Tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie Kernenergiecentrale Borssele 2003 Eindrapport beoordeling door KFD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie Kernenergiecentrale Borssele 2003 Eindrapport beoordeling door KFD"

Transcriptie

1 Tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie Kernenergiecentrale Borssele 2003 Eindrapport beoordeling door KFD RT April 2005 Ir. J.J. Broeze, Projectleider / Opsteller Ir. K. Lievense, Medeopsteller Ir. R. Jansen, Afdelingshoofd 1

2 Samenvatting De N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), vergunninghouder van de Kernenergiecentrale Borssele (KCB) heeft in mei 2004 haar tweede tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie van deze centrale afgesloten. Het verloop en de resultaten van deze evaluatie zijn door EPZ vastgelegd in het "Rapport 10- jaarlijkse veiligheidsevaluatie KCB 2003". Het doel van de tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie van een nucleaire centrale is tweeledig. De centrale dient te worden getoetst aan de huidige inzichten op het gebied van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, zowel in technisch opzicht als op het gebied van organisatie, personeel en administratie. Op basis van de resultaten van deze toetsing dienen maatregelen te worden genomen om de centrale te laten voldoen aan de internationale stand der techniek, voorzover deze maatregelen redelijkerwijs verlangd kunnen worden. De verplichting voor EPZ, om elke tien jaar een veiligheidsevaluatie uit te voeren, is vastgelegd in haar Kernenergiewet-vergunning. Het proces is uitgevoerd volgens de internationale IAEA-regels en het door de Nederlandse overheid opgestelde document "Nota Backfittingbeleid". In dit proces zijn vier fasen gedefinieerd met een eigen afronding. In de eerste fase van het proces, de initiatie- en afbakeningsfase, zijn het plan van aanpak en het toetsingskader vastgesteld. Het door EPZ geformuleerde toetsingskader is tot stand gekomen in overleg met en op aanwijzing van de Kernfysische Dienst (KFD) van het Ministerie van VROM. Het toetsingskader is een nadere uitwerking van de te beschouwen regelgeving en de te beschouwen onderwerpen. Daarbij gaat het meer in het bijzonder om: - Regels en richtlijnen voor ontwerp, bedrijfsvoering en kwaliteitszorg, waarbij is aangegeven, welke revisies van nationale en internationale regels en richtlijnen toepasselijk zijn, voor zover beschikbaar per 31 december 2001 met status "approved". - Onderwerpen gericht op de ontwikkelingen in de stand der techniek. - Specifieke aandachtspunten, zoals het onderwerp veroudering. Tijdens de tweede fase van het proces, de evaluatiefase, heeft EPZ de centrale getoetst op de in de initiatie- en afbakeningsfase vastgestelde onderwerpen en daaraan gelieerde documenten. In deze fase is op verzoek van de KFD door de IAEA bij de KCB een assessment uitgevoerd op het gebied van veroudering. Deze zogeheten AMAT-missie vond plaats in het begin van Uit de toetsing op de bovengenoemde onderwerpen, gebundeld in de zogeheten basisrapporten, zijn evaluatiepunten bepaald. Samenhangende evaluatiepunten zijn vervolgens op onderwerp geclusterd tot verbeterpunten. Deze verbeterpunten werden ingeschat op hun veiligheidsbelang voor de centrale. Dit gebeurde op basis van zowel deterministische als probabilistische beschouwingen, en tevens op basis van het effect op de stralingsbescherming van het personeel en de omgeving. 2

3 Per afzonderlijk verbeterpunt zijn toepasselijk geachte oplossingsmogelijkheden voorgesteld. Het betrof in eerste aanleg 171 verbeterpunten. Het geheel van de basisrapporten, de methodiek voor het inschatten van het veiligheidsbelang van de verbeterpunten, de verbeterpunten en de oplossingsmogelijkheden is beoordeeld door de KFD. Volgend op deze beoordeling heeft EPZ de basisrapporten aangevuld in een rapport met amendementen. Het aantal verbeterpunten werd met zes punten uitgebreid tot 177. Vervolgens heeft de KFD ingestemd met het resultaat van de evaluatiefase. In de derde fase, de conceptuele fase, zijn de benoemde verbeterpunten en de daarbij behorende oplossingsrichtingen met elkaar in verband gebracht. EPZ heeft op basis van een gedocumenteerd en door de KFD goedgekeurd selectieproces, waarin de veiligheidsimpact tegen de benodigde kosten is afgewogen, uit de verbeterpunten een verbeteringsplan opgesteld, dat zowel deterministisch als probabilistisch is onderbouwd. Dit verbeteringsplan met 111 specifieke maatregelen, onderscheiden in een 25-tal T (technische)- en een 86-tal OPA (organisatorische, personele en administratieve)- maatregelen, is ter beoordeling aan de KFD voorgelegd. Op verzoek van de KFD zijn door EPZ de nodige aanvulling en toelichting danwel precisering op het verbeteringsplan geleverd. De KFD heeft zich akkoord verklaard met het voorgestelde verbeteringsplan, onder de voorwaarde, dat EPZ aanvullingen uitvoert betreffende de onderwerpen: Analyse van de corrosiesnelheid van de splijtstofomhulling bij SB-LOCA. Zinkdosering in de primaire kringloop. Differentiatie van de brontermen. Safety management system. Brandrisico HKM-pompen. Daarnaast zijn er enkele onderwerpen, die niet hebben geleid tot een maatregel in het verbeteringsplan, waarover de KFD echter een nadere toelichting verlangt. Dit betreft de onderwerpen: Additieven in het sproeisysteem. Injectie van deminwater tijdens inbrengen van de regelstaven. Driedimensionaal on-line kernsimulatieprogramma. Man-machine interface splijtstofwisselmachine (realisatie vindt reeds plaats buiten de scope van de tienjaarlijkse evaluatie). Installatie van een criticaliteitsmonitor. In de vierde en laatste fase worden de voorgestelde maatregelen door EPZ ten uitvoer gebracht. Deze implementatiefase is reeds gestart en zal ultimo 2007 zijn afgerond. Naar het oordeel van de KFD heeft EPZ de tienjaarlijkse evaluatie uitgevoerd conform het gestelde in het plan van aanpak en het toetsingskader en daarmee voldaan aan haar KEWvergunning. Het verbeteringsplan is goed onderbouwd, zowel in probabilistische als deterministische zin. De maatregelen zijn evenwichtig verdeeld over de nucleaire veiligheidsketen. 3

4 Door uitvoering van het verbeteringsplan, met inachtname van de aanvullende eisen, zal de nucleaire veiligheid, uitgedrukt in het omgevingsrisico, verder verbeteren. Na de implementatie van het verbeteringsplan voldoet de centrale zoveel als redelijkerwijs mogelijk aan stand der techniek en regelgeving in het ijkjaar Uit de informatie, die EPZ heeft verstrekt, kan worden geconcludeerd, dat de installatie in een goede staat verkeert en dat de belangrijkste componenten t/m 2013 ruimschoots zullen voldoen aan de veiligheidscriteria. Het systeem van verouderingsbeheersing voldoet om tijdig degradatie van veiligheidsrelevante componenten vast te stellen. Dit is bevestigd door de AMAT-missie. Voor een goed begrip wordt er op gewezen, dat de centrale ook nu reeds voldoet aan alle voorschriften die zijn verbonden aan de vergunning op basis van de Kernenergiewet. 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting...2 Inhoudsopgave...5 Lijst van afkortingen Inleiding Initiatie- en afbakeningsfase Inleiding Plan van Aanpak Toetsingskader Evaluatiefase Inleiding Basisrapporten Evaluatiepunten Algemeen Generatorschakelaar Sump strainer clogging Veroudering Verbeterpunten Rapportage Conceptuele fase Inleiding Conceptvormingsproces Selectie Conceptvorming Conceptbevestiging Verbeteringsplan Onderwerpen, waarvoor een aanvulling op de maatregelen verlangd is Analyse van corrosiesnelheid splijtstofomhulling bij SB-LOCA (OPA maatregel 17) Zinkdosering (OPA maatregel 30) Differentiatie van de brontermen (OPA Maatregel 36) Safety management system Brandrisico HKM-pompen (verbeterpunt 171) Onderwerpen, waarvoor aanvullende informatie verlangd is Additieven sproei (verbeterpunt 8) Injectie van deminwater tijdens inbrengen van regelstaven (verbeterpunt 20) D on-line kernsimulatorprogramma (verbeterpunt 90) Man-machine interface m.b.t de bediening van de splijtstofwisselmachine (verbeterpunt 36) Installatie van een criticaliteitsmonitor (verbeterpunt 135) Integrale veiligheidsbeschouwing Implementatie Conclusies...29 Referenties...30 Bijlage 2.1 NVR's die deel uitmaken van het toetsingskader

6 Bijlage 3. Rapport van de AMAT-missie, Executive summary Figuur 5-1, Verdeling van de kernbeschadigingsfrequentie over de groepen begingebeurtenissen voor en na implementatie van het verbeteringsplan...26 Figuur 5-2, Individueel risico voor en na implementatie van het verbeteringsplan...26 Figuur 5-3, Groepsrisico voor en na implementatie van het verbeteringsplan

7 Lijst van afkortingen AM Accident Management AMAT Ageing Management Assessment Team AVN AIB Vinçotte Nucléaire CDF Core Damage Frequency EPZ N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland GRS Gesellschaft für Reaktor- und Anlagen-Sicherheit HKM- Hoofd-koelmiddel- INSAG International Nuclear Safety Advisory Group (IAEA) IAEA International Atomic Energy Agency ISI In-Service Inspection KCB Kernenergiecentrale Borssele KEW Kernenergiewet KFD Kernfysische Dienst LOCA Loss Of Coolant Accident NPP Nuclear Power Plant NVR s Nucleaire Veiligheidsregels OSART Operational Safety Review Team PCT Peak Cladding Temperature PSA Probabilistic Safety Assessment RSK Reaktorsicherheitskommission SAMG Severe Accident Management Guide SSC s Structuren, Systemen, Componenten VGB Verband der Grosskessel-Besitzer WANO World Association of Nuclear Operators 10EVA Tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie KCB

8 1 Inleiding Een tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie van de Kernenergiecentrale Borssele (KCB) is een actie die voortkomt uit de Nota Backfittingbeleid [1.1], die in 1991 werd uitgebracht door de toenmalige Commissie Reactorveiligheid. De Nota Backfittingbeleid houdt onder meer in, dat nucleaire centrales dienen te worden onderworpen aan periodieke evaluaties van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming. Dit is voor wat betreft de KCB uitgewerkt in een systeem van periodieke veiligheidsevaluaties in de vorm van tweejaarlijkse en tienjaarlijkse evaluaties. De invulling ervan is nader bepaald in de voorschriften B 11, B 12 en B 13 van de op grond van de Kernenergiewet (KEW) verleende vergunning. Bij de tweejaarlijkse evaluaties wordt een toetsing uitgevoerd aan de voorschriften van deze vergunning. Bij de tienjaarlijkse evaluaties vindt een toetsing plaats aan de "stand der techniek" en de meest recente regelgeving op het gebied van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming. Een tienjaarlijkse evaluatie kan tot maatregelen (de feitelijke backfitting) leiden die het veiligheidsniveau verhogen en dit niveau zoveel als redelijkerwijs mogelijk laten overeenstemmen met de ontwikkelingen in de regelgeving en de stand der techniek. In de meeste landen met een nucleair programma worden op een analoge wijze periodieke veiligheidsevaluaties uitgevoerd. In het verleden is voor het eerst een "backfitting"-programma doorlopen in de periode Deze hield onder meer in, dat de veiligheid van de centrale door middel van gebunkerde noodkoelsystemen werd vergroot. De eerste tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie werd afgerond in Dit heeft geleid tot het backfittingproject MOD97 ( ), waarmee de centrale op het in 1992 geldende veiligheidsniveau werd gebracht. Dit werd onder meer bereikt door de ruimtelijke scheiding van veiligheidssystemen verder door te voeren. Tevens werd een reserve-regelzaal geïnstalleerd. Hiermee werd een modern veiligheidsconcept gerealiseerd. De tweede tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie (hierna ook aangeduid met 10EVA), waar dit rapport betrekking op heeft, richt zich op ontwikkelingen in de regelgeving en de stand der techniek vanaf 1993 tot Uitgangspunt is het veiligheidsconcept dat bij de vorige tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie werd ingevoerd. De maatregelen vormen een optimalisatie en aanvulling hierop. Geïntegreerd in deze evaluatie is de tweejaarlijkse veiligheidsevaluatie over de periode uitgevoerd. Daarbij zijn ook de voorgaande tweejaarlijkse veiligheidsevaluaties over de afgelopen tien jaar in beschouwing genomen om relevante ontwikkelingen op het gebied van techniek, organisatie, personeel en administratieve voorzieningen te kunnen adresseren. 8

9 De evaluaties zijn uitgevoerd door EPZ, de vergunninghouder van de KCB, en zijn gerapporteerd aan en beoordeeld door de Kernfysische Dienst (KFD) op juistheid en volledigheid. De KFD geeft in dit rapport haar oordeel over de uitkomsten van het door EPZ uitgevoerde evaluatietraject en de door EPZ voorgestelde maatregelen, met als referentiekader de van toepassing zijnde regels en richtlijnen en de stand der techniek. De KFD is in haar beoordeling, op onderdelen, geadviseerd door het Belgische AVN (AIB Vinçotte Nucléaire) en het Duitse GRS (Gesellschaft für Reaktor- und Anlagen-Sicherheit). De KFD en EPZ zijn overeengekomen de veiligheidsevaluatie gefaseerd uit te voeren. In het evaluatietraject zijn een initiatie- of afbakeningsfase, een evaluatiefase, een conceptuele fase en een implementatiefase gedefinieerd. Deze indeling is ook aangehouden voor de rapportage over de resultaten door EPZ en de beoordeling ervan door de KFD. In de afbakeningsfase (zie hoofdstuk 2) werden, in afstemming tussen EPZ en KFD, de kaders en processen voor het evaluatietraject bepaald. De daarop gebaseerde toetsing en de rapportage daarover door EPZ en de beoordeling daarvan door de KFD vonden plaats in de evaluatiefase (zie hoofdstuk 3). In de conceptuele fase (zie hoofdstuk 4) is een verbeteringsplan opgesteld, waarin door EPZ op basis van bepaalde criteria afgewogen maatregelen werden voorgesteld om geconstateerde verbeterpunten te realiseren.hoofdstuk 4 vervolgt met de behandeling van deze maatregelen, het oordeel daarover van de KFD en de impact die de maatregelen zullen hebben op het veiligheidsniveau van de Kernenergiecentrale Borssele. In hoofdstuk 5 wordt een nadere veiligheidsbeschouwing gepresenteerd, die de door EPZ voorgenomen maatregelen in een ruimer veiligheidsperspectief plaatst. In hoofdstuk 6 wordt de implementatie van de voorgenomen maatregelen kort behandeld. Deze kent een separate rapportage- en beoordelingsaanpak. Hoofdstuk 7 bevat de conclusies. Voor een goed begrip wordt er op gewezen, dat de centrale ook nu reeds voldoet aan alle voorschriften die worden gesteld in de vergunning die op basis van de Kernenergiewet is verleend. De noodzaak van het programma van voorgestelde maatregelen vloeit voort uit de eis, de centrale in overeenstemming te laten blijven met de stand der techniek. 9

10 2 Initiatie- en afbakeningsfase 2.1 Inleiding Vanuit de doelstelling van de tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie om de kernenergiecentrale Borssele te toetsen aan de huidige inzichten op het gebied van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming en op basis van de resultaten van deze toetsing maatregelen te treffen, om de centrale te laten voldoen aan de internationale stand der techniek, is bij het opzetten van het project in 2001 in overleg tussen KFD en EPZ bepaald: - in welke fases het evaluatietraject wordt opgedeeld voor rapportage en beoordeling (zie hoofdstuk 1). - hoe de evaluatie procesmatig uitgevoerd gaat worden, het Plan van Aanpak (zie par. 2.2) en - wat het toetsingskader van de evaluatie zal zijn (zie par. 2.3) 2.2 Plan van Aanpak Voor het proces van de tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie wordt uitgegaan van de onderstaande documenten: - IAEA 50-SG-O12, Periodic safety review of operational nuclear power plants. - IAEA INSAG series no. 8, A common base for judging the safety of nuclear power plants built to earlier standards. - IAEA Safety Report series no. 12, Evaluation of the safety of operating nuclear power plants built to earlier standards. - Nota Backfittingbeleid. Deze documenten beschrijven op welke wijze het evaluatieproces zal worden gevoerd. Daarbij is het met name van belang dat de ontwerpbasis voor deze evaluatie de situatie na het project MOD97 is, het resultaat van de vorige tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie. Aangezien de evaluatie zich richt op de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming, maken de volgende aspecten er geen deel van uit: - Conventionele milieuaspecten. - Conventionele arbeidsveiligheid. - Security. Het onderwerp security doorloopt een apart beoordelingstraject, waarover in andere documenten, voorzover openbaar, informatie wordt verstrekt. Ook het onderwerp In-Service Inspectie (ISI) maakt geen deel uit van deze tienjaarlijkse evaluatie. Voor dit onderwerp is een eigen evaluatietraject van toepassing. De laatste ISIevaluatie werd in 1999 afgerond. Op basis hiervan is het inservice inspectieprogramma voor de periode vastgesteld. 10

11 Voor een goede begripsbepaling is de "stand der techniek", zoals in de inleiding is aangegeven, zo gedefinieerd, dat in principe alleen reeds bewezen en (in meerdere centrales) toegepaste gevalideerde technieken of methoden worden toegepast. Voor zover nodig wordt er in dat kader daarom geen fundamenteel, maar alleen toegepast onderzoek gedaan. Dat betekent dat indien voor het verhogen van de veiligheid van de KCB op een onderkend en van belang zijnd risicogebied bepaald onderzoek noodzakelijk dan wel gewenst is, dit in principe wordt uitgevoerd. Daarbij kan de stand der techniek ook betrekking hebben op zaken, die in niet-nucleaire installaties zijn gerealiseerd, mits die overdraagbaar zijn naar de KCB. De bovengenoemde aspecten zijn uitgewerkt in een Plan van Aanpak dat in zijn definitieve vorm door EPZ is vastgesteld in juni 2001 [2.1], in overleg met en op aanwijzingen van de KFD.In het plan zijn ook opgenomen projectmatige afspraken, zoals de planning, indeling van het project in deelprojecten, opzet van de rapportage, rol van de ontwerper, structuur en frequentie van de projectbesprekingen. 2.3 Toetsingskader In aansluiting op het Plan van Aanpak is het Toetsingskader gedefinieerd. Ook dit is door EPZ, in overleg met en op aanwijzingen van de KFD, tot stand gekomen [2.2]. Het toetsingskader geeft een nadere uitwerking van de in aanmerking te nemen regelgeving en de te beschouwen onderwerpen. Daarbij gaat het meer in het bijzonder om een drietal aandachtsvelden, hieronder genoemd: Regels en richtlijnen voor ontwerp, bedrijfsvoering en kwaliteitszorg, waarbij is aangegeven, welke revisies van nationale en internationale regels/richtlijnen van toepassing zijn. De basis wordt gevormd door de Nederlandse Nucleaire Veiligheids Regels (NVR's). De van toepassing zijnde NVR's zijn opgesomd in Bijlage 2.1 Bij alle regels en richtlijnen werd een vaste werkwijze gevolgd voor de vaststelling van de evaluatie-uitgangspunten. Deze werkwijze is als volgt: 1. De bij de vorige tienjaarlijkse evaluatie gebruikte regelgevingsreferenties. Dit betreft in principe de toenmalige versie van de NVR's. 2. Het toenmalige toetsingskader, zoals dat in de vergunning is opgenomen. Hiertoe werden in enkele gevallen ook EPZ-rapporten gerekend, zoals de EPZ strategie-rapporten. 3. Verwachte ontwikkelingen met betrekking tot de regelgeving. Het betreft hier documenten, die gedurende de evaluatieperiode beschikbaar zijn gekomen, of nieuwe revisies, die naar verwachting per 31 december 2001 een definitieve status zouden hebben gekregen. 4. Uit de conclusies op basis van 1 t/m 3 werd het toetsingskader voor dit onderwerp afgeleid. In het geval van NVR 1.3 werden tevens de bij deze Hoofdregel behorende Richtlijnen in aanmerking genomen. 11

12 Daarnaast zijn ook de onderwerpen Accident management (AM) en Severe accidents, alsmede Probabilistic safety assessment (PSA) opgenomen, voor welke eveneens het toetsingskader werd vastgesteld. Onderwerpen gericht op de ontwikkelingen in de stand der techniek. In dit verband zijn de volgende onderwerpen te vermelden: - Internationale ontwikkelingen en inzichten zoals backfitting-programma's en moderne reactorontwerpen. - Veroudering, inclusief de selectie van veiligheidsrelevante constructies, systemen en componenten en hun status, alsmede verouderingsbeheersing. - PSA-beschouwingen voor: a. verbeteringspotentieel, b.zelfanalyse c. evaluatie van de stand der techniek. - Evaluatie interne en externe storingen. - Evaluatie Good Practices (door internationale organisaties als het IAEA en de WANO vastgestelde en gepubliceerde goede werkwijzen). - Analyse m.b.t ontwikkelingen van de omgeving. Specifieke aandachtspunten. - Accident Management en Severe Accidents. - Classificatie van systemen. - Maintenance Rule. - Decontaminatie. - Fire Protection Rule (USA). - Beratungsschwerpunkte der RSK. - Performance indicators. - Door KFD/AVN ingebrachte aandachtspunten. 12

13 3 Evaluatiefase 3.1 Inleiding EPZ heeft op basis van het toetsingskader de toetsing onderwerpsgewijs uitgevoerd. De resultaten ervan zijn vastgelegd in zo genoemde basisrapporten. Uit deze basisrapporten zijn vervolgens evaluatiepunten afgeleid. Samenhangende evaluatiepunten zijn aansluitend op onderwerp geclusterd tot verbeterpunten Hierop wordt in de volgende paragrafen nader ingegaan. 3.2 Basisrapporten Als eerste resultaat van de evaluatiefase, die in 2001 van start is gegaan, heeft EPZ de concepten van de basisrapporten ter becommentariëring aan de KFD gezonden. In totaal zijn 26 basisrapporten opgesteld, verdeeld over de onderwerpen: - Toetsing regelgeving (2). - Omgevingsontwikkelingen. - Internationale ontwikkelingen en ervaringen. - Tweejaarlijkse evaluatie incl. uitbreiding naar tienjaarlijkse evaluatie. - Veroudering (16). - PSA (3). - Enquête KCB. - Specifieke aandachtspunten van KFD/AVN. De basisrapporten bevatten de inventarisatie van veiligheidsrelevante evaluatiepunten, getoetst tegen de regelgeving en de internationale ontwikkelingen over de periode Een uitzondering hierop vormen de verouderingsrapporten, die de status van de veroudering van de belangrijkste onderdelen van de centrale behandelen over de gehele bedrijfsperiode ( ). De basisrapporten zijn in eerste instantie in conceptvorm aan de KFD aangeboden. Op deze concept-rapporten zijn door de KFD voorlopig commentaren geleverd die vooral betrekking hadden op de volledigheid van de rapporten. In een aantal gevallen heeft dit ertoe geleid dat EPZ de rapporten heeft aangevuld. Het resultaat van de evaluatiefase is door EPZ, gebundeld in een documentatiepakket, in juli 2003 aan de KFD gezonden, [3.1]. Dit documentatiepakket bevat de definitieve basisrapporten, een overzicht van de geadresseerde evaluatiepunten en de daaruit afgeleide verbeterpunten. Er zijn 541 evaluatiepunten beschreven, die hebben geleid tot 171 verbeterpunten. Op basis van deze informatie heeft de KFD de resultaten van de evaluatiefase op volledigheid en juistheid beoordeeld. In december 2003 heeft de KFD per brief, [3.2]. aan EPZ medegedeeld dat EPZ met het indienen van het documentatiepakket heeft voldaan aan voorschrift B 12 van de vergunning. 13

14 Met deze brief is EPZ tevens geïnformeerd over het resultaat van de beoordeling van de basisrapporten en de daaruit afgeleide evaluatiepunten. EPZ is in een later schrijven geïnformeerd over het resultaat van de beoordeling van de verbeterpunten [3.15]. EPZ heeft op beide bovengenoemde brieven gereageerd per brief van 21 april 2004 [3.3], met een zeer gedetailleerde beantwoording. Voor wat betreft de basisrapporten heeft dit geresulteerd in een door EPZ opgesteld rapport, dienend als amendement op de basisrapporten, dat per brief van 26 oktober 2004 aan de KFD is aangeboden [3.5]. In par. 3.3 wordt nader ingegaan op de beoordeling van de evaluatiepunten en in par. 3.4 op de beoordeling van de verbeterpunten. 3.3 Evaluatiepunten Algemeen Op grond van de in de basisrapporten beschreven analyses zijn door EPZ de veiligheidsrelevante evaluatiepunten benoemd. Dit zijn alle onderwerpen waaraan in het kader van de evaluatie aandacht moet worden besteed [3.6]. Ieder evaluatiepunt is beschreven in een afzonderlijk gegevensblad, waarop onder meer ook is aangegeven, op welk gedeelte van een bepaald basisrapport dit evaluatiepunt is gebaseerd. Bij de onder par. 3.2 genoemde beoordeling van de evaluatiepunten is op een aantal punten aan EPZ verzocht, haar analyses aan te vullen [3.2]. Meer in het bijzonder zijn betreffende de inbreng van de KFD in dit stadium van de beoordeling te vermelden de onderwerpen: Generatorschakelaar, "Sump strainer clogging" en Veroudering Generatorschakelaar De KFD heeft EPZ medegedeeld, dat het niet aanwezig zijn van een generatorschakelaar als een evaluatiepunt moet worden aangemerkt en dat zij op dat punt haar evaluatie dient aan te vullen. De generatorschakelaar is een voorziening die bij uitval van de turbogenerator ervoor zorgt dat de interne voorzieningen van de centrale door het externe net kunnen worden gevoed. Bij KCB is hierin voorzien door een zo genoemd snelomschakelapparaat. Over dit onderwerp is daarop een heroverwegingstraject ingezet, waarbij de KFD zich heeft laten adviseren door GRS. De correspondentie die hierover is gevoerd is vastgelegd in [3.7], [3.8], [3.9], [3.10] en [3.11]. Het uiteindelijke resultaat is geweest dat de KFD heeft vastgesteld dat het niet aanwezig zijn van een generatorschakelaar door EPZ terecht niet is gekenmerkt als evaluatiepunt. Deze vaststelling is gedaan op grond van de geringe veiligheidsimpact van een generatorschakelaar als aanvullende voorziening op het reeds bestaande voorzieningenniveau Sump strainer clogging In de evaluatie is de zogeheten sump strainer clogging problematiek aan de orde gesteld. Bij ongevallen met verlies van reactorkoelwater wordt dit lekwater opgevangen in een voorziening onderin het reactorgebouw (sump = reactorput). Vanuit de reactorput wordt dit 14

15 water middels pompen weer teruggevoerd naar de reactor. De pompen zuigen het water aan via een filtersysteem. Dit filtersysteem is ervoor bedoeld te voorkomen dat schadelijke onderdelen of deeltjes de pompen en/of de splijtstofelementen beschadigen. In dat geval kan de koeling van de kern niet meer gegarandeerd worden. Op grond van de huidige inzichten en de reeks van maatregelen die in de afgelopen jaren werden getroffen werd door EPZ geen evaluatiepunt nodig geacht. Hierbij kan worden opgemerkt dat EPZ de ontwikkelingen op dit gebied steeds heeft opgevolgd en diverse adequate maatregelen heeft ingevoerd. Echter wordt er momenteel internationaal nog belangrijk en meer gedetailleerd onderzoek uitgevoerd om zo nodig tot aanvullende maatregelen te komen om een mogelijke verstopping van de filters in de reactorput na een primaire leidingbreuk verder uit te sluiten. Tevens is de regelgeving op dit onderwerp op dit moment in ontwikkeling en, gezien het belang van deze problematiek, is toetsing aan de regelgeving met status 'approved' per 31 december 2001 naar de mening van de KFD onvoldoende. Daarom is de KFD met EPZ overeengekomen dat voor dit onderwerp een eigen traject, buiten de tienjaarlijkse evaluatie, zal worden gevolgd dat parallel zal lopen aan de implementatie van het verbeteringsplan Veroudering In de evaluatie is ruim aandacht geschonken aan veroudering. Dat is zowel gebeurd op het gebied van het systeem van verouderingsbeheersing als op het gebied van de verouderingsstatus van de installatie In totaal hebben 16 basisrapporten betrekking op dit onderwerp. In deze fase van de tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie is in opdracht van de KFD en in afstemming met EPZ door de IAEA een review uitgevoerd op het gebied van veroudering. Deze zogenoemde AMAT (Ageing Management Assessment Team) missie heeft plaats gevonden in februari 2003 en richtte zich ook op beide aspecten van de verouderingsproblematiek: het verouderingsbeheerssysteem en de verouderingsstatus van de installatie (mechanische SSC's, elektrische SSC's en civiele structuren). Het AMAT review team heeft in haar beoordeling van de verouderingssituatie de basisrapporten van EPZ, op dat moment nog in conceptvorm, betrokken. De bevindingen van deze missie zijn door de IAEA medio april 2003 aan de KFD en EPZ gerapporteerd [3.12]. Zie ook Bijlage 3. Rapport van de AMAT-missie, Executive summary. Deze bevindingen zijn op verzoek van de KFD door EPZ, samen met haar eigen evaluatiepunten op het gebied van veroudering, meegenomen bij de vorming van de verbeterpunten (par. 3.4). Een aantal van de bevindingen krijgen echter op grond van termijnoverwegingen buiten de tienjaarlijkse evaluatie invulling in een separaat AMAT follow-up plan. De AMAT bevindingen zijn in [4.3], bijlage 6, punt 46 ondergebracht. Daar maken ze onderdeel uit van een overkoepelende maatregel. De genoemde bevindingen hebben vooral betrekking op het verouderingsbeheerssysteem en de inbedding daarvan in de organisatie. Zowel op grond van de basisrapporten als op grond van de bevindingen van de AMATmissie kan worden gesteld dat de installatie met betrekking tot de veroudering en verouderingsbeheersing in een goede staat verkeert en op grond van de te verwachten belastingen ten minste tot de volgende tienjaarlijkse evaluatie veilig bedrijf kan voeren [3.19]. Verder worden ten aanzien van de verouderingsbeheersing enkele maatregelen getroffen. 15

16 3.4 Verbeterpunten De evaluatiepunten, die uit de diverse basisrapporten zijn afgeleid, vertonen een zekere mate van overlap. Daarom zijn ze door EPZ door middel van een proces van clustering samengevat tot 171 afzonderlijke onderwerpen, aangeduid als verbeterpunten. Deze verbeterpunten zijn onderscheiden in verbeteringen met een Technisch (T) en verbeteringen met een Organisatorisch, Personeel of Administratief (OPA) karakter. Voor de verbeterpunten zijn vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen bepaald. Ieder (T en OPA) verbeterpunt is onderwerp van een uit drie bladen bestaande door EPZ opgestelde uitvoerige beschrijving [3.13], die deel uitmaakt van het onder par. 3.2 genoemde documentatiepakket. Een belangrijk onderdeel van deze beschrijving is het veiligheidsbelang. Het veiligheidsbelang van de verbeterpunten wordt ingeschat op basis van een methodiek [3.14], gebaseerd op onderstaande beschouwingen: - Deterministisch belang vanuit de regelgeving m.b.t. nucleaire veiligheid. - Probabilistisch belang met het oog op de vermindering van de kans op kernbeschadiging (alleen voor de T-verbeterpunten). - Probabilistisch belang met het oog op de vermindering van het individueel risico (alleen voor de T-verbeterpunten). - Stralingsbescherming personeel. - Stralingsbescherming omgeving. - Expert judgment m.b.t. organisatorische processen (alleen voor de OPAverbeterpunten). Voor ieder verbeterpunt werd in [3.13], voor ieder van de bovengenoemde criteria, voor zover van toepassing, het veiligheidsbelang gecategoriseerd als hoog, midden, of laag. Bovendien werd vastgesteld op welke "line of defence" van de risicoketen (zoals beschreven in INSAG-10, par. 2.4 (voor T-maatregelen) resp. WANO Performance Objectives (voor OPA-maatregelen) het verbeterpunt betrekking heeft, teneinde een globaal overzicht te krijgen van de verdeling over de risicoketen. De KFD heeft deze methodiek voor het inschatten van het veiligheidsbelang gezamenlijk met AVN beoordeeld. Dit heeft er toe geleid, dat KFD en AVN gezamenlijk een steekproefsgewijze toetsing op de PSA (Probabilistic Safety Assessment)-berekeningen bij EPZ hebben uitgevoerd om de waarde van de methodiek te kunnen vaststellen. Mede op basis van het resultaat van deze toetsing heeft de KFD ingestemd met de toepassing van de desbetreffende methodiek. Over de beoordeling van de verbeterpunten door KFD is EPZ zoals reeds genoemd in par. 3.2 in een afzonderlijke brief [3.15] geïnformeerd en is daarbij verzocht de verbeterpunten aan te vullen of gevraagd om een nadere toelichting. EPZ heeft deze toelichting en waar nodig aanvulling op de verbeterpunten geleverd. 16

17 Deze zijn vastgelegd in [3.3] en [3.16], met als bijkomend resultaat, dat het aantal verbeterpunten vervolgens is toegenomen van 171 tot 177. Het betreft de volgende onderwerpen: - Bescherming regelzaal tegen binnendringen van gevaarlijke stoffen. - Waterstofbegassing primaire kring. - Bestrijding grootschalige kerosinebrand. - Gaswolkexplosie Westerschelde. - Vervolgstudie naar stralingsgeïnduceerde veroudering van het binnenwerk van het reactorvat. - Invoeren van SAMG's voor niet-vermogenstoestanden. De reeds bestaande verbeterpunten bleven ongewijzigd, ook wat betreft de inschatting van het veiligheidsbelang Daaropvolgend heeft tussen KFD en EPZ nadere afstemming plaatsgevonden van enkele nog openstaande punten [3.4]. Dit heeft niet geleid tot nieuwe verbeterpunten [3.17]. Wel is vastgesteld dat EPZ op een aantal bestaande verbeterpunten verdere actie dient te nemen [4.9]. Het gaat daarbij om een hernieuwd afwegingsproces van enkele verbeterpunten dat in tegenstelling tot de eerder daarover genomen beslissing toch tot een aanvullende maatregel zou kunnen leiden. Deze onderwerpen zijn verder toegelicht in 4.5. Bij deze toelichting is ook de stellingname van EPZ betrokken [4.13]. 3.5 Rapportage EPZ heeft een samenvattend verslag van haar werkzaamheden in de evaluatiefase en van de achterliggende filosofie gegeven [3.18]. 17

18 4 Conceptuele fase 4.1 Inleiding De conceptuele fase wordt gekenmerkt door een aanpak waarbij de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming worden bekeken over de diverse schakels in de bedrijfstechnische en in de organisatorische risicoketen. Uitgangspunt hierbij zijn de verbeterpunten (zie par. 3.4). Het doel is, te komen tot een integraal verbeteringsplan. 4.2 Conceptvormingsproces Dit proces vindt plaats in drie fasen, selectie, conceptvorming en conceptbevestiging. De daarbij toegepaste methodiek is beschreven in [4.1]. De KFD heeft per brief ingestemd met de conceptvormingsmethodiek [4.2] Selectie De selectie, welke verbeterpunten voor de fase der conceptvorming in aanmerking komen, gebeurt op basis van de zwaarte van de bij de verbeterpunten behorende kenmerken uit het oogpunt van veiligheidsbelang. In geval het desbetreffende verbeterpunt niet direct wordt geselecteerd en de problematiek niet op een andere manier wordt afgedekt, bepaalt een aanvullend expert judgement, of het verbeterpunt toch in de verdere conceptvorming wordt meegenomen Conceptvorming Dit is de fase van de eigenlijke conceptvorming, waarin op basis van de bovengenoemde selectie van verbeterpunten het pakket maatregelen tot stand komt. Daarbij worden de kenmerken bepaald, die voor de afweging van belang zijn, zoals een bevestiging van het veiligheidsbelang en een kostenschatting. Tenslotte is een afweging gemaakt van het belang voor de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming versus de kosten. De verbeteringsmaatregelen zijn verenigd in clusters overeenkomstig INSAG-10, par. 2.4 voor de T-maatregelen en overeenkomstig de WANO Performance Objectives voor de OPAmaatregelen Conceptbevestiging In deze fase wordt zekergesteld, dat een integraal, compleet verbeteringsplan is verkregen. De belangrijkste activiteiten daartoe zijn: - Overkoepelende beschouwingen inzake veiligheidsfilosofie. - Aansluiting met de internationale ontwikkelingen bij soortgelijke veiligheidsevaluaties en met de voorgaande veiligheidsevaluatie van KCB. - Onderzoek of een gebalanceerde toepassing van de conceptprincipes een aanpassing of uitbreiding van de maatregelen vereist. 18

19 - Mede terwille van de volledigheid, een herbeschouwing van de nietgeselecteerde verbeterpunten, om na te gaan of zij tot een versterking van het gedefinieerde verbeteringsplan leiden. - Integrale probabilistische beschouwing van de Techniek-maatregelen om de resulterende veiligheidswinst te bepalen en eventuele contraproductieve effecten te ondervangen. Indien nodig vindt daarbij een terugkoppeling plaats naar de conceptvorming. Een van de aspecten van de conceptbevestiging betrof het door EPZ gekozen concept voor het beheersen van een stoomgeneratorpijpbreuk. Op verzoek van de KFD werd een gesprek met EPZ gehouden, waarin aan de orde werd gesteld of dit concept niet diende te worden vervangen door een alternatief concept. De conclusie was, dat de voordelen daarvan niet zouden opwegen tegen de nadelen [4.11]. 4.3 Verbeteringsplan Het verbeteringsplan is door EPZ vastgelegd in [4.3]. Dit rapport bevat onder meer: - De verbeterpunten met de gegevens over hun veiligheidsbelang. - Een volledige toelichting op en verantwoording van het verbeteringsplan en de achtergronden en implicaties daarvan. - Het feitelijke verbeteringsplan. In het verbeteringsplan is iedere verbeteringsmaatregel beschreven in een afzonderlijk blad met o.m. de probleemstelling, de omschrijving van de maatregel en de veiligheidsoverweging. Er zijn 25 maatregelen geclassificeerd als Techniek-maatregelen en 86 als OPA-maatregelen. Het rapport is door EPZ aan de KFD aangeboden met EPZ-brief [4.4]. Het is door de KFD beoordeeld op juistheid en volledigheid. Een eerste KFD-commentaar is vastgelegd in [4.5] en aan EPZ toegezonden. Het betrof ca. 75 opmerkingen van uiteenlopende aard. Daarop zijn twee besprekingen gevolgd met EPZ, waarin op basis van door EPZ gegeven toelichtingen een groot deel van het commentaar als afgedaan kon worden verklaard. Verslagen van deze besprekingen zijn gegeven in de KFD-rapporten [4.6], resp. [4.7]. Op basis van voorlopige versies van een door EPZ opgestelde notitie (zie hierna) en van het definitieve commentaar van de KFD op het rapport [4.8] zijn vervolgens in een afrondende bespreking met EPZ [4.9] de nog openstaande punten besproken. Met de definitieve versie van bovengenoemde EPZ-notitie [4.10] is vervolgens het commentaar beantwoord. Dit resulteerde erin, dat slechts een beperkt aantal onderwerpen nog niet was afgesloten. Dit betreft enerzijds een verzoek om een aanvullende toelichting op een door EPZ voorgestelde maatregel, par. 4.4, anderzijds een verzoek om een toelichting of aanvullende gegevens op een verbeterpunt, waarop EPZ in [4.3] heeft voorgesteld geen maatregel te treffen, par De akkoordverklaring door de KFD van het verbeteringsplan geschiedt daarom met het voorbehoud, dat EPZ voor deze kwesties de verlangde aanvullingen levert. 19

20 In par. 4.4 en 4.5 wordt nader gespecificeerd, welke onderwerpen het betreft. Bij deze specificatie is tevens de al door EPZ verstrekte aanvullende informatie betrokken [4.13]. 4.4 Onderwerpen, waarvoor een aanvullende toelichting op een door EPZ voorgestelde maatregel verlangd is Analyse van corrosiesnelheid splijtstofomhulling bij SB-LOCA (OPA maatregel 17) Tijdens de vorige tienjaarlijkse evaluatie (1993) is door EPZ een mogelijke verbetering van de kernkoeling in geval van Small-Break-LOCA door verplaatsing van het intakkingspunt van de TJ-suppletieleiding van het "koude been" naar het "hete been" voorgesteld en hiervoor vergunning aangevraagd. Er zijn toen twee verschillende veiligheids beschouwingen uitgevoerd: - Siemens, RELAP, voor de situatie dat het intakkingspunt van de TJ-suppletieleiding verplaatst is. - KEMA, TRAC, voor de situatie met het huidige intakkingspunt. Op basis van deze twee veiligheidsbeschouwingen, waaruit bleek dat er voldoende veiligheidsmarge aanwezig was en het feit, dat de in geval van verplaatsing op te lopen stralingsbelasting voor de medewerkers vrij hoog zou zijn, is destijds besloten om het intakpunt niet te verleggen. Bij de vergunningverlening is dit onderdeel derhalve niet toegestaan. Door andere maatregelen, zoals de TJ-redundantiescheiding, is de bijdrage in het totale risico als gevolg van koelmiddelverlies bij ongevallen bij die gelegenheid sterk verbeterd. Het is van belang voor het onderwerp SB-LOCA in het koude been, om onderscheid te maken tussen een buiten-ontwerpongeval en een ontwerpongeval. In het kader van de huidige tienjaarlijkse evaluatie is uit diverse EPZ-analyses gebleken dat het van belang is om voor buiten-ontwerpongevallen de mogelijk optredende schade vast te stellen en hierop zonodig de alarmplanprocedures aan te passen. De OPA-maatregel 17 is hiervoor bedoeld.de berekening van de corrosiesnelheid zal worden uitgevoerd op basis van de voorliggende thermohydraulische analyses. Aanvullend dient EPZ aan te tonen dat het risico voor de omgeving gering is. Bij deze analyse is het uitgangspunt dat het TW-systeem niet beschikbaar is. De KFD wenst vooraf de uitgangspunten van de corrosieberekeningen en de acceptatiecriteria voor de resultaten ter goedkeuring voorgelegd te krijgen. Aanvullend dient EPZ op basis van bestaande en zonodig aanvullende ontwerpanalyses een nadere onderbouwing te geven, dat door het meebeschouwen van het TW systeem in de ontwerpbasis, een SB-LOCA in het koude been wordt beheerst. De betreffende ontwerpanalyses dienen in het TIP te worden opgenomen en de Technische Specificaties dienen zonodig te worden aangepast (o.a. voor TW). De KFD wenst de uitgangspunten van de ontwerpanalyses, waaronder de toegepaste rekencodes, en de acceptatiecriteria voor de resultaten ter goedkeuring voorgelegd te krijgen. 20

21 4.4.2 Zinkdosering (OPA maatregel 30) Zinkdosering, de toevoeging van verarmd zink aan het primair koelsysteem, is een methode om de afzetting van radioactief kobalt te verminderen. Dit heeft een positieve invloed op de stralingsbelasting voor het personeel. In meerdere, ook met KCB vergelijkbare, centrales wordt deze metode toegepast en kan als stand der techniek worden beschouwd. In het kader van 10EVA is door EPZ een studie uitgevoerd naar de technische en economische haalbaarheid van zinkdosering. De technische haalbaarheid concentreert zich voornamelijk op de effecten op de materialen in de reactorkoelkringloop en de splijtstofelementen. Bij de economische haalbaarheid wordt de in de toekomst te besparen dosis vergeleken met de hiervoor te maken kosten. Afgesproken is, dat EPZ op korte termijn haar besluit, om al of niet zinkdosering te gaan toepassen, met argumenten onderbouwd aan de KFD zal toesturen. Het standpunt van EPZ, zoals verwoord in [4.13], om geen zinkdosering toe te passen, is nog niet onderbouwd Differentiatie van de brontermen (OPA Maatregel 36) In het verbeteringsplan is door EPZ voorgesteld een verdere differentiatie van de brontermen in het alarmplan uit te voeren, uitgaande van een bestaand voorbeeld in België waar met een uitgebreide set van zogenaamde fiches wordt gewerkt. Op verzoek van KFD wordt echter gekozen voor deelname aan het EU-project SPRINT, een software-programma ter bepaling van mogelijke brontermen Safety management system Uit diverse OPA- en "overige OPA"-maatregelen in het verbeteringsplan blijkt, dat EPZ zich heeft voorgenomen een groot aantal verbeteringen door te voeren in haar procedures en werkwijzen, die in het kwaliteitssysteem zijn vastgelegd. Niettemin is KFD van mening dat EPZ nog niet voldoet aan het hebben van een systematisch veiligheidsmanagement, zoals vereist door IAEA-NS-G-2.4 en INSAG-13. KFD verzoekt EPZ hierin een verbeterslag aan te brengen. De KFD wijst EPZ daarbij ook op de recente ontwikkelingen in Duitsland, met name in de deelstaat Baden-Württemberg, en de recente ontwikkelingen bij IAEA in het kader van de update van de regel voor Kwaliteitszorg (50-C/SG-Q uit 1996). De titel van de nieuwe richtlijn is "Management Systems for the safety of nuclear facilities..." en heeft een werktitel DS338. Deze zal eind 2005, begin 2006 gepubliceerd worden. Een toelichting op het standpunt van KFD is opgenomen in [4.12]. De verbetering dient te zijn ingevoerd vóór eind In [4.13] geeft EPZ aan dat de toetsing aan IAEA-NS-G-2.4 en INSAG-13 zal worden gerealiseerd als onderdeel van de bestaande OPA-maatregel 54, "Verbeteren programma organisatorische self-assessments" Brandrisico HKM-pompen (verbeterpunt 171) EPZ dient het huidige opvangsysteem voor eventuele lekkage van olie van de hoofdkoelmiddelpompen uit te breiden met een adequate afvoer om zo het brandgevaar verder te beperken. 21

22 In [4.13] geeft EPZ aan, een en ander te zullen realiseren als onderdeel van de bestaande OPA-maatregel 37, "Actualiseren van de brandveiligheidsanalyse". 4.5 Onderwerpen, waarvoor een toelichting of aanvullende gegevens op een verbeterpunt verlangd zijn Additieven sproei (verbeterpunt 8) EPZ dient procedureel vast te leggen, hoe het sproeisysteem als een AM-maatregel in een latere fase na een ongeval in gebruik kan worden genomen om eventuele aerosolen uit de atmosfeer in het reactorgebouw te wassen. In het bijzonder moet ook de toevoeging van additieven indien mogelijk in de procedure worden betrokken. EPZ geeft in [4.1] aan, dit te zullen realiseren als onderdeel van de OPA-maatregel 9: "Invoeren van SAMG s voor nietvermogenstoestanden" Injectie van deminwater tijdens inbrengen van regelstaven (verbeterpunt 20) Dit betreft de kwestie van het - onder bepaalde omstandigheden - inbrengen van de regelstaven gelijktijdig met de injectie van deminwater. In bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn, actief het suppleren van deminwater te blokkeren. In [4.13] heeft EPZ beargumenteerd waarom een maatregel op dit punt niet zinvol is. Een beoordeling door KFD moet nog plaatsvinden D on-line kernsimulatorprogramma (verbeterpunt 90). On-line kernsimulatie programma s zijn stand der techniek. Dit was nog niet het geval voor het Siemens/KWU ontwerp, zoals KCB. In Duitsland wordt een pilot uitgevoerd bij de centrale Philipsburg onder auspiciën van de VGB. Een aantal Duitse centrales is inmiddels tot aanschaf overgegaan. Ook het Franse bedrijf EdF heeft interesse. Het pilot programma (POWERTRAX/S) is gebaseerd op de rekenprogramma's die worden gebruikt bij de jaarlijkse kernontwerp berekeningen. Hierdoor is het mogelijk on-line de driedimensionale vermogensverdeling in de kern te bepalen. Aldus wordt ten opzichte van de bestaande situatie een verbeterde nauwkeurigheid bij de berekening van de kernparameters verkregen. Met name bij vermogenswisselingen en afwijkende bedrijfstoestanden kan door het verbeterde inzicht de veiligheid verhoogd worden. Daar staat tegenover een mogelijk economisch voordeel door een toename van de bedrijfsflexibiliteit. Ook is een uitgebreidere presentatie van de kerngegevens in de regelzaal (bij KCB in vergelijking met modernere centrales beperkt ) mogelijk. Dit is een aspect dat de KFD belangrijk vindt. Een recente OSART-missie bij Philipsburg heeft de toepassing als "good practice" beoordeeld, onder meer omdat meerdere groepen in de organisatie profiteren: bedrijfsvoering/regelzaal (de online voorziening), fysica en reactor engineering (als offline voorziening). Dit tool is ook geschikt voor opleidingsdoeleinden. Van EPZ wordt verlangd dat met de resultaten van de pilot een herevaluatie wordt gemaakt m.b.t. de toepassing van POWERTRAX/S of een vergelijkbare voorziening bij de KCB. De status van de pilot dient in 2006 aan de KFD gerapporteerd te worden. De herevaluatie dient voor eind 2007 aan de KFD te worden voorgelegd. EPZ geeft in [4.13] aan, een en ander te zullen realiseren als onderdeel van de bestaande OPA-maatregel 79, "Vergroten kennisniveau van kernbeheer in de ontwerpgroep". 22

23 4.5.4 Man-machine interface m.b.t de bediening van de splijtstofwisselmachine (verbeterpunt 36). In het verleden hebben zich incidenten voorgedaan tijdens het werken met de splijtstofwisselmachine die hun oorzaak vonden in het menselijk handelen. Ook bij de onderzoekingen n.a.v. de splijtstofschade tijdens de splijtstofwisselstop 2004 zijn een aantal onvolkomenheden naar voren gekomen bij het werken met de wisselmachine. EPZ heeft in de periode 2001/2002 een haalbaarheidsonderzoek naar de investering voor een modernisering met automatisering van de splijtstofwisselmachine uitgevoerd. Op basis van de hoge kosten en het niet eenduidig veiligheidsgericht zijn van de maatregel is hier toen vanaf gezien. EPZ heeft echter de andere verbeteroptie: verbeteringen met een "m-m-i" karakter hier niet in betrokken. In [4.12] is door EPZ een aantal van dit soort maatregelen opgesomd, die vanuit de activiteiten van de storingswerkgroep (SWG) zijn voortgekomen en dus buiten de tienjaarlijkse evaluatie om: Aanvullende opleiding bedieningspersoneel Verbeteren van de spraakverbinding tussen de wisselmachine en de regelzaal Doorschakelen van videobeelden van de positionering van de machine naar de regelzaal Een beoordeling van deze aanvullingen door de KFD moet nog plaatsvinden Installatie van een criticaliteitsmonitor (verbeterpunt 135) EPZ heeft bij haar besluitvorming in het rapport [4.3] aangegeven dat deze apparatuur weliswaar stand der techniek is, maar acht de kosten niet op te wegen tegen de veiligheidswinst. Ook realisatie via het bestaande proces presentatie systeem wordt economisch niet gerechtvaardigd geacht [4.13]. In is reeds aangegeven dat de KFD hecht aan een verbetering van de presentatie van kerngegevens in de regelzaal. Met de realisatie van de online monitor POWERTRAX zou dit naar het oordeel van de KFD gerealiseerd zijn. De KFD verzoekt daarom dit onderwerp t.z.t. in samenhang met te behandelen, o.m. door invoering te heroverwegen. 23

24 5 Integrale veiligheidsbeschouwing In het "Rapport 10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie KCB 2003" [4.3] is een integrale veiligheidsbeschouwing opgenomen. Dit hoofdstuk is voor een groot deel gebaseerd op de hoofdpunten van die beschouwing. De integrale veiligheidsbeschouwing richt zich enerzijds op het integrale karakter van het verbeteringsplan en anderzijds op het bereikte veiligheidsniveau. Het integrale karakter van het verbeteringsplan wordt behandeld door overkoepelende beschouwingen inzake veiligheidsfilosofie t.a.v. de "defence-in-depth" risicoketen, de WANO Performance Objectives en de veiligheidsrelevante hoofdprocessen, de aansluiting bij belangrijke internationale ontwikkelingen en de aansluiting bij voorgaande veiligheidsverhogende projecten bij de KCB. Het bereikte veiligheidsniveau wordt onderbouwd door een deterministische en probabilistische beschouwing. De volgende punten worden aangesproken. - Het verbeteringsplan omvat de gehele "defence-in-depth" risicoketen. Specifiek aan de onderhavige veiligheidsevaluatie is echter, dat in het bijzonder het begin van de risicoketen, namelijk het voorkomen en beheersen van storingen, versterkt wordt. - Het verbeteringsplan omvat de WANO Performance Objectives en veiligheidsrelevante KCB-hoofdprocessen. Bij de OPA-maatregelen kregen twee aspecten bijzondere aandacht: de veroudering van het personeel en de veroudering van de installatie. - Het verbeteringsplan sluit aan bij belangrijke internationale ontwikkelingen. Twee voorbeelden van recente belangrijke ontwikkelingen, die ook in het verbeteringsplan terugkomen, zijn: verhoogde aandacht voor externe invloeden, zoals de evolutie van de omgeving (bij industrialisatie en transport op de Westerschelde) en extreme weersomstandigheden, alsmede het streven naar grotere beschikbaarheid door het optimaliseren van de stilstandtijd. Dit laatste brengt met zich mee, dat bijzondere aandacht aan de veiligheid tijdens reactorstilstand wordt besteed. - Het verbeteringsplan bouwt voort op het RSS-project en het project MOD97. Deze projecten hebben gebunkerde primaire en secundaire reserve-suppletie, reservenakoeling en een reserve-regelzaal toegevoegd, alsmede een vergaande ruimtelijke scheiding van redundanties voor bestaande systemen. Op al deze aspecten worden door het verbeteringsplan aanvullingen verwezenlijkt. - Het verbeteringsplan is deterministisch onderbouwd. Van toepassing zijn de NVR's (regels en richtlijnen). Deze zijn bedoeld voor nieuw te bouwen centrales. De KCB dient er aan te voldoen voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. In het bijzonder doet dit zich voor m.b.t. de basisprincipes ruimtelijke scheiding en bestendigheid tegen externe invloeden. Bij de KCB is er in het verleden voor gekozen, om niet de bestaande systemen aan te passen, maar om aparte systemen bij te bouwen. Zo wordt 24

Robuustheidsonderzoek Kerncentrale Borssele

Robuustheidsonderzoek Kerncentrale Borssele Robuustheidsonderzoek Kerncentrale Borssele Jan van Cappelle hoofd kerncentrale Borssele KIVI NIRIA/Kerntechniek symposium 18 november 2011 N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland Produceert

Nadere informatie

29 OKT Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherrning. De directie van N.V. Elektriciteits-Productiemaatschappij. Zuid-Nederland EPZ

29 OKT Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherrning. De directie van N.V. Elektriciteits-Productiemaatschappij. Zuid-Nederland EPZ Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherrning > Retouradres Postbus 16001 2500 BA Den Haag De directie van N.V. Elektriciteits-Productiemaatschappij Autoriteit Nucleaire Zuid-Nederland EPZ veiligheid

Nadere informatie

Dit besluit wordt van kracht overeenkomstig artikel 20.3 van de Wet milieubeheer.

Dit besluit wordt van kracht overeenkomstig artikel 20.3 van de Wet milieubeheer. Datum 12 maart 2002 Kenmerk SAS/2002001698 Onderwerp VERKLARING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 18 KERNENERGIEWET JUNCTO ARTIKEL 8.19, TWEEDE LID, WET MILIEUBEHEER TEN BEHOEVE VAN NV EPZ (KERNENERGIECENTRALE BORSSELE)

Nadere informatie

Europese peer review van het Nationaal Rapport stresstest kerncentrale Borssele

Europese peer review van het Nationaal Rapport stresstest kerncentrale Borssele > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Kernenergie KT/MCr/HtL/R106170 2. Basisdocument 10EVA13

Kernenergie KT/MCr/HtL/R106170 2. Basisdocument 10EVA13 KT/MCr/HtL/R106170 2 3 KT/MCr/HtL/R106170 INHOUDSOPGAVE LIJST MET AFKORTINGEN EN DEFINITIES... 5 1 ALGEMEEN... 7 1.1 INLEIDING... 7 1.2 DOEL EN OPBOUW BASISDOCUMENT... 8 1.3 SCOPE VAN DE 10-JAARLIJKSE

Nadere informatie

De veiligheid van de kerncentrale Borssele Samenvatting en conclusies

De veiligheid van de kerncentrale Borssele Samenvatting en conclusies De veiligheid van de kerncentrale Borssele Samenvatting en conclusies De bevindingen van de Commissie Benchmark zijn opgenomen in het Engelstalige rapport. Deze Nederlandse versie van de samenvatting is

Nadere informatie

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Opzet van de studie naar de effecten van een aardbeving Fase 1: kwalitatieve

Nadere informatie

Voorlopige INES meldingen 2015 Kerncentrale Borssele

Voorlopige INES meldingen 2015 Kerncentrale Borssele Voorlopige INES meldingen 2015 Kerncentrale Borssele INES, internationale graadmeter Binnen de nucleaire industrie geldt sinds 1990 de INES-schaal als maatstaf voor storingen en incidenten. De INESschaal

Nadere informatie

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD MEMO AAN DE GEMEENTERAAD Aan T.a.v. Datum Betreft Van Ons kenmerk CC De gemeenteraad - 23 maart 2012 Interim-controle 2011 Deloitte Het college 112623 Paraaf Datum Controller RP 22-3-2012 Directie Geachte

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

INES meldingen 2013 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2013 Kerncentrale Borssele INES meldingen 0 Kerncentrale Borssele Zeedijk, 5 PM Borssele INES, internationale graadmeter Binnen de nucleaire industrie geldt sinds 990 de INES-schaal als maatstaf voor storingen en incidenten. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1090 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire. Veiligheid en. Stralingsbescherming. Datum 15 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit: Verleend door:

Autoriteit Nucleaire. Veiligheid en. Stralingsbescherming. Datum 15 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning. Besluit: Verleend door: IKoningskade 4 Den Haag Postbus 16001 2500 BA Den Haag www.anvs.nl Datum 15 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning Besluit: KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN STICHTING DI3KLANDER

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming > Retouradres Postbus 16001 2500 BA Den Haag Stichting AVE Medical pia Nuclear research and Consultancy Group T.a.v. dr. Ir. R. van Oossanen Consultant Radiation Protection Postbus 25 1755 ZG Petten ANVS

Nadere informatie

Controle protocol Stichting De Friesland

Controle protocol Stichting De Friesland Controle protocol Stichting De Friesland 1. Doelstelling Stichting De Friesland heeft van de Belastingdienst de ANBI (algemeen nut beogende instelling) verkregen. Ten aanzien van de verantwoording van

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Sociale Zaken en

Nadere informatie

2 3 AUG, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Datum. betreft Artikel 19, lid 2 Kew verzoek. Geachte

2 3 AUG, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Datum. betreft Artikel 19, lid 2 Kew verzoek. Geachte Pagina 1 van 6 Datum Naar aanleiding van uw verzoek op grond van artikel 19, tweede lid, van de beschikking wordt tevens gepubliceerd op de website van de, www.pnvs.nl. Strali eschermin, Geachte Kernenergiewet

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Notitie Project Projectnummer : 15-056 EV Betreft : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Behandeld door : Linda Gelissen 1 Inleiding Aan de Beatrixlaan te Weert wordt een Kennis en Expertise

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid Controle protocol 1 Doelstelling Het CZ Fonds moet voldoen aan de eisen van het convenant vastgelegd in 1998 tussen Zorgverzekeraars Nederland en de overheid van de Besteding Reserves Voormalige Vrijwillige

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 25 422 Opwerking van radioactief materiaal Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Advies: Akkoord te gaan met bijgevoegde raadsinformatiebrief

Advies: Akkoord te gaan met bijgevoegde raadsinformatiebrief VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: M. van Zeldert Tel nr: 8378 Nummer: 16A.00633 Datum: 30 juni 2016 Team: Financiën Tekenstukken: Ja Bijlagen: Afschrift aan: V. Griessler,

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele INES, internationale graadmeter Binnen de nucleaire industrie geldt sinds 1990 de INES-schaal als maatstaf voor storingen en incidenten. De INESschaal is er voor

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming > Retouradres Postbus 16001 2500 BA Den Haag PreventiMed B.V. ANVS t.a.v. hr. N.E.T. Zwarthoed Toepassingen Kanaalkade 26B Koningskade 4 1811 LP ALKMAAR Postbus 16001 2500 BA Den Haag www.anvs.ni Medische

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee

Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee Naar aanleiding van de op 30 juli jl. gepubliceerde Nota van Inlichtingen

Nadere informatie

ONDERZOEK & ONTWIKKELING

ONDERZOEK & ONTWIKKELING 1. DOEL & TOEPASSINGSGEBIED In deze procedure wordt de werkwijze omschreven, die gehanteerd wordt bij de ontwikkeling van nieuwe diensten bij.. voor wat betreft de sector Kinderopvang. De beheersing van

Nadere informatie

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

Jaarplan 2012 gemeente Velsen Jaarplan 2012 gemeente Velsen januari 2012 HVCinzameling Miriam Dijst Adviseur Gemeenten 12 januari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Maatregelen afvalbeheerplan 6 3. Maatregelen 2012 7 4. Planning

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 1 van 18 november 1996 met betrekking tot het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

INES meldingen 2012 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2012 Kerncentrale Borssele INES meldingen 0 Kerncentrale Borssele INES, internationale graadmeter Binnen de nucleaire industrie geldt sinds 990 de INES-schaal als maatstaf voor storingen en incidenten. De INES-schaal is er voor

Nadere informatie

voorstel aan de gemeenteraad

voorstel aan de gemeenteraad voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente sector - afdeling cs steller Esther Schilt onderwerp Normenkader rechtmatigheidscontrole telefoon 8537 voorstelnummer 132 8 november 2005 iz-nummer

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Raad Onderwerp: V200900446 aanvraag van verklaring van geen bezwaar voor het verlenen van een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO voor een gasopslag annex bedrijfsverzamelcomplex aan de Bosscheweg 67

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Summary report van de ENSREG peer review van Nationale Actieplannen

Summary report van de ENSREG peer review van Nationale Actieplannen Summary report van de ENSREG peer review van Nationale Actieplannen Brussel 22-26 April 2013 Nederlandse samenvatting Summary report van de ENSREG peer review van de Nationale actieplannen Brussel, 22-26

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336

Rapport. Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336 Rapport Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336 2 Klacht Op 6 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw mr. S. te Leiden, met een klacht over een gedraging van ANOVA

Nadere informatie

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 3500 EH Den Haag Mr. D.J. de Jong 06 4684 0910 15 mei 2014 ACVZ/ADV/2014/009 Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding

Nadere informatie

Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé

Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé Maastricht, 16 september 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Het proces rondom de tracékeuze... 4 3. De aanleiding... 5 4. De aanpak... 5 5. De resultaten

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Reikwijdte en doelstellingen van de interne audit... 5 Verhouding

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Versie 2.1 Datum : 1 januari 2013 Status : Definitief Colofon Projectnaam : DigiD Versienummer : 2.0 Contactpersoon : Servicecentrum Logius Postbus 96810

Nadere informatie

Improvement Scan. Leeswijzer en toelichting bij de uitkomsten van de Improvement Scan. De toetsings- en verbetermethode van het klantproces

Improvement Scan. Leeswijzer en toelichting bij de uitkomsten van de Improvement Scan. De toetsings- en verbetermethode van het klantproces Improvement Scan De toetsings- en verbetermethode van het klantproces Leeswijzer en toelichting bij de uitkomsten van de Improvement Scan Geachte lezer, Bij u op locatie is de Improvement Scan afgenomen

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 15.07289 vergaderdatum raad 21 mei 2015 jaar/nummer 2015-041 G.A.H.

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd?

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd? Systeemtoets Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd? De systeemtoets van Actal Het College heeft tot taak de regering of beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren

Nadere informatie

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Titel Leidraad Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij

Nadere informatie

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken')

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken') Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/14240 Datum : 29 mei 2012 Programma : Diverse programma s Blad : 1 van 5 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr.

Nadere informatie

Projectplan Duurzaam Inkopen

Projectplan Duurzaam Inkopen Projectplan Duurzaam Inkopen Gemeente Franekeradeel, afdeling Bouwen en Milieu Minke Lotens - Eichhorn Augustus 2010 status: Definitief Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelstellingen projectplan 4 Overige resultaten

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

3 e Voortgangsrapportage dienst

3 e Voortgangsrapportage dienst 3 e Voortgangsrapportage dienst Inleiding De dienst OCW heeft een plan van aanpak verbetering kwaliteit jaarrekening opgesteld. Over de uitvoering van dit plan van aanpak is twee maal eerder via voortgangsrapportages

Nadere informatie

Voortgangsrapportage

Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Wat hebben we bereikt? Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Stand van zaken per 1 juli Behoort bij brief met kenmerk - 50651 Voortgangsrapportage Rechtmatigheid, juli 1 FASE 1 WET EN REGELGEVING

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Wetenschappelijke Commissie

Wetenschappelijke Commissie Taken en Werkwijze DPCG Wetenschappelijke Commissie Versie 09.04.2018 Inhoud 1. Begripsbepalingen 2. Taken Wetenschappelijke Commissie 3. Samenstelling Wetenschappelijke Commissie 4. Vergaderingen van

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017 OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: /00158277 Vergunningverlening Datum: 13 juni 2017 Onderwerp: Besluit tot vaststellen

Nadere informatie

Dit protocol beoogt echter geen onderzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma.

Dit protocol beoogt echter geen onderzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma. Bijlage 1 bij Frictiekostenregeling regionale publieke media-instellingen 2016-2019: Controleprotocol Frictiekostenregeling regionale publieke media-instellingen 2016-2019 1. Inleiding Het regeerakkoord

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Regeling bezwaar toelaatbaarheid

Regeling bezwaar toelaatbaarheid Regeling bezwaar toelaatbaarheid Colofon Uitgever: Auteur: PO-Raad en VO-raad, Utrecht Peter van den Heuvel (KPC Groep) Datum uitgave: januari 2014 1 Voorwoord Deze publicatie is onderdeel van het instrumentarium

Nadere informatie

Ongeveer 7% van de nationale elektriciteitsproductie komt van EPZ, de helft vanuit de kerncentrale, de andere helft vanuit de kolencentrale.

Ongeveer 7% van de nationale elektriciteitsproductie komt van EPZ, de helft vanuit de kerncentrale, de andere helft vanuit de kolencentrale. van Raad van Bestuur Essent N.V. aan Aandeelhouders van Essent N.V. datum 28 januari 2009 notitie Essent/RWE/Borssele/EPZ 1. Inleiding In deze notitie wil Essent, ten behoeve van haar aandeelhouders, inzicht

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Konrngskade 4 Den Haag Postbus 16001 2500 OA Den Haag www.anvs.nl Datum 22 mei 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewetvergunning Besluit: KERN ENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH

Nadere informatie

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met

Nadere informatie

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Fiche 9: Verordening EU octrooi vertaalregelingen 1. Algemene gegevens Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Datum Commissiedocument:

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Opvolging aanbevelingen 2017

Opvolging aanbevelingen 2017 EINDRAPPORT Opvolging aanbevelingen 2017 Provincie Zuid-Holland maart 2018 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 OVERGENOMEN AANBEVELINGEN... 4 3 MONITORING OPVOLGING AANBEVELINGEN... 5 4 STAND VAN ZAKEN OPVOLGING

Nadere informatie

Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012

Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012 Toelichting procedure deelname aan experimenten 2011-2012 1. Procedure 2 2. Aanvragen en toekennen experimenten 2011-2012 2 3. Belangrijke elementen uit ministeriële regeling 3 4. Instructie bij Voortzetten

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F.

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. BentVoorbeeld Proces en informatie onderzoek DECLA consultancy Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 INTRODUCTIE... 4 3 OPDRACHTOMSCHRIJVING EN SCOPE... 5 4

Nadere informatie

Communicatieplan Energie- & CO 2

Communicatieplan Energie- & CO 2 Communicatieplan Energie- & CO beleid Versie 9 - Januari 013 Akkoord Directie: Inhoud: 1. Inleiding 1.1 Ambitie 1. Aansluiting op de marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen en voorgenomen acties in 01 1.4

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele INES, internationale graadmeter Binnen de nucleaire industrie geldt sinds 1990 de INES-schaal als maatstaf voor storingen en incidenten. De INESschaal is er voor

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-06 Datum : 13 november 2007 Partijen : de cliëntenraad , vertegenwoordigd door zijn voorzitter, ,

Nadere informatie

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL. Verbonden Partijen Notitie naar aanleiding van onderzoek naar de aansturing van verbonden partijen in de gemeenten Bergen op Zoom, Oosterhout en Roosendaal. 7 mei 2007 Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL www.rekenkamerwestbrabant.nl

Nadere informatie

Notitie. Gemeente Utrecht. Georg Huith en Robin Aerts. Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn. 1 Inleiding

Notitie. Gemeente Utrecht. Georg Huith en Robin Aerts. Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn. 1 Inleiding Notitie voor Gemeente Utrecht cc van Georg Huith en Robin Aerts datum 10 maart 2016 betreft Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn zaaknr 11002455 1 Inleiding 1.1 U verzocht ons een second opinion

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Tieleman Transport BV Postbus 26 4587 ZG Kloosterzande Kenmerk: W-AOV150541/ 00115717 Afdeling: Vergunningverlening Datum: 15 februari 2016 Onderwerp:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016

Nadere informatie

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer.

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 9 juni 2004 / 102/2004 Onderwerp Notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming > Retouradres Postbus 16001 2500 BA Den Haag ANVS Stral ingsbeschermi ng Aanvragen en Melden Bezuidenhoutseweg 67 AANTEKENEN Postbus 16001 2500 BA

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Koningskade 4 Den Haag Postbus 16001 2500 DA Den Haag www.anvs.ni ANVS-P P-20 18/00 480 53-05 Datum 1 februari 2019 Betreft Wijziging Kernenergiewet vergunning Besluit: KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND

Nadere informatie

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland OVER OOSTZAAN Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland WORMERLAND. GESCAND OP 13 SEP. 2013 Gemeente Oostzaan Datum : Aan: Raadsleden gemeente Oostzaan Uw BSN : - Uw brief van :

Nadere informatie

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1 Directie Bestuur & Organisatie Directie Algemeen Aan de Commissie AB Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 9 Telefax (024) 329 22 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905 6500

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 08 0075 Rv. nr. + dossiernr.: 08.0075 B&W-besluit d.d.: 12-08-2008 B&W-besluit nr.: 08.0795 Naam programma +onderdeel: Bestuur en dienstverlening - Belastingen Onderwerp: Regionale samenwerking

Nadere informatie

Beleidsregel Deskundigheid dagelijks beleidsbepalers artikel 4:9 en 5:29 Wft

Beleidsregel Deskundigheid dagelijks beleidsbepalers artikel 4:9 en 5:29 Wft AFM Beleidsregel Deskundigheid s artikel 4:9 en 5:29 Wft Beleidsregel Wet op het financieel toezicht 08-01 van de Stichting Autoriteit Financiële Markten van 24 maart 2008 inzake de deskundigheid van s

Nadere informatie

2007. Nr. : Dnst. : C& E

2007. Nr. : Dnst. : C& E 2007. Nr. : 07.0152 Dnst. : C& E Definitieve vaststelling van het eindrapport fase 1 Verzelfstandiging Openbaar Onderwijs Gemeente Leiden (aangepast scenario). Leiden, 27 november 2007. Op 4 juli 2006

Nadere informatie