Verslag Ondernemingsverslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag Ondernemingsverslag"

Transcriptie

1 Verslag 2009 Ondernemingsverslag

2 Nationale Bank van België Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan met bronvermelding.

3 Voorwoord 5 Voorwoord Guy Quaden, gouverneur In de ogen van de bevolking is de centrale bank vóór alles de instelling die de bankbiljetten uitgeeft en het geld in omloop brengt. In België is het de Nationale Bank die, sedert haar oprichting in 1850, de bankbiljetten drukt en uitgeeft. Sedert 2002 is het ook de Nationale Bank die, samen met de andere centrale banken van het Eurosysteem, de in euro luidende bankbiljetten drukt en uitgeeft. De andere centrale banken van het Eurosysteem zijn de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken (NCB s) van de landen die de Europese munt hebben ingevoerd. Het uitgiftemonopolie voor de bankbiljetten vormt de basis van de macht van de centrale banken. De andere banken de commerciële banken moeten zich noodzakelijkerwijs tot hen richten om de bankbiljetten te verwerven waar hun cliënteel hen om vraagt. Door het vaststellen en wijzigen van de rentetarieven en de andere voorwaarden waartegen zij hun krediet aan de andere banken verstrekken, leggen de zogeheten centrale banken een bepaald monetair beleid ten uitvoer. Behalve de uitgifte van de bankbiljetten en het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid, stelt het Europees Verdrag voorts dat de ECB en de NCB s van het eurogebied de officiële deviezenreserves van de lidstaten aanhouden en beheren, de vlotte werking van de betalingssystemen verzekeren en bijdragen tot de stabiliteit van de financiële sector. Naast de opdrachten die hun krachtens het Verdrag zijn toevertrouwd, kunnen de NCB s door de nationale wetgever nog met andere taken van algemeen belang worden belast. Dat is vooral het geval in België waar de Nationale Bank tal van statistieken verzamelt en verwerkt en verschillende betalingssystemen en gegevenscentrales (balansen van ondernemingen, kredieten aan particulieren en vennootschappen) beheert. In dit verslag wordt nogmaals gewezen op de voornaamste taken van de Bank vanuit een Europees en nationaal perspectief. Ook de ontwikkeling van die taken in de loop van 2009 wordt belicht. Zij veranderen immers continu onder invloed van de conjuncturele en structurele wijzigingen in de economische en financiële omgeving en van het constant nastreven, door de Bank als onderneming, van productiviteitswinsten.

4 6 Ondernemingsverslag 2009 De emissie van de bankbiljetten is niet alleen de hoeksteen van de monetaire macht van de centrale banken, zij is ook hun voornaamste inkomstenbron. In dat opzicht heeft men het vaak over seigneuriage-inkomsten want het muntrecht behoorde weleer de heer toe. Vandaag de dag behoort het de Staten toe die het aan een specifieke instelling delegeren : de centrale bank. Op de balans van de centrale banken vormen de biljetten passiva waarover geen rente wordt vergoed en als tegenwaarde waarvoor zij rentende activa aanhouden. In alle landen bestaan er verdelingsregels die ervoor zorgen dat het inkomensoverschot van de centrale bank ten opzichte van haar kosten toevloeit naar de Staat als houder van het emissierecht. De verdelingsregels die vroeger in België van kracht waren, zijn gewijzigd ingevolge de wet van 3 april Deze nieuwe regels zijn gericht op het waarborgen, op een eenvoudiger en meer efficiënte wijze, (a) dat de Bank volkomen autonoom de reserves kan aanleggen die zij noodzakelijk acht, (b) dat het gedeelte van de inkomens die haar kosten overschrijdt, inclusief de samenstelling van de reserves en de vergoeding van de aandeelhouders, de Staat toekomt in de hoedanigheid van soevereine Staat en (c) dat het minimale gedeelte van de jaarlijkse winsten dat als vergoeding moet worden verdeeld onder de aandeelhouders, vastgesteld wordt volgens een duidelijk en relevant criterium. Op 22 juli 2009 heeft de Bank haar nieuw reserverings- en dividendbeleid vastgesteld. Dat beleid werd onmiddellijk bekendgemaakt en, vervolgens, tijdens informatiesessies die in november 2009 werden georganiseerd, aan de aandeelhouders voorgesteld. In dit verslag wordt daarop teruggekomen. De Bank is een van de zeldzame beursgenoteerde vennootschappen die reeds vele decennia lang nooit gestopt is aan haar aandeelhouders een dividend uit te keren. Ingevolge de bepalingen van de nieuwe wet en de door de Regentenraad genomen beslissingen, is het dividend dit jaar fors gestegen. Het verloop van de financiële crisis en de lessen die eruit moeten worden getrokken, staat beschreven in het deel «Economische en financiële ontwikkeling» van de Verslagen 2008 en 2009 van de Bank. In België kon worden voorkomen dat sommige grote instellingen failliet gingen en kon de overgrote meerderheid van de deposanten op efficiënte wijze worden beschermd dankzij het optreden van de overheid (de centrale bank inzake liquiditeit en de regeringen inzake solvabiliteit). Verschillende internationale instanties (in het bijzonder het Bazels Comité voor bankentoezicht en de Raad voor financiële stabiliteit) werken een nieuwe reglementering uit. Zij zullen daarbij moeten steunen op efficiënte toezichtsstructuren. Net als in een toenemend aantal landen heeft de politieke overheid in België geopteerd voor het «twin peaks»-systeem. In een dergelijk systeem staat de centrale bank niet alleen in voor de stabiliteit van het financieel stelsel, maar ook voor het toezicht op de individueel beschouwde financiële instellingen. Een ander orgaan moet er overigens voor zorgen dat de markten vlot functioneren en dat de consumenten van financiële diensten correct worden geïnformeerd en beschermd.

5 Voorwoord 7 Uiterlijk begin 2011 zal de Bank dus belast worden met zowel het micro- als het macroprudentieel toezicht. Dat wordt een nieuwe fase in haar geschiedenis. Het integreren van een gedeelte van het personeel van de CBFA en de herziening van de organisatie van de Bank zullen centraal staan in de masterplannen die op dit ogenblik worden voorbereid voor de periode

6 Inhoud 9 Inhoud VOORWOORD 5 HOOFDSTUK 1 : ACTIVITeiten Geld en monetair beleid Financiële stabiliteit en betalingssystemen Overige taken 33 HOOFDSTUK 2 : BESTUUR Rechtskader Beheer en toezicht Human resources Duurzaam beheer 54 HOOFDSTUK 3 : JAARREKENING EN VERSLAGEN BETREFFENDE HET BOEKJAAR Jaarverslag Jaarrekening Toelichting bij de jaarrekening Vergelijking over vijf jaar Verslag van de bedrijfsrevisor aan de Regentenraad Activiteitenverslag van het College van censoren Goedkeuring door de Regentenraad 111 bijlagen 1. Organieke wet Statuten Verklaring over het bestuur Reserverings- en dividendbeleid Lijst van in 2009 gepubliceerde artikels Openingstijden en adressen 157

7 Activiteiten Activiteiten De Bank is betrokken bij het uitstippelen en uitvoeren van het monetair beleid van het Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële systeem. 1.1 Geld en monetair beleid Hoewel de centrale banken zelf het monetaire beleid vandaag de dag als hun hoofdactiviteit beschouwen, hoeft het niet te verbazen dat het brede publiek hen vooral ziet als emissiebanken. Dankzij hun emissieactiviteit zijn zij immers de spil van het bankwezen geworden en kunnen zij de rol van «bank der banken» vervullen. Een groot deel van hun werkingsmiddelen is bovendien afkomstig van de uitgifte van geld. Aanvankelijk was het de leenheer of de koning die aan het geld zijn geldigheid verleende, maar sinds de moderne tijd wordt dat koninklijk recht beschouwd als een essentieel aspect van de soevereiniteit van de Staten, die het recht om bankbiljetten uit te geven verlenen aan specifieke instellingen : de centrale banken. Het monetair beleid van de zestien landen van de Europese Unie die de euro als munt hebben ingevoerd, berust bij een specifieke structuur : het Eurosysteem. Het omvat de centrale banken van die zestien landen en de in Frankfurt gevestigde Europese centrale bank. De monetairbeleidsbeslissingen worden genomen door de Raad van Bestuur van de ECB, die samengesteld is uit de presidenten van de centrale banken van het eurogebied en de leden van de Directie van de ECB Geld, emissie en seigneuriage Productie en in omloop brengen van geld Sinds haar oprichting in 1850 ontwerpt en drukt de Nationale Bank bankbiljetten en brengt ze in omloop. De voor het land bestemde euromunten, van hun kant, worden geslagen door de Koninklijke Munt van België en via de Bank in omloop gebracht. Het drukken van de eurobankbiljetten werd verdeeld onder de veiligheidsdrukkerijen van het eurogebied. De Drukkerij van de Bank is gespecialiseerd in de productie van het 50 eurobiljet, dat samen met de hogere coupures de meest geavanceerde veiligheidskenmerken van de huidige serie bevat. Zij verricht ook uitgebreid

8 12 Ondernemingsverslag 2009 onderzoeks- en ontwikkelingswerk op het gebied van de nieuwe druk- en beveiligingstechnieken, onder meer voor de volgende serie eurobankbiljetten, waarvan de emissiedatum nog niet vastgesteld is. Eind 2009 waren circa 13,6 miljard eurobankbiljetten in omloop, tegen 8,2 miljard eind 2002, het jaar van de invoering van de chartale euro. De meest gebruikte coupures zijn die van 50 en 20. Ze maakten in 2009 respectievelijk 38,1 % en 19,7 % van de totale circulatie uit. Daarna volgen de coupures van 10 euro (15,0 %) en 100 (10,8 %). Het aantal onderschepte namaakbiljetten is gestegen van in 2008 tot in 2009 (+29 %). Sinds de invoering van de euro is namaak evenwel in dezelfde mate toegenomen als het aantal bankbiljetten in omloop, zodat het percentage valse biljetten in verhouding tot het aantal echte biljetten over die periode stabiel gebleven is op 0,0063 %. De meest vervalste coupure is die van 20 (48 % van de aangetroffen vervalsingen), gevolgd door de coupure van 50 (37 %) en die van 100 (12 %). De kredietinstellingen komen dagelijks bij de Bank in Brussel en bij de vestigingen in de provincie bankbiljetten en muntstukken opnemen en afstorten via geldtransporteurs. In dat verband valt op te merken dat niet de Bank maar de vraag van het publiek bepaalt hoeveel geld er in omloop is. De kredietinstellingen verrichten frequente geldopnemingen en -afstortingen bij de Bank, omdat ze hun voorraad chartaal geld, die helemaal geen rente opbrengt, tot een minimum wensen te beperken. De bankbiljettentransacties worden opgevolgd en geboekt via een door de Bank ontwikkeld en beheerd computerplatform, Cash Single Shared Platform (CashSSP). Ook de centrale banken van Cyprus, Finland, Luxemburg en Nederland zijn op dit platform aangesloten, terwijl de Ierse en de Letse centrale bank zich ertoe verbonden hebben CashSSP in 2011 in gebruik te zullen nemen. Op verzoek van de Raad van Bestuur van de ECB heeft de Bank ook een toepassing ontwikkeld die statistieken verschaft over de in omloop gebrachte, gevalideerde, verworpen of vernietigde bankbiljetten. Deze toepassing (Currency Information System 2) is operationeel in het hele Eurosysteem en is in de landen die CashSSP hebben ingevoerd, aan dit platform gekoppeld. Omdat de financiële crisis snellere informatieverstrekking noodzakelijk maakte, werd het programma in mei ll. aangepast om dagelijkse rapportage mogelijk te maken Seigneuriage Onder «seigneuriage» of «muntloon» verstaat men de inkomsten die de emittent verwerft door de emissie van bankbiljetten. Vandaag de dag ontvangen de centrale banken deze inkomsten en na aftrek van hun kosten maken ze deze over aan de Staat.

9 Activiteiten 13 Seigneuriage vloeit voort uit de emissie van chartaal geld. De Staat vertrouwde die emissie toe aan de Bank. Het woord «seigneuriage» gaat terug tot de middeleeuwen. Net als toen vertegenwoordigt het de middelen waarover de emittent van geld kan beschikken om zijn taken te vervullen. Waar komt seigneuriage vandaan? Om dit te begrijpen, moet men bedenken dat het bankbiljet voortkomt uit het schuldbewijs dat bankiers aan hun cliënteel overhandigden in ruil voor het in bewaring geven van edelmetaal, dat ze rente lieten opbrengen. Tegenwoordig worden bankbiljetten uiteraard niet meer afgegeven in ruil voor goud of zilver : het zijn voortaan abstracte geldtekens. De centrale banken boeken ze echter nog steeds als schulden op de passiefzijde van hun balans. Als tegenwaarde staan op de actiefzijde aan commerciële banken toegekende kredieten en deviezenreserves, die rente opleveren. De rente op deze activa, die de tegenpost vormen van nietvergoede passiva in de vorm van bankbiljetten, vormt de seigneuriage. Wat het eurogebied betreft, wordt de waarde van de uitgegeven bankbiljetten op forfaitaire wijze verdeeld tussen de Lidstaten, aangezien de geldcirculatie voor iedere deelnemende Staat niet meer nauwkeurig kan worden geraamd : de ECB ontvangt 8 % en het saldo wordt onder de nationale centrale banken (NCB s) verdeeld in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal van die instelling (voor meer bijzonderheden, zie punt 3.3.2, rubriek 6 «Bankbiljetten in omloop»). In alle centrale banken zorgen verdelingsregels ervoor dat het surplus van de inkomsten, na dekking van hun kosten, aan de Staat toekomt. De Staat wordt aldus vergoed voor het toekennen van het emissieprivilege. In België veranderden de regels voor de verdeling van de seigneuriage tussen de Bank en de Staat in de loop van de geschiedenis en tijdens het verslagjaar werden ze bij wet van 3 april 2009 opnieuw aangepast. Vanaf het boekjaar 2009 wordt het saldo van de jaarwinst, na vorming van de vereiste reserves en vergoeding van de aandeelhouders, toegekend aan de Staat. Het emissieprivilege ligt niet alleen ten grondslag aan de inkomsten van de centrale banken. Het vormt ook een van de middelen die hen in staat stellen hun hoofdopdracht, de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid, te verwezenlijken. Om te voldoen aan de vraag naar bankbiljetten van hun cliënten, dienen de kredietinstellingen zich bankbiljetten te verschaffen via leningen bij de centrale bank. De rente op deze leningen vormt het voornaamste monetairbeleidsinstrument Monetair beleid : doelstelling en institutioneel kader Doelstelling Toen de Staten het emissierecht toekenden aan de centrale banken, gaven zij hun ook de opdracht de waarde van de nationale munt te verdedigen. In het Europa van vandaag vindt men deze traditionele taak terug in de doelstelling van prijsstabiliteit die het Verdrag betreffende de werking van de EU aan het Eurosysteem heeft opgelegd.

10 14 Ondernemingsverslag 2009 Nieuwe reserverings- en dividendregels (1) Met ingang van het boekjaar 2009 gelden de volgende regels voor de winstverdeling van de Bank : Een eerste dividend van 1,5 per aandeel wordt toegekend. Dat dividend wordt gegarandeerd met alle reserves. 25 % van de te verdelen winst wordt toegevoegd aan de beschikbare reserve. De Bank bepaalt ieder jaar het minimumbedrag van de reserves waarover ze dient te beschikken in het licht van de risico s die ze loopt. Voor het boekjaar 2009 is het minimumbedrag 3,2 miljard. Als gevolg van die beoordeling kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen. Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar totale reserves. De netto-opbrengst is de opbrengst als vermeld in de resultatenrekening, na aftrek van de vennootschapsbelasting tegen het effectief verschuldigde tarief. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij de Bank oordeelt dat het peil van haar reserves daardoor te laag zou worden. Het saldo van de winstverdeling wordt toegekend aan de Staat. Dat saldo omvat in geen enkel geval enige terugneming van reserves en mag evenmin interen op het niet-uitgekeerde deel van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar reserves. Dat deel moet worden gereserveerd. (1) Zie ook bijlage 4.

11 Activiteiten 15 Het Eurosysteem werkt het monetair beleid van het eurogebied uit en legt het ten uitvoer. Zowel een algemene en aanhoudende prijsstijging (inflatie) als prijsdaling (deflatie) zijn nadelig voor de economie. Prijzen zijn immers de voornaamste informatie waarover de economische subjecten beschikken om de waarde van goederen en diensten te schatten. Inflatie en deflatie verstoren evenwel die informatie en vertekenen de relatieve waarde. Ze doen de onzekerheid toenemen en tasten finaal investeringen en groei aan. Door prijsstabiliteit te handhaven, dragen de centrale banken bij aan groei en werkgelegenheid. Prijsinstabiliteit gaat niet enkel ten koste van de economische efficiëntie, maar ook van de gelijkheid. Ze wijzigt immers de waarde van contracten en spaargelden en leidt tot een willekeurige herverdeling van inkomens en vermogens. Om de prijsverwachtingen stevig te verankeren en het publiek in staat te stellen de activiteit van het Eurosysteem beter te beoordelen, werd prijsstabiliteit gedefinieerd als een stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van het eurogebied op jaarbasis van onder maar dicht bij 2 % op de middellange termijn Institutioneel kader Het Eurosysteem is verantwoordelijk voor de monetairbeleidsvoering van het eurogebied. De beslissingen worden centraal genomen door de Raad van Bestuur van de ECB, die bestaat uit de zes leden van de Directie van de ECB en de presidenten van de NCB s van de lidstaten van het eurogebied. De voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen zijn grotendeels gedecentraliseerd. De ECB en de centrale banken van de EU, inclusief die van de landen die de euro niet hebben ingevoerd, vormen samen het Europees Stelsel van Centrale banken (ESCB). Comités samengesteld uit deskundigen van de ECB en de NCB s bereiden dossiers voor die ter besluit aan de organen van de ECB worden voorgelegd. Er bestaan een vijftiental comités die alle activiteitsdomeinen van het Eurosysteem bestrijken : monetair beleid, statistieken, markttransacties, bankbiljetten, communicatie, IT, human resources, enz. Op die manier worden de NCB s nauw betrokken bij de voorbereiding van de dossiers die aan de Raad van Bestuur worden voorgelegd, en bij de uitvoering van de genomen beslissingen. De Raad van Bestuur vergadert doorgaans tweemaal per maand in het gebouw van de ECB in Frankfurt. De eerste vergadering van de maand is specifiek gewijd aan een diepgaande analyse van de monetaire en economische ontwikkelingen en aan de monetairbeleidsbeslissingen die daarmee samenhangen. De tweede vergadering staat over het algemeen in het teken van de overige opdrachten en verantwoordelijkheden van de ECB. Overeenkomstig het Verdrag van Maastricht treden de leden van de Raad van Bestuur niet op als vertegenwoordiger van hun land, maar nemen zij in alle onafhankelijkheid beslissingen die worden ingegeven door het belang van het eurogebied als geheel.

12 16 Ondernemingsverslag 2009 Het Eurosysteem en het Europees Stelsel van Centrale Banken E U R O S Y S T E E M Algemene Raad EUROPESE CENTRALE BANK (ECB) Raad van Bestuur Directie Banca d Italia Banco de España Banco de Portugal Banka Slovenije Central Bank of Cyprus Banque centrale du Luxembourg Banque de France Bank of Greece Central Bank and Financial Services Authority of Ireland Central Bank of Malta De Nederlandsche Bank Deutsche Bundesbank Národná banka Slovenska Nationale Bank van België Oesterreichische Nationalbank Suomen Pankki Finlands Bank Banca Națională a României Bank of England Бълrapcκa нapoднa бaнкa (Bulgaarse Nationale Bank) Česká národní banka Danmarks Nationalbank Eesti Pank Latvijas Banka Lietuvos bankas E U R O P E E S S T E L S E L V A N C E N T R A L E B A N K E N ( E S C B ) Magyar Nemzeti Bank Narodowy Bank Polski Sveriges Riksbank Bron : ECB.

13 Activiteiten 17 Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat het hoofddoel van het monetair beleid de handhaving van prijsstabiliteit is Voorbereiding van de monetairbeleidsbeslissingen Ter verwezenlijking van het monetairbeleidsdoel van het Eurosysteem reageert de Raad van Bestuur van de ECB op de risico s voor prijsstabiliteit. Dit anticiperend optreden berust op een rond twee complementaire pijlers opgebouwde systematische analyse van de beschikbare informatie. De economische analyse ontleedt de korte- en middellangetermijnrisico s voor prijsstabiliteit. Ze is gebaseerd op een brede waaier van economische en financiële variabelen die het mogelijk maken de schokken te detecteren waaraan het eurogebied het hoofd moet bieden en op te volgen hoe het eurogebied erop reageert. De macro-economische ramingen van de diensten van het Eurosysteem ondersteunen ook de beraadslagingen en beslissingen van de Raad van Bestuur. De monetaire analyse focust op de ontwikkeling van een aantal monetaire en kredietaggregaten en verstrekt indicaties i.v.m. de middellange- en langetermijnrisico s voor prijsstabiliteit. De bedoeling is die risico s te beoordelen uitgaande van de in het verleden waargenomen verbanden tussen de geld- en krediethoeveelheid en de prijzen. De NCB s leveren een belangrijke bijdrage aan die twee analysegebieden en verschaffen het Eurosysteem economische onderzoeksresultaten en statistische gegevens uit de eerste hand Research De Bank draagt bij aan de research- en analyse-inspanningen die erop gericht zijn het inzicht in de economische situatie van het eurogebied, de macro-economische prognoses en het begrip van de transmissiemechanismen van het monetaire beleid alsook de interactie met het economische beleid te verbeteren. Via nationale ramingen levert zij ook een bijdrage aan de opstelling van macroeconomische projecties voor het eurogebied. De voornaamste resultaten van de prognoseoefening voor België worden in juni en september in het Economisch Tijdschrift van de Bank gepubliceerd. De economen van de Bank nemen eveneens deel aan een aantal netwerken die een samenwerkingsverband tussen researchteams van het ESCB en universiteiten tot stand brengen. Het Euro Area Business Cycle Network analyseert het conjunctuurverloop in het eurogebied. Het Wage Dynamics Network bestudeert de kenmerken en de determinanten van de wijzigingen in lonen en loonkosten en de implicaties ervan voor het monetaire beleid. Het Household Finance and Consumption Network, ten slotte, onderzoekt het verband tussen de financiële situatie van de gezinnen en hun consumptiegewoonten. In dat kader zal in 2010 een uitgebreide enquête worden georganiseerd met betrekking tot het financiële gedrag van de Belgische gezinnen. Om doorlopend op de hoogte te blijven van de laatste stand van het onderzoek en de universitaire werkzaamheden op monetair en financieel gebied te stimuleren,

14 18 Ondernemingsverslag 2009 De Bank draagt bij aan de analyse van de situatie van het eurogebied en publiceert jaarlijks een verslag over de economische en financiële ontwikkeling van België. De Bank als adviseur van de overheid De rol van de Bank op het vlak van economische research beperkt zich niet tot aangelegenheden die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de voorbereiding van het monetaire beleid. Haar diensten stellen ook tal van studies op die als basis dienen voor de beraadslagingen en beslissingen van de Regentenraad, een orgaan waarin de verschillende sociaal-economische strekkingen vertegenwoordigd zijn. De meeste van die studies worden gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift (zie website). De leden van het Directiecomité nemen deel aan verscheidene raadgevende comités in het economische en financiële vlak, zowel nationaal als in EU-verband (1). Voorts werd de Bank in 2009 door de minister van Financiën belast met de leiding van een werkgroep voor de kredieten aan ondernemingen (zie kader op blz. 22). (1) De mandaten van de leden van het Directiecomité worden opgesomd in punt 2.2 en op de website. zet de Bank ook gezamenlijke projecten op waarvan de resultaten worden voorgesteld op tweejaarlijkse internationale wetenschappelijke colloquia, en organiseert zij gespecialiseerde macro-economische seminars in samenwerking met Belgische universiteiten. Naast haar vaste teams, neemt zij hoogopgeleide economen in dienst voor een maximumduur van twee jaar en biedt zij aan jonge onderzoekers in haar vakgebied stages van één tot drie maanden aan. Het streven van de Bank om economische research en analyse te stimuleren vertaalt zich in een actief publicatiebeleid. Zij publiceert de Working Papers, die bestaan uit een reeks Research en een reeks Document, alsmede een Economisch Tijdschrift, dat informatie over de recente economische, financiële en monetaire ontwikkelingen verstrekt (zie bijlage 5 voor een overzicht van de in 2009 gepubliceerde artikels). Ten slotte publiceert zij een jaarverslag waarin de economische en financiële

15 Activiteiten 19 De Bank speelt een prominente rol op het vlak van economische en financiële statistieken. ontwikkelingen zowel op Belgisch als op mondiaal vlak worden belicht Statistieken In tegenstelling tot tal van andere centrale banken, speelt de Bank een prominente rol in het Belgisch statistisch apparaat. De talrijke economische statistieken die zij opmaakt, verschaffen de nationale en internationale autoriteiten inzicht in de diverse facetten van de economische activiteit van het land en zijn van groot belang voor het monetaire beleid. Deze in Europees verband grotendeels gestandaardiseerde statistieken vormen een bron van informatie uit de eerste hand waarop de Bank haar onderzoeksactiviteiten baseert. Haar statistieken zijn ook geïntegreerd in de statistieken van de EU en van het eurogebied. Dankzij de inspanningen van de laatste jaren werd de kwaliteit van de verzamelde gegevens verbeterd, werden de gegevens verfijnd en werd de verspreiding ervan geoptimaliseerd. Tegelijk werd gestreefd naar een vermindering van de administratieve last voor de ondernemingen. De statistieken van de Bank bestrijken verscheidene domeinen : De nationale rekeningen bieden een overzicht van de economische transacties van het land. Ze verstrekken, naast de componenten van de grote aggregaten zoals het bruto binnenlands product (bbp), ook gedetailleerde informatie per economische sector en per bedrijfstak. Steeds meer variabelen worden regionaal uitgesplitst. Jaarlijks worden gedetailleerde rekeningen gepubliceerd, maar de ramingen van de voornaamste variabelen worden driemaandelijks bekendgemaakt. Dertig dagen na het einde van het kwartaal wordt een raming van het bbp van het desbetreffende kwartaal gepubliceerd. Net als de statistieken van de buitenlandse handel stelt de Bank de nationale rekeningen op voor rekening van het Instituut voor de nationale rekeningen. De financiële rekeningen vormen een onderdeel van de nationale rekeningen. Zij bevatten informatie over de financiële instrumenten waarin de verschillende economische sectoren hun overschotten beleggen en waarmee ze hun tekorten financieren. Ze zijn het instrument bij uitstek om uit macro-economisch oogpunt de beleggings- en financieringsvoorkeuren van de verschillende economische subjecten te volgen. De Bank beschikt over een van de meest volledige gegevensbestanden in Europa inzake financiële instrumenten. De gedetailleerde financiële kwartaalrekeningen worden aan de ECB bezorgd, die ze gebruikt om geconsolideerde Europese statistieken op te stellen. De statistieken in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten hebben betrekking op het financieringssaldo en de overheidsschuld van België. Ze worden opgemaakt aan de hand van de financiële en niet-financiële rekeningen van de overheid en worden tweemaal per jaar aan de Europese Commissie bezorgd.

16 20 Ondernemingsverslag 2009 Balanscentrale Centrale des bilans Statistieken Statistiques Centrale des bilans Balanscentrale SOFISTA De Bank publiceert een groot aantal statistieken op basis van de informatie die zij verzamelt. Sinds de vaststelling van de convergentiecriteria met het oog op de invoering van de euro, worden de overheidsfinanciën van de lidstaten van het eurogebied aandachtig gemonitord door de ECB. De statistieken van de betalingsbalans zijn een belangrijke economische indicator, zowel nationaal als op het niveau van het eurogebied, waar ze een onderdeel vormen van de statistieken die het monetair beleid schragen. Ze maken de boeking mogelijk van de externe factoren (goederen en diensten, inkomens, overdrachten en kapitalen) die bijdragen tot de vorming van het bruto nationaal product. Ze integreren in geaggregeerde vorm de gegevens van de statistieken van de buitenlandse handel, die de goederenuitvoer- en invoertransacties weergeven per product en per land en uitgesplitst per regio. De met de betalingsbalans samenhangende statistieken van de directe investeringen hebben betrekking op de kapitaaltransacties en de overige financiële stromen tussen de Belgische ondernemingen en de ermee verbonden buitenlandse ondernemingen. De monetaire en financiële statistieken worden op geregelde tijdstippen aan de ECB bezorgd. Ze bieden immers essentiële informatie voor het monetaire beleid. Het gaat enerzijds om statistieken betreffende de monetaire financiële instellingen (centrale bank, kredietinstellingen en gemeenschappelijke beleggingsinstellingen met een monetair karakter) en de overige financiële instellingen (niet-monetaire beleggingsinstellingen, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, enz.), en anderzijds om statistieken betreffende de geldmarkt en de kapitaalmarkt (effectenuitgiften en effectenbezit, verloop van de rentetarieven en beursindexen, enz.). Via conjunctuurenquêtes kan worden ingeschat hoe bedrijfsleiders en consumenten de Belgische economische situatie beoordelen. Omdat de enquêtes vooruitlopen op de economische activiteit van het eurogebied, worden sommige van die conjunctuurindicatoren, niet alleen in België maar ook wereldwijd, met veel belangstelling gevolgd. De statistieken en studies van de Bank kunnen op haar website worden geraadpleegd. Via deze site kan men zich ook abonneren op de publicaties van de Bank. Voorts biedt de site toegang tot Belgostat, een statistische gegevensbank met tal van functionaliteiten die geregeld aan de behoeften van de gebruikers worden aangepast Overige gegevens De Bank verzamelt ook tal van economische en financiële gegevens die niet rechtstreeks verband houden met de voorbereiding van de monetairbeleidsbeslissingen, maar de beschikbare macro-economische statistieken aanvullen. Waardevolle informatie over de financiële situatie van de ondernemingen kan namelijk bijdragen tot een goed begrip van de economische mechanismen. In dat verband beschikt de Bank over belangrijke troeven aangezien de wetgever haar het beheer heeft toevertrouwd over twee centrales die informatie over de ondernemingen

17 Activiteiten 21 De wetgever heeft aan de Bank het beheer toevertrouwd van twee centrales die informatie verzamelen over de ondernemingen : de Balanscentrale en de Centrale voor kredieten aan ondernemingen. bevatten : de Centrale voor kredieten aan ondernemingen en de Balanscentrale. CENTRALE VOOR KREDIETEN AAN ONDERNEMINGEN Krediet aan ondernemingen is een van de kanalen via welke de monetairbeleidsbeslissingen de economie beïnvloeden. Het staat dan ook sterk in de belangstelling van de centrale banken. Tegen de achtergrond van de wereldwijde economische crisis krijgt dat aspect bijzondere aandacht. De Centrale voor kredieten aan ondernemingen registreert, per begunstigde, de kredieten van ten minste die de in België gevestigde kredietinstellingen voor beroepsdoeleinden verstrekken. Deze informatie vormt voor de deelnemers een belangrijk element bij de beoordeling van hun kredietrisico s. Deze centrale wisselt haar gegevens uit met haar tegenhangers uit zes landen : Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. BALANSCENTRALE De meeste ondernemingen waarvan de aansprakelijkheid van de aandeelhouders of vennoten beperkt is tot hun inbreng alsook sommige andere ondernemingen moeten hun jaarrekening en, in voorkomend geval, hun geconsolideerde jaarrekening openbaar maken door neerlegging bij de Balanscentrale van de Bank. De grote en zeer grote vzw s en privéstichtingen alsmede de buitenlandse rechtspersonen moeten eveneens hun jaarrekening bij de Balanscentrale neerleggen. Deze rekeningen bevatten een sociale balans die informatie verschaft over de werkgelegenheid. Op basis van de verzamelde gegevens verstrekt de Bank gestandaardiseerde reeksen voor economische analyse. In 2009 werd meer dan 98 % van de balansen neergelegd via het internet. Sinds begin februari zijn alle in het afgelopen jaar neergelegde jaarrekeningen alsook die van de vijf voorgaande jaren gratis beschikbaar in PDF-formaat via het internet. Het aantal jaarrekeningen dat op deze manier wordt geraadpleegd is gestegen van per maand in 2008 naar in Bovendien zullen vanaf maart 2010 ook de refertes naar de jaarrekeningen die sinds 1992 werden neergelegd, beschikbaar worden gesteld via het internet. Hetzelfde geldt voor jaarrekeningen neergelegd in het XBRL-formaat, hetgeen de ontwikkeling zal stimuleren van software die de mogelijkheden van dat formaat benut. MICRO-ECONOMISCHE ANALYSE De Bank publiceert jaarlijks in haar Economisch Tijdschrift een op de jaarrekeningen van de ondernemingen gebaseerde studie over de resultaten van Belgische ondernemingen. Ze publiceert ook jaarlijks een rapport over de Belgische havens en een raming van hun economisch belang. Daarnaast verricht ze andere eenmalige studies. Zo analyseerde ze in 2009 de gegevens van de kredietcentrale en de demografie van de ondernemingen. Ze maakte eveneens studies over de staalindustrie, de elektriciteitssector,

18 22 Ondernemingsverslag 2009 Werkgroep «Kredieten aan de ondernemingen» In februari 2009 vroeg de minister van Financiën de Bank een werkgroep op te richten om de impact van de financiële crisis op de kredietverlening aan ondernemingen te meten, en aanbevelingen te formuleren ter verbetering van de toegang van de ondernemingen tot de benodigde financiering. In zijn verslag geeft de werkgroep een grondige analyse van de situatie, stelt de ontwikkeling voor in België van instrumenten om de herfinanciering van de banken te vergemakkelijken, beveelt de banken aan ten volle gebruik te maken van de beschikbare herfinancieringsmogelijkheden en de kredietverlening aan de privésector op peil te houden. De werkgroep pleit ook voor een betere informatieverspreiding betreffende de krediet- en waarborginstrumenten die de Belgische autoriteiten ten behoeve van de kmo s hebben ontwikkeld, en zelfs voor een uitbreiding ervan binnen de budgettaire mogelijkheden. De Bank heeft eveneens verscheidene initiatieven genomen om relevante informatie over kredieten aan ondernemingen sneller ter beschikking van het publiek te stellen. Sinds maart 2009 plaatst de Bank een maandelijkse flash op de grondig herwerkte website van het Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. De Bank heeft ook de informatie over de voorwaarden voor toegang tot het krediet vervolledigd door middel van een driemaandelijkse enquête bij de bedrijfsleiders. Tot slot heeft ze besloten vanaf 1 juni 2011 het toepassingsgebied van de Centrale voor kredieten aan ondernemingen uit te breiden om de kredietverleners beter te informeren en hun risico-perceptie te verbeteren. Dat toepassingsgebied zal worden uitgebreid tot de lease- en factoringmaatschappijen en de aangiftedrempel van zal worden afgeschaft. Bovendien zullen de geregistreerde gegevens aangevuld worden met gegevens die nuttig zijn voor het prudentiële toezicht (kans op wanbetaling en waarborgen) en met inlichtingen over eventuele betalingsincidenten. de vastgoedsector en het luchtvervoer. De meeste van deze studies werden gepubliceerd in de reeks Working Papers (zie bijlage 5) Uitvoering van de monetairbeleidsbeslissingen Het hoofddoel van het monetaire beleid is prijsstabiliteit. Het Eurosysteem beheerst echter de prijzen niet rechtstreeks en zelfs op de geldhoeveelheid oefent ze geen rechtstreekse controle uit. De bankbiljettenuitgifte is immers afhankelijk van de vraag van het publiek en bankbiljetten vertegenwoordigen maar een klein deel van de hoeveelheid geld die ondernemingen en particulieren van het eurogebied aanhouden; het grootste deel bestaat uit bankdeposito s. Om bankbiljetten te verwerven dienen de commerciële banken evenwel te lenen bij het Eurosysteem, dat de rol van «bank der banken» vervult. Het beschikt immers over het monopolie voor de uitgifte van bankbiljetten, die de commerciële banken aan hun cliënteel moeten kunnen verstrekken. De NCB s openen rekeningen voor de commerciële banken en deze regelen hun schulden onderling via deposito s bij de centrale bank. De ECB legt bovendien een minimumbedrag op aan die deposito s : dat zijn de reserveverplichtingen. Het monetaire beleid van het Eurosysteem bestaat erin de voorwaarden van de liquiditeitsverstrekking van het Eurosysteem aan de commerciële banken te wijzigen. Die wijzigingen beïnvloeden op hun beurt de door de banken gehanteerde voorwaarden voor de kredieten aan hun cliënteel en voor de deposito s die ze aantrekken. De beslissingen van de Raad van Bestuur van de ECB kunnen aldus het prijsverloop beïnvloeden. Een renteverhoging van het Eurosysteem zal via de impact op de rentetarieven van de banken consumenten en ondernemingen er meer bepaald toe aanzetten hun leningen in te krimpen, wat de vraag naar goederen en diensten zal afremmen en bijgevolg

19 Activiteiten 23 De uitvoering van het monetair beleid is gedecentraliseerd en berust bij de nationale centrale banken. de prijsstijging zal inperken. Bij gevaar voor inflatie (een algemene en aanhoudende prijsstijging), zal de Raad van Bestuur derhalve de rente optrekken. Omgekeerd, bij gevaar voor deflatie (een algemene en aanhoudende prijsdaling), zal hij de rente van het Eurosysteem verlagen om de bankrentes te doen dalen. Doordat het krediet op die manier wordt gestimuleerd, zal de vraag naar goederen en diensten stijgen en wordt de prijsdaling tot staan gebracht. Tot een dergelijke rentestap kan ook worden besloten als de risico s die aan de inflatie verbonden zijn, afnemen, bijvoorbeeld als gevolg van een verzwakking van de vooruitzichten inzake economische groei Instrumenten Het Eurosysteem beschikt over verscheidene instrumenten om zijn monetairbeleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de NCB s, die optreden als schakel tussen de ECB en de in iedere lidstaat gevestigde kredietinstellingen. In de eerste plaats zijn de banken verplicht om reserves aan te houden in de vorm van deposito s bij de NCB s, ten belope van 2 % van sommige van hun passiva. Door de reserveverplichtingen zien de banken zich nog meer genoodzaakt om zich bij het Eurosysteem te herfinancieren. Aangezien de banken hun reserveverplichtingen gemiddeld over een periode van een maand dienen na te komen, kunnen de reserves van dag tot dag variëren en kunnen ze de liquiditeitsschommelingen op de zeer korte termijn, die bijvoorbeeld toe te schrijven zijn aan de schommelingen in de vraag naar bankbiljetten, opvangen. Over die reserves wordt rente vergoed. In normale tijden wordt het grootste deel van de liquiditeiten aan de commerciële banken van het eurogebied verstrekt via een wekelijkse toewijzing van kredieten met een looptijd van één week. Het Eurosysteem verschaft ook liquiditeiten in de vorm van langerlopende herfinancieringstransacties en fine-tuning-transacties. Om aan de toewijzingen te kunnen deelnemen, moeten de commerciële banken vooraf een aantal waarborgen deponeren bij de centrale bank van hun land. Ze geven ook aan welk kredietbedrag ze wensen en welke rente ze willen betalen. De minimumrente van de kredieten met een looptijd van één week wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur van de ECB (dit is zijn centrale beleidsrente). De NCB s bezorgen deze inschrijvingen aan de ECB, die beslist welke bedragen worden verstrekt en die de eerste kredieten toekent aan de banken die de hoogste rente hebben geboden. Sinds oktober 2008 worden de herfinancieringstransacties evenwel verricht tegen een vaste rente en worden alle inschrijvingen tegen dat tarief toegewezen (zie kader op blz. 24). Daarnaast biedt het Eurosysteem aan de banken van het eurogebied de mogelijkheid om voor één dag middelen op te nemen of te plaatsen tegen vooraf aangekondigde rentetarieven (systeem van permanente faciliteiten). Deze tarieven vormen de corridor waarbinnen de daggeldrente op de geldmarkt schommelt.

20 24 Ondernemingsverslag 2009 Recente ontwikkelingen Toen in augustus 2007 tekenen van financiële spanning zichtbaar werden, was de ECB de eerste centrale bank die uitzonderlijke maatregelen nam. Zij verruimde aanmerkelijk haar maatregelen in het najaar van 2008, toen het in gebreke blijven van Lehman Brothers de mondiale financiële stabiliteit in het gedrang bracht. In mei 2009 breidde zij haar pakket maatregelen voor een ruimere kredietondersteuning verder uit (1). Renteverlaging Van oktober 2008 tot mei 2009 werd de beleidsrente met 325 basispunten verlaagd. Dat tarief bedraagt momenteel 1 %, een historisch laag niveau, zowel voor de ECB als voor de NCB s die haar voorafgingen. De overvloedige liquiditeitsverstrekking, die hieronder wordt toegelicht, leidde tot een daling van de zeer korte geldmarktrente. Zo kwam de daggeldrente in de buurt van de rente voor de depositofaciliteit, die sinds april ,25 % beloopt. Die rentebeslissingen zijn in overeenstemming met de strategie van het Eurosysteem : de inflatierisico s zijn in de loop van die periode immers verdwenen, onder invloed van de scherpe terugval van de olieprijzen en van de andere grondstoffen en als gevolg van de inkrimping van de economische activiteit. Trouw aan haar doel van prijsstabiliteit heeft de ECB rekening gehouden met het verdwijnen van de inflatoire spanningen en de rente verlaagd. De rentetarieven van de commerciële banken zijn in het verlengde daarvan gedaald, wat resulteerde in een bijzonder laag rentepeil voor de kredietnemers in het eurogebied. Niet-conventionele maatregelen Ter bestrijding van de crisis nam de Raad van Bestuur van de ECB vijf soorten uitzonderlijke maatregelen. Om te voldoen aan de liquiditeitsbehoeften van de banken voert hij sinds oktober 2008 een toewijzingsbeleid met vaste rente, waarbij alle inschrijvingen van de banken worden gehonoreerd. De banken van het eurogebied verkregen aldus, tegen afgifte van onderpand, onbeperkte kredieten tegen de beleidsrente van de ECB. De Raad van Bestuur verlengde ook de gemiddelde looptijd van de krediettoewijzingen van het Eurosysteem. Op 7 mei 2009 besloot hij drie herfinancieringstransacties met een looptijd van een jaar te organiseren, namelijk in juni, september en december. Voorts breidde hij tijdelijk de lijst uit van de activa die worden aanvaard als onderpand van krediettransacties. Deze maatregel zorgde voor een sterke verlichting van de liquiditeitsbeperkingen van de banken tijdens de crisis. Hij organiseerde tevens liquiditeitsverstrekking in Amerikaanse dollar en Zwitserse frank om de financieringsvoorwaarden van de banken in die valuta s te verbeteren. Tot slot besloot hij op 7 mei 2009 een programma op te zetten voor de rechtstreekse aankoop van in het eurogebied uitgegeven, gedekte obligaties (covered bonds) in euro. Het gaat om door banken uitgegeven obligaties, die worden gewaarborgd door activa van hoge kwaliteit aangehouden door de emitterende bank en waaraan weinig risico verbonden is. Gedekte obligaties waren een belangrijke bron van financiering voor de banken van het eurogebied, vóór de verscherping van de financiële crisis in het najaar van 2008, toen die markt instortte. De Raad van Bestuur kwam derhalve tot het besluit dat het Eurosysteem kon helpen bij het herstel van die markt, via de rechtstreekse aankoop van gedekte (1) Meer bijzonderheden over die maatregelen worden verstrekt in hoofdstuk 2 van het Verslag 2009 over de economische en financiële ontwikkeling.

21 Activiteiten 25 obligaties. Hij besliste dat het Eurosysteem tussen juli 2009 en juni miljard aan dergelijke obligaties zou aankopen. De Bank participeert in dat programma voor een bedrag van 1,9 miljard. Die maatregelen resulteerden in een forse stijging van de balans van het Eurosysteem. Zij verhoogden de liquiditeit op de geldmarkt en maakten een terugkeer van het vertrouwen en een verbetering van de marktvoorwaarden mogelijk. Het Eurosysteem kan voorts aan- of verkopen van deviezen tegen euro s, d.w.z. interventies op de valutamarkt, verrichten Rol van de Bank Als lid van het Eurosysteem is de Bank op meerdere niveaus betrokken bij de gedecentraliseerde uitvoering van de monetairbeleidsbeslissingen. Zo speelt zij meer bepaald een rol op het niveau van de liquiditeitsverstrekkende transacties, de permanente faciliteiten en de reserveverplichtingen. Daarnaast beoordeelt zij de kwaliteit van het verschafte onderpand bij kredietopname en zorgt zij voor de bewaring ervan. In het kader van het model van gemeenschappelijk platform voor het onderpandbeheer (zie punt 1.2.2), kunnen de in onderpand gegeven effecten zich in België of in het buitenland bevinden, terwijl de centrale banken onderling als correspondentbanken optreden. LIQUIDITEITSVERSTREKKENDE TRANSACTIES De reguliere toewijzingen van het Eurosysteem worden aangekondigd via de financiële informatienetwerken. De Bank kan de banken ook afzonderlijk inlichten. De inschrijvingen die binnen de vastgestelde termijnen bij de Bank worden ingediend, worden aan de ECB bezorgd. In iedere lidstaat kunnen de inschrijvingen van een kredietinstelling maar door één vestiging (de hoofdzetel of een aangewezen filiaal) worden ingediend. De resultaten worden door de ECB gepubliceerd en de kredietinstellingen die een geldige inschrijving hebben ingediend, worden afzonderlijk op de hoogte gebracht. Na de bekendmaking van de resultaten, zorgt de Bank voor de afwikkeling van de transacties, rekening houdend met het verschafte onderpand. PERMANENTE FACILITEITEN Elke werkdag stelt de Bank, tegen afgifte van onderpand, een intraday-kredietfaciliteit ter beschikking van de banken die daar toegang toe wordt verleend. Deze faciliteit is bestemd voor de financiering, tijdens de dag, van debetposities op de rekening in euro die op naam van die kredietinstellingen in haar boeken is geopend. Na de dagelijkse afsluiting van het systeem, zuiveren de banken het laatste saldo van hun vereffeningsrekening aan door eventueel een beroep te doen op de overnight belenings- of depositofaciliteit. Voor deze permanente faciliteiten gelden rentetarieven die worden vastgesteld door de Raad van Bestuur van de ECB en die in normale omstandigheden de corridor vormen waarbinnen de daggeldrente schommelt. RESERVEVERPLICHTINGEN De in België gevestigde kredietinstellingen zijn onderworpen aan de verplichting om bij de Bank monetaire reserves aan te leggen en aan te houden. Deze reserves worden gevormd via speciale reserverekeningen die in geen geval een debetsaldo mogen vertonen De Bank ziet toe op de naleving van die verplichtingen en verstrekt iedere deelnemer geregeld informatie over de bewegingen op zijn reserverekening. Een en ander wordt nader toegelicht in de Algemene Documentatie inzake de monetaire-beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem en in het Reglement betreffende intraday-kredietverlening en monetairebeleidsoperaties van de Bank, dat in 2009 werd bijgewerkt en beschikbaar is op de website van de Bank.

22 26 Ondernemingsverslag 2009 De monetairbeleidsinstrumenten Permanente faciliteiten Openmarkttransacties Reserveverplichtingen Depositofaciliteit (rente over het algemeen lager dan de marktrente) Marginale beleningsfaciliteit (rente over het algemeen hoger dan de marktrente) Basis-herfinancieringstransacties (looptijd van een week) Langerlopende herfinancieringstransacties Reservebasis Deposito s, schuldbewijzen en geldmarktinstrumenten Reserveratio 2 % op de meeste in de reservebasis opgenomen instrumenten Fine-tuning-transacties Rentevergoeding Over de reserves wordt rente vergoed tegen de marginale rentevoet van de basis-herfinancieringstransacties Structurele transacties COMMUNICATIE Hoewel de centrale banken sinds lang belangrijke centra van economische en financiële informatie zijn, wordt communicatie er vandaag de dag beschouwd als een strategische uitdaging. De noodzaak om verantwoording af te leggen wordt door alle partners van het Eurosysteem ook beschouwd als de legitieme tegenhanger van de onafhankelijkheid die het Verdrag van Maastricht aan de centrale banken heeft verleend. Elke maand, na afloop van de vergadering van de Raad van Bestuur over de rentebeslissingen, houdt de president van de ECB een persconferentie om de beslissingen en de motivering ervan bekend te maken. De ECB maakte ook een nauwkeurige definitie van prijsstabiliteit bekend (1), om de doeltreffendheid van haar monetair beleid te verhogen : vanwege de geloofwaardigheid die de ECB geniet, anticiperen de economische subjecten immers veelal op een prijsverloop dicht bij de aangekondigde doelstelling. In geval van een schok stelt men dan ook vast dat de situatie, dankzij deze anticipatie, sneller weer normaal wordt. Met dat algemene doel van openheid ten aanzien van de overheid, de financiële markten, de ondernemingen, de universiteiten en het brede publiek voor ogen, organiseert de Bank persconferenties, uiteenzettingen en colloquia. Zij ontplooit haar communicatie-instrumenten op papier en in elektronische vorm : economische studies, verslagen, statistische informatie. 1.2 Financiële stabiliteit en betalingssystemen De recente financiële crisis heeft het belang aangetoond van een hechte coördinatie tussen de twee belangrijke opdrachten van de centrale banken : monetaire stabiliteit, die zoals werd uitgelegd erop gericht is de koopkracht van het geld te vrijwaren, en financiële stabiliteit, die moet voorkomen dat een verstoring van het financiële systeem leidt tot een vertraging of inkrimping van de economische activiteit. Prijsstabiliteit draagt weliswaar bij (1) Prijsstabiliteit wordt gedefinieerd als een jaarlijkse stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van onder maar dicht bij 2 %, die moet worden gehandhaafd op de middellange termijn.

23 Activiteiten 27 Moderne centrale banken hebben twee hoofdopdrachten : prijsstabiliteit, d.w.z. het vrijwaren van de koopkracht van het geld ; financiële stabiliteit, d.i. het toezien op de goede werking van het financiële systeem en het voorkomen van grote incidenten. tot financiële stabiliteit, omdat een belangrijke onzekerheidsfactor wordt verminderd, maar is er geen voldoende voorwaarde voor. Zo kan een context van aanhoudende groei en geringe inflatie de handhaving van relatief lage rentetarieven rechtvaardigen, maar een dergelijke omgeving kan ook de risicobereidheid verhogen. Meer bepaald kunnen de financiële instellingen ertoe worden aangezet gebruik te maken van het hefboomeffect en via overvloedige leningen hun markttransacties of hun kredietportefeuilles uit te breiden. Doordat de monetaire autoriteiten gedwongen worden hun liquiditeitstoevoer aan de markt te verhogen, bemoeilijkt grote financiële instabiliteit de uitvoering van het monetaire beleid. De goede werking van het financiële systeem en de detectie van incidenten die het systeem kunnen destabiliseren, hangen ook af van het prudentiële beleid dat wordt gevoerd in het kader van het individuele toezicht op de financiële instellingen. binnen het eurogebied, verlopen vandaag de dag grotendeels via transnationale computerplatformen Financiële stabiliteit De Bank draagt bij tot de stabiliteit van het financiële systeem als geheel. Dit zogenoemde «macroprudentiële» toezicht is erop gericht het systeemrisico zoveel mogelijk te beperken. Dat risico kan optreden wanneer een groot aantal financiële instellingen eenzelfde gedrag vertonen en gelijktijdig reageren op veranderingen in de marktomstandigheden, zodat de cyclische bewegingen worden verscherpt, of wanneer het in gebreke blijven van een grote instelling of financiële infrastructuur via een besmettingseffect het hele systeem in gevaar brengt Internationaal overleg De recente financiële crisis heeft het grote belang van die taken op de voorgrond gebracht en, zowel op Europees als op Belgisch niveau, hebben de autoriteiten initiatieven genomen die de rol van de centrale banken aanmerkelijk versterken. Hun taak om de goede werking van de betalingssystemen te bevorderen sluit naadloos aan bij hun streven naar een stabiel en efficiënt financieel systeem. Via de uitgifte van bankbiljetten zijn de centrale banken van oudsher betrokken bij het betalingsverkeer. De betalingen, inzonderheid In Europees verband neemt de Bank deel aan de werkzaamheden van diverse instellingen en comités die gespecialiseerd zijn in regulering en monitoring van de financiële markten. Zij is vertegenwoordigd in het Comité voor bankentoezicht, waarin het ESCB en de instanties voor het microprudentiële toezicht (toezicht op de afzonderlijke instellingen) van de lidstaten van de EU de structurele en conjuncturele ontwikkelingen binnen het Europese banksysteem onderzoeken. Dit Comité werkt meer bepaald mee aan de opstelling van het Financial Stability Review van de ECB en andere

24 28 Ondernemingsverslag 2009 Aan de gang zijnde hervormingen In reactie op de financiële crisis van ongekende aard die de Belgische, Europese en mondiale financiële sector trof, werd op verscheidene niveaus werk gemaakt van een reeks hervormingen die betrekking hebben op het toezicht op de financiële sector. België Het Hoog comité voor een nieuwe financiële architectuur, onder voorzitterschap van baron Alexandre Lamfalussy, overhandigde in juni 2009 zijn rapport aan de regering. Op 13 oktober 2009 deelde de eerste minister, in zijn algemene beleidsverklaring voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, mee dat de regering het eens was geworden over de krachtlijnen van een voorontwerp van wet, dat voorziet in de omvorming van de toezichtstructuur voor de financiële sector in een tweepijlersysteem, het zogenoemde Twin Peaks-model. De Bank zal toezicht houden op de afzonderlijke financiële instellingen en op de stabiliteit van het hele systeem, terwijl de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zal toezien op de goede werking van de markten en op de conformiteit van de financiële diensten en producten, en bevoegd zal zijn voor consumentenbescherming. De hervorming zal derhalve uitmonden in de overname door de Bank van de momenteel aan de CBFA toevertrouwde bevoegdheden inzake het prudentiële toezicht op de financiële instellingen. Europese Unie Op 25 februari 2009 stelde de groep-de Larosière, uit naam van de voorzitter van de Europese Commissie, een reeks aanbevelingen voor over de financiële regelgeving en het financiële toezicht in Europa. Die aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de instelling van een Europese macroprudentiële toezichtautoriteit en een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders, samengesteld uit drie Europese toezichthoudende autoriteiten voor respectievelijk de banksector, de sector van de verzekeringen en de bedrijfspensioenen, en de financiële markten en effecten. Gehoor gevend aan de conclusies van dat rapport, keurde de Raad van de EU op 20 oktober 2009 een ontwerp van verordening tot oprichting van het Europees Comité voor Systeemrisico s (ECSR) goed alsook een beschikking tot toewijzing aan de ECB van specifieke taken met betrekking tot dat comité. Op microprudentieel vlak hechtte de Raad op 2 december 2009 zijn goedkeuring aan een algemeen richtsnoer betreffende ontwerp-verordeningen tot oprichting van drie nieuwe toezichthoudende autoriteiten voor de financiële diensten in de Unie, t.w. een Europese Bankautoriteit, een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en een Europese Autoriteit voor financiële markten en effecten. De Raad nodigde zijn voorzitter uit onderhandelingen te starten met het Europees Parlement om deze ontwerp-verordeningen bij de eerste lezing goed te keuren (1). (1) Voor nadere informatie over deze ontwerpen, zie ook het Verslag 2009 van de Bank betreffende de economische en financiële ontwikkeling, blz

25 Activiteiten 29 De Europese Unie en België bereiden een reorganisatie van het toezicht op de financiële sector voor. Op termijn zal de Bank instaan voor het gehele prudentiële toezicht in België. publicaties van het Eurosysteem die handelen over financiële stabiliteit. De Bank is ook betrokken bij de werkzaamheden van het Comité van Europese banktoezichthouders, dat adviezen verstrekt aan de Europese Commissie en de samenwerking, de convergentie van de praktijken alsmede de gemeenschappelijke implementatie en de behoorlijke toepassing van het communautaire wetgevende kader bevordert. In 2009 coördineerde dat comité een reeks tests van de weerbaarheid van de banksector. Deze tests, die betrekking hadden op de jaren 2009 en 2010, waren gericht op een staal van tweeëntwintig Europese groepen met internationale activiteiten. Ze focusten onder meer op het verband tussen de kern van het eigen vermogen en het balanstotaal. Voor alle aan deze tests onderworpen banken is gebleken dat die ratio, zelfs in een ongunstige economische situatie, ruim boven de huidige vereisten zou blijven. Het Comité voor Europese banktoezichthouders zal in 2010 geïntegreerd worden in de nieuwe institutionele structuur voor het prudentiële toezicht op de markten en de financiële instellingen van de EU. Deze structuur zal, in coördinatie met het netwerk van de nationale financiële toezichthouders, het Europees Systeem van Financiële Toezichthouders vormen (zie kader hiernaast). In het kader van de activiteiten van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) neemt de Bank deel aan de werkzaamheden van het Committee on the Global Financial System. Zij maakt ook deel uit van het Bazels Comité voor bankentoezicht, dat samengesteld is uit de 27 belangrijkste banktoezichthouders ter wereld. Dit Comité heeft eind 2009 een aantal macroprudentiële maatregelen genomen om de kans op financiële crises en de omvang ervan te verminderen Toezicht op de betalings-, verrekenings- en effectenvereffeningsinfrastructuren In het kader van het toezicht (oversight) op de betalings-, verrekenings- en effectenvereffeningsinfrastructuren worden normen vastgelegd om de risico s die inherent zijn aan de werking van die infrastructuren te beheersen. Er wordt geregeld nagegaan of deze normen worden nageleefd en zo nodig worden aanbevelingen gedaan. Over de referentienormen wordt overleg gepleegd in het Comité voor betalings- en vereffeningssystemen, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de centrale banken van de G10 en de G20. Het Eurosysteem, van zijn kant, onderzoekt sinds 2007 hoe de coördinatie tussen de NCB s op het vlak van het oversight kan worden verbeterd. De meeste normen betreffende de systemen voor laagwaardige betalingen worden gedefinieerd op het niveau van het Eurosysteem. In dat verband heeft de Bank het Uitwisselingscentrum en Verrekening aan een evaluatie onderworpen. In overleg met het Eurosysteem heeft zij tevens de veiligheid en het weerstandsvermogen van de kaartbetalingssystemen Bancontact / Mister Cash en Mastercard Europe geëvalueerd. Het Eurosysteem heeft

26 30 Ondernemingsverslag 2009 Niettegenstaande de financiële crisis ondervond geen enkel aan het toezicht van de Bank onderworpen systeem bijzondere werkingsproblemen. ook zijn beleid inzake het oversight op de effectenvereffeningssystemen verduidelijkt. In het kader van een regeling inzake coöperatief oversight waarbij de centrale banken van de G10 betrokken zijn, vertolkt de Bank de rol van lead overseer van het systeem voor beveiligd berichtenverkeer SWIFT. In samenwerking met de CBFA zorgt de Bank ook voor de coördinatie van het oversight van de holding Euroclear NV., die de centrale effectenbewaarinstellingen van zes Europese landen omvat. Zij is eveneens belast met het toezicht op het door Euroclear Bank beheerd internationaal effectenvereffeningsstelsel, op dat van Euroclear Belgium en op het effectenvereffeningsstelsel van de Bank zelf. Ten slotte is zij betrokken bij het coöperatief oversight van de centrale tegenpartij Clearnet en van de betalingssystemen TARGET2 en CLS. Niettegenstaande de moeilijkheden waarmee verscheidene systeemrelevante financiële instellingen te kampen kregen na het in gebreke blijven van de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers in september 2008, ondervond geen enkel aan het toezicht van de Bank onderworpen systeem bijzondere werkingsproblemen Toezicht op de markt van de overheidseffecten De Bank neemt het dagelijkse beheer van het Rentenfonds waar. Naast het waarborgen van de liquiditeit op de markt van de staatsleningen, reguleert deze autonome overheidsinstelling de secundaire markt van de staatseffecten en houdt zij er toezicht op. Het Rentenfonds assisteert het Agentschap van de schuld ook bij het beheer van de overheidsschuld Business continuity planning Om ervoor te zorgen dat de activiteiten die van cruciaal belang zijn voor de werking van het financiële systeem, bestand zouden zijn tegen gebeurtenissen die de continuïteit van de transacties in het gedrang kunnen brengen (natuurrampen, sociale conflicten, terreurdaden, epidemieën, cyberterrorisme, enz.), richtte het Comité voor financiële stabiliteit (CFS) in oktober 2004 een aantal aanbevelingen aan de kritieke financiële instellingen en infrastructuren. De doelstellingen betreffende de maximumtermijn voor de hervatting van de activiteiten dienden tussen 2007 en 2009 te worden gerealiseerd. De evaluatie van de uitvoering van die aanbevelingen door de Bank, die belast is met het toezicht op de financiële infrastructuren, en de CBFA, die belast is met het toezicht op de financiële instellingen, toonde aan dat de actoren die cruciaal zijn voor de financiële sector de aanbevelingen van het CFS over het algemeen in acht namen. Op 25 september 2009 vond de eerste operationele-crisisoefening van het CFS plaats waarbij een kritieke actor van het financiële systeem betrokken was. Aan die oefening namen medewerkers deel van de Bank, de CBFA, het secretariaat van het CFS, de FOD Financiën (Thesaurie) en

27 Activiteiten 31 Het SEPA-project beoogt de standaardisering van een aantal betaalinstrumenten op Europees niveau. Atos Worldline NV (AWL). De oefening was gebaseerd op een scenario dat leidde tot een langdurige onbeschikbaarheid van de door AWL beheerde elektronische betalingssystemen. Gelet op de onmogelijkheid om te betalen met debetkaarten en kredietkaarten en de daarmee samenhangende onbeschikbaarheid van CARD STOP diende het CFS een beroep te doen op zijn escalatieprocedure en op de maatregelen van het «Noodplan Atos», dat door het CFS was uitgewerkt om een langdurige onbeschikbaarheid op te vangen. De bedoeling van de oefening was niet enkel de procedures van de deelnemende instellingen voor het beheersen van een operationele crisis te testen, maar ook de escalatieprocedure van het CFS, de reactiesnelheid van de betrokken actoren, de aangepastheid van de besluitvormingsprocessen en de interne en externe communicatie in geval van crisis. Het CFS overweegt in de toekomst andere operationelecrisisoefeningen te organiseren Beheer van de betalingssystemen Betalingen in de Europese Economische Ruimte Het SEPA-project (Single Euro Payments Area) beoogt een gestandaardiseerd, efficiënt en goedkoop verkeer van overschrijvingen, domiciliëringen, kaartbetalingen en geldafhalingen aan geldautomaten binnen de Europese Economische Ruimte, aangevuld met het Zwitserse grondgebied. In ons land wordt het overleg rond deze standaardisering georganiseerd door de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin), in nauwe samenwerking met de Bank. De beslissingen ter zake worden gevalideerd door het SEPA-Forum, dat wordt voorgezeten door de gouverneur van de Bank en waarin Febelfin, de grote banken, De Post en de beheerder van de elektronische betalingssystemen Banksys, Atos Worldline, vertegenwoordigd zijn. Beoogd wordt de overgang naar SEPA te realiseren met behoud van de graad van efficiëntie van de huidige betalingssystemen of deze zelfs te verbeteren. Het aandeel van de Europese overschrijving in het totale aantal overschrijvingen in België is gestegen van circa 2 %, begin 2009, tot 16 %, eind 2009, terwijl het gebruik van de Europese overschrijving in het hele betaalgebied nog geen 5 % van het totaal beloopt. Dat succes is te danken aan de overheidsdiensten en de grote bedrijven. De Europese domiciliëringen zullen geleidelijk in gebruik kunnen worden genomen. De laatste technische hinderpalen werden immers weggenomen en de richtlijn betreffende de betaaldiensten werd omgezet in het Belgische recht. Wat tot slot de kaartbetalingen betreft, werden de inspanningen voor een standaardisering op Europees niveau voortgezet : België zette een initiatief op (Payfair) ; een aantal grote Duitse en Franse banken werken aan

28 32 Ondernemingsverslag 2009 Maquette van het nieuwe gebouw van de ECB. het «Monnet»-project en belangrijke nationale systemen willen met elkaar een alliantie aangaan via EAPS (Euro Alliance of Payment Schemes) Projecten van het Eurosysteem Sinds november 2007 worden de betalingsopdrachten in euro van de kredietinstellingen van het Eurosysteem verwerkt via één platform. Dit systeem, TARGET2, vereffent één voor één, in real time, de betalingsopdrachten van zijn leden, via rekeningen bij de deelnemende centrale banken. Het vereffent ook het cash-luik van de effectentransacties en de eindedagsaldi van de nationale vereffeningssystemen voor detailbetalingen. Het zorgt dus voor de vereffening van de transacties van de in België gevestigde kredietinstellingen en voor de vereffening van het cash-luik van de transacties van het effectenvereffeningssysteem van de Bank (NBB-SSS) en van Euroclear Belgium. Het vereffent eveneens de saldi van het UCV, het Belgisch systeem voor detailbetalingen. In 2009 functioneerde TARGET2 bijna zonder onderbreking. Het aantal verwerkte transacties daalde echter lichtjes door de terugval van de economische activiteit ten gevolge van de financiële crisis. De Belgische module verwerkte gemiddeld transacties per dag, ter waarde van 83 miljard. TARGET2-Securities (T2S). Negentien systemen uit het eurogebied en negen andere systemen hebben bekendgemaakt dat ze aan T2S willen deelnemen. De ECB zette op 17 juli 2008 het licht op groen voor de ontwikkeling van het systeem, dat onder meer zal steunen op de TARGET2-infrastructuur. Dit project boekte in 2009 belangrijke vooruitgang op het vlak van de beschrijving van de functionele en technische kenmerken, de juridische en contractuele aspecten en de uitwerking van de structuren voor het beheer van het systeem. Het Eurosysteem besloot eveneens een gemeenschappelijk platform op te zetten voor het beheer van het onderpand van de aan de banken verstrekte kredieten. CCBM2 (Collateral Central Bank Management 2) zou worden ontwikkeld en geëxploiteerd door de Bank en de Nederlandsche Bank. De overige leden van het Eurosysteem hebben allen hun belangstelling voor een of meerdere modules van het nieuwe systeem te kennen gegeven. Aangezien de beschrijving van de functionele en technische kenmerken zo goed als klaar is, zal naar verwachting in de eerste helft van 2010 de definitieve planning worden vastgelegd en de wijze van deelname van de centrale banken worden bevestigd. Het Eurosysteem werkte ook een project uit voor de eenmaking van de infrastructuur voor de vereffening van de effectentransacties via de creatie van één platform,

29 Activiteiten 33 De actieve rol van de Bank op het vlak van de internationale samenwerking vloeit rechtstreeks voort uit haar verantwoordelijkheden als monetaire autoriteit en als lid van het Eurosysteem Nationale betalingssystemen Op nationaal vlak is de Bank belast met het beheer van NBB-SSS en van het UCV. NBB-SSS (National Bank of Belgium Securities Settlement System) is een systeem voor de vereffening van vastrentende effecten. Onder invloed van de kredietcrisis verrichtten de overheid en de ondernemingen in 2009 zeer veel uitgiften, waardoor het uitstaande bedrag aan die effecten toenam met 63 miljard, tot 473 miljard. De privésector was goed voor 35 % van dat bedrag. Het systeem vereffende dagelijks 16 miljard aan effecten, d.i. een stijging met 3 % ten opzichte van het voorgaande jaar. Het UCV (Uitwisselingscentrum en Verrekening) verwerkt bijna alle interbancaire girale betalingen in België. In 2009 werden via het UCV gemiddeld transacties per dag verricht, of 5,6 % meer dan in Het gemiddeld per dag verwerkte bedrag bleef nagenoeg onveranderd op 3,2 miljard. 1.3 Overige taken Op internationaal niveau Internationaal Monetair Fonds In overleg met de regering neemt de Bank deel aan de voorbereiding van de standpunten van de Belgische bewindvoerder van het Internationaal Monetair Fonds, die aan het hoofd staat van een constituency van tien landen (België, Hongarije, Kazachstan, Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek, Turkije en Wit-Rusland). Ze financiert de bijdragen van België aan het kapitaal van het Fonds en staat in voor de financiële transacties tussen ons land en het IMF. Ze assisteert het IMF bij zijn jaarlijkse doorlichting van de economische en financiële situatie van België Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling De Bank is actief binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), een reflectieforum dat dertig landen overkoepelt die een engagement delen voor democratisch bestuur en markteconomie. De activiteiten van de OESO hebben betrekking op het economisch beleid en op alle beleidsaspecten die zich lenen tot een economische benadering (onderwijs,

30 34 Ondernemingsverslag 2009 De Bank draagt bij aan de opstelling van de Europese bancaire en financiële regelgeving. Ze verleent technische bijstand aan andere centrale banken. wetenschappelijk onderzoek, transport, milieu, sociale zaken, enz.). De Bank neemt deel aan de werkzaamheden van het Economic Policy Committee, het Financial Markets Committee en het Investment Committee Europese Unie De Bank werkt mee aan de Europese bancaire en financiële regelgeving en neemt deel aan de werkzaamheden van een aantal comités en werkgroepen die ressorteren onder de instellingen van de EU, zoals het Comité voor economische politiek en het Economisch en financieel comité, die bijdragen aan de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad Economische en Financiële Zaken en adviezen uitbrengen. Bovendien vergt de handhaving van financiële stabiliteit nauwe internationale samenwerking, inzonderheid op Europees niveau. (zie punt ) Internationale handel De Bank draagt eveneens bij tot de werkzaamheden van het Comité voor handelsbeleid in verband met de financiële diensten. Dit Comité staat de Europese Commissie bij in de onderhandelingen met betrekking tot de vrijmaking van de dienstenhandel. De Bank assisteert de regering ook bij het opvolgen van de onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie over de vrijmaking van de financiële diensten Technische bijstand Tot slot biedt de Bank technische bijstand aan een aantal centrale banken. Om haar ondersteuning gerichter en efficiënter te maken, geeft ze voorrang aan bepaalde landen. De jongste jaren krijgt de centrale bank van de Democratische Republiek Congo prioritaire aandacht. De Bank vindt het zeer belangrijk dat haar samenwerking met de Congolese centrale bank in lijn is met de aanpak van de Belgische autoriteiten en de internationale instellingen (IMF, Wereldbank). Haar bijstand heeft betrekking op het monetaire beleid, de statistieken, de betalingssystemen, de dealingroom, de chartale geldcirculatie en informatica. Verscheidene keren per jaar wordt een team ter plaatse gestuurd om een actieplan uit te werken of te actualiseren, aanbevelingen te doen, opleiding te verstrekken of bijstand te verlenen. Daarnaast verleent de Bank steun aan de landen die de Belgische bewindvoerder bij het IMF vertegenwoordigt, aan kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de EU en aan de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

31 Activiteiten 35 Om de consument beter te beschermen tegen overmatige schuldenlast, richtte de wetgever een Centrale voor kredieten aan particulieren op Op nationaal niveau Rijkskassier Van bij de oprichting van de Bank vertrouwde de Staat haar de rol van rijkskassier toe. In de loop der jaren is die taak sterk veranderd. Vandaag de dag bestaat haar opdracht er vooral in dagelijks de lopende inkomsten en uitgaven van de staat te centraliseren op één rekening. Na toevoeging van het saldo van de verrichtingen van De Post worden, in samenspraak met de Thesaurie, de overschotten aangewend voor beleggingen en de tekorten gedekt door kortlopende leningen. De Bank speelt ook een belangrijke rol bij de uitgifte van staatsleningen en neemt de financiële dienst ervan waar. De betaaldienst «Bond center» geeft de bankkantoren de mogelijkheid terugbetaalbare effecten en coupons rechtstreeks ter inning bij de Bank aan te bieden, zonder dat ze vooraf bij de hoofdzetel moeten worden gecentraliseerd. De door de Staat uitgegeven effecten zijn voortaan gedematerialiseerd Goud- en deviezenreserves In het kader van de fundamentele taken in ESCB-verband (1), houdt de Bank de goud- en deviezenreserves van de Staat aan en beheert ze. De aan deze activiteit verbonden risico s worden opgesomd in het jaarverslag (zie punt 3.1.2). Overeenkomstig artikel 30 van het protocol betreffende de statuten van het ESCB en de ECB heeft de Bank aan de ECB een bedrag aan deviezentegoeden overgedragen in verhouding tot haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB. Zij beheert deze tegoeden voor rekening van de ECB en volgens haar richtlijnen Informatie en bescherming van de particulieren BESCHERMING TEGEN OVERMATIGE SCHULDENLAST De Centrale voor kredieten aan particulieren is een instrument in de strijd tegen overmatige schuldenlast. Zij registreert alle kredieten die natuurlijke personen voor privédoeleinden sluiten alsook de eventuele wanbetalingen in verband met deze kredieten. Kredietgevers dienen haar verplicht te raadplegen vóór iedere kredietverlening en kredietnemers kunnen ook hun eigen gegevens inkijken. Deze raadpleging is mogelijk via internet of aan de loketten van de Bank. De cijfers van deze centrale ondervonden vanaf het laatste kwartaal van 2008 de weerslag van de economische en financiële crisis. De negatieve impact van de crisis werd nog duidelijker in Zo is het aantal nieuwe (1) Artikel 127 (2) van het Verdrag betreffende de werking van de EU somt die taken als volgt op : bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid van de Gemeenschap, verrichten van valutamarktoperaties, aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten, bevorderen van de goede werking van het betalingsverkeer.

32 36 Ondernemingsverslag 2009 De bibliotheek van de Bank herbergt een van de rijkste verzamelingen van het land op economisch en financieel vlak. betalingsachterstanden toegenomen met 8,3 %, waardoor het bedrag van de achterstallen opgelopen is van 1,86 miljard tot 2,16 miljard, d.i. een stijging met 16,1 %. Tegen deze achtergrond gaan stemmen op om de centrale uit te breiden tot nieuwe schuldtypes. De federale minister voor consumentenbescherming heeft de Bank gevraagd deze mogelijkheid te onderzoeken. BESCHERMING VAN DEPOSITO S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Ingeval een kredietinstelling in gebreke blijft, genieten de deposito s en de overige soortgelijke spaartegoeden (depositoboekjes, termijnrekeningen, kasbons op naam, gedematerialiseerd of op een effectenrekening) aangehouden door particulieren, verenigingen en kleine en middelgrote ondernemingen een waarborg van Het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten komt tegemoet in het kader van dit waarborgsysteem. Deze publiekrechtelijke instelling wordt geleid door een Bestuurscomité waarin de overheid, de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen vertegenwoordigd zijn. Het dagelijks beheer ervan wordt waargenomen door de Bank. Nadere informatie over de werkingsprincipes van het Beschermingsfonds is te vinden op de website van het fonds ( en op die site kan men ook zijn jaarverslagen raadplegen. Wat de op een rekening geplaatste financiële instrumenten betreft, beloopt het gewaarborgde bedrag in geval van niet-teruggave als gevolg van het in gebreke blijven van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming Houders van op een rekening geplaatste financiële instrumenten genieten ook op andere manieren bescherming. Zo bestaat er een rechtstreeks recht op teruggave voor hun effecten zodat deze buiten de boedel van de onder de schuldvorderaars van de failliete instelling te verdelen activa blijven. EDUCATIEVE ACTIVITEITEN Reeds in 2005 nodigde de Raad Economische en Financiële Zaken van de EU de lidstaten uit om hun inspanningen op het vlak van financiële educatie op te trekken. In datzelfde jaar publiceerde de OESO de eerste internationale studie over dat onderwerp, alsook een aantal richtlijnen betreffende de goede praktijken ter zake. Deze werkzaamheden hebben de doeltreffendheid aangetoond van de programma s voor financiële educatie, mits deze programma s doorlopen en het grote publiek alsook de onderwijswereld er warm voor worden gemaakt. Sindsdien heeft de economische crisis die het gevolg was van voor het grote publiek vaak ondoorzichtige financiële praktijken deze behoefte versterkt. In de Bank zijn de op het grote publiek of de scholen toegespitste publicaties en andere informatiemedia sinds 2002 sterk uitgebreid. In dat jaar werd haar museum omgevormd tot een bevoorrechte ontmoetingsplaats

33 Activiteiten 37 Museum van de Bank. met de educatieve wereld. Tegen die achtergrond zette de Bank in 2008 een seminar op touw voor leraars economie van het secundair onderwijs. De tweede editie van dat seminar vond plaats in oktober 2009 en had betrekking op de nationale boekhouding. Om haar relatie met de onderwijswereld stevig te verankeren heeft het museum van de Bank tijdens het verslagjaar een nieuwe website ( gelanceerd, waarop alle beschikbare didactische producten worden voorgesteld. In 2009 publiceerde zij ook een herwerkte editie van het pedagogisch dossier van haar museum. Zij beschouwt leerkrachten immers als bevoorrechte partners die haar in staat stellen haar informatieplicht ten aanzien van het grote publiek te vervullen. Tot slot beschikt de Bank over een van de rijkste bibliotheken van het land op economisch en financieel gebied. Deze bibliotheek zal in april 2010 verhuizen zodat, in een comfortabeler kader, meer diensten aan een steeds ruimer publiek kunnen worden aangeboden.

34 Bestuur Bestuur De doorslaggevende rol van de aan de Bank toevertrouwde opdrachten van algemeen belang rechtvaardigt het bijzondere statuut en rechtskader van de Bank. Als centrale bank van het land maakt de Bank integrerend deel uit van het Eurosysteem, dat als voornaamste opdracht heeft prijsstabiliteit te handhaven ten behoeve van de gemeenschap. Daarnaast oefent zij nog tal van andere opdrachten van algemeen belang uit die haar bij wet werden toevertrouwd. Aldus verschilt de situatie van de Bank radicaal van die van een gewone handelsvennootschap, waarvan het hoofddoel bestaat in winstmaximalisatie. De doorslaggevende rol van de opdrachten van algemeen belang, die de Bank van meet af aan vervulde en die verankerd is in het Verdrag betreffende de werking van de EU, rechtvaardigt het bijzondere statuut van de Bank. Dit verklaart met name de wijze waarop de leden van haar organen worden benoemd, de specifieke samenstelling en rol van de Regentenraad, de beperkte bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders en de specifieke bepalingen inzake de organisatie van het toezicht. Dit verklaart tevens de bepalingen in verband met de financiële aspecten van haar activiteit, die erop gericht zijn haar stevige financiële draagkracht te verschaffen en tegelijk beogen te verzekeren dat het surplus van de seigneuriage-inkomsten terugvloeit naar de Staat. Haar opdrachten van algemeen belang, die eigen zijn aan haar rol als centrale bank, hebben de wetgever ertoe gebracht een bijzonder rechtskader voor de Bank uit te werken. De bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen gelden slechts aanvullend, dat wil zeggen voor de aangelegenheden die niet worden geregeld door het Verdrag betreffende de werking van de EU, het aan dat Verdrag gehechte Protocol betreffende de statuten van het ESCB en de ECB, de organieke wet of de statuten van de Bank, en voor zover de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen niet strijdig zijn met die hogere normen. Bovendien is de Bank, als lid van het Eurosysteem, onderworpen aan bijzondere boekhoudkundige regels en heeft zij een uitzonderingsstatuut inzake informatieverplichtingen. Zij is met name niet onderworpen aan de regelgeving betreffende de opmaak en de verspreiding van periodieke informatie.

35 40 Ondernemingsverslag 2009 De regels voor de verdeling van de opbrengsten van de Bank werden gewijzigd bij wet van 3 april Rechtskader Financiële bepalingen en datum algemene vergadering De regels voor de verdeling van de opbrengsten van de Nationale Bank werden gewijzigd door de wet van 3 april 2009 (1). Met ingang van het boekjaar 2009 is de zogenoemde drie-procentregel opgeheven en wordt het saldo van de jaarlijkse winsten, na het aanleggen van de nodige reserves en de vergoeding van de aandeelhouders, toegekend aan de Staat. Aldus verzekert de wetgever, op een eenvoudige, transparante en doeltreffende wijze, dat het surplus van de inkomsten ten opzichte van de kosten van de Bank, inclusief de vergoeding van het kapitaal, toekomt aan de soevereine Staat, die op die manier wordt vergoed voor het aan de centrale bank van het land verleende emissieprivilege inzake bankbiljetten. Het nieuwe reserverings- en dividendbeleid werd nader toegelicht tijdens twee openbare informatiesessies, in november De verduidelijkende slideshow die daarbij werd gebruikt, is beschikbaar op de website van de Bank ( Om te vermijden dat het resultaat van de ECB zou worden onthuld voorafgaand aan de publicatie van de jaarrekening van de ECB, machtigt de wet van 3 april 2009 de Regentenraad om de datum van de gewone algemene vergadering van aandeelhouders te verplaatsen naar de laatste maandag van de maand mei. Krachtens deze bepaling heeft de Regentenraad, in zijn vergadering van 17 juni 2009, artikel 61 van de statuten dienovereenkomstig gewijzigd (2). Een groep aandeelhouders van de Bank heeft tegen de wet van 3 april 2009 een beroep tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof. Ter bescherming van de aandeelhouders voorziet de wet in een ondergrens voor het dividend : voor zover er voldoende te verdelen winsten zijn, dient minstens de helft van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de voorheen gereserveerde winsten (reservefonds en beschikbare reserve) te worden uitgekeerd aan de aandeelhouders bij wijze van tweede dividend Rechtsgedingen Voor het Hof van beroep te Brussel zijn drie geschillen hangende met bepaalde aandeelhouders van de Bank. De Bank heeft op 22 juli 2009 haar nieuwe reserverings- en dividendbeleid vastgesteld en bekendgemaakt. Het communiqué van 22 juli is bijgevoegd als bijlage 4. (1) Wet van 3 april 2009 tot wijziging van de financiële bepalingen van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, Belgisch Staatsblad van 28 april 2009, blz (2) Deze wijziging werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit (Belgisch Staatsblad van 23 juli 2009, blz ).

36 Bestuur 41 Het eerste geschil betreft het hoger beroep ingesteld door een groep aandeelhouders tegen het vonnis van de Rechtbank van koophandel te Brussel van 27 oktober De aandeelhouders eisen de vereffening van het reservefonds van de Bank, omdat zij haar emissierecht zou hebben verloren als gevolg van de overgang naar de Economische en Monetaire Unie. De Rechtbank heeft evenwel vastgesteld dat de Bank, sinds de overgang, het emissierecht deelt met de ECB en de centrale banken van de andere landen die de euro hebben ingevoerd. Zij heeft haar emissierecht dus steeds behouden en er bestaan bijgevolg geen redenen om haar reservefonds te vereffenen. Het behoud van het emissierecht werd in 2003 reeds bevestigd door het Arbitragehof. Het tweede geschil betreft het hoger beroep ingesteld door een groep aandeelhouders tegen het vonnis van de Rechtbank van koophandel te Brussel van 2 februari De eisende aandeelhouders vorderen de vernietiging van de beslissing van de Regentenraad, die er bij de afsluiting van het boekjaar 2003 mee instemde een terugneming te verrichten op de voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen, bovenop de aanwending die nodig was om de wisselkoersverliezen van het boekjaar te dekken, en het bedrag van deze terugneming op te nemen in de opbrengsten die tussen de Bank en de Staat moeten worden verdeeld overeenkomstig de regel bepaald in de toenmalige artikelen 29 van de organieke wet en 53 van de statuten. De Rechtbank verklaarde deze vordering ongegrond en oordeelde dat de teruggenomen gerealiseerde wisselkoerswinsten correct werden opgenomen in de verdeling tussen de Bank en de soevereine Staat, met toepassing van de in de twee voormelde bepalingen vervatte regel. Het derde geschil betreft het hoger beroep ingesteld door twintig aandeelhouders tegen het vonnis van de Rechtbank van koophandel te Brussel van 9 maart De eisende aandeelhouders vorderen de hoofdelijke of in solidum veroordeling van de Bank en de Staat tot het betalen, aan de eisers, van de som van 9.333,67 per aandeel (1), vermeerderd met de interesten. De eisende aandeelhouders beweren dat de Staat zich tussen 1996 en 2002, ten onrechte, meerwaarden zou hebben toegeëigend die de Bank realiseerde bij de overdracht van goudreserves. De Rechtbank heeft deze vordering afgewezen als ongegrond. Zij heeft bevestigd dat de aandeelhouders geen enkel recht hebben op de meerwaarden die de Bank realiseert op de verkopen van goud en dat de gerealiseerde goudmeerwaarden krachtens de wet en de statuten onttrokken zijn aan de onder de aandeelhouders te verdelen winst. Zij heeft bovendien geoordeeld dat de Bank geen fout heeft gemaakt bij het overdragen van deze meerwaarden aan de Staat ter uitvoering van de wetten van 26 juli 1996, 18 december 1998 en 10 december Zij heeft tevens geoordeeld dat de Bank, door de wil van de wetgever te respecteren, zich op een normaal zorgvuldige manier heeft gedragen en dat er geen sprake kan zijn van een fout in haar hoofde, noch, a fortiori, van enige aansprakelijkheid. (1) Het gevorderde bedrag bij de inleiding van het geding bedroeg per aandeel. Het werd door de eisers op 9.333,67 per aandeel gebracht in de loop van de procedure.

37 42 Ondernemingsverslag 2009 Organogram op 31 januari 2010 Raad van Bestuur van de ECB Guy Quaden gouverneur Luc Coene (*) vicegouverneur Communicatie en secretariaat (Ph. Quintin) Beheerscontrole (D. Ooms) Communicatie (K. Bosman) Boekhouding (L. Henry) Secretariaat (M. Van Campen) Strategie en organisatie (A. Schotte) Publicaties en documenten (M. Zwaenepoel) Internationale en Eurosysteemcoördinatie ( ) (D. Servais) Interne audit (H. Devriese) (*) Is tevens secretaris van de Bank. (**) Is tevens schatbewaarder van de Bank. ( ) Rapporteert aan de gouverneur. Vertegenwoordiger van de minister van Financiën Marcia De Wachter directeur Informatica (P. Sapart) Informaticatoepassingen (P. Maréchal) Informaticainfrastructuur (U. Mommen) IT-Klantendiensten (A. Vanderbusse) IT-Rekencentrum (M. Charlier) Jan Smets directeur Studiën (S. Bertholomé) Groep voor analyseen researchwerkzaamheden Documentatie (G. De Ridder) Human Resources (R. Trogh) Human Resources beheer (D. Bossin) Loon- en sociale administratie (A. Reiter) Opleiding (J.-L. Lion) Regentenraad Directiecomité Françoise Masai directeur Financiële markten (A. Van den Berge) Front Office (E. de Koker) Middle Office (É. Lavigne) Back Office (S. Maskens) Giraal geldverkeer (P. Lagaert) Effecten (L. Janssens) Juridische dienst (Ph. Lefèvre) Bedrijfsrevisor College van censoren Jean Hilgers (**) directeur Peter Praet directeur Norbert De Batselier directeur Micro-economische informatie (L. Dufresne) Financiële stabiliteit (Th. Timmermans) Algemene statistiek (R. Acx) Kredietcentrales (D. Muraille) Financiële statistieken (D. Gosset) Balanscentrale (A. Lenaert) Micro-economische analyse (G. Van Gastel) Drukkerij (M. Salade) Technische dienst (L. Bodranghien) Nationale & regionale rekeningen en conjunctuur (P. Crevits) Externe statistieken (R. De Boeck) Statistische informatiesystemen (J. Decuyper) Administratieve dienst (Y. Timmermans) Facilitair beheer (P. Tack) Uitrusting en technieken (R. Van Cauwenberge) Chartale geldcirculatie en vestigingen in de provincie (M. Van Baelen) Hoofdkas (M. Vanvooren) Antwerpen (L. Muylaert) Algemene diensten (H. Marenne) Bergen (A. Beele) Veiligheid en toezicht (J.-P. De Jonge) Hasselt (P. Bobyr) Kortrijk (J. Victor) Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (D. Denée) Luik (R. Haenecour)

38 Bestuur Beheer en toezicht Gouverneur De functie van gouverneur wordt sinds 1 maart 1999 uitgeoefend door de heer Guy Quaden. Zijn mandaat werd achtereenvolgens vernieuwd bij koninklijk besluit van 22 december 2003 en bij koninklijk besluit van 1 maart Zijn curriculum vitae is beschikbaar op de website van de Bank. De gouverneur kan bewijzen dat hij eigenaar is van vijftig aandelen van de Bank op naam, zoals voorgeschreven door artikel 34 (3) van de statuten. Hij bezit geen opties noch rechten om aandelen te verwerven. Tijdens het afgelopen jaar heeft hij geen aandelen van de Bank of andere financiële instrumenten met betrekking tot die aandelen gekocht of verkocht. Hij oefent ook de volgende mandaten uit : i i Lid van de Raad van Bestuur en de Algemene Raad van de ECB ; i i Bestuurder van de Bank voor Internationale Betalingen ; i i Gouverneur van het Internationaal Monetair Fonds ; i i Plaatsvervangend gouverneur van de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Internationale Ontwikkelingsassociatie en de Internationale Financieringsmaatschappij ; i i Voorzitter van het Comité voor Financiële Stabiliteit, de Raad van toezicht van de Overheid der Financiële Diensten, de Beroepsvereniging van de openbare kredietinstellingen, de Studiecommissie voor de vergrijzing (Hoge Raad van Financiën) en de Financiële subcommissie van het Carnegie Hero Fund ; i i Vicevoorzitter van de Hoge Raad van Financiën ; i i Lid van het Bureau van de Hoge Raad van Financiën, de Raad van Bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen en de Bestuurscommissie van het Carnegie Hero Fund.

39 44 Ondernemingsverslag Directiecomité Het Directiecomité vergaderde 43 maal in Leden : Einddatum van het mandaat Dhr. Guy Quaden, gouverneur 28 feb Dhr. Luc Coene, vicegouverneur-secretaris (1) 3 aug Mevr. Marcia De Wachter, directeur 28 feb Dhr. Jan Smets, directeur 28 feb Mevr. Françoise Masai, directeur 28 feb Dhr. Jean Hilgers, directeur-schatbewaarder 28 feb Dhr. Peter Praet, directeur 29 okt Dhr. Norbert De Batselier, directeur 31 aug Het curriculum vitae van de directeurs is beschikbaar op de website van de Bank. Iedere directeur kan bewijzen dat hij eigenaar is van 25 aandelen van de Bank op naam, zoals voorgeschreven door artikel 34 (3) van de statuten. De directeurs bezitten geen opties noch rechten om aandelen te verwerven. Zij hebben tijdens het afgelopen jaar geen aandelen van de Bank of andere financiële instrumenten met betrekking tot die aandelen gekocht noch verkocht. De vicegouverneur en de directeurs oefenen ook de volgende mandaten uit : (1) Bij koninklijk besluit van 6 juli 2009 werd het mandaat van dhr. Coene voor zes jaar verlengd met ingang van 4 augustus Dhr. Coene ii Lid van het Economisch en financieel comité van de Europese Unie, het Comité voor internationale betrekkingen van de ECB, het Comité voor Financiële Stabiliteit, de Hoge Raad van Financiën, het Bureau van de Hoge Raad van Financiën, Werkgroep nr. 3 van het Comité voor economische politiek van de OESO en het Opvolgingscomité Nucleaire Voorzieningen ; ii Plaatsvervangend lid van de Raad van Bestuur en de Algemene Raad van de ECB, het Comité van gouverneurs van de G-10 en het International Monetary and Financial Committee ; ii Voorzitter van de afdeling «Financieringsbehoeften van de overheid» van de Hoge Raad van Financiën. Mevr. De Wachter ii Lid van het Directiecomité van de CBFA, het Comité voor Financiële Stabiliteit, het Belgisch Instituut voor Openbare Financiën en de Commissie voor Verzekeringen ; ii Plaatsvervangend lid van het Algemeen Comité van de Beroepsvereniging van de Openbare Kredietinstellingen ; iiadviseur van het Financial Stability Institute van de BIB. Dhr. Smets ii Voorzitter van het Steering Committee van het Belgisch Financieel Forum ; ii Ondervoorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid ;

40 Bestuur 45 ii Bestuurder van het Belgisch Instituut voor Openbare Financiën ; iiplaatsvervangend bestuurder van de BIB ; ii Lid van het Comité voor Financiële Stabiliteit, het Comité van het Rentenfonds, het Directiecomité van het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten, de Studiecommissie voor de vergrijzing (Hoge Raad van Financiën), het Comité voor economische politiek van de OESO en het Directiecomité van het International Journal of Central Banking ; ii Waarnemend lid van de Raad van bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen. Mevr. Masai ii Voorzitster van de Raad van bestuur van het Waarnemingscentrum voor krediet en schuld ; ii Lid van het Directiecomité van de CBFA, het Comité voor Financiële Stabiliteit, de Raad van bestuur van het Zilverfonds, de Raad van bestuur van EGMONT Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen en de Raad van bestuur van de Francqui-Stichting. Dhr. Hilgers i i Lid van het Comité voor Financiële Stabiliteit, het Comité van het Rentenfonds, het Directiecomité van het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten, het Belgisch Instituut voor Openbare Financiën, de Hoge Raad van Financiën en de afdeling «Financieringsbehoeften van de overheid» van de Hoge Raad van Financiën. Dhr. Praet ii Voorzitter van het Comité voor Bankentoezicht van de ECB; ii Lid van het Directiecomité van de CBFA, het Comité voor Financiële Stabiliteit, de Hoge Raad van Financiën, de afdeling «Financieringsbehoeften van de overheid» van de Hoge Raad van Financiën, het Bureau van de Hoge Raad van Financiën, het Comité van Europese banktoezichthouders, het Committee on the Global Financial System, het Bazels Comité voor bankentoezicht, het Comité voor betalings- en vereffeningssystemen, de Board van het Brussels European and Global Economic Laboratory (BRUEGEL) en de Raad van Bestuur van XBRL België; iiplaatsvervangend bestuurder van de BIB; ii Copresident van de Research Task Force van het Bazels Comité voor bankentoezicht; ii Plaatsvervangend lid van het Comité van gouverneurs van de G-10. Dhr. De Batselier ii Lid van het Comité voor Financiële Stabiliteit, de Hoge Raad van Financiën, de afdeling «Financieringsbehoeften van de overheid» van de Hoge Raad van Financiën en de Raad van Bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen.

41 46 Ondernemingsverslag 2009 Regentenraad

42 Bestuur 47 1 Piet Vanthemsche, regent 2 Karel Van Eetvelt, regent 3 Rudy De Leeuw, regent 4 Rudi Thomaes, regent 5 Jean-Pierre Arnoldi, vertegenwoordiger van de minister van financiën 6 Peter Praet, directeur 7 Jean Hilgers, directeur 8 Michèle Detaille, regent 9 Françoise Masai, directeur 10 Jan Smets, directeur 11 Didier Matray, regent 12 Norbert De Batselier, directeur 13 Martine Durez, regent 14 Marcia De Wachter, directeur 15 Gérald Frère, regent 16 Luc Cortebeeck, regent 17 Jacques Forest, regent 18 Luc Coene, vicegouverneur 19 Guy Quaden, gouverneur Regentenraad De Regentenraad is samengesteld uit de gouverneur, de directeurs en tien regenten. Regenten : Einddatum van het mandaat Dhr. Gérald Frère (1) 31 mei 2010 Dhr. Jacques Forest (2) 30 mei 2011 Dhr. Luc Cortebeeck (3) 29 mei 2012 Mevr. Martine Durez (1) 31 mei 2010 Dhr. Rudi Thomaes (2) 29 mei 2012 Dhr. Didier Matray (1) 30 mei 2011 Dhr. Rudy De Leeuw (3) 31 mei 2010 Dhr. Piet Vanthemsche (2) 29 mei 2012 Dhr. Karel Van Eetvelt (1) 30 mei 2011 Mevr. Michèle Detaille (1) 29 mei 2012 Op de gewone algemene vergadering van 30 maart 2009 werden de mandaten van regent van de heren Luc Cortebeeck, Rudi Thomaes en Piet Vanthemsche vernieuwd. De heer Karel Van Eetvelt en mevrouw Michèle Detaille werden tot regent verkozen ter vervanging van respectievelijk de heer Christian Van Thillo en de heer Pierre Wunsch. Het mandaat van de heer Van Eetvelt, die dat van zijn voorganger voltooit, verstrijkt na afloop van de gewone algemene vergadering van De overige mandaten vervallen na afloop van de gewone algemene vergadering van De Regentenraad komt minstens tweemaal per maand bijeen. In 2009 werden 31 vergaderingen gehouden. (1) Regenten verkozen op voordracht van de minister van Financiën. (2) Regenten verkozen op voordracht van de meest vooraanstaande organisaties van de nijverheid en de handel, van de landbouw en van de middenstand. (3) Regenten verkozen op voordracht van de meest vooraanstaande werknemersorganisaties.

43 48 Ondernemingsverslag 2009 College van censoren

44 Bestuur 49 1 Luc Carsauw 2 Jean-François Cats 3 Philippe Grulois 4 Jean Eylenbosch 5 Baron Paul Buysse 6 Bernard Jurion 7 Francine Swiggers 8 Jan Vercamst 9 Michel Moll 10 Jean-François Hoffelt College van censoren Leden : Einddatum van het mandaat Baron Paul Buysse 31 mei 2010 Dhr. Philippe Grulois 29 mei 2012 Dhr. Jean-François Hoffelt 29 mei 2012 Dhr. Bernard Jurion 29 mei 2012 Dhr. Luc Carsauw 31 mei 2010 Dhr. Michel Moll 30 mei 2011 Dhr. Jean-François Cats 31 mei 2010 Dhr. Jan Vercamst 30 mei 2011 Mevr. Francine Swiggers 30 mei 2011 Dhr. Jean Eylenbosch 30 mei 2011 De gewone algemene vergadering van 30 maart 2009 heeft de mandaten van censor van de heren Philippe Grulois, Jean-François Hoffelt en Bernard Jurion vernieuwd. Mevrouw Francine Swiggers en de heer Jean Eylenbosch werden tot censor verkozen ter vervanging van respectievelijk de heer Rik Branson en mevrouw Michèle Detaille. Hun mandaten eindigen na de algemene vergadering van 2011, terwijl de mandaten van de heren Grulois, Hoffelt en Jurion verstrijken na de algemene vergadering van Het College van censoren kwam in 2009 achtmaal bijeen. Mandaten- en vermogensaangifte De leden van het Directiecomité alsmede de regenten en de censoren zijn onderworpen aan de door de wetten van 2 mei 1995 en 26 juni 2004 opgelegde verplichting om een lijst van mandaten en een vermogensaangifte in te dienen.

45 50 Ondernemingsverslag Begrotingscommissie De Begrotingscommissie is als volgt samengesteld : ii Voorzitter : Baron Paul Buysse, censor ; iidhr. Luc Coene, vicegouverneur ; ii Dhr. Gérald Frère, regent ; iimevr. Martine Durez, regent ; iidhr. Philippe Grulois, censor ; ii Dhr. Jean-Pierre Arnoldi, vertegenwoordiger van de minister van Financiën. Deze Commissie kwam in 2009 eenmaal bijeen Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie is als volgt samengesteld : ii Voorzitter : Dhr. Gérald Frère, regent ; iimevr. Martine Durez, regent ; ii Baron Paul Buysse, censor ; iidhr. Philippe Grulois, censor ; ii Dhr. Jean-Pierre Arnoldi, vertegenwoordiger van de minister van Financiën. Deze Commissie kwam in 2009 eenmaal bijeen Vertegenwoordiger van de minister van Financiën De functie van vertegenwoordiger van de minister van Financiën wordt sinds 1 september 2005 waargenomen door de heer Jean-Pierre Arnoldi, administrateur-generaal van de Thesaurie en waarnemend voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financiën Algemene vergadering Tijdens de gewone algemene vergadering van 30 maart 2009 brachten de gouverneur en de vicegouverneur verslag uit over de verrichtingen van het boekjaar De gouverneur las daarna het verslag van de Ondernemingsraad met betrekking tot de jaarinformatie voor. De leden van het Directiecomité beantwoordden tal van vragen. De aanwezige aandeelhouders keurden tot slot de verschuiving goed van de datum van betaalbaarstelling van het dividend van de tweede naar de vijfde bankwerkdag na de algemene vergadering en gingen over tot de verkiezingen voor de vernieuwing van de vervallen mandaten van regent en censor en voor de invulling van de vacante ambten. De notulen van deze vergadering bevinden zich op de website van de Bank.

46 Bestuur 51 De Bank telde eind personeelsleden, d.i. een daling met 44 eenheden ten opzichte van het voorgaande jaar Bedrijfsrevisor De functie van bedrijfsrevisor van de Bank wordt waargenomen door de vennootschap Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, die wordt vertegenwoordigd door de heer Marc Van Steenvoort. De gewone algemene vergadering van 29 maart 2005 stelde deze vennootschap aan voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Het mandaat van de vennootschap Ernst & Young Bedrijfsrevisoren werd door de gewone algemene vergadering van 31 maart 2008 vernieuwd voor een duur van drie jaar. Het verstrijkt na afloop van de gewone algemene vergadering van Human resources Personeelsbestand (voltijdse equivalenten op 31 december) Bron : NBB Beheer Het personeelsbestand is in 2009 verminderd met 44 eenheden, tegenover een daling met 24 eenheden het jaar voordien. De vermindering in 2009 is de resultante van 55 uittredingen en 11 indienstnemingen. De Bank slankt haar personeelsbestand verder af via rationalisaties en productiviteitsverbeteringen. Op 31 december 2009 had zij voltijdse equivalenten in dienst. In het afgelopen jaar werden selectieprocedures georganiseerd voor universitair geschoolden, voornamelijk economen, juristen en informatici. De Bank is ook op zoek naar programmeurs. In 2009 is in de sector van de openbare kredietinstellingen, waartoe de Bank behoort, een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor gesloten. Deze overeenkomst is trouw aan de traditionele politiek van werkzekerheid en verlengt een reeks bepalingen inzake tijdskrediet en deeltijdarbeid.

47 52 Ondernemingsverslag 2009 Alle personeelsleden krijgen de mogelijkheid om hun competenties te verbeteren. Bijzondere aandacht gaat uit naar personen die een nieuwe functie opnemen ingevolge herstructureringen. De jarenlange inspanningen in het vlak van opleiding worden voortgezet in een omgeving waarin inzetbaarheid en functiemobiliteit meer dan ooit aan de orde zijn. Ieder personeelslid blijft aldus alle kansen krijgen om zijn competenties op peil te houden en te verbeteren. Bijzondere aandacht gaat uit naar de personeelsleden die een nieuwe functie hebben gekregen ingevolge herstructureringen, alsook naar managers en kandidaat-managers die aan een development center hebben deelgenomen en die ertoe worden aangespoord hun competenties in het vlak van het managen van personen en taken te verbeteren. Na de globale positieve evaluatie die de proefprojecten hadden gekregen, werden twee vormen van werken op afstand opengesteld voor een groot deel van het personeel. Het gaat om thuiswerk en satellietwerk, waarbij personeelsleden geregeld in een nabijgelegen vestiging kunnen gaan werken. Thuis- en satellietwerkers besparen niet alleen tijd op hun woon-werkverplaatsingen, maar verklaren ook efficiënter te werken. Deze manier van werken draagt bovendien bij tot een betere afstemming tussen werk en privéleven. Van de mogelijkheid om op afstand te werken wordt vooral met tussenpozen gebruikgemaakt Pensioneringen en overlijdens De Bank nam met droefheid kennis van het overlijden van eregouverneur Baron Jean Godeaux op 27 april De heer Godeaux trad in 1947 in dienst van de Bank. Van 1949 tot 1954 vervulde hij verschillende functies bij het Internationaal Monetair Fonds en de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Daarna startte hij een loopbaan bij de Bank Lambert, waar hij in 1973 benoemd werd tot voorzitter van de Raad van beheer. Van 1974 tot 1982 was hij voorzitter van de Bankcommissie. Op 1 maart 1982 werd hij benoemd tot gouverneur van de Bank. Tijdens zijn loopbaan heeft de heer Godeaux talrijke mandaten vervuld, zowel in het nationale als in het internationale vlak. In juli 1989 legde hij zijn ambt neer. Uit erkentelijkheid voor de vele diensten die hij aan het Land heeft bewezen, werd hem de titel van Baron verleend. De Bank betreurde ook het overlijden van ere-regent François Martou. De heer Martou was regent van 1993 tot Hij genoot een opleiding als econoom en filosoof en was onder meer hoogleraar, voorzitter van de Mouvement ouvrier chrétien (MOC) en lid van de Raad van bestuur van de RTBF. De Bank betreurde in 2009 ook het overlijden van twee van haar personeelsleden : mevr. I. Van Pottelbergh en dhr. D. De Vos. Hun gedachtenis zal in ere worden gehouden.

48 Bestuur 53 De Bank wenst tevens uiting te geven aan haar erkentelijkheid ten aanzien van de leden van het kaderpersoneel die hun loopbaan hebben beëindigd : HH. L. Ghekiere, J. De Wolf, G. Vangheluwe, D. Vermeiren en R. Van Keymeulen. Zij dankt ook de leden van het uitvoerend personeel wier loopbaan in het afgelopen jaar een einde nam : HH. E. Arbyn M. Baes R. Boghmans R. Boudou M. Claes HH. Mevr. Ph. Lambert M. Mariën C. Mertens R. Mertens M.-Th. Michel Mevr. Dhr. Mevr. Dhr. Mevr. G. Vanderputten R. Vanderweerde P. Van De Voorde A. Van Hoeck V. Van Mol Mevr. HH. D. Collombon J.-P. Courtois G. De Buck W. De Coster G. De Fauw Mevr. HH. M. Nollet M. Peeters M. Perikel G. Piot M. Ravyts HH. Mevr. Mevr. E. Verbanck J. Verest J. Vermeir L. Vierendeels M. Weemaes Mevr. L. De Pauw Mevr. C. Remmerie Mevr. M.-C. Wesel Dhr. P. Dercy Mevr. M. Rillaert Mevr. M. De Roo Dhr. F. Roekens Mevr. M. Desmedt Mevr. J. Rosé Mevr. I. De Wit Dhr. R. Schoenmaekers Mevr. G. Dogge Mevr. J. Seny Mevr. Mevr. Dhr. HH. Mevr. R. Dumont M. François R. Haentjens D. Heremans K. Keirsmakers A. Lambert HH. G. Snel A. Stevens G. Tonus G. Van Craenenbroeck L. Van Damme E. Van Den Bossche

49 54 Ondernemingsverslag 2009 BRUXELLES ENVIRONNEMENT E N T R E P R I S E DY N A M I Q U E ECO DYNAMISCHE ONDERNEMING LEEFMILIEU BRUSSEL label n. 2008/132/2 De Bank bezit het label «Ecodynamische onderneming» en vermindert ieder jaar haar ecologische voetafdruk. 2.4 Duurzaam beheer In 2008 kende het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) de Bank het label «Ecodynamische onderneming» toe. De Bank behaalde twee sterren op een schaal van drie. Dit label is een bekroning voor de langdurige inspanningen van de Bank om het milieubeheer geleidelijk aan te integreren in het algemene beheer van de instelling. Om de drie jaar wordt het label aan een nieuw onderzoek onderworpen. Het is dan ook van belang dat de Bank haar inspanningen onafgebroken voortzet en nieuwe vorderingen maakt. Zo werd in 2009 een zonneboiler in gebruik genomen samen met twee condensatieketels voor het sanitair water van het hoofdgebouw. Dat resulteerde in een vermindering van het energieverbruik voor de productie van warm sanitair water met een factor 4 of 5. In het kader van het grootschalige «Masterplan Immobiliën» is reeds een vierde van de 600 vensters van het hoofdgebouw voorzien van, zowel thermisch als akoestisch, beter geïsoleerd raamwerk. van de machineoppervlakte maakte een herdimensionering van de ventilatiesystemen mogelijk. Naar aanleiding van een energieaudit van de energiecentrale werd in 2008 een ambitieus plan uitgewerkt, dat onder andere voorziet in de vervanging van de oude warmtepompen, de koelmachines en koeltorens en in de installatie van een cogeneratiesysteem. In 2009 is werk gemaakt van de technische studie van de geplande aanpassingen, die vanaf het najaar van 2010 hun beslag zullen krijgen. Er vond eveneens een energieaudit van de centrale verwarming plaats, op basis waarvan besloten werd een andere cogeneratiemachine te installeren en een condensatieketel te plaatsen. De Drukkerij, die reeds het ISO9001-certificaat voor kwaliteitsbeheer behaalde en sinds 2007 ook het ISO : 2004-certificaat voor milieubeheer bezit, bereidt tegen het voorjaar van 2010 een dossier voor met het oog op het behalen van een derde certificaat betreffende de arbeidsomstandigheden en de veiligheid (OHSAS 18001). Het elektriciteitsverbruik blijft dalen voornamelijk dankzij de som van tal van kleine inspanningen, waaronder de geleidelijke relighting van de gebouwen, via de installatie van een intelligent verlichtingssysteem en het systematische gebruik van spaarlampen. Het effect is vooral groot voor de installaties van het Rekencentrum. De inperking

50 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 57 JAARREKENING EN 3. verslagen betreffende het boekjaar 3.1 JAARVERSLAG De wet van 3 april 2009 en het nieuwe reserverings- en dividendbeleid De regels voor de verdeling van de opbrengsten van de Nationale Bank werden gewijzigd door de wet van 3 april 2009 (1). Met ingang van het boekjaar 2009 is de zogenoemde drie-procentregel opgeheven en wordt het saldo van de jaarlijkse winsten, na het aanleggen van de nodige reserves en de vergoeding van de aandeelhouders, toegekend aan de Staat. De Bank kan een beschikbare reserve aanleggen om verliezen aan te zuiveren of om de te verdelen winsten aan te vullen. De wet voorziet in een ondergrens voor het dividend : voor zover er voldoende te verdelen winsten zijn, dient minstens de helft van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de voorheen gereserveerde winsten (reservefonds en beschikbare reserve) te worden uitgekeerd aan de aandeelhouders bij wijze van tweede dividend. Het aandeel in de jaarlijkse winsten dat werd toegekend aan het personeel of aan instellingen te zijnen voordele wordt door de wet afgeschaft, zonder dat dit evenwel het beleid van de Bank ten aanzien van haar personeel wijzigt, noch qua verloning, noch qua collectieve voordelen. De Bank heeft op 22 juli 2009 haar nieuwe reserverings- en dividendbeleid vastgesteld en bekendgemaakt. Met ingang van boekjaar 2009 zijn de regels voor de winstverdeling als volgt : 1. Een eerste dividend van 1,5 per aandeel wordt toegekend. Dat dividend wordt gegarandeerd met alle reserves % van de te verdelen winst wordt toegevoegd aan de beschikbare reserve. De Bank bepaalt ieder jaar het minimumbedrag van de reserves waarover ze dient te beschikken in het licht van de risico s die ze loopt. Als gevolg van die beoordeling kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen. (1) Wet van 3 april 2009 tot wijziging van de financiële bepalingen van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, Belgisch Staatsblad 28/04/2009, p

51 58 Ondernemingsverslag Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar totale reserves. De netto-opbrengst is de opbrengst als vermeld in de resultatenrekening, na aftrek van de vennootschapsbelasting aan het effectief verschuldigde tarief. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij de Bank oordeelt dat het peil van haar reserves daardoor te laag zou worden. 4. Het saldo van de winstverdeling wordt toegekend aan de Staat. Dat saldo omvat in geen enkel geval enige terugneming van reserves en mag evenmin interen op het niet-uitgekeerde deel van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar reserves. Dat deel moet worden gereserveerd. Op 8 mei 2009 (de dag van de inwerkingtreding van de wet van 3 april 2009) werd de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves verhoogd met 953,6 miljoen. Dat bedrag stemt overeen met de overdracht van de vroegere algemene voorzieningen naar de beschikbare reserve. Op 27 oktober 2009 werd tegen deze wet een annulatieberoep voor het Grondwettelijk Hof ingesteld ontwikkeling van de resultaten en positie van de Bank I. De balans In tegenstelling tot de voorgaande jaren, en in het bijzonder de laatste twee, is het balanstotaal zeer sterk verminderd, met één derde. Het bedraagt einde ,5 miljard, en sluit daarmee opnieuw aan bij de jaren vóór de financiële crisis. Op balansdatum is in het bijzonder de kredietverstrekking in vreemde valuta aan Belgische banken volledig weggevallen. Post 3 op de actiefzijde, «Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta», is daarmee met 35,9 miljard verminderd tot een bescheiden omvang, van 0,2 miljard, zoals in de jaren vóór Ook de kredietverlening in euro is in omvang verminderd, met 16,7 miljard, tot 41,3 miljard. De Belgische banken doen op balansdatum in het bijzonder minder beroep op de langerlopende herfinancieringstransacties (subpost 5.2 op het actief). Beide evoluties resulteren in een daling van subpost 9.3 van het passief, «Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)», waarin de uitgaande betalingen via het grensoverschrijdende TARGET2-betalingssysteem worden geboekt. Net als in 2008 bleef de Bank in 2009 zelf meer biljetten in omloop brengen dan terugnemen ; het positieve saldo nam aldus toe van 2,1 tot 7,1 miljard. Het aandeel van de Bank in de totale eurobiljettenomloop (post 1 van het passief) is op balansdatum gestegen tot 25,8 miljard. Over het boekjaar bedroeg de gemiddelde stijging, zoals in 2007 en 2008, 9 %. De vorderingen op het IMF (subpost 2.1 van het actief) zijn toegenomen tot 5,8 miljard, voornamelijk doordat die instelling in de loop van 2009 in totaal 183 miljard nieuwe Bijzondere Trekkingsrechten (Special Drawing Rights-SDR s) heeft toegewezen aan haar leden, waaronder België (voor SDR 3,8 miljard). Net als de andere houders van SDR s boekt de Bank de tegenpost daarvan op het passief («8. Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF»), die op balansdatum is toegenomen met 4,2 miljard. De nettopositie in USD is constant gebleven op USD 2,2 miljard, terwijl de goudvoorraad slechts marginaal verminderde en, in ton uitgedrukt, steeds 227,5 ton bedraagt.

52 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 59 II. Het resultaat De resultatenrekening wordt voortaan opgemaakt volgens het model dat aanbevolen is voor de nationale centrale banken van het Eurosysteem. De in het kaderstuk hierboven beschreven evoluties boden de gelegenheid om deze overstap te doen. Het resultaat van het boekjaar is sterk beïnvloed door de terugneming van de vroegere algemene voorzieningen (voor diverse risico s en voor toekomstige wisselkoersverliezen). Aldus steeg het resultaat met 953,6 miljoen. Dat bedrag wordt zoals reeds vroeger aangekondigd in de winstverdeling toegevoegd aan de (nieuwe) beschikbare reserve. Daarnaast wordt de vergelijking van de resultaten van de laatste twee boekjaren bemoeilijkt door de afschaffing van de zogenoemde drie-procentregel. In toepassing daarvan viel in 2008 een aandeel van 317,3 miljoen toe aan de Staat, terwijl de regel niet meer van toepassing is op boekjaar Indien de twee bovengenoemde, uitzonderlijke factoren worden weggewerkt, verschijnt het volgende beeld : (in miljoen) Winst over het boekjaar Min : terugneming algemene voorzieningen Plus : aandeel van de Staat overeenkomstig de 3 %-regel Winst zonder uitzonderlijke factoren De verschillende factoren achter de stijging van de winst zonder uitzonderlijke factoren met 196 miljoen kunnen als volgt worden weergegeven : Totaal Netto rentebaten 2. Netto baten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen 3. Netto baten / lasten uit provisies en commissies 4. Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen 5. Netto resultaat van pooling van monetaire inkomsten 6. Overige baten 7. Personeelskosten 8. Beheerskosten 9. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 12. Vennootschapsbelasting

53 60 Ondernemingsverslag 2009 Wanneer zoals in bovenstaande grafiek voor het boekjaar 2008 abstractie wordt gemaakt van het aandeel van de Staat ingevolge de toenmalige 3 %-regel, zijn de netto rentebaten van het ene jaar op het andere gedaald met 238 miljoen. Belangrijkste verklarende factor daarvoor is de daling van de rentevoeten. Die daling resulteerde echter eveneens in hogere gerealiseerde kapitaalwinsten op de europortefeuille ( 90 miljoen in 2009, tegenover 13 miljoen een jaar voordien), die wel gedeeltelijk werden gecompenseerd door een daling van de gerealiseerde kapitaalwinsten op de dollarportefeuille (respectievelijk 38 en 88 miljoen). Dergelijke kapitaalwinsten zijn ondergebracht in post 2 van het nieuwe formaat van de resultatenrekening. Voor het boekjaar 2008 had de Raad van bestuur van de ECB het aangewezen gevonden om een buffer met een totaal bedrag van 5,7 miljard te vormen voor het tegenpartijrisico bij monetairbeleidstransacties. Die buffer werd door de NCB s van alle deelnemende lidstaten gestijfd in verhouding tot hun sleutel in het geplaatste kapitaal van de ECB. Bijgevolg had de Bank een voorziening inzake monetairbeleidstransacties ingesteld van 203,3 miljoen. In het licht van de meer gunstige marktomstandigheden en de verkoop of aflossing van een deel van de waarborgen oordeelt de Raad van bestuur van de ECB dat de buffer met 1,7 miljard kan worden verminderd per einde 2009, tot 4 miljard. De Bank heeft bijgevolg een terugneming van 61,1 miljoen verricht op de voorziening inzake monetairbeleidstransacties. Conform de regels van het Eurosysteem is die terugneming ondergebracht in post 5 van de resultatenrekening. Tegenover 2008 daalde de verschuldigde vennootschapsbelasting met 80 miljoen, tot een bedrag van 92 miljoen, en dat ondanks het hogere resultaat. Drie verklarende factoren daarvoor zijn : 1) de hogere aftrek voor risicokapitaal, 2) de storting aan de groepsverzekering van het van vorige boekjaren overgedragen saldo ( 29,2 miljoen) van het aandeel in de winst dat toekwam aan het personeel of aan instellingen te zijnen voordele, en 3) de vrijstelling van vennootschapsbelasting van het saldo van de winst dat toekomt aan de Staat. Met een koers van EUR 1 = USD 1,4406 op balansdatum dienden er geen niet-gerealiseerde wisselkoersverliezen ten laste van het resultaat te worden gelegd. III. De winstverdeling Uitgaande van een raming van de becijferbare risico s die ze loopt, bepaalt de Bank het minimumbedrag van haar reserves. De raming van de financiële risico s gebeurde volgens dezelfde methodologie als het vorige jaar, waarbij een voorzichtige benadering wordt gehanteerd met stresstesting en relatief lange tijdshorizonten. De raming die daaruit voortvloeit, in de orde van grootte van 4 miljard, kan bijgevolg worden beschouwd als de potentiële verliezen die zich kunnen voordoen over een relatief lange periode en in het kader van een zeer hevige crisis, waarvan bepaalde facetten toch slechts tijdelijk zouden zijn. Die risicoraming is aldus een doelstelling die moet worden nagestreefd over een periode van verschillende jaren, indien de huidige context zich langer doorzet. In het licht van deze overwegingen, van het algemene reserveringsbeleid en van de terugneming van de algemene voorzieningen (zie II hierboven), werd een bedrag van in totaal 1.207,3 miljoen toegevoegd aan de beschikbare reserve. Overeenkomstig het aangekondigde beleid terzake werd het bruto dividend per aandeel vastgesteld op 126,48. Het saldo van de winstverdeling, dat toekomt aan de Staat, bedraagt 654 miljoen risicobeheer I. Beheer van de goud- en deviezenreserves, van de europortefeuilles en van de monetairbeleidstransacties Het beheer van de goud- en deviezenreserves en van de europortefeuilles stelt de Bank, net als elke financiële instelling, bloot aan financiële risico s (zoals markt- en kredietrisico s) en operationele risico s. De Bank heeft een beleid uitgewerkt om die risico s te beperken tot een passend geacht niveau. Zij bepaalt onder meer de strategische duration (alsook de toegestane afwijkingen) en de valutasamenstelling van elke portefeuille, aan de hand van de value at risk-methode, waardoor het marktrisico (verliezen die zouden kunnen voortvloeien uit een ongunstige wisselkoers- of renteontwikkeling) kan worden beoordeeld. De Bank verricht ook stresstests om de verliezen te ramen die zij zou kunnen lijden in geval van een ernstige

54 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 61 marktcrisis. De beslissingen inzake limieten en samenstelling geven aan welk risicopeil de Bank aanvaardbaar acht. Om haar kredietrisico (het risico op verliezen die kunnen voortvloeien uit wanbetaling of uit een significante verslechtering van de kredieten van de tegenpartijen of emittenten) te beperken, geeft de Bank bovendien de voorkeur aan instrumenten met een soeverein risico alsook aan instrumenten die door onderpand worden gedekt. Haar overige beleggingen, in het bijzonder bankdeposito s, worden strikt beperkt. Ook eist zij van de emittenten van de instrumenten waarin zij belegt en van de tegenpartijen waarmee zij werkt een hoge rating en zorgt zij voor een grote diversificatie van haar beleggingen. Om het kredietrisico voor elke emittent of tegenpartij te ramen, steunt de Bank onder meer op de ratings van verscheidene gespecialiseerde bureaus en op voorspellingsmethoden waarin rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van sommige markten («Credit default swaps», beurswaarde,...). Voor de algemene beoordeling van het kredietrisico wordt de Creditmetrics-methode gehanteerd met zeer voorzichtige parameters. De reserves op de passiefzijde van de balans van de Bank dienen onder meer om het risico te dekken van verliezen die verbonden zijn aan marktschommelingen of kredietongevallen. Om het rendement van haar reserves op lange termijn te verbeteren, belegt de Bank een zeer gering deel ervan in bedrijfsobligaties. Voor dat type emittent werden specifieke regels vastgelegd (minimumrating, diversificatieverplichting, enz.), teneinde het kredietrisico en de eventuele verliezen te beperken. De portefeuilles in euro bestaan voornamelijk uit in euro luidende overheidseffecten, uitgegeven door de lidstaten van de Europese Unie, alsook uit obligaties gewaarborgd door eersterangsvorderingen (van het type «Pfandbriefe» ), waarmee het verwachte rendement kan worden verbeterd. De crisis van 2008 op de markt van de hypothecaire kredieten met een hoog risico en het besmettingseffect ervan op andere segmenten van de kredietmarkt leidden tot een verruiming van de spreads tussen sommige van de door de Bank aangehouden effecten en vergelijkbare overheidseffecten. Die negatieve impact werd echter grotendeels gecompenseerd door de forse rentedaling, die in belangrijke mate ten goede kwam aan alle langetermijnportefeuilles van de Bank. In 2009 vertoonden die spreads een omgekeerde beweging, aangezien ze sterk terugliepen. Die positieve invloed op de spreads woog voor een vrij groot deel op tegen het negatieve effect van de verruiming tijdens het voorgaande jaar. Ten slotte beperkt de Bank het operationele risico door de activiteiten in verband met de beleggingstransacties te spreiden over drie afzonderlijke diensten : de Front Office (die belast is met de transacties), de Back Office (die zorgt voor de afwikkeling ervan) en de Middle Office (die de risico s beheert). Het Eurosysteem werkt de risicobeheersingsprocedures uit die van toepassing zijn op de krediettransacties die de Bank uitvoert in het kader van de gedecentraliseerde implementatie van het monetaire beleid. Ze worden op geharmoniseerde wijze ten uitvoer gelegd om de beleenbare activa in het gehele eurogebied niet-discriminatoir te kunnen gebruiken. Voor de effecten wordt één enkele lijst met beleenbare activa opgesteld en gelden dezelfde maatregelen ter controle van de risico s. Voor bankleningen worden in het hele Eurosysteem dezelfde selectiecriteria en risicobeheersingsmaatregelen toegepast. Deze variëren volgens de aard van de als waarborg gegeven activa. II. Rentevoetrisico s en risico s verbonden aan het volume van de rentegevende activa Wat de inkomsten van de Bank betreft, zijn die welke voortvloeien uit de emissie van bankbiljetten veruit de belangrijkste. Voor de centrale banken zijn bankbiljetten passiva waarover geen rente wordt vergoed. Als tegenpost houden ze rentegevende of productieve activa aan. De inkomsten uit die activa worden «seigneuriage-inkomsten» genoemd. Zij worden samengevoegd op het niveau van het Eurosysteem en herverdeeld tussen de centrale banken van het Eurosysteem op basis van hun respectieve aandeel in de emissie van de eurobiljetten. Als tegenprestatie voor het toegekende emissieprivilege heeft de Staat recht op het saldo van de winst van de Bank, na winstreservering en dividenduitkering. III. «Business continuity»-risico en operationeel risico De Bank beschikt voor al haar kritieke processen over «business continuity»-plannen die regelmatig getest worden. De Bank werd door het Comité voor Financiële

55 62 Ondernemingsverslag 2009 Stabiliteit gerangschikt onder de kritieke infrastructuren, meer bepaald omdat ze de ultieme kredietverstrekker is voor het financieel systeem in België en beheerder is van betalingssystemen (TARGET2 en UCV) en het effectenvereffeningssysteem. In 2009 werd een ORM-kader (Operational Risk Management framework), van toepassing op alle activiteiten van de Bank, uitgewerkt. Dit kader deelt de analyse van het operationeel risico in 3 stappen in : een kritikaliteitsanalyse, een snelle risicoanalyse en een grondige risicoanalyse. In de loop van 2009 werden alle activiteiten onderworpen aan de twee eerstgenoemde analyses. De ORM-werkzaamheden zullen worden verdergezet door de Commissie Operationeel Risico waarin alle verantwoordelijken zetelen. Het ORM-kader van de Bank sluit nauw aan bij het ORM-kader van het ESCB (Europees Stelsel van Centrale Banken) gepubliceerd eind De Bank werkte in verschillende Comités van het ESCB mee aan het in kaart brengen van de operationele risico s van de opdrachten van het ESCB. Doordat beide ORM-kaders op elkaar zijn afgestemd, kunnen ervaringen en resultaten gemakkelijk en frequent uitgewisseld worden. Het laat ook toe de risicoinschatting en bijhorende beheersmaatregelen van de Bank en het ESCB op elkaar af te stemmen Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die een significante invloed hadden op de financiële situatie en de resultaten van de Bank op 31 december omstandigheden die de ontwikkeling van de Bank aanmerkelijk kunnen beïnvloeden Er zijn geen andere omstandigheden dan de bovenvermelde die de ontwikkeling van de Bank aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. betrekking tot de omloop van bankbiljetten, het beheer van het onderpand voor kredieten en het gebruik van informatica voor bancaire toepassingen Belangenconflicten Geen lid van het Directiecomité had, tijdens het betrokken boekjaar, een rechtstreeks dan wel onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die behoort tot de bevoegdheid van het Directiecomité Financiële instrumenten In het kader van de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid en van haar portefeuillebeheer gebruikt de Bank financiële instrumenten zoals (reverse) repurchase agreements, deviezenswaps en futures. De desbetreffende informatie wordt verstrekt in de jaarrekening, en in het bijzonder in de boekhoudkundige principes en waarderingsregels (I.3 en I.7) en in de toelichting (2, 3, 5, 6, 9, 16, 24, 36 en 37) deskundigheid en onafhankelijkheid van het Auditcomité Overeenkomstig artikel 36 van de statuten worden de censoren gekozen onder de op het stuk van controle speciaal bevoegde vooraanstaande personen. De leden van het College van censoren, die het Auditcomité van de Bank vormen, zijn deskundig op het gebied van boekhouding en audit gelet op hun diploma s van hogere studies in een economische of financiële richting en/of de in deze domeinen verworven relevante beroepservaring. De meerderheid van de leden van het College van censoren beantwoordt aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen. Brussel, 9 maart 2010 Het Directiecomité onderzoek en ontwikkeling De werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling hebben zich vooral toegespitst op de dienstverlening binnen het Eurosysteem en in het bijzonder met

56 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar jaarrekening

57 64 Ondernemingsverslag Balans (vóór winstverdeling) ActivA (in duizend) Zie toelichting onder Goud en goudvorderingen vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Vorderingen op het IMF Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Kredietverlening aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro Basisherfinancieringstransacties Langerlopende herfinancieringstransacties «Fine-tuning»-transacties met wederinkoop Structurele transacties met wederinkoop Marginale beleningsfaciliteit Kredieten uit hoofde van margestortingen Overige vorderingen op kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren Overige waardepapieren vorderingen binnen het Eurosysteem Deelneming in het kapitaal van de ECB Vorderingen op de ECB uit hoofde van overdracht van externe reserves Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto) Overige activa Munten uit het eurogebied Materiële en immateriële vaste activa Overige financiële activa Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans Overlopende rekeningen Diversen totaal activa

58 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 65 Passiva (in duizend) Zie toelichting onder Bankbiljetten in omloop verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) Depositofaciliteit Termijndeposito s «Fine-tuning»-transacties met wederinkoop Deposito s uit hoofde van margestortingen Overige verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Overheid Overige verplichtingen verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het imf verplichtingen binnen het Eurosysteem Verplichtingen ingevolge de uitgifte van promessen als zekerheidstelling voor door de ECB uitgegeven schuldbewijzen Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto) Overige passiva Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans Overlopende rekeningen Diversen voorzieningen Voor toekomstige wisselkoersverliezen Voor nieuwbouw Voor diverse risico s Inzake monetairbeleidstransacties Herwaarderingsrekeningen Kapitaal, reservefonds en beschikbare reserve Kapitaal Reservefonds : Statutaire reserve Buitengewone reserve Afschrijvingsrekeningen voor materiële en immateriële vaste activa Beschikbare reserve Winst van het boekjaar Totaal passiva

59 66 Ondernemingsverslag Resultatenrekening (in duizend) Zie toelichting onder Netto rentebaten Rentebaten (1) Rentelasten (1) (2) Netto baten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen Gerealiseerde winsten / verliezen uit financiële transacties (1) (2) Afwaarderingen van financiële activa en posities (2) Overdracht naar / uit voorzieningen Netto baten / lasten uit provisies en commissies Provisie- en commissiebaten Provisie- en commissielasten Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen (1) Netto resultaat van pooling van monetaire inkomsten Overige baten Personeelskosten Beheerskosten Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa Productiekosten bankbiljetten n. n. 11. Overige kosten Vennootschapsbelasting Winst over het boekjaar De nieuwe voorstelling van de resultatenrekening is conform met de aanbevelingen voor het Eurosysteem. De verwijzingen hieronder geven bijkomende informatie over twee specifieke rubrieken van de Nationale Bank van België, namelijk de statutaire beleggingen en de resultaten ten bate of ten laste van de Staat. (1) Waarvan opbrengsten van de statutaire beleggingen : 1.1 Rentebaten Rentelasten Gerealiseerde winsten / verliezen uit financiële transacties Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen Totaal (2) Waarvan verschuldigd aan ( ) / door (+) de Staat : 1.2 Rentelasten Gerealiseerde winsten / verliezen uit financiële transacties Afwaarderingen van financiële activa en posities Totaal

60 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Winstverdeling over het boekjaar 2008 (in duizend) Winst van het boekjaar Verdeling overeenkomstig artikel 32 van de organieke wet : 1. Aan de aandeelhouders, een eerste dividend van 6 % Van het overschot : a) 10 % aan de statutaire reserve b) 8 % aan het personeel of aan instellingen te zijnen voordele Van het overschot : a) aan de Staat, één vijfde b) aan de aandeelhouders, een tweede dividend c) het saldo aan de statutaire reserve Winstverdeling over het boekjaar 2009 (in duizend) Winst van het boekjaar De jaarlijkse winsten worden op de volgende wijze verdeeld, overeenkomstig artikel 32 van de organieke wet : 1. Een eerste dividend van 6 % van het kapitaal wordt toegekend aan de aandeelhouders Van het excedent wordt een bedrag voorgesteld door het Directiecomité en vastgesteld door de Regentenraad, in alle onafhankelijkheid, toegekend aan het reservefonds of aan de beschikbare reserve Van het tweede overschot wordt aan de aandeelhouders een tweede dividend toegekend, vastgesteld door de Regentenraad, ten belope van minimaal 50 % van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van het reservefonds en de beschikbare reserve Het saldo wordt toegekend aan de Staat ; het is vrijgesteld van vennootschapsbelasting Overeenkomstig een beslissing van de algemene vergadering van 30 maart 2009 zal het dividend betaalbaar zijn vanaf de vijfde bankwerkdag die volgt op de algemene vergadering, namelijk 7 juni 2010, tegen afgifte van coupon nr. 208 : (in ) Brutobedrag Roerende voorheffing Nettobedrag Dividend per aandeel ,48 31,62 94,86

61 68 Ondernemingsverslag Posten buiten balanstelling (in duizend) Zie toelichting onder Termijntransacties in vreemde valuta en in euro 36 Termijnvorderingen Termijnverplichtingen Termijntransacties op rentetarieven en op vastrentende effecten Verbintenissen die kunnen aanleiding geven tot een kredietrisico 38 Verbintenissen tegenover internationale instellingen Verbintenissen tegenover andere instellingen Aan de instelling toevertrouwde waarden en vorderingen 39 Ter inning Tegoeden beheerd voor rekening van de Schatkist Tegoeden beheerd voor rekening van de ECB In open bewaarneming Nog te storten kapitaal op aandelen van de BIB

62 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Sociale balans 1. Staat van de tewerkgestelde personen A. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Voltijds Deeltijds Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers ,92 863, ,94 (VTE) 2.148,38 (VTE) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren (T) (T) Personeelskosten (in duizend) (T) (T) Bedrag van de voordelen bovenop het loon (in duizend) (T) (T) 2. op de afsluitingsdatum van het boekjaar a. Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister ,75 (VTE) b. volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ,15 (VTE) Overeenkomst voor een bepaalde tijd ,60 (VTE) Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst c. volgens het geslacht en het studieniveau Mannen ,80 (VTE) Lager onderwijs ,20 (VTE) Secundair onderwijs ,20 (VTE) Hoger niet-universitair onderwijs (VTE) Universitair onderwijs ,40 (VTE) Vrouwen ,95 (VTE) Lager onderwijs ,55 (VTE) Secundair onderwijs ,90 (VTE) Hoger niet-universitair onderwijs ,65 (VTE) Universitair onderwijs ,85 (VTE) d. volgens de beroepscategorie Directiepersoneel (VTE) Bedienden ,75 (VTE) Arbeiders Andere

63 70 Ondernemingsverslag 2009 B. UitzendkrAchten en ter Beschikking van de onderneming gestelde personen Uitzendkrachten Ter beschikking van de onderneming gestelde personen tijdens het boekjaar Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen ,68 Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming (in duizend) Tabel van het personeelsverloop tijdens het boekjaar A. Ingetreden Voltijds Deeltijds Totaal in voltijdse equivalenten a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven ,70 b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd ,70 Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst B. Uitgetreden Voltijds Deeltijds Totaal in voltijdse equivalenten a. Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam ,60 b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ,70 Overeenkomst voor een bepaalde tijd ,90 Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst c. Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen ,25 Brugpensioen Afdanking Andere reden ,35 waarvan : het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming

64 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Inlichtingen over de opleidingen voor de werknemers tijdens het boekjaar Mannen Vrouwen 1. Totaal van de formele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven voor de werknemers ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren Nettokosten voor de onderneming (in duizend) waarvan : Brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding (n duizend) Betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen (in duizend) Ontvangen tegemoetkomingen (in mindering) (in duizend) Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven voor de werknemers ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren Nettokosten voor de onderneming (in duizend) Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren Nettokosten voor de onderneming

65 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Toelichting bij de jaarrekening Juridisch kader De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig artikel 33 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België. Dit artikel bepaalt dat : «De rekeningen en, in voorkomend geval, de geconsolideerde rekeningen van de Bank worden opgemaakt : 1 overeenkomstig deze wet en de bindende regels vastgesteld met toepassing van artikel 26.4 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank ; 2 voor het overige overeenkomstig de regels vastgesteld door de Regentenraad. De artikelen 2 tot 4, 6 tot 9 en 16 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding van de ondernemingen en de besluiten genomen ter uitvoering ervan zijn van toepassing op de Bank met uitzondering van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen 4, zesde lid, en 9, 2.» De bindende regels waarvan sprake is in artikel 33, 1, zijn omschreven in het richtsnoer van de ECB van 10 november 2006 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het ESCB (ECB / 2006 / 16), PB L348 van 11 / 12 / 2006, zoals gewijzigd bij het richtsnoer van 17 december 2007 (ECB / 2007 / 20), PB L42 van 16 / 02 / 2008, het richtsnoer van 11 december 2008 (ECB / 2008 / 21), PB L36 van 5 / 02 / 2009, het richtsnoer van 17 juli 2009 (ECB / 2009 / 18), PB L202 van 4 / 08 / 2009, en het richtsnoer van 14 december 2009 (ECB / 2009 / 28), PB L348 van 29 / 12 / Overeenkomstig artikel 20, 4 van de organieke wet keurt de Regentenraad de begroting der uitgaven alsook de jaarrekeningen goed, die worden voorgelegd door het Directiecomité. Hij regelt definitief de verdeling der winsten die door het Directiecomité wordt voorgesteld. De jaarrekening van het verslagjaar werd opgesteld in overeenstemming met bovenvermeld artikel 33 en volgens het formaat en de boekhoudkundige regels die de Regentenraad op 16 december 2009 heeft goedgekeurd. De jaarrekening is opgemaakt in duizenden euro s, behalve waar anders vermeld.

66 74 Ondernemingsverslag Boekhoudkundige principes en waarderingsregels Wijzigingen tijdens het boekjaar I. Verplichte boekhoudkundige regels in toepassing van de ESCB / ECB-statuten Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren Deze nieuwe subpost 7.1 op de actiefzijde werd aan de balans toegevoegd om de gedekte obligaties te boeken. Deze waardepapieren worden gewaardeerd tegen de afgeschreven aankoopprijs en worden in de berekening van de monetaire inkomsten geoormerkt. II. Regels in toepassing van de organieke wet en van wetten, statuten en overeenkomsten Regel van de verdeling van de opbrengsten en van de winsten Bij de wet van 3 april 2009 werd artikel 29 van de organieke wet (drie-procentregel) afgeschaft en wordt het saldo van de jaarlijkse winsten, na het aanleggen van de nodige reserves en na vergoeding van de aandeelhouders, aan de Staat toegekend. Bovendien werden de diverse bijzondere overeenkomsten met de Staat, die aan de Staat de inkomsten uit deposito s met uitzondering van die onder subpost 4.1 op de passiefzijde toekenden, bij dezelfde gelegenheid eveneens beëindigd. Bij dezelfde wet werd het tweede dividend vastgesteld op minimaal 50 % van de netto-opbrengsten van de statutaire beleggingen en werd aan de Bank voortaan toegestaan een beschikbare reserve aan te leggen. Het formaat van de winstverdeling werd dienovereenkomstig aangepast. Voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen De overeenkomst van 8 juli 1998 tussen de Belgische Staat en de Bank is niet meer van toepassing wegens de intrekking van het voornoemde artikel 29. Het saldo van de voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen zal bij de winstverdeling van het lopende boekjaar worden toegevoegd aan de beschikbare reserve. III. Door de Regentenraad vastgestelde boekhoudkundige regels (Im)materiële vaste activa De vanaf het boekjaar 2009 verworven vaste activa worden afgeschreven volgens de fiscaal toegestane waarschijnlijke gebruiksduur en niet meer voor 100 % in het jaar van aanschaf. De positieve impact op de resultatenrekening bedraagt 17,8 miljoen. Voorziening voor diverse risico s In het kader van het nieuwe reserveringsbeleid zal het bedrag van de voorziening voor diverse risico s bij de winstverdeling van het lopende boekjaar worden toegevoegd aan de beschikbare reserve.

67 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 75 Formaat van de resultatenrekening Gezien de intrekking van het artikel 29 van de organieke wet, kan de resultatenrekening voortaan worden opgesteld conform de aanbevelingen van het richtsnoer van de ECB van 10 november 2006, teneinde de coherentie en vergelijkbaarheid met de jaarrekeningen van het Eurosysteem te waarborgen. De resultatenrekening van 2008 werd ook herwerkt volgens het nieuwe formaat. I. Verplichte boekhoudkundige regels in toepassing van de ESCB / ECB-statuten De rekeningen, opgesteld op basis van de historische kostprijs, worden aangepast om rekening te houden met de waardering tegen marktprijs van de verhandelbare waardepapieren met uitzondering van de portefeuille statutaire beleggingen en de portefeuilles van tot de vervaldag of voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren, van het goud en van alle bestanddelen luidende in vreemde valuta, en dit zowel in als buiten de balans. De contante en termijntransacties in vreemde valuta worden buiten de balans geboekt op de dag waarop ze worden aangegaan en in de balans op de vereffeningsdatum. 1. Activa en passiva luidende in goud en in deviezen De officiële goud- en deviezenreserves van de Belgische Staat, die in de balans zijn opgenomen, worden aangehouden en beheerd door de Bank. Activa en passiva luidende in goud en in deviezen worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op balansdatum. De herwaardering van deviezen geschiedt per valuta en betreft zowel de bestanddelen van de balans als die buiten balanstelling. De herwaardering van waardepapieren tegen marktprijs geschiedt apart van de valutakoersherwaardering. Voor het goud geschiedt de herwaardering op basis van de prijs in euro van een ons fijn goud die is afgeleid van de notering in USD op de Londense fixing op de laatste werkdag van het boekjaar. 2. Vastrentende waardepapieren De verhandelbare vastrentende waardepapieren, met uitzondering van deze van de statutaire portefeuille en van de tot de vervaldag of voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren, worden gewaardeerd tegen de marktprijs op balansdatum. De prijsherwaardering vindt voor waardepapieren lijn per lijn plaats. De portefeuille van tot de vervaldag aangehouden waardepapieren bestaat uitsluitend uit effecten met een vaste of bepaalbare rente en een vaste looptijd, die de Bank uitdrukkelijk wil behouden tot de vervaldag. De waardepapieren worden behandeld als een aparte portefeuille en gewaardeerd tegen de op basis van het actuariële rendement afgeschreven aankoopprijs. Dat geldt ook voor de voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren. 3. (Reverse) repurchase agreements Een «repurchase agreement» is een verkoop van waardepapieren waarbij de cedent zich uitdrukkelijk verbindt tot de terugkoop en de cessionaris tot de retrocessie van die effecten tegen een overeengekomen prijs en op een afgesproken datum. De cedent boekt, op de passiefzijde van de balans, het bedrag van de ontvangen liquiditeiten als een schuld aan de cessionaris en waardeert de overgedragen waardepapieren overeenkomstig de boekhoudregels die van toepassing zijn op de effectenportefeuille waarvan ze blijven deel uitmaken. De cessionaris, van zijn kant, boekt op de actiefzijde van zijn balans een vordering op de cedent die overeenstemt met het bestede bedrag, terwijl de verworven

68 76 Ondernemingsverslag 2009 waardepapieren niet worden opgenomen in de balans maar buiten de balans. De Bank beschouwt de voornoemde transacties als «repurchase agreements» of «reverse repurchase agreements» naargelang zij optreedt als cedent of cessionaris van de waardepapieren. «Repurchase agreements» en «reverse repurchase agreements» die betrekking hebben op waardepapieren luidende in deviezen, hebben geen invloed op de desbetreffende deviezenpositie. 4. deelneming in het kapitaal van de ECB Krachtens artikel 28 van de statuten van het ESCB en de ECB kunnen enkel de NCB s van het ESCB inschrijven op het kapitaal van de ECB. De inschrijvingen geschieden volgens de overeenkomstig artikel 29 van de ESCB-statuten vastgestelde sleutel. 5. resultaatbepaling 5.1 Met betrekking tot de resultaatbepaling gelden de volgende regels : baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarin ze verworven of verschuldigd zijn ; gerealiseerde winsten en verliezen worden in de resultatenrekening opgenomen ; aan het einde van het jaar worden de vastgestelde positieve herwaarderingsverschillen (op effecten en externe reserves) niet geboekt als resultaten, maar worden ze opgenomen in de herwaarderingsrekeningen op de passiefzijde van de balans ; de negatieve herwaarderingsverschillen worden eerst afgetrokken van de overeenkomstige herwaarderingsrekening, waarna het eventuele saldo ten laste van het resultaat wordt gebracht ; er is geen compensatie tussen ten laste van het resultaat gebrachte verliezen en de mogelijke in de daaropvolgende jaren geregistreerde positieve herwaarderingsverschillen en ook niet tussen de negatieve herwaarderingsverschillen op een waardepapier, valuta of activum in goud en de positieve herwaarderingsverschillen op andere waardepapieren, valuta of activa in goud ; voor goud wordt geen enkel onderscheid gemaakt tussen de herwaarderingsverschillen op de goudprijs en die op de valuta waarin die prijs is uitgedrukt ; om de aanschaffingsprijs van de verkochte waardepapieren of deviezen te berekenen, wordt de gemiddelde-kostprijsmethode op dagelijkse basis gebruikt ; indien aan het einde van het jaar negatieve herwaarderingsverschillen ten laste van de resultatenrekening worden gebracht, wordt de gemiddelde kostprijs van het desbetreffende activum (goud, valuta of waardepapier) teruggebracht tot het niveau van de marktkoers of de marktprijs. 5.2 Het agio of disagio op waardepapieren, voortvloeiend uit het verschil tussen de gemiddelde aanschaffingsprijs en de terugbetalingsprijs, wordt gelijkgesteld met een renteresultaat en afgeschreven over de resterende looptijd van de betrokken effectenlijn. 5.3 De lopende maar niet-vervallen renten, die de deviezenposities beïnvloeden, worden dagelijks geboekt en omgerekend tegen de koers op de boekingsdatum. 5.4 De monetaire inkomsten van elke NCB van het Eurosysteem worden bepaald door de feitelijke jaarinkomsten te berekenen van de te oormerken activa die worden aangehouden als tegenpost voor hun referentiepassiva. Deze passiva omvatten de volgende posten : de bankbiljetten in omloop ; de verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro ; de nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem afkomstig van TARGET2-transacties ; de nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem in verband met de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem. Alle rentelasten die zijn betaald op de in de referentiepassiva begrepen verplichtingen, worden op de samengevoegde monetaire inkomsten van elke NCB in mindering gebracht. De te oormerken activa omvatten de volgende posten : de kredietverlening aan kredietinstellingen van het eurogebied i.v.m. monetairbeleidstransacties, luidende in euro ; de vorderingen binnen het Eurosysteem uit hoofde van de externe reserves die werden overgedragen aan de ECB ;

69 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 77 de nettovorderingen binnen het Eurosysteem die voortvloeien uit de TARGET2-transacties ; de nettovorderingen binnen het Eurosysteem die verband houden met de verdeling van de eurobankbiljetten in het Eurosysteem ; de waardepapieren in euro die voor doeleinden van monetair beleid worden aangehouden ; een beperkt bedrag van de tegoeden in goud van elke NCB, naar rato van haar verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal. Goud wordt geacht geen inkomsten op te leveren. Wanneer de waarde van de te oormerken activa van een NCB hoger of lager is dan die van haar referentiepassiva, wordt het verschil vergoed tegen de laatste marginale rentevoet die van toepassing is op de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem (1). De seigneuriage-inkomsten van de ECB, die afkomstig zijn van het aandeel van 8 % aan eurobankbiljetten dat voor haar is bestemd, zijn integraal verschuldigd aan de NCB s tijdens hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen. De ECB verdeelt deze inkomsten onder de NCB s op de tweede werkdag van het volgende boekjaar. De inkomsten kunnen echter worden verlaagd door een besluit van de Raad van bestuur van de ECB, indien de nettowinst van de ECB over het beschouwde boekjaar lager is dan de inkomsten uit haar aandeel in de bankbiljetten in omloop. Bovendien kan de Raad van bestuur, vóór het einde van het boekjaar, besluiten over het principe om de inkomsten van de ECB uit in omloop zijnde bankbiljetten geheel of gedeeltelijk over te dragen naar een voorziening voor wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico s (3). 7. Instrumenten buiten de balans 6. Bankbiljetten in omloop De ECB en de NCB s van de landen die zijn overgegaan op de euro, en die samen het Eurosysteem vormen, geven eurobankbiljetten uit (2). De totale waarde van de eurobankbiljetten in omloop wordt toegedeeld op de laatste werkdag van elke maand, in overeenstemming met de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten. Van de totale waarde van de biljetten in omloop is een aandeel van 8 % toegewezen aan de ECB, terwijl de overblijvende 92 % is toegewezen aan de NCB s naar rato van hun gestorte aandeel in de kapitaalsleutel van de ECB. Het aandeel bankbiljetten dat zo aan elke NCB is toegedeeld, wordt vermeld onder de passiefpost «Bankbiljetten in omloop» van haar balans. Het verschil tussen de waarde van de eurobankbiljetten die aan elke NCB worden toegedeeld naar rato van de desbetreffende verdeelsleutel en de waarde van de eurobankbiljetten die door elke NCB daadwerkelijk in omloop worden gebracht, geeft aanleiding tot saldi binnen het Eurosysteem. Deze vorderingen of verplichtingen, die rentedragend zijn, worden vermeld onder de subposten «Nettovorderingen of verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem». Termijntransacties in deviezen, het termijnluik van deviezenswaps en andere deviezeninstrumenten die een omwisseling van een bepaalde valuta tegen een andere valuta op een toekomstige datum inhouden, worden opgenomen in de netto deviezenpositie voor het berekenen van de gemiddelde kostprijs en van de wisselkoerswinsten en verliezen. Voor de deviezenswaps wordt de termijnpositie tegelijk met de contantpositie geherwaardeerd. Aangezien de contant- en de termijnbedragen in deviezen worden omgerekend tegen dezelfde wisselkoers in euro, hebben ze geen invloed op de post «Herwaarderingsrekeningen» op de passiefzijde. Renteinstrumenten worden lijn per lijn geherwaardeerd. De uitstaande bedragen van de rentefutures worden geboekt in de posten buiten balanstelling. De dagelijkse margestortingen worden in de resultatenrekening opgenomen en beïnvloeden de deviezenpositie. Winsten en verliezen, voortvloeiend uit andere instrumenten buiten de balans, worden vastgesteld en verwerkt zoals die van instrumenten op de balans. (1) Besluit van de ECB van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de NCB's van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002 (ECB/ 2001 / 16), PB L337 van 20 / 12 / 2001, zoals gewijzigd bij het besluit van 22 november 2007 (ECB/ 2007 / 15, PB L333 van 19 / 12 / 2007) en bij het besluit van 14 december 2009 (ECB/ 2009 / 27, PB L339 van 22 / 12 / 2009). (2) Besluit van de ECB van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/ 2001 / 15), PB L337 van 20 / 12 / 2001, zoals gewijzigd bij het besluit van 18 december 2003 (ECB/ 2003 / 23), PB L9 van 15 / 01 / 2004, het besluit van 22 april 2004 (ECB/ 2004 / 9), PB L205 van 9 / 06 / 2004, het besluit van 15 december 2006 (ECB/ 2006 / 25), PB L24 van 31 / 01 / 2007 en het besluit van 7 december 2007 (ECB/ 2007 / 19), PB L1 van 4 / 01 / (3) Besluit van de ECB van 17 november 2005 inzake de verdeling van de inkomsten van de ECB uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de NCB's van de deelnemende Lidstaten (ECB/ 2005 / 11), PB L311 van 26 / 11 / 2005.

70 78 Ondernemingsverslag Gebeurtenissen na balansdatum Activa en passiva worden aangepast in het licht van de informatie die wordt verkregen tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening door het Directiecomité van de Bank wordt vastgesteld, zodra die informatie een significante invloed heeft op de activa en passiva van de balans bij de afsluiting van de rekening. II. Regels in toepassing van de organieke wet, en van wetten, statuten en overeenkomsten 1. Goud en goudvorderingen De naar aanleiding van de arbitrage van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen gerealiseerde meerwaarden worden, overeenkomstig artikel 30 van de organieke wet en artikel 54 van de statuten, op een bijzondere onbeschikbare reserverekening geboekt. 2. Verrichtingen van het IMF Krachtens artikel 1 van de overeenkomst van 14 januari 1999 tussen de Belgische Staat en de Bank, die de regels bepaalt voor de toepassing van artikel 9 van de organieke wet, neemt de Bank de rechten die de Staat als lid van het IMF bezit, in haar boeken op als eigen tegoeden. Artikel 9, lid 2, van de voornoemde organieke wet bepaalt bovendien dat de Staat de Bank waarborgt tegen ieder verlies en de terugbetaling waarborgt van ieder krediet dat de Bank in het kader van deze verrichtingen verleend heeft. 3. Verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit Krachtens artikel 9, lid 2, van de organieke wet waarborgt de Staat de terugbetaling van ieder krediet dat de Bank verleent in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel ; de Staat waarborgt de Bank ook tegen elk verlies veroorzaakt door alle in dit verband noodzakelijke verrichtingen. (1) Krachtens artikel 141, 9 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, wordt artikel 31, tweede lid, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, uitgelegd in die zin dat het emissierecht waarvan daarin sprake is, het emissierecht omvat dat de Bank mag uitoefenen krachtens artikel 106(1) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. 4. rekening-courant van de Schatkist Krachtens een overeenkomst van 12 maart 1999 wordt het saldo van de rekening-courant van de Schatkist tot een maximumbedrag van 50 miljoen vergoed tegen de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties. 5. Kapitaal, reservefonds en beschikbare reserve 5.1 Kapitaal Krachtens artikel 4 van de organieke wet is het maatschappelijk kapitaal, ten belope van 10 miljoen, vertegenwoordigd door aandelen zonder nominale waarde. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort. De Belgische Staat heeft ingetekend op nominatieve en onoverdraagbare aandelen, dat is 50 % van de totale stemrechten. 5.2 Reservefonds Het reservefonds, waarvan sprake in artikel 31 van de organieke wet van de Bank, omvat de statutaire reserve, de buitengewone reserve en de afschrijvingsrekeningen. Het is bestemd : 1 tot het herstel van de verliezen op het maatschappelijk kapitaal ; 2 tot aanvulling van de jaarlijkse winsten, tot beloop van een dividend van 6 % van het kapitaal. Bij het verstrijken van het emissierecht van de Bank valt een vijfde van het reservefonds de Staat prioriteitshalve ten deel. De overige vier vijfden worden onder al de aandeelhouders verdeeld (1). 5.3 Beschikbare reserve De beschikbare reserve, waarvan sprake in artikel 32 van de organieke wet, zoals gewijzigd door artikel 3 van de wet van 3 april 2009, kan bij besluit van de Regentenraad worden aangewend om verliezen aan te zuiveren of het dividend uit te betalen.

71 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar resultaatbepaling 6.1 Opbrengsten die volledig aan de Staat toekomen Op grond van artikel 30 van de organieke wet wordt aan de Staat de netto-opbrengst toegekend van de activa die de tegenpost vormen van de door de Bank gerealiseerde meerwaarde naar aanleiding van arbitrages van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen, welke meerwaarde op een bijzondere onbeschikbare reserverekening wordt geboekt. De regels voor de toepassing van die bepalingen zijn vastgelegd in een overeenkomst van 30 juni 2005 tussen de Staat en de Bank, die op 5 augustus 2005 in het Belgisch Staatsblad is verschenen. 2. van het excedent wordt een door het Directiecomité voorgesteld en door de Regentenraad vastgesteld bedrag, in alle onafhankelijkheid, toegekend aan het reservefonds of aan de beschikbare reserve ; 3. van het tweede overschot wordt aan de aandeelhouders een tweede, door de Regentenraad vastgesteld dividend toegekend, dat minimaal 50 % beloopt van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van het reservefonds en de beschikbare reserve ; 4. het saldo wordt toegekend aan de Staat ; het is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. III. Door de Regentenraad vastgestelde boekhoudkundige regels Daarnaast stort de Bank, krachtens de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetairbeleidsinstrumentarium, jaarlijks een bedrag van 24,4 miljoen in de Schatkist als compensatie voor de meeruitgaven die voor de Staat voortvloeien uit de conversie, in 1991, van de geconsolideerde schuld tegenover de Bank in vrij verhandelbare effecten. 6.2 Wisselkoersresultaten toekomend aan de Staat Krachtens artikel 9 van de organieke wet worden de akkoorden of verrichtingen van internationale monetaire samenwerking, die de Bank uitvoert voor rekening van of met de uitdrukkelijke instemming van de Staat, gedekt door de staatswaarborg. De op die transacties gerealiseerde wisselkoerswinsten en verliezen worden toegewezen aan de Staat. Ingevolge artikel 37 van de organieke wet worden aan de Staat de meerwaarden gestort die bij de verkoop van goud aan de Koninklijke Munt van België werden gerealiseerd. De overdrachten van goud aan deze Instelling, met het oog op de uitgifte door de Staat van verzamelaars- of herdenkingsmunten, mogen niet meer bedragen dan 2,75 % van het gewicht in goud dat op 1 januari 1987 in de activa van de Bank voorkwam. 7. winstverdeling Krachtens artikel 32 van de organieke wet worden de jaarlijkse winsten op volgende wijze verdeeld : 1. een eerste dividend van 6 % van het kapitaal wordt aan de aandeelhouders toegekend ; 1. deelnemingen in de portefeuille statutaire beleggingen De deelnemingen die de Bank aanhoudt in de vorm van aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van verschillende instellingen, zijn in de balans opgenomen tegen hun aanschaffingsprijs, zoals aanbevolen door het voornoemde richtsnoer. 2. Verhandelbare vastrentende waardepapieren in de portefeuille statutaire beleggingen Dergelijke waardepapieren worden behandeld als een aparte portefeuille en worden gewaardeerd tegen de op basis van het actuariële rendement afgeschreven aankoopprijs, zoals aanbevolen door het voornoemde richtsnoer. 3. Plafond van de portefeuille statutaire beleggingen Het plafond van de statutaire beleggingen wordt jaarlijks vastgesteld bij de definitieve winstverdeling. Het is gelijk aan de som van de volgende elementen : het kapitaal ; het reservefonds (statutaire reserve, buitengewone reserve en afschrijvingsrekeningen) ; de beschikbare reserve ; de toevoegingen aan de reserves. De waardering van de statutaire beleggingen berust op de hierboven in punt 1 en 2 beschreven principes.

72 80 Ondernemingsverslag overdracht van waardepapieren tussen verschillende portefeuilles De overdracht van waardepapieren tussen portefeuilles die onder verschillende boekhoudkundige regels vallen, vindt plaats tegen de marktprijs. 5. Materiële en immateriële vaste activa De gronden, gebouwen, uitrustingen, computerapparatuur en -programma s, de meubelen en het rollend materieel worden tegen hun aanschaffingsprijs geboekt. Gebouwen in aanbouw worden opgenomen tegen de werkelijk bestede bedragen. Voor de aankopen vanaf het boekjaar 2009 worden de materiële en immateriële vaste activa, inclusief bijkomende kosten, afgeschreven volgens de fiscaal toegestane waarschijnlijke gebruiksduur. Gebruiksduur van de voornaamste activa : gronden : onbeperkt gebouwen : 34 jaar vernieuwingen : 10 jaar meubelen : 10 jaar software : 5 jaar materieel : 5 jaar beveiligingswerken : 3 jaar hardware : 3 jaar In de berekening van het gemiddelde belastingtarief wordt rekening gehouden met de belastingregulariseringen van de voorgaande boekjaren, ongeacht of ze positief dan wel negatief zijn. 8. Berekening van het tweede dividend De netto-opbrengsten uit de activa zoals bepaald in artikel 32, lid 3 van de organieke wet, zijn gelijk aan de bruto-opbrengsten na aftrek van de daarop verschuldigde belasting, berekend tegen het in punt 7 hierboven bepaalde gemiddelde belastingtarief. De bruto-opbrengst is gelijk aan de opbrengst van de statutaire beleggingen, met uitzondering van de opbrengst die is gegenereerd door het kapitaal, dat wordt vergoed met het eerste dividend. 9. Posten buiten balanstelling Verbintenissen die kunnen aanleiding geven tot een kredietrisico Onderverdeling van de posten buiten balanstelling Tegenover internationale instellingen Tegenover andere instellingen Waarderingsregel Nominale waarde, deviezen omgerekend tegen de marktkoers 6. Voorraden De voorraden bestemd voor de productie van bestellingen voor rekening van derden, de werken in uitvoering evenals de afgewerkte producten die eruit voortvloeien, worden tegen de aanschaffingsprijs van de grondstoffen gewaardeerd. Aan de instelling toevertrouwde waarden en vorderingen Ter inning Tegoeden beheerd voor rekening van de Schatkist Tegoeden beheerd voor rekening van de ECB Nominale waarde Nominale waarde / kost, deviezen omgerekend tegen de marktkoers 7. Vennootschapsbelasting In open bewaarneming Nominaal bedrag, deviezen omgerekend tegen de marktkoers Krachtens artikel 32 van de organieke wet is het aan de Staat toegekende winstsaldo van het boekjaar, na winstverdeling en reservering, vrijgesteld van de vennootschapsbelasting. Voor de berekening van het gemiddelde belastingtarief, met andere woorden de verhouding tussen de verschuldigde belasting en de winst vóór belasting, wordt het aan de Staat toekomende aandeel in de winst afgetrokken van het recurrente resultaat van het boekjaar. Nog te storten kapitaal op aandelen Nominaal bedrag, deviezen omgerekend tegen de marktkoers

73 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Toelichting bij de balans Toelichting 1. Goud en goudvorderingen Goudvoorraad de vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ; de tegoeden aangehouden op rekening bij banken die niet tot het eurogebied behoren alsmede leningen verstrekt aan en waardepapieren of andere in deviezen luidende activa uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied In ons fijn goud , ,3 In kg fijn goud , ,9 Tegen marktprijs (in miljoen) , ,7 Vorderingen op het imf (in miljoen) Bijzondere trekkingsrechten ,2 408,5 De daling van de goudvoorraad vloeit voort uit de verkoop, tegen marktprijs, van 12,5 kg goud aan de Koninklijke Munt van België. Deelneming in het IMF ,5 704,2 Leningen aan de PRGF-ESF Trust.. 141,9 95,5 totaal , ,2 Op 31 december 2009 is nog 9,1 ton goud beschikbaar voor de uitgifte door de Staat van verzamelaars- of herdenkingsmunten. Per balansdatum is het goud gewaardeerd op basis van de door de ECB meegedeelde prijs in euro per ons fijn goud, die is afgeleid van de notering in USD op de Londense fixing van 31 december SDR-koeRS EUR / SDR ,9186 0,9051 Goudprijs (in ) Bijzondere trekkingsrechten (special drawing rights SDR s) De Bank heeft een deel van haar tegoeden in goud uitgeleend, tegen een onderpand ter dekking van het kredietrisico. Toelichting 2. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Deze post omvat twee subposten : Ons fijn goud , ,542 Kg fijn goud , ,04 SDR s zijn reserve-activa die ex nihilo door het IMF zijn gecreëerd en door dit Fonds aan zijn leden worden toegewezen ter aanvulling van hun bestaande officiële reserves. Met de goedkeuring van een algemene toewijzing van SDR s in augustus en een bijzondere toewijzing in september, is het totaalbedrag van de netto cumulatieve toewijzing van SDR s door het IMF aan zijn leden gestegen van SDR 21 miljard tot SDR 204,1 miljard. De netto cumulatieve toewijzing aan België nam toe van SDR 485,2 miljoen tot SDR 4.323,3 miljoen. De aan de leden van het IMF toegewezen SDR s kunnen worden gecedeerd tegen convertibele valuta op basis van vrij afgesloten overeenkomsten tussen lidstaten. Het akkoord tussen de Bank en het IMF, dat in oktober 2009 werd herzien, bepaalt dat de SDR-tegoeden van de Bank

74 82 Ondernemingsverslag 2009 tussen 65 en 135 % van de netto cumulatieve toewijzing moeten liggen. Het tegoed op de rekening «Bijzondere trekkingsrechten» bedraagt op 31 december 2009 SDR 4.405,8 miljoen, tegen SDR 369,8 miljoen een jaar eerder. Het netto SDR-tegoed, het verschil tussen de SDR-tegoeden en de SDR-toewijzing, beloopt op balansdatum SDR 82,4 miljoen ingevolge de terbeschikkingstelling van euro s tegen SDR s aan IMF-leden. Deelneming in het IMF Krachtens de op 2 juli 1999 gesloten leningsovereenkomst beschikt de PRGF-ESF Trust bij de Bank, sinds 4 december 2001, over een kredietlijn van SDR 350 miljoen. De vorderingen die de Bank uit dien hoofde heeft uitstaan, bedragen op 31 december 2009 SDR 130,4 miljoen, tegen SDR 86,4 miljoen een jaar eerder, doordat de terugbetalingen tijdens het boekjaar ruimschoots werden gecompenseerd door nieuwe trekkingen op de kredietlijn. Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa Deze liquide vordering van België op het IMF wordt ook de positie in de reservetranche genoemd. Ze is gelijk aan het verschil tussen het quotum van België bij het IMF, namelijk SDR 4.605,2 miljoen, en de tegoeden van het Fonds in euro bij de Bank. Het quotum bepaalt de stemrechten van België in het IMF. De deelneming van België in het IMF kan te allen tijde worden aangesproken om convertibele valuta te krijgen ter financiering van een tekort op de betalingsbalans. Wijzigingen in de deelneming kunnen ook het gevolg zijn van een bijdrage van België aan de financiering van kredietverstrekkingen door het IMF aan lidstaten die met zo een tekort worden geconfronteerd, van terugbetalingen van dergelijke kredieten door deze landen, alsook van transacties in euro die het Fonds voor eigen rekening uitvoert. De over die vordering vergoede rente wordt wekelijks aangepast. De positie in de reservetranche bedraagt op balansdatum SDR 764,7 miljoen, tegen SDR 637,4 miljoen een jaar eerder. Die stijging is toe te schrijven aan nettoleningen door lidstaten van het Fonds. Uitsplitsing naar soort belegging (in miljoen) Zichtrekeningen ,8 297,2 Termijndeposito s ,7 129,0 Waardepapieren , ,8 Reverse repurchase agreements ,0 125,2 totaal , ,2 Koersen van de vreemde valuta EUR / USD ,4406 1,3917 EUR / JPY , ,1400 EUR / CHF ,4836 1,4850 Leningen aan de PRGF-ESF Trust Onder deze subpost is de tegenwaarde opgenomen van de valuta die de Bank heeft geleend aan het door het IMF beheerde Trustfonds «Faciliteit voor armoedebestrijding en groei Faciliteit voor bescherming tegen exogene schokken» (Poverty Reduction and Growth Facility Exogenous Shocks Facility, PRGF ESF). Deze kredietfaciliteit is bedoeld ter ondersteuning van de inspanningen die ontwikkelingslanden met laag inkomen leveren in het kader van structurele en macro-economische aanpassingsprogramma s. Het IMF wendt de aan deze Trust verschafte middelen aan om de hoofdsom te financieren van de leningen die in het kader van deze faciliteit aan ontwikkelingslanden worden verstrekt. Uitsplitsing naar vreemde valuta (in miljoen) USD , ,1 JPY ,1 278,3 CHF ,4 2,0 Overige ,0 1,8 totaal , ,2

75 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 83 Uitsplitsing van de vastrentende waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) Toelichting 3. Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta jaar , ,0 > 1 jaar en 5 jaar , ,2 > 5 jaar ,6 673,6 totaal , ,8 Uitsplitsing naar soort belegging (UsD) (in miljoen) Termijndeposito s , ,9 Waardepapieren ,6 152,8 totaal , ,7 Het gaat vooral om emissies van de Amerikaanse Schatkist. Daarnaast bezit de Bank, in een beperkte mate, door de BIB uitgegeven vastrentende waardepapieren, alsook waardepapieren uitgegeven door instellingen die een overheidsgarantie genieten of door bepaalde supranationale instellingen en obligaties van vennootschappen die beschikken over een hoge rating. Op balansdatum is er geen uitstaand bedrag meer dat verband houdt met in dollars luidende, speciale financieringstransacties in het kader van gezamenlijke interventies van de ECB en de Federal Reserve van de Verenigde Staten ( 35,8 miljard in 2008). Op balansdatum bedragen de niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden van de waardepapieren tegen de marktprijs respectievelijk 76,8 miljoen en 11,5 miljoen. Uitsplitsing van de vastrentende waardepapieren in vreemde valuta naar hun resterende looptijd (in miljoen) Nettopositie in vreemde valuta die resulteert uit alle in deviezen luidende balansposten en posten buiten balanstelling (vorderingen en verplichtingen, contant en op termijn) (marktwaarde in miljard) jaar ,6 107,0 > 1 jaar en 5 jaar ,7 43,1 > 5 jaar ,3 2,7 totaal ,6 152,8 USD ,5 1,6 Die daling is toe te schrijven aan : Op balansdatum bedragen de niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden van de waardepapieren tegen de marktprijs respectievelijk 3,1 miljoen en 0,2 miljoen. inning van de opbrengst van beleggingen ,2 verkopen van dollars tegen euro s ,2 in de herwaarderingsrekeningen opgenomen positieve wisselkoersverschillen ,1

76 84 Ondernemingsverslag 2009 Toelichting 4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Uitsplitsing naar soort belegging (in miljoen) Zichtrekeningen ,2 0,6 Waardepapieren ,4 343,5 totaal ,6 344,1 Toelichting 5. Kredietverlening aan kredietinstellingen van het eurogebied i.v.m. monetairbeleidstransacties, luidende in euro De voor het monetair beleid aangehouden activa bedragen 749,9 miljard voor het Eurosysteem als geheel, waarvan 41,3 miljard voor de Nationale Bank van België. Ingevolge artikel 32.4 van de ECB / ESCB-statuten wordt elk verlies dat voortvloeit uit de monetairbeleidsoperaties, zodra het wordt opgetekend, volledig door de NCB s van het Eurosysteem gedragen, in verhouding tot de verdeelsleutel in het kapitaal van de ECB. Basisherfinancieringstransacties Uitsplitsing van de niet tot de vervaldag aangehouden vastrentende waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) jaar ,2 40,0 > 1 jaar en 5 jaar ,8 36,0 > 5 jaar ,8 19,1 totaal ,8 95,1 Een bedrag van 36 miljoen werd overgeheveld van deze portefeuille waardepapieren naar de portefeuille statutaire beleggingen (zie toelichting 9). Op balansdatum bedragen de niet-gerealiseerde meerwaarden van de waardepapieren tegen de marktprijs 4,9 miljoen. Er waren geen minderwaarden op deze waardepapieren. Uitsplitsing van de tot de vervaldag aangehouden waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) jaar ,2 14,0 > 1 jaar en 5 jaar ,5 132,9 > 5 jaar ,9 101,5 totaal ,6 248,4 Liquiditeiten die voor één week aan de kredietinstellingen worden verschaft via wekelijkse tenders. De liquiditeitsverstrekking via de wekelijkse basisherfinancieringstransacties bedroeg op balansdatum 79,3 miljard voor het eurogebied als geheel, waarvan 5 miljard aan de kredietinstellingen in België werd toegewezen, tegen 4,2 miljard eind Langerlopende herfinancieringstransacties Kredieten die aan de kredietinstellingen worden verstrekt door middel van maandelijkse tenders met een langere looptijd dan die van de basisherfinancieringstransacties. Eind 2009 beliepen de langerlopende herfinancieringstransacties van de Belgische banken 36,3 miljard, tegen 52,1 miljard eind 2008, wat wijst op een geringere behoefte van de Belgische banken om zich op lange termijn bij de Bank te financieren. Binnen het Eurosysteem zijn die transacties nog sterk gestegen, namelijk van 616,9 miljard eind 2008 tot 669,3 miljard in 2009, onder meer ten gevolge van de aanzienlijke deelname aan de aanbestedingen op één jaar. Vooral wegens een daling, van het ene boekjaar tot het andere, van de via de herfinancieringstransacties in euro verleende kredieten van 56,2 tot 41,3 miljard en een afname met 35,8 miljard van de kredietverlening via de in dollar luidende financieringstransacties, liep de verplichting tegenover TARGET2 in verband met die transacties terug met 61,7 miljard (zie toelichting 18).

77 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 85 Marginale beleningsfaciliteit Kredieten verstrekt in het kader van de permanente faciliteit die kredietinstellingen kunnen benutten om bij de Bank, op onderpand van beleenbare activa, tot de volgende ochtend krediet te verkrijgen tegen een vooraf vastgestelde rentevoet. Op balansdatum was in die post geen bedrag opgenomen, in tegenstelling tot het voorgaande jaar, waaruit blijkt dat de overgang tijdens het jaareinde veel soepeler verliep dan in van het eurogebied, houdt de Bank op 31 december 2009 voor 984,2 miljoen gedekte obligaties aan. Uitsplitsing van de voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) jaar > 1 jaar en 5 jaar ,2 > 5 jaar ,0 Toelichting 6. overige vorderingen op kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro totaal ,2 Vorderingen op kredietinstellingen die niet in verband staan met de monetairbeleidstransacties. Uitsplitsing naar soort belegging (in miljoen) Rekeningen-courant ,9 1,0 Reverse repurchase agreements , ,1 totaal , ,1 Overige waardepapieren Portefeuille waardepapieren in euro aangehouden voor beleggingsdoeleinden, die hoofdzakelijk in euro luidende verhandelbare overheidseffecten, uitgegeven door Lidstaten van de Europese Unie, omvat, alsook door sommige kredietinstellingen van landen van het eurogebied uitgegeven obligaties die gewaarborgd zijn door eersterangsvorderingen (van het type «Pfandbriefe») en door nationale overheidsinstellingen uitgegeven obligaties. Voor een bedrag van 918 miljoen werden waardepapieren in euro overgeboekt naar de portefeuille waardepapieren van de statutaire beleggingen (zie toelichting 9). De daling van de reverse repurchase agreements in euro houdt gelijke tred met die van de repurchase agreements in USD (zie toelichting 16). Die transacties hangen samen met het beleid van de Bank inzake beleggingen in vreemde valuta. Uitsplitsing van de niet tot de vervaldag aangehouden vastrentende waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) Toelichting 7. waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren 1 jaar , ,8 > 1 jaar en 5 jaar , ,1 > 5 jaar ,2 848,8 totaal , ,7 Als gevolg van de beslissingen (7 mei en 4 juni 2009) van de Raad van bestuur om tegen eind juni 2010 voor een bedrag van 60 miljard gedekte obligaties in euro te kopen die werden uitgegeven door kredietinstellingen Op balansdatum bedragen de niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden van de waardepapieren tegen de marktprijs respectievelijk 123,7 miljoen en 2,1 miljoen.

78 86 Ondernemingsverslag 2009 Uitsplitsing van de tot de vervaldag aangehouden waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) (in miljoen) jaar ,7 978,8 > 1 jaar en 5 jaar , ,0 > 5 jaar , ,4 totaal , ,2 Nettovorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem ,2 22,807,4 Door de Bank in omloop gebrachte bankbiljetten , ,5 Bankbiljetten in omloop , ,9 Toelichting 8. Vorderingen binnen het Eurosysteem De door de Bank in omloop gebrachte bankbiljetten namen krachtiger toe dan in het Eurosysteem, zodat de vordering op het Eurosysteem is gedaald. Deelneming in het kapitaal van de ECB Sinds 1 januari 2007 bedraagt het geplaatste kapitaal van de ECB miljoen. De deelneming van de Bank, die is volgestort, beloopt 2,4256 %, of 139,7 miljoen (zie toelichting 27). Vorderingen op de ECB uit hoofde van overdracht van externe reserves In euro luidende vordering van 1.397,3 miljoen op de ECB ten gevolge van de overdracht van externe reserves. Die vordering wordt vergoed tegen de laatste marginale rentevoet die van toepassing is op de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem, na een aanpassing om rekening te houden met de niet-vergoeding van de goudcomponent. De begin 1999 overgedragen reserves worden beheerd door de Bank, voor rekening van de ECB. Ze verschijnen in de posten buiten balanstelling. Nettovorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem Nettovorderingen op het Eurosysteem in verband met de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem (zie de boekhoudkundige principes en waarderingsregels betreffende de post «Bankbiljetten in omloop»). Deze rentedragende positie binnen het Eurosysteem stemt overeen met het verschil tussen het aan de Bank toegewezen bedrag van de bankbiljettenomloop en het bedrag van de bankbiljetten die ze in omloop heeft gebracht. Toelichting 9. overige activa Munten uit het eurogebied Kasvoorraad euromunten van de Bank. De munten worden door de Bank in omloop gebracht voor rekening van de Schatkist en deze wordt voor het desbetreffende bedrag gecrediteerd. Overeenkomstig de beschikking van de ECB van 11 december 2008 inzake de goedkeuring met betrekking tot de omvang van de muntenuitgifte (ECB / 2008 / 20), bedroeg het maximumbedrag van de in euro uit te geven munten in 2009, voor België, 105,4 miljoen. Aangezien het netto uitgegeven bedrag in 2008 uitkwam op 1.174,3 miljoen, beliep het voor 2009 toegestane totaalbedrag 1.279,7 miljoen. Materiële en immateriële vaste activa In 2009 bedroegen de investeringen van de Bank in materiële en immateriële vaste activa in totaal 18,7 miljoen. Overigens is van de rekening «Materiële en immateriële vaste activa» de aanschaffingsprijs van de activa die verkocht of buiten gebruik gesteld werden, afgeboekt ( 35,6 miljoen). Overige financiële activa Overeenkomstig artikel 19, lid 4 van de organieke wet beslist het Directiecomité na raadpleging van de Regentenraad over de statutaire beleggingen. Deze laatste bestaan hoofdzakelijk uit verhandelbare overheidseffecten, uit door sommige kredietinstellingen van landen van het eurogebied uitgegeven obligaties die

79 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 87 gewaarborgd zijn door eersterangsvorderingen (van het type «Pfandbriefe»), uit waardepapieren die het kapitaal vertegenwoordigen van financiële instellingen waarvoor bijzondere wettelijke bepalingen gelden of die onderworpen zijn aan de staatswaarborg of aan het toezicht van de Staat, en uit aandelen van de BIB. Gelet op de overheveling van het saldo van de voorzieningen voor toekomstige wisselkoersverliezen en voor diverse risico s naar de beschikbare reserve, was het plafond van de statutaire beleggingen op 8 mei 2009 reeds verhoogd met 953,6 miljoen. Uitsplitsing van de participaties Aantal aandelen In miljoen Aantal aandelen In miljoen BIB , ,8 BMI , ,0 SWIFT , ,2 totaal ,9 332,0 Die verhoging van het plafond gaf aanleiding tot een overdracht van de portefeuille waardepapieren in euro naar de portefeuille statutaire beleggingen, waardoor een meerwaarde van 24,6 miljoen werd geboekt (zie 2.5). Uitsplitsing naar soort belegging (in miljoen) Overlopende rekeningen Deze zijn onderverdeeld in : Over te dragen lasten ( 2,8 miljoen) ; Verworven opbrengsten ( 626,9 miljoen), vooral niet-ontvangen verlopen rente op waardepapieren en andere activa Diversen Vastrentende waardepapieren , ,8 Participaties ,9 332,0 Reverse repurchase agreements... 74,1 33,3 totaal , ,1 Voornamelijk : Te ontvangen rente op de vordering uit hoofde van overdracht van externe reserves aan de ECB en op de nettovordering in verband met de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem ( 66,3 miljoen) ; Commerciële vorderingen ( 5,5 miljoen) ; Voorraden van de Drukkerij ( 1,4 miljoen). Uitsplitsing van de vastrentende waardepapieren naar hun resterende looptijd (in miljoen) jaar ,9 137,1 > 1 jaar en 5 jaar ,9 739,9 > 5 jaar , ,8 totaal , ,8 Toelichting 10. Bankbiljetten in omloop Aandeel van de in het Eurosysteem in omloop zijnde eurobankbiljetten dat aan de Bank is toegewezen (zie de boekhoudkundige principes en waarderingsregels onder I.6 «Bankbiljetten in omloop»). Toelichting 11. Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied i.v.m. monetair beleidstransacties, luidende in euro Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) Rekeningen in euro van de kredietinstellingen die hoofdzakelijk dienen om te voldoen aan hun reserveverplichtingen.

80 88 Ondernemingsverslag 2009 Deze verplichtingen moeten gemiddeld over de aanhoudingsperiode worden nagekomen, volgens het door de ECB uitgebrachte tijdschema. De reserveverplichtingen worden vergoed tegen het gemiddelde van de marginale rentevoeten van de meest recente basisherfinancieringstransactie van de aanhoudingsperiode. Depositofaciliteit Toelichting 14. Verplichtingen aan nietingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Rekeningen-courant aangehouden door centrale banken en andere banken, internationale en supranationale instellingen en andere rekeninghouders die niet in het eurogebied gevestigd zijn. Permanente faciliteit die door de kredietinstellingen kan worden benut om deposito s tot de volgende ochtend te plaatsen bij de Bank, tegen een vooraf vastgestelde rentevoet. Toelichting 16. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Als gevolg van de overvloedige liquiditeitsverstrekking werd aan het einde van de verslagperiode een bedrag van 162,1 miljard ( 200,5 miljard in 2008) op de depositofaciliteit geplaatst voor het Eurosysteem als geheel, waarvan 2,9 miljard ( 1,6 miljard in 2008) in België. Toelichting 12. overige verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro Verplichtingen aan de kredietinstellingen die niet samenhangen met de monetairbeleidstransacties. Het gaat om «repurchase agreements» die verband houden met het beheer van de portefeuille waardepapieren. Toelichting 13. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Overheid Saldi van de rekeningen-courant op naam van de Staat en de overheidsbesturen. Op balansdatum bedroeg het saldo van de rekening-courant van de Schatkist 43 miljoen. Overige verplichtingen Tegoeden in rekeningen-courant die voornamelijk worden aangehouden door financiële tussenpersonen die geen toegang hebben tot de permanente faciliteiten. (in miljoen) Repurchase agreements in USD , ,0 De repurchase agreements in USD vormen de tegenhanger van de reverse repurchase agreements in euro (zie toelichting 6). Toelichting 17. Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF Tegenwaarde van de SDR s, geboekt tegen de koers die ook van toepassing is op de SDR-tegoeden, die aan het IMF moeten worden teruggestort indien SDR s worden geannuleerd, indien de door het Fonds ingestelde SDRafdeling zou worden opgeheven of indien België zou besluiten zich eruit terug te trekken. Deze verplichting van onbepaalde duur beloopt SDR 4.323,3 miljoen. Toelichting 18. Verplichtingen binnen het Eurosysteem Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto) Nettoverplichting van de Bank die resulteert uit het geheel van verplichtingen en vorderingen ten opzichte van het Eurosysteem, met uitzondering van de «Nettovorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem» (zie toelichting 8).

81 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 89 Die nettoverplichting ten aanzien van het Eurosysteem is als volgt samengesteld : 1. de verplichting van de Bank tegenover de ECB ten gevolge van de grensoverschrijdende overdrachten die werden gerealiseerd via TARGET2 met de andere NCB s van het Eurosysteem en de ECB ( ,8 miljoen). De daling van het volume van de TARGET2- overdrachten vloeit voort uit het wegvallen van het eurogedeelte van de speciale herfinancieringstransacties luidende in dollar die worden besproken in toelichting 3, de vermindering van het uitstaande bedrag van de herfinancieringstransacties in euro en de toename van de monetaire reserves en de door de Bank uitgegeven bankbiljetten ; 2. de vordering binnen het Eurosysteem ten belope van 2,7 miljoen, die voortvloeit uit de samenvoeging en de toedeling van de monetaire inkomsten binnen het Eurosysteem (zie post 5 van de resultatenrekening) ; 3. de vordering binnen het Eurosysteem ten belope van 27,4 miljoen die verband houdt met door de ECB verdeelde inkomsten met betrekking tot de bankbiljetten (zie post 4 van de resultatenrekening). Toelichting 19. overige passiva Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans Netto negatieve herwaarderingsverschillen op de termijntransacties in deviezen. Deze verschillen, die de post «Herwaarderingsrekeningen» als tegenpost hebben, houden verband met de deviezenswaptransacties waarvan het termijngedeelte buiten de balans wordt geboekt. Overlopende rekeningen Het gaat om de toe te rekenen kosten ( 19,5 miljoen), voornamelijk niet-verlopen rente op verplichtingen. Diversen Onder meer : onbeschikbare reserve meerwaarde op goud ( 298,9 miljoen) ; fiscale schulden, schulden met betrekking tot lonen en sociale lasten ( 128,8 miljoen) ; repurchase agreements in de statutaire beleggingen ( 74,1 miljoen) ; rente die de Bank verschuldigd is op haar nettoschuld aan de ECB in het kader van TARGET2 ( 31,6 miljoen) ; opbrengsten die volledig aan de Staat toekomen ( 22,6 miljoen) ; handelsschulden ( 5,7 miljoen). Toelichting 20. Voorzieningen (in miljoen) Terugneming Voor toekomstige wisselkoersverliezen ,0 150,0 150,0 Voor diverse risico s ,0 803,6 803,6 0,0 953,6 953,6 Inzake monetairbeleidstransacties ,2 61,1 203,3 Totaal , , ,9 Op 8 mei 2009 werd het saldo van de voorzieningen voor toekomstige wisselkoersverliezen en voor diverse risico s (zie toelichtingen 9 en 25) teruggenomen ingevolge het besluit van de Regentenraad van 25 maart Dat saldo wordt bij de winstverdeling overgeboekt naar de beschikbare reserve. Overeenkomstig artikel 32.4 van de ESCB / ECB-statuten wordt de voorziening voor tegenpartijrisico s ten gevolge van monetairbeleidsoperaties toegedeeld aan de NCB s van de deelnemende lidstaten in verhouding tot hun sleutel in het geplaatste kapitaal van de ECB die van toepassing is op het ogenblik dat het risico zich voordoet. In overeenstemming met het boekhoudkundige voorzichtigheidsprincipe heeft de Raad van bestuur van de ECB het bedrag van die voorziening geherwaardeerd. Hij heeft besloten deze te verlagen van een totaalbedrag van 5,7 miljard op 31 december 2008 tot 4 miljard op 31 december Het aandeel van de Bank in die voorziening beloopt 142,2 miljoen, tegen 203,3 miljoen eind De veranderingen in de voorziening komen tot uiting in de resultatenrekening. Voor de Bank bedraagt de opbrengst ervan in ,1 miljoen (zie toelichting 28).

82 90 Ondernemingsverslag 2009 Toelichting 21. Herwaarderingsrekeningen Positieve koers- en prijsherwaarderingsverschillen tussen de marktwaarde van de nettoposities in externe reserves en effecten (met uitzondering van die van de portefeuille statutaire beleggingen en van de portefeuilles van tot de vervaldag of voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren) en hun waarde tegen de gemiddelde kostprijs. (in miljoen) Positieve koersherwaarderingsverschillen op : goud , ,6 deviezen ,3 82,3 Positieve prijsherwaarderingsverschillen op : niet tot de vervaldag aangehouden waardepapieren in deviezen (posten 2 en 3 van het actief).. 79,9 207,6 niet tot de vervaldag aangehouden waardepapieren in euro (posten 4 en 7 van het actief).. 128,6 135,8 Totaal , ,3 Reservefonds De statutaire reserve stijgt ten gevolge van de verdeling van de winst van het voorgaande boekjaar. De afschrijvingsrekeningen voor materiële en immateriële vaste activa lopen terug met 35,9 miljoen. De buiten gebruik gestelde activa omvatten voornamelijk vaste activa met een geringe waarde ( 12,1 miljoen), en activa die moeilijk te oormerken zijn ( 16,3 miljoen), die verband houden met bouwwerken waarvan de gebruiksduur verstreken is, alsook activa die in het eigenlijke boekjaar buiten gebruik werden gesteld ( 7,2 miljoen). De buiten gebruik stelling van activa heeft geen invloed op de resultatenrekening. Vanaf dit boekjaar worden de vaste activa afgeschreven volgens de fiscaal toegestane gebruiksduur en niet meer volledig volgens het jaar van aanschaf. De afschrijvingen van het boekjaar bedragen 0,9 miljoen en de terugnemingen op afschrijvingen 1,2 miljoen. Het fiscaal vrijgestelde gedeelte van de buitengewone reserve bedraagt 15,7 miljoen. Beschikbare reserve Aangezien deze reserve nieuw is en de balans wordt opgesteld vóór winstverdeling, is er geen saldo op 31 december Een bedrag van 1.207,3 miljoen zal in die beschikbare reserve worden opgenomen bij de bestemming van het resultaat (zie 2.5). Toelichting 22. Kapitaal, reservefonds en beschikbare reserve Kapitaal De Bank ontving geen kennisgevingen die, ingevolge artikel 6, 1 van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen, gewag maken van andere deelnemingen ten belope van 5 % of meer van de stemrechten dan die van de Staat. Kapitaal, reservefonds en desbetreffende winstverdeling (in miljoen) Kapitaal ,0 10,0 Reservefonds , ,5 Beschikbare reserve Winstverdeling ,3 306,3 totaal , ,8 Vertegenwoordiging van het kapitaal Aantal aandelen Aandelen op naam Gedematerialiseerde aandelen Aandelen aan toonder Totaal Bij het verstrijken van het emissierecht van de Bank, valt een vijfde van het reservefonds de Staat prioriteitshalve ten deel. Deze regel is niet van toepassing op de beschikbare reserve.

83 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Toelichting bij de resultatenrekening Inleidende opmerking Aangezien de Bank een nieuw formaat voor de resultatenrekening heeft goedgekeurd, overeenkomstig de aanbevelingen van de ECB, werd de resultatenrekening 2008 herwerkt volgens het nieuwe formaat. De opbrengsten die aan de Staat toekomen, worden gelijkgesteld met rentelasten en zijn opgenomen in toelichting 24. De wisselkoersverschillen en de meerwaarden op goud die de Staat toekomen, worden besproken in toelichting 25.

84 92 Ondernemingsverslag 2009 Toelichting 24. netto rentebaten Rentebaten Rentebaten van activa in euro Baten Gemiddeld volume Gemiddelde rente Baten Gemiddeld volume Gemiddelde rente (in miljoen) (procenten) (in miljoen) (procenten) Krediettransacties in het kader van het monetaire beleid , ,6 1, , ,0 4,3 Portefeuille waardepapieren in euro (inbegrepen de tot de vervaldag aangehouden waardepapieren) , ,1 4,1 646, ,6 4,3 Vorderingen op de ECB uit hoofde van overdracht van externe reserves , ,3 1,1 49, ,3 3,5 Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem.. 281, ,6 1,2 981, ,1 3,8 Statutaire beleggingen (vastrentende effecten en reverse repo s) , ,2 3,8 84, ,9 4,1 Andere vorderingen (1) , ,0 0,9 63, ,1 4,4 totaal , ,8 1, , ,0 4,1 (1) De rubriek bevat, voor het boekjaar 2008, het bedrag van de rentebaten op de «Emergency Liquidity Assistance ELA» in euro s toegestaan aan kredietinstellingen in België, evenals het gemiddelde van de productieve activa dat hierop betrekking heeft. Rentebaten van externe ReseRves Baten Gemiddeld volume Gemiddelde rente Baten Gemiddeld volume Gemiddelde rente (in miljoen) (procenten) (in miljoen) (procenten) Vorderingen in verband met transacties uit hoofde van internationale samenwerking... 4,1 995,8 0,4 8,1 503,2 1,6 Beleggingen in goud en in deviezen (1) , ,8 0,8 384, ,2 2,6 totaal , ,6 0,8 392, ,4 2,6 (1) De rubriek bevat, voor het boekjaar 2008, de rentebaten van de «ELA» in vreemde valuta toegestaan aan kredietinstellingen in België evenals het gemiddelde volume dat hierop betrekking heeft. Het bedrag van de «Term Auction Facilities TAF» in USD is eveneens inbegrepen in het gemiddeld volume. Deze genereren geen inkomsten in hoofde van de Bank.

85 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 93 Rentelasten Rentelasten van verplichtingen in euro Lasten Gemiddeld volume Gemiddelde rente Lasten Gemiddeld volume Gemiddelde rente (in miljoen) (procenten) (in miljoen) (procenten) Monetaire reserverekeningen, depositofaciliteit en overige rentedragende deposito s 159, ,3 1,1 543, ,8 4,0 Nettoverplichtingen ten opzichte van de ECB in het kader van TARGET2 (1) , ,7 1, , ,9 3,6 Statutaire beleggingen (repo s) ,1 18,1 0,5 0,2 7,2 2,4 Andere verplichtingen ,0 0,5 1,5 0,2 5,4 3,5 totaal , ,6 1, , ,3 3,7 (1) Het gemiddelde volume voor 2008 omvat de tegenwaarde in euro van de «TAF» die overeenstemmen met de verplichting van de Bank tegenover de ECB. De «TAF» in USD zijn niet-geremunereerd. De rubriek omvat eveneens, voor het boekjaar 2008, de rentelasten aangaande de «ELA» evenals het gemiddelde van de uitstaande bedragen dat hierop betrekking heeft. Rentelasten van externe verplichtingen Lasten Gemiddeld volume Gemiddelde rente Lasten Gemiddeld volume Gemiddelde rente (in miljoen) (procenten) (in miljoen) (procenten) Repurchase agreement in vreemde valuta (1) , ,7 0,3 108, ,7 2,7 Netto aanwending van het SDR-tegoed.. 0,5 99,1 0,5 2,8 113,7 2,5 totaal , ,8 0,3 111, ,4 2,7 (1) De rubriek omvat, voor het boekjaar 2008, de rentelasten op de leningen ter financiering van de «ELA» toegestaan aan kredietinstellingen in België, evenals het gemiddelde volume passiva dat hierop betrekking heeft. Baten die aan de Staat toekomen (in miljoen) Lasten Baten van de netto rentegevende activa (oud artikel 29) ,3 Baten die volledig aan de Staat toekomen ,4 39,3 Deposito s, met uitzondering van die onder passiefpost ,0 Meerwaarde op goud ,0 12,9 Conversie geconsolideerde schuld ,4 24,4 totaal ,4 356,6

86 94 Ondernemingsverslag 2009 Toelichting 25. netto baten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen Gerealiseerde winsten / verliezen uit financiële transacties (in miljoen) Kapitaalwinsten (-verliezen) op statutaire beleggingen ,0 3,4 op beleggingen in USD ,4 87,9 in EUR ,7 13,3 Wisselkoerswinsten (-verliezen) op USD ,6 8,4 op andere deviezen ,2 op SDR ,4 1,0 op goud ,3 1,3 Wisselkoerswinsten (-verliezen) die aan de Staat toekomen (SDR en goud) ,1 0,3 ingevolge de daling van de rentetarieven. Einde boekjaar heeft de Bank hoofdzakelijk positieve prijsherwaarderingsverschillen geboekt op de waardepapieren in euro en in deviezen (zie toelichting 21). Ten opzichte van 2008, leverde het koersverloop van de dollar meer gerealiseerde wisselkoerswinsten op. Daarentegen waren de positieve wisselkoersverschillen in vreemde valuta (zie toelichting 21) bij de afsluiting van het boekjaar minder groot dan in De transacties in SDR gaven aanleiding tot een wisselkoersverlies van 14,8 miljoen, en de goudverkoop aan de Koninklijke Munt van België tot een meerwaarde van 0,3 miljoen. Per saldo werd een bedrag van 14,5 miljoen ten laste van de Staat gelegd. Overdracht naar / uit voorzieningen Terugneming op de voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen : 150 miljoen. Terugneming op de voorziening voor diverse risico s : 803,6 miljoen. (zie toelichting 20). Totaal ,9 106,2 Toelichting 26. netto baten / lasten uit provisies en commissies Afwaarderingen van financiële activa en posities Provisie- en commissiebaten (in miljoen) Kapitaalverliezen op beleggingen in USD ,7 6,6 in EUR ,1 3,4 Wisselkoersverliezen op USD ,1 op SDR ,4 1,7 Wisselkoersverliezen ten laste van de Staat (SDR) ,4 1,7 Door de Bank ontvangen provisies voor haar dienstverlening als financieel bemiddelaar : 16 miljoen, waarvan 14 miljoen in verband met de verpanding van waardepapieren en 2 miljoen voor transacties met de cliënteel. Ondanks een verbetering van de voorwaarden op de interbancaire markt, bleef het beroep op de kredietverstrekking van de centrale banken in 2009 aanzienlijk. Hoewel de in het kader van het «Correspondent Central Banking Model» (CCBM) gemobiliseerde waarborgen gedurende het hele jaar 2009 terugliepen, bleven ze gemiddeld op jaarbasis hoger dan in Totaal ,8 10,1 De omvang van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde kapitaalwinsten op waardepapieren, vooral in euro, vloeit voort uit de zeer sterke hausse van de obligatiemarkten

87 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 95 Provisie- en commissielasten Door de Bank betaalde provisies voor financiële diensten die derden aan de Bank verlenen ( 8,6 miljoen). Toelichting 28. netto resultaat van pooling van monetaire inkomsten (in miljoen) Toelichting 27. Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen (in miljoen) Toegedeelde netto monetaire inkomsten ,7 52,4 Voorziening inzake monetairbeleidstransacties ,1 203, Totaal ,8 255,7 Dividend op deelneming ECB ,1 Terugbetaling aandeel eigen vermogen ECB ,1 Door de ECB verdeelde inkomsten 27,4 42,7 Dividenden op deelnemingen in de portefeuille statutaire beleggingen ,6 13,8 De binnen het Eurosysteem samengevoegde monetaire inkomsten worden tussen de NCB s van het eurogebied verdeeld volgens de verdeelsleutel van het gestorte kapitaal (3,4755 % voor de Bank sinds 1 januari 2009). Totaal ,2 56,5 In 2009 ontving de Bank voor het boekjaar 2008 een dividend van 4,1 miljoen op haar deelneming in het kapitaal van de ECB. In 2008 had de ECB geen dividend uitgekeerd. Deze post bevat ook het in het resultaat opgenomen bedrag van 4,1 miljoen dat voortvloeit uit de daling van het relatieve aandeel van de Bank in het eigen vermogen van de ECB op 1 januari 2009, die toe te schrijven was aan de aanpassingen in de verdeelsleutels voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB (zie ondernemingsverslag 2008, p. 93). In 2009 heeft de ECB de volledige inkomsten uitgekeerd van het aandeel dat haar werd toegewezen in de uitgifte van eurobankbiljetten, overeenkomstig het besluit van de Raad van bestuur van 17 december Het gedeelte dat aan de Bank toekomt, bedraagt 27,4 miljoen. Voor het boekjaar heeft de BIB een dividend van SDR 265 per aandeel uitbetaald ; voor de Bank geeft dat een totaal bedrag van 14,6 miljoen. Berekening van de netto monetaire inkomsten die aan de Bank worden toegedeeld (in miljoen) Toelichting 29. overige baten Binnen het Eurosysteem door de Bank samengevoegde monetaire inkomsten , ,1 Door het Eurosysteem aan de Bank toegedeelde monetaire inkomsten ,5 975,7 toegedeelde netto monetaire inkomsten ,7 52,4 (in miljoen) Terugwinningen bij derden ,7 65,2 Overige ,7 5,8 Totaal ,4 71,0

88 96 Ondernemingsverslag 2009 De terugwinningen bij derden hebben betrekking op de levering van goederen en de dienstverlening in diverse domeinen, met name : de Balanscentrale en de Centrales voor kredieten aan particulieren en aan ondernemingen ( 34,2 miljoen) ; door de Drukkerij uitgevoerde werken ( 5,1 miljoen) ; de betalingssystemen, waaronder TARGET2, UCV en Verrekenkamer ( 5,3 miljoen) ; het effectenvereffeningssysteem ( 5,8 miljoen) ; de samenwerking met de CBFA ( 6 miljoen) ; de Cash en Bond centers ( 3,6 miljoen) ; de internationalisering van computertoepassingen ( 4,1 miljoen). De post «Overige» omvat, eventueel, de opbrengst van de verkoop van gebouwen, van de tegeldemaking van buiten gebruik gesteld materieel en meubilair en andere diverse opbrengsten. Toelichting 32. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa De afschrijvingen dekken de volgende investeringen : (in miljoen) Vernieuwing van gebouwen ,9 Informaticamaterieel en software.. 0,3 3,0 Materieel voor de Drukkerij ,2 6,4 Overig materieel en meubelen.... 0,4 2,4 Totaal ,9 13,7 Toelichting 35. Vennootschapsbelasting Toelichting 30. Personeelskosten Deze kosten omvatten de bezoldigingen en sociale lasten van het personeel, de Directie, het tijdelijke personeel en de studenten, alsook de pensioenen van gewezen leden van de Directie en de presentiegelden van de leden van de Regentenraad en van het College van censoren. Toelichting 31. Beheerskosten (in miljoen) Belasting op het resultaat van het boekjaar ,2 168,0 Belasting op het resultaat van vorige boekjaren ,1 3,8 Totaal ,1 171,8 Omvat onder meer de administratieve kosten en de informaticakosten ( 21,3 miljoen), alsook de kosten verbonden aan de herstelling en het onderhoud van de gebouwen ( 10,6 miljoen), het drukwerk ( 8,7 miljoen) en de door derden verrichte werkzaamheden en diensten ( 15,3 miljoen). Hier zijn ook de onroerende voorheffing en de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke belastingen opgenomen ( 4,5 miljoen). Voornaamste Verschillen (in miljoen) Winst vóór belasting ,0 616,4 Verschillen Aftrek voor risicokapitaal 72,8 59,3 Winstaandeel dat aan de Staat toekomt ,0 72,8 Terugneming van eerder belaste voorzieningen ,6 Winstaandeel dat aan het personeel toekomt, gestort aan de Groepsverzekering ,2 Overschot afschrijvingen ,0 2,6 Andere ,5 1,3 Belastbare winst ,9 480,4

89 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 97 Berekening van het gemiddeld Belastingtarief (in miljoen) De jaarlijkse winsten worden, overeenkomstig artikel 32 van de organieke wet, op volgende wijze verdeeld : Teller (1) Verschuldigde belasting ,1 171,8 Noemer (2) Winst vóór belasting ,0 616,4 Terugneming van eerder belaste voorzieningen ,6 Winstaandeel dat aan de Staat toekomt ,0 72,8 totaal ,4 543,6 Gemiddeld belastingtarief (in %) (1) / (2) ,2 31, Toelichting bij de winstverdeling voor het boekjaar(miljoenen euro s) Winst van het boekjaar 1.911,9 Besluiten van de Regentenraad voor het boekjaar 2009 alleen op 25 / 03 / 2009 heeft de regentenraad besloten het bedrag van de voorziening voor diverse risico's en dat van de voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen volledig over te hevelen naar de beschikbare reserve. 953,6 op 08 / 05 / 2009 werd het plafond van de statutaire beleggingen verhoogd door de overheveling van de portefeuille waardepapieren in euro. 1. een eerste dividend van 6 % van het kapitaal wordt aan de aandeelhouders toegekend 0,6 2. van het excedent wordt een door het Directiecomité voorgesteld en door de Regentenraad vastgesteld bedrag, in alle onafhankelijkheid, toegekend aan het reservefonds of aan de beschikbare reserve. Overeenkomstig het nieuwe reserverings- en dividendbeleid van 22 / 07 / 2009, heeft de Regentenraad besloten 25 % van de te verdelen winst voor de beschikbare reserve te bestemmen. Voor het boekjaar 2009 is dat 234,8 3. van het tweede overschot wordt aan de aandeelhouders een tweede, door de Regentenraad vastgesteld dividend toegekend, dat minimaal 50 % beloopt van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van het reservefonds en de beschikbare reserve. Bruto-opbrengst van de statutaire beleggingen Baten Gemiddeld volume Rendement (in %) Obligaties , ,1 4,0 Deelnemingen ,6 332,0 4,4 Totaal , ,1 4,0 op 09 / 09 / 2009 heeft de regentenraad besloten de kapitaalwinst (na belastingen) die voortvloeit uit die overheveling, op te nemen in de beschikbare reserve, voor een bedrag van 18,9 te verdelen Winst 939,4

90 98 Ondernemingsverslag 2009 Aandeel van de door het kapitaal gegenereerde inkomsten in de totale opbrengsten van de statutaire beleggingen : ,6 / 3.265,1 = 0,4 Gemiddeld belastingtarief : 23,2 % (zie toelichting 35) Berekening van het tweede dividend [(130,6 0,4) (1 0,232) 0,5] 50,0 4. het saldo wordt toegekend aan de Staat ; het is vrijgesteld van vennoot - schapsbelasting 654, Toelichting bij de posten buiten balanstelling Toelichting 36. Termijntransacties in vreemde valuta en in euro Toelichting 37. Termijntransacties op rentetarieven en op vastrentende effecten Bij de afsluiting van het boekjaar heeft de Bank netto een verkooppositie in futures op Amerikaanse en Duitse overheidsobligaties alsook op driemaands eurodeposito s in dollar. Die contracten werden geherwaardeerd tegen de marktprijs. Op 31 december 2009 heeft de Bank netto een verkooppositie van 569,2 miljoen. Die futures-transacties hebben tot doel het beheer van de deviezenportefeuilles te vergemakkelijken. Toelichting 38. Verbintenissen die kunnen aanleiding geven tot een kredietrisico De verbintenissen tegenover internationale instellingen omvatten de door de Bank aangegane verbintenis om SDR 350 miljoen ( 381 miljoen) te lenen aan de PRGF Trust. Het nog beschikbare bedrag beloopt SDR 10,9 miljoen ( 11,9 miljoen). Deze lening is door de Belgische Staat gewaarborgd. (in miljoen) Termijnvorderingen EUR , ,5 USD ,6 260,3 CHF , ,9 Termijnverplichtingen EUR , ,3 USD , ,2 JPY ,3 277,5 CHF , ,9 De deviezenswaptransacties werden grotendeels gesloten tegen euro s. De termijnvorderingen en verplichtingen in vreemde valuta werden geherwaardeerd in euro tegen dezelfde koersen als die voor de contante deviezentegoeden. Bovendien werden aan de Belgische financiële instellingen Zwitserse franken ter beschikking gesteld via swapovereenkomsten die tussen de ECB en de Zwitserse nationale bank werden gesloten. Toelichting 39. Aan de instelling toevertrouwde waarden en vorderingen De waarden toevertrouwd in open bewaarneming omvatten de nominale waarde van de effecten (schatkistcertificaten, lineaire obligaties, effecten verkregen als gevolg van de splitsing van lineaire obligaties, thesaurie- en depositobewijzen en bepaalde klassieke leningen) opgenomen in het effectenvereffeningssysteem en bewaard voor rekening van derden. De verlaging van de open bewaarnemingen is voornamelijk het gevolg van de daling van de waarborgen die de Bank heeft ontvangen, deels gecompenseerd door de toename van effecten die ondernemingen uitgeven en die worden aangehouden in het effectenvereffeningssysteem. Toelichting 40. nog te storten kapitaal op aandelen van de BIB Op de door de Bank aangehouden BIB-aandelen is 25 % gestort. Deze post omvat het bedrag van het niet-opgevraagde kapitaal van SDR 187,9 miljoen ( 204,5 miljoen).

91 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Bezoldiging van de leden van het Directiecomité, van de Regentenraad en van het College van censoren De brutowedde van de gouverneur voor het boekjaar 2009 bedraagt , terwijl de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité respectievelijk een brutowedde van en hebben ontvangen. Aan de regenten en censoren werd in 2009 per bijgewoonde vergadering 472 bruto presentiegeld toegekend. Zoals reeds vele jaren het geval is, werden die bedragen enkel aangepast aan de gezondheidsindex Vergoeding van de bedrijfsrevisor De vergoeding toegekend aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA bedroeg voor het revisoraal mandaat. Deze vergoeding bestaat uit een bedrag van voor de certificering van de jaarrekening, een bedrag van voor certificatie-opdrachten ten behoeve van de revisor van de ECB en een bedrag van in het kader van opdrachten voor het Auditcomité rechtsgedingen Voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel is een geschil hangende, dat door 27 gepensioneerde voormalige werknemers van de Bank en hun gerechtigde echtgenoten werd ingesteld tegen de Bank en haar pensioenverzekeraar. De eisers betwisten de berekeningswijze van de aanvullende pensioenvoordelen die ze krachtens de geldende pensioenreglementen genieten. De Bank is van oordeel dat de vorderingen van de meeste, zo niet van alle eisers verjaard zijn en dat er geen sprake is van een onjuiste toepassing van de wet of van de pensioen reglementen. Ze heeft derhalve geen voorziening voor hangende geschillen aangelegd. Bovendien zijn voor het Hof van Beroep te Brussel drie rechtsgedingen hangende tussen de Bank en verschillende groepen aandeelhouders. Het betreft drie hogere beroepen die door verschillende groepen aandeelhouders werden ingesteld tegen de vonnissen van de Rechtbank van koophandel te Brussel van respectievelijk 27 oktober 2005, 2 februari 2006 en 9 maart In haar vonnis van 27 oktober 2005 verklaart de Rechtbank van koophandel de vordering ongegrond waarmee de aandeelhouder-eisers de vereffening van het reservefonds van de Bank trachtten te verkrijgen omdat deze haar emissierecht zou hebben verloren. In haar vonnis van 2 februari 2006 wijst de Rechtbank van koophandel de vordering van de aandeelhoudereisers af die de nietigverklaring van de beslissing van de Regentenraad beoogde, die, bij het afsluiten van het boekjaar 2003, had goedgekeurd dat de voorziening voor toekomstige wisselkoersverliezen het voorwerp uitmaakte van een terugneming en dat het bedrag hiervan werd toegevoegd aan de tussen de Bank en de Staat te verdelen opbrengst overeenkomstig de regel omschreven in de vroegere artikels 29 van de organieke wet en 53 van de statuten. In haar vonnis van 9 maart 2007, ten slotte, verklaart de Rechtbank van koophandel de vordering ongegrond waarmee de aandeelhouder-eisers van de Staat en de Bank de uitbetaling eisten van een bedrag van 9.333,67 per aandeel van de Bank (verhoogd met de interesten), omdat de Staat zich tussen 1996 en 2002 de door de Bank gerealiseerde meerwaarden van de verkopen van goudreserves onrechtmatig zou hebben toegeëigend. Die drie vonnissen bevestigen de gegrondheid van de argumenten die de Bank steeds heeft verdedigd. Aangezien de Bank vindt dat de ingestelde beroepen ongegrond zijn, heeft ze geen voorziening voor hangende geschillen aangelegd Gebeurtenissen na balansdatum Gezien de multilaterale inspanningen om voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen van het IMF en teneinde het Fonds in staat te stellen tijdig een efficiënte bijstand te bieden aan haar leden om een tekort op de betalingsbalans te financieren, heeft de Bank op 12 februari 2010 een leningsovereenkomst met het Fonds gesloten voor een bedrag in SDR van maximum 4,74 miljard.

92 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Vergelijking over vijf jaar

93 102 Ondernemingsverslag Balans ActivA (in duizend) Goud en goudvorderingen vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Vorderingen op het IMF Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Kredietverlening aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro Basisherfinancieringstransacties Langerlopende herfinancieringstransacties «Fine-tuning»-transacties met wederinkoop Structurele transacties met wederinkoop Marginale beleningsfaciliteit Kredieten uit hoofde van margestortingen Overige vorderingen op kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren Overige waardepapieren vorderingen binnen het Eurosysteem Deelneming in het kapitaal van de ECB Vorderingen op de ECB uit hoofde van overdracht van externe reserves Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto) Overige activa Munten uit het eurogebied Materiële en immateriële vaste activa Overige financiële activa Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans Overlopende rekeningen Diversen totaal activa

94 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar 103 Passiva (in duizend) Bankbiljetten in omloop verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetairbeleidstransacties, luidende in euro Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) Depositofaciliteit Termijndeposito s «Fine-tuning»-transacties met wederinkoop Deposito s uit hoofde van margestortingen Overige verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied, luidende in euro verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Overheid Overige verplichtingen verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het imf verplichtingen binnen het Eurosysteem Verplichtingen ingevolge de uitgifte van promessen als zekerheidstelling voor door de ECB uitgegeven schuldbewijzen Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto) Overige passiva Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans Overlopende rekeningen Diversen voorzieningen Voor toekomstige wisselkoersverliezen Voor nieuwbouw Voor diverse risico s Inzake monetairbeleidstransacties Herwaarderingsrekeningen Kapitaal, reservefonds en beschikbare reserve Kapitaal Reservefonds : Statutaire reserve Buitengewone reserve Afschrijvingsrekeningen voor materiële en immateriële vaste activa Beschikbare reserve Winst van het boekjaar Totaal passiva

95 104 Ondernemingsverslag Resultatenrekening (1) (in duizend) Netto rentebaten Rentebaten (1) Rentelasten (1) (2) Netto baten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen Gerealiseerde winsten / verliezen uit financiële transacties Afwaarderingen van financiële activa en posities Overdracht naar / uit voorzieningen Netto baten / lasten uit provisies en commissies Provisie- en commissiebaten Provisie- en commissielasten Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen Netto resultaat van pooling van monetaire inkomsten Overige baten Personeelskosten Beheerskosten Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa Productiekosten bankbiljetten n. n. 11. Overige kosten Vennootschapsbelasting Winst over het boekjaar (1) Gezien de intrekking van het artikel 29 van de organieke wet, werd enkel de resultatenrekening van 2008 herwerkt volgens het aanbevolen formaat door de ECB, teneinde de vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen te waarborgen.

96 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Dividend (in ) Nettodividend toegekend per aandeel ,86 56,25 54,00 52,50 51,35 Roerende voorheffing ingehouden per aandeel ,62 18,75 18,00 17,50 17,12 Brutodividend toegekend per aandeel ,48 75,00 72,00 70,00 68,47

97 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Verslag van de bedrijfsrevisor aan de Regentenraad Verslag van de bedrijfsrevisor aan de Regentenraad van de Nationale Bank van België over de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2009 Wij brengen u verslag uit in het kader van het mandaat van bedrijfsrevisor. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals een aantal bijkomende vermeldingen. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Overeenkomstig artikel 27.1 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, hebben wij de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2009, opgesteld op basis van het op de Nationale Bank van België (de «Bank») van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van duizenden EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van duizenden EUR. Verantwoordelijkheid van het Directiecomité voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van het Directiecomité. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van het maken van fouten, bevat ; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels ; en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat

98 108 Ondernemingsverslag 2008 Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de Bank met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de Bank. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de Bank, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van het Directiecomité en van de verantwoordelijken van de Bank de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2009 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de Bank, overeenkomstig het op haar van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Bijkomende vermeldingen Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de Bank van de organieke wet, de statuten, de op haar toepasselijke bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de Bank, vallen onder de verantwoordelijkheid van het Directiecomité. Het is onze verantwoordelijkheid om, op basis van een aantal op verzoek van de Bank uitgevoerde bijkomende specifieke controles, in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen : Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico s en onzekerheden waarmee de Bank wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd en de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekening van de Bank. Wij hebben geen kennis van verrichtingen of beslissingen die een inbreuk vormen op de organieke wet, de statuten of op de op de Bank toepasselijke bepalingen van het Wetboek van vennootschappen. De verwerking van het resultaat die u wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Brussel, 11 maart 2010 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba Bedrijfsrevisor vertegenwoordigd door Marc Van Steenvoort Vennoot

99 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar Activiteitenverslag van het College van censoren De bevoegdheden van het College van censoren zijn sinds 2009 uitgebreid tot die welke bij wet aan het Auditcomité werden toegewezen. Aldus zijn zijn verantwoordelijkheden versterkt voornamelijk op het vlak van de interne en externe audit en de monitoring van de opmaak van de begroting en de jaarrekening. Volgens het nieuwe artikel 21bis van de organieke wet is het Auditcomité namelijk bevoegd voor de monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening, van de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor, van het financiële verslaggevingsproces en van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de Bank. De vergaderingen van het College van censoren waren vooral aan de volgende thema s gewijd : het auditplan van de bedrijfsrevisor ; het werkprogramma en de activiteitenverslagen van de dienst Interne Audit van de Bank ; het voorstel voor een nieuw reserverings- en dividendbeleid ; de halfjaarlijkse afsluiting van de rekeningen op 30 juni 2009 ; de voorstelling van de jaarrekening en het jaarverslag voor het boekjaar 2009 ; de evolutie van de informaticaprojecten en -organisatie in de Bank ; de opvolging van de uitvoering van de begroting 2009 en van de opmaak van de begroting Het College van censoren nam op zijn vergadering van 24 juni kennis van het door de bedrijfsrevisor voorgestelde auditplan en besprak de inhoud ervan. Deze bespreking had betrekking op de verschillende aspecten verbonden aan de uitvoering van de aan hem toevertrouwde opdracht. Bovendien kon tijdens deze discussie de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor bij het uitoefenen van zijn taken worden vastgesteld alsmede de goede coördinatie met de dienst Interne Audit van de Bank. Het College werkt sinds vele jaren samen met de Interne Audit. Zijn activiteitenverslag en zijn werkzaamheden in het kader van de ESCBtaken werden goedgekeurd tijdens de vergadering van 9 december. Het College van censoren heeft ook kennis genomen van de nieuwe methodologie die de Interne Audit hanteert om de risico s binnen de instelling in kaart te brengen. Op 24 juni heeft het College van censoren het nieuwe winstverdelingsbeleid van de Bank onderzocht en goedgekeurd. Het College heeft met name kennis genomen van de gevolgde methodologie en de daarmee samenhangende berekeningen om de verschillende risico-implicaties van het voorgestelde beleid in te schatten. Overeenkomstig de statuten van de Bank hebben de censoren toezicht gehouden op de uitvoering van de begroting voor 2009 en op de opmaak van de begroting voor het jaar Op zijn vergadering van 9 december keurde het College van censoren de begroting 2010 goed alsook de aanpassingen die werden aangebracht in de

100 110 Ondernemingsverslag 2009 boekhoudkundige regels die aan de Regentenraad waren voorgelegd. Op 17 maart 2010 heeft het College van censoren de jaarrekening en het jaarverslag voor het boekjaar 2009 onderzocht. Tot slot heeft het College van censoren tijdens het verslagjaar geen enkel bijzonder probleem of incident vastgesteld.

101 Jaarrekening en verslagen betreffende het boekjaar goedkeuring door de regentenraad In zijn vergadering van 24 maart 2010 heeft de Regentenraad de jaarrekening en het verslag over de werkzaamheden van het boekjaar 2009 goedgekeurd en definitief de winstverdeling voor dat boekjaar geregeld. Overeenkomstig artikel 44 van de statuten geldt de goedkeuring van de jaarrekening als kwijting voor het bestuur.

102 Chantal TALBOT, Des peaux de terre se déchirent en miroir-éclat, 67 x 83 x 15 cm, keramiek en hout, 1983, detail. Foto : Patrick Van den Branden. SABAM Belgium 2010

103 Bijlage Bijlage 1 Organieke wet (1) Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk I Aard en doelstellingen Art. 2. De Nationale Bank van België, in het Frans «Banque Nationale de Belgique», in het Duits «Belgische Nationalbank», ingesteld bij de wet van 5 mei 1850, maakt integrerend deel uit van het Europees stelsel van centrale banken, hierna ESCB genoemd, waarvan de statuten werden vastgelegd in het desbetreffend Protocol gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Daarenboven gelden voor de Bank deze wet, haar eigen statuten en, aanvullend, de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen (2). Art. 3. De maatschappelijke zetel van de Bank is te Brussel gevestigd. De Bank richt vestigingen op in de plaatsen van het Belgische grondgebied waar de noodwendigheid ervan wordt vastgesteld. Art. 4. Het maatschappelijk kapitaal van de Bank, dat tien miljoen euro bedraagt, is vertegenwoordigd door vierhonderdduizend aandelen, waarvan tweehonderdduizend aandelen die nominatief en onoverdraagbaar zijn, door de Belgische Staat zijn ingetekend en tweehonderdduizend aandelen op naam, aan toonder of gedematerialiseerd. Het maatschappelijk kapitaal is volledig afgelost. De aandelen aan toonder, die reeds zijn uitgegeven en ingeschreven op een effectenrekening op 1 januari 2008, worden op die datum omgezet in gedematerialiseerde aandelen. De andere aandelen aan toonder worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, automatisch omgezet in gedematerialiseerde aandelen. De aandelen, behoudens die welke aan de Staat toebehoren, kunnen naar goedvinden van de eigenaar, zonder kosten, worden omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen. Hoofdstuk II (1) Wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (officieuze coördinatie op 1 april 2010). (2) De bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen zijn slechts van toepassing op de Nationale Bank van België : 1. voor de aangelegenheden die niet worden geregeld door de bepalingen van titel VII van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, noch door voornoemde wet van 22 februari 1998 of de statuten van de Nationale Bank van België; en 2. voor zover zij niet strijdig zijn met de bepalingen bedoeld in 1. (artikel 141, 1 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten Taken en verrichtingen Art Om de doelstellingen van het ESCB te verwezenlijken en haar taken te vervullen, mag de Bank :

104 114 Ondernemingsverslag 2009 op de kapitaalmarkten opereren, hetzij door vast aan te kopen en te verkopen (contant of op termijn), hetzij door in het kader van stallingsoperaties op te nemen of te geven (cessie-retrocessie verrichtingen) hetzij door schuldvorderingen en verhandelbare effecten, uitgedrukt in communautaire of niet communautaire munten, alsook edele metalen te lenen of te ontlenen ; krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere geld- of kapitaalmarktpartijen waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikende zekerheid. 2. De Bank schikt zich naar de algemene grondslagen aangaande de open markt- en krediettransacties vastgesteld door de ECB, erin begrepen die voor de aankondiging van de voorwaarden waaronder deze transacties worden verricht. Art. 6. Binnen de perken en volgens de nadere regels vastgesteld door de ECB, mag de Bank daarenboven, onder andere, onderstaande transacties verrichten : 1. haar eigen schuldbewijzen uitgeven en inkopen ; 2. effecten en edele metalen in bewaring nemen, zich belasten met het incasso van effecten en voor rekening van derden bemiddelen bij transacties in effecten, andere financiële instrumenten en edele metalen ; 3. transacties met rente-instrumenten verrichten ; 4. valuta- of goud- of andere edele metalentransacties verrichten ; 5. transacties verrichten met het oog op het beleggen en het financiële beheer van haar tegoeden in vreemde valuta s en in andere externe reservebestanddelen ; 6. in het buitenland krediet opnemen en daartoe garanties verlenen ; 7. transacties in het kader van de Europese of de internationale monetaire samenwerking uitvoeren. Art. 7. De vorderingen van de Bank die voortkomen uit krediettransacties, zijn bevoorrecht op alle effecten die de schuldenaar als eigen tegoed bij de Bank of bij haar effectenclearingstelsel op rekening heeft staan. Dit voorrecht heeft dezelfde rang als het voorrecht van de pandhoudende schuldeiser. Het heeft voorrang op de rechten bedoeld in de artikelen 8, derde lid, van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, 12, vierde lid, en 13, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 27 januari 2004, en 471, vierde lid, van het Wetboek van vennootschappen. Bij gebrek aan betaling van de schuldvorderingen van de Bank waarvan sprake in het eerste lid, mag de Bank, na de schuldenaar schriftelijk in gebreke te hebben gesteld, ambtshalve, zonder voorafgaande gerechtelijke beslissing, overgaan tot de tegeldemaking van de effecten waarop haar voorrecht slaat, niettegenstaande het eventuele faillissement van de schuldenaar of van enige andere toestand van samenloop met de schuldeisers van deze laatste. De Bank moet trachten die effecten tegen de voordeligste prijs en binnen de kortst mogelijke termijn te gelde te maken, rekening houdend met het volume van de transacties. De opbrengst van die tegeldemaking wordt toegerekend op de schuldvordering in hoofdsom, interesten en kosten van de Bank, terwijl het eventuele saldo na aanzuivering aan de schuldenaar toekomt. Wanneer de Bank schuldvorderingen in pand aanvaardt, wordt, zodra de pandovereenkomst gesloten is, hiervan melding gemaakt in een register bij de Nationale Bank van België of bij een derde die zij hiertoe aanduidt. Door de inschrijving in dit register, dat niet aan bijzondere vormvereisten is onderworpen, verkrijgt het pand van de Nationale Bank van België vaste datum en wordt dit erga omnes tegenwerpelijk, behalve ten aanzien van de schuldenaar van de in pand gegeven schuldvordering. Het register is enkel consulteerbaar door derden die overwegen een zakelijk (zekerheids)recht te aanvaarden op schuldvorderingen die in aanmerking komen voor inpandneming door de Nationale Bank van België. De consultatie van het register gebeurt volgens de modaliteiten die door de Nationale Bank van België worden vastgelegd. In geval van opening van een insolventieprocedure, zoals nader gedefinieerd in artikel 3, 5, van de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking

105 Bijlage tot financiële instrumenten, ten laste van een kredietinstelling dewelke schuldvorderingen in pand heeft gegeven aan de Nationale Bank van België, gelden de volgende bepalingen : a) het geregistreerde pandrecht van de Nationale Bank van België op schuldvorderingen primeert op alle later gevestigde of aan derden toegekende zakelijke zekerheden met betrekking tot dezelfde schuldvorderingen, ongeacht of de voormelde zekerheden al dan niet aan de schuldenaar van de verpande schuldvorderingen ter kennis werden gebracht dan wel door deze laatste werden erkend ; ingeval de Nationale Bank van België de inpandgeving ter kennis brengt van de schuldenaar van de verpande schuldvordering, kan deze enkel nog in handen van de Nationale Bank van België bevrijdend betalen ; b) derde verkrijgers van enig met de Nationale Bank van België concurrerend zakelijk zekerheidsrecht zoals bedoeld in a), zijn er alleszins toe gehouden om de sommen die zij na de opening van een insolventieprocedure vanwege de schuldenaar van de verpande schuldvorderingen hebben ontvangen, onverwijld aan de Nationale Bank van België over te maken. De Nationale Bank van België beschikt over het recht om de betaling van die sommen te eisen, onverminderd haar recht op schadevergoeding ; c) schuldvergelijking die kan leiden tot het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van aan de Nationale Bank van België verpande schuldvorderingen is ondanks alle daarmee strijdige bepalingen, in geen geval toegelaten ; d) artikel 8 van de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten is van overeenkomstige toepassing op de inpandneming door de Nationale Bank van België van schuldvorderingen, waarbij de woorden «financiële instrumenten» worden vervangen door «schuldvorderingen» ; e) de artikelen 5, juncto artikel 40 van de hypotheekwet, zijn niet van toepassing. Art. 8. De Bank waakt over de goede werking van de verrekenings- en betalingssystemen en ze vergewist zich van hun doelmatigheid en deugdelijkheid. Ze mag met dit doel alle verrichtingen doen en faciliteiten ter beschikking stellen. Ze gaat over tot de toepassing van de verordeningen vastgelegd door de ECB ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Europese Gemeenschap en met andere landen. Art. 9. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de instellingen en organen van de Europese Gemeenschappen, voert de Bank de akkoorden van internationale monetaire samenwerking uit die België heeft onderschreven, conform de nadere regels vastgelegd bij overeenkomsten gesloten tussen de Minister van Financiën en de Bank. Ze levert en ontvangt de betaalmiddelen en kredieten die vereist zijn voor de uitvoering der akkoorden. De Staat waarborgt de Bank tegen ieder verlies en waarborgt de terugbetaling van ieder krediet dat de Bank verleend heeft ingevolge de uitvoering van de akkoorden bedoeld in voorgaand lid, of ingevolge haar deelname aan akkoorden of verrichtingen van internationale monetaire samenwerking waarbij de Bank, mits een in Ministerraad besliste goedkeuring, partij is. De Staat waarborgt de Bank tevens de terugbetaling van ieder krediet verleend in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel, alsook tegen elk verlies veroorzaakt door alle in dit verband noodzakelijke verrichtingen. Art. 9bis. In het kader vastgesteld door artikel 105(2) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en door de artikelen 30 en 31 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, worden de officiële externe reserves van de Belgische Staat aangehouden en beheerd door de Bank. Deze tegoeden vormen een doelvermogen dat bestemd is voor de taken en verrichtingen die onder dit hoofdstuk vallen, evenals voor de andere opdrachten van algemeen belang die door de Staat aan de Bank zijn toevertrouwd. De Bank boekt deze tegoeden en de betreffende opbrengsten en kosten in haar rekeningen overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 33. Art. 10. De Bank mag, onder de voorwaarden door of krachtens de wet bepaald en onder voorbehoud van hun verenigbaarheid met de taken die van het ESCB afhangen, belast worden met opdrachten van algemeen belang.

106 116 Ondernemingsverslag 2009 Art. 11. De Bank neemt, onder de voorwaarden door de wet bepaald, de Dienst van de Rijkskassier waar. Ze is, met uitsluiting van iedere andere Belgische of buitenlandse instelling, belast met de omzetting in euro s van de door de Staat geleende valuta s van Staten die niet deelnemen aan de monetaire unie of van voor de Europese Gemeenschap derde Staten. De Bank wordt in kennis gesteld van alle voorgenomen deviezenleningen van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. Op verzoek van de Bank plegen de Minister van Financiën en de Bank overleg telkens wanneer deze laatste oordeelt dat die leningen de doeltreffendheid van het monetaire of het wisselbeleid in het gedrang dreigen te brengen. De nadere regelen voor die kennisgeving en dat overleg worden vastgelegd in een tussen de Minister van Financiën en de Bank te sluiten overeenkomst, onder voorbehoud van goedkeuring van deze overeenkomst door de ECB. Art. 12. De Bank draagt bij tot de stabiliteit van het financiële stelsel. De Bank geniet, voor alle beslissingen en verrichtingen die in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel worden genomen, van dezelfde graad van onafhankelijkheid als vastgesteld in artikel 108 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De Bank mag daarenboven belast worden met de inzameling van statistische gegevens of met de internationale samenwerking die verband houden met iedere taak bedoeld in artikel 10. Art. 13. De Bank mag alle operaties verrichten en alle diensten verlenen die bijkomstig zijn of aansluiten bij de opdrachten bedoeld in deze wet. Art. 14. De Bank mag de uitvoering van opdrachten die niet behoren tot het ESCB, waarmede ze is belast of voor dewelke zij het initiatief neemt, toevertrouwen aan één of verscheidene onderscheiden juridische entiteiten die daarvoor speciaal worden opgericht waarin de Bank een significante deelneming bezit en één of meer leden van haar Directiecomité deelnemen in de leiding. De voorafgaandelijke toelating van de Koning, op voorstel van de bevoegde minister, is vereist indien de opdracht bij wet aan de Bank wordt toevertrouwd. Art. 15. Opgeheven. Art. 16. De juridische entiteiten bedoeld in artikel 14 waarover de Bank de exclusieve controle bezit, zijn onderworpen aan de controle van het Rekenhof. Hoofdstuk III Organen Samenstelling Onverenigbaarheden Art. 17. De organen van de Bank bestaan uit de gouverneur, het Directiecomité, de Regentenraad en het College van censoren. Art De gouverneur staat in voor de leiding van de Bank ; hij zit het Directiecomité en de Regentenraad voor. 2. In geval van belet wordt hij vervangen door de vicegouverneur, onverminderd de toepassing van artikel 10.2 van de statuten van het ESCB. Art Het Directiecomité bevat, benevens de gouverneur die hem voorzit, ten minste vijf directeurs en ten hoogste zeven, waarvan er één de titel van vicegouverneur draagt die de Koning hem toekent. Het Directiecomité bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de gouverneur eventueel uitgezonderd. 2. Het Comité bestuurt en beheert de Bank en bepaalt de koers van het beleid ervan. 3. Het beschikt over de reglementaire macht in de gevallen die door de wet zijn bepaald. 4. Het beslist over de plaatsing van het kapitaal, de reserves en de afschrijvingsrekeningen, na raadpleging van de Regentenraad en onverminderd de regels vastgelegd door de ECB. 5. Het spreekt zich uit over alle zaken die niet uitdrukkelijk door de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement zijn voorbehouden aan een ander orgaan. 6. Overeenkomstig de artikelen 49, 6, derde lid, en 85, 6, derde lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en

107 Bijlage de financiële diensten, hebben, naargelang van het geval, twee of drie leden van het Directiecomité op persoonlijke titel zitting in het directiecomité van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, en één of twee leden in dat van de Controledienst voor de Verzekeringen. Art De Regentenraad is samengesteld uit de gouverneur, de directeurs en tien regenten. Hij telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige regenten. 2. De Raad wisselt van gedachten over de algemene kwesties met betrekking tot de Bank, het monetaire beleid en de economische toestand van het land en van de Europese Gemeenschap. Hij neemt iedere maand kennis van de toestand van de instelling. Hij stelt, op voorstel van het Directiecomité, het huishoudelijk reglement vast dat de basisregels bevat inzake de werking van de organen van de Bank en de organisatie van de departementen, diensten en vestigingen. 3. De Raad bepaalt afzonderlijk de wedde en het pensioen van de leden van het Directiecomité. Deze wedden en pensioenen mogen geen aandeel in de winsten omvatten en geen enkele vergoeding mag daaraan worden toegevoegd door de Bank, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks. 4. De Raad keurt de begroting der uitgaven alsook de jaarrekeningen goed, die worden voorgelegd door het Directiecomité. Hij regelt definitief de verdeling der winsten die door het Comité wordt voorgesteld. 5. Drie regenten zetelen in persoonlijke hoedanigheid in de raad van toezicht van de Commissie voor het Banken Financiewezen en in deze van de Controledienst voor de Verzekeringen. Art Het College van censoren bestaat uit tien leden. Het telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Minstens één lid van het College van censoren is onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. 2. Het College van censoren ziet toe op de voorbereiding en de uitvoering van de begroting. Het is het auditcomité van de Bank en oefent in die hoedanigheid de bevoegdheden bedoeld in artikel 21bis uit. 3. De censoren ontvangen een vergoeding waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de Regentenraad. Art. 21bis. 1. Onverminderd de wettelijke opdrachten van de organen van de Bank, en onverminderd de uitoefening van de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen en het toezicht daarop door de bedrijfsrevisor, heeft het auditcomité minstens de volgende taken : a) monitoring van het financiële verslaggevingsproces ; b) monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer, en van de interne audit van de Bank ; c) monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening, inclusief opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de bedrijfsrevisor ; d) beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor, waarbij met name wordt gelet op de verlening van bijkomende diensten aan de Bank. 2. Onverminderd artikel 27.1 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en onverminderd de voordrachtbevoegdheid van de ondernemingsraad, wordt het voorstel van het Directiecomité inzake de benoeming van de bedrijfsrevisor uitgebracht op voorstel van het auditcomité. Dit voorstel van het auditcomité wordt ter informatie aan de ondernemingsraad meegedeeld. Het auditcomité geeft tevens advies bij de gunningsprocedure voor de aanstelling van de bedrijfsrevisor. 3. Onverminderd de verslagen of waarschuwingen die de bedrijfsrevisor richt aan de organen van de Bank, brengt de bedrijfsrevisor aan het auditcomité verslag uit over de bij de wettelijke controle van de jaarrekening aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in de interne controle met betrekking tot de financiële verslaggeving.

108 118 Ondernemingsverslag De bedrijfsrevisor : a) bevestigt jaarlijks schriftelijk aan het auditcomité zijn onafhankelijkheid van de Bank ; b) meldt jaarlijks alle voor de Bank verrichte bijkomende diensten aan het auditcomité ; c) voert overleg met het auditcomité over de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die genomen zijn om deze bedreigingen in te perken en die hij heeft onderbouwd in de controledocumenten. 5. Het huishoudelijk reglement bepaalt nader de werkingsregels van het auditcomité. Art Behalve voor de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, heeft de Minister van Financiën, langs zijn vertegenwoordiger om, het recht controle uit te oefenen op de verrichtingen van de Bank en kan hij opkomen tegen de uitvoering van elke maatregel die strijdig zou zijn met de wet, met de statuten of met s Rijks belangen. 2. De vertegenwoordiger van de Minister van Financiën woont van rechtswege de vergaderingen van de Regentenraad en van het College van censoren bij. Behalve voor de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, houdt hij toezicht op de verrichtingen van de Bank, schorst en brengt hij ter kennis van de Minister van Financiën elke beslissing die met de wet, met de statuten of met s Rijks belangen strijdig zou zijn. Indien de Minister van Financiën binnen acht dagen niet over de schorsing heeft beslist, mag de beslissing uitgevoerd worden. 3. De wedde van de vertegenwoordiger van de Minister van Financiën wordt door de Minister van Financiën vastgesteld in overleg met het bestuur van de Bank en wordt door deze laatste gedragen. De vertegenwoordiger van de Minister brengt over zijn opdracht ieder jaar verslag uit aan de Minister van Financiën. Art De gouverneur wordt door de Koning benoemd, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. Hij kan slechts door de Koning van zijn ambt ontheven worden indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten. Hij beschikt tegen zulke beslissing over een beroep bedoeld in artikel 14.2 van de statuten van het ESCB. 2. De andere leden van het Directiecomité worden door de Koning benoemd op de voordracht van de Regentenraad voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze kunnen slechts door de Koning van hun ambt ontheven worden indien zij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van hun ambt voldoen of op ernstige wijze zijn tekortgeschoten. 3. De regenten worden gekozen door de algemene vergadering voor een termijn van drie jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. Twee regenten worden gekozen op de voordracht van de meest vooraanstaande werknemersorganisaties. Drie regenten worden gekozen op de voordracht van de meest vooraanstaande organisaties van de nijverheid en de handel, van de landbouw en van de middenstand. Vijf regenten worden gekozen op de voordracht van de Minister van Financiën. De nadere regels voor de voordracht der kandidaten voor deze mandaten worden door de Koning vastgesteld, nadat de Ministerraad erover heeft beraadslaagd. 4. De censoren worden, voor een termijn van drie jaar, verkozen door de algemene vergadering der aandeelhouders. Zij worden gekozen onder de op het stuk van controle speciaal bevoegde vooraanstaande personen. Hun mandaat is hernieuwbaar. Art. 24. De regenten krijgen presentiegeld en, zo nodig, een vergoeding voor verplaatsingskosten. Het bedrag van deze vergoedingen wordt door de Regentenraad bepaald. Art. 25. De leden van de Wetgevende Kamers, van het Europees Parlement, van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen, de personen met de hoedanigheid van minister of staatssecretaris of van lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering en de kabinetsleden van een lid van de federale Regering of van een Gemeenschaps- of Gewestregering mogen de functie van gouverneur, vicegouverneur, lid van het Directiecomité, regent of censor niet waarnemen. Deze laatste functies

109 Bijlage nemen van rechtswege een einde bij de eedaflegging van de titularis voor de uitoefening van de in limine genoemde functies of wanneer hij dergelijke functies uitoefent. Art De gouverneur, de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité mogen geen enkele functie uitoefenen in een handelsvennootschap of in een vennootschap met handelsvorm evenmin als in een openbare instelling met een bedrijf van industriële, commerciële of financiële aard. Ze mogen evenwel, met de goedkeuring van de Minister van Financiën, functies uitoefenen : 1. in internationale financiële instellingen die zijn opgericht overeenkomstig akkoorden die België heeft onderschreven ; 2. in het Rentenfonds, in het Beschermingsfonds voor de deposito s en financiële instrumenten, in het Herdiscontering- en Waarborginstituut en in de Nationale Delcrederedienst ; 3. in de juridische entiteiten waarvan sprake in artikel 14. Voor de gouverneur, de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité blijven de verbodsbepalingen van het eerste lid na hun ambtsneerlegging nog één jaar gelden ; deze termijn wordt op twee jaar gebracht, indien het over een functie gaat in een kredietinstelling. De Regentenraad stelt de voorwaarden vast met betrekking tot de beëindiging van het mandaat. Hij mag, op advies van het Directiecomité, afwijken van het verbod dat is bepaald voor de periode na de beëindiging van het mandaat, indien hij vaststelt dat de beoogde activiteit geen significante invloed heeft op de onafhankelijkheid van de betrokken persoon. 2. De regenten mogen in een kredietinstelling geen functie uitoefenen van zaakvoerder, bestuurder of directeur. 3. De leden van het Directiecomité en de personeelsleden van de Bank dienen de deontologische code na te leven, die wordt vastgesteld door de Regentenraad op voorstel van het Directiecomité. De personen belast met het toezicht op de naleving van deze code zijn gebonden door het beroepsgeheim bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek. Art. 27. De mandaten van de leden van het Directiecomité, van de Regentenraad en van het College van Censoren zullen ophouden wanneer deze de volle leeftijd van 67 jaar hebben bereikt. Mits toelating vanwege de Minister van Financiën mogen de titelvoerders echter hun lopend mandaat voleindigen. De mandaten van de leden van het Directiecomité mogen daarna nog verlengd worden voor een hernieuwbare termijn van één jaar. Indien het over het mandaat van de gouverneur gaat, worden de toelating om het lopend mandaat te voleindigen of de verlenging toegekend bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. In geen geval mogen de titularissen van de in dit artikel vernoemde mandaten in functie blijven boven de leeftijd van 70 jaar. Art. 28. De gouverneur zendt aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat het jaarverslag toe bedoeld in artikel 109 B (3) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De gouverneur kan door de bevoegde commissies van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat worden gehoord op verzoek van die commissies of op zijn eigen initiatief. Hoofdstuk IV Financiële bepalingen en herziening van de statuten Art. 29. Opgeheven. Art. 30. De meerwaarde die door de Bank wordt gerealiseerd naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen wordt geboekt op een bijzondere onbeschikbare reserverekening. Zij is vrijgesteld van alle belasting. Ingeval evenwel sommige externe reservebestanddelen worden gearbitrageerd tegen goud, wordt het verschil tussen de aanschafprijs van dat goud en de gemiddelde verkrijgingsprijs van de bestaande goudvoorraad in mindering gebracht van het bedrag van die bijzondere rekening. De netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de in het eerste lid bedoelde meerwaarde, wordt aan de Staat toegekend.

110 120 Ondernemingsverslag 2009 De externe reservebestanddelen, verworven ten gevolge van de in het eerste lid bedoelde transacties, zijn gedekt door de Staatsgarantie bedoeld in artikel 9, tweede lid, van deze wet. De regels voor de toepassing van de in de vorenstaande alinea s opgenomen bepalingen worden vastgesteld bij overeenkomsten die tussen de Staat en de Bank zullen worden gesloten. Deze overeenkomsten worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Art. 31. Het reservefonds is bestemd : 1. tot het herstel van de verliezen op het maatschappelijk kapitaal ; 2. tot aanvulling van de jaarlijkse winsten, tot beloop van een dividend van zes ten honderd van het kapitaal. Bij het verstrijken van het emissierecht (1) van de Bank, valt een vijfde van het reservefonds de Staat prioriteitshalve ten deel. De overige vier vijfden worden onder al de aandeelhouders verdeeld. Art. 32. De jaarlijkse winsten worden op de volgende wijze verdeeld : 1. een eerste dividend van 6% van het kapitaal wordt toegekend aan de aandeelhouders ; 2. van het excedent wordt een bedrag voorgesteld door het Directiecomité en vastgesteld door de Regentenraad, in alle onafhankelijkheid, toegekend aan het reservefonds of aan de beschikbare reserve ; 3. van het tweede overschot wordt aan de aandeelhouders een tweede dividend toegekend, vastgesteld door de Regentenraad, ten belope van minimaal 50% van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van het reservefonds en de beschikbare reserve ; 4. het saldo wordt toegekend aan de Staat ; het is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Art. 33. De rekeningen en, in voorkomend geval, de geconsolideerde rekeningen van de Bank worden opgemaakt : 1. overeenkomstig deze wet en de bindende regels vastgesteld met toepassing van artikel 26.4 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank ; 2. voor het overige overeenkomstig de regels vastgesteld door de Regentenraad. De artikelen 2 tot 4, 6 tot 9 en 16 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding van de ondernemingen en de besluiten genomen ter uitvoering ervan zijn van toepassing op de Bank met uitzondering van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen 4, zesde lid, en 9, 2. Art. 34. De Bank en haar vestigingen leven de wettelijke bepalingen over het taalgebruik in bestuurszaken na. Art. 35. Behalve wanneer zij worden opgeroepen om in strafzaken te getuigen, zijn de leden van de organen van de Bank en haar personeelsleden aan het beroepsgeheim onderworpen en mogen ze : 1. aan geen enkele persoon of autoriteit die daartoe niet is gerechtigd de vertrouwelijke gegevens bekendmaken die aan de Bank moeten worden medegedeeld ingevolge wets- of regelgevende bepalingen, of soortgelijke gegevens die zij van buitenlandse autoriteiten hebben ontvangen ; 2. aan geen enkele persoon of autoriteit, de vertrouwelijke gegevens bekendmaken die aan de Bank zijn medegedeeld door het Europees Monetair Instituut, door de ECB, door andere centrale banken of monetaire instituten, door andere openbare instellingen belast met het toezicht op de betalingssystemen alsook door de Belgische of buitenlandse overheden die bevoegd zijn voor het toezicht op de kredietinstellingen, de investeringsmaatschappijen, de instellingen voor collectieve beleggingen in effecten, de verzekeringsmaatschappijen en de financiële markten. (1) Het emissierecht waarvan hier sprake is, omvat het emissierecht dat de Bank mag uitoefenen krachtens artikel 106(1) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikel 141, 9 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten). De leden van de organen van de Bank en haar personeelsleden worden vrijgesteld van de verplichting waarvan sprake in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering indien de inlichtingen die de Bank ontvangt afkomstig zijn

111 Bijlage van overheden of instellingen die zelf aan die verplichting niet zijn onderworpen of ervan zijn vrijgesteld. Het eerste lid doet geen afbreuk aan de mededeling van dergelijke gegevens : 1. aan het Europees Monetair Instituut, aan de ECB, aan andere centrale banken of monetaire instituten indien deze mededeling voor hen noodzakelijk is voor hun opdracht van monetaire overheid, erin begrepen het toezicht op de betalingssystemen ; 2. aan de overheden bevoegd voor het toezicht op de kredietinstellingen, de investeringsmaatschappijen, de instellingen voor collectieve beleggingen in effecten, de verzekeringsmaatschappijen en de herverzekeringsmaatschappijen indien deze inlichtingen voor hen noodzakelijk zijn binnen het kader van hun controleopdracht ; 3. aan de overheden bevoegd voor het toezicht op de financiële markten indien deze inlichtingen voor hen noodzakelijk zijn om te oordelen over op te leggen sancties ten overstaan van de op de betrokken markt opererende agenten ; 4. aan andere openbare overheden belast met het toezicht op de betalingssystemen, voor zover de ontvangers van deze gegevens aan een gelijkwaardig beroepsgeheim zijn gebonden. Andere wijzigingen in de statuten worden, op voorstel van de Regentenraad, goedgekeurd met de drievierde meerderheid van de stemmen verbonden aan het totaal van de op de algemene vergadering van de aandeelhouders aanwezige of vertegenwoordigde aandelen. Voor de statutenwijzigingen is de goedkeuring van de Koning vereist. Hoofdstuk V Overgangs- en opheffingsbepalingen Inwerkingtreding Art. 37. De meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van de overdrachten van activa in goud voor de uitgifte door de Staat van verzamelaars- of herdenkingsmunten, wordt aan de Staat toegekend ten belope van het nietgebruikte saldo der 2,75 % van het gewicht in goud dat op 1 januari 1987 in de activa van de Bank voorkomt en dat door de Staat mocht worden gebruikt inzonderheid voor de uitgifte van zulke munten krachtens artikel 20bis, tweede lid, van de wet van 24 augustus 1939 op de Nationale Bank van België. Art. 38. p.m. De inbreuken op deze bepaling worden bestraft met de straffen waarin artikel 458 van het Strafwetboek voorziet. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van Hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in dit artikel. Het eerste en het tweede lid verhinderen geenszins de naleving, door de leden van de organen van de Bank en door de leden van haar personeel, van meer restrictieve bepalingen met betrekking tot het beroepsgeheim, wanneer de Bank, overeenkomstig artikel 12, belast wordt met het verzamelen van statistische informatie. Art. 36. De Regentenraad wijzigt de statuten teneinde ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze wet en de voor België bindende internationale verplichtingen.

112 Bijlage Bijlage 2 Statuten (1) Hoofdstuk I Oprichting Afdeling I Benaming, toepasselijke regels en vestigingen. Art. 1. De Nationale Bank van België, hierna de Bank genoemd, in het Frans «Banque Nationale de Belgique», in het Duits «Belgische Nationalbank», ingesteld bij de wet van 5 mei 1850, maakt integrerend deel uit van het Europees Stelsel van Centrale Banken, hierna ESCB genoemd, waarvan de statuten werden vastgelegd in het desbetreffend Protocol gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Daarenboven gelden voor de Bank de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, deze statuten en, aanvullend, de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen. De woorden «en, aanvullend, de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen» worden uitgelegd overeenkomstig artikel 141, 1 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, in die zin dat de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen slechts van toepassing zijn op de Bank : Gemeenschap en van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, noch door voornoemde wet van 22 februari 1998 of de onderhavige statuten ; en 2 voor zover zij niet strijdig zijn met de bepalingen bedoeld in 1. Onverminderd het eerste en het tweede lid, is de Bank een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of gedaan heeft. Art. 2. De maatschappelijke zetel van de Bank is gevestigd te Brussel, de Berlaimontlaan, nummer 14. De Bank richt vestigingen op in de plaatsen van het Belgische grondgebied waarvan de noodwendigheid ervan wordt vastgesteld. Afdeling II Maatschappelijk kapitaal en rechten verbonden aan de aandelen. Art. 3. Het maatschappelijk kapitaal van de Bank, dat tien miljoen euro bedraagt, is vertegenwoordigd door vierhonderdduizend aandelen, waarvan tweehonderdduizend aandelen die nominatief en onoverdraagbaar zijn, door de Belgische Staat zijn ingetekend en tweehonderdduizend aandelen op naam, aan toonder of gedematerialiseerd. Het maatschappelijk kapitaal is volledig afgelost. 1 voor de aangelegenheden die niet worden geregeld door de bepalingen van titel VII van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese (1) Statuten van de Nationale Bank van België goedgekeurd door de Algemene raad van 23 december 1998 (officieuze coördinatie op 1 april 2010).

113 124 Ondernemingsverslag 2009 De aandelen aan toonder, die reeds zijn uitgegeven en ingeschreven op een effectenrekening op 1 januari 2008, worden op die datum omgezet in gedematerialiseerde aandelen. De andere aandelen aan toonder worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, automatisch omgezet in gedematerialiseerde aandelen. De aandelen hebben geen nominale waarde. De handtekeningen mogen op de aandelen worden aangebracht door middel van een naamstempel. Art. 4. Elk aandeel geeft recht op een evenredig en gelijk deel in de eigendom van het maatschappelijk vermogen en in de verdeling van de winsten. Art. 5. De rechten en verplichtingen, die aan de aandelen verbonden zijn, volgen de titel gelijk in welke handen hij overgaat. Tegenover de Bank is het aandeel onverdeelbaar ; zij erkent slechts één enkele eigenaar per aandeel. In geval van meerdere belanghebbenden voor één aandeel mag de Bank de uitoefening van de rechten aan de titel verbonden schorsen totdat tegenover haar één persoon als eigenaar van de titel zal aangewezen zijn. Art. 6. Het bezit van een aandeel brengt de verplichting mede de statuten van de vennootschap en de regelmatig door de algemene vergadering genomen beslissingen bij te treden. Art. 7. De aandeelhouders, hun erfgenamen of hun schuldeisers mogen noch de zegels doen leggen op de goederen en waarden van de Bank, noch de verdeling of de veiling vragen, noch zich in haar beheer mengen. Voor de uitoefening van hun rechten moeten zij zich houden aan de inventarissen der vennootschap en aan de besluiten van de algemene vergadering. Art. 8. De aandelen, behoudens die welke aan de Staat toebehoren, kunnen naar goedvinden van de eigenaar, zonder kosten, omgezet worden op naam of in gedematerialiseerde aandelen. Art. 9. De eigendom van een aandeel op naam wordt vastgesteld door de inschrijving op de registers van de Bank. De ingeschrevene ontvangt een bewijsschrift dat geen overdraagbare titel uitmaakt. Art. 10. De aandeelhouders zijn niet verder aansprakelijk dan ten belope van hun belang bij de Bank. Afdeling III Ontbinding. Art. 11. De Bank zal van rechtswege ontbonden worden indien de in de balans vastgestelde verliezen de helft van het maatschappelijk kapitaal overtreffen. In elk ander geval, kan de ontbinding niet plaatshebben dan met de toestemming van de Regering en op beslissing met de meerderheid van de drie vierden der stemmen van de aandeelhouders, in algemene vergadering verenigd en ten minste de helft der aandelen bezittend. In geval van ontbinding zal de vergadering de vereffenaars benoemen en hun bevoegdheid zomede hun werkwijze regelen, overeenkomstig het gemeen recht. Hoofdstuk II Doelstellingen, taken en verrichtingen Afdeling I Doelstellingen en verbod van monetaire financiering. Art 12. De Bank neemt deel aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het ESCB, die bestaan : in eerste orde, in het handhaven van de prijsstabiliteit ; onverminderd het doel van de prijsstabiliteit, in het ondersteunen van het algemene economische beleid van de Europese Gemeenschap teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap, zoals ze zijn vastgesteld in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, handelt de Bank met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in artikel 3 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

114 Bijlage Art 13. Het verlenen van voorschotten in rekeningcourant of ieder andere kredietfaciliteit bij de Bank ten behoeve van instellingen of organen van de Europese Gemeenschap, centrale overheden, regionale, lokale of andere overheden, andere publiekrechtelijke lichamen of openbare bedrijven van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap, alsmede het rechtstreeks van hen kopen door de Bank van schuldbewijzen, zijn verboden. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op kredietinstellingen die in handen van de overheid zijn en waaraan de Bank, in het kader van haar liquiditeitsvoorziening dezelfde behandeling geeft als aan particuliere kredietinstellingen. Afdeling II Taken en verrichtingen. Art. 14. De Bank neemt deel aan de fundamentele taken die tot het ESCB behoren en die erin bestaan : het monetair beleid van de Europese Gemeenschap te bepalen en ten uitvoer te leggen ; de valutamarktoperaties te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van artikel 109 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ; de officiële externe reserves van de Lid-Staten van de Unie aan te houden en te beheren ; een goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen. Art. 15. Bij de vervulling van de opdrachten waarvan sprake in deze afdeling, mag noch de Bank noch enig lid van haar besluitvormende organen instructies vragen of aanvaarden van instellingen of organen van de Europese Gemeenschap, van regeringen van Lid-Staten van de Gemeenschap of van enig ander orgaan. Art Om de doelstellingen van het ESCB te verwezenlijken en haar taken te vervullen, mag de Bank : op de kapitaalmarkten opereren, hetzij door vast aan te kopen en te verkopen (contant of op termijn), hetzij door in het kader van stallingsoperaties op te nemen of te geven (cessie-retrocessie verrichtingen), hetzij door schuldvorderingen en verhandelbare effecten, uitgedrukt in communautaire of niet communautaire munten, alsook edele metalen te lenen of te ontlenen ; krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere geld- of kapitaalmarktpartijen waarbij de verleende kredieten worden gedekt door een toereikende zekerheid. 2. De Bank schikt zich naar de algemene grondslagen aangaande de open markt- en krediettransacties vastgesteld door de Europese Centrale Bank, hierna ECB genoemd, erin begrepen die voor de aankondiging van de voorwaarden waaronder deze transacties worden verricht. Art. 17. Binnen de perken en volgens de nadere regels vastgesteld door de ECB, mag de Bank daarenboven, onder andere, onderstaande transacties verrichten : 1 haar eigen schuldbewijzen uitgeven en inkopen ; 2 effecten en edele metalen in bewaring nemen, zich belasten met het incasso van effecten en voor rekening van derden bemiddelen bij transacties in effecten, andere financiële instrumenten en edele metalen ; 3 transacties met rente-instrumenten verrichten ; 4 valuta- of goud- of andere edele metalentransacties verrichten ; 5 transacties verrichten met het oog op het beleggen en het financiële beheer van haar tegoeden in vreemde valuta s en in andere externe reservebestanddelen ; 6 in het buitenland krediet opnemen en daartoe garanties verlenen ; 7 transacties in het kader van de Europese of de internationale monetaire samenwerking uitvoeren. Art. 18. Mits machtiging van de ECB, geeft de Bank biljetten in euro uit die bestemd zijn om te circuleren als betaalmiddel met wettelijke betaalkracht op het grondgebied van de Staten die deelnemen aan de derde fase van de monetaire Unie. De Bank schikt zich, wat de uitgifte en de voorstelling van de bankbiljetten betreft, naar de normen uitgevaardigd door de ECB.

115 126 Ondernemingsverslag 2009 Art. 19. De Bank waakt over de goede werking van de verrekenings- en betalingssystemen en ze vergewist zich van hun doelmatigheid en deugdelijkheid. Ze mag met dit doel alle verrichtingen doen en faciliteiten ter beschikking stellen. Ze gaat over tot de toepassing van de verordeningen vastgelegd door de ECB ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Europese Gemeenschap en met andere landen. Art. 20. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de instellingen en organen van de Europese Gemeenschappen, voert de Bank de akkoorden van internationale monetaire samenwerking uit die België heeft onderschreven, conform de nadere regels vastgelegd bij overeenkomsten gesloten tussen de Minister van Financiën en de Bank. Ze levert en ontvangt de betaalmiddelen en kredieten die vereist zijn voor de uitvoering der akkoorden. De Staat waarborgt de Bank tegen ieder verlies en waarborgt de terugbetaling van ieder krediet dat de Bank verleend heeft ingevolge de uitvoering van akkoorden of ingevolge haar deelname aan akkoorden of verrichtingen van internationale monetaire samenwerking, waarbij de Bank, mits een in Ministerraad besliste goedkeuring, partij is. De Staat waarborgt de Bank tevens de terugbetaling van ieder krediet verleend in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel, alsook tegen elk verlies veroorzaakt door alle in dit verband noodzakelijke verrichtingen. Art. 20bis. In het kader vastgesteld door artikel 105 (2) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en door de artikelen 30 en 31 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, worden de officiële externe reserves van de Belgische Staat aangehouden en beheerd door de Bank. Deze tegoeden vormen een doelvermogen dat bestemd is voor de taken en verrichtingen die onder deze afdeling vallen, evenals voor de andere opdrachten van algemeen belang die door de Staat aan de Bank zijn toevertrouwd. De Bank boekt deze tegoeden en de betreffende opbrengsten en kosten in haar rekeningen overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 52. Art. 21. De Bank mag, onder de voorwaarden door of krachtens de wet bepaald en onder voorbehoud van hun verenigbaarheid met de taken die van het ESCB afhangen, belast worden met opdrachten van algemeen belang. Art. 22. De Bank neemt, onder de voorwaarden door de wet bepaald, de dienst van de Rijkskassier waar. Ze is, met uitsluiting van iedere andere Belgische of buitenlandse instelling, belast met de omzetting in euro s van de door de Staat geleende valuta s van Staten die niet deelnemen aan de monetaire Unie of van voor de Europese Gemeenschap derde Staten. De Bank wordt in kennis gesteld van alle voorgenomen deviezenleningen van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. Op verzoek van de Bank plegen de Minister van Financiën en de Bank overleg telkens wanneer deze laatste oordeelt dat die leningen de doeltreffendheid van het monetaire of het wisselbeleid in het gedrang dreigen te brengen. De nadere regelen voor die kennisgeving en dat overleg worden vastgelegd in een tussen de Minister van Financiën en de Bank te sluiten overeenkomst, onder voorbehoud van goedkeuring van deze overeenkomst door de ECB. Art. 23. De Bank draagt bij tot de stabiliteit van het financiële stelsel. De Bank geniet, voor alle beslissingen en verrichtingen die in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel worden genomen, van dezelfde graad van onafhankelijkheid als vastgesteld in artikel 108 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De Bank mag daarenboven belast worden met de inzameling van statistische gegevens of met de internationale samenwerking die verband houden met iedere taak bedoeld in artikel 21. Art. 24. De Bank mag alle operaties verrichten en alle diensten verlenen die bijkomstig zijn of aansluiten bij de opdrachten die worden bedoeld in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België. Art. 25. De Bank mag de uitvoering van opdrachten die niet behoren tot het ESCB, waarmede ze is belast of voor dewelke zij het initiatief neemt, toevertrouwen aan één of verscheidene onderscheiden juridische entiteiten die daarvoor speciaal worden opgericht en door de Bank

116 Bijlage gecontroleerd zijn ; de leiding ervan wordt verzekerd door één of verscheidene leden van het Directiecomité. De voorafgaandelijke toelating van de Koning, op voorstel van de bevoegde minister, is vereist indien de opdracht bij wet aan de Bank wordt toevertrouwd. Art. 26. De juridische entiteiten bedoeld in artikel 25 zijn onderworpen aan de controle van het Rekenhof. Hoofdstuk III Organen Afdeling I Samenstelling en bevoegdheden. Art. 27. De organen van de Bank bestaan uit de gouverneur, het Directiecomité, de Regentenraad en het College van censoren, onverminderd hoofdstuk VIII. Art De gouverneur staat in voor de leiding van de Bank ; hij zit het Directiecomité en de Regentenraad voor. Hij doet hun beslissingen ten uitvoer brengen. Hij moet in Brussel verblijven. 2. In geval van belet wordt hij vervangen door de vicegouverneur, onverminderd de toepassing van artikel 10.2 van de statuten van het ESCB. 3. Hij legt aan de algemene vergadering het jaarlijks verslag voor over de verrichtingen en de rekeningen die door de Regentenraad zijn goedgekeurd. 4. Hij vertegenwoordigt de Bank in rechte. 5. De gouverneur zendt aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat het jaarverslag toe bedoeld in artikel 109 B (3) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De gouverneur kan door de bevoegde commissies van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat worden gehoord, op verzoek van die commissies of op zijn eigen initiatief. 6. De gouverneur mag tijdens de duur van zijn ambt geen pensioen ten laste van de Staat trekken. Art Het Directiecomité bevat, benevens de gouverneur die hem voorzit, ten minste vijf directeurs en ten hoogste zeven, waarvan er één de titel van vicegouverneur draagt die de Koning hem toekent. Het Directiecomité bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de gouverneur eventueel uitgezonderd. De leden van het Directiecomité moeten Belg zijn. 2. Het Comité bestuurt en beheert de Bank en bepaalt de koers van het beleid ervan. Het benoemt en stelt de personeelsleden af, bepaalt hun wedde en de verdeling van het aandeel in de winst voor het personeel of de instellingen te zijnen voordele. Het heeft het recht dadingen en compromissen aan te gaan. 3. Het beschikt over de reglementaire macht in de gevallen die door de wet zijn bepaald. 4. Het beslist over de plaatsing van het kapitaal, de reserves en de afschrijvingsrekeningen, na raadpleging van de Regentenraad en onverminderd de regels vastgelegd door de ECB. 5. Het spreekt zich uit over alle zaken die niet uitdrukkelijk door de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement zijn voorbehouden aan een ander orgaan. Art De Regentenraad is samengesteld uit de gouverneur, de directeurs en tien regenten. Hij telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige regenten. De leden van de Raad moeten Belg zijn. 2. De Raad wisselt van gedachten over de algemene kwesties met betrekking tot de Bank, het monetaire beleid en de economische toestand van het land en van de Europese Gemeenschap. Hij neemt iedere maand kennis van de toestand van de instelling.

117 128 Ondernemingsverslag Hij stelt, op voorstel van het Directiecomité, het huishoudelijk reglement vast dat de basisregels bevat inzake de werking van de organen van de Bank en de organisatie van de departementen, diensten en vestigingen. 4. Hij doet de voordracht voor de benoemingen van de agenten van de Rijkskassier en stelt het bedrag van hun borgtocht vast. 5. Hij keurt het jaarlijks verslag goed over de werkzaamheden van de Bank, door de gouverneur voor te leggen aan de algemene vergadering. 6. Hij kan door bijzondere lastgeving bepaalde van voornoemde machten aan het Directiecomité overdragen. 7. De Raad bepaalt afzonderlijk de wedde en het pensioen van de leden van het Directiecomité. Deze wedden en pensioenen mogen geen aandeel in de winsten omvatten en geen enkele vergoeding mag daaraan worden toegevoegd door de Bank, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks. De Bank voorziet evenwel in de kosten van huisvesting en meubilering van de gouverneur. 8. De Raad keurt de begroting der uitgaven alsook de jaarrekeningen goed, die worden voorgelegd door het Directiecomité. Hij regelt definitief de verdeling der winsten die door het Comité wordt voorgesteld. 9. De regenten krijgen presentiegeld en, zo nodig, een vergoeding voor verplaatsingskosten. Het bedrag van deze vergoedingen wordt door de Regentenraad bepaald. Art De Regentenraad vergadert ten minste tweemaal per maand. De Raad mag niet beraadslagen indien de meerderheid van zijn leden niet aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. 2. Er wordt over de beraadslagingen van de Regentenraad proces-verbaal opgemaakt. Daarin worden de aard van de zaken, het voorwerp en kortbondig de beweegredenen van de beslissingen vermeld. De minuten worden door al de aanwezige leden alsook door de secretaris ondertekend. Art Het College van censoren bestaat uit tien leden. Het telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Minstens één lid van het College van censoren is onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De leden van het College moeten Belg zijn. Het College kiest uit zijn schoot een voorzitter en een secretaris. 2. Het College van censoren ziet toe op de voorbereiding en de uitvoering van de begroting. Het is het auditcomité van de Bank en oefent in die hoedanigheid de bevoegdheden bedoeld in artikel 32bis uit. De Censoren ontvangen een vergoeding waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de Regentenraad. Art. 32bis. 1. Onverminderd de wettelijke opdrachten van de organen van de Bank, en onverminderd de uitoefening van de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen en het toezicht daarop door de bedrijfsrevisor, heeft het auditcomité minstens de volgende taken : a) monitoring van het financiële verslaggevingsproces ; b) monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer, en van de interne audit van de Bank ; c) monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening, inclusief opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de bedrijfsrevisor ;

118 Bijlage d) beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor, waarbij met name wordt gelet op de verlening van bijkomende diensten aan de Bank. 2. Onverminderd artikel 27.1 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank en onverminderd de voordrachtbevoegdheid van de ondernemingsraad, wordt het voorstel van het Directiecomité inzake de benoeming van de bedrijfsrevisor uitgebracht op voorstel van het auditcomité. Dit voorstel van het auditcomité wordt ter informatie aan de ondernemingsraad meegedeeld. Het auditcomité geeft tevens advies bij de gunningsprocedure voor de aanstelling van de bedrijfsrevisor. 3. Onverminderd de verslagen of waarschuwingen die de bedrijfsrevisor richt aan de organen van de Bank, brengt de bedrijfsrevisor aan het auditcomité verslag uit over de bij de wettelijke controle van de jaarrekening aan het licht gekomen belangrijke zaken, en met name ernstige tekortkomingen in de interne controle met betrekking tot de financiële verslaggeving. 4. De bedrijfsrevisor : a) bevestigt jaarlijks schriftelijk aan het auditcomité zijn onafhankelijkheid van de Bank ; b) meldt jaarlijks alle voor de Bank verrichte bijkomende diensten aan het auditcomité ; c) voert overleg met het auditcomité over de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die genomen zijn om deze bedreigingen in te perken en die hij heeft onderbouwd in de controledocumenten. 5. Het huishoudelijk reglement bepaalt nader de werkingsregels van het auditcomité. Art. 33. Het College van censoren vergadert ten minste tweemaal per kwartaal. Het mag geen beslissing treffen indien de meerderheid van zijn leden niet aanwezig is. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Afdeling II Wijze van aanduiding van de leden van de organen. Art De gouverneur wordt door de Koning benoemd, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. Hij kan slechts door de Koning van zijn ambt ontheven worden indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten. Hij beschikt tegen zulke beslissing over een beroep bedoeld in artikel 14.2 van de statuten van het ESCB. 2. De andere leden van het Directiecomité worden door de Koning benoemd op de voordracht van de Regentenraad voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze kunnen slechts door de Koning van hun ambt ontheven worden indien zij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van hun ambt voldoen of op ernstige wijze zijn tekortgeschoten. De volgorde van aftreding van de directeurs geschiedt naarmate er plaatsen openvallen. 3. In de maand volgend op hun ambtsaanvaarding moet de gouverneur bewijzen dat hij eigenaar is van 50 aandelen op naam en iedere directeur van 25 aandelen op naam. Zij mogen deze aandelen niet vervreemden of in pand geven vóór het verstrijken van hun ambtsperiode. Art De regenten worden gekozen door de algemene vergadering voor een termijn van drie jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. Twee regenten worden gekozen op de voordracht van de meest vooraanstaande werknemersorganisaties. Drie regenten worden gekozen op de voordracht van de meest vooraanstaande organisaties van de nijverheid en de handel, van de landbouw en van de middenstand. Vijf regenten worden gekozen op de voordracht van de Minister van Financiën.

119 130 Ondernemingsverslag 2009 De nadere regels voor de voordracht der kandidaten voor deze mandaten worden door de Koning vastgesteld, nadat de Ministerraad erover heeft beraadslaagd. 2. De functies van regent eindigen na de gewone algemene vergadering. De regenten zijn herkiesbaar. De aftredingen hebben om het jaar plaats per reeks, de ene van vier leden, de twee andere van drie leden. De volgorde van aftreding wordt aanvankelijk bepaald bij uitloting. De regent die gekozen wordt ter vervanging van een afgestorven of van een ontslagnemend lid, voleindt de termijn van dat lid. Art De censoren worden, voor een termijn van drie jaar, verkozen door de Algemene Vergadering der aandeelhouders. Zij worden gekozen onder de op het stuk van controle speciaal bevoegde vooraanstaande personen. Hun mandaat is hernieuwbaar. 2. De censoren leggen hun ambt neer na de gewone algemene vergadering. Ze zijn herkiesbaar. De aftredingen hebben om het jaar plaats, per reeks, de ene van vier leden, de twee andere van drie leden. De volgorde van aftreding wordt aanvankelijk bepaald bij uitloting. De censor die gekozen wordt ter vervanging van een afgestorven of van een ontslagnemend lid, voleindigt de termijn van dat lid. Afdeling III Onverenigbaarheden Art. 37. De leden van de Wetgevende Kamers, van het Europees Parlement, van de Gemeenschaps- en Gewestraden, de personen met de hoedanigheid van minister of staatssecretaris of van lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering en de kabinetsleden van een lid van de federale Regering of van een Gemeenschaps- of Gewestregering mogen de functie van gouverneur, vicegouverneur, lid van het Directiecomité, regent of censor niet waarnemen. Deze laatste functies nemen van rechtswege een einde bij de eedaflegging van de titularis voor de uitoefening van de in limine genoemde functies of wanneer hij dergelijke functies uitoefent. Art De gouverneur, de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité mogen geen enkele functie uitoefenen in een handelsvennootschap of in een vennootschap met handelsvorm evenmin als in een openbare instelling met een bedrijf van industriële, commerciële of financiële aard. Ze mogen evenwel, met de goedkeuring van de Minister van Financiën, functies uitoefenen : 1 in internationale financiële instellingen die zijn opgericht overeenkomstig akkoorden die België heeft onderschreven ; 2 in het Rentenfonds, in het Beschermingsfonds voor deposito s en financiële instrumenten, in het Herdiscontering- en Waarborginstituut en in de Nationale Delcrederedienst ; 3 in de juridische entiteiten waarvan sprake in artikel 25. Voor de gouverneur, de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité blijven de verbodsbepalingen van het eerste lid na hun ambtsneerlegging nog één jaar gelden ; deze termijn wordt op twee jaar gebracht, indien het over een functie gaat in een kredietinstelling. De Regentenraad stelt de voorwaarden vast met betrekking tot de beëindiging van het mandaat. Hij mag, op advies van het Directiecomité, afwijken van het verbod dat is bepaald voor de periode na de beëindiging van het mandaat, indien hij vaststelt dat de beoogde activiteit geen significante invloed heeft op de onafhankelijkheid van de betrokken persoon. 2. De regenten mogen in een kredietinstelling geen functie uitoefenen van zaakvoerder, bestuurder of directeur. 3. De leden van het Directiecomité en de personeelsleden van de Bank dienen de deontologische code na te leven, die wordt vastgesteld door de Regentenraad op voorstel van het Directiecomité. De personen belast met het toezicht op de naleving van deze code zijn gebonden door het beroepsgeheim bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek.

120 Bijlage Afdeling IV Aansprakelijkheid van de leden van de organen. Art. 39. De gouverneur, de directeurs, de regenten en de censoren gaan uit hoofde van de verbintenissen van de Bank, geen enkele persoonlijke verplichting aan ; zij zijn enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat. Afdeling V Einde van de mandaten. Art. 40. De mandaten van de leden van het Directiecomité, van de Regentenraad en van het College van censoren zullen ophouden wanneer deze de volle leeftijd van 67 jaar hebben bereikt. Mits toelating vanwege de Minister van Financiën mogen de titelvoerders echter hun lopend mandaat voleindigen. De mandaten van de leden van het Directiecomité mogen daarna nog verlengd worden voor een hernieuwbare termijn van één jaar. Indien het over het mandaat van de gouverneur gaat, worden de toelating om het lopend mandaat te voleindigen of de verlenging toegekend bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. In geen geval mogen de titularissen van de in dit artikel vernoemde mandaten in functie blijven boven de leeftijd van 70 jaar. Hoofdstuk IV Controle door de minister van Financiën Art Behalve voor de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, heeft de Minister van Financiën, langs zijn vertegenwoordiger om, het recht controle uit te oefenen op de verrichtingen van de Bank en kan hij opkomen tegen de uitvoering van elke maatregel die strijdig zou zijn met de wet, met de statuten of met s Rijks belangen. de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, houdt hij toezicht op de verrichtingen van de Bank, schorst en brengt hij ter kennis van de Minister van Financiën elke beslissing die met de wet, met de statuten en met s Rijks belangen strijdig zou zijn. Indien de Minister van Financiën binnen acht dagen niet over de schorsing heeft beslist, mag de beslissing uitgevoerd worden. 3. De wedde van de vertegenwoordiger van de Minister van Financiën wordt door de Minister van Financiën vastgesteld in overleg met het bestuur van de Bank en wordt door deze laatste gedragen. De vertegenwoordiger van de Minister brengt over zijn opdracht ieder jaar verslag uit aan de Minister van Financiën. Art. 42. Tenzij het gaat over verrichtingen die van het ESCB afhangen, heeft de vertegenwoordiger van de Minister van Financiën het recht ten allen tijde kennis te nemen van de staat van de zaken en de geschriften en kassen na te zien. Het bestuur zal hem, telkens als hij er om verzoekt, de voor echt verklaarde staat van de Bank ter hand stellen. Wanneer hij zulks gepast acht, woont hij de algemene vergaderingen bij. Hoofdstuk V Statutaire ambten Art. 43. De secretaris en de schatbewaarder worden benoemd door de Regentenraad die ze ook mag afstellen. Het reglement van inwendige orde bepaalt de plichten die aan hun ambt verbonden zijn. Deze ambten mogen door een der directeurs vervuld worden. 2. De vertegenwoordiger van de Minister van Financiën woont van rechtswege de vergaderingen van de Regentenraad en van het College van censoren bij. Hij heeft daarin een raadgevende stem. Behalve voor

121 132 Ondernemingsverslag 2009 Hoofdstuk VI Financiële bepalingen Afdeling I Jaarrekeningen, reservefonds en verdeling Art. 44. De jaarrekeningen worden opgesteld per 31 december van elk jaar. Zij worden voorbereid door het Directiecomité en voorgelegd aan de Regentenraad die twintig dagen tijd heeft om ze te onderzoeken en goed te keuren. De goedkeuring van de jaarrekeningen door de Regentenraad geldt als ontlasting voor de leden van het bestuur. Art. 45. De kosten van het beheer, de maatschappelijke lasten en provisies van alle aard, alsmede de afschrijvingen worden vóór het afsluiten der balans of in de balans van de brutowinsten afgetrokken. Art. 46. Het reservefonds is bestemd : 1 tot het herstel van de verliezen op het maatschappelijk kapitaal ; 2 tot aanvulling van de jaarlijkse winsten, tot beloop van een dividend van zes ten honderd van het kapitaal. Bij het verstrijken van het emissierecht van de Bank, valt een vijfde van het reservefonds de Staat prioriteitshalve ten deel. De overige vier vijfden worden onder al de aandeelhouders verdeeld. De woorden «emissierecht van de Bank» worden, overeenkomstig artikel 141, 9, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, uitgelegd in die zin dat het emissierecht waarvan sprake het emissierecht omvat dat de Bank mag uitoefenen krachtens artikel 106 (1) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Art. 47. Opgeheven. De opbrengsten maken deel uit van de algemene winsten van de Bank. Art. 49. De jaarlijkse winsten worden op de volgende wijze verdeeld : 1. een eerste dividend van zes procent (6 %) van het kapitaal wordt toegekend aan de aandeelhouders ; 2. van het excedent wordt een bedrag voorgesteld door het Directiecomité en vastgesteld door de Regentenraad, in alle onafhankelijkheid, toegekend aan het reservefonds of aan de beschikbare reserve ; 3. van het tweede overschot wordt aan de aandeelhouders een tweede dividend toegekend, vastgesteld door de Regentenraad, ten belope van minimaal vijftig procent (50 %) van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van het reservefonds en de beschikbare reserve ; 4. het saldo wordt toegekend aan de Staat ; het is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Art. 50. De winst die, voor het boekjaar, per 31 december van elk jaar afgesloten, aan de aandeelhouders toekomt, wordt in eenmaal uitgekeerd binnen de maand die op de algemene vergadering volgt, op een datum door deze laatste bepaald. Indien de winst, die aan de aandeelhouders moet worden uitgekeerd, beneden 6 % per jaar blijft, dan wordt het tekort door de reserve aangevuld. Die heffing zal aan de reserve worden teruggegeven indien deze teruggave het volgend jaar kan geschieden zonder de uit te delen winst beneden 6 % te brengen. Art. 51. De jaarrekeningen en de verdeling van de winst worden in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Vijf dagen ten minste vóór de gewone algemene vergadering, worden deze documenten, alsmede de verslagen van het bestuur en van de Regentenraad over de verrichtingen van het boekjaar, aan de aandeelhouders gezonden wier aandelen op naam ingeschreven staan of die hebben voldaan aan de vereisten om tot de algemene vergadering te worden toegelaten. Art. 48. De reserve mag naar believen worden aangewend.

122 Bijlage Art. 52. De rekeningen en, in voorkomend geval, de geconsolideerde rekeningen van de Bank worden opgemaakt : 1 overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België en de bindende regels vastgesteld met toepassing van artikel 26.4 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank ; 2 voor het overige overeenkomstig de regels vastgesteld door de Regentenraad. De artikelen 2 tot 4, 6 tot 9 en 16 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding van de ondernemingen en de besluiten genomen ter uitvoering ervan zijn van toepassing op de Bank met uitzondering van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen 4, zesde lid, en 9, 2. Afdeling II Toekenning aan de Staat. Art. 53. Opgeheven. Art. 54. De meerwaarde die door de Bank wordt gerealiseerd naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen wordt geboekt op een bijzondere onbeschikbare reserverekening. Zij is vrijgesteld van alle belasting. Ingeval evenwel sommige externe reservebestanddelen worden gearbitrageerd tegen goud, wordt het verschil tussen de aanschafprijs van dat goud en de gemiddelde verkrijgingsprijs van de bestaande goudvoorraad in mindering gebracht van het bedrag van die bijzondere rekening. De netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de in het eerste lid bedoelde meerwaarde, wordt aan de Staat toegekend. De externe reservebestanddelen, verworven ten gevolge van de in het eerste lid bedoelde transacties, zijn gedekt door de Staatsgarantie bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België. De regels voor de toepassing van de in de vorenstaande alinea s opgenomen bepalingen worden vastgesteld bij overeenkomsten die tussen de Staat en de Bank zullen worden gesloten. Deze overeenkomsten worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Art. 55. In afwijking van artikel 54, wordt de meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van de overdrachten van activa in goud voor de uitgifte door de Staat van verzamelaars- of herdenkingsmunten, aan de Staat toegekend ten belope van het niet gebruikte saldo der 2,75 % van het gewicht in goud dat op 1 januari 1987 in de activa van de Bank voorkomt en dat door de Staat mocht worden gebruikt inzonderheid voor de uitgifte van zulke munten krachtens artikel 20bis, tweede lid, van de wet van 24 augustus 1939 op de Nationale Bank van België. Hoofdstuk VII Beroepsgeheim en uitwisseling van inlichtingen Art. 56. Behalve wanneer zij worden opgeroepen om in strafzaken te getuigen, zijn de leden van de organen van de Bank en haar personeelsleden aan het beroepsgeheim onderworpen en mogen ze : 1 aan geen enkele persoon of autoriteit die daartoe niet is gerechtigd de vertrouwelijke gegevens bekendmaken die aan de Bank moeten worden medegedeeld ingevolge wets- of regelgevende bepalingen, of soortgelijke gegevens die zij van buitenlandse autoriteiten hebben ontvangen ; 2 aan geen enkele persoon of autoriteit, de vertrouwelijke gegevens bekendmaken die aan de Bank zijn medegedeeld door de ECB, door andere centrale banken of monetaire instituten, door andere openbare instellingen belast met het toezicht op de betalingssystemen alsook door de Belgische of buitenlandse overheden die bevoegd zijn voor het toezicht op de kredietinstellingen, de investeringsmaatschappijen, de instellingen voor collectieve beleggingen in effecten, de verzekeringsmaatschappijen en de financiële markten. De leden van de organen van de Bank en haar personeelsleden worden vrijgesteld van de verplichting waarvan sprake in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering indien de inlichtingen die de Bank ontvangt afkomstig zijn van overheden of instellingen die zelf aan die verplichting niet zijn onderworpen of ervan zijn vrijgesteld.

123 134 Ondernemingsverslag 2009 Voor zover de ontvangers van de gegevens aan een gelijkwaardig beroepsgeheim zijn gebonden, doet het eerste lid geen afbreuk aan de mededeling van dergelijke gegevens : 1 aan de ECB, aan andere centrale banken of monetaire instituten indien deze mededeling voor hen noodzakelijk is voor hun opdracht van monetaire overheid, erin begrepen het toezicht op de betalingssystemen ; 2 aan de overheden bevoegd voor het toezicht op de kredietinstellingen, de investeringsmaatschappijen, de instellingen voor collectieve beleggingen in effecten, de verzekeringsmaatschappijen en de herverzekeringsmaatschappijen indien deze inlichtingen voor hen noodzakelijk zijn binnen het kader van hun controleopdracht ; 3 aan de overheden bevoegd voor het toezicht op de financiële markten indien deze inlichtingen voor hen noodzakelijk zijn om te oordelen over op te leggen sancties ten overstaan van de op de betrokken markt opererende agenten ; 4 aan andere openbare overheden belast met het toezicht op de betalingssystemen. De inbreuken op dit artikel worden bestraft met de straffen waarin artikel 458 van het Strafwetboek voorziet. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van Hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in dit artikel. Het eerste en het tweede lid verhinderen geenszins de naleving, door de leden van de organen van de Bank en door de leden van haar personeel, van meer restrictieve bepalingen met betrekking tot het beroepsgeheim, wanneer de Bank, overeenkomstig artikel 23, tweede lid, belast wordt met het verzamelen van statistische informatie. Hoofdstuk VIII Algemene vergaderingen Art. 57. De algemene vergadering vertegenwoordigt de algemeenheid van de aandeelhouders. Haar regelmatig genomen beslissingen zijn bindend, zelfs voor hen die afwezig zijn of anders oordeelden. Art. 58. De algemene vergadering is samengesteld uit de aandeelhouders eigenaars van aandelen op naam en de aandeelhouders eigenaars van aandelen aan toonder of gedematerialiseerde aandelen die, ten minste vijf dagen vóór de datum van de vergadering, hetzij in de maatschappelijke zetel, hetzij in de vestigingen die door de Regentenraad zullen worden aangewezen, hun aandelen of een door een erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest waarbij de onbeschikbaarheid van de gedematerialiseerde aandelen tot op de datum van de algemene vergadering wordt vastgesteld, hebben neergelegd. Het register van de aandelen op naam zal vijf dagen vóór iedere algemene vergadering afgesloten worden. Behoudens rechtspersonen en onverminderd de regels van de wettelijke vertegenwoordiging, mag een aandeelhouder zich niet laten vertegenwoordigen, tenzij door een lasthebber die zelf stemgerechtigd is. De volmachten en alle andere stukken die op bijwoning van de algemene vergadering recht geven, moeten, ten minste drie dagen vóór de vergadering, aan de Bank afgegeven worden. Zij moeten door de lasthebber medeondertekend zijn. Art. 59. Vóór het openen van de zitting tekenen de aandeelhouders de aanwezigheidslijst. Art. 60. Ieder aandeel geeft recht op één stem. Art. 61. De gewone algemene vergadering heeft plaats te Brussel op de laatste maandag van de maand mei en indien deze dag op een feestdag valt, de eerstvolgende bankwerkdag, te 11 uur. Zij krijgt kennis van het verslag van het beheer over de verrichtingen van het afgelopen boekjaar. Zij verkiest de regenten en de censoren van wie het mandaat eindigt en begeeft de plaatsen opengevallen door overlijden, ontslag of anderszins. Art. 62. De algemene vergadering kan buitengewoon opgeroepen worden telkenmale de Regentenraad het dienstig oordeelt. Zij moet bijeengeroepen worden :

124 Bijlage wanneer de bijeenroeping aangevraagd wordt hetzij door het College van censoren, hetzij door aandeelhouders die het tiende van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen ; 2 wanneer het aantal regenten of censoren beneden de volstrekte meerderheid is gedaald. Art. 63. De oproepingen tot een algemene vergadering vermelden de agenda en zij worden gedaan door middel van een aankondiging die wordt geplaatst : a) ten minste acht dagen vóór de vergadering in het Belgisch Staatsblad ; b) tweemaal met een tussentijd van ten minste acht dagen en de tweede maal ten minste acht dagen vóór de vergadering, in twee landelijk verspreide bladen en in twee bladen van Brussel. Brieven zullen acht dagen vóór de vergadering gezonden worden aan de stemgerechtigde houders van aandelen op naam, maar zonder dat het vervullen van deze formaliteit dient verantwoord te worden. In alle gevallen wordt in deze berichten de gepaste termijn aangeduid voor het neerleggen van de aandelen aan toonder en de onbeschikbaarheidsattesten zoals bedoeld in artikel 58, eerste lid. Art. 64. Tot stemopnemers worden benoemd de twee grootste aanwezige aandeelhouders, die geen deel uitmaken van het beheer en dit mandaat aanvaarden. Met de voorzitter en de leden van de Regentenraad ondertekenen zij het proces-verbaal. De aan derden af te leveren afschriften en uittreksels worden door de secretaris ondertekend. Art. 65. De algemene vergadering beraadslaagt : 1 over de zaken vermeld in de bijeenroepingsbrief en over diegene haar onderworpen, hetzij door de Regentenraad, hetzij door het College van censoren ; 2 over de door vijf leden ondertekende voorstellen, die, ten minste tien dagen vóór de vergadering, aan de Regentenraad werden medegedeeld om ze op de dagorde te brengen. Erkent de vergadering dat er spoed bij is andere door de Regentenraad gedane voorstellen af te handelen, dan worden ze aan de beraadslaging onderworpen. Art. 66. Elk besluit wordt bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Art. 67. Benoemingen of afstellingen geschieden bij geheime stemming. Over alle andere voorstellen of onderwerpen wordt bij naamafroeping gestemd. Art. 68. Indien, bij de eerste stemming, de te verkiezen leden niet allen de volstrekte meerderheid bekomen, wordt een lijst opgemaakt van de personen die het grootste aantal stemmen verkregen. Die lijst behelst tweemaal zoveel namen als er nog leden te verkiezen zijn. Alleen op deze kandidaten mag worden gestemd. Bij alle staking van stemmen, heeft de oudste de voorkeur. Art. 69. Het afstellen van de regenten of van de censoren kan maar geschieden bij meerderheid van de drie vierden der stemmen van de aanwezige aandeelhouders, die ten minste de drie vijfden van de aandelen bezitten. Hoofdstuk IX Wijziging van de statuten Art. 70. De Regentenraad wijzigt de statuten teneinde ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België en de voor België bindende internationale verplichtingen. Andere wijzigingen in de statuten worden, op voorstel van de Regentenraad, goedgekeurd met de drievierde meerderheid van de stemmen verbonden aan het totaal van de op de algemene vergadering van de aandeelhouders aanwezige of vertegenwoordigde aandelen.

125 136 Ondernemingsverslag 2009 De algemene vergadering van aandeelhouders, bedoeld in lid 2, moet met dat bijzonder doel worden bijeengeroepen en kan slechts dan op geldige wijze beraadslagen over statutenwijzigingen indien het voorwerp der voorgestelde wijzigingen in de oproepingsbrief speciaal vermeld staat en wanneer zij die op de vergadering tegenwoordig zijn, ten minste de drie vijfden van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Wanneer een eerste vergadering niet het hierboven voorgeschreven deel van het kapitaal vertegenwoordigt, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen die geldig zal beraadslagen welke ook het aanwezig of vertegenwoordigd deel van het kapitaal zij. Voor de statutenwijzigingen is de goedkeuring van de Koning vereist. Hoofdstuk X Ondertekening van de akten Art. 71. De gouverneur ondertekent de overeenkomsten, de dadingen en de akten van alle aard, zonder enige macht tegenover derden te moeten rechtvaardigen. Hij mag delegatie verlenen. Al de akten die bindend zijn voor de Bank, en namelijk deze waaraan een openbaar of een ministerieel ambtenaar zijn medewerking verleent, zoals aan- en verkoopakten, akten van ruiling van onroerende goederen, handlichtingen van hypotheken met of zonder vaststelling van betaling, alle verzaking aan alle zakelijke rechten, voorrechten en vorderingen tot ontbinding, de machten en procuraties betrekkelijk deze akten, zullen ook mogen ondertekend worden door een directeur en de secretaris, dewelke hun macht tegenover derden niet te rechtvaardigen hebben. De akten van dagelijks bestuur worden ondertekend : a) hetzij door de gouverneur, de vicegouverneur of een directeur ; b) hetzij door de secretaris of de schatbewaarder ; c) hetzij door één of twee hiervoor door het Directiecomité afgevaardigde ambtenaren. Hoofdstuk XI Algemene en overgangsbepalingen Afdeling I Taalgebruik. Art. 72. De Bank en haar vestigingen leven de wettelijke bepalingen over het taalgebruik in bestuurszaken na. Afdeling II Overgangsbepalingen : uitgifte van biljetten in Belgische franken tot op het ogenblik van het intrekken van hun wettelijke betaalkracht (pro memorie) Art. 73. De Bank geeft biljetten in Belgische franken uit die bestemd zijn om als betaalmiddel te circuleren. Deze biljetten dragen de naamstempel van de gouverneur en van de schatbewaarder. Art. 74. De tekening en de tekst van de uit te geven biljetten worden door de Bank aan de Minister van Financiën ter goedkeuring voorgelegd. Ontstentenis van goedkeuring kan niet door derden worden aangevoerd of tegen hen ingeroepen. De tekst wordt in het Frans en in het Nederlands gesteld. Hij bevat eveneens vermeldingen in het Duits. Art. 75. Wanneer een type van bankbriefje in Belgische franken vervangen of ingetrokken wordt, zal de Bank aan de Schatkist, bij het verstrijken van het in elk geval bij bijzondere overeenkomst vastgestelde tijdsbestek, de waarde storten der biljetten van dit type welke niet ter vervanging werden aangeboden. Art. 76. Tenzij het ESCB er anders over beslist, zullen de biljetten in Belgische franken, waarvan de tegenwaarde in de Schatkist werd gestort, van het bedrag van de omloop afgetrokken worden en zal de vervanging van die biljetten welke later aan de loketten van de Bank worden aangeboden, voor rekening van de Schatkist geschieden. Het bedrag daarvan wordt op het einde van elk halfjaar van de Schatkist gevorderd.

126 Bijlage Bijlage 3 Verklaring over het bestuur Laatst aangepast op 27 oktober De aangebrachte wijzigingen brengen de tekst in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 april 2009 tot wijziging van de financiële bepalingen van de organieke wet van de Bank. Tevens worden enkele verduidelijkingen aangebracht in punt 2.6 omtrent de periodes waarin de regenten en censoren niet mogen handelen in aandelen van de Bank. 1. Inleiding De Nationale Bank van België, die werd opgericht bij de wet van 5 mei 1850 teneinde taken van algemeen belang te vervullen, heeft, ondanks haar vorm van een naamloze vennootschap, steeds een specifieke bestuursstructuur gehad die afwijkt van het gemeen recht. Deze specifieke bestuursstructuur, die van meet af aan werd gecreëerd om de Bank in staat te stellen haar opdrachten van algemeen belang te vervullen, is geëvolueerd met de rol en doelstellingen die aan de Bank als centrale bank van het land zijn opgedragen. Vandaag maakt de Bank, als centrale bank van het Koninkrijk België, samen met de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale banken van de andere lidstaten van de Europese Unie, deel uit van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), dat werd opgericht krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het Verdrag). Om die reden gelden voor haar in de eerste plaats de relevante bepalingen van het Verdrag (titel VII van het derde deel) en het aan dat Verdrag gehechte Protocol betreffende de statuten van het ESCB en de ECB en, vervolgens, de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (organieke wet) en haar eigen bij koninklijk besluit goedgekeurde statuten. Voor haar gelden de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen slechts aanvullend, dat wil zeggen voor de aangelegenheden die niet worden geregeld door het Verdrag, het aangehechte Protocol, de organieke wet en haar statuten en voor zover de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen niet strijdig zijn met die hogere normen. In haar hoedanigheid van centrale bank deelt zij het hoofddoel dat het Verdrag het ESCB oplegt, namelijk het handhaven van prijsstabiliteit. Zij draagt bij tot de uitvoering van de fundamentele taken van het ESCB, zijnde het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetaire beleid van de Europese Gemeenschap, het verrichten van de valutamarktoperaties overeenkomstig artikel 111 van het Verdrag, het aanhouden en het beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten en het bevorderen van de goede werking van de betalingssystemen. Zij is bovendien belast met de uitvoering van andere opdrachten van algemeen belang, overeenkomstig de voorwaarden bepaald door of krachtens de wet, mits deze verenigbaar zijn met de taken van het ESCB. In de eerste plaats dient, overeenkomstig het Verdrag, de verenigbaarheid van de bepalingen betreffende de Bank met die van het Verdrag zelf en de statuten van het ESCB te worden gewaarborgd, met inbegrip van de vereiste onafhankelijkheid van de Bank en de leden van haar bestuursorganen bij de uitoefening van de bevoegdheden

127 138 Ondernemingsverslag en het vervullen van de taken die hun krachtens het Verdrag en de statuten van het ESCB zijn opgedragen, ten aanzien van de instellingen en organen van de Europese Gemeenschap, de regeringen of enige andere instelling. Vervolgens dient in het bestuur een doorslaggevende rol te worden toegekend aan de uitdrukking van de belangen van de gehele Belgische samenleving. Dit verklaart met name de wijze waarop de leden van de organen worden benoemd, de specifieke samenstelling en rol van haar Regentenraad, de beperkte bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders, de specifieke bepalingen inzake de uitoefening van de controle, met inbegrip van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger van de minister van Financiën en die van het College van censoren, en de wijze waarop de Bank verslag uitbrengt van de uitvoering van haar taken. Het verklaart tevens de bepalingen in verband met de financiële aspecten van haar activiteit, die erop gericht zijn haar stevige financiële draagkracht te verschaffen en de Staat als soevereine Staat het surplus van de seigneuriage-inkomsten toe te kennen, na dekking van haar kosten, inclusief de vorming van de nodige reserves en de vergoeding van het ingebrachte kapitaal. De bijzondere opdrachten van de Bank en haar specifieke rol die uniek is in België, hebben de wetgever ertoe gebracht in een bijzonder rechtskader en een specifiek bestuur voor deze instelling te voorzien, maar de waarden waarop de overwegingen inzake goed bestuur berusten transparantie, efficiëntie, integriteit en engagement liggen daarom niet minder ten grondslag aan de structuren en werkingsregels die voor haar gelden. De Belgische corporate governance code, die complementair is aan de wetgeving en waarvan geen enkele bepaling mag worden geïnterpreteerd in afwijking ervan, bevestigt zelf haar aanbevelend en flexibel karakter, hetgeen impliceert dat haar beginselen zijn aangepast aan de specifieke kenmerken van iedere onderneming. Nochtans zijn de meeste principes en aanbevelingen van de code niet naar de letter toepasbaar op de Bank, gelet op het rechtskader dat voor haar geldt en haar bijzondere positie als centrale bank van het land, belast met opdrachten van algemeen belang en als integrerend deel van het ESCB. Gelet op haar hoedanigheid van zowel centrale bank als beursgenoteerde vennootschap, beschouwt zij het als haar plicht om zich te onderwerpen aan een verplichting tot ruime informatieverstrekking en om tegenover de gemeenschap verslag uit te brengen van haar activiteiten, ook al is de Belgische corporate governance code niet op haar afgestemd. Het is in die geest dat zij deze verklaring over het bestuur heeft opgesteld. 2. organisatie, bestuur en controle van de Bank 2.1 Vergelijking van de bevoegdheidsverdeling in de Bank en in de gemeenrechtelijke naamloze vennootschappen Uit de naaststaande tabel blijkt het atypische karakter van de organisatie van de Bank. 2.2 Voorstelling van de organen en andere actoren van de Bank De organen van de Bank zijn de gouverneur, het Directiecomité, de Regentenraad en het College van censoren (cf. artikel 17 van de organieke wet en artikel 27 van de statuten). De andere actoren van de Bank zijn de algemene vergadering, de vertegenwoordiger van de minister van Financiën, de bedrijfsrevisor en de Ondernemingsraad. De organen van de Bank en hun respectieve bevoegdheden verschillen fundamenteel van die van de klassieke naamloze vennootschappen (zie tabel). De Bank is evenwel van oordeel dat de bestuursstructuur waaraan zij enerzijds door haar organieke wet en haar statuten en anderzijds door de Europese regelgeving is onderworpen, even veeleisend, zo niet op verschillende punten, zoals inzake het toezicht, nog veeleisender is dan de Belgische corporate governance code.

128 Bijlage bevoegdheidsverdeling in de bank en in de gemeenrechtelijke naamloze vennootschappen De Bank De gemeenrechtelijke naamloze vennootschappen koning Benoeming van de gouverneur Benoeming van de directeurs (op voordracht van de Regentenraad) Benoeming van de bestuurders algemene vergadering algemene vergadering Verkiezing van de regenten (uit een dubbeltal van kandidaten) Verkiezing van de censoren Benoeming van de bedrijfsrevisor (op voordracht van de Ondernemingsraad en met de goedkeuring van de Raad van ministers van de EU, op aanbeveling van de Raad van Bestuur van de ECB) Benoeming van de commissarissen Kennisneming van het verslag van het beheer Kennisneming van het jaarverslag, van het verslag van de commissarissen en decharge van de commissarissen Wijziging van de statuten, voor zover niet behorend tot de prerogatieven van de Regentenraad Wijziging van de statuten regentenraad Wijziging van de statuten om ze in overeenstemming te brengen met de organieke wet en de voor België bindende internationale verplichtingen Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening Bespreking en goedkeuring van de jaarrekening Verdeling van de winst Verdeling van de winst Kwijting van de leden van het Directiecomité Kwijting van de bestuurders Vaststelling van de bezoldiging van de leden van het Directiecomité Vaststelling van de bezoldiging van de Raad van bestuur Voordracht voor benoeming van de directeurs Goedkeuring van de begroting en van het verslag van het beheer Benoeming van het directiepersoneel en vaststelling van hun bezoldiging Goedkeuring van de begroting en van het jaarverslag raad van bestuur directiecomité Vaststelling van het ondernemingsbeleid Vaststelling van het ondernemingsbeleid Bestuur en beheer Bestuur en beheer Opstelling van de jaarrekening Opstelling van de jaarrekening Opmaak van het verslag van het beheer Opmaak van het jaarverslag Dagelijks management en beheer Facultatieve delegatie van het beheer (directiecomité) of van het dagelijkse beheer (gedelegeerd bestuurder) directiecomité of gedelegeerd bestuurder college van censoren Toezicht op de opmaak en de uitvoering van de begroting Auditcomité vertegen - woordiger van de minister van Financiën Controle op de operaties van de Bank, behalve in ESCB-verband (recht om zich te verzetten tegen elke maatregel die in strijd is met de wet, de statuten of de belangen van de Staat)

129 140 Ondernemingsverslag 2.3 Organen van de Bank Gouverneur Aldus is de persoonlijke onafhankelijkheid van de gouverneur, zowel door de duur van zijn mandaat als door de beperkingen inzake zijn afzetting, gewaarborgd door de Europese en de Belgische wetgeving. BEVOEGDHEDEN De gouverneur oefent de bevoegdheden uit die hem zijn verleend krachtens de statuten van het ESCB, de organieke wet, de statuten en het huishoudelijk reglement van de Bank. Hij staat in voor de leiding van de Bank en haar personeel. Hij wordt daarin bijgestaan door de directeurs. Hij zit het Directiecomité en de Regentenraad voor, waarvan hij de beslissingen laat uitvoeren, alsook de algemene vergadering. Hij oefent rechtstreeks gezag uit over de personeelsleden, ongeacht hun rang en functie. Hij legt het jaarverslag betreffende de verrichtingen en de door de Regentenraad goedgekeurde jaarrekening voor aan de algemene vergadering. Hij bezorgt aan de voorzitters van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Senaat het jaarverslag zoals bedoeld in artikel 113 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Hij kan worden gehoord door de bevoegde commissies van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, op verzoek van die commissies of op eigen initiatief. Hij vertegenwoordigt de Bank in rechte. Hij doet aan het Directiecomité voorstellen inzake de verdeling van de departementen en diensten onder de leden, alsook met betrekking tot de vertegenwoordiging van de Bank in nationale en internationale instellingen. Bovendien heeft hij zitting in de Raad van Bestuur van de ECB, die met name de monetaire-beleidsbeslissingen voor het eurogebied neemt. BENOEMING De gouverneur wordt door de Koning benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. Hij kan slechts door de Koning van zijn ambt worden ontheven indien hij op ernstige wijze is tekortgeschoten of niet meer voldoet aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt. Tegen die beslissing kan een beroep worden ingesteld voor het Hof van Justitie, op initiatief van de gouverneur of van de Raad van Bestuur van de ECB Directiecomité BEVOEGDHEDEN De gouverneur en de directeurs oefenen samen hun bevoegdheden uit als leden van het Directiecomité. Het Directiecomité is immers een collegiaal orgaan, belast met het bestuur en het beheer van de Bank, overeenkomstig de organieke wet, haar statuten en het huishoudelijk reglement, en het bepalen van haar beleid. De gouverneur en de directeurs oefenen elk gezag uit over een of verscheidene departementen en diensten van de Bank. Zij laten deze laatste de beslissingen uitvoeren die door de gouverneur, het Directiecomité en de Regentenraad zijn genomen in het kader van hun respectieve bevoegdheden. Het Directiecomité benoemt en ontslaat de personeelsleden en bepaalt hun wedde. Het heeft het recht om dadingen en compromissen aan te gaan en beschikt over de reglementaire macht in de door de wet bepaalde gevallen. Het spreekt zich uit over alle zaken die niet uitdrukkelijk door de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement van de Bank zijn voorbehouden aan een ander orgaan. Het Directiecomité maakt de begroting op en bereidt het jaarverslag van het bestuur alsook de jaarrekening voor, die ter goedkeuring aan de Regentenraad worden voorgelegd. Het beslist over de plaatsing van het kapitaal, de reserves en de afschrijvingsrekeningen, na raadpleging van de Regentenraad en onverminderd de door de ECB vastgelegde regels. Het legt het huishoudelijk reglement van de Bank ter goedkeuring aan de Regentenraad voor. Het Directiecomité van de Bank oefent dus zowel de bevoegdheden uit inzake bestuur, beheer en strategisch beleid van de onderneming die in de gemeenrechtelijke

130 Bijlage naamloze vennootschappen ressorteren onder de Raad van bestuur, als die van daadwerkelijk management. Het is voor zijn opdracht geen verantwoording verschuldigd tegenover de algemene vergadering, die niet bevoegd is om hem kwijting te verlenen, maar wel tegenover de Regentenraad aan wie het zijn jaarlijks verslag van het bestuur en de jaarrekening voorlegt. De goedkeuring van de rekeningen door dit orgaan geldt als kwijting voor het bestuur. Ingevolge de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de organieke wet, hebben drie leden van het Directiecomité op persoonlijke titel zitting in het Directiecomité van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Ingeval dit Directiecomité zich dient uit te spreken over een beslissing die betrekking heeft op de Bank als emittent van financiële instrumenten toegelaten tot de handel op een Belgische gereglementeerde markt, nemen zij niet deel aan de beraadslagingen, teneinde mogelijke belangenconflicten te vermijden. In zijn arrest van 10 december 2003 heeft het Arbitragehof bevestigd dat de samenstelling en werking van het Directiecomité van de CBFA voldoende garanties biedt voor een onpartijdige besluitvorming samenstelling Het Directiecomité is samengesteld uit de gouverneur en vijf à zeven directeurs. Het bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de gouverneur eventueel uitgezonderd. De leden van het Directiecomité moeten Belg zijn. De directeurs worden door de Koning benoemd, op voordracht van de Regentenraad. Met de wijze van aanstelling van de directeurs heeft de wetgever in 1948 in het bijzonder willen benadrukken dat zij een opdracht van algemeen belang vervullen bij de Bank. De directeurs worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. mogen uitoefenen in een handelsvennootschap of in een vennootschap met handelsvorm, evenmin als in een openbare instelling met een bedrijf van industriële, commerciële of financiële aard. Evenmin mogen zij bepaalde politieke mandaten uitoefenen (lid van een parlement, een regering of een kabinet). De directieleden kunnen slechts door de Koning van hun ambt worden ontheven indien zij op ernstige wijze zijn tekortgeschoten of niet meer aan de eisen voor de uitoefening van hun ambt voldoen. Op die wijze wordt de persoonlijke onafhankelijkheid van de leden van het Directiecomité gewaarborgd door de organieke wet, zowel door de duur van hun mandaat als door de beperking van de afzettingsmogelijkheden. WERKING De werking van het Directiecomité wordt geregeld door de organieke wet, de statuten en het huishoudelijk reglement. Deze teksten kunnen worden geraadpleegd op de website van de Bank. Het Directiecomité vergadert telkens als de omstandigheden dit vereisen en minstens eenmaal per week. Indien een lid van het Directiecomité, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van het Directiecomité, deelt hij of zij dit mee aan de andere leden alvorens het comité een besluit neemt. Hij of zij neemt niet deel aan de beraadslaging van het Directiecomité over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband. Zijn of haar verklaring, alsook de rechtvaardigingsgronden betreffende voornoemd strijdig belang, worden opgenomen in de notulen van de vergadering. In de notulen omschrijft het Directiecomité de aard van de bedoelde beslissing of verrichting, de verantwoording van het genomen besluit en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de Bank. Deze notulen worden opgenomen in het jaarverslag. De Koning kent de titel van vicegouverneur toe aan een van de directeurs. De vicegouverneur vervangt de gouverneur indien deze verhinderd is, onverminderd artikel 10.2 van de statuten van het ESCB. Om belangenconflicten te vermijden bepaalt de organieke wet dat de leden van het Directiecomité, behoudens enkele limitatief opgesomde uitzonderingen, geen functie Het betrokken lid van het Directiecomité brengt ook de bedrijfsrevisor van het strijdig belang op de hoogte. Het verslag van de bedrijfsrevisor dient een afzonderlijke omschrijving te bevatten van de vermogensrechtelijke gevolgen voor de Bank van de besluiten van het Directiecomité ten aanzien waarvan een strijdig belang in de zin van het vorige lid bestaat.

131 142 Ondernemingsverslag Regentenraad BEVOEGDHEDEN De Regentenraad wisselt van gedachten over de algemene kwesties met betrekking tot de Bank, het monetaire beleid en het nationale en internationale economische klimaat. Hij neemt eenmaal per maand kennis van de financiële toestand van de Bank. Hij is bevoegd voor het vastleggen van de boekhoudregels voor alle aspecten van de jaarrekening die niet voortvloeien uit bepalingen in de organieke wet, noch verplicht zijn voor de opstelling van de geconsolideerde balans van het Eurosysteem. Hij keurt de uitgavenbegroting alsook de jaarrekening goed. Hij is bevoegd om, in alle onafhankelijkheid, te beslissen over het reserverings- en dividendbeleid van de Bank. Hij regelt definitief de winstverdeling die door het Directiecomité wordt voorgesteld en waakt erover dat daarbij de financiële belangen van de Bank, van haar aandeelhouders en van de Staat als soevereine Staat op een evenwichtige wijze aan bod komen. Hij keurt het jaarverslag over de werkzaamheden van de Bank goed. Hij wijzigt de statuten teneinde deze in overeenstemming te brengen met de organieke wet en met de voor België bindende internationale verplichtingen. Hij stelt, op voorstel van het Directiecomité, het huishoudelijk reglement vast dat de basisregels bevat inzake de werking van de organen en betreffende de organisatie van de departementen, diensten en vestigingen, alsook de deontologische code die de leden van het Directiecomité en het personeel moeten naleven. De Regentenraad bepaalt afzonderlijk de wedde en het pensioen van de leden van het Directiecomité. Hij stelt tevens het bedrag van de vergoeding van de regenten en de censoren vast. De Regentenraad oefent dus bepaalde bevoegdheden uit die in de gemeenrechtelijke vennootschappen toebehoren aan de Raad van bestuur, en andere die behoren tot de algemene vergadering van aandeelhouders. Het is een zeer specifiek orgaan dat een duaal element in de bestuursstructuur van de Bank brengt. De Regentenraad, die overwegend is samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders, speelt een sleutelrol inzake benoeming van de directeurs, bezoldiging en toezicht, en dit gezien de frequentie van zijn vergaderingen op een permanentere wijze dan de gespecialiseerde comités van de gewone vennootschappen. Wat de begroting en de remuneraties betreft, wordt de Regentenraad bijgestaan door twee commissies, de Begrotingscommissie en de Remuneratiecommissie. De Begrotingscommissie is bevoegd om de begroting van de Bank te onderzoeken, alvorens deze ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Regentenraad. Zij wordt voorgezeten door een lid van het College van censoren en omvat daarnaast twee regenten, een andere censor, de vertegenwoordiger van de minister van Financiën en, met raadgevende stem, het lid van het Directiecomité waaronder het departement Beheerscontrole ressorteert. De Remuneratiecommissie heeft als opdracht aan de Regentenraad advies te verstrekken omtrent de vergoedingen van de leden van het Directiecomité en van de regenten en censoren. Zij wordt voorgezeten door een regent en omvat daarnaast een andere regent, twee censoren en de vertegenwoordiger van de minister van Financiën. Deze commissies komen bijeen telkens als de omstandigheden het vereisen. Voor hun secretariaat kunnen zij een beroep doen op de chef van de dienst Secretariaat. De samenstelling van deze commissies waarborgt hun onafhankelijkheid en het toezicht door de Staat, wat gerechtvaardigd is vanwege het openbare karakter van de onderneming. Ingevolge de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en de organieke wet, hebben drie regenten op persoonlijke titel zitting in de Raad van toezicht van de CBFA. SAMENSTELLING De Regentenraad is samengesteld uit de gouverneur, de directeurs en tien regenten. Hij telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige regenten. De regenten worden door de algemene vergadering verkozen voor een hernieuwbare termijn van drie jaar, op basis van aanbevelingslijsten van twee kandidaten. Twee regenten worden gekozen op voordracht van de meest vooraanstaande werknemersorganisaties, drie op voordracht van de meest vooraanstaande organisaties van de nijverheid en de handel, van de landbouw en van de middenstand en vijf regenten op voordracht van de minister van Financiën.

132 Bijlage De procedure voor de benoeming van de regenten is op een bijzondere wijze geregeld. Bij de voorbereiding van de wet van 28 juli 1948 tot wijziging van de organieke wet en tot reorganisatie van de Bank, heeft de wetgever ernaar gestreefd, door de wijze waarop de directeurs en regenten worden benoemd, zowel de volstrekte onafhankelijkheid van de Bank ten aanzien van de individuele belangen als de technische bekwaamheid van de kandidaten te waarborgen. De procedure inzake de voordracht van de regenten is zodanig opgevat dat een billijke vertegenwoordiging van de sociaaleconomische belangen van België is gewaarborgd. Teneinde belangenconflicten te vermijden, bepaalt de organieke wet dat de regenten geen functie van zaakvoerder, bestuurder of directeur in een kredietinstelling mogen uitoefenen, evenmin als sommige politieke functies (lid van een parlement, een regering of een kabinet). De regenten kunnen uit hun ambt worden ontzet door de algemene vergadering van aandeelhouders die beslist bij meerderheid van drie vierde van de stemmen van de aanwezige aandeelhouders die minstens drie vijfde van de aandelen bezitten. WERKING De werking van de Regentenraad wordt geregeld door de organieke wet, de statuten en het huishoudelijk reglement. Deze teksten kunnen worden geraadpleegd op de website van de Bank. De Regentenraad vergadert ten minste tweemaal per maand en neemt zijn beslissingen bij meerderheid van stemmen. Indien een lid van de Regentenraad, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing die tot de bevoegdheid behoort van de Regentenraad, deelt hij of zij dit mee aan de andere leden alvorens de raad een besluit neemt. Hij of zij neemt niet deel aan de beraadslaging en de stemming dienaangaande. In het bijzonder nemen de gouverneur en de directeurs niet deel aan de beraadslaging en de stemming omtrent de goedkeuring van de jaarrekening College van censoren BEVOEGDHEDEN Het College van censoren heeft tot opdracht toe te zien op de voorbereiding en de uitvoering van de begroting van de Bank. In dat verband neemt het College regelmatig kennis van de werkzaamheden van de dienst Interne audit. Zijn voorzitter brengt hierover jaarlijks verslag uit in de Regentenraad en beantwoordt er de vragen die daaromtrent worden gesteld. Het College van censoren is tevens het auditcomité van de Bank. In die hoedanigheid is het met name, in een adviserende rol, belast met de monitoring van het financiële verslaggevingsproces, de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer en van de interne audit, de monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening en de beoordeling en de monitoring van de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor. Het auditcomité brengt jaarlijks verslag uit aan de Regentenraad over de uitoefening van zijn opdrachten. Het brengt tevens verslag uit aan de Regentenraad over alle aspecten van de uitoefening van zijn opdrachten die nuttig zijn voor de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag en voor het vaststellen van boekhoudregels door de Regentenraad. Aan het Directiecomité brengt het auditcomité verslag uit over alle aspecten die relevant zijn voor de getrouwheid van de financiële informatie, voor de goede werking van de interne controle, het risicobeheer en de interne audit, alsook voor de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor. SAMENSTELLING Het College van censoren bestaat uit tien leden, waaronder evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. De censoren worden door de algemene vergadering van aandeelhouders verkozen voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Zij worden gekozen onder de op het vlak van controle speciaal bevoegde vooraanstaande personen. Minstens één lid van het College van censoren is onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen. Om belangenconflicten te vermijden, mogen de censoren bepaalde politieke of parlementaire functies niet uitoefenen.

133 144 Ondernemingsverslag De censoren kunnen uit hun ambt worden ontzet door de algemene vergadering van aandeelhouders, die beslist bij meerderheid van drie vierde van de stemmen van de aanwezige aandeelhouders die minstens drie vijfde van de aandelen bezitten. WERKING De werking van het College van censoren wordt geregeld door de organieke wet, de statuten en het huishoudelijk reglement. Zijn nadere werkingsregels als auditcomité zijn daarenboven opgenomen in het Reglement van het auditcomité dat een bijlage vormt bij het huishoudelijk reglement waarvan het integrerend deel uitmaakt. Deze teksten kunnen worden geraadpleegd op de website van de Bank. Het College van censoren vergadert ten minste tweemaal per kwartaal. Zijn beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen Vergoedingsbeleid DIRECTIECOMITÉ De wedde van de leden van het Directiecomité wordt geïndexeerd (sedert 1994 in functie van de evolutie van de gezondheidsindex) en wordt gepubliceerd in de toelichting bij de jaarrekening. De leden van het Directiecomité maken bovendien aan de Bank de vergoedingen over die zij desgevallend ontvangen voor verschillende externe mandaten die zij uitoefenen gelet op hun taak binnen de Bank. De meeste van deze mandaten worden evenwel niet vergoed, of slechts in onbelangrijke mate, met als voornaamste uitzondering het mandaat van bestuurder van de Bank voor Internationale Betalingen dat de gouverneur waarneemt. Hij staat de volledige vergoeding daarvoor af aan de Bank. REGENTENRAAD De organieke wet bepaalt dat de regenten presentiegeld ontvangen en, zo nodig, een vergoeding voor verplaatsingskosten, verbonden aan hun daadwerkelijke deelneming aan de vergaderingen. Het bedrag van deze vergoedingen wordt, op advies van de Remuneratiecommissie, vastgesteld door de Regentenraad onder toezicht van de minister van Financiën, via zijn vertegenwoordiger. Krachtens de organieke wet bepaalt de Regentenraad afzonderlijk de wedde en het pensioen van de leden van het Directiecomité. Hij wordt hierin bijgestaan door de Remuneratiecommissie, die vooraf adviezen uitbrengt. De leden van het Directiecomité nemen niet deel aan de beraadslagingen en stemmingen in de Regentenraad aangaande hun eigen vergoedingen. Aangezien voor de Bank, in tegenstelling tot de meeste andere beursgenoteerde vennootschappen, de maximalisering van de winst geen hoofddoel vormt, omvatten de vergoedingen van de gouverneur en van de andere leden van het Directiecomité enkel een vast bestanddeel, zonder variabel deel. Er worden geen premies toegekend aangezien de organieke wet uitdrukkelijk bepaalt dat deze wedden geen aandeel in de winst mogen omvatten en dat daaraan geen enkele andere vergoeding mag worden toegevoegd. De statuten van de Bank bepalen evenwel dat deze laatste voorziet in de kosten van huisvesting van de gouverneur. Het door de Regentenraad sinds vele jaren gevolgde beleid bestaat erin de vergoeding van iedere nieuwe gouverneur, vicegouverneur of directeur te bepalen op het niveau van deze van zijn of haar voorganger. COLLEGE VAN CENSOREN Zoals de regenten, ontvangen de censoren krachtens de organieke wet presentiegeld en, zo nodig, een vergoeding voor verplaatsingskosten, verbonden aan hun daadwerkelijke deelneming aan de vergaderingen. Het bedrag van deze vergoedingen wordt, op advies van de Remuneratiecommissie, vastgesteld door de Regentenraad onder toezicht van de minister van Financiën, via zijn vertegenwoordiger. 2.4 Andere actoren van de Bank Algemene vergadering BEVOEGDHEDEN De gewone algemene vergadering krijgt kennis van het verslag van het bestuur over de verrichtingen van het afgelopen boekjaar en verkiest de regenten en censoren voor de vacant geworden mandaten, overeenkomstig de bepalingen van de organieke wet. Zij benoemt de bedrijfsrevisor op voordracht van de Regentenraad. Zij wijzigt de

134 Bijlage statuten in de gevallen waarin deze bevoegdheid niet aan de Regentenraad is toegewezen. De algemene vergadering beraadslaagt over de in de oproepingsbrieven vermelde zaken en over die welke haar worden voorgelegd door de Regentenraad of door het College van censoren. De organieke wet verleent de algemene vergadering, waarvan de bevoegdheden zijn beperkt, niet de hoedanigheid van een orgaan. SAMENSTELLING De algemene vergadering is samengesteld uit de aandeelhouders eigenaars van aandelen op naam en de aandeelhouders eigenaars van aandelen aan toonder of gedematerialiseerde aandelen die, ten minste vijf dagen vóór de datum van de vergadering, hun aandelen of een door een erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest waarbij de onbeschikbaarheid van de gedematerialiseerde aandelen tot op de datum van de algemene vergadering wordt vastgesteld, hebben neergelegd. Ieder aandeel geeft recht op één stem. Elk besluit wordt bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel verworpen. De benoemingen en de afstellingen geschieden bij geheime stemming. Over alle andere voorstellen of onderwerpen wordt bij naamafroeping gestemd. Indien bij de eerste stemronde niet alle te verkiezen leden de absolute meerderheid hebben behaald, wordt een lijst opgemaakt van de personen die het meeste stemmen hebben behaald. Deze lijst bevat tweemaal zoveel namen als er nog verkiesbare leden zijn. Alleen op deze kandidaten mag worden gestemd. Bij staking van stemmen wordt steeds de oudste kandidaat verkozen. De rechtmatig genomen beslissingen zijn bindend voor alle aandeelhouders. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt, die worden ondertekend door de stemopnemers, de voorzitter en de aanwezige leden van de Regentenraad. De notulen worden gepubliceerd op de website van de Bank. De afschriften en uittreksels die aan derden worden gestuurd, worden door de secretaris ondertekend. De algemene vergadering vertegenwoordigt de algemeenheid van de aandeelhouders. WERKING De algemene vergadering wordt voorgezeten door de gouverneur. De gewone algemene vergadering wordt gehouden op de laatste maandag van de maand mei en indien deze dag op een feestdag valt, op de eerstvolgende bankwerkdag. Een buitengewone algemene vergadering kan worden opgeroepen telkens als de Regentenraad dit nodig acht. Zij moet worden bijeengeroepen wanneer het aantal regenten of censoren beneden de volstrekte meerderheid is gedaald of wanneer de bijeenroeping wordt aangevraagd, hetzij door het College van censoren, hetzij door aandeelhouders die een tiende van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Voor de opening van de vergadering tekenen de aandeelhouders de aanwezigheidslijst. De twee aanwezige aandeelhouders die in het bezit zijn van het grootste aantal aandelen en die bovendien geen deel uitmaken van het bestuur van de Bank en dit mandaat aanvaarden, worden aangewezen tot stemopnemers Vertegenwoordiger van de minister van Financiën Behalve voor de taken en de verrichtingen die onder de bevoegdheid van het ESCB vallen, houdt de vertegenwoordiger van de minister van Financiën toezicht op de verrichtingen van de Bank en schorst en brengt hij elke beslissing die met de wet, met de statuten en met de belangen van het Rijk strijdig zou zijn, ter kennis van de minister van Financiën. Indien de minister van Financiën binnen acht dagen niet over de schorsing heeft beslist, mag de beslissing worden uitgevoerd. De vertegenwoordiger van de minister van Financiën woont van rechtswege de vergaderingen van de Regentenraad en van het College van censoren bij. Hij heeft er een raadgevende stem. Behalve voor de verrichtingen die onder de bevoegdheid van het ESCB vallen, heeft de vertegenwoordiger van de minister van Financiën het recht te allen tijde kennis te nemen van de stand van zaken en de boekhouding en kassen na te zien. Hij woont de algemene vergaderingen bij wanneer hij dit gepast acht. Het Directiecomité dient

135 146 Ondernemingsverslag hem, telkens wanneer hij erom verzoekt, de voor echt verklaarde staat van de Bank ter hand te stellen. Hij brengt over zijn opdracht ieder jaar verslag uit aan de minister van Financiën. Via zijn vertegenwoordiger oefent de minister van Financiën aldus namens de soevereine Staat controle uit op de werking van de Bank op het vlak van haar opdrachten van nationaal belang. De wedde van de vertegenwoordiger van de minister van Financiën wordt vastgesteld door die minister, in overleg met het bestuur van de Bank, en wordt door deze laatste gedragen Bedrijfsrevisor De bedrijfsrevisor oefent de bij artikel 27.1 van het protocol betreffende de statuten van het ESCB en van de ECB bepaalde toezichthoudende bevoegdheid uit en brengt erover verslag uit aan de Regentenraad. Hij certificeert de jaarrekening. Hij verleent de Bank specifieke technische bijstand op het vlak van de controle op de naleving van de deontologische code. Voor dit facet van zijn opdracht is hij in het bijzonder onderworpen aan het beroepsgeheim zoals bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek. Hij brengt ieder jaar in de Ondernemingsraad verslag uit over de jaarrekening en het jaarverslag. Hij bevestigt dat de door het Directiecomité verstrekte informatie juist en volledig is. Hij analyseert en verduidelijkt inzonderheid ten behoeve van de door de werknemers verkozen leden van de Ondernemingsraad de economische en financiële informatie die ter beschikking van deze Raad werd gesteld, in het licht van de impact ervan op de financiële structuur en de evaluatie van de financiële situatie van de Bank. Aangezien de Bank onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten, wordt de bedrijfsrevisor aangesteld op grond van een openbare aanbesteding. De revisor wordt vervolgens benoemd door de algemene vergadering, op voordracht van de Ondernemingsraad. Hij moet worden erkend door de Raad van ministers van de Europese Unie, op aanbeveling van de ECB Ondernemingsraad Krachtens de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven heeft de Bank een Ondernemingsraad. Dit is een paritair overlegorgaan samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever en vertegenwoordigers van het personeel, die om de vier jaar worden verkozen. De Ondernemingsraad heeft als belangrijkste opdracht advies uit te brengen en alle voorstellen of bezwaren te formuleren met betrekking tot iedere maatregel die de werkorganisatie, de arbeidsvoorwaarden en de rentabiliteit van de onderneming zou kunnen wijzigen. Het Directiecomité stelt overeenkomstig de wet specifieke economische en financiële informatie te zijner beschikking. 2.5 Mechanismen voor controle van de activiteiten De activiteiten en de verrichtingen van de Bank zijn onderworpen aan een reeks controlemechanismen, van controles op operationeel niveau tot externe controles. Ze staan ervoor garant dat de operaties naar behoren worden uitgevoerd met inachtneming van de vastgelegde doelstellingen en met bijzondere aandacht voor veiligheid en een kostenbesparend inzetten van middelen. De controleverplichtingen waaraan de Bank in haar hoedanigheid van centrale bank van het land en als onderdeel van het ESCB is onderworpen, zijn van een andere aard en reiken verder dan die aanbevolen door de Belgische corporate governance code voor de gemeenrechtelijke naamloze vennootschappen. Het Directiecomité is uit het oogpunt van het algemene bedrijfsbeheer verantwoordelijk voor de uitwerking van een interne controlestructuur. De lijnverantwoordelijken en hun medewerkers dragen de eersterangsverantwoordelijkheid voor de efficiënte werking van het interne-controlesysteem. De dienst Interne audit draagt de tweederangsverantwoordelijkheid voor de evaluatie van het interne-controlesysteem, met de volgende specifieke doelstellingen : hij verhoogt het bewustzijn in alle werkeenheden over de ondernemingsrisico s, hun identificering en hun meting ;

136 Bijlage hij formuleert een onafhankelijke beoordeling van de risico s en de controlemaatregelen, waarvan hij de toepassing verifieert ; hij verstrekt adviezen aan het Directiecomité en aan de departements- en dienstchefs en stelt maatregelen voor ter verbetering van het interne-controlesysteem ; hij verstrekt desgewenst bijstand voor de tenuitvoerlegging van die maatregelen. Om zijn onafhankelijkheid ten aanzien van de departementen en diensten te waarborgen, hangt de dienst Interne audit rechtstreeks af van de gouverneur en draagt hij geen directe operationele verantwoordelijkheid. Hij brengt verslag uit aan het Directiecomité. De chef van de dienst Interne audit is lid van het Comité van Interne accountants (IAC) van het ESCB. De dienst Interne audit volgt de methodologie, doelstellingen, verantwoordelijkheden en rapporteringskanalen die binnen het ESCB zijn vastgelegd, onder andere in de «ESCB Audit Policy», goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de ECB. Bepaalde controlefuncties worden uitgeoefend door specifieke administratieve eenheden (bijvoorbeeld het beheer van de toegang tot de informaticasystemen), terwijl structurele belangenconflicten worden opgelost door de betrokken activiteiten te scheiden (systeem van Chinese walls). Zo wordt bijvoorbeeld het beheer van en het toezicht (oversight) op de betalingssystemen uitgeoefend door twee verschillende departementen. Het College van censoren ziet toe op de voorbereiding en de uitvoering van de begroting. Ieder jaar brengt zijn voorzitter hieromtrent verslag uit in de Regentenraad en beantwoordt er de gestelde vragen. Als auditcomité van de Bank is het College van censoren, in een raadgevende rol, belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer en van de interne audit van de Bank. Daartoe onderzoekt het auditcomité periodiek, volgens een plan dat het opstelt, de systemen voor interne controle en risicobeheer die werden opgezet door de departementen en diensten. Het verzekert zich ervan dat de voornaamste risico s, met inbegrip van de risico s die verband houden met de naleving van bestaande wetgeving en reglementering, behoorlijk worden geïdentificeerd, beheerd en ter kennis gebracht van het auditcomité en van het Directiecomité. Het auditcomité kijkt tevens de verklaringen na inzake interne controle en risicobeheer die in het jaarverslag worden opgenomen. Het auditcomité beoordeelt de doeltreffendheid van de interne audit. Het onderzoekt het charter van de interne audit en gaat na of diens middelen en knowhow aangepast zijn aan de aard, de omvang en de complexiteit van de Bank. Het formuleert zo nodig aanbevelingen daarover aan het Directiecomité. Voorafgaand aan de goedkeuring door het Directiecomité kijkt het auditcomité het werkprogramma van de interne audit na, rekening houdend met de complementariteit van de bedrijfsrevisor. Het auditcomité ontvangt de interne-auditverslagen of samenvattingen ervan en het kwartaalverslag van de interne audit. Het gaat na in welke mate de departementen en diensten tegemoetkomen aan de bevindingen en aanbevelingen van de interne audit. Op verzoek van het Directiecomité verstrekt het auditcomité advies betreffende het profiel van het hoofd van de interne audit. Het auditcomité beoordeelt tevens de relevantie en het consequent karakter van de boekhoudregels die de Regentenraad vaststelt. De Regentenraad keurt de jaarrekening goed, de jaarlijkse begroting, de boekhoudkundige regels die hij ter beoordeling voorlegt aan het auditcomité en de voorschriften met betrekking tot de interne organisatie van de Bank. Hij hoort het auditcomité alvorens te beslissen over de goedkeuring van de jaarrekening en kan het auditcomité verzoeken specifieke vragen in dit verband te onderzoeken en hem daarover verslag uit te brengen. De Bank is daarenboven aan verschillende externe controles onderworpen. De eerste controle wordt uitgeoefend door de bedrijfsrevisor. Deze controleert en certificeert de rekeningen van de Bank. Behalve wat de opdrachten en verrichtingen betreft die ressorteren onder het ESCB, ziet de vertegenwoordiger van de minister van Financiën toe op de verrichtingen van de Bank voor rekening van die minister. Deze heeft immers het recht om die verrichtingen te controleren en zich te verzetten tegen elke beslissing die strijdig zou zijn met de wet, de statuten of de belangen van de Staat.

137 148 Ondernemingsverslag Voorts kan de gouverneur worden gehoord door de bevoegde commissies van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, op verzoek van die commissies of op eigen initiatief. Tot slot handelt de Bank, krachtens de statuten van het ESCB en de ECB, in overeenstemming met de beleidslijnen en instructies van de ECB. De Raad van Bestuur neemt de noodzakelijke maatregelen voor de naleving van de beleidslijnen en instructies van de ECB en eist dat alle nodige gegevens aan hem zouden worden bezorgd. 2.6 Gedragsregels Een deontologische code legt alle medewerkers van de Bank strenge gedragsregels op. Bovendien bevat deze code bijzondere bepalingen die gelden voor de leden van het Directiecomité en voor personen die op alle hiërarchische niveaus betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van de monetaire-beleidstransacties, de valutamarktoperaties en het beheer van de financiële activa van de Bank of van de ECB of die op regelmatige basis kennis zouden kunnen krijgen van vertrouwelijke informatie die de koersen kan beïnvloeden. De leden van het Directiecomité leven de hoogste normen inzake beroepsethiek na. De leden van de organen van de Bank en haar personeelsleden zijn gebonden aan een strikte geheimhoudingsplicht, overeenkomstig artikel 35 van de organieke wet. Ze zijn ook onderworpen aan de bepalingen inzake misbruik van voorkennis en marktmanipulatie die voortvloeien uit de artikelen 25 en 25bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De leden van het Directiecomité, alsook de regenten en censoren, zijn onderworpen aan de verplichtingen van de wet van 2 mei 1995 en van 26 juni 2004 betreffende het indienen van een lijst van mandaten en een vermogensaangifte. De leden van het Directiecomité ondernemen geen enkele transactie in aandelen van de Bank of in financiële instrumenten die verband houden met deze aandelen, met uitzondering van de transacties die nodig zijn om, in de maand volgend op hun ambtsaanvaarding, te kunnen bewijzen dat ze eigenaar zijn van respectievelijk 50 aandelen op naam (wat de gouverneur betreft) en 25 aandelen op naam (wat de directeurs betreft). Zij mogen deze aandelen niet vervreemden of in pand geven vóór het verstrijken van hun functie als lid van het Directiecomité van de Bank. Zij waken erover dat dezelfde regels in acht worden genomen door de personen die nauw met hen gelieerd zijn in de zin van artikel 2, 23, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De regenten en censoren onthouden zich van transacties betreffende aandelen van de Bank of financiële instrumenten die verband houden met deze aandelen gedurende de vaste sperperiode die loopt vanaf het ogenblik waarop het Directiecomité de jaarrekening vaststelt tot op het moment van de openbaarmaking daarvan. Buiten deze vaste sperperiode gaan zij behoedzaam te werk bij het verhandelen van aandelen van de Bank en in ieder geval onthouden zij zich te allen tijde van speculatieve transacties met betrekking tot dit aandeel. Bovendien respecteren zij de sperperiodes die ad hoc worden afgekondigd door het Directiecomité. Zij waken erover dat dezelfde regels in acht worden genomen door de personen die nauw met hen gelieerd zijn in de zin van artikel 2, 23, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. De legal compliance officer informeert de regenten en censoren omtrent het bestaan van sperperiodes. 3. Aandeelhouderschap 3.1 Kapitaal en aandelen Het maatschappelijk kapitaal van de Bank bedraagt tien miljoen euro en is vertegenwoordigd door vierhonderdduizend aandelen zonder nominale waarde, waarvan tweehonderdduizend aandelen, nominatief en onoverdraagbaar, in handen van de Staat. Tweehonderdduizend aandelen, nominatief, aan toonder of gedematerialiseerd, zijn verdeeld onder het publiek en staan genoteerd op Euronext Brussels. Het maatschappelijk kapitaal is volledig afgelost. Met uitzondering van de aandelen die aan de Staat toebehoren, mogen deze kosteloos worden omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen, naar goeddunken van de eigenaar.

138 Bijlage De eigendom van de aandelen op naam wordt vastgesteld door de inschrijving in het register van aandelen op naam van de Bank. De nominatieve aandeelhouder ontvangt een attest dat geen overdraagbare titel vormt. Gedematerialiseerde aandelen worden vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeninghouder of bij de vereffeningsinstelling, de NV Euroclear Belgium. 3.2 Aandeelhoudersstructuur Sedert 1948 bezit de Belgische Staat, krachtens de organieke wet, tweehonderdduizend aandelen van de Bank, of 50 % van de totale stemrechten. De Bank heeft geen kennis van andere deelnemingen die 5 % of meer van de stemrechten bedragen. 3.3 Dividenden De vaststelling van de dividenden wordt geregeld door de organieke wet. Een eerste dividend ten belope van 6 % van het kapitaal wordt gegarandeerd met alle reserves. Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost voor haar totale reserves. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij het peil van de reserves daardoor te laag zou worden. Gezien de bijzondere aard van de Bank en haar taken van algemeen belang, met inbegrip van de handhaving van prijsstabiliteit als hoofddoel, staat het dividend grotendeels los van de winst en, in voorkomend geval, het verlies. De aandeelhouder wordt aldus beschermd tegen de volatiliteit van de resultaten van de Bank die afhankelijk zijn van het monetair beleid van het Eurosysteem en van exogene factoren zoals de vraag naar bankbiljetten of het wisselkoersverloop. 4. Communicatie met de aandeelhouders en het publiek 4.1 Principes In haar hoedanigheid van centrale bank van het land, vervult de Bank specifieke taken van algemeen belang, waarvoor zij verantwoording moet afleggen tegenover de democratische instellingen en het publiek in het algemeen, en niet enkel tegenover haar aandeelhouders of werknemers. 4.2 Jaarlijks verslag De Bank publiceert jaarlijks een verslag dat het publiek uitgebreide informatie verstrekt over de recente economische en financiële ontwikkelingen in binnen- en buitenland. In de samenvatting die door de gouverneur namens de Regentenraad wordt voorgesteld, wordt de nadruk gelegd op de belangrijkste gebeurtenissen van het afgelopen jaar ; het bevat de belangrijkste boodschappen van de Bank op het gebied van economisch beleid. De Bank publiceert jaarlijks ook een ondernemingsverslag dat aan de aandeelhouders en het publiek het activiteitenverslag en de jaarrekening van het afgelopen boekjaar voorstelt en uitleg verschaft over de organisatie en het bestuur van de Bank. Deze verslagen worden voor de gewone algemene vergaderingen in syllabusvorm ter beschikking gesteld van de aandeelhouders en het publiek. Bovendien worden zij gepubliceerd op de website van de Bank, waarop alle verslagen staan die sinds 1851 zijn verschenen. 4.3 Verslag aan het Parlement Krachtens de organieke wet en de statuten kan de gouverneur worden gehoord door de bevoegde commissies van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat, op verzoek van die commissies of op eigen initiatief. 4.4 Algemene vergaderingen De gewone algemene vergadering van de Bank biedt een forum waarop aandeelhouders en de directie van de Bank elkaar ontmoeten. Het Directiecomité stelt er jaarlijks het

139 150 Ondernemingsverslag activiteitenverslag en de jaarrekening van het afgelopen boekjaar voor. 4.5 Website De Bank stelt op haar website voortdurend een grote hoeveelheid regelmatig geactualiseerde informatie over haar activiteiten en haar werking ter beschikking van het publiek en de aandeelhouders. 5. Vertegenwoordiging van de Bank De gouverneur vertegenwoordigt de Bank in rechte. Alle akten die bindend zijn voor de Bank alsook alle bevoegdheden en delegaties betreffende deze akten mogen worden ondertekend door de gouverneur of door een directeur en de secretaris, zonder dat zij hun macht tegenover derden moeten rechtvaardigen. De akten van dagelijks bestuur mogen worden ondertekend door de gouverneur, de vicegouverneur of een directeur, of door een of twee hiervoor door het Directiecomité afgevaardigde personeelsleden. De gouverneur en het Directiecomité mogen, uitdrukkelijk of stilzwijgend, een bijzondere volmacht verlenen om de Bank te vertegenwoordigen. 6. Specifieke verantwoordelijkheid van de Bank 6.2 Missieverklaring van het Eurosysteem «Het Eurosysteem, dat bestaat uit de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben, is de monetaire autoriteit van het eurogebied. Wij in het Eurosysteem hebben als hoofddoel het handhaven van prijsstabiliteit in het algemeen belang. In onze hoedanigheid van toonaangevende financiële autoriteit, beogen wij tevens financiële stabiliteit te waarborgen en financiële integratie in Europa te bevorderen. Bij het nastreven van onze doelstellingen hechten wij het grootste belang aan geloofwaardigheid, vertrouwen, transparantie en verantwoording. Wij streven naar effectieve communicatie met de Europese burger en de media. Onze betrekkingen met de Europese en nationale autoriteiten zullen wij volledig conform de Verdragsbepalingen en met inachtneming van het onafhankelijkheidsbeginsel onderhouden. Zowel strategisch als operationeel werken wij gezamenlijk aan de verwezenlijking van onze gemeenschappelijke doelstellingen, met inachtneming van het decentralisatiebeginsel. Wij zijn gecommitteerd aan behoorlijk bestuur en aan het doeltreffend en efficiënt uitvoeren van onze taken, in een geest van samenwerking en teamwerk. Gebruik makend van onze brede en diepe ervaring en van de uitwisseling van kennis en vaardigheden, streven wij ernaar onze gezamenlijke identiteit te versterken, met één stem te spreken en synergie-effecten te benutten, binnen een kader van duidelijk gedefinieerde taken en verantwoordelijkheden voor alle leden van het Eurosysteem.» De Bank formuleert een specifieke missieverklaring, die zij naleeft. Als lid van het Eurosysteem onderschrijft zij bovendien de missieverklaring van het Eurosysteem. 6.1 Missieverklaring van de Bank «De Nationale Bank van België wil een onafhankelijke, competente en toegankelijke instelling zijn, die taken uitvoert van algemeen belang met een toegevoegde waarde voor de Belgische economie en samenleving en die als een gewaardeerde partner op diverse vlakken bijdraagt aan de goede werking van het Eurosysteem.»

140 Bijlage Bijlage 4 Reserverings- en (1) dividendbeleid De regels voor de verdeling van de opbrengsten van de Nationale Bank werden gewijzigd door de wet van 3 april 2009 tot wijziging van de financiële bepalingen van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België. De Bank heeft vandaag, 22 juli 2009, haar nieuwe reserverings- en dividendbeleid vastgesteld. Ze heeft er daarbij zorg voor gedragen dat zoals de Memorie van Toelichting bij de wet van 3 april 2009 het uitdrukkelijk vereist op evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de onderscheiden belangen van de centrale bank / vennootschap zelf, van haar aandeelhouders en van de soevereine Staat. Met ingang van boekjaar 2009 zijn de regels voor de winstverdeling als volgt : 1. Een eerste dividend van 1,5 per aandeel wordt toegekend. Dat dividend wordt gegarandeerd met alle reserves % van de te verdelen winst wordt toegevoegd aan de beschikbare reserve. De Bank bepaalt ieder jaar het minimumbedrag van de reserves waarover ze dient te beschikken in het licht van de risico s die ze loopt. Voor het lopende boekjaar 2009 is het minimumbedrag 3,2 miljard. Als gevolg van die beoordeling kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen. 3. Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar totale reserves. De netto-opbrengst is de opbrengst als vermeld in de resultatenrekening, na aftrek van de vennootschapsbelasting aan het effectief verschuldigde tarief. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij de Bank oordeelt dat het peil van haar reserves daardoor te laag zou worden. 4. Het saldo van de winstverdeling wordt toegekend aan de Staat. Dat saldo omvat in geen enkel geval enige terugneming van reserves en mag evenmin interen op het niet uitgekeerde deel van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar reserves. Dat deel moet worden gereserveerd. Voor het lopende boekjaar 2009 wijst de Bank erop dat ze op 8 mei 2009 (de dag van de inwerkingtreding van de wet van 3 april 2009) de portefeuille die de tegenpost is van haar reserves, heeft verhoogd met 953,6 miljoen. Dat bedrag stemt overeen met de overdracht van haar vroegere algemene voorzieningen naar de beschikbare reserve. De verhoging van de portefeuille tot een totaalbedrag van 3,7 miljard zal een positieve impact hebben op het dividend voor het lopende boekjaar De gedetailleerde regels luiden als volgt : 1. Wegens de creatie van een beschikbare reserve hoeft de Bank geen algemene voorzieningen meer aan te leggen. Zoals reeds aangekondigd op 25 maart 2009 worden de voorzieningen voor diverse risico s en voor toekomstige wisselkoersverliezen (voor een totaalbedrag van 953,6 miljoen) overgedragen aan de beschikbare reserve. Daarnaast heeft de Bank (1) Persmededeling van de Bank van 22 juli 2009.

141 152 Ondernemingsverslag 2009 momenteel een kapitaal van 10 miljoen en een reservefonds van 2.697,7 miljoen. 2. Het lopende resultaat is de eerste buffer voor het opvangen van verliezen. Een negatief resultaat van het boekjaar wordt eerst ten laste gelegd van de beschikbare reserve, die als dusdanig afzonderlijk zal worden vermeld op het passief van de balans, en daarna indien nodig van het reservefonds dat nu reeds is vermeld op het passief van de balans en dat bestaat uit de statutaire reserve, de buitengewone reserve en de afschrijvingsrekeningen. 3. Aan de hand van een raming van de becijferbare risico s die ze loopt, bepaalt de Bank het minimumbedrag van haar reserves. Ze maakt daarbij gebruik van methodologieën die ook door andere leden van het Eurosysteem worden toegepast, en gaat uit van haar specifieke doelstellingen inzake o.m. portefeuillebeheer en deviezenpositie. Voor het lopende boekjaar 2009 is het minimumbedrag 3,2 miljard. Voor ieder boekjaar zal de raming van de risico s worden bijgewerkt. Bij de toetsing van de reserves aan het minimumbedrag wordt geen rekening gehouden met de afschrijvingsrekeningen, die niet kunnen worden aangewend tot herstel van verliezen of aanvulling van winsten. 4. Ieder jaar wordt 25 % van de winst van het boekjaar aan de reserves toegevoegd. Een winstreservering van 25 % is hoger dan het Eurosysteem-gemiddelde, maar verantwoord aangezien de financiële buffers van de Bank zich onder het gemiddelde van het Eurosysteem bevinden, in verhouding zowel tot het balanstotaal als tot de bankbiljettenomloop. Gelet op het quasi onbeschikbaar karakter van het reservefonds en de verhouding van dit fonds tot het kapitaal, worden voortaan nog te reserveren winsten toegevoegd aan de beschikbare reserve. Op grond van de raming vermeld in paragraaf 3 kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen. 5. Het eerste dividend van 1,5 per aandeel (6 % van het kapitaal) wordt gegarandeerd door zowel de beschikbare reserve als het reservefonds. Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de nettoopbrengst van de geoormerkte portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves van de Bank. Onder netto-opbrengst dient verstaan het bedrag vermeld in post V van de resultatenrekening («Opbrengsten van de statutaire beleggingen»), na correctie voor de tegenpost van het kapitaal (1) en na aftrek van de vennootschapsbelasting aan het voor het boekjaar in kwestie effectief verschuldigde tarief. 6. Indien de winst van het boekjaar niet volstaat om het tweede dividend uit te betalen, wordt het resterende bedrag geput uit de beschikbare reserve. Daardoor mag evenwel nooit het peil van de reserves dalen onder het minimum vermeld in paragraaf 3. Als het echter extra winstreserveringen, zoals beschreven in de laatste alinea van paragraaf 4, zijn die maken dat het overblijvende saldo van de winst niet volstaat om het tweede dividend uit te keren, wordt dat tweede dividend niet aangevuld via de beschikbare reserve. De financiële draagkracht en onafhankelijkheid van de Bank primeren. 7. Wanneer de winst gering is en, bij toepassing van de regel vermeld in de eerste alinea van paragraaf 4 (25 % winstreservering), een geringer bedrag wordt gereserveerd dan de helft van de netto-opbrengst van de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves van de Bank, wordt de dotatie aan de reserves aangevuld tot ze 50 % van die netto-opbrengst beloopt, voor zover het saldo van de winst na aftrek van een tweede dividend conform paragraaf 5 dat toelaat. 8. Indien de Bank zou afwijken van de regel vermeld in paragraaf 4 en geen dotaties meer zou verrichten aan haar reserves, maakt zij de motieven daarvoor onmiddellijk bekend. In dergelijk geval wordt het tweede dividend, bij voldoende winst, verhoogd tot de volledige netto-opbrengst van de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves van de Bank. 9. De bovenstaande regels garanderen aldus dat de netto-opbrengst van de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves van de Bank bij voldoende winst ofwel wordt gereserveerd, waardoor de rendementsbasis van het tweede dividend aangroeit, ofwel als tweede dividend rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Het saldo dat aan de Staat wordt toegekend bevat nooit enig deel van de nettoopbrengst van die portefeuille. (1) De statutaire beleggingen (opgenomen in subpost 9.3 «Overige financiële activa» van het actief) zijn de tegenpost van de totale reserves (reservefonds + beschikbare reserve) van de Bank, en haar kapitaal. Om het tweede dividend te berekenen dienen uit de post V van de resultatenrekening bijgevolg, via een eenvoudige regel van 3, de opbrengsten te worden gehaald die door het kapitaal zijn gegenereerd. Het eerste dividend garandeert immers een vergoeding op het kapitaal van 6 %.

142 Bijlage Netto-opbrengsten van de verkoop van immobiliën worden voor het reserverings- en dividendbeleid volledig gelijkgesteld aan opbrengsten van de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves van de Bank. Onder netto-opbrengsten wordt verstaan de opbrengsten na aftrek van alle kosten (inclusief belastingen) en van eventuele vervangingsinvesteringen in immobiliën. 11. Terugnemingen van reserves als het peil ervan als te hoog wordt beschouwd, kunnen gebeuren op de beschikbare reserve. Ze dienen uitzonderlijk te zijn, beperkt in bedrag, en terdege gemotiveerd. Dergelijke terugnemingen kunnen enkel worden uitgekeerd als dividend. 12. Billijkheid, transparantie en stabiliteit zijn kernelementen voor het reserverings- en dividendbeleid van onze centrale bank. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de Bank het hierboven uiteengezette beleid duurzaam toe te passen. Daarnaast toont het verleden, en zeker het recente, aan dat de financiële context waarbinnen de Bank ageert, sterk kan evolueren. Iedere aanpassing van het beleid zal terdege worden gemotiveerd en onmiddellijk bekendgemaakt. Als overgangsmaatregel werd valuta 8 mei 2009 (de dag van de inwerkingtreding van de wet van 3 april 2009) de portefeuille die de tegenpost vormt van de reserves verhoogd met bovenvermeld bedrag van 953,6 miljoen dat overeenstemt met de overdracht van de algemene voorzieningen naar de beschikbare reserve. Dat zal reeds een positieve impact hebben op het dividend voor het lopende boekjaar De Bank zal dit reserverings- en dividendbeleid toelichten in de herfst, door middel van informatiesessies waarbij ze ook eventuele vragen zal beantwoorden.

143 Bijlage Bijlage 5 Lijst van in 2009 gepubliceerde artikels Economisch tijdschrift Juni Economische projecties voor België Voorjaar De nieuwe conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België 3. De werkgelegenheid bij de overheid in België 4. De Belgische overgang naar het gemeenschappelijk Eurobetalingsgebied : SEPA (Single Euro Payments Area) September Deflatie, een demon uit een ver verleden of een reëel gevaar anno 2009? 2. Regulering en concurrentie in de Belgische distributiesector 3. De economische relanceplannen 4. Naar meer milieuheffingen? 5. De Belgische markt voor hypothecaire kredieten vanuit een Europees perspectief December Economische projecties voor België Najaar De hervormingen van de pensioenstelsels in de landen van de EU15 3. Methodologie of prijszetting : wat verklaart de grotere volatiliteit van de consumptieprijzen voor gas en elektriciteit in België? 4. Verloop van de resultaten en van de financiële structuur van de ondernemingen in De sociale balans 2008

144 156 Ondernemingsverslag 2009 Working Papers 155. Fiscal sustainability and policy implications for the euro area 156. Understanding sectoral differences in downward real wage rigidity : workforce composition, institutions, technology and competition 157. Sequential bargaining in a New Keynesian model with frictional unemployment and staggered wage negotiation 158. Economic Importance of Air Transport and Airport Activities in Belgium 159. Rigid labour compensation and flexible employment? Firm-level evidence with regard to productivity for Belgium 160. The Belgian iron and steel industry in the international context 161. Trade, wages and productivity 162. Labour flows in Belgium 163. The young Lamfalussy : an empirical and policy-oriented growth theorist 164. Inflation dynamics with labour market matching : assessing alternative specifications 165. Understanding inflation dynamics : where do we stand? 166. Input-output connections between sectors and optimal monetary policy 167. Back to the basics in banking? A micro-analysis of banking system stability 168. Model misspecification, learning and the exchange rate disconnect puzzle 169. The use of fixed-term contracts and the labour adjustment in Belgium 170. Analysis of business demography using Markov chains : an application to Belgian data 171. A global assessment of the degree of price-stickiness results from the NBB business survey 172. Economisch belang van de Belgische havens : Vlaamse zeehavens, Luiks havencomplex en haven van Brussel Verslag Evaluating a monetary business cycle model with unemployment for the euro area 174. How are firms wages and prices linked : survey evidence in Europe 175. Micro data on nominal rigidity, inflation persistence and optimal monetary policy 176. On the origins of the BIS macro-prudential approach to financial stability : Alexandre Lamfalussy and financial fragility 177. Incentives and tranche retention in securitisation : a screening model 178. Optimal monetary policy and firm entry 179. Staying, dropping or switching : the impacts of bank mergers on small firms 180. Inter-industry wage differentials : how much does rent sharing matter? 181. Empirical evidence on the aggregate effects of anticipated and unanticipated US tax policy shocks 182. Downward nominal and real wage rigidity : survey evidence from European firms 183. The margins of labour cost adjustment : survey evidence from European firms

145 bijlage Bijlage 6 Openingstijden en adressen (1) diensten VESTIGINGEN WAAR DE DIENSTEN WORDEN AANGEBODEN openingstijden Bankbiljetten en muntstukken, Rijkskassier, Balanscentrale, Centrale voor kredieten aan particulieren Brussel, de Berlaimontlaan 3, Antwerpen, Bergen, Hasselt, Kortrijk en Luik 9 tot uur Wetenschappelijke bibliotheek Brussel, Warmoesberg tot 17 uur (2) Museum Brussel, Wildewoudstraat tot 18 uur, alle dagen behalve maandag Website : Inlichtingen : info@nbb.be Tel Contactpersoon pers : Kristin Bosman, dienst Communicatie, Tel Fax pressoffice@nbb.be Contactpersoon voor de financiële dienst van de aandelen van de Bank : Luc Janssens, dienst Effecten Tel Fax securities@nbb.be (1) Situatie op 1 maart (2) Vanwege de verhuizing zal de bibliotheek ontoegankelijk zijn voor het publiek van 1 maart tot 30 april 2010.

146 158 ondernemingsverslag 2009 Adressen : Brussel : de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel Tel Fax info@nbb.be Kortrijk : President Kennedypark 43, 8500 Kortrijk Tel Fax kortrijksg@nbb.be Luik : place St-Paul , 4000 Liège Tel Fax liegesg@nbb.be Antwerpen : Leopoldplaats 8, 2000 Antwerpen Tel Fax antwerpensg@nbb.be Hasselt : Eurostraat 4, 3500 Hasselt Tel Fax hasseltsg@nbb.be Bergen : avenue Frère-Orban 26, 7000 Mons Tel Fax monssg@nbb.be Departementen en diensten : zie website.

147 Illustraties 159 Illustraties Begin jaren zeventig startte de Nationale Bank, op gezamenlijk initiatief van de directie van de Bank en de personeelsvertegenwoordigers, met de aanleg van een collectie hedendaagse Belgische kunst. De verzameling past in de traditie van het mecenaat, waarbij alleen werken van levende Belgische, of in België verblijvende kunstenaars worden aangekocht. De stukken uit de collectie worden nooit verkocht. Voor de illustratie van dit verslag werd een selectie gemaakt van details van een aantal beeldhouwwerken, van uiteenlopende aard en stijl, wat de verscheidenheid van deze collectie weerspiegelt. In haar aankoopbeleid laat de Bank zich door een extern adviseur bijstaan. Tegenwoordig steunt ze hoofdzakelijk jonge en beloftevolle kunstenaars. Chantal TALBOT, Des peaux de terre se déchirent en miroir-éclat, 67 x 83 x 15 cm, keramiek en hout, 1983, detail. Foto : Patrick Van den Branden. SABAM Belgium 2010 Rafaël BUEDTS, Kop 3/7, 21 x 32 x 23 cm, brons, Foto : Patrick Van den Branden. De Nationale Bank heeft alle mogelijke stappen ondernomen om contact op te nemen met de rechthebbenden van de hier weergegeven afbeelding. Eventuele rechthebbenden kunnen zich desgewenst nog richten tot de contactpersoon, wiens adres achteraan dit boekdeel is afgedrukt.

148 160 Ondernemingsverslag 2009 Joëlle TUERLINCKX, Zonder titel, verschillende afmetingen, zes kristallen bollen, s.d. Foto : Patrick Van den Branden. De Nationale Bank heeft alle mogelijke stappen ondernomen om contact op te nemen met de rechthebbenden van de hier weergegeven afbeelding. Eventuele rechthebbenden kunnen zich desgewenst nog richten tot de contactpersoon, wiens adres achteraan dit boekdeel is afgedrukt. Tjok DESSAUVAGE, Potstruktuur, 22 x 24,5 x 24,5 cm, keramiek, Foto : Patrick Van den Branden. Tjok Dessauvage Carla AROCHA, Zonder titel (Ball), 100 x 80 x 35 cm, glasplaten op houten voetstuk, Foto : Philippe Debeerst. Carla Arocha

De Nationale Bank van België. Hoofdactiviteiten

De Nationale Bank van België. Hoofdactiviteiten De Nationale Bank van België Hoofdactiviteiten april 2010 Inhoud HOOFDSTUK 1. Geld en monetair beleid 3 Geld, emissie en seigneuriage 3 Monetair beleid : doelstelling, institutioneel kader en strategie

Nadere informatie

De Bank is betrokken bij het uitstippelen en uitvoeren van het monetair beleid van het Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële systeem.

De Bank is betrokken bij het uitstippelen en uitvoeren van het monetair beleid van het Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële systeem. 11 1. De Bank is betrokken bij het uitstippelen en uitvoeren van het monetair beleid van het Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële systeem. 1.1 Geld en monetair beleid Hoewel de centrale banken

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 21.1.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 16/55 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 augustus 2013 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal

Nadere informatie

De Nationale Bank van België. Hoofdactiviteiten

De Nationale Bank van België. Hoofdactiviteiten De Nationale Bank van België Hoofdactiviteiten april 2010 Inhoud HOOFDSTUK 1. Geld en monetair beleid 3 Geld, emissie en seigneuriage 3 Monetair beleid : doelstelling, institutioneel kader en strategie

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 6.7.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 187/17 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 21 juni 2013 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal

Nadere informatie

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 28.5,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 28.5, 11.1.2019 L 9/183 BESLUIT (EU) 2019/45 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2018 betreffende de modaliteiten en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in het kapitaal van de Europese Centrale

Nadere informatie

Gedurende de financiële crisis speelde het Eurosysteem een cruciale rol in het op peil houden van de liquiditeit van het banksysteem.

Gedurende de financiële crisis speelde het Eurosysteem een cruciale rol in het op peil houden van de liquiditeit van het banksysteem. Financiële crisis 11 1. Financiële crisis Gedurende de financiële crisis speelde het Eurosysteem een cruciale rol in het op peil houden van de liquiditeit van het banksysteem. 1.1 Beheer van de liquiditeit

Nadere informatie

Externe communicatie. Wie zijn wij?

Externe communicatie. Wie zijn wij? Externe communicatie Wie zijn wij? De Nationale Bank van België Bankbiljetten in omloop brengen, het monetair beleid ten uitvoer leggen en instaan voor de financiële stabiliteit zijn de voornaamste taken

Nadere informatie

BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED

BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED Deze bijlage bevat een kort overzicht van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), het Eurosysteem en een inleiding

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2010/29) (2011/67/EU)

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2010/29) (2011/67/EU) L 35/26 Publicatieblad van de Europese Unie 9.2.2011 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (herschikking) (ECB/2010/29) (2011/67/EU) DE

Nadere informatie

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Bronnen: www.nbb.be en www.ecb.int A. Definitie van prijsstabiliteit Prijsstabiliteit is gedefinieerd als inflatie beneden, maar dicht bij de 2%. Besluiten over

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

Nieuwe. formule. De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied

Nieuwe. formule. De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Nieuwe formule 2017-2018 De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Generation uro Students Award 2017-2018 De centrale bank en het monetair beleid in het eurogebied Dit hoofdstuk (1) bevat

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK C 16/10 22.1.2009 EUROPESE CENTRALE BANK OVEREENKOMST van 8 december 2008 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten buiten het eurogebied tot wijziging van de overeenkomst

Nadere informatie

Verslag Ondernemingsverslag

Verslag Ondernemingsverslag Verslag 2011 Ondernemingsverslag Nationale Bank van België Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is

Nadere informatie

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Jan Smets 29ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, Gent, 19 november 2010 DS.10.09.340 Het Europees

Nadere informatie

1. De Nationale Bank als onderneming

1. De Nationale Bank als onderneming 1. De Nationale Bank als onderneming 1.1 De belangrijkste taken van de Nationale Bank 1.1.1 Geld en monetair beleid Het hoeft niet te verbazen dat het brede publiek de centrale banken in eerste instantie

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 25.3.2006 C 73/21 EUROPESE CENTRALE BANK OVEREENKOMST van 16 maart 2006 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de lidstaten buiten het eurogebied waarin de operationele procedures

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 26.9.2003 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 241/1 EUROPESE CENTRALE BANK RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 februari 2003 inzake bepaalde statistische rapportagevereisten van de Europese

Nadere informatie

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Integrale versie 3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Om tegemoet te komen aan de voorschriften van het ESR 1995, werd de op de verzekeringsinstellingen

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005 STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 5 NL De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en van andere

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 202/54 Publicatieblad van de Europese Unie 4.8.2009 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 juli 2009 tot wijziging van Besluit ECB/2006/17 betreffende de jaarrekening van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ***** COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.1998 COM(1998) 801 def. 98/ 0364(CNB) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de monetaire regelingen in de Franse territoriale gemeenschappen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december 2001 6,3 18 keer beoordeeld Vak Economie De euro in de praktijk. Hoofdstuk 1: De euro. 1.1 Begrip. Sinds 1 januari 1999 hebben de deelnemers aan de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.2.2004 SEC(2004) 204 definitief 2004/0046 (CNB) Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2014 COM(2014) 277 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

GEGEVENSVERZAMELING BIJ KREDIETINSTELLINGEN EN ANDERE PROFESSIONELE GELDVERWERKERS KRACHTENS HET KADER VOOR HET RECIRCULEREN VAN BANKBILJETTEN

GEGEVENSVERZAMELING BIJ KREDIETINSTELLINGEN EN ANDERE PROFESSIONELE GELDVERWERKERS KRACHTENS HET KADER VOOR HET RECIRCULEREN VAN BANKBILJETTEN GEGEVENSVERZAMELING BIJ KREDIETINSTELLINGEN EN ANDERE PROFESSIONELE GELDVERWERKERS KRACHTENS HET KADER VOOR HET RECIRCULEREN VAN BANKBILJETTEN ALGEMENE BEGINSELEN VOOR DE GEGEVENSVERZAMELING KRACHTENS

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje, L 157/28 BESLUIT (EU) 2016/948 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 1 juni 2016 betreffende de tenuitvoerlegging van het aankoopprogramma bedrijfssector (ECB/2016/16) DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE

Nadere informatie

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN DE INSTELLINGEN VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE De instellingen van de Europese Monetaire Unie dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor het vastleggen van het Europese monetaire beleid, voor besluiten

Nadere informatie

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.12.2014 C(2014) 9950 final Mededeling van de Commissie van 16.12.2014 Richtsnoerennota van de Commissie over de tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van Verordening

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische-opdracht door een scholier 3907 woorden 17 juni 2004 6,1 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvattingen: Deelvraag 1: De Economische en

Nadere informatie

FINANCIËLE STATISTIEKEN

FINANCIËLE STATISTIEKEN FINANCIËLE STATISTIEKEN 1 INHOUD De financiële statistieken over institutionele sectoren en financiële markten bieden sectorgebonden informatie en inlichtingen over marktontwikkelingen. Bij de aanvang

Nadere informatie

GENERATION URO STUDENTS AWARD BROCHURE VOOR LERAREN

GENERATION URO STUDENTS AWARD BROCHURE VOOR LERAREN GENERATION URO STUDENTS AWARD 2014 2015 BROCHURE VOOR LERAREN INHOUD Avant-propos 1. Inleiding 4 Over de wedstrijdhet doel 4 De deelnemers 4 De prijzen 4 Voordelen voor de deelnemers 4 Reglement 5 2. Leraren

Nadere informatie

SNELGIDS. voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten. www.euro.ecb.int

SNELGIDS. voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten. www.euro.ecb.int SNELGIDS voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten www.euro.ecb.int INLEIDING Kent u de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten? Deze snelgids vertelt u daar alles over. De gids biedt een

Nadere informatie

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 9.12.2003 COM(2003) 761 definitief 2003/0295 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN EUROPEES MONETAIR BELEID Het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van alle EU-lidstaten. De hoofddoelstelling van het ESCB is het handhaven van

Nadere informatie

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 2004O0013 NL 22.12.2004 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van

Nadere informatie

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) 2019 Vragen en antwoorden Algemene informatie over de berekeningsmethode 1. Waarom is de berekeningsmethode die in de bijdrageperiode

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Centrale voor kredieten aan ondernemingen Centrale voor kredieten aan ondernemingen Brussel, woensdag 16 oktober 2013 Rudy TROGH Inleiding Kredieten zijn belangrijk en zelfs noodzakelijk voor de economie... maar houden een risico in van niet-betaling

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 148/56 Publicatieblad van de Europese Unie 2.6.2006 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 mei 2006 tot wijziging van Besluit ECB/2001/16 inzake de toedeling van monetaire

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 9.2.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 35/17 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van lidstaten

Nadere informatie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2007 VERORDENING (EG) Nr. 1489/2007 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 29 november 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13)

Nadere informatie

ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 april 2006 inzake het Nederlandse voorstel van wet op het financieel toezicht (CON/2006/20)

ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 april 2006 inzake het Nederlandse voorstel van wet op het financieel toezicht (CON/2006/20) NL ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 april 2006 inzake het Nederlandse voorstel van wet op het financieel toezicht (CON/2006/20) Inleiding achtergrond en juridische basis Op 6 mei 2004 ontving

Nadere informatie

Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht. Generation uro Students' Award September 2014

Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht. Generation uro Students' Award September 2014 Het monetair beleid van het Eurosysteem: een overzicht Generation uro Students' Award September 14 Overzicht van de uiteenzetting Wie doet wat in het Eurosysteem? (institutionele aspecten) Hoe wordt de

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld PPB-2007-4-CPB-2 BIJLAGE II : OVERZICHT VAN DE REGLEMENTERING INZAKE HET BIJHOUDEN VAN GEDEMATERIALISEERDE EFFECTEN A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld 1 Erkenning voor het bijhouden

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228 INGEKOMEN DOCUMENT Betreft: monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap,

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017 JAARREKENING 2017 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2017 ---------------- 31-12-2016 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 MATERIËLE VASTE

Nadere informatie

De werkzaamheden van de Bank in 2004 worden gedetailleerd beschreven in de desbetreffende hoofdstukken van het Jaarverslag.

De werkzaamheden van de Bank in 2004 worden gedetailleerd beschreven in de desbetreffende hoofdstukken van het Jaarverslag. MANAGEMENTVERSLAG VOOR HET JAAR 1 BELANGRIJKSTE WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden van de Bank in worden gedetailleerd beschreven in de desbetreffende hoofdstukken van het. 2 FINANCIËLE REKENINGEN Krachtens

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2016 BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2016 ---------------- 31-12-2015 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 6.875 MATERIËLE

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006O0004 NL 24.05.2013 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 7 april

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 december 2005 (OR. en) 14883/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0145 (CNS) UEM 205 ECOFIN 370 OC 877 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2015 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2015 ---------------- 31-12-2014 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 6.875 8.375 MATERIËLE

Nadere informatie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 DE WERELD EN EUROPA IN 2017: De economische groei versnelde Het monetaire beleid bleef ondersteunend...

Nadere informatie

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 32,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 32, L 347/26 BESLUIT (EU) 2016/2248 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 3 november 2016 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2010D0023 NL 31.12.2011 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 25 november

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/2 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve (Programmawet van 19 december 2014) en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Advies

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK L 36/22 Publicatieblad van de Europese Unie 5.2.2009 EUROPESE CENTRALE BANK BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 december 2008 tot wijziging van Besluit ECB/2006/17 betreffende de jaarrekening

Nadere informatie

Snelgids. voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten. Europese Centrale Bank, 2010 ISBN ECB-NL

Snelgids. voor de echtheidskenmerken van de eurobankbiljetten.  Europese Centrale Bank, 2010 ISBN ECB-NL Snelgids voor de echtheidskenmerken van de euroten ECB-NL Europese Centrale Bank, 2010 ISBN 978-92-899-0157-4 www.euro.ecb.eu INLEIDING Kent u de echtheidskenmerken van de euroten? Deze snelgids vertelt

Nadere informatie

2001D0914 NL

2001D0914 NL 2001D0914 NL 31.12.2009 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 december

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje, L 14/30 21.1.2016 RICHTSNOER (EU) 2016/65 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 november 2015 betreffende binnen het kader van de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem toegepaste

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 december 2001

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 december 2001 L 337/55 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS

10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS 10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS Wat is er veranderd? Banken moeten aanzienlijk strengere regels volgen Na de crisis zijn er duizenden pagina s wetgeving gekomen om in de toekomst het risico op een crisis

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe 27--23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 27 Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe Na een fors herstel in oktober is de conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen 2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury). De kaders voor het op een verantwoorde manier beheren van de financiële middelen worden

Nadere informatie