Nota van zienswijzen ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014

Transcriptie

1 Nota van zienswijzen ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 Hoofdstuk 1 Inleiding en leeswijzer De ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 heeft vanaf 2 juni tot en met 29 juni 2017 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode bestond voor eenieder de gelegenheid daarover zienswijzen kenbaar te maken. Er zijn in totaal drie zienswijzen ontvangen. Deze zijn afkomstig van een vijftal belangenorganisaties. Deze zienswijzen zijn samengevat, bekeken is wat de kernpunten zijn van elke zienswijze. Die punten zijn in deze Nota van zienswijzen in hoofdstuk 2 afzonderlijk benoemd en voorzien van een reactie van Gedeputeerde Staten. Er wordt daarbij aangegeven of de reactie leidt tot een aanpassingsvoorstel in het ontwerp van de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg Provinciale Staten betrekken de ingediende zienswijzen bij hun besluitvorming over de vaststelling van de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg De besluitvorming hierover heeft naar verwachting plaats op 15 december 2017, na behandeling in de Statencommissie Ruimte, Landbouw en Natuur op 17 november Waar staat mijn zienswijze? Aan insprekers is een uniek volgnummer toegekend. Dit nummer kan worden teruggevonden in bijlage 1 en in de rechterkolom van de zienswijzenbehandeling. Op deze manier kan de indiener van de zienswijze snel en gemakkelijk terugvinden waar de ingediende zienswijze is ondergebracht en beantwoord. In hoofdstuk 3 worden twee voorstellen voor aanpassing van de ontwerp-wijzigingsverordening (regeling/toelichting) naar aanleiding van een ingebrachte zienswijze weergegeven.

2 Hoofdstuk 2 Zienswijzen Zienswijzen op de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 Inspreker is verheugd dat de Zilvergroene natuurzone alsnog wordt opgenomen in de Omgevingsverordening Limburg Betreurd wordt het echter dat de regels voor de Zilvergroene natuurzone alleen betrekking hebben op de toelichtingen bij ruimtelijke plannen, en dat er geen bindende regels worden voorgeschreven ter (planologische) bescherming van de waarden van de Zilvergroene natuurzone. Inspreker is van mening dat zonder deze bindende bepalingen onvoldoende geborgd zal zijn dat de actuele en potentiële waarden van de Zilvergroene zone daadwerkelijk voldoende in de ruimtelijke afwegingen betrokken zullen worden. 1 In de toelichting van de vigerende Omgevingsverordening Limburg 2014 is onder het kopje Algemeen aangegeven dat hoofdstuk 2 instructiebepalingen bevat die zijn gericht tot gemeentebesturen. Met de nu voorgestelde invoeging van paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone moeten gemeentebesturen bij het vaststellen van nieuwe ruimtelijke plannen die betrekking hebben op de Zilvergroene natuurzone ervoor zorgen dat in de toelichting bij dat ruimtelijk plan wordt beschreven welke van de in artikel genoemde waarden aldaar aanwezig zijn en hoe met die waarden is rekening gehouden, en waarbij op gebiedsniveau per saldo geen kwaliteitsverlies mag optreden. Daarmee is naar onze overtuiging geborgd dat de actuele en potentiële waarden worden betrokken in de ruimtelijke afwegingen. In principe zijn ontwikkelingen als intensieve veehouderij, glastuinbouw en woningbouw niet aan de orde. Recreatieve ontwikkelingen (extensief en intensief) en (rode) ontwikkelingen binnen de grondgebonden landbouw zijn er nu echter nog wel degelijk mogelijk. Ook aan de hand van de onderhavige Wijzigingsverordening is de bescherming van de (potentiële) waarden in de Zilvergroene natuurzone tegen dit soort ontwikkelingen onvoldoende geborgd. 1 De Zilvergroene natuurzone omvat vooral landbouwgronden met grote kansen voor de ontwikkeling van natuurwaarden. Accent ligt hier op de ontwikkeling van grondgebonden landbouw, beheer en ontwikkeling van flora en fauna en recreatief medegebruik (POL2014 par ). Het stellen van regels in de Omgevingsverordening betekent niet dat er nu concrete (natuur-) ontwikkeldoelen worden nagestreefd. In POL2014 en de Natuurvisie Limburg 2016 is aangegeven dat er vanuit de Provincie geen initiatieven worden ontplooid gericht op het ontwikkelen van natuur in de Zilvergroene natuurzone. In de Toelichting bij paragraaf 2.13 is beschreven dat er nog wel ontwikkelingen mogelijk zijn binnen de Zilvergroene natuurzone, maar niet dat die op voorhand al inpasbaar zijn. Op grond van andere paragrafen in de Omgevingsverordening zijn diverse ontwikkelingen op voorhand uitgesloten. Voor grondgebonden landbouw en recreatie en toerisme geldt dit niet, maar zijn initiatieven altijd onderhevig aan een ruimtelijke afweging waarbinnen de potentiële en actuele 2

3 waarden en kernkwaliteiten een belangrijke rol spelen, en op gebiedsniveau per saldo geen kwaliteitsverlies plaats vindt. Er is in POL2014 niet gekozen voor een nee-tenzij benadering van ontwikkelingen binnen gebieden met de aanduiding Zilvergroene natuurzone. Bij de casus Centrale Zandwinning Weert (nu als Zilvergroene natuur bestemd) zou na ontgronding het gebied worden ingericht als hoogwaardig natuurgebied. Het gebied ligt naast het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen en nabij een ecologische beek. Daarom zou het naar onze mening reeds vooraf de Goudgroene status verkregen moeten hebben. Deze status heeft het gebied echter niet gekregen (onduidelijk waarom niet). Daardoor werd het mogelijk om in 2016 een wijziging van de ontgrondingsvergunning af te geven waarbij de natuurbescherming grotendeels is komen te vervallen en plaats heeft moeten maken voor (intensieve) recreatieve ontwikkelingen. De status Zilvergroen bleek daarbij dus van geen enkele waarde in de ruimtelijke afwegingen rondom de vergunning (niet op gemeentelijk niveau en ook niet op provinciaal niveau). 1 Ontgrondingsgebieden hebben over het algemeen geen status Goudgroene natuurzone. De ontgrondingen in het kader van Projecten Grensmaas en Zandmaas in het Maasdal vormen overigens hierop een uitzondering. In het kader van de vaststelling van POL2014 en de Omgevingsverordening Limburg 2014 is via de inspraak en bij de behandeling door Provinciale Staten bijzondere aandacht gegeven aan de ontwikkeling rondom de Centrale Zandwinning Weert. Zie ook Nota van zienswijzen bij POL2014 blz Daaraan kan toegevoegd worden, dat de aanpassingen van de ontgrondingsvergunning van de Centrale Zandwinning Weert moeten worden beoordeeld in een bredere context dan nu door inspreker is ingebracht. Omdat de Zilvergroene status op het concessiegebied van de Centrale Zandwinning Weert lag, was het mogelijk de Centrale Zandwinning Weert te laten participeren in een grotere gebiedsontwikkeling waarin ook gemeente Weert, Stichting ARK, Provincie Limburg en Straalbedrijf Cuijpers betrokken waren. De gebiedsontwikkeling heeft opgeleverd dat diverse gewenste ontwikkelingen in een samenhangend pakket tot uitvoering zijn gebracht of in uitvoering zijn, waaronder de verplaatsing en sanering van het binnen het Natura 2000-gebied gelegen straalbedrijf Cuijpers, het veiligstellen/conserveren van het vervallen Landgoed Beauchamps en de herinrichting van de bedrijfspercelen van het straalbedrijf tot natuur. De natuurcompensatie die in eerste instantie door de Centrale Zandwinning uitgevoerd zou worden binnen het concessiegebied in de Zilvergroene zone, is op andere plekken in de nabije omgeving (Vetpeelweg en Heltenbosdijk) uitgevoerd, en heeft daar geleid tot wenselijke extra ecologische verbindingen, die de natuur versterken. Naar ons oordeel is hier sprake van een win-win-situatie voor alle betrokken partijen. De recreatieve ontwikkelingen, die na herinrichting van de Centrale Zandwinning mogelijk worden, zijn overigens al opgenomen in de in december 2013 door de gemeenteraad van Weert vastgestelde Structuurvisie Weert

4 De voorliggende wijziging van de Omgevingsverordening Limburg biedt eveneens onvoldoende bescherming tegen (andere) recreatieve ontwikkelingen. Zo legt de Zilvergroene status bijvoorbeeld niet of nauwelijks een beperking op ten aanzien van het omzetten van campingplaatsen in vakantiehuisjes. Dit kan leiden tot een toenemende verstening binnen de Zilvergroene natuurzone. 1 Vigerende ruimtelijke plannen vallen niet onder de reikwijdte van hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Limburg Pas als er sprake is van een functieverandering zijn de regels van de Omgevingsverordening Limburg 2014 van toepassing. Het omzetten van campingplaatsen in vakantiehuisjes kan, afhankelijk van de vigerende regelgeving en ontwikkeling, nopen tot een aanpassing van het ruimtelijk plan. Dan zal onder meer inzicht moeten worden geboden in de waarden en kernkwaliteiten die aan de orde zijn. Daarnaast zal punt van afweging zijn hoe de beoogde ontwikkeling aansluit bij de maatschappelijke vraag en de reeds aanwezig voorzieningen. Enige verstening is echter niet op voorhand uitgesloten. Tevens kunnen (rode) ontwikkelingen binnen de grondgebonden landbouw geen halt worden toegeroepen met alleen verwijzingen in de toelichting bij een ruimtelijk plan. Het valt te verwachten dat de schaalvergroting in de landbouw de komende jaren zal doorgaan. Dit gaat gepaard met grotere bouwvolumes in de grondgebonden agrarische gebieden met een grote ruimtelijke impact. De nu voorliggende Ontwerp-Wijzigingsverordening biedt naar onze mening op dit punt onvoldoende bescherming. Ontwikkelingen als de oprichting van (beeldbepalende) paardenhouderijen of de bouw van grote aardappelloodsen, zullen in Zuid- Limburg met deze verordening niet kunnen worden tegengehouden. Gezien het voorgaande is inspreker van mening dat de Wijziging van de Omgevingsverordening ter bescherming van de Zilvergroene natuurzone nog aangescherpt dient te worden. Er dient een betere planologische bescherming opgenomen te worden waarmee daadwerkelijk onomkeerbare (rode) ontwikkelingen kunnen worden voorkomen. 1 Door Provinciale Staten is per amendement aan Gedeputeerde Staten opdracht gegeven om: alsnog regels op te laten nemen met betrekking tot de zilvergroene natuurzone, waarin onder andere vermeld staat: welke ingrepen er wel of niet toegestaan zijn; welke bescherming zilvergroene natuurzone heeft; dat er sprake kan zijn van saldobenadering bij samenhangende ontwikkelingen en wijzigingen van de begrenzing. Er is niet opdracht gegeven tot het op laten nemen van regels gericht op het voorkomen van onomkeerbare (rode) ontwikkelingen. 4

5 Tegenhouden van nieuwe ontwikkelingen is niet het uitgangspunt van het provinciale beleid, wél een zo goed mogelijke ruimtelijke inpassing. Voor grondgebonden landbouw blijven er mogelijkheden voor (door)ontwikkeling ook binnen de Zilvergroene natuurzone. Door inspreker worden voorbeelden aangehaald die recentelijk zijn opgetreden in het Beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg. In veel gevallen gaat het om het invullen van de bestaande planologische ruimte binnen vigerende bestemmingsplannen. De Omgevingsverordening Limburg 2014 is daarop niet van toepassing. Op bestaande agrarische bouwvlakken is soms nog (latente) ruimte aanwezig (binnen het geldende bestemmingsplan) voor ontwikkeling waar het bevoegd gezag niet die kwaliteitseisen kan stellen, die op grond van de huidige inzichten noodzakelijk wordt geacht ter plekke. In het kader van de regionale uitwerking POL2014 voor Zuid-Limburg werken wij momenteel met gemeenten en stakeholders aan nadere spelregels en een verkenning van instrumenten voor het dynamisch voorraadbeheer van agrarisch vastgoed. Dit omvat meerdere onderwerpen die in samenhang uitgewerkt worden: kwaliteitsverbetering van bestaande en nieuwe voorraad waaronder een verkenning naar de kansen voor het clusteren van loodsen; agenderen, voorkomen en oplossingen vinden voor (verwachte) leegstand; terugdringen van (langdurig onbenutte) planvoorraad en/of milieuruimte; en daarmee het onder voorwaarden creëren van ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Het moet resulteren in een goede balans tussen de ontwikkelruimte van de landbouw, als grootste beheerder van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg en behoud en ontwikkeling van de landschappelijke kernkwaliteiten. In paragraaf 2.8 van de Omgevingsverordening zijn voor het Beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg regels opgenomen die erop zijn gericht dat bij nieuwe ruimtelijke plannen de kernkwaliteiten in acht worden genomen. De regels van hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening zijn, zoals gezegd, niet van toepassing als het gaat om het invullen van mogelijkheden volgens het vigerende ruimtelijk plan. Wij doen een voorstel voor een aanvulling op de kernkwaliteiten zoals beschreven in artikel , lid 2. Daarin staat het volgende: De kernkwaliteiten in de Zilvergroene natuurzone zijn: het groene karakter, het visueelruimtelijke karakter, het cultuurhistorisch erfgoed en het reliëf. Op basis van POL2014 (par ) dient hier specifiek voor het Nationaal Landschap Zuid- Limburg aan te worden toegevoegd: open-besloten. Deze kernkwaliteit zou niet alleen in de bijlage bij de Omgevingsverordening moeten worden genoemd, maar kan in artikel worden opgenomen. 1 5

6 De kernkwaliteit open-besloten is reeds van toepassing voor het gehele Beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg op grond van het bepaalde in paragraaf 2.8 van de Omgevingsverordening. En daarmee ook voor de Zilvergroene natuurzone binnen dat beschermingsgebied. Een dubbele regelgeving is niet doelmatig. De ontwerp-wijziging van de provinciale verordening heeft consequenties voor ontwikkelingen die op dit moment uitgewerkt worden. Het is niet duidelijk of er sprake is van een overgangsrecht. Er wordt als voorbeeld in de gemeente Roermond reeds enige tijd gewerkt aan plannen voor een bezoekerscentrum op het bastion aan de Oolderplas en aan een doorsteek tussen de Oolderplas en de Maas (hoogwatermaatregelen / ontwikkeling Maasplassen). Deze ontwikkelingen liggen in gebieden welke aangeduid zijn als Zilvergroene Natuur. De realisatie van deze plannen wordt bemoeilijkt door de extra bescherming die de wijziging van de provinciale verordening ten gevolge heeft. Ik verzoek u om deze maar ook vergelijkbare plannen een overgangsrecht aan te bieden. 2 Inspreker pleit in feite voor een overgangsregeling op basis waarvan initiatieven binnen gebieden met de aanduiding Zilvergroene natuurzone die eerder op enig moment met een initiatiefnemer zijn besproken en mogelijk al in ontwikkeling zijn, onverkort kunnen worden voortgezet. Het is ons bekend dat ruimtelijke plannen vaak een lange doorlooptijd kennen. Dit neemt echter niet weg, dat het niet aangaat om bij gewijzigde beleidsinzichten voor daarvan afwijkende situaties voor onbepaalde tijd uitzonderingen te creëren. Het is verder juist, dat niet duidelijk is of er voor die initiatieven sprake is van overgangsrecht. Abusievelijk is een overgangsregeling voor deze gevallen achterwege gebleven. Een daartoe strekkend artikel dient dan ook alsnog aan de onderhavige Wijzigingsverordening te worden toegevoegd. Voor deze overgangsregeling wordt aangehaakt bij het overgangsrecht zoals dat is geformuleerd in de oorspronkelijke Omgevingsverordening Limburg 2014 (Provinciaal Blad 2015, nr.1) en de Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (Provinciaal Blad 2016, nr. 6791), waarin een duidelijk en alleszins redelijk omslagpunt is benoemd, dat in de praktijk ook voldoende werkbaar is gebleken. Met de toevoeging van een (nieuw) achtste lid aan artikel van de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt voor ruimtelijke plannen die vóór de inwerkingtreding van de onderhavige Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd en waarvan de inhoud niet in overeenstemming is met laatstgenoemde verordening specifiek overgangsrecht gecreëerd. De door inspreker genoemde voorbeelden van ontwikkelingen vallen daarmee onder het bereik van de onderhavige Wijzigingsverordening, indien de daarop betrekking hebbende ruimtelijke plannen bij de inwerkingtreding van de Wijzigingsverordening nog niet zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd. In die gevallen zal in de toelichting bij het ruimtelijk plan een verantwoording moeten worden gegeven ten aanzien van de kernkwaliteiten en de waarden van het plangebied in relatie tot de aangrenzende gebieden van de Goudgroene natuurzone, waarbij op gebiedsniveau per saldo geen kwaliteitsverlies mag optreden. 6

7 Tenslotte wordt in dit verband nog opgemerkt, dat is geconstateerd, dat in de tekst van de ontwerp- Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 niet met zoveel woorden is aangegeven hoe deze Wijzigingsverordening exact dient te worden geciteerd. Om misverstanden te voorkomen wordt de redactie hierop aangepast en wordt een apart artikel toegevoegd waarin de citeertitel wordt vastgelegd. Omgevingsverordening Limburg 2014 aanpassen, als volgt: Onder verlettering van de bestaande onderdelen C tot en met E in Artikel I naar D tot en met F, wordt als nieuw onderdeel C van de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 de navolgende tekst opgenomen: C Hoofdstuk 10 Straf-, overgangs- en slotbepalingen Na artikel , zevende lid, wordt aan artikel , een achtste lid toegevoegd, luidende: 8. Artikel , eerste, tweede en derde lid, is niet van toepassing op ruimtelijke plannen die uiterlijk op de dag van publicatie van de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 in het Provinciaal Blad zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd. Na onderdeel D in Artikel II van de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt een nieuw onderdeel E toegevoegd, luidende als volgt: E Aan de toelichting bij de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt onder Hoofdstuk 10 Straf-, overgangs- en slotbepalingen, onder Overgangsbepalingen (artikel ), een nieuw tekstblok toegevoegd, luidende: Toelichting wijziging december 2017 Het is de bedoeling dat het nieuwe artikel , eerste, tweede en derde lid, alleen geldt voor ruimtelijke plannen die worden vastgesteld nadat de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 in werking is getreden en niet reeds als ontwerp ter inzage zijn gelegd. Dat is neergelegd in het nieuwe achtste lid van artikel Plannen die vóór inwerkingtreding van deze Wijzigingsverordening zijn vastgesteld of al in ontwerp ter inzage zijn gelegd worden onder het overgangsrecht gebracht. De reden hiervoor is dat de aanvullingen in de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 op dat moment nog niet van toepassing waren en hiermee dus geen rekening gehouden hoefde te worden. 7

8 Voor de bepalingen die in Hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn opgenomen en die geen wijziging hebben ondergaan blijft de overgangsbepaling, zoals opgenomen in artikel , zesde lid en zevende lid, gelden. Na Artikel III wordt een nieuw Artikel IV toegevoegd, luidende als volgt: Artikel IV Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg Tijdens de indeling van de natuurgebieden in Goud-Zilver-Brons is geen rekening gehouden met de status en omvang van kleine (rest)snippers die uiteindelijk als Zilvergroen zijn bestemd. Dit was niet relevant, omdat deze nl geen beschermende status verkregen. Deze snippers krijgen nu echter wel een extra bescherming. Soms zijn deze snippers gelegen direct tegen of zelfs tussen bebouwing in het buitengebied. De herbestemming van dergelijke locaties (VAB s) kan daardoor bemoeilijkt of zelfs onmogelijk worden gemaakt. Wij verzoeken u om de status van zilvergroene natuur van dit soort gebiedjes te halen middels een herbegrenzing. Zolang de status Zilvergroen (en bijbehorende bescherming) op deze gebiedjes rust verzoek ik u om in ieder geval uit te gaan van de werkelijke waarden en potenties op deze locaties en deze snippers een aparte status te geven. 2 In het kader van de inspraak bij gelegenheid van de vaststelling van het POL2014 is veel aandacht gegeven aan het gegeven dat binnen de gebiedsafbakeningen van zowel de Goudgroene natuurzone, Zilvergroene natuurzone en Bronsgroene landschapszone op lokaal schaalniveau uiteenlopende bestemmingen aan de orde kunnen zijn. Vigerende ruimtelijke plannen vallen niet onder de reikwijdte van hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Limburg Pas als er sprake is van een functieverandering zijn de regels van de Omgevingsverordening Limburg 2014 van toepassing. Bestaande rechten en daadwerkelijk aanwezige of potentiële waarden en kwaliteiten zijn vertrekpunt en medebepalend bij nieuwe ruimtelijke afwegingen. Ruimtelijke plannen, voor kleinere of grotere activiteiten of bestemmingen, die bij de inwerkingtreding van de Wijzigingsverordening nog niet zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd, dienen in de toelichting bij het ruimtelijk plan een verantwoording te geven ten aanzien van de kernkwaliteiten en de waarden van het plangebied in relatie tot de aangrenzende gebieden van de Goudgroene natuurzone, waarbij op gebiedsniveau per saldo geen kwaliteitsverlies mag optreden. Het landschapskader is in een aantal gevallen veel te globaal om als toetsingskader te gebruiken. Wij adviseren om de lokale situatie nader te beschouwen voor een eventuele toetsing van met name kleine ingrepen. 2 8

9 Het landschapskader Noord- en Midden-Limburg is bedoeld als een referentiekader. Altijd zal de concrete lokale situatie het vertrekpunt vormen voor het nader bekijken en beoordelen van de daadwerkelijk aanwezige kernkwaliteiten, waarden en potenties. Inspreker adviseert de aanduiding aangrenzende natuur te vervangen door omliggende natuur zodat bij de beschouwing van de waarde van een gebied niet alleen gekeken wordt naar de direct aangrenzende percelen, maar ook naar het gehele netwerk van natuurgebieden. 2 Met artikel , eerste lid, onder a wordt geborgd dat bij nieuwe ruimtelijke plannen wordt ingegaan op de waarde van het plangebied binnen de Zilvergroene natuurzone als ecologische verbinding voor gebieden gelegen binnen de Goudgroene natuurzone. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht gevraagd voor de Natura 2000-gebieden. De Goudgroene natuurzone is het Limburgse deel van het natuurnetwerk Nederland, oftewel het gehele netwerk van natuurgebieden. Met artikel , eerste lid, onder b wordt aanvullend geborgd dat ook rekening wordt gehouden met de instandhouding van natuurdoeltypen in de aangrenzende gebieden van de Goudgroene natuurzone. In de praktijk betekent dit dat artikel ertoe moet aanzetten om zowel de aangrenzende gebieden van de Goudgroene natuurzone in de beschouwing mee te nemen (op grond van het eerste lid, onder b) als ook de betekenis voor het gehele netwerk van goudgroene natuurgebieden met daarbij speciale aandacht voor de Natura 2000-gebieden (op grond van het eerste lid, onder a). Wij zien dan ook geen reden om de suggestie over te nemen om in de tekst van artikel , eerste lid, onder b, het woord aangrenzend te vervangen door omliggend. Voor zover inspreker de kaarten behorende bij de verordening gedetailleerd kan volgen, zou het gebied rond Stuwweg en het Overlaatgebied in Maastricht behoren tot bronsgroene en zilvergroene zones. Deze gebieden zouden bedoeld zijn voor natuur. In het gebied wordt al decennia lang gewoond. Het Overlaatgebied is in het bestemmingsplan Grensmaas bestemd als ligplaatsen voor woonboten. Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State (16 april 2014) dienen drijvende woningen een omgevingsvergunning te hebben. Alle bestaande gevallen, waaronder ook de drijvende woningen aan de Stuwweg, moeten van rechtswege een omgevingsvergunning krijgen. Inspreker verzoekt dan ook rekening te houden met het feit dat in het gebied wordt gewoond en dat in paragraaf 2.13 alsmede in de bijlagen en toelichting op paragrafen 2.7 en 2.8 wordt verwezen naar de bestaande bestemming en het gebruik van deze gronden voor wonen. 3 9

10 Het door inspreker aangegeven gebied behoort goeddeels tot de Bronsgroene landschapszone. Dat is een zone die vooral betrekking heeft op het Maasdal, beekdalen en hellende gebieden buiten de grotere woon- en werkgebieden of gelegen buiten de Goudgroene of Zilvergroene natuurzones. Binnen de Bronsgroene landschapszone zijn ook kleinere dorpen en gehuchten aanwezig. De gemeente is het bevoegde gezag ten aanzien van de omgevingsvergunning voor drijvende woningen. De vigerende Omgevingsverordening Limburg 2014 verplicht reeds de gemeente om bij nieuwe ruimtelijke plannen in de Bronsgroene landschapszone rekening te houden met de aanwezige kernkwaliteiten en in de toelichting bij die plannen te verantwoorden hoe met die kernkwaliteiten is omgegaan en hoe negatieve effecten zijn gecompenseerd. De regels met betrekking tot de Zilvergroene natuurzone zijn niet van toepassing op het door inspreker aangegeven gebied. 10

11 Hoofdstuk 3 Voorgestelde aanpassingen In dit hoofdstuk worden de voorgestelde aanpassingen in de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 (regeling/toelichting) weergegeven. Ze komen voort uit een zienswijze die in het vorige hoofdstuk besproken is. Onder verlettering van de bestaande onderdelen C tot en met E in Artikel I naar D tot en met F, wordt als nieuw onderdeel C van de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 de navolgende tekst opgenomen: C Hoofdstuk 10 Straf-, overgangs- en slotbepalingen Na artikel , zevende lid, wordt aan artikel , een achtste lid toegevoegd, luidende: 8. Artikel , eerste, tweede en derde lid, is niet van toepassing op ruimtelijke plannen die uiterlijk op de dag van publicatie van de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 in het Provinciaal Blad zijn vastgesteld of in ontwerp ter inzage zijn gelegd. Na onderdeel D in Artikel II van de ontwerp-wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt een nieuw onderdeel E toegevoegd, luidende als volgt: E Aan de toelichting bij de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt onder Hoofdstuk 10 Straf-, overgangs- en slotbepalingen, onder Overgangsbepalingen (artikel ), een nieuw tekstblok toegevoegd, luidende: Toelichting wijziging december 2017 Het is de bedoeling dat het nieuwe artikel , eerste, tweede en derde lid, alleen geldt voor ruimtelijke plannen die worden vastgesteld nadat de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 in werking is getreden en niet reeds als ontwerp ter inzage zijn gelegd. Dat is neergelegd in het nieuwe achtste lid van artikel Plannen die vóór inwerkingtreding van deze Wijzigingsverordening zijn vastgesteld of al in ontwerp ter inzage zijn gelegd worden onder het overgangsrecht gebracht. De reden hiervoor is dat de aanvullingen in de Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg 2014 op dat moment nog niet van toepassing waren en hiermee dus geen rekening gehouden hoefde te worden. Voor de bepalingen die in Hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn opgenomen en die geen wijziging hebben ondergaan blijft de overgangsbepaling, zoals 11

12 opgenomen in artikel , zesde lid en zevende lid, gelden. Na Artikel III wordt een nieuw Artikel IV toegevoegd, luidende als volgt: Artikel IV Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Paragraaf 2.13 Zilvergroene natuurzone van de Omgevingsverordening Limburg

13 Bijlage 1 Lijst indieners zienswijzen 1. Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg mede namens Vereniging Natuurmonumenten en Stichting het Limburgs Landschap; 2. Ons WCL; 3. Maastrichtse Woonboten Vereniging. 13