22/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Lidstaat: Nederland. Begeleidend document bij het

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "22/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Lidstaat: Nederland. Begeleidend document bij het"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2012) XXX draft 22/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Lidstaat: Nederland Begeleidend document bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de tenuitvoerlegging van de Kaderrichtlijn Water ( 2000/60/EG) Stroomgebiedbeheerplannen NL NL

2 1. ALGEMENE INFORMATIE Figuur 1.1: Kaart van stroomgebiedsdistrict Internationale stroomgebiedsdistricten (binnen de EU) Internationale stroomgebiedsdistricten (buiten de EU) Nationale stroomgebiedsdistricten (binnen de EU) Landen (buiten de EU) Kustwateren Bron: WISE 1

3 Nederland bestrijkt een totaalgebied van km² en heeft 16,4 miljoen inwoners. Het heeft vier stroomgebiedsdistricten. Deze maken allemaal deel uit van internationale stroomgebiedsdistricten. De delende landen zijn EU-lidstaten en Zwitserland en Liechtenstein. In de onderstaande tabel staan de specificaties van de stroomgebiedsdistricten. SGD Naam Omvang (km 2 ) Percentage NLgrondgebied Percentage internationaal SGD NLRN Rijn ,1 Landen die SGD delen AT, BE, CH, DE, FR, IT, LI, LU NLSC Schelde ,5 BE, FR NLMS Maas ,8 BE, DE, FR, LU NLEM Ems DE Tabel 1.1: Overzicht van Nederlandse stroomgebiedsdistricten Bron: Stroomgebiedbeheerplannen die bij WISE zijn gemeld 1 : Naam internationaal stroomgebied Nationaal SGD Landen die SGD delen Coördinatiecategorie km² % Rijn Rijn AT, BE, CH, DE, FR, IT, LI, LU ,0 Schelde Schelde BE, FR ,5 Meuse-Maas Maas BE, DE, FR, LU ,8 Ems Ems DE ,0 Tabel 1.2: Grensoverschrijdende stroomgebieden per categorie (zie werkdocument van de diensten van de Commissie, paragraaf 8.1) en percentage van het aandeel in Nederland 2. Categorie 1: Samenwerkingsovereenkomst, samenwerkingsorgaan, stroomgebiedbeheerplannen vastgesteld. Categorie 2: Samenwerkingsovereenkomst, samenwerkingsorgaan aanwezig. Categorie 3: Samenwerkingsovereenkomst aanwezig. Categorie 4: Geen geformaliseerde samenwerking. Bron: EC Comparative study of pressures and measures in the major river basin management plans in the EU Deze LS-bijlage weerspiegelt de informatie die door de LS aan WISE is doorgegeven, en die kan zijn bijgewerkt sinds het aannemen van de stroomgebiedbeheerplannen. Daarom kunnen er verschillen zijn tussen de verstrekte informatie in de stroomgebiedbeheerplannen en WISE. Categorisatie is vastgesteld krachtens de EC Comparative study of pressures and measures in the major river basin management plans in the EU. (Task 1b: International co-ordination mechanisms). 2

4 2. STATUS VAN RAPPORTAGE EN NALEVING VAN HET STROOMGEBIEDBEHEERPLAN In Nederland zijn stroomgebiedbeheerplannen krachtens de KRW door de regering aangenomen op 27 november 2009, en ze kunnen worden gevonden op Ze bestaan uit stroomgebiedbeheerplannen voor vier nationale delen van vier internationale stroomgebiedsdistricten, d.w.z. de districten Rijn, Maas, Ems en Schelde. Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste sterke en zwakke punten van de Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen: 2.1 Belangrijkste sterke punten: Waterbeheer wordt duidelijk diepgaand aangepakt in Nederland. Er was al een aanzienlijke inspanning gedaan voor de tenuitvoerlegging van KRW-beginselen, voorafgaand aan het aannemen van de stroomgebiedbeheerplannen in De achterliggende gedachte van de KRW-doelstellingen is goed onderbouwd in de meeste waterbeheerkwesties in Nederland. Alle Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen zijn gelijk, met een duidelijke structuur, en ze zijn zeer illustratief (grafieken, stroomschema's, enz. om de informatie in de plannen te ondersteunen). Dit vergemakkelijkt het lezen en het begrip, evenals het vinden van specifieke informatie. De plannen zijn op deze manier zeer goed geschikt voor openbare raadpleging, omdat ze voor het algemene publiek toegankelijk en eenvoudig te begrijpen zijn. Er zijn zeer uitgebreide inspraakrondes gehouden, en de betrokkenheid van belanghebbenden lijkt van groot belang te zijn gedurende het hele ontwikkelingsproces van de stroomgebiedbeheerplannen. De netwerken voor toestand- en trendmonitoring behelzen alle biologische, fysischchemische en hydromorfologische kwaliteitselementen die relevant zijn voor de specifieke typen, evenals alle prioritaire stoffen. Er wordt daarom aangenomen dat alle relevante belastingen worden gedetecteerd. De beoordelingsmethoden voor de ecologische toestand zijn in het algemeen goed ontwikkeld en gehandhaafd. Ze worden geacht alle relevante belastingen te detecteren. Nederland past een degelijke benadering toe voor de definitie van goed ecologisch potentieel, in het algemeen gebaseerd op de benadering van beperkende maatregelen voor sterk veranderde waterlichamen en de referentiegebaseerde benadering van kunstmatige waterlichamen. De maatregelenprogramma's hebben een goede structuur en zijn eenvoudig te begrijpen. Er is een duidelijk verband tussen de significante belastingen en de gedefinieerde maatregelen. Enkele maatregelen zijn gecoördineerd met andere lidstaten als onderdeel van de internationale stroomgebiedbeheerplannen. 3

5 2.2 Belangrijkste zwakke punten: Hoewel de Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen duidelijk en eenvoudig te begrijpen zijn, zijn de achtergronddocumenten niet altijd makkelijk te vinden, is het aantal achtergronddocumenten zeer groot en kan de informatie verspreid zijn over een aantal verschillende plannen (nationale en regionale plannen). Er bestaat een groot aantal plannen en strategieën op verschillende niveaus (nationaal, regionaal, lokaal), wat leidt tot een complexe matrix van plannen en bevoegdheden bij de verschillende autoriteiten, en de coördinatie van al deze plannen is niet altijd duidelijk. Hoewel de gedetailleerde achtergronddocumenten (studies, richtsnoeren) en verschillende plannen een van de sterke punten vormen van de tenuitvoerlegging van de KRW in Nederland (vrijwel alle kwesties worden besproken en gedocumenteerd), kunnen de verschillende institutionele niveaus van tenuitvoerlegging regionale differentiatie veroorzaken. Dit is met name het geval met betrekking tot het aanwijzen van sterk veranderde waterlichamen en kunstmatige waterlichamen, afbakening en karakterisering van waterlichamen, enz. Voor sommige van deze processen wordt slechts zeer algemene informatie gegeven in het stroomgebiedbeheerplan, dat vervolgens is ontwikkeld in de verschillende plannen van de provincies, de waterschappen en Rijkswaterstaat. De stroomgebiedbeheerplannen lijken niet alle relevante informatie te bevatten, met name voor wat de maatregelenprogramma's betreft, omdat deze zou zijn opgenomen in de deelstroomgebiedplannen. De maatregelen in de maatregelenprogramma's van het stroomgebiedbeheerplan zijn niet gedetailleerd genoeg om te zien of gezorgd is voor de nodige financiële ondersteuning. Verder is er niet veel informatie opgenomen over maatregelen met betrekking tot aanpassing aan klimaatverandering, hoewel dit een zeer relevant onderwerp is in Nederland. 3. GOVERNANCE 3.1 Schema voor de tenuitvoerlegging Voor de vier stroomgebieden van Nederland werden in maart 2010 de volgende documenten ingediend bij de CDR-database: het stroomgebiedbeheerplan, kaarten, bijlagen, het internationale stroomgebiedbeheerplan en een Nederlandse samenvatting van de vier stroomgebiedbeheerplannen (voor de Maas op 16 maart, voor de Rijn, Ems en Schelde op 19 maart). Op 1 juni 2010 werden al deze documenten opnieuw ingediend voor elk stroomgebied, en bevatten nu ook een Engelse versie van de samenvatting van de vier stroomgebiedbeheerplannen 3. In de WISE-samenvattingen van de vier stroomgebiedbeheerplannen worden de publicatiedatums van de volgende documenten gegeven: Tijdschema, werkprogramma en de verklaring betreffende raadplegingsmaatregelen: 7 juli Bron: Central Data Repository (EER). 4

6 Ontwerpstroomgebiedbeheerplannen: 22 december Stroomgebiedbeheerplannen: 22 december Administratieve regelingen - stroomgebiedsdistricten en bevoegde autoriteiten De regeling van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de KRW wordt in onderstaande grafiek gegeven 4 : Council of ministers: Ministerraad State level: Staatsniveau The ministry of Infraststucture and the environment: Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Other ministries: Overige ministeries Regional level: Regionaal niveau Provinces: Provincies Water boards: Waterschappen Local level: Lokaal niveau Municipalities: Gemeenten Figuur 3.1: Organigram van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de KRW. Bron: "Pressures and Measures"-studie EC Comparative study of pressures and measures in the major river basin management plans in the EU. (Task 1: Governance and legal aspects). EC DG ENV studie "Comparative study of pressures and measures in the major river basin management plans in the EU" 5

7 Op staatsniveau is het 'Ministerie van Infrastructuur en Milieu' de verantwoordelijke autoriteit voor de tenuitvoerlegging van de KRW. Andere verantwoordelijke autoriteiten voor de tenuitvoerlegging van de KRW zijn: provincies (regionaal niveau), waterschappen (niveau van deelstroomgebieden) en gemeenten (lokaal niveau). Alleen bij de staat en de waterschappen zijn directe waterbeheerautoriteiten aangewezen. Provincies en gemeenten hebben andere autoriteiten die aan waterbeheer zijn gekoppeld en dus bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de KRW. De bevoegdheden van de verschillende autoriteiten worden uitgelegd in de inleiding van de stroomgebiedbeheerplannen. Deze bevoegdheden zijn samen met de coördinatie tussen de verschillende autoriteiten vastgelegd in de 'Waterwet'. Na de publicatie van de stroomgebiedbeheerplannen werd op 14 oktober 2010 het Ministerie van Infrastructuur en Milieu opgezet, dat de bevoegdheden overnam van twee voormalige ministeries, inclusief het Ministerie van Verkeer, Openbare werken en Waterstaat. Omdat de stroomgebiedbeheerplannen vóór deze datum zijn gepubliceerd, wordt in de plannen het voormalige Ministerie van Verkeer, Openbare werken en Waterstaat als de belangrijkste bevoegde autoriteit genoemd voor de tenuitvoerlegging van de KRW. 3.3 Stroomgebiedbeheerplan - structuur, volledigheid, juridische status De stroomgebiedbeheerplannen bevatten een beschrijving van meerdere waterbeheerplannen op verschillende niveaus: nationaal, provinciaal en regionaal. De regionale plannen (waterschapsplannen) behandelen de deelstroomgebieden, terwijl de andere plannen (op basis van administratieve grenzen) een overlap kunnen vormen tussen de stroomgebieden. De kwestie van waterbeheer wordt duidelijk diepgaand aangepakt in Nederland. Maar het bestaan van een aantal plannen en strategieën op verschillende niveaus leidt tot een complexe matrix van plannen en bevoegdheden bij de verschillende autoriteiten. De stroomgebiedbeheerplannen hebben een zeer duidelijke structuur en de verschillende onderwerpen van de tenuitvoerlegging van de KRW kunnen eenvoudig worden gevonden in de opzet van de plannen. Bij de tenuitvoerlegging van de KRW is een nationale benadering gevolgd. Alle stroomgebiedbeheerplannen hebben dezelfde structuur. Het 'Ministerie van Infrastructuur en Milieu' is het ultieme orgaan dat verantwoordelijk is voor het opstellen van de stroomgebiedbeheerplannen, en speelt een rol bij de totale coördinatie. De stroomgebiedbeheerplannen worden aangenomen door het nationaal parlement. Wat betreft de juridische status zijn de stroomgebiedbeheerplannen planningsdocumenten en maken ze deel uit van het Nationaal Waterplan. In de hiërarchie van wetgevingsbesluiten vallen ze aan de ene kant onder wetten en verordeningen (besluiten). Ze mogen niet in strijd zijn met wetten en verordeningen, en hebben als zodanig geen bindende juridische aard. Echter, als nationaal planningsdocument bindt het zichzelf aan de nationale overheid, en waar nodig wordt van lokale overheden verwacht dat zij de bepalingen ervan uitvoeren en omzetten naar hun lokale planningsdocumenten. In gevallen waar het plan naar een wettelijk bindende impact streeft, wordt aangegeven welke wetgevingsinstrumenten moeten worden gebruikt. Er bestaat echter geen eis om bestaande individuele besluiten en planningsdocumenten te herzien overeenkomstig het stroomgebiedbeheerplan. De stroomgebiedbeheerplannen hebben een wettelijk gevolg voor individuele besluiten via algemeen beleid. De relatie tussen het stroomgebiedbeheerplan en individuele besluiten is niet vastgesteld in specifieke wettelijke bepalingen. Deze is in plaats daarvan afkomstig uit het algemene vergunningenstelsel en de relaties tussen verschillende besluiten en plannen. De milieudoelstellingen zijn opgenomen in 6

8 het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water, waarin wordt bepaald dat de waterbeheerautoriteiten en provincies bij het aannemen van het waterbeheerplan en het provinciaal waterplan of ruimtelijk plan respectievelijk rekening houden met de milieukwaliteitseisen van het KRW. Met betrekking tot de milieukwaliteitsnormen die moeten worden overwogen voor de vergunning, verwijst de wetgeving naar het Nationaal Waterplan (waarvan de stroomgebiedbeheerplannen deel uitmaken). 3.4 Openbare raadpleging, betrokkenheid van belanghebbenden Het nationaal wateroverleg, dat onder de staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu valt, speelt een belangrijke rol bij de tenuitvoerlegging van de KRW. Vertegenwoordigers van de andere bevoegde autoriteiten (provincies, waterschappen, gemeenten, andere relevante ministeries, enz.) nemen deel aan het raadplegingsproces. Er is een nationaal kader opgezet voor de raadpleging voor het ontwerp van de vier stroomgebiedbeheerplannen en eveneens voor het opzetten van de monitoringsprogramma's. De openbare raadpleging gebeurde op verschillende manieren (via de media, via internet, drukwerk, het versturen van informatie naar alle relevante belangengroeperingen ). De bijlage bij de stroomgebiedbeheerplannen bevat een beschrijving van de belangrijkste veranderingen waartoe het raadplegingsproces heeft geleid (aanpassingen en verduidelijkingen). 3.5 Internationale samenwerking en coördinatie In de stroomgebiedbeheerplannen wordt een korte beschrijving gegeven van de internationale stroomgebiedbeheerplannen, en van de samenwerking met de buurlanden bij het ontwerpen van de internationale stroomgebiedbeheerplannen. Alle vier de Nederlandse stroomgebieden maken deel uit van een internationaal stroomgebiedsdistrict. Zoals hierboven al genoemd, zijn alle Nederlandse stroomgebiedsdistricten internationale stroomgebiedsdistricten. Er zijn internationale coördinatiecommissies opgezet die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de internationale stroomgebiedbeheerplannen voor de stroomgebieden Rijn en Ems; voor de Schelde en Maas fungeerden de reeds bestaande internationale riviercommissies als coördinerende organen. Voor elk van deze internationale stroomgebiedsdistricten is een stroomgebiedbeheerplan en een internationaal stroomgebiedbeheerplan aangenomen. Informatie over hoe deze internationale stroomgebiedbeheerplannen zijn omgezet naar de nationale stroomgebiedbeheerplannen kan in alle Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen worden gevonden. Daarnaast lijkt er voor sommige kwesties (bijv. met betrekking tot normen en de monitoring van prioritaire stoffen en specifieke verontreinigende stoffen) een algemene benadering te zijn gevolgd door elke lidstaat die deel uitmaakt van de internationale stroomgebiedsdistricten. Verder is de coördinatie met betrekking tot monitoring uitgevoerd op verschillende niveaus binnen de internationale stroomgebiedsdistricten. 7

9 4. KARAKTERISERING VAN STROOMGEBIEDSDISTRICTEN 4.1 Watercategorieën in het stroomgebiedsdistrict Rivieren, meren, overgangswateren en kustwateren zijn aanwezig in alle stroomgebiedsdistricten in Nederland. Vrijwel alle Nederlandse rivierwaterlichamen zijn aangemerkt als sterk veranderde waterlichamen. 4.2 Typologie van oppervlaktewateren De methodologie voor de ontwikkeling van een typologie van het Nederlandse oppervlaktewater wordt gegeven in 'Definitiestudie Kaderrichtlijn Water (KRW). Typologie Nederlandse Oppervlaktewateren. Alterra-rapport' 6 en de 'Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water ' 7. Op basis van een reeks descriptoren kan voor elke categorie (rivieren, meren, overgangs- en kustwateren) een type voor een bepaald waterlichaam worden toegekend. Het stroomgebiedbeheerplan bevat geen informatie over de validatie van de typologie met biologische gegevens. Maar de achtergronddocumenten bevatten op twee manieren informatie over deze validatie, ten eerste door vergelijking met bestaande, gevalideerde typologieën, en ten tweede in de hiervoor genoemde achtergronddocumenten. Als gevolg hiervan zijn enkele typen gegroepeerd toen de metriek werd gedefinieerd. Voor elk type oppervlaktewater zijn specifieke referentieomstandigheden vastgesteld. In de achtergronddocumenten waarin de classificatiemiddelen worden gedetailleerd die voor elk van de biologische elementen zijn ontwikkeld, kan worden gezien dat er typespecifieke referentieomstandigheden zijn vastgesteld. De classificatiemethoden zijn volledig ontwikkeld voor alle biologische kwaliteitselementen en een lijst van biologische kwaliteitselementen die niet zijn ontwikkeld voor bepaalde categorieën of typen, wordt samen met de redenen voor dergelijke tekortkomingen verstrekt. Het aantal typen oppervlaktewateren dat in de verschillende watercategorieën is gedefinieerd, wordt in onderstaande tabel samengevat: SGD Rivieren Meren Overgangswater Kustwater NLEM NLMS NLRN NLSC Tabel 4.1: Typen oppervlaktewateren op stroomgebiedsdistrictniveau Bron: WISE Het aantal typen natuurlijke oppervlaktewaterlichamen is beperkt tot de typen die zijn beschreven in 'Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de kaderrichtlijn water'. De aantallen kunnen kleiner zijn, omdat voor sommige stroomgebiedsdistricten niet 6 7 Elbersen, J.W.H., P.F.M. Verdonschot, B. Roels & J.G. Hartholt (2003) ISSN (Stowa, 2007). 8

10 alle typen zijn gebruikt. Voor sterk veranderde waterlichamen zijn in de meeste gevallen de meest vergelijkbare typen gebruikt, hoewel de waarden voor een goed ecologische potentieel voor een of meer kwaliteitselementen kunnen zijn verminderd. De hoge aantallen in de tabel staan waarschijnlijk voor sterk veranderde waterlichamen, hoewel deze in Nederland niet als afzonderlijk type worden beschouwd. Voor kunstmatige waterlichamen zijn enkele aanvullende typen gedefinieerd (ongeveer vijf, afhankelijk van het stroomgebiedsdistrict). 4.3 Afbakening van oppervlaktewaterlichamen Nederland kent geen specifieke methodologie voor de afbakening van kleine waterlichamen, en daarom zijn de waterlichamen waarvoor het afwateringsgebied kleiner is dan 10 km 2 voor rivieren of 50 ha voor meren, niet opgenomen. Echter, Nederland heeft onlangs bevestigd dat de waterlichamen die in de stroomgebiedbeheerplannen zijn opgenomen, alle oppervlaktewater- en grondwaterlichamen in Nederland vertegenwoordigen. Kunstmatige polders zijn soms niet expliciet afgebakend omdat buurpolders dezelfde eigenschappen hebben. Het vergroten van de polders die zijn afgebakend als kunstmatige waterlichamen, heeft geen gevolgen voor doelstellingen, monitoringsnetwerk en maatregelen. Hetzelfde geldt wanneer rivierwaterlichamen (nu weergegeven in kilometers lengte) worden vergroot met minuscule stroompjes in het bovenste stroomgebied. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal en de gemiddelde grootte van de waterlichamen in heel Nederland en per stroomgebied. Oppervlaktewater Overgangswate Grondwater Rivieren Meren Kustwater SGD r Gemidde Gemidde Gemidde Gemidde Gemidde Aantal lde ld gebied ld gebied ld gebied ld gebied Aantal Aantal Aantal Aantal lengte vierkant vierkant vierkant vierkant (km) e km e km e km e km NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal Tabel 4.2: Oppervlaktewaterlichamen, grondwaterlichamen en hun afmetingen Bron: WISE 4.4 Aanwijzen van significante belastingen en effecten De stroomgebiedbeheerplannen verstrekken informatie over de verschillende typen belasting en de categorieën die voor rapportering (KRW-rapportageformulieren) zijn gebruikt. De WISE-rapportage per categorie bevat geen numerieke waarden, maar alleen een totaal percentage van waterlichamen die verontreiniging bij puntbronnen ondervinden voor alle categorieën water met uitzondering van kustwaterlichamen. 9

11 De rapportage krachtens artikel 5 die in een eerdere fase is ingediend, is bevestigd door de waarden in de stroomgebiedbeheerplannen. De volgende belangrijkste beheerkwesties, die worden beschouwd als belastingen en effecten in het betreffende hoofdstuk van het stroomgebiedbeheerplan, zijn benadrukt: 1. de onnatuurlijke toestand van de meeste wateren (de meeste van deze wateren maken deel uit van een delta en moeten gedeeltelijk worden hersteld); 2. de verslechterde ecologische toestand, veroorzaakt door verontreinigingsbelasting (door verkeer, infrastructuur en landbouw); 3. de slechte chemische toestand vanwege de belasting door prioritaire stoffen; 4. belasting van stroomopwaarts gelegen gebieden (uit derde landen). Voor alle stroomgebiedsdistricten hebben diffuse bronnen het grootste effect op waterlichamen, inclusief verontreiniging door landbouw, atmosferische depositie, verkeer en infrastructuur, en afwatering. Voor puntbronnen wordt afvalwater uit stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties en riooluitlaten geacht een significant effect te hebben op de oppervlaktewaterlichamen. Voor vrijwel alle stoffen die de drempelwaarden overschrijden, wordt de belasting uit derde landen gezien als belangrijke bron. Voor grondwater is de belangrijkste belasting te wijten aan nutriënten, bestrijdingsmiddelen en zware metalen (verband houdend met het grondgebruik). Nitraten lijken een minder belangrijke kwestie te zijn voor het stroomgebiedsdistrict Rijn, in tegenstelling tot het stroomgebiedsdistrict Maas waar nitraten een belangrijke kwestie zijn. Voor fosfaten heeft Nederland bevestigd dat problemen in de kustregio's te wijten zijn aan achtergrondwaarden. Voor verontreiniging bij puntbronnen in grondwater, heeft dit voornamelijk te maken met bodemverontreiniging in de buurt van wateronttrekkingen. De methodologie om significante verontreiniging bij punt- en diffuse bronnen vast te stellen, is gebaseerd op gegevens over emissies, en de mate van significantie wordt bepaald op basis van het feit dat een bepaalde stof meer dan de standaard 10 % overschrijding zou bijdragen voor een bepaald waterlichaam. Het relatieve belang van het totaal van een bepaalde puntbron of diffuse bron is gebaseerd op het aantal oppervlaktewaterlichamen dat wordt beoordeeld als significant beïnvloed. De belangrijkste hydromorfologische belastingen voor alle stroomgebiedsdistricten zijn vergelijkbaar en bevatten: kanalisatie, verlies van rivieroevers en overstroomgebieden, sluizen/stuwen, baggeren, barrières voor visdoorgangen, gebrek aan waterhoudend vermogen, enz. Het besluit over wat significante belasting is voor waterlichamen met betrekking tot 'wateronttrekking', 'waterstroomregulering', 'morfologische veranderingen' en 'overige menselijke activiteiten', wordt genomen door de waterbeheerders. De methodologie is gebaseerd op de overweging dat een belasting significant is als deze belasting, alleen of in combinatie met andere belasting, leidt tot het niet kunnen bereiken van een goede chemische toestand, een goede ecologische toestand of een goed ecologisch potentieel tegen Het relatieve belang is gebaseerd op het aantal oppervlaktewaterlichamen waarvoor de belasting als significant wordt vastgesteld. 10

12 Voor de stroomgebiedsdistricten Rijndelta, Ems en Schelde heeft afvalwater uit stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties een belangrijk effect (overschrijdt de drempelwaarde voor giftige stoffen), met name voor de grotere rivieren (bijv. grote zuiveringsinstallaties die hoofdzakelijk in de Rijn zelf lozen), maar ook voor de regionale wateren (zoals het geval is bij het stroomgebiedsdistrict Schelde). Voor het stroomgebiedsdistrict Maas veroorzaken de riooluitlaten een probleem vanwege hun piek en plotselinge frequentie. Dit kan belangrijke negatieve gevolgen hebben voor het functioneren van het ecosysteem. Daarnaast hebben bestrijdingsmiddelen en andere micro-organische verontreinigende stoffen een significant effect in de ontvangende wateren. 11

13 SGD Geen belastingen Puntbron Diffuse bron Wateronttrekking Waterstroomregulering en morfologische veranderingen Tabel 4.3: Aantal en percentage oppervlaktewaterlichamen beïnvloed door significante belastingen Bron: WISE Rivier-beheer Overgangs- en kustwaterbeheer Overige morfologische veranderingen Overige belastingen Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal

14 % ,0 88,6 13,0 10 1,2 0,4 0 Figuur 4.1: Grafiek van 1 percentage 2 oppervlaktewaterlichamen 3 4 beïnvloed 5 door significante 6 belastingen 7 1 = Geen belasting = Puntbron 3 = Diffuse bron 4 = Wateronttrekking 5 = Waterstroomregulering en morfologische veranderingen 6 = Rivierbeheer 7 = Overgangs- en kustwaterbeheer 8 = Overige morfologische veranderingen 9 = Overige belasting Bron: WISE 68,5 90,6 86,2 90,9 13

15 Onttrekking voor drinkwater krachtens artikel 7 Zwemwater Vogels Europees overig Vissen Habitats Lokaal Nationaal Nitraten Schelpdiere n UWWT 4.5 Beschermde gebieden Hieronder wordt een tabel gegeven met daarin het aantal beschermde gebieden van alle typen in elk stroomgebiedsdistrict en voor het hele land, voor oppervlakte- en grondwater: Aantal beschermde gebieden SGD NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal Tabel 4.4: Aantal beschermde gebieden van alle typen in elk stroomgebiedsdistrict en voor het hele land, voor oppervlakte- en grondwater 8 Bron: WISE 8 Deze informatie sluit aan op de rapportage van beschermde gebieden krachtens de KRW. Meer of andere informatie kan zijn gerapporteerd krachtens de verplichtingen uit andere richtlijnen. 14

16 5. MONITORING Figuur 5.1: Kaarten van monitoringsstations voor oppervlaktewater (links) en grondwater (rechts) Monitoringsstations voor rivieren Monitoringsstations voor meren Monitoringsstations voor overgangswateren Monitoringsstations voor kustwateren Monitoringsstations voor niet-geclassificeerde oppervlaktewateren Monitoringsstations voor grondwater Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 15

17 De volgende achtergronddocumenten zijn relevant voor monitoring: Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen & Beoordelen, zoals vastgesteld door de Directeuren Wateroverleg op 10 februari 2011 en de instructies voor de toepassing daarvan 9 ). 9 Alle relevante documenten zijn wettelijk bindend gemaakt door ernaar te verwijzen besluit nr. BJZ

18 KE1.1 Fytoplankton KE1.2 Overige aquatische flora KE1.2.1 Microalgen KE1.2.2 Angiospermen KE1.3 Benthische ongewervelden KE1.4 Vissen KE1.5 Overige soorten QE2 Hydromorfologische kwaliteitselementen KE3.1 Algemene parameters KE3.3 Niet-prioritairspecifieke verontreinigende stoffen KE3.4 Overige nationale verontreinigende stoffen KE1.1 Fytoplankton KE1.2 Overige aquatische flora KE1.2.1 Microalgen KE1.2.2 Angiospermen KE1.3 Benthische ongewervelden KE1.4 Vissen KE1.5 Overige soorten QE2 Hydromorfologische kwaliteitselementen KE3.1 Algemene parameters KE3.3 Niet-prioritairspecifieke verontreinigende stoffen KE3.4 Overige nationale verontreinigende stoffen Overgangswater Kustwater SGD NLEM NLMS NLRN NLSC Tabel 5.1: Gemonitorde kwaliteitselementen Gemonitorde KE's Niet-gemonitorde KE's - Niet relevant Bron: WISE 17

19 SGD Overgangswater Rivieren Meren Kustwater Grondwater TT Op TT Op TT Op TT Op TT Op Kwant NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal per type monitoringsplaats Totaal aantal monitoringsplaatsen Tabel 5.2: Aantal monitoringsplaatsen per watercategorie TT = toestand en trend, Op = operationeel, Kwant = kwantitatief Bron: WISE 5.1 Monitoring van oppervlaktewateren Voor toestand- en trendmonitoring worden alle biologische, fysisch-chemische en hydromorfologische kwaliteitselementen gemonitord die relevant zijn voor het type. Binnen de groep prioritaire stoffen worden bij toestand- en trendmonitoring alle prioritaire stoffen gemeten, voor overige specifieke stoffen wordt een specifiek model toegepast voor de selectie van stoffen die relevant zijn om te monitoren. Dit model is gebaseerd op een 'zwarte lijst' van stoffen die gemonitord moeten worden, inclusief de stroomgebiedspecifieke verontreinigende stoffen. Stoffen die niet relevant zijn en stoffen die ten minste drie jaar onder de drempelwaarden liggen, worden van de lijst gehaald. De procedure die moet worden gevolgd voor de selectie van de biologische kwaliteitselementen (BKE's) voor operationele monitoring in een waterlichaam wordt beschreven in de richtsnoeren. De algemene regel is dat de meest gevoelige kwaliteitselementen worden geselecteerd voor de relevante belasting. Er wordt aangeraden om die kwaliteitselementen te selecteren die het snelst op de metingen reageren. Verder moet de gevoeligheid van het kwaliteitselement waarneembaar zijn in de beoordeling. Na verloop van tijd kan een ander kwaliteitselement met een langere responstijd worden geselecteerd, dat een betere zekerheid biedt voor de totale ecologische kwaliteit van het waterlichaam. Tot slot wordt aanbevolen (bij gelijke geschiktheid) om de meest kostenefficiënte methode te kiezen. In de praktijk lijkt er bij het screenen van de stroomgebiedbeheerplannen geen rechtstreeks verband te bestaan tussen de operationele monitoring en belasting, maar door de zeer dichte monitoring wordt aangenomen dat alle relevante belastingen worden waargenomen. 10 Het totaal aantal monitoringsplaatsen kan verschillen van het totaal van de monitoringsplaatsen per type omdat sommige plaatsen voor meer dan één doel worden gebruikt. 18

20 In de stroomgebiedbeheerplannen wordt uitgelegd dat de selectie van prioritaire stoffen en specifieke verontreinigende stoffen is gebaseerd op de stoffen die het meest waarschijnlijk de oorzaak zijn van de ontoereikende chemische toestand, welke stoffen er aanwezig zijn (belasting) en voor welke stoffen maatregelen kunnen worden toegepast. De groepering van waterlichamen voor monitoringsdoeleinden is beschreven in de 'Instructie Richtlijn monitoring oppervlaktewater Europese Kaderrichtlijn Water en Protocol Toetsen en Beoordelen' uit januari Voor de toestand- en trendmonitoring en operationele monitoring wordt een andere benadering toegepast. Er heeft coördinatie plaatsgevonden met betrekking tot het opzetten van algemene monitoringsprogramma's in de verschillende stroomgebiedsdistricten. In de paragrafen 4.1 en 4.5 van de stroomgebiedbeheerplannen wordt de coördinatieregeling voor de monitoring van specifieke stoffen verklaard. De coördinatie van de monitoring wordt uitgevoerd met Duitsland, Zwitserland en Frankrijk voor de Rijn, en met België en Frankrijk voor de Maas en de Schelde. Deze zijn zogenoemd stroomgebiedrelevant, en in de volgende stroomgebiedbeheerplannen zullen ook gezamenlijke monitoringsprogramma's worden opgenomen. De stroomgebiedbeheerplannen bevatten echter geen duidelijk informatie over de vraag of een specifiek grensoverschrijdend monitoringsnetwerk is opgezet, naast de nationale monitoringsprogramma's (die ook worden beschreven in de internationale stroomgebiedbeheerplannen). 5.2 Monitoring van grondwater Voor alle stroomgebiedsdistricten is een kwantitatief grondwater vastgesteld. 19 monitoringsprogramma voor Wat betreft de selectie van gebieden en de frequentie van grondwaterkwaliteitsmonitoring is besloten dat op basis van een risicobeoordeling die voortvloeit uit toestand- en trendmonitoring, plaatsen met risico's worden opgenomen voor operationele monitoring voor de stof waarvoor de drempelwaarde is overschreden. Er is een trendbeoordeling uitgevoerd voor grondwater dat wordt gebruikt voor het onttrekken van drinkwater. De stroomgebiedbeheerplannen geven aan dat grondwaterverontreiniging in de Nederlandse situatie wordt aangepakt via het noodsysteem dat is vastgesteld in de Wet Bodembescherming, Op basis van deze Wet Bodembescherming is een op risico's gebaseerde benadering toegepast. In geval er een besluit genomen wordt ten gunste van herstel, heeft het besluit ook gevolgen voor de monitoring, en moet het de trend bij verontreinigende stoffen volgen, en zich richten op het doel van het herstel. Dit geldt met name voor de stoffen die aanwezig zijn in hoeveelheden die de interventiewaarde overschrijden. Alle stroomgebiedsdistricten maken deel uit van een internationaal stroomgebied, en benaderingen van de coördinatie van monitoringsprogramma's voor grondwater zijn voor elk stroomgebiedsdistrict verschillend. Voor het stroomgebiedsdistrict Ems is er geen grensoverschrijdende 'afstemming' nodig omdat er slechts een zeer lokale grondwaterbeweging is aan de Nederlands-Duitse grens. In de internationale Maascommissie zijn monitoringsnetwerken en -normen geïnventariseerd en met elkaar vergeleken. Dit zal in de toekomst ook het geval zijn voor het grensoverschrijdende waterlichaam 'diepe zandlagen',

21 waarvoor significante onttrekkingen zijn aan Vlaamse kant (de besprekingen lopen nog tijdens deze eerste planningsperiode). 5.3 Monitoring van beschermde gebieden Er bestaat een monitoringsnetwerk voor beschermde drinkwatergebieden in en rondom het beschermde gebied voor grondwater. Deze monitoring wordt uigevoerd door de watermaatschappijen. Voor alle overige typen beschermde gebieden, worden de netwerken voor toestand- en trendmonitoring en operationele monitoring geacht te voldoen aan de eisen die zijn gesteld aan het beoordelen van de toestand van beschermde watergebieden, en daarom vindt er geen aanvullende monitoring plaats. SGD NLE M Onttrekking van drinkwater aan oppervlaktewater Oppervlaktewateren Vissen Kwaliteit van drinkwater Zwemwater Vogelgebieden Habitatgebieden Nitraten Schelpdieren UWWT Drinkwater uit grondwater NLMS NLRN NLSC Totaal Tabel 5.3: Aantal monitoringsstations in beschermde gebieden 11. Bron: WISE 11 Aantal gebieden berekend uit gegevens die per gebied zijn gerapporteerd. Als er geen gegevens zijn gerapporteerd voor een gebied, is de tabel aangevuld met gegevens die per programma zijn gerapporteerd. 20

22 6. OVERZICHT VAN TOESTAND (ECOLOGISCH, CHEMISCH, GRONDWATER) De volgende tabellen bieden een overzicht van de toestand van grondwater- en oppervlaktewaterlichamen in de Nederlandse stroomgebiedsdistricten op het moment dat de stroomgebiedbeheerplannen werden aangenomen (2009) en de toestand die in 2015 wordt verwacht. SGD Totaal Zeer goed Goed Matig Ontoereikend Slecht Onbekend Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) NLEM , ,0 NLMW , ,5 NLRN ,0 1 16, ,3 NLSC , ,0 Totaal ,7 1 5, ,8 Tabel 6.1: Ecologische toestand van natuurlijke oppervlaktewaterlichamen. Bron: WISE SGD Totaal Zeer goed Goed Matig Ontoereikend Slecht Onbekend Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) Aant. (%) NLEM ,0 8 40,0 1 5,0 0 0 NLMW , , ,8 3 2,0 NLRN , , , ,2 0 0 NLSC , , ,5 0 0 Totaal , , , ,1 3 0,4 Tabel 6.2: Ecologisch potentieel van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen. Bron: WISE SGD Totaal Goed Niet goed Onbekend Aant. % Aant. % Aant. % NLEM ,0 1 50,0 0 0 NLMS ,5 4 50,0 1 12,5 NLRN ,7 5 83,3 0 0 NLSC Totaal , ,7 1 5,6 Tabel 6.3: Chemische toestand van oppervlaktewaterlichamen. Bron: WISE 21

23 SGD Totaal Goed Ontoereikend Onbekend Aant. % Aant. % Aant. % NLEM ,0 7 35,0 0 0 NLMS , , ,4 NLRN , ,5 2 0,4 NLSC ,2 5 9, Totaal , ,4 38 5,4 Tabel 6.4: Chemische toestand van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen. Bron: WISE SGD Totaal Goed Ontoereikend Onbekend Aant. % Aant. % Aant. % NLEM NLMS NLRN NLSC Total Tabel 6.5: Chemische toestand van grondwaterlichamen. Bron: WISE SGD Totaal Goed Ontoereikend Onbekend Aant. % Aant. % Aant. % NLEM NLMS NLRN NLSC Total Tabel 6.6: Kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen. Bron: WISE 22

24 SGD NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal Totaal Algemene toestand (ecologisch en chemisch) Goed of beter 2009 Goed of beter 2015 Verhogin g Goede ecologische toestand 2021 Goede chemische toestand 2021 Goede ecologische toestand 2027 Goede chemische toestand 2027 Algemene uitzonderingen 2009 (% van alle oppervlaktewaterlichamen) Aant. % Aant. % % Aant. % Aant. % Aant. % Aant. % % % % % art. 4.4 art. 4.5 art. 4.6 art. 4.7 Tabel 6.7: Oppervlaktewaterlichamen: overzicht van toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Waterlichamen met goede toestand in 2009 vallen onder de volgende categorie: 1. De ecologische toestand is zeer goed of goed en de chemische toestand is goed, uitzonderingen worden niet meegerekend Waterlichamen die naar verwachting een goede toestand hebben in 2015 vallen onder de volgende categorieën: 1. De ecologische toestand is zeer goed of goed en de chemische toestand is goed, uitzonderingen worden niet meegerekend 2. De chemische toestand is goed en de ecologische toestand is matig of daaronder, maar er zijn geen ecologische uitzonderingen 3. De ecologische toestand is zeer goed of goed en de chemische toestand haalt geen goed, maar er zijn geen chemische uitzonderingen 4. De ecologische toestand is matig of daaronder en de chemische toestand haalt geen goed, maar er zijn geen chemische uitzonderingen Opmerking: waterlichamen met onbekend/niet-geclassificeerd/niet van toepassing bij ecologische of chemische toestand zijn niet meegewogen Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) 12 Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. 23

25 Ecologische toestand Goede ecologische toestand 2021 Goede ecologische toestand 2027 Ecologische uitzonderingen (% van alle oppervlaktewaterlichamen) SGD Totaal Goed of beter Goed of beter Verhoging art. 4.4 art. 4.5 art. 4.6 art. 4.7 Aant. % Aant. % % Aant. % Aant. % % % % % NLEM ,0 50, NLMS ,5 37,5 50, NLRN ,7 16,7 50, NLSC , Totaal ,8 27,8 44, Tabel 6.8: Natuurlijke oppervlaktewaterlichamen: ecologische toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) Chemische toestand Goede chemische toestand 2021 Goede chemische toestand 2027 Chemische uitzonderingen (% van alle oppervlaktewaterlichamen) SGD Totaal Goed of beter Goed of beter Verhoging art. 4.4 art. 4.5 art. 4.6 art. 4.7 Aant. % Aant. % % Aant. % Aant. % % % % % NLEM ,0 50, , NLMS ,5 37, , NLRN ,7 16, , NLSC Totaal ,8 27, , Tabel 6.8: Natuurlijke oppervlaktewaterlichamen: chemische toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. 24

26 SGD Totaal Goed of beter 2009 Chemische toestand grondwater Goed of beter 2015 Verhoging Goede chemische toestand 2021 Goede chemische toestand 2027 Chemische uitzonderingen grondwater (% van alle grondwaterlichamen) Aant. % Aant. % % Aa nt. % Aant. % % % % % NLEM ,0 1 50, NLMS ,0 3 60,0 20, NLRN ,7 8 72, NLSC ,0 3 60, Totaal , ,2 4, Tabel 6.10: Grondwaterlichamen: chemische toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) art. 4.4 art. 4.5 art. 4.6 art. 4.7 SGD Totaal Kwantitatieve toestand grondwater Goede kwantitatieve toestand 2021 Goede kwantitatieve toestand 2027 Kwantitatieve uitzonderingen grondwater (% van alle grondwaterlichamen) art. art. art. art Goed of beter 2009 Goed of beter 2015 Verhoging Aant. % Aant. % % Aant. % Aant. % % % % % NLEM NLMS NLRN NLSC Totaal Tabel 6.11: Grondwaterlichamen: kwantitatieve toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. 25

27 Ecologische uitzonderingen Ecologisch potentieel Goed Goed Totaal (% van alle SVWL/KWL) ecologisch ecologisch SGD SVWL Goed of beter Verhoging art. art. art. art. Goed of beter 2009 potentieel 2021 potentieel 2027 en KWL Aant. % Aant. % % Aant. % Aant. % % % % % NLEM ,0 10,0 90, NLMS ,8 8,8 89, NLRN , ,8 13,2 86, NLSC ,0 13,0 87, Totaal , ,6 12,2 87, Tabel 6.12: Sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen: ecologisch potentieel in 2009 en verwacht ecologisch potentieel in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) SGD Totaal SVWL en KWL Goed of beter 2009 Chemische toestand Goed of beter 2015 Verhoging Goede chemische toestand 2021 Goede chemische toestand 2027 Chemische uitzonderingen (% van alle SVWL/KWL) art. art. art. art Aant. % Aant. % % Aa nt. % Aant. % % % % % NLEM , ,0 0 35, NLMS , ,5 0 51, NLRN , ,1 0 16, NLSC , ,2 0 9, Totaal , ,0 0 23, Tabel 6.13: Sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen: chemische toestand in 2009 en verwachte toestand in 2015, 2021 en Bron: WISE (voor gegevens over toestand in 2009, 2015 en uitzonderingen) en stroomgebiedbeheerplannen (voor gegevens over toestand in 2021 en 2027) Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. Gegevens voor 2009 en 2015 geëxtraheerd uit WISE. Gegevens voor 2021 en 2027 vastgesteld tijdens nalevingsbeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. 26

28 Figuur 6.1: Kaart van de ecologische toestand van natuurlijke oppervlaktewaterlichamen 2009 Zeer goed Goed Matig Ontoereikend Slecht Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.2: Kaart van de ecologische toestand van natuurlijke oppervlaktewaterlichamen 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel 1.4.2(i). Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 27

29 Figuur 6.3: Kaart van het ecologisch potentieel van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen 2009 Goed of beter Matig Ontoereikend Slecht Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.4: Kaart van het ecologisch potentieel van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel 1.4.2(ii). Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 28

30 Figuur 6.5: Kaart van de chemische toestand van natuurlijk oppervlaktewater in 2009 Goed Kan geen goede toestand bereiken Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.6: Kaart van de chemische toestand van natuurlijk oppervlaktewater in 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 29

31 Figuur 6.7: Kaart van de chemische toestand van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen in 2009 Goed Heeft geen goede toestand kunnen bereiken Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.8: Kaart van de chemische toestand van kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen in 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 30

32 Figuur 6.9: Kaart van de chemische toestand van grondwaterlichamen in 2009 Goed Slecht Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.10: Kaart van de chemische toestand van grondwaterlichamen in 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 31

33 Figuur 6.11: Kaart van de kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen 2009 Goed Slecht Onbekend Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Figuur 6.12: Kaart van de kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen 2015 Opmerkingen: standaardkleuren gebaseerd op KRW, bijlage V, artikel Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) 32

34 7. BEOORDELING VAN DE ECOLOGISCHE TOESTAND VAN OPPERVLAKTEWATEREN De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het beoordelen van de toestand, het vaststellen van de doelstellingen en het bepalen van de maatregelen zijn als volgt: De nationale waterbeheerders bepalen in het stroomgebiedbeheerplan de belangrijkste doelstellingen, de methodologieën (bijv. voor het vaststellen van de doelstellingen voor sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen) en de maatregelen in brede lijnen. De waterbeheerders (regionaal (waterschappen, provincies en gemeenten) en Rijkswaterstaat) voeren de maatregelen uit om deze doelstellingen te bereiken. Deze maatregelen zijn opgenomen in de regionale waterbeheerplannen (zie paragraaf 12 over de maatregelenprogramma's). De provincies, en voor openbare waterlichamen de staatssecretaris, besluiten over de toestand en het type waterlichaam, en de doelstellingen voor de waterlichamen zelf. Dit maakt deel uit van de provinciale verantwoordelijkheid voor beheerplannen voor openbaar water. 7.1 Beoordelingsmethoden voor ecologische toestand Methoden voor de classificatie van de ecologische toestand zijn volledig ontwikkeld voor alle biologische kwaliteitselementen (BKE's), met uitzondering van enkele categorieën of typen waarvoor bepaalde BKE-classificatiesystemen niet zijn ontwikkeld. Meer gedetailleerd betreft dit classificatiemiddelen voor fytoplankton voor kleine brak- tot zoutwaterlichamen, hoewel er voor natuurlijke brakwaterlichamen een classificatiesysteem is ontwikkeld. De BKE's worden geacht samen alle relevante belastingen te detecteren, en de relatie tussen BKE's en belasting wordt gedetailleerd verklaard in de achtergronddocumenten die in de stroomgebiedbeheerplannen worden genoemd (beschikbaar voor alle BKE's): eutrofiëring: fytoplankton, fytobenthos/macrofyten. verzuring: macrofyten, benthische ongewervelden, vissen. morfologie: macrofyten, benthische ongewervelden. hydrologie: macrofyten, benthische ongewervelden. continuïteit: vissen. Voor natuurlijke wateren zijn normen voor de hydromorfologische kwaliteitselementen vastgesteld voor alle watertypen waarvoor moet worden gerapporteerd, en zoals uitgelegd in het achtergronddocument zijn de klassengrenzen voor hydromorfologie waar mogelijk gekoppeld aan de biologische elementen. De doelstellingen voor de algemene fysischchemische parameters zijn vastgesteld op basis van de biologische omschrijvingen. De waarden voor een goede ecologische toestand en een goed ecologisch potentieel voor nutriënten zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de waargenomen relatie tussen concentraties van stikstof/fosfor en de biologische toestand. Voor de overige algemene fysisch-chemische parameters in natuurlijke wateren zijn de waarden voor de goede ecologische toestand vastgesteld per watertype. Het beginsel one out, all out is toegepast voor de beoordeling van de ecologische toestand. 33

35 Er wordt een uitgebreide methodologie voor de beoordeling van betrouwbaarheid en precisie gegeven in de Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen & Beoordelen, zoals is vastgesteld door de Directeuren Wateroverleg op 10 februari Alle grenzen tussen goed en matig lijken in overeenstemming gebracht te zijn met de 'Beschikking van de Commissie inzake intercalibratie van 30 oktober 2008' zoals is gerapporteerd door de lidstaat. Wanneer het als gevolg van intercalibratie nodig was de grenzen tussen goed en matig aan te passen, zijn vergelijkbare veranderingen voor alle typen gemaakt. In slechts één geval, type R8 (rivieren met zoet getijdewater) was dit niet mogelijk voor alle BKE's. In enkele andere gevallen (bijv. macro-ongewervelden en fytobenthos) is een andere beoordelingsmethode toegepast. In beide gevallen werkt Nederland aan het verbeteren van de beoordelingsmethoden en het koppelen van de resultaten aan de grote intercalibratiegroep, indien van toepassing. 34

36 Fytoplankton Macrofyten Fytobenthos Benthische ongewervelden Vissen Fysisch-chemisch Hydromorfologisch Fytoplankton Macrofyten Fytobenthos Benthische ongewervelden Vissen Fysisch-chemisch Hydromorfologisch Fytoplankton Macro-algen Angiospermen Benthische ongewervelden Vissen Fysisch-chemisch Hydromorfologisch Fytoplankton Macro-algen Angiospermen Benthische ongewervelden Fysisch-chemisch Hydromorfologisch Rivieren Meren Overgangswater Kustwater SGD NLEM NLMS NLRN NLSC Tabel 7.1.1: Beschikbaarheid van biologische beoordelingsmethoden Beoordelingsmethoden zijn volledig ontwikkeld voor alle BKE's Beoordelingsmethoden zijn gedeeltelijk ontwikkeld of onderontwikkeld voor alle of enkele BKE's Beoordelingsmethoden zijn niet ontwikkeld voor BKE's, er is geen informatie verstrekt over de beoordelingsmethoden, onduidelijke informatie verstrekt - Watercategorie is niet relevant Bron: Stroomgebiedbeheerplannen 35

37 7.2 De toepassing van methoden en de resultaten van ecologische toestand Voor elk waterlichaam worden alle kwaliteitselementen (KE's) gebruikt om de ecologische toestand te bepalen, hoewel in sommige gevallen groepering is toegepast en maatregelen in een enkel waterlichaam soms representatief worden geacht voor diverse waterlichamen met vergelijkbare eigenschappen. Er wordt ervan uitgegaan dat de BKE's alle relevante belastingen detecteren, en de relatie tussen KBE's en belasting wordt verklaard in de achtergronddocumenten. Maar de plannen verstrekken geen informatie over de manier waarop de selectie van gevoelige BKE's in de praktijk is toegepast en of de relatie tussen die BKE's en de belasting is gebruikt voor het definiëren van de BKE's die moeten worden gemonitord en beoordeeld voor toestandbeoordeling. De methodologie van onzekerheidsanalyse is opgenomen in de Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen & Beoordelen, maar er wordt geen verdere informatie verstrekt over de manier waarop rekening is gehouden met deze onzekerheidsresultaten voor de toestandbeoordeling. 7.3 Stroomgebiedspecifieke verontreinigende stoffen Voor stroomgebiedspecifieke verontreinigende stoffen die niet zijn geselecteerd door de internationale riviercommissie, heeft Nederland een norm vastgesteld. De Europese methodologie 19 is gebruikt voor het vaststellen van de normen voor prioritaire stoffen. Er zijn echter niet voor alle relevante stoffen normen ontwikkeld. Voor sommige stoffen zijn normen overgenomen uit het besluit uit Er wordt geen onderscheid gemaakt voor de set doelstellingen per watercategorie. Normen voor specifieke verontreinigende stoffen worden gegeven in bijlagen bij de stroomgebiedbeheerplannen Bijlage V, Het Besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen werd aangenomen op 14 oktober

38 SGD CAS-nummer Stof Percentage falende waterlichamen (%) NLEM Koper NLEM Zink NLMS 4-tertiair-octylfenol <1 NLMS Ammonium NLMS Benzo(a)antraceen NLMS Kobalt 6-10 NLMS Koper NLMS Dimethoaat NLMS Linuron 2-5 NLMS Malathion 6-10 NLMS Metolachloor 6-10 NLMS Pirimicarb NLMS som-pcb's 6-10 NLMS Tertabutylzink <1 NLMS Thallium 6-10 NLMS Triazofos 2-5 NLMS Zink NLRN Ammonium NLRN Kobalt 2-5 NLRN Koper NLRN Dimethoaat <1 NLRN Azinfos-ethyl <1 NLRN Imidacloprid 1-2 NLRN Linuron <1 NLRN Azinfos-methyl 1-2 NLRN Metolachloor 2-5 NLRN som-pcb's 2-5 NLRN Tetrabutylzink 2-5 NLRN Thallium 2-5 NLRN Vanadium 1-2 NLRN Zink NLSC Ammonium 2-5 NLSC Benzo(a)antraceen 6-10 NLSC Boor 2-5 NLSC Kobalt 2-5 NLSC Koper NLSC Molybdeen 2-5 NLSC som-pcb's 2-5 NLSC Tetrabutylzink 6-10 NLSC Thallium 2-5 NLSC Uranium 2-5 NLSC Vanadium 2-5 NLSC Zink Tabel 7.2: Stroomgebiedspecifieke verontreinigende stoffen die een falende toestand veroorzaken Bron: stroomgebiedbeheerplannen 37

39 8. AANWIJZEN VAN STERK VERANDERDE WATERLICHAMEN EN BEOORDELING VAN GOED ECOLOGISCH POTENTIEEL Figuur 8.1: Kaart van percentage sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen per stroomgebiedsdistrict 0 5 % 5 20 % % 40 60% % Geen gegevens gerapporteerd Stroomgebiedsdistricten Landen buiten de EU Bron: WISE, Eurostat (landsgrenzen) Volgens de gegevens die zijn opgenomen in het werkdocument van de diensten van de Commissie van het eerste uitvoeringsverslag (2007) (zie figuur 8.1), heeft Nederland het hoogste percentage sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen op het totaal aantal oppervlaktewaterlichamen in de Europese Unie. Voor sterk veranderde waterlichamen is Nederland het derde land in percentage van het totaal aantal oppervlaktewaterlichamen, net boven de 40 %, met alleen Slowakije en Tsjechië voor zich. Voor kunstmatige waterlichamen is het cijfer duidelijk veel hoger dan in elke ander EUland, boven de 50 % van het totaal aantal oppervlaktewaterlichamen. 38

40 Figuur 8.2: voorlopig aangewezen sterk veranderde waterlichamen (eerste implementatierapport 21 ) 8.1 Aanwijzen van sterk veranderde waterlichamen Het proces voor het aanwijzen van sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen in Nederland heeft ertoe geleid dat een groot aantal waterlichamen zijn aangemerkt als sterk veranderd of kunstmatig. Dit is geen verrassing omdat de meeste Nederlandse oppervlaktewateren gereguleerd zijn en op enigerlei wijze zijn beïnvloed door menselijke activiteiten (zie het hoofdstuk over karakterisering van stroomgebiedsdistricten/significante belasting). % totaal aantal oppervlaktewaterlichamen NLEM NLMS NLRN NLSC Natuurlijk 8 % 5 % 1 % 4 % SVWL+KWL 92 % 95 % 99 % 96 % Tabel 8.1: Percentage natuurlijke en sterk veranderde waterlichamen in de Nederlandse stroomgebiedsdistricten Bron: Stroomgebiedbeheerplannen Significante negatieve effecten worden vastgesteld op basis van het belangrijkste gebruik. Bijvoorbeeld, in gebieden met een hoge biodiversiteit leiden de meeste hydromorfologische

4/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Lidstaat: België. Begeleidend document bij het

4/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Lidstaat: België. Begeleidend document bij het EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2012) XXX draft 4/30 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Lidstaat: België Begeleidend document bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater HOOFDSTUK 3 Oppervlaktewater Het oppervlaktewater in het Schelde-stroomgebied wordt ingedeeld in waterlichamen. Deze indeling is belangrijk, want voor ieder waterlichaam moeten doelstellingen geformuleerd

Nadere informatie

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009; Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en milieubeheer, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van., nr. DP/.

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Maas is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Karakterisering stroomgebied Schelde

Karakterisering stroomgebied Schelde NOVEMBER 2004 Karakterisering stroomgebied Schelde rapportage van nederland over de invulling van de kaderrichtlijn water in het stroomgebied schelde NOVEMBER 2004 Karakterisering stroomgebied Schelde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5634 14 april 2010 Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van

Nadere informatie

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde NOVEMBER 2004 Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde Colofon In opdracht van Uitvoering Redactie Tekst Vormgeving Fotografie Datum 1 november 2004 Status definitief concept Nummer IKS-04-500

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 22.12.2000 NL L 327/23 BIJLAGE II 1. OPPERVLAKTEWATEREN 1.1. Karakterisering van typen oppervlaktewaterlichamen De lidstaten stellen de ligging en de grenzen van de oppervlaktewaterlichamen vast en maken

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Kaderrichtlijn Water. Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water

Kaderrichtlijn Water. Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water Kaderrichtlijn Water Diederik van der Molen Projectleider KRW DG - Water 16 maart 2011 Inhoud Introductie KRW Wat is er nieuw door de KRW? Wat heeft de KRW tot nu toe opgeleverd? Lessons learned Proces

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2015/31888] 17 DECEMBER 2015. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011

Nadere informatie

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:

Nadere informatie

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Verslag inzake de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water - stroomgebiedbeheerplannen

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Verslag inzake de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water - stroomgebiedbeheerplannen EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2015) XXX draft WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Verslag inzake de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water - stroomgebiedbeheerplannen Lidstaat: BELGIË

Nadere informatie

Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas

Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas 2016-2021 Kaartenatlas bij het beheerplan voor het Vlaams deel van het internationaal stroomgebieddistrict Planonderdelen Stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 Beheerplannen

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals

Nadere informatie

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Thierry Warmoes - Afdeling Rapportering Water januari 2012 m.m.v. Bram Haspeslagh 1. Effect ingebruikname RWZI Brussel Noord 2. Beoordeling van

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten 21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 45463 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2010 2345 [C 2010/35462]

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze

Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 303 Wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Jaarverslag Water 2015

Jaarverslag Water 2015 Vlaanderen is milieu Jaarverslag Water 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be \\\\\\ JAARVERSLAG WATER 2015 \\\\\ DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Jaarverslag water 2015 Samenstellers Afdeling Rapportering

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk Factsheet: NL6_OWM_018 Dommerswijk De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31409] 26 MEI 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke grondwater tegen verontreiniging

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2010 C(2010) 1096 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de Grondwaterrichtlijn (Richtlijn 2006/118/EG), inzake de vaststelling

Nadere informatie

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 31.10.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0770/2004, ingediend door Frantisek Brychta (Tsjechische nationaliteit), over een

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren Statencommissie REW 1 februari 2008 Kaderrichtlijn Water in Scheldestroomgebied KRW maatregelen rijkswateren Loes de Jong RWS Zeeland Projectbureau KRW Schelde Rijkswateren Zeeland Inhoud presentatie:

Nadere informatie

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Normen om te weten of iets goed is of niet Wetenschap én politiek Er zit altijd ontwikkeling

Nadere informatie

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen

Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Aniel Balla, Rob van de Boomen (Wi2eveen+Bos), Marcel Tonkes (provincie Overijssel) Met een afwentelingsonderzoek is in Rijn- Oost

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De Directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN. 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer Pieter de Gooijer Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag

Nadere informatie

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Dennis Kalf Ministerie Infrastructuur en Milieu; RWS Waterdienst 22 mei 2012 Inhoud Aanleiding/overwegingen NAP/nieuwe nota duurzame gewasbescherming(bm)

Nadere informatie

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 53907 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2010 2874 VLAAMSE OVERHEID 16 JULI 2010.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart

Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Europese richtlijn overstromingsrisico s Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Richtlijn overstromingsrisico

Nadere informatie

Aanpassing KRW Maatlatten

Aanpassing KRW Maatlatten Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst Aanpassing KRW Maatlatten Eddy Lammens RWS Waterdienst 1 Ministerie van Verkeer en Ministerie Waterstaat van Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu

Nadere informatie

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Minaraad, 28 januari 2010 SERV, 29 januari 2010 Contactpersoon

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Stroomgebiedbeheerplannen 2015

Stroomgebiedbeheerplannen 2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Werkprogramma Diederik van der Molen KRW coördinator DG Water Producten tbv KRW in de komende jaren Uitvoering van maatregelen door rijk en regionale partijen Activiteit

Nadere informatie

3.2 Identificatie van risicohoudende grondwaterlichamen. Tabel 77 : Risicoanalyse voor kustwater. Redenen voor de classificatie.

3.2 Identificatie van risicohoudende grondwaterlichamen. Tabel 77 : Risicoanalyse voor kustwater. Redenen voor de classificatie. 3 Risicoanalyse Tabel 77 : Risicoanalyse voor kustwater Zeeuwse kust (CWSN1) Belgische kust (CWSB1) Kust BeFr grens tot pier van Malo (CWSF1) Huidige kwaliteit Biologie (Fytoplankton) (Fytoplankton weergegeven

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004

Factsheet: NLGWSC0004 Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk

Nadere informatie

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal Factsheet: NL43_09 Toevoerkanaal -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en) 5568/17 ENV 49 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 20 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D046061/03 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Homogeen meetnet. Resultaten en beoordeling

Homogeen meetnet. Resultaten en beoordeling Homogeen meetnet Resultaten 2011-2013 en beoordeling Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Een balans van de waterkwaliteit... 5 2.1. Organische vervuiling en eutrofiëring... 5 2.2. Toxische vervuiling...

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Een aantal van die verplichtingen hebben een duidelijke link met het aspect 'watersysteemkennis'.

Een aantal van die verplichtingen hebben een duidelijke link met het aspect 'watersysteemkennis'. Watersysteemkennis en de Europese Kaderrichtlijn Waterbeleid r. Henk MAECKELBERGHE Trekker werkgroep "monitoring" Vlaamse Milieumaatschappij - Afdeling Meetnetten & Onderzoek nleiding Het VWC-subcomité

Nadere informatie

Ewiges Meer. Untere Ems. Abelitz. Großes Meer. Knockster Tief. Hieve. Emden. Ems-Seitenkanal. Leer. Leda. Westerwoldse Aa. Papenburg.

Ewiges Meer. Untere Ems. Abelitz. Großes Meer. Knockster Tief. Hieve. Emden. Ems-Seitenkanal. Leer. Leda. Westerwoldse Aa. Papenburg. Ems Kanal Har Untere Ems Coördinatiegebieden werkgebieden Eems-Dollard Nedereems Sp elr Aa Ems/ - Große Kine Rivieren Meren Obere Ems Kaart 1 Overzicht Har Große Kine Rivieren natuurlijk sterk veranderd

Nadere informatie

lk ~ Ik' 'Is JJ: Qqti m- 3

lk ~ Ik' 'Is JJ: Qqti m- 3 lk ~ Ik' 'Is JJ: Qqti m- 3 Colofon In opdracht van Commissie Regionaal Waterbeheer (Regionaal Bestuurlijk Overleg Schelde) Uitvoering Projectgroep IKS (Regionaal Ambtelijk Overleg Schelde) Redactie Projectbureau

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN HET BEHEERSPLAN EN HET MAATREGELENPROGRAMMA VAN HET DISTRICT RIJN, FRANS DEEL

SAMENVATTING VAN HET BEHEERSPLAN EN HET MAATREGELENPROGRAMMA VAN HET DISTRICT RIJN, FRANS DEEL SAMENVATTING VAN HET BEHEERSPLAN EN HET MAATREGELENPROGRAMMA VAN HET DISTRICT RIJN, FRANS DEEL Editie van april 2008 1 INDEX 1. Inleiding 5 1.1. Samenhang tussen de vier planningsinstrumenten uit de KRW

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Vragen en antwoorden ecologische KRW-doelen

Vragen en antwoorden ecologische KRW-doelen Vragen en antwoorden ecologische KRW-doelen Werkgroep doelafleiding 2021 Rijn-West Versie september 2017 In de kern is de Kaderrichtlijn Water (KRW) eenvoudig. De KRW streeft naar een goede chemische en

Nadere informatie

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Duin- en kreekgebieden Oostvlaamse polders Kust- en Poldersysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabel KRW-typologie (KRW-watertypes)

Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabel KRW-typologie (KRW-watertypes) Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabel KRW-typologie (KRW-watertypes) Indiener: IDsW / KRW - nationale werkgroep Doelstellingen Oppervlaktewater Kenmerk: W-0803-0006 Documentbeheer Wijzigingshistorie

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie 1 Rapport Evaluatie waterkwaliteit Op 21 december beschikbaar (www.pbl.nl) Samenvatting opgenomen in KRW-rapport Belangrijke waterbeheerkwesties Bijdragen

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 527 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding (aanwijzing en kwaliteit

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 22.12.2000 L 327/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 2000/60/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor

Nadere informatie

Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water. Planperiode Waterschap Noorderzijlvest

Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water. Planperiode Waterschap Noorderzijlvest Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water Planperiode 2016-2021 Waterschap Noorderzijlvest Pagina 1 1 Introductie De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW, 2000) richt zich op de bescherming van

Nadere informatie

Ecologische Instrumenten voor de KRW. Overzicht

Ecologische Instrumenten voor de KRW. Overzicht Ecologische Instrumenten voor de KRW Overzicht De ecologische instrumenten die beschikbaar zijn voor de KRW zijn in te delen naar verschillende toepassingsgebieden. In het onderstaande schema wordt onderscheid

Nadere informatie

Kwaliteit overig relevante verontreinigende stoffen KRW, 2015

Kwaliteit overig relevante verontreinigende stoffen KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De kwaliteit van de overige

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie