Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2"

Transcriptie

1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2 zie ook 1

2 2

3 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin Zorgplicht wijze van Klager is op de luchtplaats (in de EBI) aangevallen blz. 9 11/2979/GA betrachten door een medegedetineerde. In casu is voldoende adequaat en actief opgetreden door of namens de directeur met inbegrip van de inzet van een 21 februari 2012 medegedetineerde. De vraag of de dienstinstructie van de EBI in strijd is met het EVRM wordt buiten beschouwing gelaten. Beroep van klager ongegrond. 11/2122/GA 13 februari 2012 Vermissing; Tegemoetkoming financieel Nu in p.i. Grave voor ontvangst van de goederen is blz. 10 getekend, had beklagrechter van p.i. Vught beklag moeten doorzenden. Uitspraak van beklagrechter wordt daarom vernietigd en Beroepscommissie doet beklag - als zijnde gericht tegen directeur van p.i. Grave - zelf af. Goederen zijn buiten aanwezigheid van klager ingepakt en hij is bij aankomst van goederen in p.i. Grave niet in de gelegenheid gesteld inhoud van de dozen te controleren. Directeur van p.i. Grave wordt verantwoordelijk gehouden voor vermissing. Beklag gegrond, tegemoetkoming 100,=. 11/3281/GA Arbeid en werkzaamheden; Dagprogramma Arbeid is uitgevallen. Er is niet in een andere activiteit voorzien, maar klager is ingesloten op eigen cel. Uitgangspunt is dat gedetineerden in een regime van blz februari 2012 algehele gemeenschap zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat geen activiteiten plaatsvinden vrijelijk in de woon- en werkruimten kunnen bewegen. Beroep derhalve gegrond. Geen tegemoetkoming aangezien klagers loon is doorbetaald en aan hem een extra luchtmoment is aangeboden. 11/1710/GA Inzage in stukken/dossier; Ontvankelijkheid Klager heeft recht op inzage in het (van zijn penitentiair dossier deel uitmakende) selectieadvies. Voor kopieën van het penitentiair dossier kan blz februari 2012 materieel; Tegemoetkoming financieel een vergoeding worden gevraagd. Beklag alsnog ontvankelijk en gegrond. Tegemoetkoming 10,=. 3

4 Cameratoezicht; Noodzaak van voortzetting cameraobservatie blz /2153/GA Tegemoetkoming zal met argumenten en relevante feiten en financieel omstandigheden dienen te worden onderbouwd en aannemelijk gemaakt. In casu zijn bedoelde feiten en 26 januari 2012 omstandigheden niet aangevoerd. Beroep gegrond. Tegemoetkoming 120,= 11/2253/GA Bezoek; Ontvankelijkheid Weigering toelating persoon tot gedetineerde vormt inperking van een aan de gedetineerde toekomend blz januari 2012 materieel recht, waartegen beklag mogelijk is. Klager kan derhalve in beklag worden ontvangen. Bezoeker was in bezit van drugs. Beklag ongegrond. 11/2757/GA Cameratoezicht; Voorwerpen op cel Grond voor het opleggen van cameratoezicht is onvoldoende feitelijk en niet van enige nadere blz januari 2012 ; Tegemoetkoming financieel argumentatie voorzien. Geen aanwijzingen voor suïcidegevaar. Daarnaast kent cameratoezicht verkeerde wettelijke grondslag, nu klager niet in afzondering verbleef maar in een individueel regime. Beslissing om televisietoestel en koffiezetapparaat uit verblijfsruimte te verwijderen is onredelijk en onbillijk nu dit niet uit beperkingen kon worden afgeleid en evenmin gebleken dat klagers veiligheid in het geding zou zijn. Beklag alsnog volledig gegrond, tegemoetkoming in totaal 45,= 11/3431/GA Urineonderzoek; Ontvankelijkheid Er bestaat een wettelijke verplichting om klager te informeren over een urinecontrole, maar deze gaat blz januari 2012 materieel niet zover dat een urinecontrole steeds een avond van tevoren moet worden aangekondigd. Gesteld noch gebleken dat klager omtrent wijze waarop urinecontroles worden afgenomen onvoldoende is geïnformeerd. Voorts mocht klager, toen hij niet direct urine kon afstaan, worden afgezonderd. Beroep van klager gegrond, beklag alsnog ontvankelijk maar ongegrond. 4

5 Urineonderzoek; Niet aannemelijk dat klager is uitgelegd dat hij blz /2608/GA Disciplinaire straffen volgende dag zelf moest bellen om urine af te aanleiding geven. Die regel staat niet in afdeling/huisregels. Gelet op consequenties voor gedetineerden 20 januari 2012 is het verantwoordelijkheid van de inrichting om gedetineerde op de hoogte te stellen van procedure voor afgifte urine. Beroep directeur tegen gegrondverklaring beklag en hoogte tegemoetkoming ongegrond. 11/2285/GA Verlof planmatig Uitgangspunt van directeur dat verlof tijdens intramurale fase ISD-maatregel pas mogelijk is na blz januari 2012 zes maanden kent geen basis in de regeling. Beroep directeur ongegrond. 11/4380/GB Tegemoetkoming financieel; Plaatsing/ overplaatsing eerste Selectiefunctionaris is ongemotiveerd voorbijgegaan aan voorstel van locatie Wolvenplein om klager daar te laten verblijven tot afronding TR-traject. blz februari 2012 plaatsing gevangenis Er is derhalve sprake van een motiveringsgebrek. Voorts is van belang dat klagers raadsman er terecht over heeft geklaagd dat hem de relevante stukken niet ter beschikking zijn gesteld. Beroep gegrond. Tegemoetkoming /342/GB 10 februari 2012 Plaatsing/ overplaatsing eerste plaatsing gevangenis Zelfmelder. Omdat aannemelijk is dat Minister zal blz. 20 mededelen dat gratieverzoek opschortende werking heeft en klager zwaarwegende belangen heeft aangevoerd die tot uitstel van tenuitvoerlegging van straf nopen, is het beroep gegrond. Beroepscommissie bepaalt dat klager uitstel krijgt van meldplicht tot over opschortende werking van gratieverzoek is beslist. 5

6 Plaatsing/ Aannemelijk dat klager bij ontvluchting blz /2317/GB overplaatsing EBI onaanvaardbaar maatschappelijk risico zou vormen. Bij GRIP bekende informatie is door landelijk officier van justitie getoetst en als actueel, betrouwbaar 1 februari 2012 en concreet aangemerkt. Dat gegeven krijgt - op dit moment - doorslaggevende betekenis. Beroep ongegrond. 11/3496/GB en 11/3497/GB Plaatsing/ overplaatsing extern gelijk regime gelijk beveiligingsniveau Nu directeur Detentiecentrum heeft beslist tot klagers overplaatsing naar h.v.b. op 8 september 2011 en geen sprake was van beslissing van selectiefunctionaris is bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk verklaard. blz januari 2012 niet EBI of longstay Beslissing van selectiefunctionaris van 16 september 2011 strekkende tot dezelfde overplaatsing is niet in strijd met de wet noch onredelijk of onbillijk. In specifieke gevallen kunnen vreemdelingen worden ondergebracht in een regulier h.v.b. Klager heeft die overplaatsing door eigen gedrag over zich afgeroepen. Beroepen ongegrond. Geen vergoeding van gemaakte proceskosten, nu wet, daargelaten dat beroepen ongegrond zijn verklaard, daarin niet voorziet. 11/3715/GB 17 januari 2012 Plaatsing/ overplaatsing extern gelijk regime gelijk beveiligingsniveau niet EBI of longstay Uitgangspunt van arrondissementale plaatsing niet blz. 23 leidend voor gedetineerden met strafrestant van meer dan vier maanden, zoals klager. Dit argument alleen van selectiefunctionaris kan zijn beslissing om klager niet over te plaatsen naar gevangenis van zijn keuze niet dragen. Niet valt in te zien waarom klager bij toepassing van beginsel van arrondissementale plaatsing wel in Lelystad geplaatst zou mogen worden, maar niet in Alphen aan den Rijn. Bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. Beroep gegrond. 12/0046/GB Plaatsing/ overplaatsing eerste plaatsing gevangenis Zelfmelder. Het door klager ingediende gratieverzoek heeft geen opschortende werking. Bevoegdheid tot het desondanks opschorten van tenuitvoerlegging blz januari 2012 van gevangenisstraf in afwachting van beslissing op gratieverzoek ligt bij Minister van Veiligheid en Justitie. Klager heeft geen bijzondere feiten of omstandigheden aangevoerd die er toe zouden moeten leiden dat zijn verzoek om uitstel toegewezen had moeten worden. Beroep ongegrond. 6

7 Medische verzorging Eerder gevraagde machtiging voor bril is voorlopig blz /2824/GM behandeling; niet verleend wegens ontbreken resultaten van Ministeriele machtiging; oogonderzoek. Inrichtingsarts heeft nagelaten resultaten van verricht oogonderzoek in een nieuwe 21 februari 2012 Tegemoetkoming aanvraag door te geven, teneinde de Medisch financieel Adviseur in staat te stellen te beoordelen of klager in aanmerking moet komen voor een bril. Beroep gegrond. Tegemoetkoming 100,=. 11/1836/TA Activiteiten Verblijf in luchtruimte met open bovenkant in beginsel verblijf in buitenlucht. EPR zijn internationale aanbevelingen en kunnen niet leiden blz februari 2012 tot onverbindendheid van nationale regels. Door Beroepscommissie waargenomen dat in luchtruimte daadwerkelijk contact met open lucht wordt ervaren. Beroep hoofd inrichting gegrond, beklag alsnog ongegrond. 11/3029/TR, 11/3170/TR en 11/3343/TR Plaatsing/ overplaatsing Fokkens Geen aanspraak op toepassing oude Fokkensregeling, want eenderde datum na 4 oktober Beroep in zoverre ongegrond. Bepalen wachtlijstdatum na tweederde datum is in strijd met de wet. Beroep in zoverre gegrond, vernietiging van die beslissing. blz februari

8 8

9 11/2979/GA 21 februari 2012 Vegter, mr. P.C. Rutten, mr. M.A.G. Fiselier, dr. J.P.S. Dwarka, mr. S.S. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij Unit 5 p.i. Vught (extra beveiligde inrichting Zorgplicht wijze van betrachten Pbw art. 60 Klager is op de luchtplaats (in de EBI) aangevallen door een medegedetineerde. In casu is voldoende adequaat en actief opgetreden door of namens de directeur met inbegrip van de inzet van een medegedetineerde. De vraag of de dienstinstructie van de EBI in strijd is met het EVRM wordt buiten beschouwing gelaten. Beroep van klager ongegrond. De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard voor zover het betreft de beslissing om klager en medegedetineerde B. op dezelfde afdeling te plaatsen en deze tegelijkertijd met elkaar te laten luchten. Het beroep is kennelijk niet gericht tegen dat onderdeel van de beslissing op het beklag. Uit de memo inzake de evaluatie van het onderhavige incident van 9 december 2011 komt het volgende naar voren. Op 27 mei 2011 om uur bevinden klager en gedetineerde B. zich op de luchtplaats. Zij zijn in gesprek. Omdat het de eerste keer is dat klager en gedetineerde B. fysiek contact hebben, observeert personeelslid R. de gebeurtenissen onafgebroken. Personeelslid R. roept vervolgens dat er gevochten wordt. Om uur wordt alarm geslagen. De looplijn naar de luchtlijn gaat open en personeelslid R. roept naar gedetineerde B. dat hij moet stoppen. Ook klager roept stoppen terwijl hij afwerend achteruit loopt. Personeelslid F. is ook de luchtlijn opgelopen en probeert aandacht te krijgen van gedetineerde B. Om uur wordt gedetineerde Q. op de luchtplaats toegelaten. Zonder geweld te gebruiken slaat hij zijn armen om de borst van gedetineerde B. Klager krijgt de opdracht om de luchtplaats te verlaten. Om uur verlaat klager de luchtplaats. Om uur verlaat gedetineerde Q. de luchtplaats. Om uur wordt het alarm beëindigd. Aan de medische dienst is opdracht gegeven om klager te bezoeken. Om uur verlaat gedetineerde B. de luchtplaats. Om uur heeft het personeel klager bezocht naar aanleiding van dit incident. De gang van zaken zoals deze blijkt uit de memo is door of namens klager niet betwist. Anders dan klager meent is in het kader van het incident sprake geweest van optreden door personeel van de inrichting. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen: 1. er is onmiddellijk alarm geslagen; 2. gedetineerde B. is onmiddellijk door verschillende personeelsleden luidkeels op zijn gedrag aangesproken; 3. na de inschatting dat dit de-escalerend zal werken, is gedetineerde Q. na ongeveer twee minuten na aanvang van het incident toegelaten tot de luchtplaats; 4. door ingrijpen van gedetineerde Q. is het fysieke geweld jegens klager gestopt (nadat gedetineerde Q. tot de luchtplaats is toegelaten). Het vorenstaande merkt de Beroepscommissie in dit 9

10 geval aan als voldoende adequaat en actief optreden door of namens de directeur met inbegrip van de inzet van een medegedetineerde. In de dienstinstructie staat in onderdeel M.2 Adviesprocedures Unit 5 bij diverse calamiteiten het volgende: hieronder staan een aantal mogelijke calamiteiten en het beleid hoe te reageren. Er kunnen zich calamiteiten voordoen welke niet beschreven of te beschrijven zijn. In die situaties dient men zich het onderstaande goed te realiseren: -- Uw eigen veiligheid en die van het personeel op de eerste plaats staat. -- Het beleid is om in deze gevallen geen personen (gedetineerden en/of personeelsleden) toe te voegen aan de calamiteit (dit i.v.m. mogelijkheid op een gijzeling). -- Personeel andere interventiemogelijkheden moet onderzoeken (bijvoorbeeld door contact te maken via de intercom). -- U professioneel en verantwoord dient te handelen. Naar de Beroepscommissie begrijpt is namens klager verzocht om toetsing van de dienstinstructie omdat deze slechts zo valt te lezen dat bij een ernstig incident als het onderhavige het personeel zich dient te onthouden van ingrijpen. Nu de dienstinstructie zich niet richt tot gedetineerden, maar tot personeel en bovendien voorschriften van algemene aard bevat, leent deze zich minder goed voor toetsing in de beklagprocedure. De dienstinstructie wordt binnen de inrichting gezien, zoals de directeur ook heeft beoogd aan te geven, als een richtlijn waarvan kan worden afgeweken. In de dienstinstructie zelf staat ook dat een adviesprocedure Unit 5 bij diverse calamiteiten is beschreven. Derhalve is anders dan namens klager naar voren is gebracht de dienstinstructie niet enkel zo te lezen dat het personeel zich van ingrijpen heeft te onthouden en dat is in het onderhavige geval ook niet gebeurd. De vraag of de dienstinstructie in strijd is met de Artikelen 2 en 3 van het EVRM kan hier dan ook verder buiten beschouwing blijven. Afdoende is gebleken dat in het onderhavige geval sprake is geweest van optreden vanwege de directeur. De fysieke gevolgen voor klager zijn beperkt geweest. Klager moet worden toegegeven dat het incident ook anders had kunnen aflopen, maar dat maakt de beoordeling niet anders. De Beroepscommissie beslist dan ook als volgt. 11/2122/GA 13 februari 2012 Pol, mr. U. van de Bunt, prof.dr. H.G. van de Burke, U.P. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Vught Vermissing; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 45, 60 Nu in p.i. Grave voor ontvangst van de goederen is getekend, had beklagrechter van p.i. Vught beklag moeten doorzenden. Uitspraak van beklagrechter wordt daarom vernietigd en Beroepscommissie doet beklag - als zijnde gericht tegen directeur van p.i. Grave - zelf af. Goederen zijn buiten aanwezigheid van klager ingepakt en hij is bij aankomst van goederen in p.i. Grave niet in de gelegenheid gesteld inhoud van de dozen te controleren. Directeur van p.i. Grave wordt verantwoordelijk gehouden voor vermissing. Beklag gegrond, tegemoetkoming 100,=. 10

11 Bij het vervoer van goederen bij een overplaatsing naar een andere inrichting is de directeur van de zendende inrichting verantwoordelijk voor die goederen tot het moment dat door de ontvangende inrichting voor ontvangst is getekend. Vast staat dat goederen van klager vanuit de p.i. Vught bij DV&O zijn aangeboden voor vervoer naar de p.i. Grave. Uit de nader opgevraagde inlichtingen van de directeur van de p.i. Grave komt naar voren dat de door de p.i. Vught verzonden goederen in Grave zijn ontvangen en dat daar voor ontvangst daarvan is getekend. Gelet daarop kan de bestreden uitspraak van de beklagrechter niet in stand blijven. De beklagcommissie had het klaagschrift moeten doorzenden naar de beklagcommissie bij de p.i. Grave, waar voor ontvangst van de goederen was getekend. Nu dat niet is gebeurd zou de Beroepscommissie dit alsnog kunnen doen. De Beroepscommissie zal evenwel, gelet op de inmiddels verstreken tijd tussen het indienen van het klaagschrift en de behandeling daarvan door de Beroepscommissie, het beklag zelf afdoen en verstaan als zijnde gericht tegen een beslissing van de directeur van de p.i. Grave. De omstandigheid dat de directeur van de p.i. Vught heeft aangegeven zich, indien de Beroepscommissie de vermissing aan de directeur van de p.i. Vught aanrekent, niet aan haar verantwoordelijkheid daarvoor te willen onttrekken, maakt dit niet anders. Met betrekking tot de gestelde vermissing van klagers goederen staat vast dat klagers verblijfsruimte op 18 april 2011 is ontruimd door twee personeelsleden, die daarvan een ontruimingsverslag hebben gemaakt dat door hen beiden is ondertekend. De goederen zijn vervolgens bij DV&O ter verzending aangeboden in drie dozen. Uit de bijbehorende vrachtbrief kan worden opgemaakt dat die dozen op 18 april door de chauffeur van DV&O in ontvangst zijn genomen en dat voor de ontvangst daarvan door een medewerker van de p.i. Grave is getekend op een onbekend moment. Nu verzoeker bij de aankomst van de goederen in de p.i. Grave niet in de gelegenheid is gesteld om direct de inhoud van de dozen die waren verzonden door de p.i. Vught te controleren, moet de verantwoordelijkheid voor de vermissing van een aantal goederen zo daar sprake van is worden toegerekend aan de directeur van de p.i. Grave. Dit geldt met name nu de goederen buiten aanwezigheid van klager in Vught zijn ingepakt. De Beroepscommissie acht, gelet op het ontruimingsverslag en de nadere verklaring van de directeur voldoende aannemelijk geworden dat een aantal aan klager toebehorende goederen bij gelegenheid van het vervoer van de p.i. Vught naar de p.i. Grave in het ongerede zijn geraakt. Met name acht de Beroepscommissie aannemelijk dat twee trainingsbroeken, een computerspel en aankopen uit de inrichtingswinkel vermist worden. Klager heeft weliswaar aangegeven dat hij ook sportschoenen zou missen, maar die zijn niet in klagers cel aangetroffen bij de celontruiming. Voor de vermissing daarvan kan de directeur niet aansprakelijk worden gehouden. Gelet daarop dient het beklag gegrond te worden verklaard. Hetgeen door klager tegenover medewerkers van de p.i. Grave is gemeld over een mogelijk kwijt maken van goederen in de p.i. Vught, maakt dit oordeel niet anders. De Beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan, gelet op de aard en geschatte waarde van de goederen die als vermist kunnen worden aangemerkt, vaststellen op 100,=. 11/3281/GA 10 februari 2012 Vegter, mr. P.C. 11

12 Wit, mr. J.A.M. de Fiselier, dr. J.P.S. Koster, mr. M.L. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de p.i. Hoogeveen Arbeid en werkzaamheden; Dagprogramma Pbw art. 47 lid 2, art. 20 lid 2 Arbeid is uitgevallen. Er is niet in een andere activiteit voorzien, maar klager is ingesloten op eigen cel. Uitgangspunt is dat gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat geen activiteiten plaatsvinden vrijelijk in de woon- en werkruimten kunnen bewegen. Beroep derhalve gegrond. Geen tegemoetkoming aangezien klagers loon is doorbetaald en aan hem een extra luchtmoment is aangeboden. Gelet op artikel 47, tweede lid, van de Pbw rust op de directeur een verplichting om gedetineerden die aan arbeid kunnen deelnemen ook arbeid aan te bieden. Het incidenteel uitvallen van de arbeid, zoals naar het oordeel van de Beroepscommissie hier aan de orde, levert nog geen schending van die verplichting op. Klager verbleef ten tijde van de klacht op een afdeling waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Ingevolge artikel 20, eerste lid, van de Pbw verblijven gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap tezamen in woon- en werkruimten of nemen gezamenlijk deel aan activiteiten. Op grond van artikel 20, tweede lid, van de Pbw kunnen gedetineerden worden verplicht zich gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen in hun verblijfsruimte op te houden. In de reactie op het klaagschrift van 30 september 2011 geeft de directeur aan dat indien de arbeid wegens onvoorziene omstandigheden geen doorgang kan vinden de gedetineerden de voor arbeid bestemde uren op de cel verblijven. Uitgangspunt dient te zijn dat gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verkeren, zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat er geen activiteiten zijn tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Nu de activiteit arbeid niet is doorgegaan en er op dat moment geen andere activiteit was voorzien, had de directeur de gedetineerden in de gelegenheid moeten stellen om zich vrijelijk in de woon- en werkruimten te bewegen. Gelet op het vorenstaande zal de Beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De Beroepscommissie acht geen termen aanwezig om een tegemoetkoming toe te kennen. Het loon is doorbetaald en aan het ondervonden ongemak is voldoende tegemoet gekomen door de toekenning van een extra luchtmoment. 11/1710/GA 6 februari 2012 Vegter, mr. P.C. Burke, U.P. Schudel, prof.dr. W.J. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de locatie Sittard Inzage in stukken/dossier; Ontvankelijkheid 12

13 materieel; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 60; Pm art. 36 en 37; Wbp art. 33 t/m 32 Klager heeft recht op inzage in het (van zijn penitentiair dossier deel uitmakende) selectieadvies. Voor kopieën van het penitentiair dossier kan een vergoeding worden gevraagd. Beklag alsnog ontvankelijk en gegrond. Tegemoetkoming 10,=. Het beklag is gericht tegen de weigering van een medewerker van het bureau selectie- en detentiebegeleiding (b.s.d.) om aan klager een kopie van een door de b.s.d. opgemaakt selectieadvies te verstrekken. Een dergelijke weigering is een beslissing namens de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De Artikelen 36 en 37 van de Penitentiaire maatregel (Pm) houden in dat het penitentiair dossier bestaat uit een overzicht van de periodes en inrichtingen van verblijf, selectie- en plaatsingsvoorstellen, registratiekaarten, de eindrapportage bij invrijheidstelling dan wel de eindrapportage van het penitentiair programma, andere belangrijke justitiële documenten waaronder het extract van het vonnis, formulieren betreffende verlof, machtigingen tot plaatsing en overplaatsing en deelname aan een penitentiair programma, gratieverzoeken en daarop genomen beslissingen, verzoeken om strafonderbrekingen en daarop genomen beslissingen, mededelingen omtrent vervroegde invrijheidstelling, uitslagen van urinecontroles, kopieën van strafrapporten, meldingen van bijzondere voorvallen en interne meldingen, documenten betreffende beklag- en beroepszaken, kopieën van correspondentie van de inrichting over de gedetineerde, kopie van het intakeformulier per inrichting en Samenvattingen van periodieke besprekingen over de gedetineerde in inrichtingsoverleggen. Op het penitentiair dossier, waarin sprake is van al dan niet geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die in een bestand zijn opgenomen dan wel bestemd zijn om daarin opgenomen te worden, zijn de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp, Stb. 302) van toepassing. De Artikelen 33 tot en met 42 van de Wbp regelen de informatieverstrekking aan en de rechten van de betrokkene in verband met deze gegevens. Een selectieadvies wordt opgemaakt ten behoeve van een beslissing door de selectiefunctionaris. Als het advies verstrekt is aan de selectiefunctionaris is het daarmee een selectieadvies als bedoeld in artikel 36 van de Pbw en zijn daarmee de regels van de Artikelen 33 t/m 42 van de Wbp van toepassing. Voor de weigering van inzage in (een onderdeel van) klagers penitentiair dossier, geldt dat, gelet op het hiervoor overwogene ten aanzien van het recht als vermeld in de Artikelen 33 tot en met 42 van de Wbp, het beklag gegrond is. Klager heeft recht op inzage in zijn selectieadvies. Voor zover klager beoogt tevens een beslissing te bewerkstelligen over de weigering tot verstrekking van kopieën van het penitentiair dossier, geldt nog het volgende. Ingevolge artikel 39 juncto artikel 35 van de Wbp kan voor het verstrekken van dergelijke kopieën een vergoeding worden gevraagd, hetgeen nader is uitgewerkt in artikel 2 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp. De Beroepscommissie kan zich daarom niet verenigen met de uitspraak van de beklagcommissie. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de bestreden uitspraak zal worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag, welk beklag alsnog gegrond zal worden verklaard. Voor zover klager heeft gesteld dat op alle afzonderlijke klachten over die weigering tot inzage dient te worden beslist, gaat de Beroepscommissie daaraan voorbij omdat klager daarbij geen belang heeft nu vastgesteld is dat hij recht op inzage in het selectieadvies heeft. 13

14 Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, acht de Beroepscommissie termen aanwezig voor de toekenning van een financiële tegemoetkoming. Zij zal de hoogte daarvan vaststellen op 10,=. 11/2153/GA 26 januari 2012 Wit, mr. J.A.M. de Boelens, drs. R.K. Woensel, mr. J.M.M. van Kokee, R. (secr.) Cameratoezicht; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 34a Noodzaak van voortzetting cameraobservatie zal met argumenten en relevante feiten en omstandigheden dienen te worden onderbouwd en aannemelijk gemaakt. In casu zijn bedoelde feiten en omstandigheden niet aangevoerd. Beroep gegrond. Tegemoetkoming 120,= Op de in artikel 34a van de Pbw genoemde gronden kan de directeur bepalen dat de gedetineerde dag en nacht door middel van een camera wordt geobserveerd. Op grond van het derde lid van voornoemd artikel duurt de cameraobservatie ten hoogte twee weken en kan deze telkens voor ten hoogste twee weken worden verlengd, indien de directeur tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak daartoe nog bestaat. De beslissing tot verlenging wordt genomen na overleg met de inrichtingsarts of een gedragsdeskundige. In haar beslissing van 21 november 2011 met nummer 11/1688/GA heeft de Beroepscommissie het beroep van klager gericht tegen het opleggen van cameraobservatie over de periode van 23 maart tot 6 april 2011 en van 20 april tot 4 mei 2011 ongegrond verklaard. Omtrent de duur van de cameraobservatie heeft zij overwogen dat naarmate de maatregel (en daarmee de inbreuk op de privacy) langer gaat duren, bij de benodigde belangenafweging de belangen van de gedetineerde zwaarder gaan wegen. De noodzaak tot voortzetting van de maatregel zal dan ook met argumenten en relevante feiten en omstandigheden dienen te worden onderbouwd en aannemelijk gemaakt. De Beroepscommissie constateert dat bij de laatste verlengingsbeslissingen bedoelde feiten en omstandigheden niet zijn aangevoerd. Weliswaar heeft klager eerder bepaalde uitlatingen gedaan, waaruit gevreesd zou moeten worden dat hij zichzelf iets zou aandoen. Gesteld noch gebleken is, dat klager deze uitlatingen nadien heeft herhaald. Ook anderszins is niet aannemelijk geworden, dat een voortzetting van de cameraobservatie noodzakelijk is. De Beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat enig document of rapport van de medische dienst of een gedragsdeskundige, waaruit de noodzaak voor verlenging zou kunnen blijken, ontbreekt. Mitsdien is het beroep gegrond. De Beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissingen niet meer ongedaan te maken zijn, acht de Beroepscommissie een tegemoetkoming aangewezen. Zij stelt deze vast op 120,=. 11/2253/GA 24 januari

15 Wit, mr. J.A.M. de Boelens, drs. R.K. Woensel, mr. A.M. van Kokee, R. (secr.) Bezoek; Ontvankelijkheid materieel M. op grond van artikel 38, derde lid, van de Pbw de toelating tot klager als bezoeker voor een periode van drie maanden te ontzeggen. De Beroepscommissie is van oordeel dat een dergelijke beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beklag zal derhalve alsnog ongegrond worden verklaard. Pbw art. 38 Weigering toelating persoon tot gedetineerde vormt inperking van een aan de gedetineerde toekomend recht, waartegen beklag mogelijk is. Klager kan derhalve in beklag worden ontvangen. Bezoeker was in bezit van drugs. Beklag ongegrond. Op grond van het bepaalde in artikel 38 van de Pbw heeft een gedetineerde het recht gedurende ten minste één uur per week bezoek te ontvangen. Lid 3 van dit artikel bepaalt dat de directeur de toelating tot de gedetineerde van een bepaald persoon kan weigeren, indien dit noodzakelijk is onder meer met het oog op de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. Met de weigering een bepaald persoon toe te laten tot de gedetineerde beperkt de directeur de kring van personen die het bezoekrecht van de gedetineerde inhoud kunnen geven. Deze beperking vormt dan ook een inbreuk op de vrijheid van de gedetineerde te bepalen met wie hij contacten wenst te onderhouden. Dit betekent dat de beslissing van de directeur een bezoeker de toegang tot de gedetineerde te weigeren, moet worden opgevat als een inperking van een aan de gedetineerde toekomend recht, waartegen beklag mogelijk is. Klager kan derhalve in zijn klacht worden ontvangen. De bezoeker van klager, de heer M., was na een bezoek aan klager op 14 mei 2011 in het bezit van drugs, waarna de directeur heeft besloten de heer 11/2757/GA 23 januari 2012 Bleichrodt, mr. C.J.G. Burke, U.P. Rutten, mr. M.A.G. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij dep.i. Hoogeveen Cameratoezicht; Voorwerpen op cel ; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 24a en 44 Grond voor het opleggen van cameratoezicht is onvoldoende feitelijk en niet van enige nadere argumentatie voorzien. Geen aanwijzingen voor suïcidegevaar. Daarnaast kent cameratoezicht verkeerde wettelijke grondslag, nu klager niet in afzondering verbleef maar in een individueel regime. Beslissing om televisietoestel en koffiezetapparaat uit verblijfsruimte te verwijderen is onredelijk en onbillijk nu dit niet uit beperkingen kon worden afgeleid en evenmin gebleken dat klagers veiligheid in het geding zou zijn. Beklag alsnog volledig 15

16 gegrond, tegemoetkoming in totaal 45,= De Beroepscommissie overweegt: Ten aanzien van onderdeel a van het beklag. Hoewel het op zichzelf begrijpelijk is dat er voor de directeur, toen klager in Hoogeveen binnenkwam, aanleiding bestond om aan hem toezichtmaatregelen op te leggen, klager kwam immers vanuit een inrichting waar hem ingrijpende ordemaatregelen waren opgelegd, had de beslissing om cameratoezicht toe te passen dienen te worden onderbouwd met gronden die deze beslissing kunnen dragen. De door de directeur vermelde grond - het waarborgen van de eigen veiligheid van klager - is onvoldoende feitelijk en niet van enige nadere argumentatie voorzien, zodat deze daartoe niet kon dienen. Dat geldt temeer nu de directeur ter zitting van de Beroepscommissie heeft aangegeven dat er geen aanwijzingen voor suïcidegevaar aanwezig waren. Daarnaast geldt nog dat het onderhavige cameratoezicht niet in het kader van een ordemaatregel op basis van artikel 24a van de Pbw kon en had mogen worden opgelegd maar, als daarvoor voldoende redenen zouden kunnen worden aangevoerd, zijn grondslag had moeten vinden in artikel 34a van de Pbw. Klager verbleef immers niet in afzondering maar in een individueel regime. Ook dit levert een reden op om het beklag gegrond te verklaren. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien maakt dat het beklag ten aanzien van onderdeel a gegrond is. Ten aanzien van onderdeel b van het beklag. Bij beslissing van 26 maart 2011 zijn bij klager de televisie en het koffiezetapparaat uit de verblijfsruimte verwijderd. Ten aanzien van de televisie geldt dat daarvoor - de aan klager door de officier van justitie opgelegde beperkingen strekten zich daartoe niet uit - geen grond bestond, hetgeen door de directeur niet is weersproken. De beslissing om het televisietoestel van klagers cel te verwijderen moet daarom - bij afweging van alle in aanmerking komende belangen - als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Met de beklagcommissie is de Beroepscommissie van oordeel dat het beklag in zoverre gegrond is. Met betrekking tot de verwijdering van het koffiezetapparaat geldt eveneens dat niet aannemelijk is geworden dat klagers veiligheid die verwijdering vereiste. De directeur heeft immers aangegeven dat suïcidegevaar bij klager niet aannemelijk was. Daarom moet ook dit onderdeel van de beslissing van de directeur - bij afweging van alle in aanmerking komende belangen - als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Ook dit onderdeel van het beklag is daarom gegrond. De Beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan, met vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie om proceseconomische redenen, vaststellen op 25,= voor wat betreft onderdeel a van het beklag en op 20,= voor wat betreft de beide klachten vervat in onderdeel b van het beklag. 11/3431/GA 23 januari 2012 Vegter, mr. P.C. Wit, mr. J.A.M. de Fiselier, dr. J.P.S. Koster, mr. M.L. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de locatie De Boschpoort Breda Urineonderzoek; Ontvankelijkheid materieel Pbw art. 60 lid 1; Regeling Urinecontrole Penitentiaire 16

17 Inrichtingen art. 3 lid 2 Er bestaat een wettelijke verplichting om klager te informeren over een urinecontrole, maar deze gaat niet zover dat een urinecontrole steeds een avond van tevoren moet worden aangekondigd. Gesteld noch gebleken dat klager omtrent wijze waarop urinecontroles worden afgenomen onvoldoende is geïnformeerd. Voorts mocht klager, toen hij niet direct urine kon afstaan, worden afgezonderd. Beroep van klager gegrond, beklag alsnog ontvankelijk maar ongegrond. De klacht betreft de opdracht aan klager zich te onderwerpen aan de vier wekelijkse urinecontrole. Dit betreft een jegens klager genomen beslissing van of namens de directeur en is derhalve beklagwaardig op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Naar het oordeel van de Beroepscommissie kan in het kader van het beklag tegen een beslissing eveneens worden geklaagd over de wijze van uitvoering van die beslissing. De uitspraak van de beklagcommissie zal dan ook worden vernietigd en klager zal alsnog worden ontvangen in zijn beklag. Gelet op de inlichtingen van de directeur worden naast de vier wekelijkse urinecontroles in de inrichting eveneens onverwacht urinecontroles gehouden. Vanuit een oogpunt van doelmatigheid is het vaste regel in de inrichting dat de vier wekelijkse urinecontroles de avond tevoren worden aangekondigd. Dat bevordert een voorspoedig verloop ervan. In het onderhavige geval betreft het een vier wekelijkse controle en staat vast dat deze niet de avond tevoren is aangekondigd. Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Regeling Urinecontrole Penitentiaire Inrichtingen wordt alvorens de urine wordt afgenomen de reden van de urinecontrole aan de gedetineerde medegedeeld en wordt de gedetineerde uitleg gegeven over de te volgen procedure. Ingevolge het vierde lid van dat artikel wordt de gedetineerde, die niet direct tot afgifte van de urine in staat is, gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid gesteld onder direct visueel toezicht urine af te staan. Er bestaat dus een wettelijke verplichting om klager te informeren over een urinecontrole, maar deze gaat niet zover dat een urinecontrole steeds een avond van tevoren moet worden aangekondigd. Dat het gebruikelijk was om dit wel te doen, doet daaraan niet af. Die aankondiging een avond tevoren dient namelijk slechts de doelmatigheid en heeft geen nadere informatieve betekenis. Gesteld noch gebleken is dat klager omtrent de wijze waarop de urinecontroles worden afgenomen onvoldoende is geïnformeerd. Voorts mocht klager, toen hij niet direct urine kon afstaan, vier uur worden afgezonderd. Het beklag zal derhalve alsnog ongegrond worden verklaard. 11/2608/GA 20 januari 2012 Bauduin, mr. F.G. Brand, J.G.A. van den Moerings, prof.dr.mr. L.M. Gemert, mr. H.S. van (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zwaag Urineonderzoek; Disciplinaire straffen aanleiding Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen art. 3 Niet aannemelijk dat klager is uitgelegd dat hij volgende dag zelf moest bellen om urine af te 17

18 geven. Die regel staat niet in afdeling/huisregels. Gelet op consequenties voor gedetineerden is het verantwoordelijkheid van de inrichting om gedetineerde op de hoogte te stellen van procedure voor afgifte urine. Beroep directeur tegen gegrondverklaring beklag en hoogte tegemoetkoming ongegrond. Uit artikel 3, tweede en vierde lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) volgt dat alvorens een urinecontrole wordt afgenomen de reden van de urinecontrole aan klager wordt medegedeeld en de gedetineerde uitleg wordt gegeven over de te volgen procedure. Indien de gedetineerde niet direct tot afgifte van urine in staat is, wordt hij gedurende een periode van vier uur alsnog in de gelegenheid gesteld om onder direct visueel toezicht urine af te staan. Door klager is erkend dat hem de dag tevoren is aangezegd dat de volgende dag een urinecontrole zou plaatsvinden. De Beroepscommissie acht echter niet aannemelijk geworden dat klager, die voor het eerst in detentie verblijft, is uitgelegd dat hij de volgende dag zelf moest bellen om urine af te geven. Een dergelijke regel valt ook niet uit de afdelingsregels of de huisregels af te leiden. Gelet op de consequenties die het zich niet houden aan de voorgeschreven procedure voor gedetineerden kan hebben, is de Beroepscommissie van oordeel dat het de verantwoordelijkheid van de inrichting is om de gedetineerde duidelijk op de hoogte te stellen van de te volgen procedure. Voorts acht zij het van belang dat de aanvang van de in artikel 3, vierde lid, van de Regeling vermelde periode van vier uur niet aan de gedetineerde wordt overgelaten, maar dat het personeel aan de gedetineerde duidelijk maakt vanaf welk moment de gedetineerde de gelegenheid heeft om alsnog onder direct visueel toezicht urine af te staan. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve naar het oordeel van de Beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. De door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming komt overeen met het standaardbedrag van 10,= per dag dat volgens vaste jurisprudentie van de Beroepscommissie wordt toegekend wegens onterechte opsluiting in een strafcel. 11/2285/GA 19 januari 2012 Wit, mr. J.A.M. de Boelens, drs. R.K. Woensel, mr. J.M.M. van Kokee, R. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de p.i. Hoogeveen Verlof planmatig Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting art. 20c Uitgangspunt van directeur dat verlof tijdens intramurale fase ISD-maatregel pas mogelijk is na zes maanden kent geen basis in de regeling. Beroep directeur ongegrond. Op grond van art. 20c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan de directeur aan een gedetineerde ten aanzien van wie de 18

19 tenuitvoerlegging van de intramurale fase van de ISD-maatregel plaatsvindt, verlof toekennen. Voormelde bepaling bevat niet de restrictie dat verlof eerst mogelijk is nadat de tenuitvoerlegging van de intramurale fase zes maanden heeft geduurd. Voor zover deze regeling is gestoeld op staand beleid, stelt de Beroepscommissie vast dat deze beleidslijn niet nader door de directeur is onderbouwd en gelet op het bepaalde van art. 20c van voormelde regeling niet zover kan strekken dat eerdere verlofverlening onder alle omstandigheden is uitgesloten. Niet de termijn van zes maanden, maar de omstandigheid dat de intramurale fase van de ISD-maatregel aanvangt, is immers bepalend. Mitsdien zal het beroep van de directeur ongegrond worden verklaard. 11/4380/GB 17 februari 2012 Bartelds, mr. J.I.M.W. Fiselier, dr. J.P.S. Moerings, prof.dr.mr. L.M. Karels, L.A.M. (secr.) Tegemoetkoming financieel; Plaatsing/overplaatsing eerste plaatsing gevangenis Pbw art. 17 Selectiefunctionaris is ongemotiveerd voorbijgegaan aan voorstel van locatie Wolvenplein om klager daar te laten verblijven tot afronding TR-traject. Er is derhalve sprake van een motiveringsgebrek. Voorts is van belang dat klagers raadsman er terecht over heeft geklaagd dat hem de relevante stukken niet ter beschikking zijn gesteld. Beroep gegrond. Tegemoetkoming Nu klager inmiddels is overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge, is het belang aan zijn beroep komen te ontvallen. In beginsel zou dit een aanleiding kunnen zijn klager nietontvankelijk te verklaren in zijn beroep. Nu in beroep evenwel uitdrukkelijk is verzocht om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de Beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen Klager heeft bezwaar en beroep ingesteld tegen de beslissing hem te plaatsen in de p.i. Nieuwegein, omdat hij wilde starten met detentiefasering. Allereerst is van belang dat de selectiefunctionaris ongemotiveerd voorbij is gegaan aan het voorstel van de locatie Wolvenplein om klager, gelet op de onderbezetting van het TR-personeel in de p.i. Nieuwegein, in het h.v.b. van de locatie Wolvenplein te laten verblijven totdat klagers TR-traject is afgerond. Gelet op het vorenstaande is de Beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Voorts is van belang dat klagers raadsman terecht erover heeft geklaagd dat hem de relevante stukken niet ter beschikking zijn gesteld. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard. Aangezien klager inmiddels is overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge zal de Beroepscommissie volstaan met een vernietiging van de bestreden beslissing. De Beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van de hierna te vermelden tegemoetkoming, nu aannemelijk is dat klagers detentiefasering als gevolg van de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris vertraging heeft opgelopen en klager daardoor nadeel heeft ondervonden. 19

20 12/342/GB 10 februari 2012 Bartelds, mr. J.I.M.W. Fiselier, dr. J.P.S. Moerings, prof.dr.mr. L.M. Karels, L.A.M. (secr.) Plaatsing/overplaatsing eerste plaatsing gevangenis Pbw art. 17; Wetboek van Strafvordering art. 558a e.v.; Besluit aanvang tenuitvoerlegging straffen en maatregelen Zelfmelder. Omdat aannemelijk is dat Minister zal mededelen dat gratieverzoek opschortende werking heeft en klager zwaarwegende belangen heeft aangevoerd die tot uitstel van tenuitvoerlegging van straf nopen, is het beroep gegrond. Beroepscommissie bepaalt dat klager uitstel krijgt van meldplicht tot over opschortende werking van gratieverzoek is beslist De b.b.i. van de locatie Maashegge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau. belangen, niet in stand blijven. Op grond van de uit de stukken blijkende gegevens en de van toepassing zijnde regelgeving in de Artikelen 558a e.v. Wetboek van Strafvordering en het Besluit aanvang tenuitvoerlegging straffen en maatregelen, is de Beroepscommissie van oordeel dat aannemelijk is dat de Minister van Veiligheid en Justitie zal mededelen dat het gratieverzoek opschortende werking heeft. Gelet hierop en gelet op het feit dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er zwaarwegende belangen zijn die tot uitstel van de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf nopen, zal de Beroepscommissie het beroep en het bezwaar gegrond verklaren, de beslissing van de selectiefunctionaris vernietigen en bepalen dat klager uitstel krijgt van zijn meldplicht tot het moment dat over de opschortende werking van het gratieverzoek zal zijn beslist en die beslissing is medegedeeld aan het Openbaar Ministerie dat met de tenuitvoerlegging van klagers vrijheidsstraf is belast. Voor het toekennen van een tegemoetkoming acht de Beroepscommissie geen termen aanwezig. 11/2317/GB 1 februari 2012 Bartelds, mr. J.I.M.W. Rutten, mr. M.A.G. Fiselier, dr. J.P.S. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) 4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende Plaatsing/overplaatsing EBI Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden art. 6 en 26 20

21 Aannemelijk dat klager bij ontvluchting onaanvaardbaar maatschappelijk risico zou vormen. Bij GRIP bekende informatie is door landelijk officier van justitie getoetst en als actueel, betrouwbaar en concreet aangemerkt. Dat gegeven krijgt - op dit moment - doorslaggevende betekenis. Beroep ongegrond De EBI is aangewezen als h.v.b. en gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap, een individueel regime en een extra beveiligingsniveau Op grond van artikel 6 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in de extra beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die: a. een extreem vluchtrisico vormen en een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen in termen van recidivegevaar voor ernstige geweldsdelicten, of b. bij ontvluchting een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen, waarbij het vluchtrisico als zodanig hieraan ondergeschikt is Artikel 26 van voornoemde Regeling noemt de voorwaarden die in acht dienen te worden genomen bij de beslissing tot plaatsing in een EBI en de beslissing tot verlenging van het verblijf in een EBI elke zes maanden daarna De Beroepscommissie overweegt het volgende. Gelet op de inhoud en strekking van de door de OvJ van het landelijk parket getoetste en aan het meldpunt Grip verstrekte informatie en het gegeven dat klager voldoet aan het in artikel 6 sub b van de Regeling vermelde criterium, kon de selectiefunctionaris, bij afweging van alle betrokken belangen, in redelijkheid komen tot de beslissing klager te plaatsen in de EBI. Hierbij overweegt de Beroepscommissie het volgende. De Beroepscommissie neemt aan dat klager bij (in dit geval: een gewelddadige) ontvluchting een onaanvaardbaar maatschappelijk risico zou vormen. De delictachtergrond en de aan klager opgelegde straf spelen daarbij een belangrijke rol. Aan klager kan worden toegegeven dat de bewuste ten nadele van hem strekkende informatie weinig mogelijkheden biedt om concreet verweer te voeren. De aard en strekking van de regelgeving aangaande bij het meldpunt Grip aangeleverde informatie brengt echter met zich mee, dat dikwijls nadere toetsing van die informatie, anders dan door de Landelijk OvJ die met de afhandeling van dit soort informatie belast is, niet mogelijk is, onder meer vanwege noodzakelijke bescherming van de bron van de informatie. Om dezelfde reden dient dan ook het verzoek tot het inwinnen van aanvullende informatie te worden afgewezen. Nu de OvJ van het landelijk parket de bewuste informatie heeft beoordeeld als actueel, betrouwbaar en concreet dient aan dit gegeven bij de beoordeling door de Beroepscommissie op dit moment doorslaggevende betekenis te worden toegekend. Gelet op het feit dat de bewuste informatie spreekt over gewelddadige ontvluchting op korte termijn, kon met het oogpunt op het vermijden van voornoemd maatschappelijk risico het zekere voor het onzekere gekozen worden en klager op de EBI worden geplaatst. De Beroepscommissie overweegt dat bij de beoordeling van de verlenging van de plaatsing van klager in de EBI van groot belang zal kunnen zijn of er actuele en (zo mogelijk meer) concrete informatie beschikbaar is en dat alsdan duidelijk dient te worden gemaakt waarom, indien nog steeds van een verhoogd vluchtgevaar sprake zou zijn, niet volstaan zou kunnen worden met plaatsing van klager in een uitgebreid beveiligde inrichting of op een uitgebreid beveiligde afdeling van een reguliere penitentiaire inrichting. 21

22 11/3496/GB en 11/3497/GB 23 januari 2012 Bartelds, mr. J.I.M.W. Moerings, prof.dr.mr. L.M. Fiselier, dr. J.P.S. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Plaatsing/overplaatsing extern gelijk regime gelijk beveiligingsniveau niet EBI of longstay Pbw art. 17 Terugkeerrichtlijn artikel 16 Nu directeur Detentiecentrum heeft beslist tot klagers overplaatsing naar h.v.b. op 8 september 2011 en geen sprake was van beslissing van selectiefunctionaris is bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk verklaard. Beslissing van selectiefunctionaris van 16 september 2011 strekkende tot dezelfde overplaatsing is niet in strijd met de wet noch onredelijk of onbillijk. In specifieke gevallen kunnen vreemdelingen worden ondergebracht in een regulier h.v.b. Klager heeft die overplaatsing door eigen gedrag over zich afgeroepen. Beroepen ongegrond. Geen vergoeding van gemaakte proceskosten, nu wet, daargelaten dat beroepen ongegrond zijn verklaard, daarin niet voorziet Ten aanzien van het beroep met kenmerk 11/3496/GB Vastgesteld kan worden dat de directeur klager op 8 september 2011 heeft laten overbrengen naar de locatie De Schie teneinde daar de verdere tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde vreemdelingenbewaring te laten uitvoeren en dat de selectiefunctionaris op 16 september een beslissing heeft genomen, ertoe strekkende dat klager in de locatie De Schie werd geplaatst. De mededeling van de selectiefunctionaris dat de bestreden beslissing feitelijk op 8 september 2011 zou zijn genomen wordt, bij gebreke van enige schriftelijke onderbouwing van die stelling, buiten beschouwing gelaten. Dit leidt tot de conclusie dat er in de periode van 8 tot en met 16 september 2011 geen sprake is geweest van een beslissing van de selectiefunctionaris, waartegen een rechtsmiddel open stond. Dat geldt temeer nu de directeur van het Detentiecentrum Rotterdam bij brief van 7 oktober 2011 aan klager heeft medegedeeld dat klager recht heeft op een schadevergoeding van het Detentiecentrum voor de periode die klager in de locatie De Schie heeft verbleven zonder dat er sprake was van een selectiebeslissing. Nu er geen sprake was van een selectiebeslissing kon de selectiefunctionaris klager op goede gronden niet-ontvankelijk verklaren in zijn bezwaarschrift. Het beroep is daarom in zoverre ongegrond. Voor zover klager heeft verzocht om toekenning van een tegemoetkoming voor de tijd die hij zonder beslissing van de selectiefunctionaris in de locatie De Schie heeft verbleven, dient klager zich te richten tot de directeur van het Detentiecentrum Rotterdam. De Beroepscommissie zal de door en namens klager verzochte vergoeding van gemaakte proceskosten beoordelen tezamen met het soortgelijke verzoek in het beroep met kenmerk 11/3497/GB Ten aanzien van het beroep met kenmerk 11/3497/GB Klager aan wie vreemdelingenbewaring was opgelegd, behoorde tot de categorie gedetineerden voor wie opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd De Beroepscommissie stelt vast dat de beslissing van 16 september 2011 is genomen door de selectiefunctionaris. De omstandigheid dat de mededeling van die beslissing is ondertekend 22

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-1 Cameratoezicht Enkele link met Amsterdamse blz. 9 11/2109/GA zedenzaak rechtvaardigt geen voortgezet

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 11/4146/GA 3 april 2012 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-3 Ontvankelijkheid formeel; Schorsing procedureel De beslissing van het personeel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-7 Disciplinaire straffen 09/1932/GA procedureel 6 oktober 2009 Het niet opnemen in de mededeling dat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-2 08/2645/GA 19 februari 2009 Vermissing; Ontvankelijkheid formeel Vermissing van goederen na ontvluchting.

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2010-7 Verlof algemeen; Afwijzing verlofaanvraag. In dit geval kan niet worden blz. 10 10/1878/GA Tegemoetkoming

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-6 09/0105/GA 31 augustus 2009 Ontvankelijkheid materieel; Inzage in stukken/dossier; Disciplinaire straffen

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-6 15/1227/GA (eindbeslissing) 27 augustus 2015 Bevestigen mechanische middelen; Tegemoetkoming financieel

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4 zie ook www.rsj.nl 1 2 10/0132/GA 20 april 2010 10/0263/GA 13 april 2010 09/3674/GA 6 april 2010 09/3243/GA 31 maart 2010 10/1113/SGA 21 april 2010 Persoonlijke verzorging

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4. zie ook

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4. zie ook Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-4 08/3214/GA 7 mei 2009 Gedogen geneeskundige handeling; Hoorplicht; Informatieplicht; Tegemoetkoming financieel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nummer: betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave, nummer: 13/2458/GA betreft: [klager] datum: 27 november 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt. nummer: betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad

Nadere informatie

Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: Auteur: -

Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: Auteur: - Page 1 of 5 Sancties. Tijdschrift over straffen en maatregelen, Rechtspraak Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: 25-09-2013 Auteur: - Rechtspraak 19. Intrekking beklag mogelijk als bewust afstand

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-2 Urineonderzoek; Hoewel (aannemelijkheid van) bijgebruik Blz. 9 14/3408/GA Disciplinaire straffen in

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2013-6 Urineonderzoek; Klager heeft voor detentie langdurig blz. 13 13/1788/GA Disciplinaire softdrugs gebruikt.

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-8 Telefoon; Tegemoetkoming Klager ontvankelijk in klacht over blz. 11 12/1003/GA financieel opnemen telefoongesprekken.

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5 zie ook www.rsj.nl 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2016-5 15/3875/GA 24 juni 2016 Onderzoek aan lichaam en kleding; Ontvankelijkheid materieel Art. 29 Pbw geeft

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2014 7 Arbeid en Pbw biedt geen basis voor een algemene Blz. 7 14/2025/GA werkzaamheden; uitzondering op de

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012 nummer: 12/1813/GA en 12/1847/GA betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/8. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/8. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/8 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2008-8 08/1643/GA 18 november 2008 schade; tegemoetkoming financieel Indien hoogte van schade op eenvoudige wijze

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2008-3 07/2599/GA 26 maart 2008 Voorwerpen op cel; Ontvankelijkheid materieel Klager ontvankelijk in zijn beklag

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 09/1933/GA 4 januari 2010 Ordemaatregel aanleiding; Ordemaatregel afzondering; Bezoek Aanwijzingen dat klager contrabande had ingeslikt rechtvaardigen

Nadere informatie

3 Beroep bij de rechtbank

3 Beroep bij de rechtbank Beroep bij de rechtbank A8/3.1.3 3 Beroep bij de rechtbank 3.1 Algemeen De rechtbank te Den Haag is bevoegd kennis te nemen van beroepen op grond van de artt. 33a en 34a Vw. De rechtbank te Den Haag heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135

Rapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135 Rapport Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de unitdirecteur van de P.I. Haaglanden, locatie Scheveningen-Noord, geen nadere informatie heeft verstrekt over

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-1 14/3581/GA 30 december 2014 14/3526/GA 22 december 2014 14/3416/GA 22 december 2014 Bezoek; Ordemaatregel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2011-8 Cameratoezicht Verlenging cameratoezicht. Klager wordt blz. 9 11/1688/GA verdacht van ernstig zedenmisdrijf.

Nadere informatie

Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3

Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3 Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 09/3341/GA Persoonlijke verzorging; Nu beklag ziet op uitvoering van algemene regel (verstrekking van halalmaaltijden)

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5. zie ook

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5. zie ook Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-5 08/3075/GA 2 juni 2009 Ordemaatregel aanleiding; Ordemaatregel uitsluiting deelname activiteiten 1. Circulaire

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2014-1 Disciplinaire Omdat klager weigert plaats te blz. 9 13/3553/GA straffen aanleiding; nemen in meerpersoonscel

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/3. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/3. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/3 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-3 08/3235/GA 27 maart 2009 Post Niet aannemelijk dat bij het openen van geprivilegieerde post (in het bijzijn

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/5 zie ook www.rsj.nl 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2017-5 17/0571/GA 16 juni 2017 Ontvankelijkheid materieel; Voorwerpen op cel; Huisregels Afwijzing verzoek tot

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn, nummer: 16/4060/GA en 16/4062/GA betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 april 2014

betreft: [klager] datum: 8 april 2014 nummer: 13/3859/GA betreft: [klager] datum: 8 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 nummer: 16/3931/TA en 16/3975/TA betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.0691 (013.06) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2006, 7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2006, 7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2006, 7 (oktober 2006) zie ook WWW.RSJ.NL 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2006-7 (oktober 2006) 06/1598/GA 18 september 2006 Geestelijke verzorging; Tegemoetkoming financieel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 nummer: 13/3550/GA (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5 zie ook www.rsj.nl 1 2 10/0246/GA 23 augustus 2010 10/0786/GA 14 juli 2010: 10/0964/GA 12 juli 2010 09/3061/GA 12 juli 2010 10/0537/GA 12 juli 2010 10/0068/GA 21 juni

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-7 Tegemoetkoming Tegemoetkoming ivm kwijtraken van klagers Blz. 8 15/1505/GA financieel met kleding gevulde

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2014-3 Telefoon; Afschaffing advocatentelefoon, waardoor 14/0156/GA Datum uitspraak: 9 april 2014 Ontvankelijkheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/6. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/6. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/6 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2008-6 08/1066/GA 6 augustus 2008 08/1256/GA 31 juli 2008 08/1296/GA en 08/1021/GA 25 juli 2008 08/0087/GA 25

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2014 8 14/2689/GA 19 november 2014 DBT; Tegemoetkoming financieel Gebruik van softdrugs na drie maanden wordt

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 nummer: 16/3691/GV betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * *' Raad vanstate 201207532/1/V3. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

betreft: [...] datum: 6 juni 2013 gericht tegen een op 19 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

betreft: [...] datum: 6 juni 2013 gericht tegen een op 19 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nummer: betreft: [...] datum: 6 juni 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295

Rapport. Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295 Rapport Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295 2 Klacht Op 11 februari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift, gedateerd 10 februari 2000, van mevrouw C. te Krimpen a/d IJssel,

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/2

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/2 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/2 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2010-2 09/2997/GA 18 februari 2010 09/2927/GA 18 februari 2010 09/2490/GA 18 februari 2010 09/3300/GA 11 februari

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60004 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

I. Ten aanzien van de niet verzonden brieven en niet uitgereikte kaart

I. Ten aanzien van de niet verzonden brieven en niet uitgereikte kaart Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de directeur van de P.I. Nieuwersluis op 27 april 2008 twee brieven die nadrukkelijk voor haar advocaat waren bestemd, heeft achtergehouden zonder daarvan

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 Nummer: Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401 Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zijn verzoek om verwijdering van de stukken betreffende

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/5 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-5 14/4685/GA 23 juni 2015 Ontvankelijkheid formeel; Vermissing; Tegemoetkoming financieel Voorgeschreven

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Jaarverslag. Commissie van Toezicht bij de Penitentiaire Inrichting Lelystad. Jaarverslag CvT PI Lelystad

Jaarverslag. Commissie van Toezicht bij de Penitentiaire Inrichting Lelystad. Jaarverslag CvT PI Lelystad Jaarverslag 2016 Commissie van Toezicht bij de Penitentiaire Inrichting Lelystad Jaarverslag CvT PI Lelystad 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inrichting / Commissie van toezicht.... pag. 4 2. Cijfers.. pag. 4 3.

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 12/1964/GA-eindbeslissing betreft: [ ] datum: 17 april 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2013-1 Telefoon; Beroep directeur ongegrond. blz. 11 12/1930/GA Ontvankelijkheid Beroepscommissie onthoudt

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4 zie ook www.rsj.nl Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Jurisprudentiebulletin 2017 / 4 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2017-4 Zaaknummer: 17/0616/GA

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:1069

ECLI:NL:CRVB:2015:1069 ECLI:NL:CRVB:2015:1069 Instantie Datum uitspraak 31-03-2015 Datum publicatie 09-04-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-4572 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 Rapport Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hem in de beschikking van 25 februari 2004 op zijn bezwaarschrift

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING Reglement van orde van de landelijke Klachtencommissie Reclassering (Definitief vastgesteld op 20 december 2012) De Klachtencommissie Reclassering, gelet op hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 2 Aanleiding Verzoekster was werkzaam als tolk en verrichtte regelmatig

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie