Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1"

Transcriptie

1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/1 zie ook 1

2 2

3 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin Cameratoezicht Enkele link met Amsterdamse blz. 9 11/2109/GA zedenzaak rechtvaardigt geen voortgezet cameratoezicht op cel. Klager is eerder geschorst uit 5 januari 2012 voorlopige hechtenis. Gesteld noch gebleken dat dit tot enige maatschappelijke onrust heeft geleid. Klager is evenmin ontvlucht. Beroep van klager gegrond. Bezoek; Huisregels; Noodzaak om te bellen met advocaat blz /2714/GA Onderwijs; staat gezien terugbelverzoek voldoende Tegemoetkoming financieel; vast. Beklag over bezoek achter glas alsnog ontvankelijk en gegrond, nu 2 januari 2012 Ontvankelijkheid directeur geen belangenafweging materieel maakt. Aannemelijk dat klager verzoek tot het volgen van een opleiding heeft gedaan. Niet verlenen van toestemming is onredelijk en onbillijk. Klager alsnog ontvankelijk in beklag en beklag gegrond. Directeur krijgt opdracht om een nieuwe beslissing te nemen. Tegemoetkoming in totaal 15,= Bezoek; Uit artikel 38 Pbw vloeit voort dat blz /2755/GA Tegemoetkoming anders directeur t.a.v. vraag of bepaalde dan financieel bezoeker de toegang kan worden geweigerd een individuele afweging 27 december 2011 moet maken. Voor zover huisregel van de inrichting ten gevolge heeft dat als regel bezoek wordt geweigerd, is deze niet verenigbaar met artikel 38 Pbw. Beroep gegrond, tegemoetkoming in de vorm van een extra bezoekmoment. 3

4 Ontvankelijkheid formeel Hoewel in het algemeen een herhaald blz /2710/GA en beklag ontvankelijk is als aan een 11/2733/GA eerdere gegrondverklaring van een beklag over hetzelfde onderwerp geen uitvoering wordt gegeven, zijn er in het 27 december 2011 onderhavige geval omstandigheden die de uitspraak tot niet-ontvankelijkheid van de beklagen rechtvaardigen. Beroepen ongegrond. Plaatsing/overplaatsing Beslissing van directeur tot blz /2617/GA extern ongelijk overplaatsing van klager naar EZV van regime ongelijk beveiligingsniveau niet andere locatie is onbevoegd genomen. Geen sprake van interne overplaatsing. 19 december 2011 EBI of longstay Selectiefunctionaris exclusief bevoegd. Beroep van directeur ongegrond. Persoonlijke Op klagers verblijfsafdeling zijn blz /2132/GA verblijfsruimte; twee soorten verblijfruimtes. Tegemoetkoming financieel Uit eigen waarneming komt de beroepscommissie tot het oordeel dat 13 december 2011 de verblijfsruimte welke is omschreven als cel A niet voldoet aan de eisen van art. 9 van de Regeling. Het beroep van de directeur is in zoverre ongegrond. De in de uitspraak genoemde cel B voldoet wel (zij het minimaal) aan de eisen van artikel 9 van de Regeling. Het beroep van de directeur is in zoverre gegrond en het beklag wordt in zoverre alsnog ongegrond verklaard. Het beroep tegen de toegekende tegemoetkoming is ongegrond. 4

5 Geweld en T.a.v. klager is fysiek geweld toegepast blz /3196/GA vrijheidsbeperkende nadat hem ten onrechte is geweigerd te middelen; Medische verzorging toegang bellen met advocaat. Klager heeft zich tegen handelen van personeel verzet 6 december 2011 tot; Tegemoetkoming en heeft daarbij zijn arm gebroken. financieel Geen wettelijke grondslag om klager met fysiek geweld naar de ambassade over te brengen. Beroep gegrond en tegemoetkoming 150,=. In klacht over handelen van medische dienst moet klager niet-ontvankelijk worden verklaard, klacht over toegang tot inrichtingsarts is ongegrond. Arbeid en Uitgangspunt is dat gedetineerden in blz /2453/GA werkzaamheden; regime van algehele gemeenschap Dagprogramma zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat er geen activiteiten 6 december 2011 zijn tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Nu de arbeid is uitgevallen had de directeur de gedetineerden in de gelegenheid moeten stellen om zich vrijelijk in de woon- en werkruimten te bevinden. Beroep gegrond. Verlof incidenteel; Afwijzing incidenteel verlof. blz /2338/GA Tegemoetkoming Vluchtgevaar onvoldoende financieel aannemelijk. Incidenteel verlof kan worden verleend voor kraambezoek 28 november 2011 en dat kan ook begeleid. Beslissing directeur genomen op gronden die deze niet kunnen dragen. Beroep van klager gegrond. Geen opdracht tot nieuwe beslissing. Tegemoetkoming 50,=. 5

6 Disciplinaire straffen Gelet op verkeerde tenaamstelling en blz /1510/GA procedureel; Post adressering van post lag een onderzoek van de post voor de hand. Conclusie van directeur dat klager betrokken was 24 november 2011 bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde en veiligheid in de inrichting juist. Directeur heeft dit zelf geconstateerd, waardoor opmaken van verslag achterwege kan blijven. Beroep klager ongegrond. Disciplinaire straffen Disciplinaire straf opgelegd door hoofd blz /1440/GA procedureel; Activiteiten; beveiliging. Beperkte aanwijzing als Tegemoetkoming financieel plaatsvervangend directeur is niet in overeenstemming met bedoeling 21 november 2011 van de wet. Beroep gegrond en tegemoetkoming 23,50. Klager heeft moeten luchten in luchtkooi terwijl beroepscommissie eerder heeft bepaald dat luchten in deze luchtruimte niet kan worden aangemerkt als verblijf in buitenlucht. Luchten in deze luchtkooi derhalve in strijd met de wet. Beklag alsnog gegrond. Nu klager van directeur tegemoetkoming heeft ontvangen wordt geen tegemoetkoming toegekend. Cameratoezicht; Na beslissing van voorzitter waarbij blz /4207/SGA Schorsing procedureel schorsingsverzoek betreffende toepassing van cameratoezicht is toegewezen, heeft directeur beslist tot 2 december 2011 cameratoezicht gedurende de nacht. Vanuit gedragsdeskundig oogpunt geen noodzaak voor handhaving van cameratoezicht. Door directeur genoemde belangen onvoldoende feitelijk onderbouwd. Toewijzing van schorsingsverzoek. 6

7 Ontvankelijkheid Op verzoeker wordt blz /4335/SGA formeel; Zorgplicht wijze nachtstaatprocedure toegepast, van betrachten d.w.z. regelmatige visuele controle door het luikje van de cel tijdens de 16 december 2011 nacht waarbij kort het licht wordt ingeschakeld. Dit brengt inbreuk op persoonlijke levenssfeer mee, maar in vergelijking met cameraobservatie relatief geringe inbreuk die bij afweging van alle belangen niet tot schorsing hoeft te leiden. Aan directeur kan, gezien zijn wettelijke taak en bevoegdheden en gelet op de omstandigheden rondom verzoekers strafzaak, niet elk belang worden ontzegd bij regelmatige controle van verzoekers aanwezigheid en gezondheid. Plaatsing/overplaatsing Zelfmelder. Klager verzoekt om blz /4416/GB eerste plaatsing plaatsing in een z.b.b.i. Gelet op artikel gevangenis 3 van de Regeling worden zelfmelders in een b.b.i. geplaatst. Gedetineerden 23 december 2011 komen pas in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. indien zij ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan. Beroep ongegrond. Plaatsing/overplaatsing Gelet op zeer problematisch gedrag is blz /2328/GB extern gelijk regime gelijk overplaatsing van JJI Amsterbaken naar beveiligingsniveau niet EBI of longstay h.v.b. Almere niet onredelijk of onbillijk. Klager is veroordeeld volgens het 29 november 2011 volwassenstrafrecht en kan derhalve worden geplaatst in een inrichting voor volwassenen. Beroep ongegrond. 7

8 Plaatsing/overplaatsing Plaatsing in Vris-inrichting. Naar het blz /4574/SGB extern gelijk regime gelijk voorlopig oordeel van de voorzitter beveiligingsniveau niet EBI of longstay kan niet worden gezegd dat klager rechtmatig in Nederland verblijft. 11 januari 2012 Indiening van verzoek voorlopige voorziening maakt dit niet anders. Omstandigheid dat hij gedurende voorlopige voorzieningprocedure niet kan worden uitgezet, brengt niet met zich dat verzoekers verblijf in Nederland rechtmatig is. Selectiefunctionaris heeft in artikel 20b van de Regeling opgenomen selectiecriterium juist toegepast. Afwijzing schorsingsverzoek. Zorgplicht niet Gedurende drie maanden niet juist blz /0712/TA en betrachten; Post; verstrekken van dieet is schending 11/1002/TA Persoonlijke verzorging van zorgplicht. Beroep directeur ongegrond. NIFP geen geprivilegieerde instantie. Deurwaarder geen justitiële 19 december 2011 autoriteit, politie wel. Beroep directeur gedeeltelijk gegrond, voor het overige ongegrond. 8

9 /2109/GA 5 januari 2012 Wit, mr. J.A.M. de Schagen, J. Fiselier, dr. J.P.S. Kokee, R. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de locatie De Karelskamp te Almelo Cameratoezicht geobserveerd: a. indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting; b. indien dit noodzakelijk is voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming; c. indien dit ter bescherming van de geestelijke of lichamelijke toestand van de gedetineerde noodzakelijk is; d. indien bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van de gedetineerde grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan of ernstige schade zou kunnen worden toegebracht aan de betrekkingen van Nederland met andere staten of internationale organisaties. 2. ( ) 3. ( ) 4. ( ) Pbw art. 34a Samenvatting: Enkele link met Amsterdamse zedenzaak rechtvaardigt geen voortgezet cameratoezicht op cel. Klager is eerder geschorst uit voorlopige hechtenis. Gesteld noch gebleken dat dit tot enige maatschappelijke onrust heeft geleid. Klager is evenmin ontvlucht. Beroep van klager gegrond. Rechtsoverwegingen: De beklagcommissie heeft het beklag wegens schending van vormvoorschriften gegrond verklaard, en daarbij overwogen dat de beslissing tot het opleggen van cameratoezicht inhoudelijk gezien niet onredelijk of onbillijk is. Nu het beroep tegen dit laatste oordeel is gericht, kan klager in zijn beroep worden ontvangen. Artikel 34a van de Pbw bepaalt voor zover in beroep van belang het volgende: 1. De directeur kan bepalen dat de gedetineerde ( ) dag en nacht door middel van een camera wordt Toepassing van cameratoezicht maakt een inbreuk op de privacy van een gedetineerde. Een dergelijke inbreuk kan in bepaalde situaties en onder bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd zijn. Zo wordt in de Memorie van Toelichting (MvT) bij artikel 34a van de Pbw (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, pagina 3) aangegeven dat ook omstandigheden die niet direct voortvloeien uit de gedetineerde of zijn gedrag of lichamelijke toestand aanleiding kunnen vormen voor cameraobservatie, waarbij in het bijzonder moet worden gedacht aan situaties waarin het delict waarvan de gedetineerde wordt verdacht, grote maatschappelijke onrust heeft veroorzaakt. En daarbij valt onder meer te denken aan ernstige geweld- of zedenmisdrijven, aldus de MvT. Artikel 34a, aanhef en onder d van de Pbw vermeldt dan ook dat indien bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van de gedetineerde grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan cameratoezicht gerechtvaardigd is. De directeur stelt dat klager zwaar gelinkt is aan de Amsterdamse zedenzaak. Deze zaak genereerde, 9

10 zeker toen deze in de publiciteit kwam, mede door de omvang van het gepleegde misbruik, de veelal zeer jeugdige leeftijd van de betrokken slachtoffertjes alsmede de onzekerheid bij veel ouders met betrekking tot de vraag of en zo ja, op welke wijze hun kind bij het misbruik was betrokken, brede mediaaandacht en veroorzaakte grote maatschappelijke onrust. De Amsterdamse zedenzaak betreft een delict dat als een ernstig zedenmisdrijf als bedoeld in de MvT kan worden aangemerkt. Door klager wordt gesteld en door de directeur wordt niet weersproken dat klager niet, zoals de hoofdverdachte in deze zaak, verdacht wordt van grootschalig misbruik van minderjarigen, maar van een computergerelateerd delict, namelijk het bezit van kinderpornografisch materiaal. Nu klager eerder is geschorst uit de voorlopige hechtenis, gesteld noch gebleken is dat deze schorsing tot enige maatschappelijke onrust heeft geleid en klager niet is ontvlucht, kan de enkele link met de Amsterdamse zedenzaak, welke link overigens inhoudelijk niet nader wordt geduid, en het gegeven dat cameratoezicht wordt toegepast aangezien de directie het signaal van het hoofdkantoor DJI heeft opgepikt dat met klager niets mag gebeuren, dat klager zou kunnen vallen, onwel worden en eventueel zou kunnen overlijden en daarom gekozen is voor de minst slechte optie, niet rechtvaardigen dat (voortgezet) cameratoezicht op klager wordt toegepast. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre gegrond verklaren en na vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om klager een hogere tegemoetkoming toe te kennen dan de reeds door de beklagcommissie toegekende 120,= /2714/GA 2 januari 2012 Vegter, mr. P.C. Rutten, mr. M.A.G. Fiselier, dr. J.P.S. Dwarka, mr. S.S. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij p.i. Vught Unit 1 Bezoek; Huisregels; Onderwijs; Tegemoetkoming financieel; Ontvankelijkheid materieel Pbw art. 37, 38, 39, 41, 48, 60. Samenvatting: Noodzaak om te bellen met advocaat staat gezien terugbelverzoek voldoende vast. Beklag over bezoek achter glas alsnog ontvankelijk en gegrond, nu directeur geen belangenafweging maakt. Aannemelijk dat klager verzoek tot het volgen van een opleiding heeft gedaan. Niet verlenen van toestemming is onredelijk en onbillijk. Klager alsnog ontvankelijk in beklag en beklag gegrond. Directeur krijgt opdracht om een nieuwe beslissing te nemen. Tegemoetkoming in totaal 15,=. Rechtsoverwegingen: Met betrekking tot het beklagonderdeel met nummer (ventilatie) oordeelt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat ter zitting is gebleken dat in de cel van klager ook een met de hand te bedienen ventilatierooster aanwezig is. 10

11 Met betrekking tot het beklagonderdeel inhoudende dat klager niet in de gelegenheid is gesteld om te telefoneren met zijn raadsvrouw ( ), oordeelt de beroepscommissie als volgt. Klagers raadsvrouw heeft klager schriftelijk verzocht om telefonisch contact op te nemen. Aannemelijk is dat dit door klager aan het personeel is meegedeeld. Wanneer door een advocaat aan een gedetineerde het verzoek wordt gedaan telefonisch contact op te nemen, staat daarmee als uitgangspunt de noodzaak tot telefonisch contact voldoende vast. Gesteld noch gebleken is dat er geen gelegenheid was om klager toe te staan om telefonisch contact te hebben met zijn advocaat. De beroepscommissie zal dit beklagonderdeel daarom alsnog gegrond verklaren. Nu de gevolgen van de beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, komt klager in verband met het ondervonden ongemak een tegemoetkoming toe van 5,=. Met betrekking tot beklagonderdeel (bezoek) overweegt de beroepscommissie als volgt. Artikel van de huisregels van de LABG te Vught luidt als volgt: De directeur kan bepalen, met het oog op de in dat artikel genoemde belangen, dat het bezoek achter glas zal plaatsvinden. De toepassing van bezoek achter glas bij de geestelijke verzorging als regel is niet in overeenstemming met het bepaalde in artikel Die bepaling veronderstelt immers een individuele beslissing waarbij sprake is van een belangenafweging. Gelet hierop is het beklag ontvankelijk en tevens gegrond. Nu de gevolgen van de beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, komt klager in verband met het ondervonden ongemak een tegemoetkoming toe van 10,=. Met betrekking tot beklagonderdeel (onderwijs) oordeelt de beroepscommissie dat aannemelijk is dat klager een verzoek heeft gedaan om een computeropleiding te volgen en dat dit verzoek niet heeft geleid tot toestemming tot het volgen van een computeropleiding. De beroepscommissie overweegt dat klager derhalve had moeten worden ontvangen in dit beklagonderdeel nu hem geen toestemming voor het volgen van computeronderwijs is verleend. Nu als onweersproken vast staat dat de in de inrichting aanwezige computers geschikt zijn om een of meer vormen van het door klager gewenste onderwijs te volgen en deze computers daartoe ook beschikbaar gesteld kunnen worden, is het niet verlenen van toestemming tot het volgen van computeronderwijs bij afweging van alle belangen niet redelijk en billijk. De beroepscommissie zal dit beklagonderdeel daarom gegrond verklaren. Nu de gevolgen hiervan nog ongedaan te maken zijn, zal de beroepscommissie met deze beoordeling volstaan. Zij zal de directeur opdragen om een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van het vorenstaande /2755/GA 27 december 2011 Vegter, mr. P.C. Bauduin, mr. F.G. Fiselier, dr. J.P.S. Groeneveld, F. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de locatie De Boschpoort te Breda Bezoek; Tegemoetkoming anders dan financieel Pbw art. 38 Samenvatting: Uit artikel 38 Pbw vloeit voort dat directeur t.a.v. vraag of bepaalde bezoeker de toegang kan worden geweigerd een individuele afweging moet maken. Voor zover huisregel van de inrichting ten gevolge heeft dat als regel bezoek wordt geweigerd, is 11

12 deze niet verenigbaar met artikel 38 Pbw. Beroep gegrond, tegemoetkoming in de vorm van een extra bezoekmoment. Bauduin, mr. F.G. Fiselier, dr. J.P.S. Groeneveld, F. (secr.) Rechtsoverwegingen: Onder is in de huisregels van de penitentiaire inrichtingen Breda de volgende zin opgenomen: Indien u gedetineerd bent geweest binnen de PI Breda, wordt u de eerste 3 maanden na vertrek uit de inrichting niet toegelaten als bezoeker. Artikel 38, derde lid, van de Pbw houdt in: De directeur kan de toelating tot de gedetineerde van een bepaald persoon of van bepaalde personen weigeren met het oog op een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid. Deze weigering geldt voor ten hoogste twaalf maanden. Voor zover de huisregel ten gevolge heeft dat als regel bezoek wordt geweigerd, is deze niet verenigbaar met artikel 38, derde lid, van de Pbw. Immers uit die bepaling vloeit voort dat de directeur ten aanzien van de vraag of een bepaalde bezoeker de toegang kan worden geweigerd een individuele belangenafweging dient te maken. Niet gebleken is dat in het kader van de weigering van het bezoek enige afweging van de in de artikel 36, vierde lid, van de Pbw bedoelde belangen heeft plaatsgevonden. De uitspraak van de beklagcommissie kan derhalve niet in stand blijven en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming. Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen in de vorm van een extra bezoekmoment /2710/GA en 11/2733/GA 27 december 2011 Vegter, mr. P.C. Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Vught Ontvankelijkheid formeel Pbw art. 36, 37, 42, 60; Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen art. 2 Samenvatting: Hoewel in het algemeen een herhaald beklag ontvankelijk is als aan een eerdere gegrondverklaring van een beklag over hetzelfde onderwerp geen uitvoering wordt gegeven, zijn er in het onderhavige geval omstandigheden die de uitspraak tot nietontvankelijkheid van de beklagen rechtvaardigen. Beroepen ongegrond. Rechtsoverwegingen: De beklagrechter heeft in nogal wat gevallen klager niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard, omdat er reeds eerder beklag was ingediend over hetzelfde onderwerp en dat beklag gegrond is verklaard. In een aantal van die zaken heeft klager kennelijk opnieuw beklag ingesteld omdat een beslissing van de beklagcommissie houdende gegrondverklaring niet onmiddellijk werd uitgevoerd. Een voorbeeld daarvan is het gegrond verklaarde beklag over het ontbreken van een schaamschot op de cel. Voorafgaande aan de plaatsing van het schaamschot op 3 augustus 2011 heeft klager zijn beklag enkele malen herhaald. Hoewel in het algemeen gezegd kan worden dat een herhaald beklag ontvankelijk is in het geval aan een eerdere gegrondverklaring van een beklag over hetzelfde onderwerp geen uitvoering wordt gegeven, heeft de beklagrechter, gelet op de omstandigheden van het geval het herhaalde beklag niet-ontvankelijk kunnen verklaren. Tot voormelde omstandigheden behoort onder meer dat 12

13 klager in een bestek van enkele maanden een grote hoeveelheid beklagen heeft ingediend. In beroep zijn 52 beklagen aan de orde die zijn ingediend in de periode van mei 2011 tot en met juli Niet zelden gaan die beklagen over hetzelfde onderwerp, is het tijdsverloop sinds de gegrondverklaring beperkt en wordt het beklag niet of nauwelijks voorzien van nieuwe argumenten. Zo zijn er zes beklagen over de uitreiking van de medicatie (beklagnummers VU 2011:1087, 1090, 1235, 1243, 1261 en 1271), vier beklagen over het ontbrekende schaamschot (beklagnummers VU 2011: 1095, 1245, 1288 en 1329) en zeven beklagen over de afname van urinecontroles (VU 2011: 1197, 1201, 1205, 1214, 1256, 1289 en 1307). Tevens heeft de beroepscommissie op 10 november 2011 uitspraak gedaan inzake eerder door klager ingestelde beroepen (zaaknummers: 11/1481/GA, 11/1550/GA, 11/1786/GA, 11/1881/GA, 11/2077/GA, 11/2099/GA, 11/2142/GA, 11/2266/GA, 11/2315/GA, 11/2319/GA en 11/2500/GA). In beroep aan de orde waren 78 beklagen die zijn ingediend in de periode van december 2010 tot juni 2011, waarvan twaalf beklagen over de uitreiking van de medicatie, vijf beklagen over het ontbrekende schaamschot en acht beklagen over de afname van urinecontroles. De beroepscommissie ziet gelet op die hiervoor genoemde omstandigheden geen aanleiding de herhaalde beklagen alsnog gegrond te verklaren en zal de beslissing van de beklagrechter, om klager niet-ontvankelijk in zijn beklagen te verklaren bevestigen. Aan het voorgaande doet niet af dat van de directie verwacht kan worden dat indien een beklag gegrond is verklaard de beslissing van de beklagcommissie wordt nageleefd en indien zulks niet onmiddellijk valt te realiseren aan klager wordt kenbaar gemaakt op welke termijn realisatie wel mogelijk is. Ten aanzien van de beklagen met als onderwerp de uitreiking van medicatie overweegt de beroepscommissie nog het volgende. Bij uitspraak van de beroepscommissie van 12 september 2011, zaaknummer 11/0536/GA en 11/0927/GA, is eveneens beslist over de uitreiking van medicatie aan klager. De beroepscommissie heeft daarin onder meer geoordeeld dat beklagen die geruime tijd na een eerder gegrond verklaard beklag over het zelfde onderwerp zijn ingesteld, nieuwe situaties [betreffen] die zijn te herleiden tot een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60 van de Pbw en [dat] klager derhalve in zijn klachten had moeten worden ontvangen. De beroepscommissie sluit zich bij dit uitgangspunt aan, maar oordeelt dat dit uitgangspunt in onderhavige zaak wegens bovengenoemde omstandigheden niet opgaat. Ten aanzien van de beklagen met als onderwerp het niet tijdig reageren door het personeel op beloproepen (beklagnummers VU 2011: 1086, 1089, 1237, 1244 en 1279) overweegt de beroepscommissie het volgende. Het beroep is ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming. De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de beslissing van de beklagrechter om geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal alsnog een tegemoetkoming vaststellen. Zij stelt de hoogte van de tegemoetkoming vast op 10,=. Ten aanzien van het beklag met als onderwerp het openen van geprivilegieerde post (beklagnummer VU 2011: 1319) overweegt de beroepscommissie het volgende. Het beroep is ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming. Zij kan zich niet verenigen met de beslissing van de beklagrechter om geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal alsnog een tegemoetkoming vaststellen. Zij stelt de hoogte van de tegemoetkoming vast op 5,=. Voor wat betreft de beslissing van de beklagrechter inzake het beklag met beklagnummer VU 2011: 1262 overweegt de beroepscommissie het volgende. Op grond van artikel 42, vierde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg voor de verstrekking van de door de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger voorgeschreven medicijnen. Het komt dan ook voor de verantwoordelijkheid van de directeur om ervoor 13

14 te zorgen dat klager zijn medicatie meekrijgt tijdens transport. De directeur heeft niet weersproken dat klager zijn medicatie niet heeft meegekregen tijdens het transport op 12 juli Tevens is door de directeur onvoldoende aannemelijk gemaakt dat aan klager tijdens zijn transport eten en drinken is meegegeven. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter inzake beklagnummer VU 2011: 1262 zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming van 10,= toekennen. Ten aanzien van de beklagen met de beklagnummers VU 2011: 1082 en 1092 overweegt de beroepscommissie het volgende. Het beklag met beklagnummer VU 2011: 1082 betreft de slechte hygiëne in de cel waarin klager werd geplaatst. Het beklag met beklagnummer VU 2011: 1092 betreft de brandveiligheid van de inrichting. Met klager is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter deze beklagen heeft omgewisseld. Ten aanzien van het beklag betreffende de slechte hygiëne in de cel (VU 2011: 1082): De beklagrechter heeft dit beklag, onder verwijzing naar het beklagnummer 1092 ongegrond verklaard. In artikel 2, tweede lid, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen is bepaald dat de verblijfsruimte schoon aan de gedetineerde moet worden opgeleverd. Klager klaagt erover dat stukken stucwerk en stukken uit het zeil ontbraken en dat de tegels en de wasbak vies waren. De directeur heeft daarop, bij brief van 12 juli, gereageerd dat klager op een lege afdeling is geplaatst. Niet weersproken is dat de cel niet schoon was. De beroepscommissie acht het aannemelijk, gezien het feit dat klager op een lege afdeling is geplaatst dat de cel niet schoon aan klager is opgeleverd. Zij zal het beroep derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, het beklag alsnog gegrond verklaren en klager een tegemoetkoming toekennen van 5,=. Ten aanzien van het beklag betreffende de brandveiligheid (VU 2011: 1092) overweegt de beroepscommissie het volgende. De beklagrechter heeft dit beklag, onder verwijzing naar het beklagnummer 1082, gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van 5,= toegekend. De beroepscommissie vat het beroep op als gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming. Zij kan zich verenigen met de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Ten aanzien van de overige beklagen beslist de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd - voor zover dat is komen vast te staan - niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagrechter. De beroepen zullen derhalve voor het overige ongegrond worden verklaard /2617/GA 19 december 2011 Wild, mr. A.H. de Bleichrodt, mr. C.J.G. Fernandes Mendes, mr. H.K. Ramdihal-Poeran, U. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard Plaatsing/overplaatsing extern ongelijk regime ongelijk beveiligingsniveau niet EBI of longstay Pbw art

15 Samenvatting: Beslissing van directeur tot overplaatsing van klager naar EZV van andere locatie is onbevoegd genomen. Geen sprake van interne overplaatsing. Selectiefunctionaris exclusief bevoegd. Beroep van directeur ongegrond. Rechtsoverwegingen: Bij Ministerieel besluit van 22 september 2011, nr /dji/2011, is de bestemming van de p.i. Heerhugowaard geregeld. Onder 1.1. en 1.2. van dat besluit is bepaald dat het perceel Copernicusstraat 10 te Heerhugowaard, aangeduid als Locatie Zuyder Bos, ten dele is aangewezen als: gevangenis en ten dele als huis van bewaring, inrichting voor mannen, voor wat betreft de gevangenis als een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en voor wat betreft het huis van bewaring als een inrichting met een standaardregime van beperkte gemeenschap, beide met een normaal beveiligingsniveau. Onder 3. van hetzelfde besluit is bepaald dat het perceel Van Noortwijklaan 2 te Heerhugowaard wordt aangeduid als Locatie Westlinge en dat deze locatie is aangewezen als: gevangenis, inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap, voor wat betreft de nader aangeduide paviljoens met een beperkt dan wel een zeer beperkt beveiligingsniveau. Naar het oordeel van de beroepscommissie volgt reeds uit het voorgaande dat in de bestemmingsaanwijzing niet aldus gelezen kan worden dat de hiervoor genoemde percelen gezamenlijk één huis van bewaring, dan wel één gevangenis vormen, maar dat deze ieder voor zich tot huis van bewaring en/of tot gevangenis worden bestemd. Daaraan doet niet af dat deze percelen volgens punt 5. van dat besluit tezamen worden aangeduid als de p.i. Heerhugowaard Alkmaar en dat zij onder één directie vallen. herkenbaar gebouwelijk complex, een bepaalde penitentiaire inrichting wordt toebedeeld. Dit valt af te leiden uit onderdeel 7 van de memorie van toelichting bij de Pbw (Kamerstukken II, , nr. 3, pagina 23 en 24) alwaar het volgende valt te lezen: Onder het begrip inrichting valt te verstaan een feitelijke en organisatorische eenheid. Vaak zal het gaan om één gebouw dat onder beheer van een directeur staat. Aan de orde is al geweest (onderdeel 6 onder c) de in gang zijnde organisatorische bundeling van gebouwen. In een dergelijke situatie laat de wet de mogelijkheid open om een complex van gebouwen als een penitentiaire inrichting aan te duiden. Het komt de overzichtelijkheid ten goede, indien gebouwen die op deze wijze worden samengevoegd geografisch een herkenbare eenheid vormen. Indien inrichtingen die niet in elkaars nabijheid liggen, organisatorisch onder hetzelfde beheer worden gebracht zullen de samenstellende delen als even zovele penitentiaire inrichtingen worden aangeduid. Deze uitleg van het begrip inrichting is ook overigens in overeenstemming met de bij de invoering van de Pbw gekozen uitgangspunten (Vgl. BC 08/2532/ GB van 30 december 2008). Met inachtneming van het vorenstaande is de selectiefunctionaris, gelet op artikel 15, derde lid, van de Pbw bevoegd tot overplaatsing te beslissen. Deze bevoegdheid van de selectiefunctionaris is een exclusieve bevoegdheid die niet kan worden gedelegeerd aan directeuren van penitentiaire inrichtingen. Bij de beslissing tot overplaatsing van klager naar de EZV van de locatie Zuyder Bos is gelet op het vorenstaande geen sprake van een interne overplaatsing en deze beslissing van de directeur is dan ook onbevoegd genomen, alle goede bedoelingen van de directeur ten opzichte van klager ten spijt. Daaraan doet niet af wat in genoemde brief van DJI van 8 oktober 2010 is vermeld. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. Het uitgangspunt van de wet is immers dat aan een inrichting of een afdeling van een inrichting, waarmee wordt gedoeld op een geografisch 15

16 /2132/GA 13 december 2011 Pol, mr. U. van de Bunt, prof.dr. H.G. van de Burke, U.P. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Vught Persoonlijke verblijfsruimte; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 16 en Regeling eisen verblijfsruimte p.i. art. 9 Samenvatting: Op klagers verblijfsafdeling zijn twee soorten verblijfruimtes. Uit eigen waarneming komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de verblijfsruimte welke is omschreven als cel A niet voldoet aan de eisen van art. 9 van de Regeling. Het beroep van de directeur is in zoverre ongegrond. De in de uitspraak genoemde cel B voldoet wel (zij het minimaal) aan de eisen van artikel 9 van de Regeling. Het beroep van de directeur is in zoverre gegrond en het beklag wordt in zoverre alsnog ongegrond verklaard. Het beroep tegen de toegekende tegemoetkoming is ongegrond. Rechtsoverwegingen: Naar aanleiding van de schouw door de beroepscommissie van de verblijfsruimten van Unit 7 kan worden vastgesteld dat er voor zover hier van belang sprake is van twee soorten verblijfsruimten. In de eerste soort (cel A) opent de deur van de verblijfsruimte (de celdeur) naar rechts en bevindt het toilet zich achter een wand van (ongeveer) één meter aan de rechterzijde van de verblijfsruimte. Hoewel het toilet zelf niet direct zichtbaar is, is de gedetineerde bij opening van de celdeur direct zichtbaar als hij gebruik maakt van het toilet. Vanuit het zich in de celdeur bevindende (zicht)luikje is niet te zien of een gedetineerde op het toilet verblijft. Bij de tweede soort (cel B) opent de celdeur eveneens naar rechts maar bevindt het toilet zich aan de linkerzijde van de verblijfsruimte, eveneens achter een wand van (ongeveer) één meter. Bij het openen van de deur is het toilet niet direct zichtbaar en eveneens is niet (direct) zichtbaar of een gedetineerde gebruik maakt van dat toilet, daarvoor dient eerst de verblijfsruimte te worden betreden. Vanuit het luikje in de celdeur is niet te zien of een gedetineerde op het toilet verblijft. Onweersproken is dat klager in Unit 7 gedurende de helft van zijn verblijf aldaar in cel A heeft verbleven en gedurende de andere helft in cel B. Artikel 9 van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen van 24 december 1998 (nr /98/DJI, Stcrt. 250, zoals laatstelijk gewijzigd bij regeling van de Minister van Justitie van 6 september 2004, nr /04/DJI, Stcrt 2004, 175) (hierna:de Regeling) luidt voor zover hier van belang : -1. De verblijfsruimte is voorzien van een toilet en een wasgelegenheid, die zodanig kunnen worden afgeschermd dat de privacy van de gedetineerde voldoende is gewaarborgd. -2. ( ) Op grond van hetgeen in beroep naar voren is gebracht en op grond van hetgeen de beroepscommissie bij voormelde schouw heeft waargenomen, moet worden geoordeeld dat cel B (weliswaar minimaal) voldoet aan de daaraan in artikel 9, eerste lid, van de Regeling gestelde eis en dat de privacy van de daarin verblijvende gedetineerde voldoende is gewaarborgd. De uitspraak van de beklagrechter kan in zoverre niet 16

17 in stand blijven en het beklag dient voor zover dit ziet op klagers verblijf in cel B ongegrond te worden verklaard. Op grond van hetgeen in beroep naar voren is gebracht en op grond van hetgeen de beroepscommissie bij voormelde schouw heeft waargenomen, moet worden geoordeeld dat cel A niet voldoet aan de daaraan in artikel 9, eerste lid, van de Regeling gestelde eis en dat de privacy van de daarin verblijvende gedetineerde onvoldoende is gewaarborgd. Het beroep van de directeur zal in zoverre ongegrond worden verklaard, met bevestiging in zoverre van de uitspraak van de beklagrechter. De beroepscommissie kan zich verenigen met de hoogte van de door de beklagrechter toegekende financiële tegemoetkoming. Weliswaar wordt het beklag gedeeltelijk ongegrond verklaard, maar de beroepscommissie acht de door de beklagrechter vastgestelde hoogte, gelet op de vastgestelde schending van klagers privacy, alleszins redelijk. Het beroep van de directeur wordt in zoverre ongegrond verklaard /3196/GA Pbw art. 60, 35 Samenvatting: T.a.v. klager is fysiek geweld toegepast nadat hem ten onrechte is geweigerd te bellen met advocaat. Klager heeft zich tegen handelen van personeel verzet en heeft daarbij zijn arm gebroken. Geen wettelijke grondslag om klager met fysiek geweld naar de ambassade over te brengen. Beroep gegrond en tegemoetkoming 150,=. In klacht over handelen van medische dienst moet klager nietontvankelijk worden verklaard, klacht over toegang tot inrichtingsarts is ongegrond. Rechtsoverwegingen: Klager heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep, teneinde de naam van de inrichtingsarts te achterhalen. De beroepscommissie ziet, gelet op hetgeen hierna ten aanzien van beklagonderdeel b. zal worden overwogen, geen aanleiding voor de aanhouding van de behandeling van het beroep. Het daartoe strekkende verzoek wordt daarom afgewezen. Klager heeft aangegeven dat hij wil worden gehoord. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen. 6 december 2011 Vegter, mr. P.C. Bauduin, mr. F.G. Fiselier, dr. J.P.S. Groeneveld, F. (secr.) Geweld en vrijheidsbeperkende middelen; Medische verzorging toegang tot; Tegemoetkoming financieel Het beroep onder a. beperkt zich tot de vaststelling van de tegemoetkoming. Voor de beoordeling van de hoogte van de tegemoetkoming in deze zaak is een aantal factoren van belang. Allereerst werd klager weliswaar gelast naar de ambassade te komen, maar er bestond geen wettelijke grondslag hem met fysiek geweld daarheen over te brengen. Klager heeft ondanks zijn daartoe strekkende verzoek ten onrechte niet de gelegenheid gehad tot telefonisch overleg met zijn raadsman voorafgaande aan het fysieke optreden van het personeel. Ten aanzien van klager is fysiek geweld toegepast en klager heeft zich tegen het handelen van het personeel verzet. 17

18 Klager heeft bij die gelegenheid een arm gebroken. Bij de vaststelling van de tegemoetkoming kunnen in deze zaak geen schadevergoedingsaspecten worden betrokken niet alleen omdat daarom niet is verzocht, maar ook omdat er geen eenvoudige aanknopingspunten zijn om de schade vast te stellen. Deze factoren in aanmerking genomen oordeelt de beroepscommissie de toegekende vergoeding onjuist en kent gelet op de ingrijpende gevolgen van het optreden zonder wettelijke basis aan klager een tegemoetkoming toe van 150,=. Ten aanzien van de onder b. vermelde beslissing van de beklagrechter overweegt de beroepscommissie het volgende. De klacht betreft enerzijds de tenminste gedeeltelijk onder de verantwoordelijkheid van de directeur vallende toegang tot de inrichtingsarts, terwijl anderzijds de klacht gericht is tegen het handelen van de medische dienst en in het bijzonder de inrichtingsarts. Met de beklagrechter oordeelt de beroepscommissie dat niet gebleken is dat de directeur is tekortgeschoten in zijn zorg voor de mogelijkheid van toegang tot de medische dienst. In zoverre is het beroep ongegrond. Voor zover de klacht is gericht tegen het handelen van de medische dienst en in het bijzonder de inrichtingsarts, is er geen sprake van een beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager zal mitsdien in zoverre alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag. Het secretariaat van de Raad zal de klacht doorsturen naar de Medisch Adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie met het verzoek ter zake te bemiddelen /2453/GA 6 december 2011 Vegter, mr. P.C. Bauduin, mr. F.G. Rutten, mr. M.A.G. Groeneveld, F. (secr.) Beklagcommissie: alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Hoogeveen Arbeid en werkzaamheden; Dagprogramma Pbw art. 20 en 47 Samenvatting: Uitgangspunt is dat gedetineerden in regime van algehele gemeenschap zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat er geen activiteiten zijn tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Nu de arbeid is uitgevallen had de directeur de gedetineerden in de gelegenheid moeten stellen om zich vrijelijk in de woon- en werkruimten te bevinden. Beroep gegrond. Rechtsoverwegingen: Gelet op artikel 47, tweede lid, van de Pbw rust op de directeur een verplichting om gedetineerden die aan arbeid kunnen deelnemen ook arbeid aan te bieden. Het incidenteel uitvallen van de arbeid, zoals naar het oordeel van de beroepscommissie hier aan de orde, levert nog geen schending van die verplichting op. Klager verbleef ten tijde van de klacht op een afdeling waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Ingevolge artikel 20, eerste lid, van de Pbw verblijven gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap tezamen in woon- en werkruimten of nemen gezamenlijk deel aan activiteiten. Op grond van artikel 20, tweede lid, van de Pbw, kunnen gedetineerden worden verplicht zich gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen, in hun verblijfsruimte op te houden. In de reactie op het klaagschrift van 6 juli 2011 geeft de directeur aan dat indien de arbeid geen doorgang kan vinden de 18

19 gedetineerden de voor arbeid bestemde uren op de cel verblijven. Uitgangspunt dient te zijn dat gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verkeren, zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat er geen activiteiten zijn tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Nu de activiteit arbeid niet is doorgegaan en er op dat moment geen andere activiteit was voorzien, had de directeur de gedetineerden in de gelegenheid moeten stellen om zich vrijelijk in de woon- en werkruimten te bewegen. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om het ondervonden ongemak alsnog te compenseren. Het loon is doorbetaald en aan het ondervonden ongemak is voldoende tegemoet gekomen door de toekenning van een extra luchtmoment /2338/GA 28 november 2011 Pol, mr. U. van de Boone, mr. M. Woensel, mr. J.M.M. van Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Verlof incidenteel; Tegemoetkoming financieel Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting art. 21 en 26 Samenvatting: Afwijzing incidenteel verlof. Vluchtgevaar onvoldoende aannemelijk. Incidenteel verlof kan worden verleend voor kraambezoek en dat kan ook begeleid. Beslissing directeur genomen op gronden die deze niet kunnen dragen. Beroep van klager gegrond. Geen opdracht tot nieuwe beslissing. Tegemoetkoming 50,=. Rechtsoverwegingen: Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht. De AG bij het ressortsparket te Arnhem heeft aangegeven dat klager als vluchtgevaarlijk dient te worden aangemerkt. Die grond is tijdens klagers voorlopige hechtenis steeds door respectievelijk de rechtbank en het gerechtshof gehanteerd. Het enkele tijdsverloop maakt niet dat die grond nu niet meer zou bestaan. Indien tegen het uitdrukkelijke advies van de AG in alsnog incidenteel verlof zou worden toegestaan, dan dient de beveiliging zondanig te worden geregeld dat ontvluchting wordt uitgesloten. Het multidisciplinaire overleg van de locatie Norgerhaven heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofverlening. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 18 jaar met aftrek. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 31 augustus Vastgesteld kan worden dat klager is veroordeeld tot een lange vrijheidsstraf. De AG heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlening van incidenteel verlof in verband met het aanwezige vluchtgevaar. Dat vluchtgevaar staat overigens niet vermeld op de registratiekaart van klager, terwijl gesteld noch aannemelijk is geworden dat klager voorkomt op de lijst van gedetineerden met een vlucht- of maatschappelijk risico (de GVM-lijst). Nu dat vluchtgevaar, buiten de aanwezigheid van een executie-indicator, onvoldoende aannemelijk is geworden om als zelfstandige grond te dienen voor een afwijzing van een verzoek om incidenteel (begeleid) verlof, moet worden bezien of de 19

20 overige door de directeur aangevoerde gronden die afwijzing wel zouden kunnen dragen. De enkele omstandigheid dat klager tot een lange gevangenisstraf is veroordeeld kan die afwijzing niet dragen, nu dit wettelijk gezien geen beletsel behoeft te zijn voor het verlenen van incidenteel begeleid verlof. Resteert de vraag of het door klager aangevoerde doel voor dat verlof een toekenning van incidenteel begeleid verlof kan rechtvaardigen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dat het geval. Op grond van artikel 26 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor een kraambezoek aan de levenspartner en het pasgeboren kind. Blijkens de toelichting van de directeur was er geen medische noodzaak voor het bezoek noch van een zwaarwegend belang bij klager. Bij gebreke van een nadere feitelijke onderbouwing van die stellingen, moet dat standpunt van de directeur onvoldoende aannemelijk worden geacht. Een en ander in onderling en samenhang beziend komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de directeur is genomen op gronden die deze beslissing niet kunnen dragen. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven, het beklag dient alsnog gegrond te worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. Aan de directeur zal niet worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Die beslissing zou immers, gelet op het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de Regeling, niet meer kunnen leiden tot de toekenning van incidenteel verlof op gronden als verzocht. Medische complicaties zijn niet aannemelijk zijn geworden en de bevalling heeft zich langer dan veertien dagen geleden voorgedaan. De beroepscommissie acht, nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt, termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op 25,= /1510/GA 24 november 2011 Vegter, mr. P.C. Bauduin, mr. F.G. Rutten, mr. M.A.G. Dwarka, mr. S.S. (secr.) Beklagcommissie: beklagcommissie bij de p.i. Hoogeveen Disciplinaire straffen procedureel; Post Pbw art. 36, 37, 50 en 51 Samenvatting: Gelet op verkeerde tenaamstelling en adressering van post lag een onderzoek van de post voor de hand. Conclusie van directeur dat klager betrokken was bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde en veiligheid in de inrichting juist. Directeur heeft dit zelf geconstateerd, waardoor opmaken van verslag achterwege kan blijven. Beroep klager ongegrond. Rechtsoverwegingen: Op grond van artikel 51, eerste lid, onder a juncto artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur aan een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Indien de directeur zelf voornoemde feiten constateert, kan het opmaken van een verslag op grond van artikel 50, derde lid, van de Pbw achterwege blijven. Klager heeft een brief in een gesloten enveloppe 20

21 ter verzending aangeboden. Op de enveloppe heeft klager vermeld dat de geadresseerde een advocatenkantoor is, terwijl het adres van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zoetermeer is vermeld. Onderzoek van dit poststuk lag gelet op de tenaamstelling en adressering voor de hand en de beroepscommissie begrijpt dat het poststuk in verband daarmee ter hand gesteld is van de directeur. Na het openen van de enveloppe is vervolgens gebleken dat het aangeboden poststuk bestemd was voor een gedetineerde in de p.i. Zoetermeer. Op grond daarvan heeft de directeur toen geoordeeld dat klager betrokken was bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde en veiligheid in de inrichting. Dat oordeel acht de beroepscommissie juist nu door deze tenaamstelling en adressering de brief mogelijk ten onrechte als een geprivilegieerd poststuk wordt aangemerkt en valt onder een ander regime van controle op poststukken. Mede in het licht van de nadere informatie van de kant van de directeur is voldoende aannemelijk dat de directeur zelf heeft geconstateerd dat klager een poststuk verkeerd ter verzending heeft aangeboden. Het opmaken van een verslag kon derhalve achterwege blijven. Daaraan doet niet af dat in de beslissing tot strafoplegging de standaard zinsnede dat er verslag is opgemaakt is gehandhaafd nu dit moet worden beschouwd als een kennelijke vergissing. Hetgeen klager in beroep heeft aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie beslist als volgt /1440/GA 21 november 2011 Bauduin, mr. F.G. Moerings, prof.dr.mr. L.M. Wijte, mr. Th.E.M. Bruin, mr. S.A.H. de (secr.) Disciplinaire straffen procedureel; Activiteiten; Tegemoetkoming financieel Pbw art. 49, 51, 3 Samenvatting: Disciplinaire straf opgelegd door hoofd beveiliging. Beperkte aanwijzing als plaatsvervangend directeur is niet in overeenstemming met bedoeling van de wet. Beroep gegrond en tegemoetkoming 23,50. Klager heeft moeten luchten in luchtkooi terwijl beroepscommissie eerder heeft bepaald dat luchten in deze luchtruimte niet kan worden aangemerkt als verblijf in buitenlucht. Luchten in deze luchtkooi derhalve in strijd met de wet. Beklag alsnog gegrond. Nu klager van directeur tegemoetkoming heeft ontvangen wordt geen tegemoetkoming toegekend. Rechtsoverwegingen: Ten aanzien van a: In eerdere uitspraken van onder meer 22 maart 2011, (10/2839/GA), 12 juli 2010, (10/0884/ GA) en 15 juni 2010,(10/0175/GA) heeft de beroepscommissie geoordeeld dat een beperkte en tijdelijke aanwijzing van het hoofd beveiliging als toegevoegd managementlid of plaatsvervanger van de directeur niet toereikend is om bevoegdheid te verkrijgen om disciplinaire straffen op te leggen. Ter zitting is een aanwijzing van de Minister van Justitie overgelegd van 7 juni Daaruit blijkt dat het hoofd beveiliging van de p.i. Amsterdam is aangewezen als plaatsvervanger van de directeur als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Pbw. Tevens is vermeld dat het hoofd beveiliging een cursus detentierecht (voor directieleden) dient te volgen en dat de opgemaakte beslissingen tot het opleggen van disciplinaire straffen worden besproken met zijn directeur. De beroepscommissie is van oordeel dat een beperkte aanwijzing van het hoofd beveiliging 21

22 als plaatsvervangend directeur met uitsluitend de bedoeling het opleggen van disciplinaire straffen mogelijk te maken niet strookt met de bedoeling van de wet. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklag gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming van 23,50 toekennen. In haar uitspraak van 3 januari 2011, 10/1691/GA en 10/1745/GA, heeft de beroepscommissie anders geoordeeld nu het hoofd van het Penitentiaire Coördinatie- en Trainingscentrum (PCT) van de p.i. Breda, die bij besluit is aangewezen als plaatsvervanger van de directeur als bedoeld in artikel 3, derde lid, Pbw, ingevolge dat besluit ook feitelijk deel uitmaakt van het managementteam, de directie, van de p.i. Breda en tevens hoofd is van de zelfstandige eenheid PTC. In zoverre verschilt de situatie in die zaak van onderhavige zaak. Ten aanzien van b: In een eerdere uitspraak heeft de beroepscommissie geoordeeld dat een verblijf in deze luchtruimte niet kan worden aangemerkt als een verblijf in de buitenlucht als bedoeld in artikel 49 van de Pbw. Aan klager is aldus gedurende de tenuitvoerlegging van zijn disciplinaire straf een verblijf in de buitenlucht onthouden, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 49 van de Pbw. De wet kent de beroepscommissie niet de bevoegdheid toe om een verbod tot (toekomstig) gebruik van de luchtkooi uit te vaardigen. Benadrukt moet echter worden dat elk gebruik van de luchtkooi bij ongewijzigde omstandigheden in strijd met de wet is. De omstandigheid dat door de directeur enige financiële tegemoetkoming van 2,50 per dag wordt toegekend maakt dit niet anders. Gelet op het vorenstaande kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient dit onderdeel van het beklag alsnog gegrond te worden verklaard. Nu klager van de directeur een tegemoetkoming van 2,50 per dag heeft ontvangen zal de beroepscommissie geen tegemoetkoming toekennen. Voorts is ter zitting door de inrichting uitdrukkelijk verklaard dat in het vierde kwartaal van 2011 de luchtkooi zal worden verbouwd /4207/SGA 2 december 2011 Coumans, mr. A.G. Maes, mr. H.M.J.D. (secr.) Cameratoezicht; Schorsing procedureel Pbw art. 34a Samenvatting: Na beslissing van voorzitter waarbij schorsingsverzoek betreffende toepassing van cameratoezicht is toegewezen, heeft directeur beslist tot cameratoezicht gedurende de nacht. Vanuit gedragsdeskundig oogpunt geen noodzaak voor handhaving van cameratoezicht. Door directeur genoemde belangen onvoldoende feitelijk onderbouwd. Toewijzing van schorsingsverzoek. Rechtsoverwegingen: De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. 22

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 11/4146/GA 3 april 2012 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-3 Ontvankelijkheid formeel; Schorsing procedureel De beslissing van het personeel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nummer: betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/2 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-2 Zorgplicht wijze van Klager is op de luchtplaats (in de EBI) aangevallen blz. 9 11/2979/GA betrachten

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2011-8 Cameratoezicht Verlenging cameratoezicht. Klager wordt blz. 9 11/1688/GA verdacht van ernstig zedenmisdrijf.

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-2 08/2645/GA 19 februari 2009 Vermissing; Ontvankelijkheid formeel Vermissing van goederen na ontvluchting.

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/4 zie ook www.rsj.nl 1 2 10/0132/GA 20 april 2010 10/0263/GA 13 april 2010 09/3674/GA 6 april 2010 09/3243/GA 31 maart 2010 10/1113/SGA 21 april 2010 Persoonlijke verzorging

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012 nummer: 12/1813/GA en 12/1847/GA betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave, nummer: 13/2458/GA betreft: [klager] datum: 27 november 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt. nummer: betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2010-7 Verlof algemeen; Afwijzing verlofaanvraag. In dit geval kan niet worden blz. 10 10/1878/GA Tegemoetkoming

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5 zie ook www.rsj.nl 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2016-5 15/3875/GA 24 juni 2016 Onderzoek aan lichaam en kleding; Ontvankelijkheid materieel Art. 29 Pbw geeft

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-6 09/0105/GA 31 augustus 2009 Ontvankelijkheid materieel; Inzage in stukken/dossier; Disciplinaire straffen

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-6 15/1227/GA (eindbeslissing) 27 augustus 2015 Bevestigen mechanische middelen; Tegemoetkoming financieel

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, advocaat, klaagt erover dat zijn advocaatstagiaire op 18 mei 2009 geen toegang werd verleend tot de detentieboot Dordrecht, teneinde met verzoeker een telehoorzitting van

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-7 Disciplinaire straffen 09/1932/GA procedureel 6 oktober 2009 Het niet opnemen in de mededeling dat

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2012/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2012-8 Telefoon; Tegemoetkoming Klager ontvankelijk in klacht over blz. 11 12/1003/GA financieel opnemen telefoongesprekken.

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170 2 Aanleiding Verzoekster was werkzaam als tolk en verrichtte regelmatig

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2013/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2013-6 Urineonderzoek; Klager heeft voor detentie langdurig blz. 13 13/1788/GA Disciplinaire softdrugs gebruikt.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 17-06-2010 Zaaknummer 449782 / KG ZA 10-209 en 449790 / FA RK 10-696 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2014-1 Disciplinaire Omdat klager weigert plaats te blz. 9 13/3553/GA straffen aanleiding; nemen in meerpersoonscel

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/2 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-2 Urineonderzoek; Hoewel (aannemelijkheid van) bijgebruik Blz. 9 14/3408/GA Disciplinaire straffen in

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 nummer: 16/3691/GV betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: Auteur: -

Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: Auteur: - Page 1 of 5 Sancties. Tijdschrift over straffen en maatregelen, Rechtspraak Vindplaats: Sancties 2013/41 Bijgewerkt tot: 25-09-2013 Auteur: - Rechtspraak 19. Intrekking beklag mogelijk als bewust afstand

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 09/1933/GA 4 januari 2010 Ordemaatregel aanleiding; Ordemaatregel afzondering; Bezoek Aanwijzingen dat klager contrabande had ingeslikt rechtvaardigen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/1 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-1 14/3581/GA 30 december 2014 14/3526/GA 22 december 2014 14/3416/GA 22 december 2014 Bezoek; Ordemaatregel

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave Jurisprudentiebulletin 2014-3 Telefoon; Afschaffing advocatentelefoon, waardoor 14/0156/GA Datum uitspraak: 9 april 2014 Ontvankelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3

Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3 Jurisprudentiebulletin RSJ 2010 / 3 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/3 zie ook www.rsj.nl 1 2 09/3341/GA Persoonlijke verzorging; Nu beklag ziet op uitvoering van algemene regel (verstrekking van halalmaaltijden)

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 april 2014

betreft: [klager] datum: 8 april 2014 nummer: 13/3859/GA betreft: [klager] datum: 8 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3. zie ook WWW.RSJ.NL

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3. zie ook WWW.RSJ.NL Jurisprudentie-bulletin RSJ 2008/3 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2008-3 07/2599/GA 26 maart 2008 Voorwerpen op cel; Ontvankelijkheid materieel Klager ontvankelijk in zijn beklag

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2010/5 zie ook www.rsj.nl 1 2 10/0246/GA 23 augustus 2010 10/0786/GA 14 juli 2010: 10/0964/GA 12 juli 2010 09/3061/GA 12 juli 2010 10/0537/GA 12 juli 2010 10/0068/GA 21 juni

Nadere informatie

I. Ten aanzien van de niet verzonden brieven en niet uitgereikte kaart

I. Ten aanzien van de niet verzonden brieven en niet uitgereikte kaart Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de directeur van de P.I. Nieuwersluis op 27 april 2008 twee brieven die nadrukkelijk voor haar advocaat waren bestemd, heeft achtergehouden zonder daarvan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [...

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [... nummer: 13/2217/GA en 13/2264/GA betreft: [klager] datum: 30 september 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4. zie ook

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4. zie ook Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/4 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-4 08/3214/GA 7 mei 2009 Gedogen geneeskundige handeling; Hoorplicht; Informatieplicht; Tegemoetkoming financieel

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2014/7 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2014 7 Arbeid en Pbw biedt geen basis voor een algemene Blz. 7 14/2025/GA werkzaamheden; uitzondering op de

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport Rapport over een klacht betreffende de Inspectie voor de Gezondheidszorg Bestuursorgaan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum: 13 oktober 2011 Rapportnummer: 2011/296 2 Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413 ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 08-05-2012 Datum publicatie 04-06-2012 Zaaknummer 11/2280 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3961

ECLI:NL:GHDHA:2014:3961 pagina 1 van 7 ECLI:NL:GHDHA:2014:3961 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-12-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.152.700-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/8

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/8 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2015/8 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2015-8 15/2777/GA 30 november 2015 Post Usb-stick met dossierstukken afkomstig van advocaat aan te merken

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5. zie ook

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5. zie ook Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/5 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-5 08/3075/GA 2 juni 2009 Ordemaatregel aanleiding; Ordemaatregel uitsluiting deelname activiteiten 1. Circulaire

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1283

ECLI:NL:CRVB:2017:1283 ECLI:NL:CRVB:2017:1283 Instantie Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4862 ANW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende:

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende: Beslissing Mw. A. - B. Per brief van 31 juli 2003 richt mw. A. (hierna A.) zich tot de Raad van Toezicht voor Octrooigemachtigden (hierna de Raad) met een klacht wegens niet geleverde diensten en het hiervoor

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/6

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/6 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2011/6 zie ook www.rsj.nl 1 2 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2011-6 11/1156/GA 18 augustus 2011 Geld of rekening-courant De tijd tussen het overboeken van het saldo van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 nummer: 16/3931/TA en 16/3975/TA betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen

Nadere informatie

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4

Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4 Jurisprudentie-bulletin RSJ 2017/4 zie ook www.rsj.nl Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Jurisprudentiebulletin 2017 / 4 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2017-4 Zaaknummer: 17/0616/GA

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73

Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73 Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 5 januari 1994 Partijen : Appellanten tegen Christelijke Hogeschool Noord-Nederland Trefwoorden : bevoegdheid voorzitter

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 Nummer: Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 nummer: 13/3550/GA (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60004 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie