Een nieuwe norm NBN B : Welke impact voor de aannemer?

Transcriptie

1 Een nieuwe norm NBN B : Welke impact voor de aannemer? ir. Julie Piérard & ir. Valérie Pollet

2 Evolutie van het normatieve kader 2014 EN 206 (+A1:2016) 2012 NBN B prnbn B15-001

3 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

4 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

5 [ 1 ] Beton met gerecycleerde granulaten Gerecycleerde granulaten kunnen in sommige buitenomgevingen gebruikt worden. (max. % vol. vervanging van de grove fractie) Presentatie B. Dooms (WTCB)

6 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

7 [ 2 ] Zelfverdichtend beton De normen NBN EN 206 en prnbn B bevatten aanvullende regels voor zelfverdichtend vers beton (voorheen in NBN EN 206-9). Traditioneel beton vs. Zelfverdichtend beton

8 [ 2 ] Zelfverdichtend beton Karakteristieken Proeven Normen (2010) Beweeglijkheid en vloeimaat Schijnbare viscositeit Vloeimaat, gemeten met de Abramskegel (slump flow) t tijd met de Abramskegel NBN EN A1 (2016) NBN EN Trechtertijd (V-funnel) NBN EN Blokkeringsmaat L-Box NBN EN J-Ring NBN EN Ontmenging Zeefstabiliteit NBN EN

9 [ 2 ] Zelfverdichtend beton NBN EN : Vloeimaat (slump flow) Vloeimaatklassen volgens NBN EN 206 Klasse Vloeimaat [mm] SF SF SF Viscositeitsklassen volgens NBN EN 206 Klasse t 500 [s] VS1 < 2,0 VS2 2,0

10 [ 2 ] Zelfverdichtend beton Visuele controle zeer belangrijk!

11 [ 2 ] Zelfverdichtend beton NBN EN : Trechtertijd (V-funnel) V-funnel klassen volgens NBN EN 206 Klasse t v [s] VF1 < 9,0 VF2 9,0 25,0

12 [ 2 ] Zelfverdichtend beton Keuze van het ZVB in functie van de toepassing! Guidelines for Execution of SCC

13 [ 2 ] Zelfverdichtend beton Walraven J. (2003) Schijnbare viscositeitsklasse 550 mm Vloeimaatklasse SF1 SF2 SF3 650 mm 750 mm 850 mm VF2 VF1 < 25 s > 9 s < 9 s HELLINGEN MUREN EN PIJLERS VLOEREN EN VLOERPLATEN HOGE EN SLANKE ELEMENTEN

14 [ 2 ] Zelfverdichtend beton In de praktijk Vloeimaatklasse Schijnbare viscositeitsklasse SF1 SF2 SF3 550 mm 650 mm 750 mm 850 mm VF2 < 25 s > 9 s VF1 < 9 s VLOEREN EN VLOERPLATEN ZICHTBETON WANDEN ZWAAR GEWAPEND of COMPLEX

15 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

16 [ 3 ] Vezelbeton De normen NBN EN 206 en prnbn B bevatten aanvullende regels voor vezelbeton.

17 [ 3 ] Vezelbeton Controle van de zetmaat met Abramskegel (NBN EN )

18 [ 3 ] Vezelbeton prnbn B (2017) Controle van de vezeldosering (homogeniteit) volgens NBN EN 14721

19 [ 3 ] Vezelbeton Bepaling van de buigtreksterkte van prisma s (NBN EN / RILEM TC 162 TDF)

20 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

21 [ 4 ] Beton voor speciale geotechnische werken Bijlage D [normatief] bevat aanvullende eisen (voorheen in NBN EN 1536 (boorpalen) en NBN EN 1538 (diepwanden)). Voorbeeld : diepwanden

22 [ 4 ] Beton voor speciale geotechnische werken Voorbeeld : diepwanden D sup 32 mm et D sup ¼ afstand tussen wapeningsstaven Minimaal cementgehalte Voor een beton met D max = 32 mm : Gehalte aan zand 40% (m/m) Gehalte aan fijne deeltjes tussen 400 en 550 kg/m³ Verwerkbaarheid Zetmaat (slump) = 200 mm Vloeimaat (flow) = 600 mm

23 [ 4 ] Beton voor speciale geotechnische werken Belgische context : beperking van de waterafscheiding

24 [ 4 ] Beton voor speciale geotechnische werken Belgische context : beperking van de waterafscheiding Vrije waterafscheiding NBN EN Voorgestelde eis: < 1% ASTM C232 Voorgestelde eis: < 0,1 ml/min Waterafscheiding onder druk Bauer Test volgens CIA Z en NBN EN ISO Voorgestelde eis: < 15 l/m³

25 Welke veranderingen in de norm? 1. Beton met gerecycleerde granulaten 2. Zelfverdichtend beton 3. Vezelbeton 4. Beton voor speciale geotechnische werken 5. Duurzaamheid van beton

26 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Betontypes en duurzaamheidseisen (bijlage F [normatief]) Specifieke gebruiksgeschiktheid van cement en van de combinaties van cement en toevoegsels type II ( 5.1.2) Maatregelen ter preventie van alkali-silica reactie (bijlage I [informatief])

27 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Max. luchtgehalte van vers beton in % (variante met ingebrachte lucht)

28 [ 5 ] Duurzaamheid van beton

29 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Specifieke gebruiksgeschiktheid van cement en combinaties Laboproeven volgens NBN B EE4 en ES4: verhoogd cementgehalte: minstens 360 kg/m³ i.p.v. 340 kg/m³.

30 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Voorbeeld van bijkomende eisen volgens prnbn B PREV2 / AR3 Bijlage I [informatief] omschrijft ASR-preventieniveaus (PREV1 tot PREV3) ASR-blootstellingscategorieën (AR1 tot AR3) Maatregelen tegen ASR (1 tot 4)

31 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Preventieniveaus (PREV) PREV 1 Gevolgen van ASR zeer beperkt en aanvaardbaar. PREV 2 Gevolgen van ASR weinig aanvaardbaar. PREV 3 Gevolgen van ASR niet aanvaardbaar.

32 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Blootstellingscategorieën (AR) AR1 Droge binnenomgeving, zonder blootstelling aan externe bronnen van vocht. AR2 Vochtige binnenomgevingen en buitenomgevingen, onderdompeld in (zee)water of in contact met nietagressieve grond. AR3 Vochtig milieu blootgesteld aan alkaliën (bv. dooizouten) of aan wisselende vochtdroog cycli met zeewater of brak water.

33 [ 5 ] Duurzaamheid van beton Maatregelen tegen ASR Maatregel 1 : Gebruik van granulaten met declaratie van niet-reactiviteit. Maatregel 2 : Gebruik van een LA-cement volgens NBN B , zonder opmaak van een alkalibalans. Maatregel 3 : Beperken van het alkali-gehalte van beton tot een vastgelegde waarde (alkalibalans) afhankelijk van het type bindmiddel. Maatregel 4 : Voorafgaandelijk uitvoeren van zwelproeven, bv. Gemodificeerde Oberholster volgens bijlage Q (criterium: zwelling < 0,1% na 20 dagen in NaOH-oplossing).

34 Vragen? Julie Piérard Valérie Pollet