Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Agentschap Senter

Transcriptie

1 EZ Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Agentschap Senter 20 december 2001 Agentschap Senter De algemeen directeur van Senter, Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ; Besluit: 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. directeur: de algemeen directeur van Senter; b. opdracht: een te onderscheiden verzameling van samenhangende werkzaamheden als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit agentschap Senter; c. groepsmanager: manager van een lijn- of stafafdeling die deel uit maakt van het management team van Senter en rechtstreeks ressorteert onder de directeur; d. hoofd van een stafafdeling: manager van een stafafdeling die rechtstreeks ressorteert onder de directeur of een groepsmanager; e. opdrachtleider: manager die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een of meer opdrachten en ressorteert onder een groepsmanager; f. clusterleider: manager die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een deel van een opdracht en ressorteert onder een opdrachtleider; g. IOP-secretaris: secretaris van een programmacommissie als bedoeld in de Subsidieregeling innovatiegerichte onderzoeksprogramma s; h. vakgroepleider: medewerker die verantwoordelijk is voor de werkzaamheden van een vakgroep en voor die taak ressorteert onder een groepsmanager; i. medewerker: medewerker van Senter; j. fiscaal besluit: besluit of renseignement inzake een fiscale voorziening; k. programmaovereenkomst: privaatrechtelijke rechtshandeling inzake een beleidsprogramma; l. uitvoeringsverplichting: privaatrechtelijke verplichting die niet voortvloeit uit een subsidiebesluit, fiscaal besluit of programmaovereenkomst, en die: ten laste van de reguliere exploitatie van Senter wordt verantwoord, of als out of pocket kosten gedeclareerd wordt bij een opdrachtgever; m. bedrag: bedrag exclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW). Artikel 2 1. Indien bij een ondermandaat, volmacht of machtiging een maximum bedrag is vastgesteld, wordt dat maximum bedrag toegepast per (rechts-) handeling. 2. Een aan een medewerker verleend(e) ondermandaat, volmacht of machtiging heeft geen betrekking op het afdoen van stukken, waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan, indien: a. de stukken door de medewerker zelf zijn opgesteld; b. in het geval van uitvoeringsverplichtingen, het door de directeur vaststelde budget wordt overschreden. 3. Een aan een medewerker verleend ondermandaat heeft geen betrekking op het beslissen op een bezwaarschrift, indien de medewerker bij de inhoudelijke besluitvorming van het bestreden besluit betrokken is geweest. 4. Beslissingen waarbij het ernstige vermoeden bestaat dat deze zullen leiden tot een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, zijn voorbehouden aan de opdrachtleiders, hoofden van stafafdelingen, groepsmanagers of de directeur. 2. P&O aangelegenheden Artikel 3 1. Aan de directeur is voorbehouden het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen inzake de detachering van medewerkers bij Senter, de inhuur van uitzendkrachten alsmede het aangaan van stageovereenkomsten, met uitzondering van de uitvoeringshandelingen die hij aan het hoofd van de stafafdeling Personeel en Organisatie heeft opgedragen. 2. Aan de groepsmanagers wordt, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor: a) het beslissen op een verzoek om wijziging van werktijden van een medewerker; b) het beslissen op een aanvraag in het kader van de geldende regels inzake scholingsfaciliteiten voor medewerkers van Senter, inclusief het verlenen van studieverlof; c) het instemmen met deelname aan een PC-privéregeling overeenkomstig het daarvoor geldende reglement; d) het afdoen van beslissingen inzake het Vervoersmanagementplan; e) het accorderen van buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties buitenland, met uitzondering van gevallen waarbij sprake is van een gezamenlijke dienstreis van twee of meer medewerkers. 3. Aan de groepsmanagers, de opdrachtleiders en de hoofden van stafafdelingen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor: a) het verlenen van vakantie; b) het verlenen van kort buitengewoon verlof; c) het verlenen van zwangerschapsen bevallingsverlof; d) het accorderen van binnenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties binnenland; e) het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot het aantrekken van uitzendkrachten. 4. Voor zover uit het tweede en derde lid financiële verplichtingen voortvloeien, is ondermandaat, volmacht en machtiging beperkt tot: a) voor een groepsmanager, een bedrag van ten hoogste , dan wel tot 1 januari 2002, ten hoogste f ; b) voor een opdrachtleider of een hoofd van een stafafdeling, een Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 1

2 bedrag van ten hoogste 5 000, dan wel tot 1 januari 2002, ten hoogste f Aan het hoofd van de stafafdeling Personeel & Organisatie wordt voorts ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor uitvoeringshandelingen als bedoeld in het eerste en tweede lid, onder b, waartoe opdracht is verkregen van de directeur respectievelijk een groepsmanager. 6. Aan een medewerker van de afdeling Personeel & Organisatie kan volmacht worden verleend voor het accorderen van reiskostendeclaraties van sollicitanten voor een bedrag van ten hoogste 125, dan wel tot 1 januari 2002, ten hoogste f Ondermandaat, volmacht en machtiging inzake subsidiebesluiten, programmaovereenkomsten, fiscale besluiten en uitvoeringsverplichtingen Artikel 4 Het in de artikelen 5 tot en met 11 bepaalde met betrekking tot subsidiebesluiten is van overeenkomstige toepassing op programmaovereenkomsten en op fiscale besluiten. Artikel 5 1. Aan de groepsmanagers wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging voor de aangelegenheden op zijn werkterrein verleend, met uitzondering van: a. beslissingen ten aanzien van subsidiebesluiten, waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f ; b. beslissingen ten aanzien van uitvoeringsverplichtingen, waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Aan de groepsmanagers is, ieder voor zijn werkterrein, voorbehouden het nemen van besluiten inhoudende: a. een volledige afwijzing, indien het afgewezen bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f , of b. een gedeeltelijke afwijzing, indien het afgewezen bedrag hoger is dan het toegewezen bedrag en het afgewezen bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten inhoudende het niet in behandeling nemen van een aanvraag. Artikel 6 1. Aan de opdrachtleiders wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor de aangelegenheden op zijn werkterrein, met uitzondering van: a) beslissingen ten aanzien van subsidiebesluiten, waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f ; b) beslissingen ten aanzien van uitvoeringsverplichtingen, waarvan het bedrag hoger is dan 5 000, dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f De opdrachtleider ondertekent stukken voor wat betreft de aanduiding van zijn functie met de titel manager gevolgd door de citeertitel of de voluit geschreven naam van de desbetreffende opdracht. Artikel 7 Aan de clusterleiders wordt, ieder voor zich, ondermandaat en machtiging verleend voor beslissingen inzake subsidiebesluiten op zijn werkterrein met uitzondering van beslissingen waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Artikel 8 1. Aan de hoofden van stafafdelingen wordt, ieder voor zich, voor zijn werkterrein ondermandaat, volmacht en machtiging verleend, met uitzondering van verplichtingen, waarvan het bedrag hoger is dan , d an wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Aan het hoofd van de stafafdeling Juridische Zaken wordt voorts ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met uitzondering van beslissingen waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Aan de hoofden van de afdeling Communicatie, de afdeling Informatisering en Automatisering en de afdeling Facilitair Bedrijf wordt, ieder voor zich, tevens volmacht en machtiging verleend voor het uitvoeren van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan privaatrechtelijke rechtshandelingen, niet behorend tot zijn werkterrein, waarvoor hij opdracht heeft gekregen van een medewerker. Artikel 9 Aan een medewerker kan ondermandaat en machtiging worden verleend voor het nemen van subsidiebesluiten, met uitzondering van beslissingen: a. waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f ; b. die betrekking hebben op geheel of gedeeltelijke intrekking van eerdere besluiten of op terugvordering van eerder verstrekte gelden; c. die qua motivering of afhandelingslijn afwijken van vastgelegd of normaal binnen Senter gevoerd uitvoeringsbeleid. Artikel Aan een medewerker kan volmacht en machtiging worden verleend voor uitvoeringsverplichtingen met uitzondering van beslissingen waarvan het bedrag hoger is dan 2 500, dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Aan de vakgroepleiders en de IOPsecretarissen wordt volmacht en machtiging verleend als bedoeld in het eerste lid. Artikel Aan een stafjurist kan ondermandaat, volmacht en machtiging worden verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met uitzondering van beslissingen waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Aan een jurist kan ondermandaat, volmacht en machtiging worden verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met uitzondering van beslissingen: a. die qua motivering of afhande- Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 2

3 lingslijn afwijken van vastgelegd beleid of normaal binnen Senter gevoerd uitvoeringsbeleid, of b. waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f Artikel In afwijking van de artikelen 5 tot en met 11 zijn voor fiscale besluiten inzake de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor volksverzekeringen (WVA), de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk en artikel 3.42 van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 alsmede de nadere regels die daarvoor zijn gesteld in de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek, de hieronder vermelde maximum bedragen van toepassing in plaats van de bedragen die gelden voor subsidiebesluiten. Functionaris Artikel Bedrag Groepsmanagers 5, eerste lid, onder a, en tweede lid f Opdrachtleiders 6, eerste lid, onder a f Clusterleiders f Hoofd van de stafafdeling Juridische Zaken 8, tweede lid f Stafjuristen 11, eerste lid f Medewerkers f Juristen 11, tweede lid f Voor fiscale besluiten inzake de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor volksverzekeringen (WVA) en de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk: a. heeft, in afwijking van het eerste lid, de clusterleider geen mandaat en machtiging voor beslissingen waarbij een financiële verplichting wordt aangegaan waarvan het bedrag hoger is dan , dan wel tot 1 januari 2002, hoger is dan f ; b. hebben de clusterleiders, in afwijking van artikel 7, en de medewerkers die gemandateerd zijn op grond van artikel 9, in afwijking van dat artikel, mandaat en machtiging voor besluiten inhoudende intrekking en wijziging voor zover ten aanzien van het oorspronkelijke besluit geen wijziging optreedt met betrekking tot de financiële omvang van de beslissing. 3. Bij de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen en de Milieu- InvesteringsAftrek wordt het maximum bedrag van ondermandaat of machtiging als genoemd in de artikelen 5, eerste lid, onder a, en tweede lid, 6, eerste lid, onder a, 7, 8, tweede lid, 9 en 11, eerste en tweede lid, gerelateerd aan het netto fiscale voordeel, met dien verstande dat bij een investering die op grond van beide regelingen in aanmerking komt, het door cumulatie ontstane netto fiscale voordeel als grondslag dient. 4. Vervanging Artikel De uit dit besluit voor een groepsmanager voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op de directeur of een andere door de directeur aangewezen groepsmanager. 2. De uit dit besluit voor andere dan de in het eerste lid genoemde medewerkers voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op: a. hun plaatsvervanger; b. indien er geen plaatsvervanger benoemd is of indien deze ook afwezig is, zijn leidinggevende. Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 3

4 5. Slotbepalingen 1. Op mandaat, volmacht en machtiging dat door andere bestuursorganen dan de Minister van Economische Zaken is verleend aan de directeur met inbegrip van recht van vervanging aan onder hem ressorterende functionarissen, is dit besluit van overeenkomstige toepassing. 2. Het hoofd van de stafafdeling Juridische Zaken draagt zorg voor: a. een openbaar register van de verleende (onder)mandaten, volmachten en machtigingen bij Senter; b. een actueel overzicht van de verleende (onder)mandaten, volmachten en machtigingen bij Senter op de internet site van Senter alsmede voor plaatsing van de tekst van dit besluit op deze site; c. verzending van afschriften als bedoeld in artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ. 3. Ondermandaat, volmacht of machtiging dat afzonderlijk is verleend op grond van de Mandaatbeschikking agentschap Senter wordt beschouwd als mandaat op grond van het onderhavige besluit volgens onderstaand schema: Omschrijving Mandaatbeschikking Besluit ondermandaat, agentschap Senter volmacht en machtiging Agentschap Senter Stafjurist 9, eerste lid 11, eerste lid Jurist 9, tweede lid 11, tweede lid Gemandateerd medewerker voor opdrachten 7, eerste lid 9 Gemandateerd medewerker voor uitvoeringsverplichtingen 7, tweede lid, en 10 10, eerste lid Artikel 14 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Artikel 15 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Agentschap Senter. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 20 december Algemeen directeur, H.F.G. Geijzers. Toelichting Algemeen Bij besluit van 29 maart j.l is door de Minister van Economische Zaken een nieuw Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ vastgesteld, waarin mandaat, volmacht en machtiging wordt verleend aan de secretarisgeneraal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de hoofden van dienst, waaronder de algemeen directeur van Senter. Onderdeel van de bevoegdheid van de algemeen directeur van Senter is het recht om ondermandaat, volmacht en machtiging te geven aan zijn ondergeschikten. Het onderhavige besluit voorziet daarin en komt in de plaats van de Mandaatbeschikking agentschap Senter. In het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ en het onderhavige besluit wordt bij het verlenen van mandaat steeds het verlenen van volmacht en van machtiging voor het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling mede betrokken. Daartoe noopte de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die met ingang van 1 januari 1998 in werking is getreden. Daarbij zijn onder meer bepalingen over mandaat, machtiging en volmacht (artikelen 10:1 tot en met 10:12) ingevoerd. In de oude Mandaatregeling 1988 was niet voorzien in volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke handelingen en machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, zoals artikel 10:12 Awb voorschrijft. Het nieuwe Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ, en in navolging daarvan het onderhavige besluit, voorziet daar wel in. Onder mandaat wordt ingevolge artikel 10:1 Awb verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit is ingevolge artikel 1:3 Awb: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. De Minister van Economische Zaken is een bestuursorgaan. Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een voorbeeld daarvan is het sluiten van een overeenkomst. De gevolmachtigde handelt niet namens een (bestuurs)orgaan, zoals bij mandaat, maar namens een rechtspersoon. Het Ministerie van Economische Zaken is géén rechtspersoon. Dat is in dit geval de Staat der Nederlanden. Overeenkomsten worden dus aangegaan door de Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken. Is volmacht verleend, dan wordt getekend door de gevolmachtigde ambtenaar, namens de minister. Volmacht is geregeld in Boek 3, titel 3, van het Burgerlijk Wetboek (BW). De daarin opgenomen bepalingen gelden echter voor volmacht aan ondergeschikten van de minister slechts voor zover zij niet in strijd zijn met de artikelen 10:2 t/m 10:11 Awb. Bij andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling kan gedacht worden aan niet-schriftelijke beslissingen en aan feitelijke handelingen. Voorbeelden daarvan zijn: het opmaken en verzenden van andere schriftelijke stukken dan besluiten, het in ontvangst nemen of uitreiken van stukken en het doen van mededelingen. De verlening van mandaat, volmacht en machtiging in dit besluit kan uiteraard alleen betrekking hebben op aangelegenheden ten aanzien waarvan de algemeen directeur van Senter bevoegd is op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ. Daaruit vloeit een aantal beperkingen op het mandaat van de algemeen directeur voort. Dat geldt ook Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 4

5 voor de bepalingen in de Awb over mandaat. Een en ander brengt met zich mee, dat de artikelen 3 en 4 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ mede van toepassing zijn op ondermandaat, volmacht en machtiging ingevolge het onderhavige besluit. Dat betekent dat ook voor ondermandaat geldt dat het zich niet kan uitstrekken tot aangelegenheden die aan de minister zijn voorbehouden, dat het te allen tijde kan worden ingetrokken, dat de mandaatgever altijd bevoegd blijft de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen, dat de mandaatgever aan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies kan geven en dat de gemandateerde op verzoek van de mandaatgever inlichtingen dient te verschaffen. In artikel 3 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ is bepaald waarop mandaat, volmacht en machtiging ingevolge dat besluit géén betrekking hebben. Daarbij gaat het om gevallen waarin mandaat altijd uitgesloten moet worden geacht. Dat betekent dat uitsluitend de minister bevoegd is. Genoemd worden: a. bevoegdheden, privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling met betrekking waartoe een wettelijk voorschrift zich tegen verlening van mandaat, volmacht of machtiging verzet; b. bevoegdheden, privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling waarvan de aard zich tegen verlening van mandaat, volmacht of machtiging verzet of die genoemd zijn in artikel 10:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Als voorbeelden van aangelegenheden waarvan de aard zich in ieder geval tegen verlening van mandaat, volmacht of machtiging verzet, zijn onder meer genoemd: 1. beslissingen die belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kunnen hebben; 2. beslissingen omtrent politieke beleidswijzigingen en omtrent de uitbreiding of beperking van de bemoeienissen van de minister; 3. beslissingen waaruit belangrijke financiële consequenties voor het rijk voortvloeien, met uitzondering van voor zover een beslissing een rechtstreeks gevolg is van de bestaande aard en omvang van de regeringsbemoeienis op economisch gebied; 4. het vaststellen van ministeriële regelingen en beleidsregels; 5. delegatie van bevoegdheden. Deze opsomming is niet limitatief. Steeds dient te worden nagegaan, of de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid zich niet tegen mandaat verzet. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een bevoegdheid zó ingrijpend is, dat niet wel denkbaar is dat hij anders dan op het hoogste (politieke) niveau wordt uitgeoefend. Is dat het geval, dan strekt ook een met dit besluit verleend ondermandaat zich niet tot die aangelegenheid uit en is uitsluitend de minister bevoegd. In artikel 3 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ is onder meer ook bepaald dat mandaat, volmacht en machtiging in de zin van dat besluit geen betrekking heeft op het afdoen van stukken bestemd voor de Algemene Rekenkamer behoudens voor zover het betreft door het Bureau Economische Zaken gevraagde inlichtingen of gedane verzoeken of het aanbieden van documenten van louter informatieve aard. In dit besluit wordt een aantal omstandigheden genoemd, waaronder de directeur medewerkers geen ondermandaat, volmacht of machtiging verleend heeft. Een medewerker mag in geen enkel geval stukken inhoudende een financiële verplichting afdoen die de medewerker zelf heeft opgesteld of, in het geval van uitvoeringsverplichtingen, een door de directeur vastgesteld budget overschrijden. Een medewerker heeft geen ondermandaat voor het beslissen op een bezwaarschrift indien de medewerker bij de inhoudelijke besluitvorming van het bestreden besluit betrokken is geweest. Deze beperking gaat verder dan die van artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, onder a, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ. Ten slotte is bij het ernstige vermoeden dat een beslissing zal leiden tot een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid voorbehouden aan functionarissen op managementniveau. Deze beperkingen hebben als doel de integriteit en kwaliteit van de besluitvorming bij Senter te bevorderen. De artikelen 3 tot en met 12 bevatten de kern van het mandaatbesluit; de formuleringen van de verschillende bevoegdheden. Bij Senter is jaarlijks sprake van een zeer groot aantal beslissingen. Dit vraagt om een doordachte verdeling van bevoegdheden over meerdere functionarissen. Er is sprake van een gelaagdheid van de mandaatstructuur. Managers binnen Senter krijgen door benoeming in een van de genoemde functies, op grond van het onderhavige besluit ondermandaat, volmacht of machtiging voor hun werkterrein. Afhankelijk van het niveau van de functie binnen de organisatie is de bevoegdheid groter of kleiner. Ook is er de mogelijkheid voor de directeur om andere medewerkers ondermandaat, volmacht of machtiging te geven. Bijvoorbeeld bij (subsidie)regelingen of programma s die zich kenmerken door grote aantallen beslissingen per jaar is dit onvermijdelijk voor een goede voortgang van de uitvoering. In de artikelen 3, zesde lid, 9, 10 en 11 is daarin voorzien. In de meeste gevallen is er een maximum bedrag per financiële verplichting dat de grens bepaalt van de verleende bevoegdheid. In twee gevallen wordt niet gekeken naar de omvang van de financiële verplichting, maar naar de financiële omvang van een afwijzing van een verplichting. Er zijn twee bepalingen opgenomen: bij een volledige afwijzing wordt gekeken naar de omvang van gevraagde bedrag. Het bedrag dus dat een aanvrager misloopt. De omvang van dat bedrag bepaalt wie de afwijzing ondertekent. Op een afwijzing van een aanvraag voor subsidie of een offerte voor een programma waar een bijdrage van meer dan aan de orde is, beslist de groepsmanager; bij een gedeeltelijke afwijzing kan het voorkomen dat het afgewezen bedrag hoger is dan het toegekende bedrag. Ook dan wordt gekeken naar het bedrag dat een aanvrager misloopt. Bij bijvoorbeeld een aanvraag voor subsidie waarbij wordt toegekend en wordt afgewezen, tekent de groepsmanager en niet de opdrachtleider of het hoofd van een stafafdeling. Het maakt bij het voorgaande hier- Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 5

6 bij niet uit wat de reden van de afwijzing is. Dat kan inhoudelijk zijn of procedureel (niet in behandeling nemen). Het belang van deze bepaling is dat hierdoor ook afwijzende beslissingen met, gezien het financiële belang, een zware consequentie voor de betreffende aanvragers, op een passend hiërarchisch niveau worden afgedaan. Naast de gelaagdheid van de mandaatstructuur is ook voorzien in een regeling voor plaatsvervangers. In de organisatiestructuur van Senter is in beginsel steeds voor een opdrachtleider of hoofd van een stafafdeling een vaste plaatsvervanger benoemd. Hiermee wordt continuïteit bereikt ten aanzien van de aanwezigheid van een bevoegde functionaris met kennis van zaken. In het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ is in artikel 20 overigens voorzien in de bevoegdheid van de plaatsvervanger van de directeur. Ten slotte dient vermeld te worden dat medewerkers gelijktijdig verschillende functies kunnen vervullen. Uit de definitie van de functie van opdrachtleider volgt dat deze gelijktijdig opdrachtleider kan zijn voor verschillende opdrachten. Maar ook is het mogelijk dat bijvoorbeeld een hoofd van een stafafdeling gelijktijdig ook opdrachtleider is. In dat geval heeft de medewerker, op grond van het onderhavige besluit, voor ieder van die functies de daarbij behorende bevoegdheid. Uit: Staatscourant 27 december 2001, nr. 249 / pag. 8 6