Account:** 5 Druk op [Wijzigen] bij Accountnaam. Accountnaam: Wijzigen 01 Account Account-ID: Wijzigen Kopieerlimiet (totaal): Wijzigen Kopieerlim. (Totaal): Wijzigen Uit Uit Kopieerlim. (Full Color): Wijzigen Kopieerlim. (Kleur): Wijzigen Uit Uit Kopieerlim. (SingleColor): Uit Wijzigen 1/2 Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 6 Voer de accountnaam in en druk op [OK]. Het accountscherm verschijnt opnieuw. OPMERKING: Raadpleeg Invoeren van karakters op Appendix-7 voor meer informatie over het invoeren van karakters. 7 Volg de hierboven beschreven stappen 5 en 6 om de account-id in te voeren. OPMERKING: Een reeds eerder geregistreerde account-id kan niet meer gebruikt worden. Voer een andere account-id in. 8 Schakel de limieten in of uit. Raadpleeg Gebruik van het apparaat beperken op pagina Druk op [Registreren] om een nieuwe account toe te voegen aan de lijst met accounts. Accounts beheren Hiermee kunt u de geregistreerde accountgegevens wijzigen of een account verwijderen. Gebruik de onderstaande procedure om de accounts te beheren. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding GEBRUIKERSHANDLEIDING

205 Beheer 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting en vervolgens op [Registreren/Bewerken] bij Accounts. Aanmelding/Taakaccounting - Accounts Registreer een account die dit apparaat mag gebruiken (max. 1000). 5 Selecteer de account die u wilt wijzigen of verwijderen. Sorteren Naam Accountnaam 01 Account 02 Account 03 Account 04 Account 05 Account Account-ID Details Verwijderen 1/2 Zoeken(naam) Zoeken(ID) Toevoegen OPMERKING: Selecteer [Naam] of [ID] uit het pulldown-menu Sorteren om de accountnamen te rangschikken. Druk op [Zoeken(naam)] of [Zoeken(ID)] om op accountnaam of op account-id te zoeken. Status Sluiten 10/10/ :10 De procedure verschilt afhankelijk van de details die bewerkt moeten worden. Accountgegevens wijzigen 1 Druk op [Details]. Account:** Accountnaam: 01 Account Account-ID: Wijzigen Wijzigen 2 Volg de stappen 5 tot 7 van Een account toevoegen en de stappen 2 tot 5 van Gebruik van het apparaat beperken om accountgegevens te wijzigen. Kopieerlimiet (totaal): Wijzigen Kopieerlim. (Totaal): Wijzigen Uit Uit Kopieerlim. (Full Color): Wijzigen Kopieerlim. (Kleur): Wijzigen Uit Uit Kopieerlim. (SingleColor): Uit Wijzigen 1/2 Annuleren Registreren Status 10/10/ :10 3 Druk op [Registreren] Druk op [Ja] in het registratiebevestigingsscherm. De accountgegevens zijn gewijzigd. Een account verwijderen 1 Druk op [Verwijderen]. 2 Druk op [Ja] om de account te verwijderen. Methode voor tellen van kopieën/afdrukken beheren U kunt kiezen hoe het aantal gekopieerde en afgedrukte pagina's weergegeven wordt: ofwel het totale aantal van beiden, ofwel het aantal kopieën en afdrukken afzonderlijk. De gekozen instelling kan van invloed zijn op de beperkingslimiet en de telmethode. Raadpleeg Gebruik van het apparaat beperken op pagina 7-16, Het aantal afgedrukte pagina's tellen op pagina 7-22 en Een accountingrapport afdrukken op pagina 7-26 voor meer informatie. Volg de onderstaande stappen om de telmethode in te stellen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-15

206 Beheer 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting, op [Volgende] bij Standaardinstelling en vervolgens op [Wijzigen] bij Telling kopiëren/afdr.. 5 Druk op [Totaal] of [Splitsen]. 6 Druk op [OK]. Gebruik van het apparaat beperken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het gebruik van het apparaat beperkt per account of per aantal toegestane pagina's. De beschikbare beperkingsinstellingen verschillen al naargelang [Splitsen] of [Totaal] geselecteerd werd bij Methode voor tellen van kopieën/afdrukken beheren op pagina Beperkingsinstellingen [Splitsen] werd geselecteerd bij Telling kopiëren/afdr. Instelling Kopieerlimiet (totaal) Kopieerlim. (Full Color) Kopieerlim. (SingleColor) Afdrukbeperking (totaal) Afdrukbeperk. (kleur) Scanbeperkingen (overige) Verzendbeperking en fax Details Beperkt het totale aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleur-, éénkleurig en zwartwitkopiëren. Beperkt het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurkopiëren. Beperkt het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor éénkleurig kopiëren. Beperkt het totale aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleur- en zwart-witafdrukken. Beperkt het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurafdrukken. Beperkt het aantal pagina's dat gescand kan worden (zonder kopiëren) Beperkt het aantal pagina's dat verzonden kan worden per fax. Verschijnt enkel wanneer de optionele faxkit geïnstalleerd is GEBRUIKERSHANDLEIDING

207 Beheer Instelling Beperking faxpoort Details Beperkt de poorten die gebruikt worden om te faxen. Verschijnt enkel wanneer twee optionele faxkits geïnstalleerd zijn. [Totaal] werd geselecteerd bij Telling kopiëren/afdr. Instelling Afdrukbeperking (totaal) Afdrukbeperk. (kleur) Afdrukbeperk. (1 kleur) Scanbeperkingen (overige) Verzendbeperking en fax Beperking faxpoort Details Beperkt het totale aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kopiëren en afdrukken. Beperkt het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurafdrukken. Beperkt het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor éénkleurig afdrukken. Beperkt het aantal pagina's dat gescand kan worden (zonder kopiëren) Beperkt het aantal pagina's dat verzonden kan worden per fax. Verschijnt enkel wanneer de optionele faxkit geïnstalleerd is. Beperkt de poorten die gebruikt worden om te faxen. Verschijnt enkel wanneer twee optionele faxkits geïnstalleerd zijn. Beperkingen toepassen Een beperkingen kan op twee manieren worden toegepast als volgt: Instelling Beschrijving 11 Uit Tellerlimiet Gebruik weigeren Geen beperking opgegeven. De afdrukteller wordt beperkt in stappen van één pagina tot exemplaren. Beperking toegepast. * Selecteer [Uit], [Alleen poort 1 gebruiken] of [Alleen poort 2 gebruiken] als instelling voor Beperking faxpoort. Gebruik de onderstaande procedure om een beperkingsmethode te selecteren. 1 Volg de stappen 1 tot 4 van Een account toevoegen op pagina Druk op [Wijzigen] bij de beperkingsinstelling. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-17

208 Beheer Aantal: ** - Kopieerbeperking (Totaal) Het gebruik van de functies beperken. Limiet Uit Tellerlimiet ( ) pagina('s) 3 Selecteer de beperkingsmethode. Als [Tellerlimiet] geselecteerd is, druk dan op [+], [-] of de cijfertoetsen om het aantal pagina's te selecteren. Gebruik weigeren Annuleren OK Status 10/10/ :10 4 Druk op [OK]. 5 Herhaal de stappen 2 tot 4 om andere accounts te beperken. 6 Druk op [Registreren]. De geregistreerde account is toegevoegd. Beperkingslimieten toepassen Hiermee wordt opgegeven wat het apparaat doet als de teller de beperkingslimiet bereikt heeft. In de onderstaande tabel wordt beschreven wat het apparaat doet. Instelling Direct * Volgende Alleen waarschuwen Beschrijving De taak stopt als de teller de limiet bereikt. Het afdrukken/scannen van de taak gaat verder maar de volgende taak wordt tegengehouden. De taak gaat verder terwijl een waarschuwingsbericht weergegeven wordt. * Het verzenden of het in de box opslaan van de volgende taak wordt tegengehouden. Volg de onderstaande stappen om de beperkingslimiet toe te passen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding GEBRUIKERSHANDLEIDING

209 Beheer 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting, op [Volgende] bij Standaardinstelling en vervolgens op [Wijzigen] bij Limiet toepassen. 5 Selecteer [Direct], [Volgende] of [Alleen waarschuwen]. 6 Druk op [OK]. 11 GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-19

210 Beheer Standaardtellerlimieten Als u een nieuwe account toevoegt, dan kunt u de standaardbeperkingen voor het aantal toegestane pagina's wijzigen. U kunt elk aantal tussen 1 en instellen in stappen van 1 pagina. De beschikbare instellingen verschillen al naargelang [Splitsen] of [Totaal] geselecteerd werd bij Methode voor tellen van kopieën/afdrukken beheren op pagina Beschikbare instellingen [Splitsen] werd geselecteerd bij Telling kopiëren/afdr. Instelling Kopieerlimiet (totaal) Kopieerlim. (Full Color) Kopieerlim. (SingleColor) Afdrukbeperking (totaal) Afdrukbeperk. (kleur) Scanbeperkingen (overige) Verzendbeperking en fax Details Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleur- en zwart-witkopiëren. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurkopiëren. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor éénkleurig kopiëren. Stelt de standaardbeperking in voor het totale aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleuren zwart-witafdrukken. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurafdrukken. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor scannen (zonder kopiëren). Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat verzonden kan worden per fax. Verschijnt enkel wanneer de optionele faxkit geïnstalleerd is. [Totaal] werd geselecteerd bij Telling kopiëren/afdr. Instelling Afdrukbeperking (totaal) Details Stelt de standaardbeperking in voor het totale aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kopiëren en afdrukken GEBRUIKERSHANDLEIDING

211 Beheer Instelling Afdrukbeperk. (kleur) Afdrukbeperk. (1 kleur) Scanbeperkingen (overige) Verzendbeperkingen fax Details Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor kleurafdrukken. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor éénkleurig afdrukken. Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat gebruikt kan worden voor scannen (zonder kopiëren). Stelt de standaardbeperking in voor het aantal pagina's dat verzonden kan worden per fax. Verschijnt enkel wanneer de optionele faxkit geïnstalleerd is. Volg de onderstaande stappen om de tellerlimieten op te geven. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting, op [Volgende] bij Standaardinstelling en vervolgens op [Volgende] bij Standaardtellerlimiet. Gebruikerslogin/Taakverrekening - Kopieerbeperking (Totaal) Pas de standaard beperkingen toe voor elke gebruiker. De beperkingen worden ingesteld op maximale aantallen. Gebruik [-]/[+] of de numerieke toetsen om een waarde in te voeren. 5 Druk op [Wijzigen] bij de instelling die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [+] of [-] of gebruik de cijfertoetsen om de standaardbeperking voor het aantal pagina's in te voeren. ( ) Annuleren OK Status 10/10/ :10 6 Druk op [OK]. 7 Herhaal om de andere standaardbeperkingen in te stellen de stappen 5 en 6. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-21

212 Beheer Het aantal afgedrukte pagina's tellen Hiermee telt u het aantal afgedrukte pagina's. De tellingen worden onderverdeeld in Totaal taakaccounting en Afzonderlijke accounts. U kunt ook opnieuw beginnen met tellen nadat de tellergegevens, die gedurende een bepaalde tijd opgeslagen waren, gereset zijn. Er kan op de volgende manieren geteld worden. Instelling Afgedrukte pagina's Gescande pagina's Verzonden faxpagina's* Verzendtijd faxen* Details Geeft het aantal gekopieerde en afgedrukte pagina's weer en ook het totale aantal verwerkte pagina's. U kunt ook gebruik maken van [Teller op papierformaat] en [Teller op duplex/samenv.] om het aantal verwerkte pagina's na te gaan. Voor kopiëren kunt u het aantal pagina's nagaan dat gebruikt werd voor zwart-wit-, kleur- en éénkleurig kopiëren, evenals het totale aantal gebruikte pagina's. Voor afdrukken kunt u het aantal pagina's nagaan dat gebruikt werd voor zwart-wit- en kleurafdrukken, evenals het totale aantal gebruikte pagina's. Met [Teller op papierformaat] kunt u het aantal gebruikte pagina's nagaan van het papierformaat dat ingesteld is bij Tellen per papierformaat op pagina 7-25 evenals het aantal gebruikte pagina's van andere papierformaten. Met [Teller op duplex/samenv.] kunt u het aantal pagina's nagaan gebruikt voor Dubbelzijdig (1- zijdig), Dubbelzijdig (2-zijdig) en het totaal van de twee, evenals het het aantal pagina's gebruikt voor Samenvoegen (geen), Combineren (2 op 1), Combineren (4 op 1) en het totaal van de drie. Geeft het aantal gescande pagina's weer voor kopiëren, faxen* en andere functies, evenals het totale aantal gescande pagina's. Geeft het aantal gefaxte pagina's weer. Geeft de totale verzendtijd van faxen weer. * Verschijnt enkel wanneer de optionele faxkit geïnstalleerd is GEBRUIKERSHANDLEIDING

213 Beheer Totaal taakaccounting/teller resetten Hiermee wordt het aantal pagina's voor alle accounts geteld en wordt de teller tegelijkertijd gereset voor al deze accounts samen. Gebruik de onderstaande procedure om de teller te controleren en te resetten. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting en vervolgens op [Volgende] bij Totaal taakaccounting. Aanmelding/Taakaccounting - Totaal taakaccounting Afgedrukte pagina's: Controleren Gescande pagina's: Controleren 5 Druk op [Controleren] bij de gewenste functie om de teller te controleren. De resultaten worden weergegeven. Verzonden faxpagina's: 2 Verzendtijd faxen: 00:00:10 Teller opnieuw instellen: Uitvoeren 11 Sluiten Status 10/10/ :10 6 Bevestig de telling en druk op [Sluiten]. 7 Druk op [Uitvoeren] bij Teller opnieuw instellen om de teller te resetten. 8 Druk op [Ja] in het scherm om het resetten te bevestigen. De teller is gereset. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-23

214 Beheer Afzonderlijke accounts/teller resetten Hiermee wordt het aantal pagina's voor elke account geteld en wordt de teller gereset per account. Gebruik de onderstaande procedure om de teller weer te geven en te resetten. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting en vervolgens op [Controleren] bij Afzonderlijke accounts. Aanmelding/Taakaccounting - Afzonderlijke accounts 5 Selecteer de account om de telling te controleren. Voor elke account (afdeling) een afzonderlijke teller bijhouden. Accountnaam 06 Account Sorteren Naam Account-ID /2 Zoeken(naam) Zoeken(ID) OPMERKING: Selecteer [Naam] of [ID] uit het pulldown-menu Sorteren om de accountnamen te rangschikken. Druk op [Zoeken(naam)] of [Zoeken(ID)] om op accountnaam of op account-id te zoeken. Details Sluiten Status 10/10/ :10 6 Druk op [Details]. Account:** Afgedrukte pagina's: Controleren Gescande pagina's: Controleren 7 Druk op [Controleren] bij de gewenste functie om de teller te controleren. De resultaten worden weergegeven. Verzonden faxpagina's: Verzendtijd faxen: 2(20) 0:00:10 Teller opnieuw instellen: Uitvoeren Sluiten Status 10/10/ :10 8 Bevestig de telling en druk op [Sluiten]. 9 Druk op [Uitvoeren] bij Teller opnieuw instellen om de teller te resetten. 10 Druk op [Ja] in het scherm om het resetten te bevestigen. De teller wordt gereset GEBRUIKERSHANDLEIDING

215 Beheer Tellen per papierformaat Hiermee wordt het aantal pagina's geteld volgens het papierformaat (bijvoorbeeld Letter). OPMERKING: Er zijn vijf soorten papierformaat beschikbaar namelijk 1 tot 5. Deze soorten verschijnen in de accountingrapporten. Raadpleeg Een accountingrapport afdrukken op pagina Naast het papierformaat kan ook het mediatype opgegeven worden (bijvoorbeeld het aantal gebruikte vellen gekleurd papier van het formaat Letter). Als er geen mediatype opgegeven is, dan worden alle mediatypes in dit formaat samengeteld. Gebruik de onderstaande procedure om het aantal pagina's te tellen. 1 Druk op de Systeemmenu-toets. 2 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 3 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. Aanmelding/Taakaccounting - Papierformaat 1 De papierformaten en papiertype selecteren die moeten worden geteld. 4 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting, op [Volgende] bij Standaardinstelling, op [Wijzigen] bij Tellen per papierformaat, op [Wijzigen] bij Papierformaat 1 tot 5 en vervolgens op [Aan]. 5 Selecteer het papierformaat. 11 Uit A3 A4 Aan A5 B4 B5 Folio Ledger Legal Letter Statement Normaal Mediatype Annuleren OK Status 10/10/ :10 6 Druk op [Mediatype] om het mediatype op te geven. 7 Selecteer het mediatype en druk op [OK]. 8 Druk op [Sluiten]. GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-25

216 Beheer Een accountingrapport afdrukken Het totaal van de pagina's geteld in alle betreffende accounts kan afgedrukt worden als een accountingrapport. De rapporten hebben een verschillende indeling afhankelijk van hoe de telling van kopieën en afdrukken beheerd wordt. Als Splitsen geselecteerd is als Methode voor tellen van kopieën/afdrukken beheren ACCOUNT.REPORT Voor het tellen per papierformaat, wordt het rapport per formaat afgedrukt. Gebruik de onderstaande procedure om een taakaccountingrapport af te drukken. 1 Controleer of er Letter- of A4-papier in de cassette zit. 2 Druk op de Systeemmenu-toets. 3 Druk op [Aanmelding/Taakaccounting]. 4 Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [Aanmelding]. Hiervoor moet u aanmelden met beheerdersrechten. Raadpleeg Een gebruiker toevoegen op pagina 7-5 voor de standaardgebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding. 5 Druk op [Volgende] bij Instelling taakaccounting en vervolgens op [Afdrukken] bij Accountingrpprt afdrukken. 6 Druk op [Ja] in het scherm om het afdrukken te bevestigen GEBRUIKERSHANDLEIDING

217 Beheer Taken van onbekende account-id's U kunt opgeven wat het apparaat moet doen als er een taak van een onbekende account-id (bijvoorbeeld onverstuurde ID) ontvangen wordt. Raadpleeg Taak van een onbekende aanmeldingsgebruikersnaam op pagina 7-10 voor meer informatie. De teller controleren en afdrukken Teller Afgedrukte pagina's Zwart-Wit: Kleur: 1-kleur: Totaal: Kopiëren Printer FAX Totaal Druk op de toets Tellers om het aantal afgedrukte en gescande pagina's te controleren. U kunt het aantal afgedrukte pagina's voor elk papierformaat controleren door op [Aantal afdr. op papierform.] te drukken. Gescande pagina's Kopiëren FAX Overige Totaal Originelen: Afdrukken Statuspagina Aantal afdr. op papierform. Sluiten Status 10/10/ :10 11 GEBRUIKERSHANDLEIDING 7-27

218 Beheer Bediening van de databeveiligingskit Als u de optionele databeveiligingskit installeert, dan wordt in het systeemmenu [Databeveiliging] toegevoegd. Raadpleeg de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de Databeveiligingskit (E) op de cd-rom voor een beschrijving van de opties voor [Databeveiliging] en het gebruik ervan GEBRUIKERSHANDLEIDING

219 Appendix Optionele apparatuur...appendix-2 Invoeren van karakters...appendix-7 Specificaties...Appendix-19 GEBRUIKERSHANDLEIDING Appendix-1

220 Optionele apparatuur Overzicht optionele apparatuur De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat. Documenttoevoer Documenttoevoer (documenttoevoer voor dubbelzijdig scannen) Documentinvoer Takenscheider Documentfinisher voor vellen Documentfinisher Papierinvoer Papierinvoer voor vellen Appendix-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING

221 Sleutelteller Faxkit Uitbreidingsgeheugen GEBRUIKERSHANDLEIDING Appendix-3

222 Documenttoevoer Scant automatisch de originelen. U kunt deze ook gebruiken voor dubbelzijdig en gesplitst kopiëren. Voor uitleg over het gebruik van de documenttoevoer, raadpleeg Originelen in de documenttoevoer plaatsen op pagina Papierinvoer Er kunnen twee extra cassettes, die identiek zijn aan de dubbele cassettes van de printer, in de printer geïnstalleerd worden. De papiercapaciteit is hetzelfde als de papiercapaciteit van cassette 1 en 2 en het papier wordt op dezelfde manier geplaatst. OPMERKING: Voor het verhelpen van papierstoringen vindt u linkerklep 4 aan de linkerkant van de papierinvoer. Papierinvoer voor vellen Naast de cassettes van de printer, kunt u ook een optionele papierinvoer voor vellen installeren waarin tot vellen A4- of B5-papier passen. OPMERKING: De papierinvoer voor vellen beschikt over een verwijderbare klep aan de linkerkant (linkerklep 4) voor het verwijderen van vastgelopen papier. Documentfinisher In de documentfinisher past een grote hoeveelheid afgewerkte kopieën. De finisher biedt een handige sorteerfunctie. Gesorteerde afgewerkte kopieën kunnen tevens worden geniet. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van de documentfinisher. Documentfinisher voor vellen Dit is een documentfinisher voor grote aantallen waar grote afdrukken in passen en die meerdere exemplaren van een afdruk kan scheiden en verschuiven in Appendix-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING

223 afzonderlijke sets. De verschoven afdrukken kunnen ook geniet en geperforeerd worden (optioneel). Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van de documentfinisher voor vellen. Als extra opties zijn een mailbox en een vouweenheid verkrijgbaar. Takenscheider Scheidt papier per opvangbak, zodat u het gemakkelijk kunt sorteren. Geef de scheider op als opvangbak voor kopieer- of afdrukopdrachten. Of geef de scheider als standaardopvangbak op voor afdrukken via het kopieer- of documentboxscherm, afdrukken vanaf de pc en afdrukken van ontvangen faxgegevens. Een papierlampje op de voorkant van het apparaat geeft aan of er papier in de takenscheider zit. VOORZICHTIG: Wij wijzen u erop dat bepaalde papiersoorten snel opkrullen en daardoor kunnen vastlopen in de papieruitwerpeenheid. Als het uitgeworpen papier wegglijdt of geen keurige stapel vormt, draai het papier dan om in de cassette en probeer opnieuw. OPMERKING: Als u papier uit de takenscheider verwijdert, trek het dan in een hoek uit. Sleutelteller Met de sleutelteller kunt u het gebruik van het apparaat bijhouden. De sleutelteller is een handige oplossing voor gecentraliseerd beheer van de kopieerhoeveelheden voor de verschillende afdelingen binnen een groot bedrijf. GEBRUIKERSHANDLEIDING Appendix-5

224 De sleutelteller plaatsen Plaats de sleutelteller goed in de sleuteltellersleuf. OPMERKING: Wanneer de sleuteltellerfunctie ingeschakeld is, kunnen er alleen kopieën worden gemaakt als een sleutelteller is geplaatst. Als de sleutelteller niet is geplaatst, verschijnt Voer sleutelteller in. Faxkit Door het installeren van de faxkit wordt het mogelijk om faxen te verzenden of te ontvangen. Het is ook mogelijk het apparaat als netwerkfax te gebruiken door het samen met een computer te gebruiken. Wanneer twee faxkits zijn geïnstalleerd, kunnen de eenheden aangesloten worden op twee verschillende telefoonlijnen zodat sneller naar meerdere ontvangers gefaxt kan worden. Als een van de twee lijnen voor ontvangst is aangewezen, kan de bezettijd van de lijn worden beperkt. Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding voor de faxkit. Uitbreidingsgeheugen Met dit geheugen voor beeldopslag (128 MB) kan het apparaat meer inkomende faxpagina's ontvangen. Het uitbreidinggeheugen moet door de servicevertegenwoordiger geïnstalleerd of verwijderd worden. Databeveiligingskit De databeveiligingskit overschrijft alle onnodige gegevens in het opslaggebied van de harde schijf zodat ze niet meer opgevraagd kunnen worden. De databeveiligingskit versleutelt gegevens voor ze op de harde schijf opgeslagen worden. Dit garandeert een betere beveiliging omdat de gegevens niet via de normale bediening gedecodeerd kunnen worden. Documentbeveiligingskit Hiermee wordt ongeoorloofd kopiëren en/of verzenden van vertrouwelijke of persoonlijke documenten voorkomen. Wanneer een document vanaf een computer afgedrukt wordt, voegt deze functie een speciaal patroon toe aan het document. Als vervolgens iemand probeert dit document te kopiëren of te verzenden op dit apparaat, dan herkent het apparaat het patroon en wordt de informatie beschermd door het document blanco af te drukken of het verzenden te weigeren. Documentinvoer Plaats hier de originele of andere documenten wanneer u het apparaat gebruikt. Het apparaat heeft een houder voor paperclips. Appendix-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING

225 Invoeren van karakters Om karakters in te voeren voor een naam, gebruikt u het toetsenbord op het aanraakscherm en volgt u de onderstaande stappen. OPMERKING: De beschikbare toetsenborden zijn QWERTY, QWERTZ en AZERTY, net als bij het toetsenbord van een pc. Druk op de Systeemmenu-toets, op [Algemene instellingen] en vervolgens op [Wijzigen] bij Toetsenbordlay-out om de gewenste lay-out te selecteren. In dit voorbeeld wordt QWERTY gebruikt. U kunt met dezelfde stappen een andere lay-out selecteren. Invoerschermen Invoerscherm voor kleine letters 1 Gebruik het toetsenbord voor invoer. Limiet: 126 tekens invoeren: 0 tekens Backspace ! = ^ q w e r t y u i o p [ ] a s d f g h j k l ; : \ 5 6 z x c v b n m,. / H-letter K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ : Nr. Display/toets Beschrijving 1 Display Geeft de ingevoerde karakters weer. 2 Limiet Geeft het maximale aantal karakters weer. 3 Pijltjestoetsen Druk op deze toetsen om de cursor in het display te verplaatsen. 4 [Backspace] Druk op deze toets om het karakter links van de cursor te verwijderen. 5 Toetsenbord Druk op een karakter om het in te voeren. 6 [H-letter] Druk op deze toets om hoofdletters te gebruiken. 7 [K-letter] Druk op deze toets om kleine letters te gebruiken. GEBRUIKERSHANDLEIDING Appendix-7

226 Invoerscherm voor hoofdletters Nr. Display/toets Beschrijving 8 [Nr./symb.] Druk op deze toets om cijfers en symbolen in te voeren. 9 [Spatie] Druk op deze toets om een spatie in te voegen. 10 [Annuleren] Druk op deze toets om de ingevoerde karakters te annuleren en terug te keren naar het scherm voor het invoeren. 11 [OK] Druk op deze toets om de invoer te bevestigen en terug te keren naar het scherm voor het invoeren. Gebruik het toetsenbord voor invoer. Limiet: 126 tekens invoeren: 0 tekens # $ % ^ & * ( ) _ + Q W E R T Y U I O P { } A S D F G H J K L : " Z X C V B N M < >? H-letter Lower-case K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 Invoerscherm voor cijfers/symbolen Gebruik het toetsenbord voor invoer. Limiet: 126 tekens invoeren: 0 tekens Backspace ! " # $ % & ( ) * +, -. / : 12 ; < = [ \ ] ^ _ ` { } H-letter Lower-case K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 Appendix-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING

227 Nr. Display/toets Beschrijving 12 [ ]/[ ] Om een cijfer of symbool dat niet op het toetsenbord staat in te voeren, drukt u op de pijltjes van de schuifbalk en verschuift u het scherm om andere in te voeren cijfers of symbolen weer te geven. GEBRUIKERSHANDLEIDING Appendix-9

228 Karakters invoeren Volg de onderstaande stappen om bijvoorbeeld List A-1 in te voeren. 1 Druk op [H-letter]. 2 Druk op [L]. De letter L verschijnt in het display. Gebruik het toetsenbord voor invoer. L Limiet: 126 tekens invoeren: 1 tekens # $ % ^ & * ( ) _ + Q W E R T Y U I O P { } A S D F G H J K L : " Z X C V B N M < >? H-letter Lower-case K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 3 Druk op [K-letter]. 4 Druk op [i], [s], [t] en [Spatie]. Gebruik het toetsenbord voor invoer. List Limiet: 126 tekens invoeren: 4 tekens Backspace ! = ` q w e r t y u i o p [ ] \ a s d f g h j k l ; z x c v b n m,. _ H-letter K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 5 Druk op [H-letter]. 6 Druk op [A]. 7 Druk op [Nr./symb.]. 8 Druk herhaaldelijk op [ ] of [ ] om het toetsenbord met [-] en [1] weer te geven. 9 Druk op [-] en [1]. Gebruik het toetsenbord voor invoer. List_A-1 Limiet: 126 tekens invoeren: 8 tekens Backspace ! " # $ % & ( ) * +, -. / : ; < = [ \ ] ^ _ ` { } H-letter Lower-case K-letter Nr./symb. Spatie Annuleren OK Status 10/10/ :10 10 Controleer of de invoer correct is. Druk op [OK]. Appendix-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING