Deurganckdoksluis Murielle Reyns 6 maart 2015

Transcriptie

1 Deurganckdoksluis Murielle Reyns 6 maart 2015 Vlaamse Overheid - TOD AMS

2 Deurganckdoksluis 1. Zwel Boomse klei 2. Projectbeton

3 ZWEL BOOMSE KLEI

4 Zwel Boomse klei Typerende lagenopbouw Slappe bovenlagen Tertiair zand Boomse klei

5 Zwel Boomse klei Mechanisme Uitgraving bouwput -> ontlasting Boomse klei -> poriënwateronderspanning die langzaam afnemen in de tijd onder gelijktijdig uitzwellen van de klei. Wanneer zwel verhinderd wordt -> (opwaartse) zweldruk

6 Zwel Boomse klei Constructieve maatregelen Deurloop: grote opwaartse beweging ontoelaatbaar i.k.v. rollen van de deuren -> Vrij uitzwellen gedurende 1,5 à 2 jaar -> 4 m dikke vloer met 10 cm tegenpeil -> Wapening om resterende zweldruk op te vangen Inlaat afvoerkanaal slibvang: -> Inlaat werd volledig los gemaakt van de omgevende constructies -> Bovenzijde wordt 10 cm lager dan de omgevende constructies gebetonneerd Tegels en moten van leidingentunnel en kabelkokers met 25 cm tegenpeil.

7 Zwel Boomse klei? Exacte waarde zwel en zweldruk? o.a. bepaald door doorlatendheid en stijfheid van de klei verder opvolgen mbv uitgebreid monitoringsprogramma aan benedenhoofd zowel klassieke als meer geavanceerde meettechnieken initiële zwel bij uitgraving bouwput werd niet opgemeten (kan aanzienlijk zijn)

8 Zwel Boomse klei Klassieke extensometer FBG-glasvezel Piëzocellen (vertikaal) WLH SAAF GeoDetect FBG S-Br glasvezel (horizontaal) DGD 6 Gronddrukcellen

9 Zwel Boomse klei Doorsnede doorheen deurloop WEST OOST

10 Zwel Boomse klei VERTIKAAL FBGglasvezel (WTCB) klassieke extensometer piëzocel

11 Zwel Boomse klei HORIZONTAAL FBGglasvezel (WTCB) SAAF GeoDetect S-Br: optische vezel in geotextiel Gronddrukcellen

12 Zwel Boomse klei Bijkomende metingen Topografische opmetingen van - bovenkant van de damplank (referentiepunt) - damwand evenwijdig aan de deurloop - tegels

13 Zwel Boomse klei

14 Zwel Boomse klei

15 Zwel Boomse klei

16 Zwel Boomse klei

17 PROJECTBETON

18 Bestek Massabeton: Gebruik van 2 types project (gecertificeerd) beton C25/30 : kolkmuren, dwarsmuren, deurkamers en deurlopen, tegels C30/37: Brugkelders, leidingentunnel, kabelkokers, machinekelders, slibvang en afvoerkanaal

19 Specificatie Bestek voorziet gewapend beton in de omgevingsklasse ES3 (beton ondergedompeld in zeewater) Conform NBN EN en NBN B15-001: Betontype T(0,45) W/C-factor 0,45 C 340 kg/m³

20 Specificatie projectbeton Toegelaten afwijking in het bestek: W/C-factor 0,55 C 300 kg/m³ mits aangetoond wordt dat het beton gelijkwaardig presteert ten aanzien van de blootstelling aan milieu- en omgevingsinvloeden in vergelijking met een referentiebeton conform de norm

21 Bijkomende eisen bestek De aannemer bepaalt de samenstelling van het betonmengsel Rekening houdend met eisen gesteld aan de grondstoffen Gesteund door een proefondervindelijk onderzoek uitgevoerd in een geaccrediteerd laboratorium Voldoende aandacht voor de beheersing van vroegtijdige thermische scheurvorming Onderzoek wordt herhaald bij grondstofwijziging

22 Keuze betonsamenstelling Eisen/randvoorwaarden: Beperking van de warmteontwikkeling. THV wil het projectbeton plaatsen, gebruik makend van een betonpomp. Omwille van logistieke redenen dient het aantal grondstoffen beperkt te worden. Er mag tijdens het project geen stockbreuk van de grondstoffen optreden.

23 Keuze betonsamenstelling Keuze cement: Bestek: verplicht gebruik van gecertificeerd LHcement Bestek: verplicht gebruik van HSR LA-cement Aannemer heeft gekozen voor een CEM V/A (S-V) 32,5 N HSR LA LH (portlandklinker + hoogovenslak + vliegas) met een hydratatiewarmte 270 J/g

24 Keuze betonsamenstelling Keuze inert skelet: Geoptimaliseerde curve (afwijkend van bestek) op basis van 3 granulaten: zeegrind 4/32, zeegrind 4/8 en zeezand 0/4 Alle granulaten zijn Benor-gecertificeerd Gebruik van zeegranulaten: chloridenbalans is cruciaal voor GB in een zee-omgeving en dient nauwlettend opgevolgd te worden

25 Keuze betonsamenstelling Hulpstoffen: Gebruik van superplastificeerder, geleverd onder BENOR-merk Water: Combinatie van leidingwater en in beperkte mate recyclagewater

26 Projectbetons C25/30: Cementgehalte = 300kg/m³ W/C-factor = 0,54 C30/37: Cementgehalte = 330kg/m³ W/C-factor: 0,48

27 Aantonen gelijkwaardigheid duurzaamheid In België bestaat er geen norm binnen het toepassingsgebied van het bestek! Gebruik maken van NBN B Bemerkingen: - Deze toepassing valt niet binnen het toepassingsgebied van deze norm (eisen cementgehalte en W/C-factor blijven behouden) - Toch gebruikt bij gebrek aan beter alternatief. - Proeven worden uitgevoerd op monsters die onderworpen worden aan een ideale en aan een niet-ideale nabehandeling.

28 Beoordelingscriteria Criteria zoals voorzien in NBN B : Vergelijking van de prestatie van het projectbeton met die van een referentiebeton. Beoordeling gebeurt op één enkel monster van elk beton en enkel op basis van de monsters die een ideale nabehandeling ondergaan hebben. Keuze referentiebeton: zelfde samenstelling met cementgehalte en W/C-factor conform betonnorm.

29 Beoordelingscriteria

30 Beproefde samenstellingen Projectbeton C25/30 (2 reeksen) Projectbeton C30/37 (2 reeksen) Overeenstemmend referentiebeton (2 reeksen) (340 kg cement/m³ en W/C-factor = 0,45) Tussenliggende samenstellingen (telkens 1 reeks) (310 kg cement/m³ en W/C-factor = 0,53) (320 kg cement/m³ en W/C-factor = 0,50)

31 Proefresultaten Weerstand tegen de diffusie van chloriden: alle resultaten van het projectbeton voldoen behalve die voor de samenstelling waarbij 320 kg cement/m³ gebruikt wordt dit valt betontechnologisch niet te verklaren! (oorzaak waarschijnlijk te wijten aan de spreiding op de resultaten)

32 Proefresultaten Weerstand tegen carbonatatie: De 2 reeksen proeven geven verschillende conclusie voor het projectbeton C25/30. Beide reeksen proeven voldoen voor het projectbeton C30/37. Geen van tussenliggende recepten voldoen.

33 Proefresultaten Vorstbestandheid: Bij de ene reeks wordt het referentiebeton beter na de vorst/dooi-cycli, bij de andere reeks is dit niet het geval. Beoordeling hangt af van de reeks proeven van het referentiebeton die gebruikt wordt. Resultaten voor projectbeton C30/37 voldoen.

34 Besluit op basis van de proefresultaten Enkel de resultaten voor projectbeton C30/37 voldoen aan alle gestelde criteria. Aangezien er resultaten zijn die betontechnologisch niet te verklaren zijn, is voorzichtigheid geboden bij het gebruik van de resultaten!

35 Vervolgtraject Er is bijkomend advies ingewonnen, onder andere in Nederland, omdat men daar meer ervaring heeft met dergelijke problematiek. Er werden bijkomende proeven uitgevoerd. Besluit: projectbeton C 25/30 voldoet voor onderdelen die permanent onder water staan, dus voor toepassing in de kolkmuren.

36 Beheersing vroegtijdige scheurvorming Inschatting warmteontwikkeling in het beton: Bepaling adiabaat per mengsel Methode: conform CUR-aanbeveling 67

37 Adiabaat projectbeton C25/30

38 Adiabaat projectbeton C30/37

39 Leerpunten Deze manier van voorschrijven biedt de aannemer meer vrijheid, maar vereenvoudigt de beoordeling niet. Op basis van de huidige versie van NBN B (één proefreeks per betontype en eenvoudige beoordelingscriteria) kan men tot besluiten komen die betontechnologisch niet te verklaren zijn, en een belangrijk consumentenrisico inhouden. Onder meer naar aanleiding van deze ervaring wordt NBN B herzien.

40 VRAGEN?