betreft: [klager] datum: 13 februari 2017
|
|
- Lodewijk van der Velde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 nummer: 16/3931/TA en 16/3975/TA betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van twee bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. J.T. Willemsen, namens [ ], verder te noemen klager, gericht tegen twee uitspraken van 22 november 2016 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 10 januari 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.T. Willemsen en, namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [ ], jurist. Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: 1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie Het beklag betreft: a. schending van klagers recht op omgang met zijn echtgenoot door hem in een andere longstayvoorziening te plaatsen dan die in Zeeland waar zijn echtgenoot verblijft (PV 2016/045) b. het ontbreken van een bezoekregeling met klagers echtgenoot (PV 2016/046). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven. 2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het gaat om twee echtgenoten die door de omstandigheden en de wetgeving structureel uit elkaar zijn gehaald en worden beknot in de mogelijkheid om invulling te geven aan hun huwelijk. Uit artikel 8 EVRM volgt een positieve verplichting om klager in de gelegenheid te stellen zijn relatie te onderhouden. De beklagcommissie motiveert onvoldoende waarom de inbreuk op het recht op family-life door klagers overplaatsing van Vught naar Nijmegen gerechtvaardigd kan worden door hetgeen de inrichting heeft aangedragen. Niet is getoetst aan de correcte criteria van artikel 8, tweede lid, EVRM, nu enkel de individuele belangen van klager tegen de algemene belangen van de bewoners van de locatie Zeeland zijn afgewogen. Daarnaast is geen eigen toets uitgevoerd met betrekking tot de (on)mogelijkheid om klager in de locatie Zeeland te plaatsen. Door de inrichting wordt niet concreet onderbouwd,
2 maar slechts aangenomen dat het verblijf van klager op die afdeling in Zeeland problemen zal opleveren voor de andere bewoners van die afdeling. Klager en zijn echtgenoot zijn niet gewelddadig. Er is ook nooit sprake geweest van geweld tussen hen beiden. Feit is dat klager eerder in Zeeland heeft verbleven. Feit is ook dat de Raad in zijn advies Risico s en knelpunten in de longstay vanwege de monopoliepositie van de Pompestichting wat betreft longstayvoorzieningen de suggestie heeft gedaan om over te gaan tot proefplaatsingen elders op grond van artikel 13 Bvt. Het is voor klager en zijn echtgenoot het proberen waard tot een dergelijke proefplaatsing over te gaan. Als het lukt is veel gewonnen. Als het niet goed uitpakt, kan klager alsnog in een andere longstayvoorziening dan zijn echtgenoot worden geplaatst. Inmiddels is wel een omgangsregeling tot stand gekomen, waarvoor incidenteel verlof wordt aangewend. De eerste keer vindt plaats op 20 januari 2017 en deze keer op kosten van de inrichting. Klager handhaaft wel zijn beroep betreffende dit onderdeel van het beklag, omdat de inrichting lange tijd ten onrechte zich niet proactief heeft opgesteld om een omgangsregeling tot stand te brengen. Klager heeft, anders dan de inrichting stelt, wel enige medewerking verleend om tot enige samenwerking ter vervulling van de door de inrichting gestelde voorwaarden te komen. Meningsverschillen daarover zijn niet onoverkomelijk maar zijn door de inrichting steeds als argument gebruikt om een omgangsregeling te kunnen weigeren. Nu door de inrichting alleen algemene voorwaarden zijn gesteld, kan niet worden geoordeeld dat sprake is geweest van een toelaatbare inbreuk als bedoeld in artikel 8, tweede lid, EVRM. Er zijn grote beperkingen als er alleen een omgangsregeling is. Omgang tussen beiden kan gemakkelijker gerealiseerd worden als klager en zijn echtgenoot op dezelfde locatie gehuisvest zijn. Klager heeft daaraan nog toegevoegd dat, als hij niet naar de locatie Zeeland kan, zijn echtgenoot bereid is om mee te werken aan diens overplaatsing naar de longstayafdeling in Nijmegen waar klager verblijft. Als de inrichting ook daaraan niet wil meewerken, zou, gelet op de monopoliepositie van de Pompestichting, een andere kliniek geopend moeten worden of aangewezen moeten worden waar klager en zijn echtgenoot dan zouden kunnen verblijven. Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op basis van behandelinhoudelijke overwegingen is beslist naar welke locatie van de Pompestichting de bewoners van de te sluiten afdeling in Vught moesten worden overgeplaatst. De inrichting heeft voldoende duidelijk gemaakt waarom klager naar de longstayafdeling in Nijmegen is overgeplaatst. Verwezen wordt in dat verband naar de informatie over de overplaatsingen en een afgebroken observatieplaatsing van klager in de zich bij de stukken bevindende memo van 18 oktober 2016 van de heer B., clustermanager patiëntenzorg van de Pompestichting. Klagers problematiek laat niet toe dat hij in Zeeland wordt geplaatst. Andersom zal ook voor klagers echtgenoot gelden dat hij vanwege zijn problematiek niet in Nijmegen kan worden geplaatst. De inrichting heeft zich voldoende ingezet om tot een bezoekregeling te komen, maar klager kon zich telkens niet vinden in de daaraan gestelde voorwaarden. Opvallend is dat klager in de locatie Nijmegen minder strijdlustig is. De inrichting moet de belangen van de bewoners van de locatie Zeeland net zo wegen als de belangen van klager. Zij kan klagers belangen niet boven die van de 2
3 bewoners van die afdeling plaatsen. 3. De beoordeling Klager is naar de afdeling LFPZ (langdurige forensische psychiatrische zorg) Niers in Nijmegen overgeplaatst en stelt dat daardoor sprake is van een ongerechtvaardigde inbreuk op zijn recht op family-life ex artikel 8 EVRM, omdat de staat blijkens uitspraken van het EHRM een positieve verplichting heeft concreet invulling te geven aan family life en er geen goede reden is gegeven om hem niet over te plaatsen naar de locatie Zeeland (niet dezelfde afdeling) waar zijn echtgenoot verblijft. Voorts is inmiddels een bezoekregeling tot stand gekomen, maar heeft de inrichting volgens klager zich lange tijd onvoldoende proactief ingezet op het tot stand komen daarvan door het blijven stellen van onredelijke voorwaarden aan onderling bezoek. De beslissingen klager niet in dezelfde locatie van de inrichting te plaatsen als zijn echtgenoot en voorwaarden te stellen aan een onderlinge bezoekregeling vormen een inbreuk op klagers recht op privacy en klagers recht op family life als bedoeld in artikel 8, eerste lid, EVRM. Naar het oordeel van de beroepscommissie vormen de bestreden beslissingen gerechtvaardigde beperkingen op deze rechten, nu daarvoor een wettelijke grondslag bestaat en de beperkingen noodzakelijk zijn met het oog op één van de in artikel 8, tweede lid, EVRM genoemde belangen (te weten onder meer: ter voorkoming van wanordelijkheden en strafbare feiten, ter bescherming van de gezondheid of de goede zeden of ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen). Klager en zijn echtgenoot verblijven allebei op een LFPZ voorziening van de Pompestichting. Tot 10 november 2016 heeft klager verbleven op de gesloten afdeling 2F in Vught, waarna hij intern werd overgeplaatst naar de afdeling LFPZ Niers te Nijmegen. Klagers echtgenoot verblijft op de locatie Zeeland. De wettelijke grondslag voor interne (over)plaatsing van verpleegden is gelegen in artikel 16, eerste lid, tweede volzin, Bvt, waarin staat dat het hoofd van de inrichting iedere verpleegde een persoonlijke verblijfsruimte toewijst. In artikel 16a, aanhef en onder a, Bvt staat dat behandeling alleen plaatsvindt volgens een behandelingsplan. In artikel van de huisregels van de Pompestichting staat verder dat de verpleegde ter uitvoering van zijn verplegings- en behandelingsplan kan worden (over)geplaatst in (naar) een afdeling binnen één van de locaties van de Pompestichting. Naar de inrichting heeft aangevoerd, is klager vanwege zijn sterke en voortdurende persoonlijkheidsproblematiek en dwingend gedrag minder groepsgeschikt en heeft hij een duidelijke indicatie voor de afdeling LPZF Niers in Nijmegen die, evenals destijds de gesloten afdeling 2F te Vught, is gespecialiseerd in de verpleging van patiënten zoals klager. Dwingend gedrag van klager levert op de afdeling LFPZ Niers volgens de inrichting geen grote risico s op voor de orde en veiligheid binnen die afdeling doordat de medepatiënten psychisch opgewassen zijn tegen de druk die klager kan uitoefenen en doordat het personeel speciaal getraind is in de omgang met patiënten zoals klager. Verder is door de inrichting aangevoerd dat klager eerder in de locatie Zeeland heeft verbleven en dat klager vrij snel moest worden overgeplaatst naar afdeling 2F in Vught, omdat klagers psychopathologie moeilijk in Zeeland bleek te bejegenen; er spanningen ontstonden in de verhoudingen met de andere bewoners die daarop psychisch ontregelden; er sprake was van een 3
4 toenemende verstoring van de orde en veiligheid binnen de inrichting en klager niet het vermogen had daar rekening mee te houden. Plaatsing van klager in de locatie Zeeland houdt daarom volgens de inrichting met een grote mate van waarschijnlijkheid in dat daar wederom de orde en veiligheid in het geding zullen komen nu daar te veel te kwetsbare patiënten zijn om klager daar tussen te plaatsen. De beroepscommissie stelt vast dat die eerdere plaatsing weliswaar van 2006 dateert, maar dat ook de laatste plaatsing van klager, in de Van der Hoeven Kliniek in 2015/2016, op een mislukking is uitgelopen. In het licht van de op de overheid rustende positieve en negatieve verplichtingen die aan artikel 8 EVRM kunnen worden ontleend, heeft de inrichting in redelijkheid meer belang mogen hechten aan klagers pathologie en behandelinhoudelijke overwegingen ten aanzien van hemzelf en die van de bewoners van de locatie Zeeland boven klagers belang om in dezelfde locatie als zijn echtgenoot te worden geplaatst. Bovendien is dit gelet op de door de inrichting gegeven inlichtingen ook noodzakelijk in het belang van de handhaving van belangen, genoemd in dat tweede lid van artikel 8 EVRM. Met betrekking tot het stellen van voorwaarden aan een bezoekregeling heeft de beroepscommissie betreffende een eerder beroep van klager bij RSJ 25 november 2015, 15/1943/TA overwogen dat: de voorwaarde van openheid van klager en zijn partner over hun relatie die door de inrichting steeds is gesteld om te kunnen inschatten of onderling bezoek kan worden toegestaan, is gebaseerd op de wet, nl. artikel 37 Bvt: in hun geval moet een verlofmachtiging worden aangevraagd nu klager en zijn partner elk in een andere locatie van de inrichting verblijven. Daarbij gaat het erom of dat bezoek verantwoord is te achten met het oog op de veiligheid van de partner van klager binnen de relatie en daarmee op de orde en veiligheid in de locatie van de inrichting waar het bezoek plaatsvindt. Daarmee is het stellen van de bedoelde voorwaarde aan het mogelijk maken van bezoek niet alleen niet onredelijk op de hierboven genoemde gronden, maar op dezelfde gronden ook noodzakelijk in het belang van de handhaving van belangen, genoemd in dat tweede lid van artikel 8 EVRM, en van de belangen genoemd in artikel 37, derde en/of vierde lid in verbinding met artikel 35, derde lid, Bvt (onder meer het belang van de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen en goederen; het belang van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting, en het belang van voorkoming van strafbare feiten). De enkele omstandigheid dat klager tot voor kort zich steeds tegen de - niet onredelijke en in bovenbedoelde zin noodzakelijke - voorwaarden heeft verzet en zich niet aan gestelde gedragsafspraken heeft willen houden, maakt niet dat gezegd kan worden dat de inrichting zich onvoldoende heeft ingezet om een bezoekregeling tot stand te laten komen. De beroepen zullen derhalve ongegrond worden verklaard. 4. De uitspraak De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden. 4
5 Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. J.P. Meesters, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 13 februari w.g. E.W. Bevaart secretaris w.g. N. Jörg voorzitter 5
betreft: [klager] datum: 8 september 2014
nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 2 februari 2015
nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij
Nadere informatieHANDLEIDING ANONIMISEREN UITSPRAKEN BEROEPSCOMMISSIE = Welke gegevens anonimiseren
HANDLEIDING ANONIMISEREN UITSPRAKEN BEROEPSCOMMISSIE Welke gegevens anonimiseren Namen Namen van natuurlijke personen in uitspraken worden geanonimiseerd, d.w.z. van procederende partijen, (mede-) gedetineerden,
Nadere informatieBetreft: [klager] datum: 25 augustus 2015
Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 15 december 2010
nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatiebetreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
nummer: betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 28 oktober 2014
nummer: 14/2492/TA betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 14 juli 2014
nummer: 14/1140/GA betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,
nummer: 13/2458/GA betreft: [klager] datum: 27 november 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieBetreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieJurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5
Jurisprudentie-bulletin RSJ 2016/5 zie ook www.rsj.nl 1 Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2016-5 15/3875/GA 24 juni 2016 Onderzoek aan lichaam en kleding; Ontvankelijkheid materieel Art. 29 Pbw geeft
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,
nummer: 16/4060/GA en 16/4062/GA betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 24 november 2014
nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 19 september 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught en van
nummer: 17/282/GA en 17/358/GA betreft: [klager] datum: 19 september 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 13 mei 2014
nummer: 13/3550/GA (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 27 maart 2017
nummer: 16/3691/GV betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 8 april 2014
nummer: 13/3859/GA betreft: [klager] datum: 8 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieJurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2. zie ook WWW.RSJ.NL
Jurisprudentie-bulletin RSJ 2009/2 zie ook WWW.RSJ.NL Inhoudsopgave jurisprudentiebulletin 2009-2 08/2645/GA 19 februari 2009 Vermissing; Ontvankelijkheid formeel Vermissing van goederen na ontvluchting.
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1318
ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,
Nadere informatieOp grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 12/1964/GA-eindbeslissing betreft: [ ] datum: 17 april 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het
Nadere informatieCR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht
Nadere informatieUitspraak /1/A2
Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 12 augustus 2015
nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1856
ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieNoot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatievanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieUitspraak /1/A2 en /1/A2
Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 3 december 2013 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 13/2585/GA betreft: [klager] datum: 3 december 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:
Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatievanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:492
ECLI:NL:CRVB:2017:492 Instantie Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3002 WLZ Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:1221
ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP
CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder
Nadere informatiealsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
nummer: 11/3312/TR betreft: [klager] datum: 3 mei 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieCBE-1142 (030)
CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590
ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
nummer: betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieBetreft: [klager] datum: 23 november 2016
Nummer: Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van
Nadere informatieA, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:425. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:RVS:2017:425 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 15-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507591/1/A2, 201507593/1/A2
Nadere informatieBeslissing in de zaak onder nummer C van:
c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing
Nadere informatie* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012
: * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 0 4 4 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam], appellant tegen de Raad van
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieLJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4670
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieDE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201111776/1/V1. Datum uitspraak: 13 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2004:AR3508
ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 14 augustus 2015
nummer: 15/2552/GV eindbeslissing betreft: [klager] datum: 14 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2001:AB0533
ECLI:NL:CBB:2001:AB0533 Instantie Datum uitspraak 06-03-2001 Datum publicatie 04-07-2001 College van Beroep voor het bedrijfsleven Zaaknummer AWB 99/423 & 99/424 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieBij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. ADVIES
107518 - Bij voorwaardelijke bevordering moet de school contact met ouders houden over de resultaten van de leerling. inzake de klacht van: ADVIES de heer en mevrouw A te B, ouders van C, leerling van
Nadere informatieUitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht
ECLI:NL:GHSHE:2015:5019 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 03-12-2015 Datum publicatie 04-12-2015 Zaaknummer F 200 170 080_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Nadere informatievan het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden
U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,
Nadere informatie1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2017-024 d.d. 3 juli 2017 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten Cate,
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 29 oktober 2012
nummer: 12/1813/GA en 12/1847/GA betreft: [klager] datum: 29 oktober 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],
Nadere informatieOnderwerp Uitspraak Raad van State d.d. 25 mei 2011 op het verzet van P.M. van Dijk e.a. te Elshout
Zaaknummer: OLOGJvB11 Onderwerp Uitspraak Raad van State d.d. 25 mei 2011 op het verzet van P.M. van Dijk e.a. te Elshout Collegevoorstel Inleiding In uw vergadering van 22 februari 2011 heeft u kennis
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatie- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;
RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever
107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2013:7717
ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11-06-2013 Datum publicatie 16-07-2013 Zaaknummer 443058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4 0 9 4
U I T S P R A A K 1 4 0 9 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie Aziëstudies, verweerder 1. Ontstaan en
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Nadere informatie