Thema: Speak is Death zei hij Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema: Speak is Death zei hij Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide."

Transcriptie

1 Adverse childhood experiences are the most basic and long-lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent Felitti, Onderzoeker ACE Studies (2010) E-Magazine Vroeg Trauma en Nu Een positieve omgeving kan de schadelijke gevolgen van vroegkinderlijk trauma omkeren 1 Over de behandeling van volwassenen die het slachtoffer waren van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering [VCT Jeugdtrauma s]. Nieuwe ontwikkelingen in diagnostiek, behandeling en herstel, wetenschap en praktijk, beleid en innovatie, reflectie en actie. Thema: Speak is Death zei hij Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide. Speciale Uitgave Mei 2018

2 Vroeg Trauma en Nu is een uitgave van de Trauma Academie. Redactie Martijne Rensen, Eindredactie Paul Custers, Journalist Nathalie de Kruijf, Secretariaat Margot Snoek, Programmamanager Lara Tanger, Publicist 2 Hergebruik Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit E-Magazine is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van de uitgever. E-Magazine Vroeg Trauma en NU verschijnt drie tot vier keer per jaar en wordt verspreid onder circa personen.

3 Speciale Uitgave ter gelegenheid van de eerste TIP- Conferentie Trauma Informed Practice Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide van de CELEVT Trauma Academie op 15 juni 2018 in Amstelveen. 3

4 Inhoudsopgave Woord vooraf: Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and built resilience 1. Open brief aan Staatssecretaris Blokhuis VWS CELEVT 2. Monique Als je geen woorden hebt voor wat je is aangedaan Paul Custers. 3. Vicky: Ik hoop dat kinderen niet, zoals ik, 48 jaar of nog langer moeten worstelen met de pijn die hen is aangedaan Paul Custers. 4. Kees: Ik laat me niet meer lijdzaam langs de hulpverleningsloketten voeren Paul Custers. 5. Petra: Dan zegt die stem: Loop het water in! Paul Custers Pauline: Speak is death, zei hij Paul Custers. 7. In gesprek met Remco de Winter, psychiater; over zelfdoding: Als je denkt dat je er niet meer toe doet..paul Custers. 8. Zeer hoog suïcide risico bij mensen met jeugdtrauma s: Trauma Informed Practice is van levensbelang! Lara Tanger en Martijne Rensen. 9. Programma Eerste Landelijke TIP Conferentie [Trauma Informed Practice] op 15 juni Vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag bij adolescenten en volwassenen: wat te doen? 10. Informatie voor journalisten.

5 Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and build resilience. Woord vooraf bij het EMagazine Vroeg Trauma, psychiatrische problematiek en suïcide. door Martijne Rensen Hoe komt het dat iemand die in zijn of haar kinderenjaren door mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik ernstig en aanhoudend getraumatiseerd is dood wil? Dat vroeg getraumatiseerde mensen zo veel meer aan zelfdoding denken dan diegenen geen traumatische jeugdervaringen hebben? Hadden we in een eerder stadium iets kunnen doen? Wat kunnen wij in de GGZ betekenen voor mensen die in zo n eenzaamheid en nood verkeren dat de dood de enige acceptabele optie lijkt? Hoe kunnen we hen beter helpen, nu de GGZ in Nederland door bezuinigingen onder druk staat en er een groot tekort is aan gespecialiseerde behandelmogelijkheden voor mensen met jeugdtrauma s? Dit schiet vaak door mijn hoofd als ik bijna dagelijks wanhopige telefoontjes of s krijg van mensen met jeugdtrauma s die dringend gespecialiseerde traumabehandeling zoeken. Die ze in veel gevallen niet kunnen vinden en waar ze vaak al jaren naar op zoek zijn. Ik voel deze vragen nog dringender als deze mensen zeggen geen uitzicht meer te zien en in hun hopeloosheid zelfmoord overwegen en er geen goede hulp beschikbaar is. Het grijpt me aan en het maakt me boos. Hoe kan dit in Nederland anno 2018? 5 In deze speciale uitgave ter gelegenheid van de eerste TIP-Conferentie Trauma Informed Practice Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide van de CELEVT Trauma Academie op 15 juni 2018 in Amstelveen, leest u aangrijpende interviews met mensen die weten hoe ernstig het lijden na vroege jeugdtrauma s kan zijn. En hoe dit kan leiden tot gevoelens van wanhoop en hopeloosheid en de wens om dood te gaan. En hoe het is als je dan niet gezien en geholpen wordt als je hulp zoek. En hoe als je die juiste hulp wel vindt. Zij verwoorden ieder hun eigen authentieke levensverhaal. U leest naast de interviews met getroffenen, ook onze brandbrief aan de Staatsecretaris met een oproep in te grijpen, een interview met Remco de Winter, psychiater over zijn ervaringen met suïcidaliteit en

6 een artikel over Trauma Informed Practice. Ook het programma van de conferentie is opgenomen CELEVT een conferentie waarop deskundigen in de het veld van psychiatrische en psychologische hulpverlening proberen te komen tot concrete aanbevelingen en behandelplannen. Mijn dank gaat allereerst uit naar de mensen die zo moedig zijn geweest om hun ervaringen te delen. Dat is bijzonder mooi, aangrijpend en nodig! Hartelijk dank! Dank ook aan Paul Custers voor zijn belangeloze en niet aflatende betrokkenheid bij het tot stand komen van dit EMagazine het afgelopen jaar, zijn adviezen - en meer.. Hulpverleners, getroffenen, beleidsmakers, onderzoekers en betrokken Nederlanders: Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and build resilience. Het is hard nodig! Martijne Rensen 6 Directeur CELEVT Trauma Academie Oprichter Stichting STRAKX

7 1. Open brief aan Staatssecretaris Blokhuis Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Staatssecretaris Paul Blokhuis Postbus EA Den Haag Ons kenmerk: CELEVT_TIP_2018 Amsterdam, 1 mei 2018 Geachte heer Blokhuis, Met deze brief vragen wij uw aandacht en uw inzet om op zo kort mogelijke termijn in te grijpen in de GGZ, teneinde het nijpende tekort aan kennis op te heffen, de behandelcapaciteit en kwaliteit te vergroten voor de groep GGZ-patiënten met vroeg(kinderlijk) trauma. Voor tal van GGZ-patiënten voor wie gespecialiseerde traumabehandeling in de GGZ absoluut noodzakelijk is, is deze niet beschikbaar. De gevolgen zijn dat zij een grote kans lopen om chronisch psychiatrisch patiënt te worden, dat de trauma-gerelateerde symptomen en psychiatrische klachten ernstiger worden en de kans op crisisopnames en suïcidaal gedrag in hoge mate toeneemt. Nationale en internationale onderzoeken tonen aan dat er een duidelijke samenhang is tussen vroege traumatisering, ernstige psychiatrische stoornissen en latere zelfdoding. Dezelfde onderzoeken laten zien dat suïcide onder vroeg getraumatiseerde GGZ-patiënten beduidend vaker voorkomt dan bij GGZ-patiënten zonder jeugdtrauma s. Tot op heden hebben deze indrukwekkende gegevens niet geleid tot adequaat beleid. De huidige situatie is ethisch onverantwoord en baart ons zorgen. 7 Enkele cijfers 50-70% van de cliënten in de GGZ > 18 jaar heeft een achtergrond van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering, waaronder fysieke en psychische mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik [Trimbos Instituut]. Dat zijn circa volwassen GGZ-patiënten op jaarbasis op een totaal van Een belangrijk deel van deze patiënten heeft (onder andere) een Complexe Posttraumatische

8 Stress Stoornis [CPTSS] of een Dissociatieve Stoornis met overwegend complexe hechtingsproblematiek. Grootschalig epidemiologisch onderzoek [Trimbos Instituut, Universiteit Leuven] laat zien dat vroege traumatisering een belangrijke etiologische factor is voor de ontwikkeling van suïcidaal gedrag. De suïcidaliteit is bij vroeg getraumatiseerde volwassenen ruim 2 keer hoger dan bij diegenen die geen jeugdtrauma s hebben meegemaakt en zij hebben een 4 à 5 keer zo grote kans om suïcidegedachten te ontwikkelen vergeleken met volwassenen die in hun jeugd niet getraumatiseerd zijn. Volwassenen met meerdere jeugdtrauma s, wat merendeels het geval is, hebben een ruim 7 keer zo grote kans om suïcidegedachten te ontwikkelen [Trimbos Instituut]. 80 % van de adolescenten die een suïcidepoging doet en 64 % procent van deze volwassenen heeft een achtergrond van ernstige en aanhoudende traumatisering in de kinderjaren [ACE - Adverse Childhood Experiences Study]. Onderzoeken in de bureaula Tot op heden hebben deze indrukwekkende cijfers niet geleid tot adequaat beleid en worden belangrijke onderzoekgegevens genegeerd. Er is sprake van een ontoereikend zorgaanbod terwijl gespecialiseerde traumabehandeling juist leidt tot afname van psychiatrische problematiek en van zorgkosten. We vinden het ethisch onverantwoord en onacceptabel dat telkenmale onderzoek en kennis omtrent de ernstige gevolgen van vroege traumatisering bij een zo grote groep GGZ-patiënten niet worden gebruikt en zelfs in de bureauladen verdwijnt. 8 De huidige situatie is onwenselijk. Het is niet langer acceptabel dat er in Nederland anno 2018 nog steeds een fors gebrek is aan kennis, behandelcapaciteit en -kwaliteit voor een grote groep in de kinderjaren ernstig en aanhoudend getraumatiseerde GGZ-patiënten met ernstige psychiatrische problematiek. Naast het persoonlijk leed van getroffenen en hun omgeving zouden ook de hoge maatschappelijke kosten die hiermee gepaard gaan aanleiding moeten zijn voor ingrijpen. In 2016 constateerde het Trimbos Instituut dat het op jaarbasis gaat om vele miljarden euro s: 3,5 miljard door emotionele verwaarlozing, 1,2 miljard door psychische mishandeling, 915 miljoen door fysiek misbruik, 1,2 miljard door seksueel misbruik, 4,1 miljard door een combinatie van emotionele verwaarlozing, psychische, lichamelijke en seksuele mishandeling!

9 Hulp niet beschikbaar Gespecialiseerde traumabehandeling is een van de grootste knelpunten in de GGZ, naar zowel de behandelcapaciteit als de behandelkwaliteit en dat zal bij ongewijzigd beleid zo blijven. Al in 2006 hebben VWS en Zorgverzekeraars Nederland de problematiek als GGZ-Knelpunt benoemd. De Gezondheidsraad stelde in 2011: Deze ernstigste patiënten worden van het kastje naar de muur gestuurd en zelfs buiten de muren van GGZ-instellingen gehouden, omdat men de deskundigheid niet in huis heeft en de behandelingen kostbaar zijn 1. Anno 2018 is er in deze situatie nog niets ten goede veranderd. Integendeel. De enkele gespecialiseerde traumacentra en poliklinieken bij GGZ-Instellingen worden gesloten of zelfs afgebouwd. GGZ- Instellingen wijzen behandeling zoekende patiënten af [en plaatsen hen dus niet op wachtlijsten], waarna jarenlange zoektochten volgen 2 of creëren wachtlijsten door de behandelcapaciteit af te bouwen en/of te sluiten [onder andere de Top Referenten Traumacentra en gespecialiseerde Poliklinieken]. De huidige wachtlijstproblematiek voor trauma-gerelateerde klachten is derhalve slechts het topje van de ijsberg. Patiënten die wel bij een GGZ-Instelling aangenomen worden, krijgen veelal uiterst korte generieke behandelingen van volstrekt onvoldoende en onverantwoorde omvang, kwaliteit en duur die absoluut onvoldoende zijn voor vroeg getraumatiseerde patiënten met hechtingsproblematiek 3. Hoewel de Standard of Care de meeromvattende langer durende fasegerichte psychotherapeutische traumabehandeling is, een effectieve behandelmethode die internationaal als eerste keuze wordt aangemerkt, wordt deze niet toegepast. 9 Tijdens de CELEVT TIP-Conferentie [Trauma Informed Practice] Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide op 15 juni aanstaande vraagt psychiater Esther van Fenema zich terecht af wat wij [als samenleving] nog kunnen betekenen voor vroeg getraumatiseerde mensen in de GGZ die in zo n noodsituatie verkeren dat dood de enige acceptabele optie lijkt. Hoe kan het dat de GGZ in 1 Gezondheidsraad, Behandeling van de gevolgen van kindermishandeling, Mails en telefoons GGZ-patiënten en organisaties van getroffenen CELEVT- St. STRAKX-archief 3 Gezondheidsraad 2011; Behandeling van de gevolgen van Kindermishandeling, 2011; St. STRAKX mei 2017 brief aan Cie VWS Tweede Kamer.

10 Nederland door fikse bezuinigingen onder druk staat en er een groot tekort is aan gespecialiseerde behandelmogelijkheden voor in de kinderjaren ernstig en langdurig getraumatiseerde mensen? Kamervragen In mei 2017 zijn na de NZA-meldactie van de CELEVT-Stichting STRAKX Kamervragen gesteld. In haar beantwoording schreef toenmalig minister Schippers [juni 2017] De Stichting STRAKX wil investeren in extra expertise, uitbreiding van het behandelaanbod, een meer multidisciplinaire aanpak, samenwerking en kennisuitwisseling tussen professionals. Ik ben ervan overtuigd dat bundelen van de krachten kan bijdragen aan betere zorg. Ik vind het onwenselijk dat mensen te lang moeten wachten op zorg. Zeker voor kwetsbare patiënten is lang wachten risicovol: dit kan namelijk leiden tot een verergering van de problematiek. Dat moet voorkomen worden. Buurtzorgmodel in de gespecialiseerde GGZ De CELEVT-Stichting STRAKX gaat voor een complexe GGZ-patiënten groep het innovatief model van de STRAKX Traumacentra neerzetten. Laagdrempelig, met korte lijnen, weinig overhead en zelfsturing van professionals én cliënten. Wij willen in 2018 het eerste Landelijke STRAKX Traumacentrum openen in Amsterdam, vervolgens in gebieden waar de grootste witte vlekken zijn. Doelstelling is te groeien tot een landelijke regionale dekking. Waarbij wij het volgende scenario gaan uitvoeren: 10 Evidence-based 10-minuten screening voor de GGZ, [huis] artsenpraktijk en zorgverleners in de eerste lijn. Zodat adequate screening en vroege verwijzing voor gespecialiseerde diagnostiek en behandeling kan plaatsvinden. Een landelijk dekkend netwerk van kleinschalige in de regio geïntegreerde ambulante STRAKX Traumacentra waarin integraal werkende GGZ-behandelaren, huisartsen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, complementaire behandelaren en andere zorgprofessionals volgens eenzelfde multidisciplinaire inzet samenwerken. Zodat gespecialiseerde traumabehandeling voor iedereen bereikbaar is. Landelijke kaders voor een uniforme systematiek van fasegerichte Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling (MIT) met evidence-based, complementaire en aanvullende behandeling voor de samenvallende psychische, somatische en maatschappelijke problematiek. Zodat vroeg

11 getraumatiseerde GGZ-patiënten met ernstige psychiatrische problematiek de best mogelijke integrale traumabehandeling krijgen. Een digitaal platform Vroegkinderlijk Traumanet en HART Colleges voor Veerkracht en Herstel voor betrouwbare informatie, ehealth, cursussen en peer-support om te werken aan veerkracht en herstel. Zodat vroeg getraumatiseerde GGZ-patiënten met ernstige psychiatrische problematiek zoveel mogelijk zelf kunnen werken aan herstel. Kostenbesparing en effectonderzoek Om de uitkomsten te meten wordt effectonderzoek gedaan bij alle behandelingen naar behandeleffectiviteit, kwaliteit van leven, patroon van zorggebruik, kosteneffectiviteit en arbeidsuitval. Longitudinaal onderzoek van Amerikaanse collega s die vergelijkbaar effectonderzoek deden, wijst uit dat de kosten voor intramurale opname na verloop van tijd aanzienlijk afnemen evenals de zorgkosten voor ambulante behandeling. De algemene zorgkosten namen significant af na de eerste behandelfase en daalden verder naarmate cliënten de daaropvolgende behandelfasen doorliepen 4. Een ZONMW Onderzoeksprogramma zou in deze ook aangewezen zijn. 11 Ingrijpen Wij vragen u om op korte termijn in te grijpen teneinde het nijpende tekort aan kennis, behandelcapaciteit en behandelkwaliteit voor vroeg(kinderlijk) getraumatiseerde GGZ- patiënten op te heffen. Wij vragen u ook om het boven beschreven innovatief oplossingsscenario te stimuleren, te onderzoeken en te evalueren. Wij zouden het ook waarderen als u een woord wilt spreken tijdens de TIP-Conferentie [Trauma Informed Practice] Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide op 15 juni aanstaande [zie Ten behoeve van de Conferentie is een speciale editie van het EMagazine Vroeg Trauma en Nu uitgebracht, dat is bijgevoegd en waarin onder andere ook deze brief is opgenomen. 4 Myrick, Aliya, Webermann, Langeland, Putnam, Brand, 2017

12 Wij zien uw reactie met vertrouwen tegemoet en gaan graag op korte termijn met u in overleg. Hoogachtend, Mevrouw drs. G.M. (Martijne) Rensen Directeur CELEVT, Oprichter Stichting STRAKX 12 BIJLAGEN: Bovenstaand verzoek aan u willen we binnenkort ook op onze website plaatsen en delen met (vak)media. E-Magazine Vroeg Trauma en Nu speciale editie Speak is Death, zei hij..vroeg Trauma, psychiatrische problematiek en suïcide. Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and build resilience.

13 13

14 2. Monique; Als je geen woorden hebt voor wat je is aangedaan Interview: Paul Custers, Journalist Als driejarige ben ik voor het eerst verkracht. Door mijn vader. Dat is jaren doorgegaan. Toen hij stopte, was het mijn oudere broer. Die nam het eigenlijk over. Toen dat begon, was ik 13 jaar. Blijkbaar had hij vaak gehoord of misschien wel gezien wat mijn vader deed. En daarbij kwam dat ook een familielid zich nog heeft vergrepen aan mij in die periode. Ik heb dat jarenlang kunnen wegstoppen als het ware. Maar toen mijn dochter werd geboren nadat ik drie zoons had gekregen, kwamen de herbelevingen in volle heftigheid terug. De zaak is verjaard Monique raakt ook nog zwanger van haar broer, maar er wordt geen kind geboren. Later, als de 14 herinneringen en herbelevingen haar dreigen te vernietigen, begint ze met hulp van een advocaat een rechtszaak tegen haar vader en haar broer. Dat loopt bijna drie jaar. De rechtszaak eist van haar dat ze zich concrete en gruwelijke details gaat herinneren en die gaat delen met de rechters en de advocaten. Het brengt haar een aantal keren letterlijk aan de rand van de afgrond. Ze beschadigt zichzelf en doet pogingen. Na drie jaar procederen wordt geconcludeerd dat de zaak verjaard is. Een schuldige wordt niet aangewezen. Wel moeten de proceskosten worden gedeeld door aanklager en aangeklaagde. Voor Monique geeft dat op z n minst het gevoel dat de rechter haar vader toch niet helemaal vrij uit laat gaan. Er was nog een mogelijkheid om door te gaan als ik dat had gewild. Als ik de onderste steen boven had willen leggen dan had ik me uitgebreid lichamelijk moeten laten onderzoeken. Dan had men kunnen zien dat ik zelf abortus had gepleegd. Dat was echt een heel moeilijk punt voor mij. Bovendien ontkwam ik er tijdens de rechtszaak niet aan om telkens bewijzen te leveren dat er iets was gebeurd. Mijn vader ontkende alles en het leek wel alsof hij het slachtoffer was. Ik had het gevoel dat ik de dader was. Ik moest steeds met tegenbewijs komen. Alsof ik mijn vader en mijn broer anders valselijk beschuldigde.

15 Er waren wel degelijk aanwijzingen dat het echt had plaatsgevonden, maar bij mij lag dan de bewijsvoering. Dat kon ik niet meer aan en de rechter zag dat wel in. Laat het verleden maar even liggen, zeiden ze Als haar dochter naar de leeftijd van drie jaar gaat, wordt Monique onrustig en meer dan gewoon alert op alles. Op zaken die helemaal geen bedreiging voor haar dochter vormen. Ze vertoont heel raar gedrag, zegt ze. Ook ontstaan er lichamelijk klachten. In 1998 komt ze bij hulpverlening terecht. Ze heeft toenemende migraine en buikklachten. Een cyste in haar buik is het begin van een ernstige ziekteperiode. Ze moet het bed houden en dat voor langere tijd. Neurologische onderzoeken leiden niet tot verbetering. Monique voelt dat haar lichaam het langzaam maar zeker laat afweten. In geen enkel onderzoek werd er een link met mijn verleden gelegd. Ik had alles ook heel diep weggestopt. Ik ben naar een psycholoog gegaan om over die lichamelijke kwellingen te praten. Zij prikte er vrijwel meteen doorheen. Ze vroeg naar mijn jeugd en toen is het langzaam duidelijk geworden. 15 De beerput ging open, zou je kunnen zeggen. Ik decompenseerde. In overleg met de psycholoog ging ik naar een herstellingsoord. Dat was heftig. Ik zou moeten gaan praten over het verleden. Ik schreef symbolisch een brief aan mijn vader. Achteraf heb ik daar best een stap gezet. Maar na drie maanden was de maximale opnametermijn verstreken. Toen kwam ik op de PAAZ terecht. Ik kon niet naar huis. Ik was te slecht. In de PAAZ ben ik mezelf pijn gaan doen. Ik kreeg snel het etiket van aandacht vragen. Laat het verleden maar even liggen, zeiden ze, want dat is te heftig. Er werd niet gevraagd waarom ik dat deed. Ik werd overgeplaatst naar een andere instelling. Daar voelde ik me nog onveiliger. Ik wilde weg. Dat was niet bespreekbaar. Ik belde mijn man om me te komen ophalen. We gingen samen in gesprek met de aanwezige behandelaar. Het was duidelijk dat ik er zou moeten blijven, maar

16 ik ging mijn koffer pakken. Mijn man bleef nog napraten met die behandelaar. Maar toen ik uit het raam keek, zag ik hem wegrijden. Hoe kon dat nou? Hij zou me toch mee nemen? Ik denk dat hij met de instelling had gepraat en dat ze hebben gezegd dat ik moet blijven. Toen ben ik gevlucht. Ze belt vanaf een huis van een vriendin hulpverleners en instellingen. Maar niemand wil haar opnemen. Ze heeft het gevoel dat ze een verloren gevecht levert. Ze voelt zich genegeerd, afgewezen en niet gehoord. Dan komt de crisisdienst bij haar vriendin. Maar die wil haar weer naar de instelling terugbrengen. Dat gaat niet gebeuren. Ze gaat naar Weer mijn mond houden huis en doet een poging. Ze wordt door een Ons gezinsleven was ontwricht. Die nacht pakt mijn argwanende vriend van het spoor gehaald. man mij beet en brengt me terug naar die instelling waar ik niet wilde zijn. Ik had het gevoel dat mijn man mijn vader was. Ik liet het gebeuren en werd opgesloten. Ik zei dat ik de psychiater wilde spreken. Dat lukte de volgende dag. Daarna ging ik in gesprek met een hulpverlener buiten de instelling. Maar dat hielp helemaal niet. Ik vluchtte en ging zwerven. Na enkele dagen ging ik naar een vriendin. Ik ben vervolgens nog even thuis geweest en kwam daarna terecht op een crisisplek. Ondertussen had ik een aanvraag lopen voor een huurappartement. Thuis kon ik echt niet meer blijven. Mijn gezin leed onder mijn situatie en mijn man ging later ook nog vreemd. Dat kon ik echt niet erbij hebben. Er ging ook heel veel langs mij heen want ik was er vaak niet bij. 16

17 Vele jaren hulpverlening, hulpverleners, zelfbeschadigingen, Spoedeisende hulp, gedwongen dingen. Het was weer: mond houden! Dat was opnames en dozen vol medicijnen volgen. 12 jaar verwarrend en de stemmen in mijn hoofd waren ook nog ben ik in de hulpverlening geweest, meestal met eens heel druk en bedreigend. Ze zeiden toen dat ik het intensieve behandelingen en begeleiding. Maar had uitgelokt en nu weer. Ze zeiden dat ik geen goede achteraf zie ik in dat dat niet zo had moeten gaan. moeder was en geen goede echtgenoot. Ze komt Er zijn heel veel etiketten op mij geplakt. Ze hadden geregeld op de Spoedeisende Hulp terecht. Niet zelden moeten luisteren naar mijn verhaal. Ze hadden me met ernstige verwondingen. Men kent Monique inmiddels niet moeten stoppen als ik erover ging praten. Ik zo goed dat één van de hulpverleners zich laat Eigen ervaring is een voordeel wilde het juist kwijt. Na elke verkrachting moest ik ontvallen: Nou, mevrouw, u bent het wel gewend om pijn en een risico mijn mond houden. En nu ik eindelijk wilde en kon te verdragen, dus dan kunnen we u wel zonder verdoving Monique is inmiddels als praten, zei de hulpverlening dat ik beter zou kunnen behandelen. Waarop de hechtingen onmiddellijk in haar ervaringsdeskundige begeleider zwijgen over die heftige lichaam worden geplaatst. werkzaam in de hulpverlening. Als hulpvrager is ze nogal eens boos geweest op instellingen en ook professionals. Ze voelde zich niet gezien, niet gehoord en kreeg geen of niet adequate hulp op momenten dat ze die nodig had en er om vroeg. Nu staat ze als het ware ook aan de andere kant. Is ze nog wel eens boos op de hulpverlening of op collega professionals? Boosheid lost niets op, zie ik nu. Toen wist ik niet beter en was mijn boosheid eigenlijk een schreeuw om hulp. 17 Hulpvrager en hulpverlener moeten met elkaar in gesprek gaan. En in die gesprekken kan van alles en nog wat gebeuren. Maar de basis is praten en praten leidt tot vertrouwen en vertrouwen leidt eerder tot herstel. Ik leer nu zelf ook nog van mensen die hulp nodig hebben en daarvoor aankloppen. Mijn eigen ervaringen kunnen een voordeel zijn in hulpverleningsgesprekken. Je begrijpt sneller wat de ander bedoelt omdat je het herkent. Het risico is dat je je eigen ervaring dan als referentie gaat gebruiken. Ik praat met collega s om af te stemmen en om te overzien wat ik doe. Ik deel mijn eigen

18 ervaringen als dat de cliënt kan helpen. Het gaat om het luisteren naar de ander. Je kan soms wel eens aangeven dat je zelf baat hebt gehad bij een behandeling. Als dat helpt, anders niet. Op een dag wordt Monique thuis gebeld door een cliënt die zegt een einde aan haar leven te willen maken. Ze neemt de tijd om te luisteren. Monique vraagt of het goed is dat ze haar begeleider inschakelt en contact opneemt met de crisisdienst. Ze vraagt of het goed is dat ze naar haar toe komt. En dan stapt ze in de auto. Monique gaat met haar en met de persoonlijk begeleider naar de crisispost. Ik weet dat de cliënt die gedachte aan zelfdoding niet zomaar uitspreekt. De crisisdienst zegt: we kunnen niets voor u doen. Het is dan uur s nachts. Ze willen haar niet opnemen. We vragen er met nadruk om, maar in een nagesprek met de crisisdienst wordt gezegd: de cliënt manipuleert. Als we terugkomen in de wachtkamer is de cliënt weggelopen. Ze had al aangegeven dat ze alcohol en medicatie tot zich had genomen. Ik herkende dat heel goed. We zijn naar haar huis gereden. Daar was ze niet. Ze had die avond iets gezegd over een nicht van haar die van een flat was gesprongen. Ik heb dat heel goed gehoord en als een signaal gezien. We probeerden haar te bellen maar ze nam niet op. Ze zag natuurlijk dat wij dat waren. We hebben de politie gebeld en dat flatgebouw genoemd. De politie kon haar anoniem bellen en ze nam op. Ze bleek boven op de flat te staan. Later zei ze dat ze blij was dat het zo was afgelopen. De crisisdienst heeft excuus aangeboden, naar haar en naar ons. 18 Elk woord is een signaal Monique beschrijft meer situaties waarin opname wordt geweigerd hoewel dat heel hard nodig is op dat moment. Verkeerde beoordelingen komen meer voor, blijkt in haar praktijk. Dat kan mensen het leven kosten terwijl ze geholpen hadden kunnen worden. Ik sta best vaak voor complexe situaties, waarin ik soms veel herken van wat ik zelf heb meegemaakt. Toch kan ik het aan. Ik zie mijn eigen ervaring als een extra middel om in te zetten, soms. Ik word niet getriggerd. Ik richt me echt helemaal op de cliënt en doe mijn best om iets bij te dragen aan herstel. Ik neem elke opmerking serieus in de zin van signalen die worden gegeven. Ik heb zelf zo vaak woorden gebruikt die eigenlijk niets betekenden maar ik kon niet anders op dat moment. Ik wilde hulp. Dat herken ik nu ook bij mensen die voor me zitten. Soms zijn de rust die je uitstraalt, de tijd die je neemt

19 en de oren die je geeft al een soort van herstel. In die zin zou de crisisdienst zich anders kunnen en moeten opstellen. Het gaat niet altijd om de waarheid. Ook al spreekt de cliënt niet de waarheid dan nog is het nodig om te luisteren. De cliënt heeft redenen om niet de waarheid te spreken of hij is bang of hij is verward of, nou ja, er kan van alles aan de hand zijn. De cliënt heeft iets meegemaakt. Daar ga je naar op zoek en je gaat vooral niet oordelen of iets waar is of niet. Je kijkt naar de cliënt en naar het lijden en de pijn waarmee hij of zij is geconfronteerd en waarvoor jouw hulp nodig is. Een ander punt is volgens Monique het verschil tussen psychiaters en therapeuten in dienst van een instelling enerzijds en vakcollega s in een vrijgevestigde praktijk anderzijds. Zij heeft ervaren dat die laatsten in elk geval meer tijd hebben. Als hulpverlener ervaart ze dat nu ook. Daarnaast maakt ze vanuit die positie vaker mee dat behandelaars nogal snel soms wisselen. Cliënten vinden dat moeilijk en niet fijn. Er is wel een overdracht en er is een dossier, maar die zijn niet altijd volledig. De cliënt moet bovendien dan weer zijn verhaal opnieuw vertellen. De overdracht kan ook stigmatisering in de hand werken, omdat de nieuwe behandelaar meteen uitgaat van wat in het dossier staat en de cliënt daarvandaan gaat aanspreken in plaats van met een open mind aan een gesprek begint. 19 Sterke voelsprieten en een beurse plek Of wat ik heb meegemaakt mijn denken over mensen heeft veranderd? Tjee. Misschien is het wel anders geworden in de zin van dat ik sterke voelsprieten heb ontwikkeld. Ik voel snel of het goed of slecht gaat met mensen, ook al hebben ze dat nog niet gezegd. Dat heb ik blijkbaar ontwikkeld in de loop van de jaren. Als ik dat vroeger had gehad dan had ik misschien wel veel pijn en verdriet kunnen voorkomen. Ik heb me zelf heel vaak afgevraagd waarom ik dingen niet eerder heb zien aankomen. Aan de andere kant is er zo vaak tegen mij gezegd: als je praat dan Dat heeft me bang gemaakt en me in mezelf opgesloten. Ik trek me nu nog altijd heel snel terug als mensen een conflict hebben of ruzie maken. Ik wil er niet bijhorend. Ik wil er niets mee. Ik kan een stevige discussie wel aan, bijvoorbeeld op mijn werk, maar als iets van een vervelende sfeer onder zit dan vind ik dat vervelend. Het is als een beurse

20 plek die bij de geringste aanraking weer pijn doet. Dat heb ik misschien wel overgehouden aan alles wat er is gebeurd. Waarom zagen professionals die signalen niet? Ik ben nu een sterke en positieve vrouw. Ik heb veel achter me kunnen laten. Ik heb heel veel dingen een plek kunnen geven. Ik heb de slechte en dreigende stemmen in mijn hoofd kunnen uitschakelen. Ik heb helemaal geen stemmen meer en krijg dus ook geen opdrachten meer van ze. Ik ben er nu zelf, punt uit, maar ik ben er voor mezelf nog niet. Ik wil nog vrijer zijn in mezelf. Ik wil me minder verantwoordelijk voelen naar anderen. Volgens Monique is er nog veel te doen als het gaat om het begrijpen en het werken aan het verband tussen vroegkinderlijk trauma en latere ernstige gevolgen. Als ik terugkijk in mijn eigen leven dan zijn er natuurlijk hersenschuddingen en een ontzette al heel veel signalen geweest in mijn kaak al had moeten vaststellen dat er kindertijd. Achteraf zeg ik dat de iets niet klopte. Waarom zagen dokter in mijn gedrag als kind, aan de huisartsen en later andere problemen op school en door mijn professionals dat niet? Waarom verwondingen zoals vroegen ze zich niet af of dat echt bij gevolgen. Als ik terugkijk in mijn eigen leven dan zijn er een kind hoorde? En als er dan al een hulpverlener was die misschien iets natuurlijk al heel veel opmerkte, dan deed die er niets mee. signalen geweest in mijn Mijn ouders en zeker mijn vader kindertijd. Achteraf zeg ik dat deden er natuurlijk alles aan om dat de dokter in mijn gedrag als kind, aan de problemen op school en door mijn verwondingen zoals 20 Volgens Monique is er nog veel te doen als het gaat om het begrijpen en het werken aan het verband tussen vroegkinderlijk trauma en latere ernstige niet naar buiten te laten komen. Mijn vader heeft de huisartsen onder druk gezet. Dat is ook wel gebleken tijdens de rechtszaak. En wat het ergste nu is, is dat het nog steeds gebeurt. hersenschuddingen en natuurlijk alles aan om dat niet naar buiten te laten komen. Mijn vader heeft de huisartsen onder druk gezet. Dat is ook wel gebleken tijdens de rechtszaak. En wat het ergste nu is, is dat het nog steeds gebeur

21 Monique vertelt een verhaal over een meisje in een pleeggezin waarmee ze tijdens haar stage jeugdzorg contact heeft. Ze ziet dat er dingen gebeuren die ze uit eigen ervaringen maar al te goed kent. Ze zet zich in om dat meisje te beschermen, maar ze stelt vast dat in het zorgtraject gefaald wordt. Ze ziet dat de onnodig ingewikkelde regelgeving snelle en doortastende hulp in de weg staat. Dat doet pijn, zegt ze, en extra pijn omdat ik zo goed weet wat dat kind allemaal overkomt, hoe eenzaam ze is en hoe machteloos. In mijn situatie zijn ook huisartsen en andere professionals over de vloer geweest. Niemand zei iets of deed iets. Hoe kan dat? Toen en nu nog? En als er al discussie was over wat er bij mij werd geconstateerd dan werd ik als aandachttrekker neergezet. Als leugenaar eigenlijk. En mijn vader deed er natuurlijk alles aan om dat beeld te versterken. Niet alleen ik, mijn broers en mijn moeder waren bang van hem. De buren deden ook voorzichtig en ik denk dat de hulpverleners zijn agressieve dominantie liever uit de weg gingen. 21 Geen spijkerbed en begrijpelijke taal Monique is in haar werk heel alert op misbruik, mishandeling en verwaarlozing. Een professionele hulpverlener zou het werk niet goed doen als dat zou ontbreken. Maar een ervaringsdeskundige hulpverlener heeft een extra gevoeligheid, een extra alertheid, zegt ze. En ze ziet in haar werkomgeving verschillen op dat punt.

22 De wijze waarop hulpvragers worden ontvangen door de professionals kan beter. Het begint bij de eerste afspraak, de eerste opname. Het is nu nog afstandelijk en dat wordt mede in de hand gewerkt door de verplichte, formele protocollen. Dat zou huiselijker, warmer, minder klinisch kunnen. Eerst even zitten, koffie, zeg maar. Niet meteen iets opleggen, of tot iets verplichten. In menige instelling is het in de opname gewoon vies. Dat zie je, dat leidt af en dat maakt dat je je niet lekker voelt. Je bent daar extra gevoelig voor. En dan een normaal en goed bed, geen spijkerbed. Ruimte om je eigen dingen neer te zetten en iets persoonlijks op te hangen. Het klinkt misschien vanzelfsprekend, maar de praktijk laat nogal eens een ander beeld zien. Het zijn heel belangrijke zaken. Een ander punt is dat de professional en de ervaringsdeskundige op z n minst samen de intake doen. Maar ook daarna kunnen ze elkaar heel goed aanvullen, zeker in het belang van de cliënt die is binnen gekomen. Wisseling van behandelaars moet echt vermeden worden. Er moet zo snel mogelijk een goed en concreet behandeling- en hersteltraject zijn dat hulpverlener en hulpvrager samen gaan afleggen. Met de nadruk op haalbaar! Daarvoor moet je als hulpverlener goed weten wie er voor je zit, wat die heeft meegemaakt, wat in het geval van kinderen de kind gezinssituatie is, hoe het op school gaat, welke vriendjes en vriendinnetjes er zijn, enzovoort, enzovoort. Het traject moet voor beiden vanaf het begin duidelijk zijn. De taal is een ander punt. Gebruik geen jargon. 22 Check of je begrepen wordt als hulpverlener. De woorden die de cliënt gebruikt kunnen onduidelijk zijn, maar verbindt er niet te snel conclusies aan. Woorden kunnen ladingen hebben die je als professional niet kent. Ze kunnen voortgekomen zijn uit de taal van de dader. De ene cliënt heeft meer taalvaardigheid dan de ander. Als je geleerd hebt om te zwijgen over wat je is aangedaan, dan ligt het voor de hand dat je er niet makkelijk over praat. Hoe kan je woorden hebben als je ze nooit mocht gebruiken of als je geen woorden hebt voor wat je voelt?

23 Aafje en haar lievelingspop; omslag gelijknamig boek 23

24 24

25 3. Vicky; Ik hoop dat kinderen niet zoals ik 48 jaar of nog langer moeten worstelen met de pijn die hen is aangedaan. Interview Paul Custers, Journalist Toen ik drie jaar was, speelde ik buiten met mijn overbuurmeisje. Haar moeder riep: Wie wil er een snoepje? Ik was als eerste bij haar en ik kreeg een snoepje. Ik ging naar binnen, achter mijn vriendinnetje aan. Ik verwachtte dat we gingen spelen. In huis werd ik als een prinsesje aangekleed. Het buurmeisje was al naar de kelder. Daar stonden bedden en we mochten erop springen. Na een poos werden we vastgebonden en uitgekleed. Toen begon het misbruik. De buurvrouw was er, haar man en een broer van haar man. Er werd ook gefotografeerd en gefilmd. Het buurmeisje begon heel hard te gillen. Na een poosje bewoog ze niet meer en toen hebben ze mij ook los gemaakt, aangekleed en naar huis gestuurd. Ik ben daar toen niet verkracht maar ik ben wel betast en zo. Ik was heel erg bang. 25 Ga weg vies kind! Vicky verstopt ze zich in de schuur achter haar huis. Haar vader is niet thuis en ze weet niet wat ze moet doen. Als vader na een hele poos weer thuis is, kan ze het eigenlijk niet goed uitleggen. Vader had ook geen tijd om naar een lang verhaal te luisteren. Ik wil er niet meer zijn en ik denk nu dat toen mijn splitsing is begonnen. Het is een ander meisje in mij dat het is overkomen. Kort na die gebeurtenis zijn we verhuisd. En daar word ik misbruikt door een buurjongen. Ik was vijf jaar en hij was 17 jaar toen het begon. In het begin was hij heel aardig en gaf me aandacht. Maar dan gaat het dus verkeerd en tot mijn twaalfde jaar misbruikt hij mij. Vicky heeft daarover nooit een woord gewisseld met haar ouders. Op een keer als ze acht jaar is komt hij klaar in haar. Ze rent naar huis. Ze denkt dat jij in haar heeft geplast. Ze vertelt aan haar moeder dat de buurjongen in haar heeft geplast. Maar moeder reageert nauwelijks en zegt op een gegeven moment: Ga weg vies kind!

26 Er was ooit een leraar op de lagere school en die vroeg me soms waarom ik zo raar deed. Ja, dat wist ik ook niet. Mijn moeder had gezegd dat ik vies was en daar ging ik van uit. De buurjongen misbruikte me geregeld. Ik zag hem als een beest dat gromde. Ik wist niet wat het allemaal was. Ik wist niet dat ik daaraan zou kunnen ontkomen. Altijd na school kwam hij op me af en dan wist hij het weer te doen. Ook toen deed ik net alsof het een ander meisje was dat door hem werd misbruikt. Een van de vrouwen van de voorganger Ik wilde er toen niet meer zijn. Toen ik 11 jaar was ben ik getuige geweest van een moord. Dat heeft mij heel bang gemaakt. Ik stopte met eten. In die tijd heb ik een poging gedaan. Dat niet eten hield ik heel lang vol en het ging heel slecht met me. Niemand bekommerde zich om mij, behalve dan de ouders van een vriendinnetje. Op een gegeven moment ben ik toch gaan eten. Als er in de pubertijd een vriendje is die iets meer wil dan laat Vicky het meteen afweten. Als ze 16 jaar is, wordt ze uit huis gezet. Na een hele poos heeft ze een eigen onderdak. Haar zusjes lopen weg van huis en trekken bij Vicky in. Ze neemt ook zwervers in huis. 26 Zo ook een man die na een ongeluk hulp nodig heeft. Maar hij dwingt haar tot seks. Hij dwingt haar ook om met hem te trouwen. Als ze dat niet zou doen dan zou hij haar zusjes iets aan doen. Wat kon ik anders doen? Op een dag is hij door de politie meegenomen omdat hij een gewapende overval had gepleegd. Dat was mijn kans en ik ben weggelopen. Maar ja, waar moest ik heen? Ik ben uiteindelijk het land uit gevlucht en via via in Israël terecht gekomen. Daar staat ze op het punt van een hoge rots te springen. Maar er zijn mensen die haar. tegen houden en haar over hun geloof vertellen. Ze is met ze meegegaan en komt terecht in een bijbelstudiegroep. De groep gaat naar Amerika en ik ga mee. Het was een soort van Hells Angels for Jezus sekte. Ze ronselden heel veel mensen in de VS. Na een poos kom ik erachter dat ze meisjes misbruiken.

27 Dat is mij daar niet overkomen. Een van de begeleiders beschermde mij. Toen via een politie inval aan het licht kwam dat er sprake was van misbruik, ben ik naar Nederland gebracht. Maar daar kwam ik terecht in een soort van sekte waarin ik wel één van de vrouwen van de voorganger werd. Weer misbruik dus. Ik wilde heel vaak een einde aan mijn leven maken. Ik beschadigde mezelf, nam enkele keren een overdosis. Aan de andere kant was mij altijd verteld dat ik in de hel zou komen als ik zelfmoord zou plegen. Dus dat hield me dan ook soms tegen. Na elke poging voelde ik me heel schuldig en was ik er nog meer van overtuigd dat ik eigenlijk een Ze blijft er tien jaar. De laatste vijf jaar is er slecht mens was. sprake van misbruik. Ze mag er niet over praten. Op een gegeven moment, ze is dan bijna 30 jaar, wordt ze gebeld uit Amerika. Ze krijgt te horen dat God heeft gezien dat ze misbruikt wordt in Nederland en dat het moet stoppen. Ze denkt dat dit het moment is om weg te kunnen gaan. De Amerikaanse voorganger zegt dat hij over drie maanden naar Nederland komt om haar te helpen er aan te ontsnappen. Ze moet dus nog een poos blijven en wordt streng gecontroleerd op wat ze doet, zegt en met wie ze telefonisch contact mag hebben. Maar ze weet toch te ontkomen, verblijft op verscheidene plaatsen omdat ze wordt opgespoord. Uiteindelijk is er het Blijf van mijn Lijf Huis. 27

28 Contact met de psychiater leverde helemaal niets op. Als ze acht jaar is, komt een hulpverlener naar het gezin. De kinderen zouden uit huis worden geplaatst. Hij vraagt dingen aan Vicky en haar zusjes maar ze beantwoorden geen enkele vraag. Onze moeder mishandelde ons en had ons bevolen helemaal niets tegen de hulpverlener te zeggen. Ik begrijp nog steeds niet dat de man niets in de gaten had. Uiteindelijk zijn we niet uit huis geplaatst omdat mijn moeder alleen maar mooie verhalen vertelde. Toen ik 16 was, sprong ik uit het raam. Toen kwam er weer iemand van de hulpverlening. Van de crisisdienst. Ze wilden me opnemen, maar dat wilde ik niet. Ik had daarna ook een gesprek met de psychiater, maar die vroeg alleen maar dingen als: waarom sprong je, wilde je echt dood, en zo. Maar ik zei alsmaar niets of hooguit dat haar dat niet aanging. Ze vroeg ook over de misbruikte Vicky, maar dat was ik niet. Dat was in mijn beleving een ander meisje. Het contact met die psychiater leverde helemaal niets op. Als Vicky 18 jaar is, neemt ze haar zusjes als pleegkinderen in haar huis. Een maatschappelijk werker 28 heeft de formele voogdij. Vicky is wel verplicht om in therapie te gaan. Maar die therapie betekent niets voor haar. Vicky blijft weigeren te erkennen dat zij de persoon is die misbruikt zou zijn. Dat was iemand anders en Vicky wil niet dat die andere persoon via haar aan het woord komt. Ze hoort stemmen die haar vertellen dat ze nergens over mag praten. Ze weet ook niet wat haar toen wel had kunnen helpen. Nu denkt ze wel dat ze met goede hulp niet in de sekte was beland. Ik was geboren om misbruikt te worden Ik was ervan overtuigd dat ik was geboren om misbruikt te worden. Mijn moeder had al vaak gezegd dat ik een hoer was. Dus ik deed het zelf en dus was ik ook de dader. In het Blijf van mijn Lijf Huis kwam ik tot het besef dat ik slachtoffer was. Toen zijn er dingen in mijn hoofd veranderd. Dat heeft best nog wel een tijd geduurd trouwens, want die andere persoon in mij was misbruikt en daar bleef ik lang aan vasthouden. Als ik pogingen deed dan was ik wel opeens Vicky. Er was in mijzelf een strijd gaande. De sterke ik die het misbruik bij dat andere deel in mij plaatste en het zwakke ik dat pogingen deed en dan besefte dat ik het zelf was die misbruikt was.

29 Na lange en intensieve behandeling in het Blijf van mijn Lijf Huis kreeg ik langzaam het gevoel dat er ook voor mij echt hulp was. Pas na mijn dertigste jaar kwam pas het besef dat mij iets was aangedaan en dat ik hulp nodig had. De therapeut In september toch weer in het Huis heeft me in de GGZ gebracht. Toen Ik heb zeker baat gehad bij de hoorde ik allerlei diagnoses zoals PTSS, behandelingen. Soms moest ik periodes dissociatieve stoornis, Borderline en worden opgenomen. Het duurde wel lang en persoonlijkheidsstoornissen. Dat was ook wel goed nog zijn er dingen die nog behandeld moeten want daardoor kreeg ik goede hulp. Ik dacht altijd worden. Voor een laatste stuk zou ik eigenlijk dat ik gek was en dat dat het stempel was. Maar opgenomen moeten worden, maar ik heb een nu ging ik begrijpen dat er dingen waren gebeurd gezin en ik kan niet weg voor zo n lange die mij in hun greep hadden en dat er meer periode. Ik ben wel zo sterk geworden dat ik mensen waren die dat hadden meegemaakt en dat veel meer aankan. Maar ik voel wel dat ik er er hulp mogelijk was. Toen pas. nog niet ben. Dat is duidelijk. Als ik me als Vicky in de sekte voel, dan voel ik me vies en wil ik niet meer leven. Dan moet ik hulp hebben die me echt kan helpen. 29 Ik heb in september toch weer een poging gedaan. Ik had mijn verhaal gedaan in een TV programma en daarna kwam alles weer terug. Ik voelde me weer helemaal zoals vroeger. Ik heb verteld over kinderporno waarin ik als kind was betrokken. En ik was heel bang dat die mensen achter mijn adres zouden komen en dat ik mijn gezin in gevaar had gebracht. Ik voelde me heel schuldig en bang. Ik kwam er toen ook weer achter dat ik al die dingen niet of niet goed heb verwerkt. Ik heb het weg gestopt. Ik ben daar wel weer uit gekomen en ik wil niet dat het weer gebeurt, maar tegelijk ben ik ook onzeker. Vicky is een zogenaamde Schematherapie in het vooruitzicht gesteld. Dat zal ongeveer vier jaar in beslag gaan nemen. Die termijn zou korter zijn als ze de therapie intern zou kunnen ondergaan. Ze durft niet echt te verwachten dat die therapie haar gaat helpen, maar hoopt het wel.

30 Tijdens een (openbare) bijeenkomst van lotgenoten in november 2017 vertelt Vicky haar verhaal. Het is een hele moeilijke stap voor haar. Niet zozeer om haar verhaal te laten horen, maar de locatie waar ze spreekt is niet ver van de plek waar ze herhaaldelijk is misbruikt door een dominee en waar ze ook aangifte heeft gedaan. De man woont er nog en ze is bang dat hij misschien in de zaal zit. Maar dat is niet het geval. Ze spreekt ook over een boek dat ze enkele jaren geleden schreef onder het pseudoniem Lana. Ze vindt het achteraf sterk van haarzelf dat ze toch heeft gesproken. Pas toen vroeg iemand voor het eerst: Wat wil jij? Ik voer nu gesprekken in de GGZ. Ik gebruik medicijnen die dingen onderdrukken zodat ik niet alles voel wat ik eigenlijk zou voelen als ik niets zou nemen. Voor dit gesprek heb ik ook iets ingenomen. Als kind hadden ze me beter kunnen helpen. Ze hadden toch vragen kunnen stellen zodat ik alleen maar hoefde te knikken als mijn moeder er bij zat? Ze hadden toch kunnen vragen of ze kort alleen met mij en mijn zusjes konden spreken? Toen ze wisten dat er van misbruik sprake was geweest hadden ze toch ook kunnen uitleggen dat het niet mijn schuld is en dat ik niet vies ben als mij dat is aangedaan? 30 Ik was 12 jaar toen ik een keer een documentaire zag waarin een volwassen man die een kind iets aandoet als schuldige werd neergezet. Niet andersom. Die jongen die mij jarenlang misbruikte was na een tijd ook een volwassen man. Ik wist toen wel dat het niet goed was, maar ik kon er met niemand over praten. Met mijn vader en moeder niet en ook op school niet. De hulpverlening ontging het dat ik blokkeerde bij gesprekken. Ja, dan blijf je alleen met alles.

31 Pas nu, vanaf de periode in het Blijf van mijn Lijf Huis, heeft Vicky het gevoel dat ze gezien wordt door hulpverleners. Vroeger hoorde ze vaker dat hulpverleners niet met haar wilden of durfden te werken. Het was te complex. Er was te veel risico. Vicky deed moeilijk en sloot zich af. Dan waren er wel de medicijnen om haar meest funeste emoties en herbelevingen te onderdrukken. Ik heb al die jaren geen vertrouwensband met hulpverleners gehad. Als die er wel was geweest dan had ik misschien minder hoeven meemaken. Toen ik was gesprongen vroegen ze: waarom wil je dood? Wilde ik dood? Ik wist het niet meer. Ik kon het lijden en de herinneringen niet meer aan. Ik dacht dat ik het moest doen. Maar wilde ik dood? Niemand begreep dat. Niemand ging er een gesprek over voeren met mij. Voor mijn gevoel werd ik weer weggeduwd. Voor mijn gevoel had ik weer iets gedaan dat niet mocht of helemaal niet goed was. Pas in het Blijf van mijn Lijf Huis vroeg een hulpverlener voor het eerst: wat wil jij? Dat was nog nooit gevraagd. Ik had gevoel dat iemand mij voor het eerst echt zag. Nooit werd er iets uitgelegd. Maar vanaf dat moment ging dat wel gebeuren. En het uitleggen geeft me een goed gevoel. De laatste jaren wordt mijn man betrokken bij de behandeling. Dat doet me heel goed. 31 Een vertrouwenspersoon op alle scholen Vicky is 48 jaar. Pas sinds enkele jaren heeft ze het gevoel dat ze uit het diepste dal van haar lijden is gekomen. Ze weet dat ze veel heeft overleefd. Ze weet dat ze ook krachtig is en daardoor dingen in eigen hand kan nemen. Ze heeft een stichting die opkomt voor mensen die om hulp vragen. Ze kan nadenken over en werken aan het op een plek zetten van pijnlijke herbelevingen. Ze kijkt naar kansen die er zijn. Ze weet dat er terugvallen zijn, maar ze voelt zich sterker in het overwinnen ervan.

32 Wat mij is overkomen hebben veel kinderen ook meegemaakt. Ik zou willen dat op elke school in Nederland een vertrouwenspersoon wordt aangesteld. En dat moet dan niet iemand zijn die op een stoel gaat zitten wachten. Het moet ook niet iemand zijn die pas in actie komt als ouders binnen lopen. Als een ouder een kind iets aandoet, dan gaat die ouder dat zeker niet melden. Het moet iemand zijn die geregeld met kinderen praat. Dat kan zijn omdat een onderwijskracht iets laat weten of iets vermoed, maar het kan ook zijn dat die vertrouwenspersoon een gespreksagenda bijhoudt en ervoor zorgt dat hij alle kinderen, met of zonder vermoeden van problemen spreekt. Die gesprekken moeten een onderdeel vormen van het lesrooster. 32 De kinderen weten dat ze allemaal twee of drie keer per schooljaar met die persoon praten. De hulpverlening moet dan meteen beschikbaar zijn als dat nodig is, als blijkt dat een kind voor kortere of langere tijd extra aandacht of hulp nodig heeft. Misschien moeten we de werking van het consultatiebureau doortrekken naar 12 jaar. Daar is er in feite al een structuur waarin je die gesprekken goed zou kunnen plaatsen.

33 Vicky wil dat er veel sneller signalen worden onderkend zodat kinderen eerder uit een situatie gered kunnen worden en mishandeling, misbruik of verwaarlozing sneller kunnen worden aangepakt. Ze wil voorkomen dat kinderen die slachtoffer zijn later dader worden. Ze wil niet dat ouders jarenlang hun kinderen kunnen misbruiken of mishandelen. Ze wil dat kinderen eerder gaan praten over wat er gebeurt met ze. Daarvoor is het nodig dat ouders dat niet kunnen beletten omdat ze er altijd bij willen zijn. Ik hoop dat kinderen niet zoals ik 48 jaar of nog langer moeten worstelen met de pijn die hen is aangedaan. 33 In 2013 publiceerde Vicky onder pseudoniem Lana B. het boek Doorbroken taboes. Het boek kost in de boekwinkel 19,95 euro en kan ook worden besteld bij de uitgeverij voor 23, 75 euro incl. verzendkosten.

34 4. Kees; Ik laat me niet meer lijdzaam langs de hulpverleningsloketten voeren Interview Paul Custers, Journalist Ik ben opgegroeid in een protestants-christelijk gezin. Zie om naar een ander, was een van de opdrachten die in de opvoeding familiebreed werd meegegeven. Mijn ouders namen dus iemand onder hun zorgzame hoede die kind noch kraai bezat. Al vrij snel vergreep hij zich aan de drie kinderen in huis. Dat zou bij Kees ongeveer acht jaar door gaan. Bij zijn broer en zus duurde het daarna voort. Het misbruik kwam aan het licht en hij werd veroordeeld tot TBS met dwangverpleging. Ik was zeven jaar toen het begon en het stopte toen ik veertien jaar was. Mijn ouders hebben het nooit gemerkt. Hij was slim, heel slim, zeg maar. Noch mijn broertje en zusje noch ik hebben er ooit een woord over gesproken. Niet met mijn ouders en ook niet met elkaar. We hebben als kinderen nooit aan elkaar gevraagd: doet hij het ook met jou? 34 Meisjes van die leeftijd verzinnen dat Als justitie na acht jaar de zaak behandelt wordt nog eens uitputtend gevraagd naar de communicatie tussen de kinderen en de ouders. Verbazingwekkend is het zeker dat er nooit een woord is gesproken in die periode. En daarna overigens ook niet meer. Hoe is het misbruik dan toch aan het licht gekomen? Mijn zusje nam de moedige stap en schreef een brief aan mijn moeder. Ze vertelde daarin wat er met haar gebeurde, maar noemde niet de dader. Hij woonde overigens niet bij ons maar was er wel vier of vijf dagen. Het was een eenzame man die werkte bij een sociale werkplaats. Hij had een licht verstandelijke beperking en woonde toen feitelijk bij zijn moeder. De moeder van Kees is geschokt en radeloos. Ze sprak er vooralsnog niet met haar man over. Zusje had haar dat ook uitdrukkelijk gevraagd in de brief.

35 Moeder spreekt er met de huisarts over. Die zegt dat meisjes van die leeftijd dat verzinnen en raadt mijn moeder aan om het te laten gaan. Maar mijn moeder had in haar werk al misbruik van kinderen in een internaat meegemaakt. Zij heeft toen die zaak naar buiten gebracht. Ook was ze al eens geconfronteerd met misbruik van een meisje op de school waar ze werkte. Die trad er zelfs via de TV mee naar buiten. Ze vertrouwde het nu niet en nam contact op met de vertrouwensarts. Na enkele dagen laat de vertrouwensarts weten dat het zeer ongeruste gevoel van moeder reden is om met het zusje van Kees te gaan praten. Ze noemt de naam van de dader en de zaak gaat rollen. Dat mijn broertje en ik ook werden misbruikt was toen nog niet aan de orde. Dan blijkt dat er nog meer slachtoffers zijn Moeder weet nu om wie het gaat en kan haar mogelijke twijfel over haar man en de broertjes aan de kant schuiven. Ze gaat naar justitie. Een hele tijd daarna laat men aan mijn ouders weten dat de persoon al eerder in beeld is geweest voor misbruik - toen was het bewijs niet rond te krijgen, maar het koste hem wel zijn baan als badmeester - en adviseert om aangifte te doen. Dat gebeurde. Zowel Kees als zijn zus zetten die stap, maar hun broer weigert dat, tot op de dag van vandaag. De dader bekent wel dat hij alle kinderen heeft misbruikt. 35 Het onderzoek nam maanden in beslag en het dossier werd telkens uitgebreid met meer slachtoffers. Die wilden om allerlei redenen geen aangifte doen. De slachtoffers woonden in een dorp en hun ouders wilden geen gedonder. Een ander kind had ouders in de Rotary en het kwam gewoon niet uit om er een openbare zaak van te maken. Ondertussen werd de man dus niet veroordeeld, laat staan gestraft. Hij bleef bij ons thuis komen. Dat is inderdaad opmerkelijk. Van misbruik was natuurlijk geen sprake meer. Mijn ouders ontzegden hem pas de toegang tot ons huis op de dag voordat hij door een zogenaamd bijstandsteam uit zijn huis werd gehaald. Dat ging met grof geweld. Hij bleek gevaarlijk, vandaar. Hij werd aangehouden en in afwachting van de procedure vrijgelaten.

36 De politie hield in die periode, die bijna een jaar duurde, een oogje in het zeil. Men beoordeelde dat er een extra risico was omdat hij mogelijk in staat zou zijn al dan niet gewelddadig wraak te nemen op kinderen en/of op ouders. De ouders van Kees zijn gespannen en misschien ook wel bang. Het gezin woont afgelegen. Er zijn ook wel eens signalen dat de man zich in de nabijheid van het huis ophoudt. Dan is er de veroordeling. Na een detentie wordt hij onder een TBS regiem geplaatst. Dat duurt zes jaar en de man ondergaat die behandeling in vrijheid. Af en toe komt Kees hem nog wel eens tegen. Vier jaar geleden wil de vader die gemeente als vrijwilliger van Kees iets belangrijks in het jeugdwerk. Kees is met hem bespreken. Wat verbijsterd en belt de blijkt? Vader is de man bij predikant. Ze hebben met een kerkelijke bijeenkomst elkaar gesproken. De eerste tegengekomen. Hij werkt in reactie was om de man te verwijderen uit de gemeente. Maar Kees begrijpt wel dat de man weer een plek in de samenleving moet krijgen. Hoewel, dan toch echt niet in het jeugdwerk. 36 De kerkelijke gemeente stelt de man vervolgens voor de keuze om ander werk met volwassenen te gaan doen, maar dat weigert hij en hij zegt zijn deelname aan de kerkelijke gemeente op.

37 Ik schrijf het op en gooi het weg. Dan ben ik er van af, dacht ik. Kees gaat naar de middelbare school en denkt al over een universitaire studie. Wat er allemaal gebeurd is, laat hem na de veroordeling van de dader zeker niet onberoerd. Ik was lastig op de basisschool. Hoogbegaafd bleek later uit onderzoek. Vervelend wel omdat ik geen zin had om nog honderd keer te doen wat ik al door had. Dat liet ik blijken en zo zag ik de gang meer dan het klaslokaal. Thuis kreeg ik dat weer op mijn brood. Mijn ouders vonden dat ik me niet zo moest gedragen. Ik had toch alles wat ik verlangde? Ze hadden geen idee van wat er allemaal gebeurde thuis. Ik droeg een heel beklemmend geheim bij me. De schooladviesdienst adviseert om mij extra mogelijkheden te geven en toen ging het wat beter. Zijn broertje is ook nogal opstandig op school, maar zijn zusje niet. Het VWO boeide Kees wel en hij kon dat wat er was gebeurd een beetje naar de achtergrond schuiven. Toen ging hij geneeskunde studeren in Antwerpen. Waarom Antwerpen? In Nederland was hij uitgeloot. Daar ging ik voor het eerst nadenken over het misbruik. Ik kon het geen plek geven dus ik dacht: ik schrijf het op, gooi het in de Schelde en dan ben ik ervan af. Zo heb ik het ook echt gedaan. Maar het werkte niet want het bleef me achtervolgen. Misschien koos ik ook wel Antwerpen om te kunnen ontsnappen aan thuis, aan waar het allemaal gebeurd was; zo ver mogelijk weg. Geneeskunde kan Kees onvoldoende bieden. Hij gaat twee technische studies doen in Enschede. Dat rondt hij af. Later begon hij aan een rechtenstudie. 37 Professionele hulp had hij eerder wel eens proberen in te schakelen. Na een stiekem bezoek aan de huisarts verwees deze hem door. Maar dan komt er thuis post met een oproep voor een eerste gesprek met een psycholoog. Zijn moeder vindt de post en verscheurt de oproep: Dat gaan we niet doen! Achteraf zou ik denken dat een ouder dat zo niet aanpakt. Maar ja het was een andere tijd, zo rond Ik praat het niet goed. Ik laat het erbij en studeer verder.

38 Tot 2007 ging het best goed. Ik had relaties en zo. Ik hield wel steeds een zekere afstand. In 2003 trouwde ik. Maar het huwelijk liep stuk. Het werd een langdurige vechtscheiding die eindigde toen mijn ex-vrouw aan een ernstige ziekte overleed. De ontwikkelingen brengen Kees toch weer bij wat er is gebeurd. Hij denkt na over schuld en verwijt in relatie tot wat hem is overkomen. Zijn ouders dachten vanuit een calvinistische opvatting dat ze hun kinderen moesten leren naar een ander om te zien. De man die de hulp kreeg schond dat vertrouwen. Hij heeft slim en geslepen van dat vertrouwen misbruik gemaakt. Het ene systeem hield het andere gedurende jaren in stand. Dat heeft tot forse schade geleid. Moet ik dat nu mijn ouders verwijten of moet ik dat de dader verwijten? En wat schiet ik daar nu mee op? Het is zo gegaan. Ik ben beschadigd als je dat zo wilt noemen. Ik weet niet of en zo ja, hoe dat een rol speelt in wat ik tot op vandaag heb gedaan en nog doe. Speelt het een rol in relaties? Ongetwijfeld. Zijn ouders willen dat Kees na zijn studie in de maritieme sector gaat werken. Daar voelt hij niet voor. Zijn idee is om een half jaar rond te kijken en dan iets te beslissen. Hij weigert een baan die via de familie binnen komt. Min of meer per toeval komt hij vanuit een bijbaantje terecht bij een ondernemer in de Retail. Kees specialiseert zich in advisering in het financiële domein. Er komt een lucratieve baan op zijn pad, maar hij wijst dat aanbod af. Na enkele kortlopende contracten begint hij in 2005 als zzp er. 38 Patiënt oriënteert zich op een vroegtijdig levenseinde Wat er is gebeurd komt terug van niet helemaal weg geweest. In 2007 is er sprake van toenemende en heftige herbelevingen. Hij zoekt de huisarts op en wordt doorverwezen. Maar vooralsnog helpt dat niet. Hij werkt en denkt dat hij zijn schouders kan ophalen, maar in 2010 valt hij uit. Voor langere tijd. Pas in 2012 kan hij weer aan het werk. Ondertussen wordt in 2011 een dochter geboren uit een nieuwe relatie. Het gaat redelijk, maar het trauma is zeker niet weg, integendeel zo blijkt.

39 Ik beleef alles weer opname helpen niet. Dan opnieuw. Ik kan begint het hele circus van trein kon gaan liggen. De nauwelijks in slaap wachtlijsten, diagnose was komen. Ik heb veel moeite doorverwijzen, Vroegkinderlijk trauma en om sociale contacten te terugverwijzen, Complexe PTSS. Ik wilde onderhouden. In het werk enzovoort. Een beetje die graag zwart op wit gaat het een tijd nog wel, deugdelijke diagnose was hebben; immers werd maar privé word ik er niet eerder dan mijn jaar vroeg conclusie ik om in nieuwe het In 2016 ontmoet Kees een vriendin die zwanger eenzamer. Het basale En het antwoord op mijn eindgesprek opties voor mijn bevestigd. herstel te raakt. De moeder van zijn dochter is niet zware gevoel Wat doe ik verzoek om hulp en Nou, bespreken dat kon met en mocht de gelukkig met die relatie en gaat volgens Kees hier? ; Gaat dit ooit over? herstel was eigenlijk dat zeker huisarts. niet. Ik Ik hield vol werd en onbedaarlijk te keer. Ze beschuldigt hem gaat me beheersen. ze het ook niet wisten. In na verwezen een jaar naar soebatten een telefonisch, digitaal en via een brief aan de mijn beleving was dat niet over instelling de ontslagbrief in Utrecht. staat Daar familie van seksueel misbruik van hun dochter en Therapiegesprekken, meer en niet minder dan er: ben patiënt ik binnen zich de oriënteert instelling stalkt. Daarbij betrekt ze niet alleen Kees, maar onderzoeken en een dat ik maar beter onder de op drie keer een verwezen: vroegtijdig We ook zijn familie en zijn gezin. Juist die levenseinde. kunnen misschien Na een wel half iets ongefundeerde beschuldiging van misbruik raakt voor je doen, maar niet Kees onherstelbaar. hier. Ik werd op een wachtlijst gezet, bleef Misschien beter voor uw kinderen dat u zich aanmeldt bij de daar een klein jaar lang op Levenseindekliniek staan en werd toen Ik kon dat niet aan en moest de zorg voor onze dochter opgeven. Van vergeten. de huisarts had ik gehoord dat er een soort behandeling was die was gebaseerd op rouwverwerking, hij verwees me naar een in traumabehandeling gespecialiseerd Centrum. Die verwees na een wachtlijst van vier maanden terug naar de huisarts toen bleek dat ze twee wachtlijsten hadden: een wachtlijst met dossiers waar ze nog niks aan doen en als die termijn voorbij is dan is er de tweede wachtlijst waarbij het dossier wordt geopend. 39

40 Maar het bleek dat ze de benodigde behandeling toch niet gingen aanbieden. De huisarts verwees vanwege alle wachtlijsten naar de crisisdienst van een grote GGZ Instelling. Daar lieten ze weten dat die behandeling bij hen was weg bezuinigd. Instellingen in de regio hadden die specifieke behandeling niet in hun pakket, wachtlijsten waren te lang of ze wilden geen patiënten uit een andere regio. Antidepressiva konden wel, maar ik moest eerst nader onderzocht worden en wachten. Ook werd ik verwezen naar een therapeut in Den Bosch, want misschien heeft die nog wel iets voor u. Maar ze konden niets voor me doen omdat ik geen strafblad had. Ik maakte bezwaar tegen die gang van zaken bij de GGZ Instelling. Daarop ben ik door de directie van die instelling gebeld. Ik kreeg het advies mijn eigen inzet op zelfdoding dan maar te volgen en de klacht werd deels gegrond verklaard. Wel werd nog aangegeven dat het misschien beter zou zijn voor mijn kinderen als ik me daarvoor zou aanmelden bij de Levenseindekliniek. Daar zouden ze me op basis van ondraaglijk en uitzichtloos lijden wel kunnen helpen. Zo gezegd, zo gedaan. Wel weer een forse wachtlijst van ongeveer 9 maanden. Ik vernam dat de behandeling die mij zou kunnen helpen op dat moment onbereikbaar was, maar in theorie wel bestond. Het was beter geweest als die behandeling niet bestond want dan was er sprake van uitzichtloos lijden. Maar nu? 40

41 Kees vervolgt een zoektocht naar een behandelplek. Hij wil zeker weten of die specifieke behandeling wel echt ergens aangeboden wordt. Zo niet, dan wordt zijn eerste optie en de argumentatie daarvoor in zijn woorden alleen maar sterker. Hij belt het hele land af. Hij gaat ook langs bij de Zorgverzekeraars, de Nza, de GGZ, de Minister en de Tweede Kamer. Er is toch een plek waar de behandeling beschikbaar is, maar alleen voor vrouwen en blijken plekken niet beschikbaar door geruzie tussen zorgaanbieder en verzekeraar. Voor mannen blijkt er een cursus te zijn die Kees misschien in het najaar van 2018 zou kunnen gaan bijwonen. Maar mijnheer, daar bent u niet mee geholpen, wordt meegedeeld. En als er nog een optie is voor een behandelplek dan blijkt dat Kees buiten het verzorgingsgebied woont of dat er een wachtlijst van meer dan een jaar is waardoor nieuwe inschrijvingen niet worden opgenomen. 41 Uit al die contacten ontstaat bij Kees een idee over waar het mis gaat als je op zoek gaat naar een traumabehandeling: De kleine aanbieders achten zich onvoldoende toegerust en de grote instellingen moeten na alle fusies hun enorme overhead goedmaken door behandelingen aan te bieden die minder kosten dan het gemiddelde tarief. Het verantwoordelijkheidsbesef voor een integraal behandelaanbod, dat ontstaat door al die fusies is volledig ondergesneeuwd. Als men meer zou vertrouwen op de professionaliteit van de medewerkers, zou daarvoor snel ruimte kunnen ontstaan.

42 Het is mooi geweest Hoe verder? Niet dus. Ik heb me nu helemaal gericht op zelfdoding. Ik zoek niet meer. Ik ben er klaar mee. Nu weet ik wel dat er officieel vanaf juli 2018 geen wachtlijsten meer zouden mogen zijn, maar iedereen weet hoe irreëel dat is. In juni keert mijn levensverzekering uit. Ik verkoop mijn bezittingen. Ik zorg ervoor dat ik degenen waarvoor ik verantwoordelijk ben zo goed mogelijk zonder zorgen achterlaat. Mijn besluit is kort en goed onomkeerbaar. Ik ben gestopt met werken. Ik maak nu een testament op. Nog jaren doorgaan? Alsjeblieft zeg! Ik heb er totaal geen zin en zeker geen lol meer in. Voor mijn twee kinderen verder leven? Nee! Ik ben mentaal doodmoe en ik ben het zat. Kees spreekt op een nuchtere en welhaast afstandelijke toon en woordkeus alsof hij het over iemand heeft. Dat is de beste manier om het aan te kunnen., zegt hij. 42 Ik heb dagen dat er helemaal niets uit mijn handen komt. Mijn wereld wordt kleiner. Ik neem de telefoon nauwelijks meer op. Ik heb geen contact met de buren. Vriendschappen laat ik verwateren. Het wordt steeds stiller. Ik ben alleen maar bezig om dingen op een goede manier na te laten aan mijn twee kinderen. Ik heb contact met de hulpverlening omdat er zorgen zijn rondom mijn dochter. Maar als ik ze vertel wat ik heb besloten, dan is het schrikken. Tja, daar kom je niet verder mee ook als je uitlegt dat dat de minst slechte manier is om voor haar te zorgen. In het belang van mijn dochter laat ik dat dan maar zitten.

43 Kees heeft nooit pogingen gedaan. Waarom dan nu zo zeker van zijn keuze? Hij zegt dat een mens het nooit helemaal zeker kan weten. Niets eigenlijk. Als hij voor het moment van de zelfdoding staat, dan weet hij nu niet hoe hij zich dan zal gedragen. Laatst stond de politie hier s nachts voor de deur. Ze hadden van de hulpverlening begrepen dat ik een poging zou doen. Het zou bovendien de zesde keer zijn dat ik dat zou gaan doen. Dat hadden ze van de hulpverlening gehoord. Een leugen. Maar goed, er is dan toch weer een heel gedoe hier aan en in huis. Omdat ik verschillende adressen heb, was ik er niet en kon dus ook niet opendoen. Later die nacht stonden ze aan een ander adres en werd het gezin uit bed gehaald. Wie er liegt weet ik niet. Ik vertel de politiemensen wat ik tegen jou ook vertel. Dan beamen ze de chaos in de GGZ en gaan ze weer. Ze hebben wel beloofd dat ze een volgende keer gewoon (aan)bellen en niet de deur er uit beuken, zoals die keer wel is gebeurd. De Gemeente Amersfoort zegt dat dit niet de bedoeling was en laat de schade bij mij. We hebben afgesproken dat we het er niet over hebben Kees heeft zich voorgenomen daadwerkelijk een einde aan zijn leven te maken als hij levensverzekering en verbouwing en verkoop van wat onroerend goed en roerend goed heeft geregeld. Tenminste, zo heeft hij het geagendeerd. Aan de andere kant is er twijfel. Zijn energie verdwijnt in sneltreinvaart, samen met de laatste loodjes in zijn denken en gevoel die hem met het leven verbinden. Ik leg zo min mogelijk uit. Mijn vriendin en ik hebben afgesproken dat we het er niet over hebben. We willen onze zoon er niets van laten merken. Ze weet dat ik de 44 jaar niet meer zal vieren. 43 En stel dat er opeens een instelling is die zegt: we hebben een plek. Daar heb ik over nagedacht. Los van het feit dat dat puur theorie is, vind ik dat ik zo vaak bedrogen ben uitgekomen. Ik zou helemaal niet geloven dat na die hele gang of eigenlijk afgang in de hulpverlening er nu opeens iets of iemand zegt dat er iets voor me is. Op z n minst wordt het een wachtlijst of terugverwijzing naar de huisarts. Nee, ik ben het nodige vertrouwen helemaal kwijt. En dan laat ik me niet lijdzaam langs alle loketten voeren om aan het eind er toch niet mee geholpen te zijn. Ik hoor die verhalen ook.

44 De broer en de zus van Kees? Hebben die hun traumatische ervaring verwerkt? Zijn zus heeft het volgens Kees wel een plek kunnen geven. Van zijn broer weet hij het niet. Zijn vrouw zei ooit tegen Kees dat ze had begrepen dat hij en haar man het verhaal hadden verzonnen. Zijn zus is op de hoogte van het besluit van Kees. Ze zegt dat ik ermee moet wachten totdat vader en moeder er niet meer zijn. Ik begrijp dat wel, maar ik kan het niet opbrengen. Mijn ouders weten er ook van en ze hopen dat ik het niet doe. Maar we spreken er niet over. Ik heb trouwens ook niet de minste behoefte of aandrang om het ergens over te hebben. Als ik het erover moet hebben, zoals nu in gesprek met jou, dan doe ik dat tegelijk met instemming en tegenzin. In elk geval zo klinisch mogelijk. Ik ga niet zitten janken. Als ik daar al toe kom, dan ben ik alleen. 44

45 5. Petra; Dan zegt die stem: loop het water in! Interview Paul Custers. Journalist Wat er is gebeurd? Bedoel je met mij of met Sandra? O. Nou, zij is op heel jonge leeftijd ernstig mishandeld. Met stokken en andere voorwerpen. Geslagen door haar vader. Op haar achttiende jaar is ze uit huis gevlucht. Ze is een tijd lang van het ene naar het ander adres gegaan. We leerden elkaar kennen, dertien jaar geleden, in een therapiegroep tijdens een sessie in het buitenland. We vroegen aan elkaar waarom we in therapie zaten en toen kwam zowel bij haar als bij mij alles er uit. Ik vertelde haar over het misbruik. Mijn broer was de dader. Ook dat ging jarenlang door. Ik werd op straat gezet door mijn vader toen ik 14 jaar was. Vanaf dat moment woonde ik in verschillende tehuizen. Na een aantal jaren kwam ik bij een vriendin terecht. Ik was toen 19 jaar. Zij trouwde en kreeg kinderen. Ik werd vaste oppas of verzorger eigenlijk. Na een tijdje deed ik zowat alles in de huishouding. Ze begon me te mishandelen en dat ging twintig jaar lang door. Hoe ik dat kon volhouden? Nou, ik dacht dat het normaal was. 45 Ik heb geen dochter die Petra heet Petra heeft haar vader nooit meer gesproken. Ze is nu 50 jaar en wil hem nog steeds niet ontmoeten. Ze heeft het wel enkele keren geprobeerd, maar op een keer zegt hij: Ik heb geen dochter die Petra heet. Ze komt uit een gezin van tien kinderen die weinig onderling contact hebben. Zoals gezegd, na 20 jaar kan ze de stap zetten om het huis waar ze wordt geslagen en uitgebuit te verlaten. aan zelfmoord bleven bij me. Na een tijdje gingen we met zes vrouwen naar een speciale therapiesessie in Spanje. In die groep zat ook Sandra. We konden heel goed met elkaar praten. We deelden onze verhalen en onze geschiedenis.

46 Het ging steeds slechter met me en ik wilde niet meer leven. Dat zei ik op een keer tegen de huisarts. Die heeft mij eigenlijk meteen verwezen omdat hij wel zag dat ik zwaar getraumatiseerd was. In de GGZ-therapie ging het langzaam iets beter met me, hoewel ik na vijf jaar misbruik en bijna twintig jaar mishandeling niet echt vooruit kon. De gedachten Dat leidde tot een heel innige band. Ik werd verliefd op haar en zij op mij. Terug in Nederland ging ik op bezoek bij haar en eigenlijk ben ik nooit meer weggegaan. Ik wilde op dat moment dood zijn Petra en Sandra hebben drie jaar een relatie en besluiten om samen te gaan wonen. Dan trouwen ze. Nu, na zeven jaren, is Petra alleen. Sandra heeft in september 2017 ervoor gekozen om een einde te maken aan ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Ze is dan 54 jaar. Sandra heeft me uit dat verschrikkelijke gezin gehaald. Het klinkt vast heel gek, maar als ze daar niet zo er op hard eigen voor kracht had echt gewerkt, niet onderuit dan had gekomen ik er zijn. Zowel Sandra als Petra kunnen niet of heel waarschijnlijk Misschien nog wel gewerkt? als ik zelf gewerkt, een einde ondanks aan mijn alle leven had moeizaam dat wat ze hebben meegemaakt mishandelingen gemaakt. en Ik heb uitbuiting wel eens en vernedering. een poging gedaan, Ik zou maar een plek geven. Samen staan ze wel sterker gelukkig is dat niet gelukt. Want anders had ik niet ten opzichte van hun verleden. Ze praten van al die mooie jaren met Sandra kunnen genieten. misschien niet dagelijks maar wel heel vaak over wat er met ze is gebeurd. Petra stopt met de therapie want ze vindt dat het niet helpt. Ze zeiden daar wel dat het goed ging, maar ik werd alsmaar depressiever en ik deed enkele.zelfmoordpogingen. Sandra probeerde echt alles om me uit die diepe dalen te praten. Dat lukte ook best wel, in elk geval voelde ik me dan een poos weer minder slecht. De herinneringen aan mijn kindertijd en de tijd in dat gezin kwamen echter altijd weer terug. Vooral het misbruik door mijn broer 46 kwam als herbeleving terug. Soms kwam ik hem per ongeluk tegen en dan werd het echt heel slecht voor mij. Ik wilde op dat moment dood zijn. Hij en zijn vrouw en zoon kwamen op een dag onaangekondigd bij ons aan de deur. Ze zaten aan tafel en ik verwachtte dat hij zijn excuus kwam

47 aanbieden, maar hij zei helemaal niets. Zijn vrouw vroeg wel dingen. Ik vertelde tot in detail wat er was gebeurd. Zijn vrouw werd heel boos. Niet op hem, maar op ons. Dat was te erg en Sandra heeft ze de deur gewezen. Later blijkt dat de vader van Petra de echtgenote van haar broer heeft misbruikt. Vader heeft toegegeven dat hij aan haar heeft gezeten. De hele familie is uit elkaar gevallen. Voor Petra was het gedrag van haar vader eigenlijk geen verrassing. Ik dacht: als ik thuis kom dan is ze dood Sandra en Petra hebben het heel goed samen, maar na enkele jaren wordt Sandra heel ziek. Ze gaat zienderogen achteruit en pijnlijke operaties en behandelingen helpen niet. De energieke, creatieve Sandra moet steeds vaker vragen om hulp van haar partner. Na een tijd kan ze niet meer werken. Wat ze precies heeft, wordt eigenlijk nooit duidelijk. Artsen spreken over Sandra was echt een heel sterke vrouw. Toch verloor ze het van de toenemende pijn en de groeiende invaliditeit. Er waren geen pijnstillers meer die haar pijn konden verlichten. Het ergste reuma, artritis, fybromyalgie en andere voor haar was dat ze niet meer kon werken. aandoeningen. Daarbij lijkt het wel alsof de herbelevingen van haar traumatische ervaringen vaker en verwoestender terug komen. Zelfs vrijwilligerswerk ging niet meer. Op den duur kon ze niet meer lopen en zitten. We gingen nog een keer op vakantie, maar ze kon niet meer fietsen en dat was juist haar grootste plezier. Ik had toen niet in de gaten dat ze dacht over zelfdoding. Ze zei wel eens : ik word niet oud. Als we afspraken maakten voor de toekomst om dingen te gaan doen, dan zei ze steeds vaker: als ik er dan nog ben of: misschien ben ik er dan niet meer. Ik werd ongerust. Als ik naar huis belde en er werd niet opgenomen dan werd ik heel bang. 47

48 eigen dood zal kiezen, maar als ze er naar vraagt dan zegt Sandra steeds Sandra dat zegt daar dat niet ze het bang trauma voor wel moet een zijn plek omdat heeft ze kunnen dat geven maar dat het lichamelijk lijden het niet zal doen. van Petra haar gaat gelooft winnen. het niet Ze echt. weigert Als operaties ze samen en thuis wil zijn niet meer worden opgenomen. En dan?, vraagt Petra. Dat zien we dan wel, zegt ze. Petra gaat steeds meer denken dat haar partner toch voor een dan kan ze haar partner helpen, maar als ze op haar werk is dan slaat de angst toe. Des te meer als ze denkt aan eerdere zelfmoordpogingen van Sandra, in de periode voor hun relatie. Toen deed ze dat omdat ze de traumatische gebeurtenissen in haar jeugd niet kon verwerken. Zou ze dat nu opnieuw kunnen doen, maar dan omdat ze zo n vreselijke pijnen heeft? Petra wil 48 er niet aan denken, maar is er steeds banger voor. Menigmaal denkt ze: Als ik thuis kom dan is ze dood. Ik dacht: ze houdt van me, dus ze liegt niet Er waren heel veel zware medicijnen in huis. Ik belde elke dag om uur vanaf mijn werk. Als de telefoon dan niet meteen werd opgenomen, kreeg ik het te kwaad. Maar dacht ik: ze houdt van me, dus ze liegt niet en ze doet het dan ook niet. Dan weer voelde ik heel erg dat ik eigenlijk niets voor haar kon doen. Ik begreep ook echt wel haar boosheid en verdriet omdat ze helemaal niets meer zelf kon. Het werd alsmaar erger. In 2016 na onze vakantie zei ze heel overtuigd: ik wil dit niet meer. Er was nu geen enkel medicijn meer dat haar pijn kon verlichten. De antidepressiva zorgden er ook nog eens voor dat ze bepaalde medicijnen tegen de pijn niet mocht nemen. Haar hoop was helemaal vervlogen. Ik zag

49 dat ze er steeds meer van overtuigd raakte dat ze een einde aan dat alles moest maken. Ik zocht naar verzachtende massages, enzovoort, maar het hielp steeds minder. Ze schreeuwde het uit van de pijn. Sandra gaat met de psychiater praten over haar wens om dood te gaan. Aanvankelijk zegt ze over die gesprekken niets tegen haar partner. Later blijkt dat de psychiater in eerste instantie niet heeft verwacht dat ze haar doodswens echt zou gaan uitvoeren. Sandra blijft aandringen en dan wijst de hulpverlener haar op de mogelijkheid om met de Levenseindekliniek te gaan praten. Op een gegeven moment vraagt ze aan Petra of ze een brief die met de post is gekomen heeft weggegooid, maar die weet van niets. Dan blijkt dat het post van de Levenseindekliniek is. Ze heeft zich aangemeld. Petra is heel erg boos en heel erg bang tegelijk. 49 Sandra zegt dat het zo niet langer kan. Ze zegt dat ze zo geen leven heeft. Ze zegt dat ze alles heeft geprobeerd. Ze zegt dat ze mij het niet wil aandoen om haar pijn te zien lijden en om alleen maar voor haar te moeten zorgen. Ik geef toe omdat ik eigenlijk hoop dat ze niet in aanmerking zal komen voor euthanasie. Maar ik vergiste me. Al heel snel zien ze bij de Levenseindekliniek in hoe ondraaglijk en uitzichtloos het allemaal is. Ok, zeg ik, dan stappen we er samen uit Hoewel Petra goed begrijpt dat het zo geen leven meer is voor haar partner, is ze tegelijk ook boos. Ze vindt dat Sandra haar niet kan en mag achterlaten. Ze is bang om alleen te zijn. Ze wil haar geliefde niet kwijt. Ze zegt het geen punt te vinden om voor haar te zorgen. Dan komen de gesprekken met de arts van de Levenseindekliniek. Petra maakt deel uit van die ontmoetingen. Het duurt best lang, vindt ze, voordat de Levenseindekliniek mee gaat in de beslissing van Sandra. Men gaat heel zorgvuldig te werk.

50 Maar dan zegt Sandra op een keer dat ze het zelf zal doen als het allemaal te lang gaat duren. Ik voel onmiddellijk dat ze dat echt meent. Ik vraag wat ze dan zou willen doen. Ze zegt dat ze dat op de computer heeft opgezocht. En dan zegt ze dat we ook samen kunnen gaan. Ok, zeg ik, dan stappen we er samen uit. Maar na een tijd denk ik: nee, ik ben er nog niet aan toe. We hadden ooit wel afgesproken dat we samen waren begonnen aan onze relatie om er samen mee te eindigen. De gedachte over samen gaan is met de Levenseindekliniek trouwens nooit besproken. Begin 2017 beginnen de gesprekken over de uitvoering van de doodswens. Petra wil Sandra steunen in haar wens om een zachte dood te sterven. Tegelijk wil ze niet meewerken omdat ze haar partner niet wil verliezen. Ook vraagt ze zich af of ze zelf zou beslissen haar leven te beëindigen als de pijn haar op die manier zou treffen. Ze denkt van wel, maar ze wil toch niet dat Sandra haar verlaat. In de zomer van 2017 zijn alle gesprekken en bezoeken aan diverse specialisten afgerond. Ondertussen is Petra bang dat het te lang duurt voor Sandra. Ze zou dan wel eens kunnen besluiten om het toch zelf te doen. Maar dat gebeurt niet. In september 2017 is ze alleen en is Sandra verlost van de pijn en het verdriet. Ze is heel erg blij: ze mag dood 50 Op een avond wordt Sandra gebeld. Als ze neerlegt is ze heel erg blij. Ze zegt dat ze eindelijk dood mag. De arts van de Levenseindekliniek heeft het zojuist meegedeeld. Wie is er nou zo blij om dood te gaan? Ik kon het wel bedenken, maar ik kon het niet voelen. Ze vertelt me meteen alle details: wanneer, hoe, hoe lang het duurt, wie er bij zal zijn, enzovoort. Ik hoopte stiekem nog op een wonder. Misschien zou er toch iets of iemand zijn die het zou kunnen voorkomen. Maar ik wist wel beter natuurlijk. Ze had groen licht gekregen. Tegelijk dacht ik hoe erg het zou zijn als ik alleen zou zijn. Ik vroeg of ze zich realiseerde wat ze mij aan deed door dood te gaan. Ja, zei ze, dat wist ze wel, maar het zou erger zijn als ik zou moeten aanzien hoe zij bleef lijden en weg zou kwijnen. Ze vroeg mij of ik het haar gunde dat ze elke dag, elke minuut, zoveel pijn zou blijven lijden. Nee, dat wilde ik niet natuurlijk. Petra voelt zich nu wel eens schuldig omdat ze heeft ingestemd met de zelfgekozen dood van Sandra. Ze denkt dan dat ze meer had kunnen doen voor haar partner. Meer zorg. Meer liefdevol verplegen

51 misschien. Verhuizen naar een plek die geschikter zou zijn. Meer praten over mooie dingen in het leven. Meer nog.ze weet het ook niet. Petra heeft therapie om het verlies te kunnen verwerken. Af en toe is ze boos. Ja, zeker ben ik ook nog boos. Waarom heb ik nooit gelukkig mogen zijn. Niet als kind, niet als jonge vrouw en nu weer niet? Even mocht ik dat wel en toen werd dat weer weg gehaald bij mij. Dan heb ik eindelijk iemand die goed voor me is, dan mag dat niet langer duren. Het zijn vragen en gedachten waarvan ik wel weet dat er geen antwoord op is. Maar het voelt als onrechtvaardig. Mijn laatste woord was: Goede reis, lieveling. Haar laatste woorden waren: Je redt het lieveling, je bent sterk. Ze bedoelde dat heel goed en ze wilde ook dat ik sterk zou zijn. Dat weet ik echt wel, maar het valt helemaal niet mee. Helemaal niet. Het is een boze stem Sandra heeft de crematiebijeenkomst tot in detail voorbereid. Ze heeft twee weken na haar dood een bos bloemen bij Petra laten bezorgen met een zelfgeschreven kaartje, waarop een ontroerende liefdesverklaring. Petra laat het zien. 51 We lezen het samen twee keer. Er volgt, staande voor het dressoir waarop kaartje en foto s van Sandra, een lange stilte. En dan zegt ze dat ze haar partner heel erg mist en dat gedachten om er zelf ook niet meer te zijn, sterker worden. Ze is wel gaan werken na de crematie, maar na enkele weken knapt er iets. Het gaat niet meer. Petra hoort van haar huisarts dat er toch weer therapie moet komen. Ze heeft hulp nodig, want in haar eentje redt ze het niet. Sinds enige tijd is er een stem. De stem van een man, maar ze kan die niet koppelen aan iemand die ze kent. Het is een boze stem. Overdag en ook s nachts spreekt die stem in mijn hoofd. Als ik geen andere bezigheden heb dan hoor ik dat de stem zegt dat ik Sandra heb laten gaan en dat ik daarvoor gestraft moet worden. Dus die stem of die persoon is het er niet mee eens dat ik haar heb gesteund in haar wens om aan het lijden te kunnen ontsnappen. De stem zegt dat ik het water in moet lopen. Soms ga

52 ik dan ook echt naar de rand van de rivier met het idee dat ik het water in ga lopen. Maar als ik er sta dan kan ik iemand bellen. De therapeut zegt: draai om. Dat doe ik en ik blijf aan de telefoon totdat ik thuis ben. Achteraf denk ik: gelukkig heb ik het niet gedaan. Maar de stem komt altijd weer terug. Ik loop er toch weer heen. Ik moet al vanaf mijn jeugd vechten tegen bedreigingen en misschien helpt die ervaring me nu wel om te kunnen weerstaan. Misschien.. Petra is niet gelovig, maar haar partner was dat wel. Zou het dan toch kunnen dat? Petra denkt nu ook wel eens dat ze misschien toch samen met haar partner de dood had moeten opzoeken. Nu is er de pijn van het verdriet. Er is het gemis. Maar, vraagt ze zich af, als ik nu voor de dood zou kiezen, kom ik dan wel weer bij Sandra? Sandra zei steeds dat ze met haar dood weer haar tante en haar zusje zou gaan zien. Ze ging er van uit dat dat echt zou gaan gebeuren. Ik toen niet, maar nu twijfel ik wel eens. Ik denk dat als ik dood ben dat ik geen pijn meer voel van het gemis en het verdriet. Als ik me zo voel en die stem is er dan kan het gebeuren. Ik heb een tijd lang gedacht dat Sandra zou terug komen. Dat ze op vakantie was. Nu denk ik dat niet meer. 52 Petra heeft samen met haar partner jarenlang alles en iedereen geraadpleegd. Zou er niet toch iets te doen zijn aan het lijden? Alternatieve behandelingen werden uitgeprobeerd, zonder resultaat. Naarmate de strijd verstreek, werd duidelijk dat de kans op de geringste verbetering zo goed als nihil was. Sandra trok de conclusie en Petra probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om haar partner te steunen, te helpen, te begrijpen en haar besluit te accepteren. Dat laatste was het moeilijkste deel. Petra neemt medicijnen tegen de invloed van de stem, tegen depressie, tegen slapeloosheid. Ze zegt dat ze het zonder die pillen niet redt. Misschien ooit? En ze kan het andere leven nog niet aan zonder intensieve therapeutische ondersteuning. Nog niet..

53 53

54 7. Pauline; Speak is death, zei hij Interview Paul Custers, Journalist Er is sprake van geweest dat er meer is gebeurd dan ik me kan herinneren. Wat ik me kan herinneren is pesten. En daar is het mis gegaan met mij. Ik was een makkelijke prooi. Het speelde op de basisschool in de hogere groepen. Toen ik 13 jaar was ging ons gezin naar Ethiopië. Mijn vader bracht daar een machine uit zijn eigen bedrijf naar toe. Hij ging mensen daar dan instrueren hoe deze te gebruiken. Op de plek waar we verbleven woonde een jongen waarmee we optrokken. Hij was een stuk ouder dan mijn zus en ik. Mijn zus was vier jaar ouder dan ik. Een jaar later gingen we als gezin weer erheen. Mijn vader moest een machine repareren. Op een dag rij ik met die jongen en een chauffeur mee. Het ging meteen al mis. Hij zat steeds aan me. Ik was echt nog een kind en wist helemaal niet wat ik ermee aan moest. We stopten ergens en ze vergrepen zich allebei aan de lopende band aan mij. We gingen terug en ik dacht dat het klaar was. Maar het ging allemaal weer verder bij hem thuis. Hij zette een mes op mijn keel en dreigde me te vermoorden als ik zou praten. Speak is death zei hij. 54 Pauline gaat onder de douche staan. Hoe lang dat heeft geduurd weet ze niet, maar als haar ouders uiteindelijk thuis komen, staat ze er nog onder. Ze heeft er jarenlang niet over gesproken met haar ouders of haar zus. Ik probeerde het weg te stoppen. Trouwens, ik bracht hem elke dag eten dat centraal was gekookt. Kort voordat ze weer naar Nederland gaan, is er nog een uitstapje. Pauline gaat mee, maar voelt zich vreselijk beroerd. Haar ouders hebben geen idee van wat er in haar omgaat. Wie had iets kunnen signaleren? Als ze in Nederland is, praat ze ook niet over wat er is gebeurd. De dreiging van de jongen (Als je praat dan maak ik je dood) is niet meer uitvoerbaar, maar Pauline waagt het niet. Ze denkt dat ze het wel een plek kan geven.

55 Tot mijn achttiende bleef dat een heel groot probleem. Ik ging thuis weer gewoon naar school. Ik functioneerde samen met de andere leerlingen eigenlijk normaal. Achteraf heb ik me vaker afgevraagd wie het had kunnen signaleren dat er iets mis was. Niemand merkte iets. Totdat ik me ging richten op eten. Met andere woorden: ik at nauwelijks meer en vermagerde in snel tempo. Jazeker, anorexia. Toen ik in het examenjaar zat ben ik ook nog een keer misbruikt. Ik ging kamperen met twee meiden. Op hetzelfde veld stond een groep jongens. En die hebben zich s nachts in een dronken bui vergrepen aan mij. Ik weet niet of ik alleen het slachtoffer was. Ook daar heb ik jarenlang nooit over gesproken. Ik geschreeuwd? Nee. Ik was bang, heb me voorgesteld dat het een andere persoon was die dat overkwam. Vluchten, vechten of bevriezen. Bevriezen dan maar. Zelfs de anorexia weet ze heel slim voor haar ouders te verbloemen. Zo stond ze heel vroeg op, zette een bordje neer, gooide er wat broodkruimels op en keek dan bij het ontbijt onschuldig over tafel met de blik van: nou, dat was lekker. En natuurlijk ook: eerst eten en dan naar toilet. Heeft er iemand aan je gezeten? Nee mam! Als ze 17 jaar is wordt de eetproblematiek te heftig en vraagt ze haar ouders om hulp. Haar energieniveau was tot nul gedaald. Die schakelen een professional in. Maar daarvoor hebben ze al contact gehad met haar school. Lange tijd had niemand iets door. Men dacht dat ik gewoon een beetje te fanatiek aan het diëten was. Ik was nogal stevig, dus dat leek iedereen wel logisch. Ik viel af, maar ja, ik bleef afvallen. Achteraf gezien hadden mijn ouders wel iets door. Ze hebben contact gehad met de mentor van school, zonder dat ik daar iets van af wist. Daar was ik wel boos om. Die mentor vroeg twee van mijn vriendinnen een oogje in het zeil te houden. Ze zeiden er dan wel iets van, maar dat betekende niet automatisch dat ik beter ging eten. Ik werkte in het verpleeghuis op oproepbasis en dan zei ik vaak wel af. 55

56 Ik kon oprecht nee zeggen, want Ze brengt de anorexia dan zelf nog niet in verband met wat het was zover weg dat ik echt dacht haar is overkomen. En ze verbaast zich er nu nog steeds over dat er niets gebeurd was. Dat is toch dat ze de ervaringen zo lang heeft kunnen verdringen. Vaak gek? Toen ik als stagiaire in een vroeg haar moeder, bezorgd over de vermagering, of er iets zorgcentrum werkte, werd ik op een was gebeurd of dat er iemand aan haar had gezeten. dag door mijn ouders opgehaald. Steevast zei Pauline: nee hoor. Blijkbaar hadden ze gehoord dat ik me vreemd had gedragen. Ik wist toen niet wat me overkwam, maar achteraf bleek dat ik dissocieerde. Kort daarna stap ik in de bus naar mijn stageplek en dan komt er een donkere man naast mij zitten. Ik ben helemaal in paniek. Ik ben meteen uitgestapt en toen werd opeens heel veel duidelijk. Ik kwam in de hulpverlening terecht. Aanvankelijk was ik alleen maar in paniek en ik kon helemaal niets zeggen. De herbelevingen spelen haar parten. Later wordt het erger. Ze loopt weg uit de hulpverlening. Ze wil niet meewerken. Dus is er de gedwongen opname. En zo gaat het een tijd door. Want ze loopt meer dan eens weg en dus moet ze telkens weer onder dwang terug. 56 Het werd nu echt wel duidelijk dat er iets goed mis was met mij. Mijn ouders waren helemaal overstuur. Dat was des te indringender voor mij en voor hen natuurlijk ook, want ik heb nooit enige emotie bespeurd bij hen. Mijn ouders bleven worstelen met pogingen die ik deed om een einde aan mijn leven te maken. Ik heb het ze zelf nooit verteld, maar de hulpverlening deed dat wel. Ik was onhandelbaar in de hulpverlening. Ik wilde alleen maar voor de trein gaan staan. Achteraf ben ik blij dat het niet gelukt is, maar op de momenten zelf was het een ramp. Ik stond er klaar voor en ik werd van het spoor geplukt. En dan begon de ellende weer opnieuw. Na een poos komt ze terecht in een nieuwe behandellocatie en daar gaat ze dan toch praten over wat er is gebeurd. Aanvankelijk heel vaag, maar op den duur komt het hele verhaal toch op tafel. De persoonlijk begeleider is een man. Ze schiet eerst vooral in de stress, maar na enkele sessies gaat het beter en ontstaat er iets als vertrouwen en veiligheid voor Pauline.

57 Ik denk dat ze al snel in de gaten hadden dat het om misbruik moest gaan. Als ze iemand zo heftig in de stress ziet schieten vanwege een mannelijke Pb er, dan is er wel een vermoeden, denk ik. Maar goed, het gaat langzaam steeds beter. Als Pauline meer gaat praten en zich loyaler kan opstellen ten opzichte van de therapie, krijgt ze haar leven meer in de hand. Ze kan terug naar een lichtere vorm van GGZ-hulp. Ze solliciteert naar en werken-leren arbeidsplek. Ze komt terecht in een zorgcentrum. Maar dan zijn er de mannen die dementeren die haar ongevraagd en overal vastgrijpen. Ze raakt weer in de stress want ze kan dat niet aan. Er zijn herbelevingen die haar parten spelen. Ze concludeert dat ze het trauma nog niet verwerkt heeft. Het dossier gesloten; zie je wel, ik ben kansloos Ik ga toch maar weer in deelbehandeling. Dat duurt ruim een half jaar. Ik voel me weer sterker en ga opnieuw werken. Nu in het bedrijf van mijn vader. In 2012 krijg ik een psychose en die houdt maanden 57 aan. De huisarts wil me meteen laten opnemen, maar mijn ouders willen dat niet. Uiteindelijk word ik toch gedwongen opgenomen in Op de gesloten afdeling blijf ik tot medio Maar het gaat slecht. Ik ben recalcitrant en switch zo een poos tussen gesloten en open opname setting. Na een poos gaat het beter en kan in beschermd gaan wonen. Voor mijn ouders is dat een hele verbetering, al vonden ze het ook ontzettend moeilijk hun kind tussen al die zieke mensen te zien wonen. Ze hebben hun kind een hele tijd moeten opzoeken in een gesloten afdeling waar ze van alles en nog wat tegen kwamen. Af en toe moesten ze komen omdat ik weer eens van het spoor was gehaald.

58 Nu, in mijn kamer en onder begeleiding zag de wereld er wat beter uit. Dat wil niet zeggen dat ik stabiel was, maar het ging. In de woonvorm kwam ik een huisgenoot tegen die echt verkeerde opmerkingen maakte en ik kon dat niet aan. Dat was in Daarvoor had ik EMDR gehad, maar daardoor raakte ik uit balans. Het had me weer helemaal terug gezet. Ik wilde niet meer. Daar kwam bij dat de EMDR therapeut aangaf mijn dossier te sluiten. Dat bevestigde voor mij dat het allemaal kansloos was. Daar kwamen dan die opmerkingen van die huisgenoot meteen achteraan. Ik wist niet meer hoe het verder moest en heb dat ook gezegd tegen de hulpverlener. Ik fietste naar mijn ouders. Daar heb ik alle pillen die ik kon vinden weggenomen en geslikt. Ik ben in het UMC in Utrecht terecht gekomen. Ik weet niet wat ze daar met me hebben gedaan. Wel herinner ik me dat ik in de ambulance later weer naar een GGZ Instelling werd gebracht want daar hadden ze een PAAZ waar plaats voor me was. 58 Nooit gedacht dat ik na 12 weken therapie zover kon komen Mijn vader heeft alles gedaan om mij toch op een plek te krijgen waar ik een goede behandeling zou kunnen krijgen. Friesland was in mijn beleving mijn allerlaatste kans op herstel. Op het moment dat ik daar word opgenomen ben ik er heel slecht aan toe, zowel geestelijk als lichamelijk. Hoewel de wachtlijst een jaar was, heb ik toch de kans gekregen om er eerder naartoe te gaan. Friesland De PAAZ bij de GGZ Instelling noemt Pauline een topafdeling. Ze moest er weer snel weg helaas. In het korte verblijf daar trof ze een psychiater die het heel goed wist aan te pakken. Ongeveer anderhalf jaar later kwam ze via een andere GGZ Instelling terecht in een kliniek in Friesland. (De wachttijd was goed een jaar.) Die verhuizing was tegen het zere been van de behandelende psychiater want hij vond verdere behandeling van Pauline niet meer zinvol.

59 garandeerde dat ik door behandeling de dissociatie zou kunnen gaan beheersen. Op dat moment dissocieerde ik soms hele dagen, en dat met ernstige gevolgen voor mijn veiligheid. Ik zat in de auto zonder dat ik in staat was om te rijden of ik ging s nachts de deur uit en liep op blote voeten en in mijn pyjama hele einden, om vervolgens door de politie thuis gebracht te worden. Dat soort dingen. Ik geloofde dus echt niet dat ze die toezegging waar konden maken. In afwachting van de plaatsing in Friesland ging Pauline voor een poos werken bij een klein bedrijf. Ze had ik nog steeds moeite met mannelijke aanwezigheid, maar het bedrijf dacht met me mee en plaatste zelfs een deur tussen haar werkplek en de andere werkplekken. Dat hielp en ze kon stap voor stap verder komen en die angst terugdringen. Ze is dat bedrijf daar nog altijd heel dankbaar voor. In de wachttijd voor Friesland zochten Pauline en haar vader hulp bij een particuliere therapeut in de omgeving. Via Google kwamen ze terecht bij een gespecialiseerde therapeut die ook nog in hetzelfde dorp praktijk hield. Dat blijkt een gouden greep te zijn. Het klikt tussen haar en Pauline. 59 De therapeut pakte me flink aan. Ik kreeg niet meer de kans om overal om heen te draaien. Zij was recht voor de raap. Het was heel moeilijk voor me maar ik merkte dat het werkte. Ze had ook heel goed contact met mijn ouders en ze kon ze ook helpen met adviezen. Tot aan Friesland bleef ik bij haar. De stevige en intensieve aanpak was ook in Friesland de basis en dat was goed voor me. Ik kreeg niet de kans om in verhullende woorden te praten. Dan was het meteen van: even terug. Het richtte zich vooral op Exposure. Het heeft me heel veel gebracht. Ik kon aan de slag met het verwerken van wat er allemaal gebeurd was. Ik zeg niet dat ik nu alles ben vergeten en dat ik geen pijn meer voel, maar het beperkt me niet meer. Het leven is leefbaarder geworden. En dat na 12 weken therapie! Ik had nooit gedacht dat ik zover zou kunnen komen. Bij andere behandelingen daarvoor had ik helemaal geen vertrouwen in een resultaat en het eerst dat ik deed was vluchten. Voor mijn ouders was het nu weer heel spannend hoe dat zou gaan in Friesland. Een dingetje was trouwens nog dat ik in Friesland alle medicijnen met pam niet meer mocht nemen. Best moeilijk, maar ik kon het aan. De psychiater in

60 Friesland zei eerst wel dat ik dat niet in een keer mocht stoppen. Dat had de behandelende psychiater ook al gezegd. Uiteindelijk hebben ze overleg gevoerd en kon ik toch onder begeleiding in een keer die Toen ik uiteindelijk aan de behandeling in Friesland begon slikte ik alleen nog antidepressiva. Het is nu bijna een jaar geleden dat ik de laatste antidepressiva heb genomen. medicijnen aan de kant schuiven. Dat ging best goed. Ook ben ik daar begonnen met het stoppen van de antipsychotica. Ik doe het nu helemaal zelf! Na Friesland ga ik eerst bij mijn ouders wonen. Kort daarna, eind 2016, ben ik in een eigen appartement gaan wonen. Het dieptepunt van mijn pijn was voorbij en ik had vertrouwen dat het goed zou blijven gaan. Daarvoor had ik dat vertrouwen helemaal niet, want na een betere periode kwam er telkens met een klap weer een mindere periode. In 2017 heb ik nog begeleiding vanuit de GGZ gehad. Dat is eind 2017 gestopt. Ik doe het nu helemaal zelf, hoewel ik altijd terecht zou kunnen bij de therapeut in ons dorp. Dat geeft Ik ben nu vrijwilliger bij het trouwens wel een goed gevoel. Tja, waar hoop ik op? Ik weet het niet echt. Ik heb niet van die heel concrete doelen. Ik wil graag weer gaan werken in elk geval. Reformatorisch Meldpunt. Daar heb ik echt het gevoel dat ik kan helpen, steun kan bieden. Bijna altijd gaat het over seksueel misbruik en dat is wel eens moeilijk voor me. Aan de andere kant heb ik daardoor juist misschien wel meer begrip en ben ik toegankelijker voor mensen die het meldpunt aanspreken. Pauline is gelovig, christelijk. Ze is kritisch en is niet iemand die de dingen voetstoots aanneemt. Ze erkent dat steun en hulp vanuit de kerk voor haar en voor het gezin in moeilijke periodes best beter had gekund. Toen het gezin zich aansloot bij een andere kerk in de omgeving kwam er meer steun. En ja, ze is ook wel eens boos geweest op God. 60 O ja hoor. Soms nog wel. Zoals op dit moment. Nu ik de boel eindelijk op de rails heb, wordt mijn vader heel ziek. Waarom? Denk ik dan. Kunnen we als gezin niet even gewoon genieten van de stappen die ik

61 heb gezet? Toen ik in het diepste dal zat was het geloof heel ver weg. Als God dan liefde is, waarom moet ik dit dan allemaal doorstaan? En dan hoor ik wel eens vanuit mijn kerk dat alles een bedoeling heeft. Dat doet pijn en tegelijk begrijp ik ook wel weer de bedoeling die erachter zit. Mijn vader zegt nu wel eens: jij bent bewaard om mij nu te kunnen steunen nu ik zo ziek ben. Daar geloof ik dan wel weer in. God heeft een plan met jou, zegt hij. Dat is zeker waar, maar het is ook een opmerking waar veel lotgenoten echt niets mee kunnen en boos van worden op het moment dat het slecht gaat. Aan de andere kant heeft dat me ook weer geholpen om te beseffen dat er altijd een manier is om eruit te komen. Maar waar ik vaak mee bezig ben is om God als het ware als een mens te zien denken en handelen. Zo is Hij niet. Hij gaat boven de mens uit. Het geloof blijft ingewikkeld. Zeker ook omdat je zelf voortdurend wisselt van situaties, stemmingen en ervaringen. Je hebt dan de neiging om het geloof mee te laten gaan met die wisselingen. Moet dat nou zo? Nee, dat moet niet zo! Pauline heeft een lange ervaring in de hulpverlening (Carrière, zegt ze met een knipoog). Ze denkt er genuanceerd over: er zijn fouten en er zijn goede dingen, zegt ze. 61 Wat ik heel moeilijk en fout heb gevonden is de manier waarop je in de separeer werd gezet. Je werd uitgekleed door mannen en weggezet. Dat was onterend. Het was ook onmogelijk om daarover te praten. Daarbij ging het er niet zachtzinnig aan toe. Niet zelden kon je na lange tijd de blauwe plekken nog zien. Moet dat nou zo? Nee, dat moet niet zo! Stel dat je in een heel heftige psychose zit, dan kan je je voorstellen dat fysieke dwang onvermijdelijk is. Maar dan nog. Ik ben zelf fysiek Pauline heeft het nooit agressief geweest, misschien wel af en toe op een verbale manier. praten met de hupverlening heel erg gemist. Laat staan dat er gesproken kon worden over haar pogingen en over haar gedachten aan de zelfgekozen dood. Suïcidaliteit was een onbespreekbaar item. Tenminste in de professionele Pauline heeft het praten met de hupverlening heel erg gemist. Laat staan dat er gesproken kon worden over haar pogingen en over haar gedachten aan de zelfgekozen dood. Suïcidaliteit was een onbespreekbaar item. Tenminste in de professionele hulpverlening.

62 Met een ervaringsdeskundige heb ik er wel over kunnen praten. Die vroeg juist heel veel en dat voelde goed. Dat hielp me enorm. Ik wilde niet echt dood eigenlijk, maar ik trok het niet door alle trauma-gerelateerde klachten. Het was allemaal zo erg dat ik wanhopig zocht en maar niet kon vinden. De GGZ-instelling in mijn regio heeft heel lang niet geweten wat ik in de instelling in Friesland heb besproken. Ze wilden het niet horen. Eerst stabiliteit en dan verder gaan. en We gaan het er niet over hebben, eerst het hier en nu. En Als we het daarover gaan hebben dan word je nog instabieler. Mijn vader was bang dat de behandeling niet meer nodig was als er maar lang genoeg zou worden gewacht. In de crisisopvang idem dito. Gefeliciteerd, u bent binnen, denk ik dan. Je doet daar letterlijk niets anders dan liggen of zitten. Stil zitten en wachten tot de crisis vanzelf weg gaat. Op de gesloten afdeling sprak Pauline wel eens met de behandelaar. Maar dat ging eigenlijk niet over wat haar echt bezig hield. Daarnaast wisselden de hulpverleners. Ze heeft er in de jaren dat ze was opgenomen wel 30 gesproken. Haar animo om telkens weer hetzelfde te vertellen was na een paar professionals tot het nulpunt gedaald. 62 Op een dag komt er weer een nieuwe hulpverlener. Die stelt zich voor en zegt meteen: Wat wil je? Dat ik eerst jouw dossier lees of vertel je liever alles nog een keer? En dan zou je weer moeten vertellen wat je al allemaal hebt meegemaakt en gedaan, welke medicijnen je hebt gekregen, enzovoort, enzovoort. Dat staat toch al allemaal in het dossier?

63 Etiketten kunnen je later behoorlijk tegenwerken Ik bedoel: ik kom op de eerste hulp met een lichamelijke klacht en dan hoor je op de gang dat ze Pauline heeft een reeks van diagnoses gehoord. Dissociatie en PTSS werden lange tijd zeker niet genoemd door de GGZ-hulpverlening. Later het erover hebben dat je weer wel en dan kwamen er andere diagnoses bij: eetstoornis, depressieve psychisch patiënt bent. Ik had wel afwijkende bloedwaardes en die zouden ook door medicatie kunnen worden veroorzaakt. stoornis en schizofrenie. Op dat moment denk je: OK. Maar later ervaar je dat die etiketten je behoorlijk kunnen tegenwerken, ook als ze helemaal geen rol zouden moeten spelen. Maar dat was nu niet het geval. En ik was er wel eens geweest omdat ik een poging had gedaan. Ik sneed niet, maar ik sloeg wel eens ergens tegen aan en ik gaf een tijd lang vaak over. Maar nu dus echt niet en dan toch dat label. Ze hebben me ook enkele uren laten liggen. Het was druk, dat wist ik wel, maar je voelt dat je niet serieus wordt genomen. Misschien dachten ze wel: die stelt zich aan want het is psychisch. Ik praat met de huisarts wel over 63 die dingen. Misschien kunnen ze uit mijn medisch dossier worden gehaald zodat het niet telkens naar boven komt als ik bijvoorbeeld met een gebroken been naar het ziekenhuis wordt gebracht. Ook heb ik wel eens gedacht dat ik terug moest gaan naar die Spoedeisende Hulp en het uitleggen. Maar ja, veel moeite misschien en ook weer frustratie misschien. En wat zou ik ermee bereiken?

64 8.In gesprek met Remco de Winter, psychiater; over zelfdoding: Als je denkt dat je er niet meer toe doet Interview, Paul Custers, Journalist Vroegkinderlijke traumatisering is een oorzaak van diverse psychiatrische stoornissen. Een van die gevolgen kan zijn dat slachtoffers zich niet of nauwelijks hechten, zeg maar een hechtingsstoornis ontwikkelen. En als je daarmee worstelt en als je denkt dat je er dus er voor niemand meer toe doet en er dus voor niemand meer hoeft te zijn dan kunnen, naast de ervaren ernstige stress gedachten aan zelfdoding andere overwegingen wegdrukken. Er is een koppeling tussen vroegkinderlijk trauma en (het denken over) zelfdoding. Tegelijk moet ik vaststellen dat we weinig weten van hoe dat precies zit. In Nederland is er nauwelijks onderzoek naar gedaan. Ik vind dat er (meer) onderzoek nodig is. Daarbij zou je dan ook kunnen kijken naar andere aspecten, zoals onderzoek naar preventie en naar Suïcidaliteit in relatie tot misbruik, mishandeling of verwaarlozing in de vroege jeugd. We moeten ons enerzijds richten op preventie van vroegkinderlijke beschadiging omdat het tot veel en ernstige psychiatrische traumatisering leidt. Dat is wetenschappelijk een belangrijk punt maar het is ook van groot belang vanuit maatschappelijk oogpunt. Tegelijk is onderzoek naar de mogelijkheden van behandeling van Suïcidaliteit als gevolg van psychiatrische stoornissen na vroegkinderlijk trauma nodig. 64 Dr. Remco F.P. de Winter is psychiater en specialisme-leider acute psychiatrie voor de Parnassia Groep en werkzaam als psychiater bij de Parnassia Groep en als senior onderzoeker verbonden aan de VU. De Winter is een van de sprekers tijdens de TIP Conferentie. Dan is er sprake van groot lijden Menige cliënt die suïcidale gedachten heeft, zegt dat hij daarover in de psychiatrische hulpverlening niet of nauwelijks kan praten. Men heeft het gevoel dat de hulpverlener er niet over wil praten of het niet

65 aan kan of zegt dat het thema zelfdoding een manipulatie is van de cliënt om iets anders gedaan te krijgen. De Winter: In de hulpverlening moet suïcidaliteit altijd aan de orde komen. Het is een belangrijk onderwerp dat niet vergeten mag worden. Ik zie het als een krachtig communicatiemiddel dat soms wordt ingezet om het onderliggend lijden te communiceren en dan is het gebruik van de term manipulatie verkeerd omdat er geen erkenning is voor het onderliggend lijden waar je altijd aandacht voor moet hebben. Je wilt toch begrijpen welke drijfveren er onder het lijden liggen. Suïcidaliteit kan bijvoorbeeld aangeven dat mensen door wanhoop en depressief lijden volledig klem zijn komen te zitten. Of het kan zijn dat mensen suïcidaal zijn omdat ze psychotisch zijn. Een ernstige verlieservaring kan ze op die gedachte brengen. Of ze kunnen overspoeld worden door externe factoren die zeer krenkend zijn en veel leed veroorzaken en dat kan ze ertoe brengen alleen nog via suïcidaliteit te communiceren over wat ze ervaren. Het is koker denken 60% Van de zelfdodingen vindt plaats buiten de GGZ. Dat relativeert de veronderstelde invloed die de Onderzoek heeft laten zien dat jaarlijks mensen ernstige suïcidale gedachten hebben. Ongeveer mensen doen een of meer pogingen en de laatste jaren zijn er 1800 tot 1900 mensen die een eind aan hun leven maken. In de stap van de gedachte tot het uitvoeren spelen factoren als hechtingsproblemen, gering zelfvertrouwen, vroegkinderlijk trauma een rol van betekenis. Maar ook zijn er tal van voorbeelden waarbij zelfdoding vlak voor de feitelijke daad door toevallige factoren wordt voorkomen. psychiatrische hulpverlening heeft op het (voorkomen van) zelfdoding en het verwijt de GGZ te weinig heeft gedaan om suïcide te voorkomen. Volgens De Winter is het een illusie dat elke zelfdoding voorkomen kan worden. Hij benoemt voorbeelden van cliënten die als stabiel werden gezien, maar toch op een onverwacht en onbekend moment een einde aan hun leven maakten. Maar we moeten er wel naar streven om het maximaal te voorkomen. De Winter: Aan de andere kant zijn er mensen die als een hoog risico worden beschouwd, maar om allerlei redenen nog geen toegang hebben tot adequate behandeling. Ook wordt nog wel eens gedacht: plaats ze in een gesloten afdeling om suïcide te voorkomen. Maar daar blijken mensen 65 soms nog zieker te kunnen worden als er nog geen doeltreffende behandeling en begeleiding beschikbaar is en er is ook geen goede klinische anti suïcidale behandeling voorhanden. Ze komen in de gesloten afdeling ook psychotische of anderszins ernstig beschadigde patiënten tegen. Zonder die

66 doeltreffende behandeling is dat dan een extra risico. Daar komt nog bij dat de psychiatrische hulpverlening moet balanceren tussen beperkte budgetten, beperkte menskracht enerzijds en de zoektocht naar intensief maatwerk anderzijds. Ga er maar aan staan, zou ik zeggen. We weten dat mensen die agressiever, impulsiever zijn dan anderen een groter risico lopen om daadwerkelijk de wens tot suïcide uit te voeren. Ze gaan de drempel eerder over. Is dat moedig? Is dat laf? Geen van beide en misschien beide tegelijk. Mensen die suïcidaal zijn, zijn vooral bezig met zichzelf, met het gevoel dat ze anderen tot last zijn, dat ze er niet hoeven te zijn, dat ze er niet toe doen of dat er niemand is die ze zal missen. Met andere woorden: de hechting, het gevoel voor de ander is weggevallen. Er is vaak sprake van koker denken. Men is alleen bezig met de eigen wanhoop. En die obsessie, zo je wilt, is vele malen groter en overheersender dan bijvoorbeeld het nadenken over de impact van de daad voor henzelf en voor anderen die het zien gebeuren of die als professional er na de daad bij betrokken worden. Volgens ProRail is er eens per twee dagen iemand die het spoor kiest om een te ontsnappen aan een De Winter: Je ziet dat mensen heel veel jaren van hun leven normaal functioneren. Opeens is er iets of gebeurt er iets dat leidt tot een poging. Dan vraag je je af hoe iemand dat zo opeens en vooralsnog zonder aanwijsbare oorzaak of gebeurtenis dat kan doen. Zeker voor de naasten en de omgeving is het een groot vraagteken. Maar als je gaat zoeken dan vind je bijna altijd een reden, een trigger. Er is iets dat de pijn opnieuw laat voelen. Die trigger is vaak ook voor de persoon zelf onbekend en onverwacht. Het komt voor dat de aanleiding niet meteen een duidelijk verband heeft met de herbeleving of de ervaren wanhoop. Maar die relatie is er vaak wel. als ondraaglijk en uitzichtloos ervaren leven. De kans op overlijden is groot. Springen of slikken leidt minder vaak tot de dood. Pas als het mis gaat, weten we het In ons land hebben mannen tussen 40 jaar en 60 jaar het grootste risicoprofiel als het gaat om zelfdoding. We denken dat in die groep het taboe op het bespreken of het benoemen van gedachten aan suïcide groter is dan in andere leeftijdsgroepen. Misschien zijn ze daardoor minder aanwezig in de hulpverleningspraktijk. Bij jongeren komt zelfdoding relatief vaak voor, maar dat komt ook omdat andere dodelijke ziekten minder voorkomen. 66

67 De gemiddelde suicideprevalentie is 11 op de Voor de leeftijdsgroep van mannen tussen de 40 jaar tot 60 jaar is dat is meer dan 30 op de De Winter: Het belangrijke punt is dat we van tevoren niet weten wie het zal gaan doen. Ons handelen als hulpverlening bepaalt de uitkomst zou je kunnen zeggen. Tussen de mensen van de Dat is een klein percentage. In de psychiatrie zien we minder dan de helft van mensen die in dat risicoprofiel passen. En daarvan weten we niet wie we kunnen redden. Pas als het mis gaat dan weten we wie we niet hebben kunnen redden. Daarbij is er altijd de afweging van wie je op een zeker moment wel of niet opneemt. En ook dat blijkt niet altijd een garantie dat suïcide kan worden voorkomen. Het lifetime risico op mensen die denken aan suïcide is veel kleiner dan de meeste andere zelfdoding voert het ook uit doodsoorzaken, minder dan 1%. Dat kan als weinig of veel worden bezien. Laat het duidelijk zijn: elke zelfdoding zou je moeten kunnen voorkomen, net zoals je zou willen dat mensen niet overlijden door oorlog of ongelukken. Tegelijk weet je dat die wens niet tot het domein van de realiteit kan behoren. Als het mis gaat dan heeft een ander het gedaan De Winter: Suïcide is een verschrikkelijke dood. Als een vader of een kind of een moeder aan kanker overlijdt is dat iets anders dan dat er sprake is van suïcide. Dan blijft altijd de vraag: Hadden we iets anders of beter moeten doen? Hulpverleners vragen zich af of ze meer hadden kunnen sturen. Nabestaanden houden het gevoel van schuld. Het lastige is dat in ieders leven er altijd wel iets is dat je kan betreuren of dat je hebt nagelaten of dat je juist niet had moeten doen. Als er iets zo erg is misgegaan dan komt het idee dat we ons zelf of iets of iemand anders als schuldige willen aanwijzen. Die schuldgerichtheid kan al het andere gaan overheersen. Als een moeder een kind vermoordt, dan is het de schuld van jeugdzorg. Als iemand andere mensen dood schiet en daarna zichzelf, dan is het de schuld van bijvoorbeeld de politie die niet genoeg heeft gedaan om dat te voorkomen. De schuldvraag is een tendens in de samenleving. Dat is enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds moet het niet dienen als het finale argument of conclusie. Bij suïcide heb je altijd te maken met een ingewikkelde en onvoorspelbare situatie. Dat geldt niet alleen voor de betrokkenen, maar ook voor deskundige professionals. 67

68 Remco de Winter was een tijd lang hoofd van een gesloten Veel veranderd in de diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag Als het gaat om het herkennen van signalen in een vroeg stadium, dan heeft de GGZ de laatste jaren grote stappen gezet. Misschien is het uitbrengen van De Multidisciplinaire Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag in 2012 wel een goede illustratie van de veranderingen. Daarna is er ook nog een onderzoek gepubliceerd dat de GGZhulpverlening aanwijzingen geeft hoe om te gaan met suïcidaal gedrag. Kennis en (het durven) uitvragen bij suïcidaal gedrag is sterk verbeterd. opname afdeling. Het suïciderisico is in zo n afdeling hoger dan elders in de hulpverlening. Als niemand meer weet wat te doen, dan is er de gesloten opname. De hulpverleners zijn niet gespecialiseerd in suïcidebehandeling. Als het gebeurt dan is de impact groot. Ook voor De Winter was dat een heftige en zware periode. Na een poos dacht bij ij elk anoniem telefoontje in het weekend: het zal toch weer niet Zelfdodingen op de afdeling veroorzaakten steeds vaker slapeloze nachten. Hij worstelde met de vraag hoe eerder kon worden ingegrepen of behandeld om suïcide te voorkomen. Daarvoor was het nodig om meer te weten over preventie. Dat bracht hem, na zijn promotie over een ander onderwerp toch bij onderzoek naar suïcidepreventie. De laatste 10 jaar richt hij zich vooral op suïcidepreventie in de klinische praktijk. 68 De Winter: Tien jaar geleden zei menige hulpverlener nog dat je er niet naar moest vragen want dan zou je mensen op een idee brengen. Of men zei tegen de cliënt dat er voor het leven moest worden gekozen zoals hij of zij dat zelf deed, waarmee de hulpvrager meteen op een bepaalde manier werd neer gezet, geïsoleerd eigenlijk, onbegrepen in elk geval. Dat soort aanpak is ver teruggedrongen, gelukkig. De Richtlijn heeft veel verbeterd in de praktijk van de hulpverlening. Er wordt nu in de psychiatrische hulpverlening veel meer gekeken naar beschermende factoren en risicofactoren. Hoe ga je met iemand in dialoog, wat moet je doen of juist niet doen? Er wordt beter contact gemaakt. Empathie heeft meer ruimte gekregen. De Richtlijn benadrukt dat en vraagt aandacht voor het creëren van veiligheid en rust en ruimte voor de hulpvrager, het betrekken van naasten, het realiseren van continue zorg, enzovoort. In de behandeling lopen we wel nog aan tegen het feit dat we eigenlijk nog steeds te weinig behandeltools hebben. Wat we doen als iemand suïcidaal is, dan behandelen we het onderliggende lijden. Bijvoorbeeld: als iemand een depressie heeft dan behandelen we die. De suïcidaliteit is dan een beetje pappen en nat houden. Daar is nog veel te winnen in de GGZ.

69 Met Marieke de Groot werkte Remco de Winter aan een behandelmethode die in samenhang is gericht op zowel de onderliggende stoornissen en drijfveren als de suïcidaliteit zelf (de CAMS). Op dit moment werkt hij aan onderzoek naar de verschillende hoedanigheden waarin suïcidaliteit zich voordoet en hoe daarop vanuit de hulpverlening en vanuit de samenleving kan worden gereageerd. De warme samenleving kan en moet meer doen In beide situaties komen mensen bij de GGZ terecht. Wat wij bieden is een soort van shelter. Tijd is De Winter: Er is verschil tussen iemand die zegt dat hij van Lucifer hoort dat hij dood moet en iemand die zegt sociaalmaatschappelijk zoveel tegenslag en ellende te ondervinden dat hij daardoor het leven moe is. Ik heb het niet over de ernst van beide situaties en ik heb het niet over de pijn en het leed die in beide situaties aan de orde zijn. Ik heb het over wat de psychiatrie kan doen en wat in de tweede situatie meer de verantwoordelijkheid van de samenleving is. onze bondgenoot. Vaak kunnen we naast medicatie niet heel veel meer doen. Als mensen met suïcidaal gedrag in de GGZ zijn beland dan is het bijna vanzelfsprekend dat de GGZ en alleen de GGZ verantwoordelijk wordt gehouden voor alles wat er met mensen gebeurt. Maar de warme samenleving kan en moet meer doen in situaties waarin mensen als reactie op ondraaglijke of onhanteerbare maatschappelijke omstandigheden suïcidaal gedrag ontwikkelen. Dat geldt voor de gebieden waarbinnen de GGZ geen enkel aanbod heeft, zoals woonruimte realiseren of een uitkering doen. We hebben de neiging om naar de psychiatrie te wijzen als het mis gaat. De meeste suïcidaliteit is mede gerelateerd aan psychosociale stress. Dat is niet alleen een ingewikkelde problematiek, maar moet ook vanuit verschillende verantwoordelijkheden worden (h)erkend en behandeld. Als de samenleving verhardt en onpersoonlijker wordt, als de onschuld niet meer beloond wordt maar wel zogenaamd slimme manipulatie, dan kan je voorspellen dat mensen die kwetsbaar zijn daar de dupe van worden. Als je sociale werkplaatsen opheft dan moet je er rekening mee houden dat mensen hun beschutting en orde en regelmaat verliezen en daardoor mensen psychisch en fysiek onderuit kunnen gaan. Er is sprake van een samenleving die in zekere zin ontmenselijkt, die de samenhang en de warmte verliest. Daar kan geen GGZ-hulpverlening iets aan doen. Ergo, is het onjuist om de GGZ daar dan toch verantwoordelijk voor te stellen. 69

70 Wat maakt het leven de moeite waard? De Winter: Zowel onze hardware als software zijn geprogrammeerd op overleven en reproductie. We zijn zoogdieren en leven in complexe structuren. Overleven is primair. En als je dan vraagt: wat maakt het leven de moeite waard, dan kan ik als professional natuurlijk een reactie geven. Maar als ik heel persoonlijk inga op je vraag dan kom ik bij liefde, houden van, interactie met elkaar. Dat soort dingen. Gelukkig zie ik ook in de psychiatrische hulpverlening steeds meer terugkomen van die laatste persoonlijke invulling. Ik denk aan de opkomst van het herstelgericht denken en doen, met inzet van ervarings-deskundigheid, niet zo paternalistisch. Dat is een heel goede ontwikkeling. De gerichtheid op het bieden van hoop en perspectief is een winstpunt in de hulpverlening. Ik weet wel dat het ook heel lastig kan zijn. Soms moet je het als hulpverlener uit je tenen halen. Maar samen met de hulpvrager daarnaar zoeken is misschien wel het belangrijkste dat we kunnen aanbieden. En dan kom ik weer bij vroegkinderlijke traumatisering. Daar is alle hoop en vooral vertrouwen weg geslagen. Het zijn juist die basale dingen die niemand kan missen en waarmee we allemaal het leven aankunnen. Een kind dat die basis is ontnomen en dus ernstig beschadigd is, zal niet zelden in het latere leven daar ernstige last van ondervinden. Vaak kunnen volwassenen zich niet meer losmaken van wat hen als kind is overkomen. Ze denken dan dat het zo hoorde en dus nog steeds zo hoort. Daar ligt de combinatie van slachtoffer en dader. 70 Als het leven niet meer de moeite waard is, is er dan een recht op zelfdoding? En op begeleiding daarbij? Volgens De Winter zou het niet helpen als dat recht ten principale wordt ontzegd. Aan de andere kant heeft hij zelf niet de ervaring dat mensen in zijn praktijk dat recht opeisen. De Winter: Er zijn altijd wel stichtingen waar je mensen mee in contact kunt brengen. Ik heb vaker tegen mensen gezegd: het kan altijd nog, maar laten we eerst samen alle mogelijkheden en kansen goed bespreken. Ik vind het zorgelijk dat middelen te snel en te makkelijk beschikbaar zijn. Hoe makkelijker middelen beschikbaar zijn, hoe meer mensen suïcide plegen. De beschikbaarheid is een risicofactor. Als je het in huis hebt en je hebt een stevige dip dan kan je ernaar grijpen. Er is onderzoek dat die correlatie laat zien. De Stichting De laatste Wil heeft in dat opzicht een grote

71 verantwoordelijkheid maar is ook een groot risico. De werkwijze van de Levenseindekliniek is heel anders. Iets anders is dat somatisch lijden eerder als ondraaglijk en uitzichtloos wordt gelabeld dan psychisch lijden. De Winter: Bij die eerste vorm van lijden is de eindigheid van het leven ook duidelijker aan te geven. Bij iemand die kanker heeft kan je bijvoorbeeld aangeven dat de levensverwachting nog zes of tien maanden is. Bij ernstig psychiatrisch lijden is de eindigheid veel lastiger te aan te geven of misschien wel helemaal niet. Voor de persoon zelf ligt de beleving daarvan echt heel anders. Als mensen helemaal uitbehandeld zijn en dood willen dan moet er serieus worden nagedacht over de optie van euthanasie. Maar er zijn ook mensen met een heel sterke doodswens die zich niet goed willen laten behandelen. Mensen met heel eigen gedachten over behandelingen. Mensen die niet alle beschikbare protocollen voor behandeling hebben geaccepteerd en toch suïcidaal zijn. Dat is een complexe groep mensen. Je weet dan dat die mensen links om of rechtsom niet geholpen zijn en ook niet geholpen willen of kunnen worden. Dat is een heel lastige situatie. De natuur is geen verzameling categorieën De scheidslijn tussen psychische problematiek en wat men een normaal leven noemt is heel dun en ligt niet voor altijd en overal vast. Er zijn geen categorieën van gek en niet-gek. De Winter: We denken als behandelaars nogal eens in kunstmatige DSM-categorieën. Maar daarvoor was het een kakofonie, want we wisten eigenlijk niet waar we het over hadden. De DSM is een poging de natuur te vatten via categorieën. Tegelijk weten we dat de natuur zich niet laat indelen in die hokjes van beschrijvingen en definities. Erger is het als zelfs artsen denken dat die categorieën de werkelijkheden vormen die je kan pakken en behandelen. We plakken dan etiketten. Je wordt aangeduid als Borderliner en dan ben je een Borderliner. Dan weer word je gelabeld als Autist en dan ben je een Autist. Daarbij weten we ook dat veel mensen met kenmerken of verschijnselen van Autisme of Borderline niet eens in de psychiatrische hulpverlening terecht komen. Behandelaars labelen meer dan eens op basis van DSM-definities om de vergoeding te kunnen binnen halen voor de behandeling van individuele cliënten. De aanpassingsstoornis wordt niet meer vergoedt 71 en we zien deze bijna niet meer terug, terwijl in deze groep soms mensen zitten die een hoog risico hebben en een korte krachtige behandeling nodig hebben. In de praktijk zien we dat deze mensen nu als depressief worden geclassificeerd. Het concrete maatwerk wordt niet betaald, dus moet het maar

72 via diagnoses die beantwoorden aan de indeling in theoretische categorieën. De zorgverzekeraars weten dat er behandelaars zijn die het zo doen. Het wordt vooralsnog geaccepteerd omdat men weet dat anders de gevolgen voor de (volks)gezondheid niet te overzien zijn. Stelling 1: Suïcide is een vrije, autonome keuze die we moeten respecteren Nee tenzij, zou je kunnen zeggen. Het is geen vrije keuze, omdat mensen volledig klem zitten of machteloos zijn. Je mag die keuze pas respecteren als er helemaal geen andere optie meer is om aan ondraaglijk en uitzichtloos lijden te kunnen ontkomen. Stelling 2: Als iemand dood wil, is daar geen houden aan. Vroeg of laat gebeurt het toch Dat vind ik echt onzin. Het is geen onvermijdelijk gevolg van denken over dood gaan. Er zijn vele malen meer mensen die erover denken dan mensen die het echt uitvoeren. Er zijn ook mensen die een heel ernstige poging doen en toch overleven. Meestal zijn ze daarna blij dat het niet is gelukt. Het denken over zelfdoding kan een kwetsbaarheid in je leven blijven, maar dat wil niet zeggen dat het gebeurt. De GGZ-hulpverlening is gelukkig in staat om vaak op termijn hoop en perspectief te bieden. Stelling 3: Als je praat over suïcide breng je de ander op een idee Dat is niet waar. Bovendien zit de samenleving vol met triggers die de gedachte kunnen oproepen. Misschien geldt het wel voor een heel kleine groep mensen met een bepaalde vorm van Autisme of met obsessieve gedachten. Als je er met hen over begint dan zullen ze bij volgende gesprekken min of meer laten weten dat ze er steeds aan moeten denken dat je erover bent begonnen. Vrijwel altijd is het anders. Mensen denken erover na in eenzaamheid en zijn juist geholpen met de behandelaar die hun gedachte benoemt en er over praat. Sterker nog: ik vind het fout als er niet naar gevraagd wordt. Ook al komt de cliënt er niet zelf mee, dan nog zou je als behandelaar erover kunnen beginnen. Het doel is dan om zonder taboe het idee te kunnen bespreken. 72 Stelling 4: Wie erover praat en ermee dreigt, doet het niet Nee. Ik ken zelf en via collega s mensen die het voornemen in de therapie hebben aangekondigd en het ook hebben gedaan. Je mag er trouwens nooit van uitgaan dat mensen iets niet doen of juist wel doen. Als professional moet je heel goed luisteren

73 GGZ negeert grote onderzoeksresultaten! Er zijn circa GGZ-patiënten die als kind mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt zijn. Hoewel er vele studies verschijnen over de relatie tussen jeugdtrauma s, psychiatrische stoornissen en suïcidaliteit op volwassen leeftijd, ontsnappen de schokkende uitkomsten al vele jaren aan de aandacht en moeten aan de vergetelheid worden ontrukt. Een Nationale Zorgalliantie is nodig om de problemen in de GGZ-traumazorg aan volwassenen met jeugdtrauma s op te lossen. Door Martijne Rensen en Lara Tanger De relatie tussen chronische traumatisering in de kindertijd [jeugdtrauma s], psychiatrische problematiek en suïcidaliteit op volwassen leeftijd is verontrustend hoog en verdient veel meer aandacht in de geestelijke gezondheidszorg [GGZ] dan ze nu krijgt. Er is nationaal en internationaal veel epidemiologisch onderzoek gedaan waaruit schokkende cijfers naar voren komen 5. In het buitenland vormen de uitkomsten van deze studies uitgangspunt voor GGZ-beleid 6. Hoewel in 2007 het eerste onderzoek van het toonaangevende Trimbos Instituut verscheen, worden de indrukwekkende cijfers in Nederland nog steeds niet vertaald naar de GGZ-praktijk. Het kan lastig zijn om de confronterende uitkomsten van deze studies door te laten dringen. Daarom zijn we wellicht geneigd om acties op de lange baan te schuiven. Maar in de huidige discussie over kwaliteit, doelmatigheid en kosteneffectiviteit van de GGZ kunnen we niet langer om deze kennis heen. In dit artikel zetten we belangwekkende studies op een rijtje, soms ook met confronterende vraagtekens, en doen een voorstel om te komen tot Trauma Informed Practice in de GGZ Dube et al. 2001; Bruffaerts et al., 2010; Have et al., 2006; Have et al., Centre for suicide prevention [z.d.]; Olson 2013

74 Het ernstige lijden moeilijk onder ogen te zien Het onder ogen zien van psychisch lijden tot op late leeftijd, na jeugdtrauma s waaronder psychische mishandeling, fysieke mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik, is moeilijk en stuit al snel op ontkenning en bagatellisering of in het uiterste geval psychiatrisering van het lijden van getroffenen. Het is moeilijk de confronterende realiteit onder ogen te zien, voor diegene zelf en vaak ook voor anderen. Dan lijkt het makkelijker te ontkennen en getroffenen te diagnosticeren als zieke psychiatrische patiënten, of verslaafden, criminelen, daklozen 7, dan hen te zien als mensen die door posttraumatische stress ernstige lijden onder hetgeen hen als kind is aangedaan. De Amerikaanse onderzoeker Judith Herman [1992] schreef het treffend: Al zolang men zich met dit onderwerp bezighoudt, woedt er een discussie of patiënten met een posttraumatische stressstoornis recht hebben op zorg en respect of juist minachting verdienen, of ze werkelijk lijden of zich aanstellen, of hun ervaringen waar zijn of onwaar zijn, en, indien het laatste het geval is, of deze ingebeeld zijn of met boos opzet verzonnen. Overheidsbeleid en koerswijziging GGZ: Nationale Zorgalliantie In dit artikel pleiten wij voor gericht overheidsbeleid en voor een koerswijziging in de GGZ. Dat kan alleen als er een Nationale Zorgalliantie komt waarin wetenschappers, getroffenen, zorgprofessionals, beleidsmakers en bestuurders samenwerken om een stem te geven aan volwassenen met jeugdtrauma s die onze hulp en zorg nodig hebben. Deze Nationale Alliantie voor de Late Gevolgen van Jeugdtrauma s, kan een GGZ-brede Agenda maken voor Trauma Informed Practice voor de zorg die getroffenen nodig hebben en hen, gezien de uitkomsten van epidemiologische studies ook toekomt. Deze Alliantie is nodig omdat Vorderingen op dit gebied tot stand komen als we kunnen rekenen op de steun van een politieke beweging die machtig genoeg is om het bestaan van een bondgenootschap tussen onderzoeker en patiënt te legitimeren en de normale processen van zwijgen en ontkennen tegen te gaan 8. Daarbij helpen cijfers, die we op een rijtje zetten, en ook de realiteit van wat er [niet] met deze cijfers is gebeurd Herman, 1992

75 50-70 % [ca ] GGZ- patiënten als kind mishandeld In het longitudinale Nemesis Onderzoek van het Trimbos Instituut naar psychische aandoeningen in de volwassen bevolking in Nederland, wordt al in 2007 aangetoond dat circa 50-70% van de Nederlandse volwassen met psychiatrische problematiek te maken heeft gehad met kindermishandeling, waaronder psychische en fysieke mishandeling, verwaarlozing en seksueel geweld 9. Omgezet naar de GGZ gaat het om circa GGZ-cliënten op een totaal van volwassenen op jaarbasis 10. De traumatische jeugdervaringen leiden tot een scala van vaak samenhangende psychiatrische stoornissen, variërend van Complexe Posttraumatische Stress Stoornis (CPTSS), Dissociatieve Stoornissen, Hechtingsproblematiek, Angststoornissen, Alcohol- en Drugsverslaving tot Depressie, Persoonlijkheidsstoornissen, Somatisatiestoornissen en Psychotische episoden 11, die veel samengaan met ernstige fysieke en maatschappelijke problemen. Suïcidaliteit ruim 7 keer zo hoog bij mensen met jeugdtrauma s Het risico op suicidaliteit is bij in de kinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen ruim tweemaal hoger dan bij mensen die geen jeugdtrauma s hebben [Trimbos Instituut, Universiteit Leuven, ACE-study] 12. Uit de NEMESIS-studie [Trimbos Instituut 2010] blijkt dat wanneer er sprake is van twee of meer jeugdtrauma s het risico op suïcidaliteit zelfs ruim zeven keer zo hoog is 13. Van de mensen die pogingen tot zelfdoding doen heeft 80% van de adolescenten en 64 % procent van de volwassenen een achtergrond van jeugdtrauma s Dube et al 2003, Arnow et al, 2004, Dong et al 2005, Verdurmen et al 2007, Felitti et al 2010, ACE studies Verdurmen et al 2007, GGZ Nederland, Pelcovitz et al. 1997, Dube et al 2003, Arnow et al, 2004, Dong et al 2005, Verdurmen et al 2007, Felitti et al 2010, ACE studies zelfs na controle voor de psychiatrische stoornissen, Dube et al. 2001; Bruffaerts. 2010, Have et al Have et al Dube et al., 2001

76 Grootste zorggebruikers: maatschappelijke kosten extreem hoog Chronisch getraumatiseerde kinderen zijn de hoogste gebruikers van de gezondheidszorg als ze volwassen zijn. Zij maken meer gebruik van alle vormen van zorg: psychologen, psychiaters, huisartsen, medisch specialisten, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten en andere zorgverleners. De zorgconsumptie is ongeveer driemaal hoger dan gemiddeld [Trimbos Instituut, 2007] 15. Uit financieel-economisch onderzoek van het Trimbos Instituut [2016] blijkt dat de maatschappelijke kosten van in de kinderkinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen [18-65 jaar] voor additioneel zorggebruik en ziekteverzuim extreem hoog zijn. Op jaarbasis 16 : 3,5 miljard door emotionele verwaarlozing; 1,2 miljard door psychische mishandeling; 915 miljoen door fysiek misbruik; 1,2 miljard door seksueel misbruik; 4,1 miljard door een combinatie van emotionele verwaarlozing, psychische, lichamelijke en seksuele mishandeling. GGZ-hulp afgebouwd en opgeheven 76 Ondanks deze schokkende cijfers is voor tal van mensen voor wie gespecialiseerde traumabehandeling in de GGZ noodzakelijk is, de GGZ-hulp niet beschikbaar. De enkele gespecialiseerde traumacentra en poliklinieken bij GGZ-Instellingen, worden de laatste jaren afgebouwd of zelfs gesloten 17. Wachttijden zijn onaanvaardbaar lang en als cliënten wel bij een GGZ-Instelling aangenomen worden, krijgen ze veelal ontoereikende traumabehandelingen van volstrekt onvoldoende omvang, kwaliteit en duur dan verantwoord is 18. Het gevolg is dat vroeg-getraumatiseerde patiënten een grote kans lopen om chronisch psychiatrisch patiënt te worden en dat de kans op suïcidaliteit toeneemt. De gespecialiseerde traumabehandeling is al in 2006 door Zorgverzekeraars Nederland en VWS als knelpunt in de GGZ benoemd 19. Tot op heden is er geen verbetering in gekomen. 15 Trimbos Instituut 2007, ACE studie Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen. 16 Speeltjes et al Schippers 2017b; Kassa, 2017; Zie ook: 18 Gezondheidsraad 2011; CELEVT Zorgverzekeraars Nederland, 2006, Gezondheidsraad, 2011

77 Ogen gesloten en in de bureaula Het Trimbos-instituut doet onderzoek naar (het verbeteren van) de geestelijke gezondheid en ondersteunt ministeries, gemeenten en zorginstellingen bij beleidsontwikkeling en evaluatie en bij het opstellen van Onderzoeksagenda s. De bovenstaande onderzoeksuitkomsten en de knelpuntbepaling van 2006 zouden dan ook logischerwijs geleid moeten hebben tot gericht overheidsbeleid en tot verbetering van de GGZ. Dat is niet het geval. Het lijkt er zelfs op dat de ogen gesloten worden. Onderzoeksuitkomsten worden genegeerd en in de bureaula gelegd. Terwijl het toch gaat om meer dan de helft van de GGZ-populatie die gebaat is bij gericht onderzoek, de best mogelijke traumabehandeling en actief GGZ-beleid. We geven een overzicht: 1. In de [Nemesis] onderzoeksrapporten [ ] van het Trimbos Instituut is geen enkele aanbeveling opgenomen voor beleidsontwikkeling of vervolgonderzoek voor de relatie tussen jeugdtrauma s, psychiatrische problematiek en suicidaliteit in de volwassenheid en kwaliteit, doelmatigheid en [kosten]effectiviteit van de GGZ-hulp. 2. Het onderwerp is ook niet terug te vinden in het Landelijk Programma voor Suïcidepreventie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport [VWS] [ en ] waarmee de overheid maatregelen wil nemen om het aantal zelfdodingen en pogingen tot zelfdoding te verminderen. Ook niet in de opdracht van de Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik [ ] en het is tot nu toe ook afwezig in de nieuwe plannen van VWS op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld [2018] In de ZonMW Onderzoeksagenda [ ] voor wetenschappelijk onderzoek naar suïcidepreventie om inzicht te verkrijgen in de processen die leiden tot suïcide en de effectiviteit en implementatievoorwaarden van interventies is het onderwerp [opnieuw] niet opgenomen en er wordt er ook geen enkel wetenschappelijk onderzoek naar verricht 20. Ook niet in het Onderzoek naar de samenhang en effectiviteit van signaleringsinstrumenten en interventies in de effectieve aanpak van kindermishandeling [ ]. 20 Schippers 2017a; Landelijke agenda suïcidepreventie

78 4. In het Gezondheidsraadonderzoek Preventie en behandeling Jeugdtrauma s [ ] was aanvankelijk de opdracht van de staatssecretaris om zowel onderzoek te doen op het gebied van de zorg voor kinderen en jeugdigen als voor volwassenen > 18 jaar. Maar door de Gezondheidsraad [GR] is het onderzoek naar volwassenen weggehaald uit de uiteindelijke onderzoeksopzet. 5. Tot slot de Stichting Mind Fonds Psychische Gezondheid, de belangenbehartigers voor mensen met psychische stoornissen die stem geeft aan mensen met psychische problemen richting politiek, en GGZ Nederland die als doel heeft om met overheid en politici afspraken te maken over kwalitatief hoogwaardige, doelmatige en innovatieve GGZ-zorg. Bij beide organisaties is niets opgenomen voor wat betreft de relatie tussen jeugdtrauma s, psychiatrische problematiek en suicidaliteit in de volwassenheid en kwaliteit, doelmatigheid en [kosten]effectiviteit van de GGZ-hulp. Trauma Informed Practice in de GGZ Een maatschappelijk probleem van epidemiologische omvang met grote gevolgen voor de getroffenen zelf, hun omgeving en de maatschappij vraagt om gericht ingrijpen van de overheid en om aanpassing van het GGZ-beleid. We hebben een Nationale Zorgalliantie Late Gevolgen Jeugdtrauma s nodig voor het ontwikkelen en realiseren van Trauma Informed Practice voor GGZ-patiënten met jeugdtrauma s. 78 Nationale Zorgalliantie Late gevolgen Jeugdtrauma s: beleid en wetenschap Het is aan het Ministerie van VWS om op zo kort mogelijke termijn in te grijpen in de GGZ. De belangwekkende onderzoeksuitkomsten van het Trimbos Instituut en de ACE Study [ kunnen de wetenschappelijke richting geven, die wordt opgenomen in het Landelijk Programma voor Suïcidepreventie en in het Actieprogramma Aanpak Kindermishandeling en huiselijk geweld [2018 en verder]. Ook moeten onderzoeksgelden worden vrijgemaakt in de ZonMW Onderzoeksagenda Belangrijk is vervolgonderzoek van de Gezondheidsraad naar de late psychische, fysieke en maatschappelijke gevolgen van jeugdtrauma s bij volwassenen en effectieve behandelinterventies. En Stichting Mind Fonds Psychische Gezondheid en GGZ Nederland tot slot, hebben de taak om input te geven voor de kwaliteit, doelmatigheid en [zorg] effectiviteit van de gespecialiseerde traumabehandeling. Zo is de cirkel rond, kunnen centrale partijen betrokken worden en is de start voor de Nationale Zorgallinatie Trauma Informed Practice een feit.

79 Trauma Informde Practice: Vroege screening en traumadiagnostiek Er moet een overheidsimpuls gegeven worden voor een implementatieprogramma voor [10 minuten] screening van trauma-gerelateerde psychiatrische problematiek bij volwassenen met jeugdtrauma s in de GGZ, [huis-]artsenpraktijk, eerste lijn en maatschappelijke dienstverlening en voor gespecialiseerde traumadiagnostiek in de GGZ. Het evidence-based screening- en diagnostiekprogramma is reeds door CELEVT met behandelaren, onderzoekers en ervaringsdeskundigen ontwikkeld 21. Trauma Informed Practice: Gespecialiseerde fasegerichte traumabehandeling De gespecialiseerde fasegerichte traumabehandeling, die internationaal de behandeling van eerste voorkeur is voor GGZ-patiënten met jeugdtrauma s 22, moet GGZ-breed toegankelijk zijn. In een samenwerking tussen de GGZ, ervaringsdeskundigen, [huis-] artsenpraktijk, eerste lijn en maatschappelijke dienstverlening. De methodiek [Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling] en het GGZ-brede ontwikkelprogramma is reeds door CELEVT met behandelaren, onderzoekers en ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en bestuurders ontwikkeld 23 Trauma Informed Practice: Opleiden GGZ-professionals, [huis] artsen, eerste lijn en maatschappelijke dienstverlening moeten opgeleid 79 worden in de screening, diagnostiek en [begeleiding bij] de fasegerichte traumabehandeling en de methodiek van de Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling. Opleidingsprogramma s zijn reeds ontwikkeld CELEVT, Van der Hart cs, Rensen,

80 Trauma Informed Practice: Academische werkplaatsen Om Trauma Informed Practice te ontwikkelen en te implementeren moeten twee Academische Werkplaatsen worden opgericht, in samenwerking met een Universiteit en een ZONMW onderzoeksprogramma. In deze Academische Werkplaatsen gaan gespecialiseerde traumadiagnostiek, fasegerichte traumabehandeling in een integrale multidisciplinaire setting samengaan met wetenschappelijk [effect] onderzoek, innovatie, richtlijn- en zorgprogrammaontwikkeling en kennisverspreiding. Geen grote instituten maar krachtige pluriforme collectieven Om goede zorg te kunnen bieden en de zorgkosten binnen de perken te houden, moet gezocht worden naar innovatieve oplossingen in de GGZ; nieuwe organisatievormen, nieuwe capaciteit, passende behandelconcepten en nieuwe technologieën. Niet één gestandaardiseerde benadering maar binnen landelijke kaders meerdere unieke oplossingen om aan verschillende zorgvragen te kunnen voldoen. Daarbij past ook niet langer een discours van grote instituten en organisaties, maar van krachtige collectieven en multidisciplinair samenwerkende behandelteams die in een netwerkconstructie samenwerken aan de integrale vraag van GGZ-patiënten met jeugdtrauma s. Daarom pleiten wij voor het doorbreken van traditionele scheidslijnen en intensieve samenwerking tussen de GGZ, huisartsen [POH-GGZ], maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, haptotherapeuten, complementaire behandelaren en andere professionals in de eerst en tweede lijn. 80 Return on investment: betere kwaliteit en zorgkosten omlaag Vanwege de chronische en ernstige traumageschiedenis, hebben GGZ- patiënten met jeugdtrauma s meerdere jaren traumabehandeling nodig. Een multidisciplinaire integrale samenwerking zoals boven geschetst, zal naar verwachting kwalitatief beter en effectiever zijn dan de doorgaans eendimensionale GGZ-behandeling, zodat een kostenbesparing te verwachten is. Door behandelevaluatie kan de [kosten] effectiviteit gemeten worden. Longitudinaal onderzoek van Amerikaanse collega s onder GGZ-patiënten met psychiatrische problematiek na jeugdtrauma s stemt optimistisch. Een baseline steekproef onder 292 clinici en 280 vroeg getraumatiseerde cliënten wees uit dat: De kosten voor intramurale opname na verloop van tijd aanzienlijk afnamen.

81 Evenals de zorgkosten voor ambulante behandeling. De zorgkosten significant afnamen na de eerste behandelfase. En verder daalden naarmate cliënten de daaropvolgende behandelfasen doorliepen 25. Martijne Rensen is sociale wetenschapper, directeur van het Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke chronische Traumatisering [CELEVT] en oprichter van STRAKX Traumacentra en Lara Tanger studeert [Forensische] Orthopedagogiek en Politicologie en werkt als medewerker nascholingen en publicist bij de Trauma Academie van CELEVT Dit artikel is gepubliceerd in het E-Magazine Vroeg Trauma en Nu, Speciale Editie mei 2018, Thema: Speak is Death zei hij Vroeg Trauma, Psychiatrische Problematiek en Suïcide. Te downloaden via Myrick, Aliya, Webermann, Langeland, Putnam, Brand, 2017

82 Referenties Bruffaerts, R., Demyttenaere, K., Borges, G., Haro, J.M., Chiu, W.-T., Hwang, I., Nock, M.K. (2010). Childhood adversities as risk factors for onset and persistence of suicidal behaviour. The British Journal of Psychiatry, 197, Centre for suicide prevention [z.d.]. Trauma and suicide. A suicide prevention toolkit. Calgary (Canada): Centre for suicide prevention. Dong, M., Anda, R.F., Felitti, V.J., Williamson, D.F., Dube, S.R., Brown, D.W. et al.; (2005); Childhood residential mobility and multiple health risks during adolescence and adulthood: the hidden role of adverse childhood experiences. Archives of Pediatric and Adolescent Medicine; 159, Dube, S. R., Anda R.F, Felitti V.J., Chapman D.P., Williamson DF, Giles, W.H. (2001). Childhood Abuse, Household Dysfunction, and the Risk of Attempted Suicide Throughout the Life SpanFindings From the Adverse Childhood Experiences Study. JAMA. ;286(24): Dube, S. R., Felitti, V. J., Dong, M., Giles, W. H., & Anda, R. F. (2003). The Impact of Adverse Childhood Experiences on Health Problems: Evidence from Four Birth Cohorts Dating Back to Preventive medicine, 37(3), Education Development Centre (2015). Zero suïcide and Trauma informed Care. [Webinar] Suicide Prevention Resource Center (SPRC) & National Action Alliance for Suïcide Prevention (USA). Zie: 82 Felitti, V.J., Anda, R.F. (2010). The relationship of adverse childhood experiences to adult medical disease, psychiatric disorders and sexual behavior: implications for healthcare. In:Lanius, R.A., Vermetten, E., Pain, C., editors (2010); The impact of early life trauma on health and disease. The hidden epidemic; Cambridge: Cambridge University Press; 2010: Gezondheidsraad (2011). Behandeling na Kindermishandeling, Den Haag: Gezondheidsraad. Hart, O. van der, Nijenhuis, E.R.S., Steele, K. (2006). The haunted self: Structural dissociation and the treatment of chronic traumatization. New York/ Londen: Norton. (Nederlandse uitgave: Het belaagde zelf: Structurele dissociatie en de behandeling van chronische traumatisering. Amsterdam: Boom, 2010). Have, M. ten, de Graaf, R., van Dorsselaer, S., Verdurmen, J., van t Land, H. & Vollebergh, W. (2006). Suïcidaliteit in de algemene bevolking: gedachten en pogingen. Resultaten van de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Utrecht: Trimbos-instituut. Have, M., ten, Dorsselaer, S., van., Tuithof, M., & Graaf, R., de. (2011). Nieuwe gegevens over suïcidaliteit in de bevolking. Resultaten van de Netherlands Mental Health Survey and Incidende Study-2 (NEMESIS-2). Utrecht: Trimbos Instituut.

83 Kassa (2017). Lange wachttijden in de ggz lijken nog steeds niet opgelost. BNN-VARA: 29 april Zie: Kezelman, C. & Stravropoulos, P. (2012). 'The last forntier' Practice Guidelines for Treatment of Complex trauma and trauma informed care and service delivery. Milsons Point, New South Wales (Australië): Blue Knot Foundation Olson, R. (2013). infoexchange 13: Trauma informed care. Zie: Rensen G.M. (2017); Module Screening en Diagnostiek bij volwassenen met een voorgeschiedenis van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering bij (Complexe) Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) en Dissociatieve Stoornissen; Amsterdam, Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (CELEVT). Rensen G.M. (2017); STRAKX Outline Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling voor volwassenen met een voorgeschiedenis van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering bij (Complexe) Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) en Dissociatieve Stoornissen; Amsterdam, Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (CELEVT). Rosenberg, L. (2011). Addressing trauma in mental health and substance use treatment. Journal of Behavioral Health Services & Research, 38(4), Schippers, E.I (2017a). Jaarrapportage vermindering suïcidaliteit en voortgang Landelijke agenda suïcidepreventie. [Kamerbrief, tweede kamer]. 15 juni Schippers, E.I. (2017b). Kamerbrief over de tekortschietende zorg in de ggz door lange wachtlijsten. [Kamerbrief, tweede kamer], 19 juni Speeltjes, P., Thielen, F., ten Have, M., Graaf de, R., Smit, F. (2016) Kindermishandeling, de economische gevolgen op de lange termijn; Tijdschrift voor Psychiatrie, 58-10, Verdurmen, J., ten Have, M., de Graaf, R., van Dorsselaer, S., van t Land, H., & Vollenbergh, W. (2007). Psychische gevolgen van kindermishandeling op volwassen leeftijd: resultaten van de Netherlands Mental Health Survey and Incidence study (NEMESIS). Utrecht: Trimbos instituut. 83 Zorgverzekeraars Nederland (2007) Contracteerruimte 2007: geoormerkte gelden speciale GGZ voorzieningen. Zeist: Zorgverzekeraars Nederland.

84 Lara Tanger studee rt (Forensische) Orthopedagogiek en Politicologie. Binnen deze wetenschappelijke disciplines focust zij zich op Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering en behandeling hiervoor. Zij is medewerker nascholingen en publicist bij Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (CELEVT) voor de Trauma-Academie. Drs. Martijne Rensen is sociale wetenschapper, directeur Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering [CELEVT] en Trauma Academie en oprichter en directeur van STRAKX Traumacentra. 84

85 85

86 10. Eerste Landelijke TIP Conferentie [Trauma Informed Practice] Vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag bij adolescenten en volwassenen: wat te doen? Datum: Vrijdag 15 Juni 2018 Plaats: Gebouw NEST, Laan van Kronenburg 14, Amstelveen Doelgroep: Psychiaters, klinisch psychologen, psychotherapeuten, [huis] artsen, psychologen, verpleegkundigen, agogen, onderzoekers, bestuurders, beleidsmakers en overige belangstellenden. 86 Accreditatie: NVvP, VCGT, NIP Vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag bij adolescenten en volwassenen: wat te doen? Voorafgaand ontvangt u artikelen literatuursuggesties zodat u zich kunt voorbereiden. U gaat naar huis met minimaal vijf concrete praktijkinterventies. Uit wereldwijd epidemiologisch onderzoek [Bruffaerts c.s.] blijkt een hoge lineaire correlatie tussen psychiatrische stoornissen, vroege jeugdtrauma s waaronder psychische mishandeling, fysieke mishandeling en seksueel misbruik en persisteren suïcidaal gedrag bij adolescenten en volwassenen. Vooral het blootstellen aan meerdere vroege traumatische jeugdervaringen doet de suïcidaliteit aanzienlijk toenemen met elke extra traumatische jeugdervaring. Uitkomsten van landelijk onderzoek laat zien dat % van de GGZ-cliënten een achtergrond heeft van ernstige en aanhoudende

87 traumatisering in de kinderjaren en dat hiermee jaarlijks miljarden zorgkosten gemoeid zijn [Trimbos Instituut]. Uit grootschalige onderzoeken komt naar voren dat er bij mensen met vroegkinderlijke trauma s 2.2 keer meer kans is om ooit een suïcidepoging te doen in vergelijking met diegenen die geen traumatische ervaringen hebben meegemaakt. Vraag is hoe met deze belangrijke implicaties voor de dagelijkse GGZ-praktijk om te gaan in de screening, behandeling en preventie? Over deze vragen zullen wij ons buigen tijdens deze interactieve TIP-Conferentie. Wij mogen u vooraanstaande sprekers voorstellen die vanuit hun specialistische expertise ingaan op het thema van de dag. Voorafgaand ontvangt u artikelen literatuursuggesties zodat u zich kunt voorbereiden op de dag. Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and build resilience. Kom naar de landelijke TIP-Conferentie, neem kennis van actuele ontwikkelingen en ga in gesprek met collega s. Voorafgaand ontvangt u artikelen literatuursuggesties zodat u zich kunt voorbereiden. U gaat naar huis met minimaal 5 concrete interventies. 87 Programma 9.00 Inschrijven en koffie 9.40 Welkom en toelichting op het programma. Drs. Martijne Rensen, directeur CELEVT Vroegkinderlijk trauma, suïcidaliteit en psychische stoornissen. Een bevolkingsperspectief. Prof. Dr. Ronny Bruffaerts, Psycholoog, psychoanalyticus Onderzoek naar de vraag waarom personen suïcidaal worden of suïcide plegen is lange tijd gekenmerkt door een focus op de invloed van psychische stoornissen [zoals depressie] op suïcidaliteit. Recentere epidemiologische onderzoeken zijn er evenwel in geslaagd om te kijken in welke mate risicofactoren uit het verleden [zoals seksueel trauma, mishandeling of het verlies van een dierbare] een persistente invloed uitoefenen

88 op suïcidaliteit, en hoe deze vroegkinderlijke trauma s samenhangen met psychische stoornissen. Uit grootschalige onderzoeken komt naar voren dat er bij mensen met vroegkinderlijke trauma s 2.2 keer meer kans om ooit een suïcidepoging te doen in vergelijking met diegenen die geen traumatische ervaringen hebben meegemaakt. Bruffaerts spitst zijn onderzoeksbevindingen toe op de lange-termijn effecten van vroegkinderlijk trauma op suïcidaliteit en de rol van psychische stoornissen. We starten met een primair epidemiologisch gezichtspunt [hoe vaak komt vroegkinderlijk trauma voor?] en kijken vervolgens naar de verbanden tussen specifieke vroegkinderlijke traumata, psychische gezondheid en suïcidaliteit. Afronden doen we met een aantal maatschappelijke en klinische reflecties ten aanzien van behandeling en preventie. Meer lezen Nock MK, Borges G, Ono Y. Suïcide. Global perspectives from the WHO World Mental Health Surveys. London, New York: Cambridge University Press, Suïcide na vroegkinderlijk trauma: verinnerlijkt geweld. Nelleke J. 88 Nicolai, psychiater, psychotherapeut Vroegkinderlijk trauma leidt tot een desorganisatie van de gehechtheid waardoor emotieregulatie bemoeilijkt wordt. Heftige onhanteerbare gevoelens van angst, schaamte en schuld nemen de overhand. Mentaliseren wordt bemoeilijkt er bestaat een grote angst voor elke emotie, ook voor positieve. Daarnaast bestaan in de binnenwereld van de patiënte vaak sadistische beelden van de dader, die ervaren worden als een vijandige ander die het op hun bestaan gemunt heeft. Deze interne "daders" zijn vaak verantwoordelijk voor de zelfdestructieve agressie. In de lezing gaat Nicolai in op de verstoringen in emotieregulatie en gehechtheid die gevolg zijn van vroegkinderlijk trauma en die leiden tot een chronisch overspoeld worden door emoties, waardoor zelfdoding vaak gezien wordt als enige mogelijkheid om rust te krijgen. Dat doe ik aan de hand van casuïstiek. Vóór een suïcide is er een proces gaande van toenemend isolement en een verkokering van emoties en cognities. Besproken wordt hoe deze te

89 herkennen en te doorbreken en wat nodig is om de suïcidale wensen en gedachten bespreekbaar te maken en hoe ze om te kunnen zetten. Nicolai, N.J. (2016) Emotieregulatie de kunst van het evenwicht. Diagnosis, Leusden Pauze Suïcidaliteit bij jongvolwassenen uit seksuele- en etnische minderheidsgroepen: Traumatisering beschouwd vanuit de sociale- en culturele context. Dr. Diana van Bergen, Socioloog, onderzoeker De oorzaken van suïcidaliteit reiken vaak verder dan de psychologie van een individu. De sociologische benadering (Emile Durkheim, Le Suicide 1898) beargumenteert dat de achtergrond van suïcidaal gedrag ligt in de wisselwerking tussen normatieve kaders uit de samenleving of gemeenschap enerzijds, en het individu dat hierdoor beïnvloed wordt anderzijds. Voor twee groepen met een verhoogd risico op suïcidaliteit lijkt de sociologische benadering zeer relevant, namelijk jonge vrouwen uit migrantengroepen (zoals de Turkse gemeenschap), en lesbische, homoseksuele- biseksuele en transgender (LHBT) jongeren. Sommige migrantenvrouwen groeien op binnen een cultureel kader waarin eer gerelateerd geweld voortkomt, dat vaak samengaat met traumatisering: Door extreem hoge sociale controle met ernstige sancties is individuele vrijheid afwezig en verliest hun leven aan waarde. LHBT jongeren groeien op in een samenleving waarin heteroseksualiteit en genderconformiteit de norm is, waardoor het gevoel anders te zijn tot eenzaamheid kan leiden. Wanneer de sociale omgeving deze jongeren afwijst, en pesterijen of stigmatisering optreden, neemt de kans op traumatisering en suïcidaliteit toe. Diana van Bergen licht in deze lezing de achtergronden van suïcidaliteit bij seksueleen culturele minderheden toe een geeft en theoretische duiding aan de hand van Durkheim, alsmede enkele implicaties voor behandelaren. 89 Meer lezen

90 Van Bergen, D. D., & Saharso, S. (2016). Suicidality of young ethnic minority women with and immigrant background: The role of autonomy. European journal of women studies, 23(3), Van Bergen, D., Bos, H. M. W., van Lisdonk, J., Keuzenkamp, S., & Sandfort, T. G. M. (2013). Victimization and Suicidality Among Dutch Lesbian, Gay, and Bisexual Youths. American Journal or Public Health, 2013(103), Ervaringen met euthanasieverzoeken: veel ondraaglijk lijden vanuit traumatisering in de jeugd en adolescentie. Drs. Michiel Marlet, Huisarts, SCENarts Bij veel van de euthanasieverzoeken van mensen die geen aandoening hebben waar ze terminaal ziek van zijn, is er ondraaglijk lijden voortkomend uit vroege trauma s. Dit lijden werd vaak in stilte gedragen, andere keren werd er hulp voor gevraagd in de GGZ, vaak met maar tijdelijke vermindering van het lijden. Bij herhaling Marlet: dokter ik ben blij met mijn kanker, nu mag ik eindelijk dood. Hij zal ingaan op zijn ervaringen bij euthanasieverzoeken in zijn praktijk als SCENarts en als arts bij de Levenseindekliniek. Vraagstelling is daarbij: weet speelt mee er in de euthanasievragen van mensen met vroege trauma s, wat zijn de dilemma s bij deze euthanasieverzoeken en hoe maken we deze problematiek bespreekbaar in onze dagelijkse behandelpraktijk? Pauze Suïcidaal gedrag na vroege traumatisering bij cliënten met ernstige psychiatrische problematiek. Dr. Remco F.P. de Winter, Psychiater Vroege traumatisering is een zeer belangrijke etiologische factor voor de ontwikkeling van diverse vormen van psychopathologie en van suïcidaal gedrag. Er zijn verschillende theorieën voor het ontstaan van suïcidaal gedrag waarin het duidelijk wordt hoe traumatisering de oorzaak of een versterkend onderdeel is van suïcidaal gedrag. De interpersoonlijke theorie van suïcide van Joiner, een verklaringsmodel waarom individuen een hoog risico op suïcidaal gedrag ontwikkelen, wordt besproken en in relatie

91 gebracht met ernstige vroege traumatisering. Verder wordt er kort ingegaan op de differentiatie van suïcidaal gedrag met daarbij bevindingen vanuit eigen onderzoek. Het boek Een klein leven van Hanya Yanagihara beschrijft op sublieme wijze hoe, ernstig trauma leidt tot suïcidaliteit en is verder een illustratieve basis voor de presentatie. Meer lezen Hanya Yanagihara, Een klein leven. 2016, Uitgeverij nieuw Amsterdam Kwaliteitsontwikkeling GGZ. Generieke module suïcidaal gedrag. 2018, Trimbos Thomas Joiner. Why people die by suicide. 2005, Harvard University press Tweemaal meer kans op suïcide na vroege jeugdtrauma s. Wat kunnen wij in de GGZ betekenen voor mensen die in zo n eenzaamheid en nood verkeren dat de dood de enige acceptabele optie lijkt? Dr. Esther van Fenema, psychiater 91 Mensen met vroegkinderlijke trauma s maken 70% uit van de GGZ-populatie en doen ruim tweemaal vaker een suïcidepoging dan diegenen die geen jeugdtrauma s hebben meegemaakt. Op twitter vroeg Fenema zich laatst vertwijfeld af wat wij [als samenleving] nog kunnen betekenen voor mensen die in zo n noodsituatie verkeren dat dood de enige acceptabele optie lijkt. Ene Kaatje die lijdt aan ernstige psychische klachten schreef: Hoe meer het Alleen is, hoe dieper mijn crisis. Een patiënt mailde aan een collega: Ik ben een tijdje geleden definitief ingestort en het lukt me totaal niet om ook maar enige vooruitgang of stilstand te bewerkstelligen. Het blijft alleen maar achteruit gaan. De GGZ was zo belachelijk slecht dat ik geen vertrouwen meer heb in psychische hulp, in welke vorm dan ook. Ik zit aan het eind van mijn latijn. Daarom wil ik mijn eigen euthanasie gaan regelen. Zij vraagt zich af: Hoe komt het dat iemand dood wil? Hadden we in een eerder stadium niet iets kunnen doen? Hoe kunnen we dat, nu de GGZ in Nederland door bezuinigingen onder druk staat en er een groot tekort is

92 aan gespecialiseerde behandelmogelijkheden voor in de kinderjaren ernstig en langdurig getraumatiseerde mensen, een gevaarlijke situatie. Meer lezen: Pauze Large Group Sharing: Wat kunnen we concluderen om de relatie tussen vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag beter te begrijpen. En wat te doen in screening, behandeling en preventie? Small Group Sharing: Op thema in gesprek met collegae. Wat kunnen we concluderen om de relatie tussen vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag beter te begrijpen. En welke concrete [behandelinhoudelijke programma beleid] interventies kunnen we aanbevelen, ontwikkelen, implementeren, onderzoeken? Large group Sharing: Wat zijn de vijf topacties om de relatie tussen vroegkinderlijke traumatisering, psychiatrische stoornissen en suïcidaal gedrag beter te begrijpen en aan te pakken? Vijf topics voor behandelinterventies. Vijf topics voor interventies in de behandelpraktijk, onderzoek en innovatie. Afsluiting

93 Sprekers Prof. Dr. Ronny Bruffaerts studeerde aan de Katholieke Universiteit Leuven vervolgens theoretische (1997), klinische psychologie (1998) en psychoanalytische psychotherapie (2004). Hij doctoreerde in 2005 in de Medische Wetenschappen en is vanaf 2008 professor aan de faculteit Geneeskunde van de KU Leuven. Hij houdt zich voornamelijk bezig met het onderzoeken van dynamische risicofactoren van emotionele problemen (waaronder trauma, depressie en suïcidaliteit) op populatieniveau. In was hij verbonden aan de Bloomberg School of Public Health van Johns Hopkins University (Baltimore, MD, VS) en vanaf 2017 aan het Institute for Social Research van de University of Michigan (Ann Arbor, MI, VS). 93 Dr. Nelleke J. Nicolai werkte tot 2012 als psychiaterpsychotherapeut met vroeg getraumatiseerde patiënten. Sindsdien is zij in eigen praktijk supervisor, opleider en leertherapeut. Zij publiceerde naast vele artikelen over trauma, gender en gehechtheid: het "Handboek psychotherapie na seksueel misbruik (2006), samen met anderen "" Empathie: het geheime wapen van psychiater en psychotherapeuten (2015) en Emotieregulatie: de kunst van het evenwicht"(2016).

94 Drs. Michiel Marlet is 20 jaar werkzaam geweest als huisarts waarvan 7 jaar in Rotterdam Zuid en 7 jaar in Enschede in de wijk waar de vuurwerkramp plaatsvond, 7 jaar werkzaam geweest als vertrouwensarts bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en Veilig Thuis, 16 jaar ervaring met euthanasieverzoeken, meestal als SCENarts [Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland] en ook als arts voor de Levenseindekliniek. Dr. Diana van Bergen is socioloog en universitair docent bij de afdeling Jeugdstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen. In juni 2017 ontving Van Bergen een ZonMW subsidie om een 94 suïcidepreventie project te ontwikkelen en te testen voor lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender jongeren in Nederland. Ze publiceerde diverse (inter)nationale artikelen over de acceptatie van en het welbevinden van lesbische, biseksuele jongeren, en over suïcidaliteit van migrantenmeisjes en jonge vrouwen in Nederland.

95 Dr. Remco de Winter is psychiater, specialismeleider bij de Parnassiagroep Den haag. Senior-onderzoeker VU Amsterdam. Nederlands vertegenwoordiger voor de International Association for suïcide prevention. Dr. Esther van Fenema, is psychiater LUMC Leids Universitair Medisch Centrum, consulterend psychiater psychiatrie, somatoforme stoornissen en ouderenpsychiatrie. Tevens cultuurcriticus. Opinions are her own. 95

96 Drs. Martijne Rensen Facilitator. Sociale wetenschapper, directeur Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering [CELEVT] en Trauma Academie en oprichter en directeur van STRAKX Traumacentra. Lara Tanger Facilitator. Lara Tanger studeert (Forensische) Orthopedagogiek en Politicologie. Binnen deze wetenschappelijke disciplines focust zij zich op Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering en behandeling hiervoor. Zij is medewerker nascholingen en publicist bij Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (CELEVT) voor de Trauma- 96 Academie.

97 Toelichting op de lezingen Vroegkinderlijk trauma, suïcidaliteit en psychische stoornissen. Een bevolkingsperspectief. Prof. Dr. Ronny Bruffaerts, Psycholoog, psychoanalyticus. Onderzoek naar de vraag waarom personen suïcidaal worden of suïcide plegen is lange tijd gekenmerkt door een focus op de invloed van psychische stoornissen [zoals depressie] op suïcidaliteit. Recentere epidemiologische onderzoeken zijn er evenwel in geslaagd om te kijken in welke mate risicofactoren uit het verleden [zoals seksueel trauma, mishandeling of het verlies van een dierbare] een persistente invloed uitoefenen op suïcidaliteit, en hoe deze vroegkinderlijke trauma s samenhangen met psychische stoornissen. Uit grootschalige onderzoeken komt naar voren dat er bij mensen met 97 vroegkinderlijke trauma s 2.2 keer meer kans om ooit een suïcidepoging te doen in vergelijking met diegenen die geen traumatische ervaringen hebben meegemaakt. Bruffaerts spitst zijn onderzoeksbevindingen toe op de lange-termijn effecten van vroegkinderlijk trauma op suïcidaliteit en de rol van psychische stoornissen. We starten met een primair epidemiologisch gezichtspunt [hoe vaak komt vroegkinderlijk trauma voor?] en kijken vervolgens naar de verbanden tussen specifieke vroegkinderlijke traumata, psychische gezondheid en suïcidaliteit. We sluiten af met een aantal maatschappelijke en klinische reflecties ten aanzien van behandeling en preventie.

98 Suïcide na vroegkinderlijk trauma: verinnerlijkt geweld. Nelleke J. Nicolai, psychiater, psychotherapeut. In de lezing gaat Nicolai in op de verstoringen in emotieregulatie en gehechtheid die gevolg zijn van vroegkinderlijk trauma en die leiden tot een chronisch overspoeld worden door emoties, waardoor zelfdoding vaak gezien wordt als enige mogelijkheid om rust te krijgen. Dat doet zij aan de hand van casuïstiek. Nelleke Nicolai benaderd suïcide vanuit een desorganisatie van de gehechtheid waardoor emotieregulatie bemoeilijkt wordt. Heftige onhanteerbare gevoelens van angst, schaamte en schuld nemen de overhand. Mentaliseren wordt bemoeilijkt er bestaat een grote angst voor elke emotie, ook voor positieve. Daarnaast bestaan in de binnenwereld van de patiënte vaak 98 sadistische beelden van de dader, die ervaren worden als een vijandige ander die het op hun bestaan gemunt heeft. Deze interne "daders" zijn vaak verantwoordelijk voor de zelfdestructieve agressie. Vóór een suïcide is er een proces gaande van toenemend isolement en een verkokering van emoties en cognities. Besproken wordt hoe deze te herkennen en te doorbreken en wat nodig is om de suïcidale wensen en gedachten bespreekbaar te maken en hoe ze om te kunnen zetten.

99 Suïcidaliteit bij jongvolwassenen uit seksuele- en etnische minderheidsgroepen: Traumatisering beschouwd vanuit de sociale- en culturele context. Dr. Diana van Bergen. Socioloog, onderzoeker. De oorzaken van suïcidaliteit reiken vaak verder dan de psychologie van een individu. De sociologische benadering (Emile Durkheim, Le Suicide 1898) beargumenteert dat de achtergrond van suïcidaal gedrag ligt in de wisselwerking tussen normatieve kaders uit de samenleving of gemeenschap enerzijds, en het individu dat hierdoor beïnvloed wordt anderzijds. Diana van Bergen licht in deze lezing de achtergronden van suïcidaliteit bij seksuele- en culturele minderheden toe een geeft en theoretische duiding aan de hand van Durkheim.Voor twee groepen met een verhoogd risico op suïcidaliteit lijkt de sociologische benadering zeer relevant, namelijk jonge vrouwen uit 99 migrantengroepen [zoals de Turkse gemeenschap], en lesbische, homoseksuele- biseksuele en transgender (LHBT) jongeren. Sommige migrantenvrouwen groeien op binnen een cultureel kader waarin eer-gerelateerd geweld voortkomt, dat gaat vaak samen met traumatiserende ervaringen. Door extreem hoge sociale controle waaraan vaak ernstige sancties verbonden zijn en waarin individuele vrijheid afwezig is, verliezen ze het levensperspectief. LHBT-jongeren groeien op in een samenleving waarin heteroseksualiteit en genderconformiteit de norm is, waardoor het gevoel anders te zijn tot eenzaamheid kan leiden. Wanneer de sociale omgeving deze jongeren afwijst, en pesterijen of stigmatisering optreden, neemt de kans op traumatisering en suïcidaliteit toe. Van bergen sluit af met enkele implicaties voor behandelaren.

100 Veel ondraaglijk lijden vanuit vroege traumatische ervaringen, ervaringen met euthanasie verzoeken van een SCEnarts. Drs. Michiel Marlet, Huisarts, SCENarts. Bij veel van de euthanasieverzoeken van mensen die geen zo ernstige fysieke aandoening hebben waarvan ze terminaal ziek, is er ondraaglijk lijden voortkomend uit vroege trauma s. Dit lijden werd vaak in stilte gedragen, andere keren werd er hulp voor gevraagd in de GGZ, vaak met maar tijdelijke vermindering van het lijden. Bij herhaling wordt gezegd: dokter ik ben ziek, nu mag ik eindelijk dood. Michiel Marlet zal ingaan op zijn ervaringen bij euthanasieverzoeken in zijn praktijk als SCENarts en als arts bij de Levenseindekliniek. Hij gaat in op vragen als: wat zijn de dilemma s bij euthanasievragen van mensen met vroege trauma s, moeten we structureel screenen en hoe maken we deze problematiek bespreekbaar in onze dagelijkse behandelpraktijk? 100

101 Suïcidaal gedrag na vroege traumatisering bij cliënten met ernstige psychiatrische problematiek. Dr. Remco F.P. de Winter. Psychiater Vroege traumatisering is een zeer belangrijke etiologische factor voor de ontwikkeling van diverse vormen van psychopathologie en van suïcidaal gedrag. Er zijn verschillende theorieën voor het ontstaan van suïcidaal gedrag waarin duidelijk wordt hoe traumatisering de oorzaak of een versterkend onderdeel is van suïcidaal gedrag.de interpersoonlijke theorie van suïcide van Joiner, een verklaringsmodel waarom individuen een hoog risico op suïcidaal gedrag ontwikkelen, wordt besproken en in relatie gebracht met ernstige vroege traumatisering. Verder wordt er kort ingegaan op de differentiatie van suïcidaal gedrag met daarbij bevindingen vanuit eigen onderzoek. Het boek Een klein leven van Hanya Yanagihara 101 beschrijft op sublieme wijze hoe ernstig trauma kan leiden tot suïcidaliteit en is verder een illustratieve basis voor de presentatie.

102 Tweemaal meer kans op suïcide na vroege jeugdtrauma s. Wat kunnen wij in de GGZ betekenen voor mensen die in zo n eenzaamheid en nood verkeren dat de dood de enige acceptabele optie lijkt? Dr. Esther van Fenema, psychiater. Mensen met vroegkinderlijke trauma s maken 70% uit van de GGZ-populatie en doen ruim tweemaal vaker een suïcidepoging dan diegenen die geen jeugdtrauma s hebben meegemaakt. Op twitter vroeg Fenema zich laatst vertwijfeld af wat wij [als samenleving] nog kunnen betekenen voor mensen die in zo n noodsituatie verkeren dat dood de enige acceptabele optie lijkt. Ene Kaatje die lijdt aan ernstige psychische klachten schreef: Hoe meer het Alleen is, hoe dieper mijn crisis Een patiënt mailde aan een collega: Ik ben een tijdje geleden definitief ingestort en het lukt me totaal niet om ook maar enige vooruitgang of stilstand te bewerkstelligen. Het blijft alleen maar achteruit gaan. De GGZ was zo belachelijk 102 slecht dat ik geen vertrouwen meer heb in psychische hulp, in welke vorm dan ook. Ik zit aan het eind van mijn latijn. Daarom wil ik mijn eigen euthanasie gaan regelen. Esther van Fenema vraagt zich af: Hoe komt het dat iemand dood wil? Hadden we in een eerder stadium niet iets kunnen doen? Hoe kunnen we het beter doen terwijl juist nu de GGZ in Nederland door bezuinigingen onder druk staat en er een groot tekort is aan gespecialiseerde behandelmogelijkheden voor in de kinderjaren ernstig en langdurig getraumatiseerde mensen. Een gevaarlijk situatie stelt van Fenema die ons uitnodigt om kritisch te denken en die ons vraagt om perspectieven te bieden.

103 Kosten en inschrijven Kosten: 225,- euro per persoon. 10 % korting voor cursisten van de Trauma Academie die in 2018 een cursus volgen [ook ingeschrevenen voor de 1-jarige nascholingen 2018/2019] Deelnemers aan het HART College Symposium 2018 Studenten met een geldige collegekaart. Inschrijven kan via onder het BLOK TIP_Conferenties. Annuleren alleen schriftelijk voor 1 juni 2018 hieraan zijn 20 euro administratiekosten verbonden. 103 locatie Gebouw NEST Laan van Kronenburg AS Amstelveen. De locatie is goed bereikbaar per Openbaar Vervoer en per auto per auto. Gratis ruime parkeergelegenheid. Goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers

104 PERSINFORMATIE CELEVT Brandbrief aan staatssecretaris Paul Blokhuis: Het Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Traumatisering [CELEVT] heeft staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in een brandbrief opgeroepen zo snel mogelijk in te grijpen in de GGZ- hulpverlening aan volwassenen die als kind ernstig zijn getraumatiseerd omdat ze zijn mishandeld, misbruikt of verwaarloosd. CELEVT luidt de noodklok over het hoge aantal zelfdodingen (op latere leeftijd) die samenhangen vroege jeugdtrauma s en het gebrek aan hulp. Op 15 juni organiseert CELEVT een conferentie waarop deskundigen in de het veld van psychiatrische en psychologische hulpverlening proberen te komen tot concrete aanbevelingen en behandelplannen. De brandbrief aan de bewindsman kan worden gelezen via Noot voor de redactie: Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met drs. G.M. (Martijne) Rensen Directeur CELEVT m.rensen@celevt.nl of Join the movement to prevent ACE s [Early Childhood Experiences], heal trauma and build resilience.

105 Opleidingslocatie Gebouw NEST Laan van Kronenburg AS Amstelveen 105 De locatie is goed bereikbaar per openbaar vervoer (zie en per auto. Gratis ruime parkeergelegenheid. Goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Staatssecretaris Paul Blokhuis. Postbus EA Den Haag. Ons kenmerk: CELEVT_TIP_2018

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Staatssecretaris Paul Blokhuis. Postbus EA Den Haag. Ons kenmerk: CELEVT_TIP_2018 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Staatssecretaris Paul Blokhuis Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ons kenmerk: CELEVT_TIP_2018 Amsterdam, 1 mei 2018 Geachte heer Blokhuis, Met deze brief vragen

Nadere informatie

TIP Conferentie = 4

TIP Conferentie = 4 Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V)

Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V) Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V) STRAKX is een schakel tussen in de kinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen, behandelaren,

Nadere informatie

Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering

Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering UITNODIGING voor alle congres deelnemers om tijdens de plenaire afsluiting van het CELEVT congres aanwezig te zijn bij de: FEESTELIJKE START van de Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke

Nadere informatie

Supervisie Teamtraining Schaduwmanagement

Supervisie Teamtraining Schaduwmanagement Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

CELEVT TRAUMA ACADEMIE Register Zoek VCT Behandelaar

CELEVT TRAUMA ACADEMIE Register Zoek VCT Behandelaar Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Hoe kun je melden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Hoe kun je melden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroeg kinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V) STRAKX is een schakel tussen in de kinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen, behandelaren,

Nadere informatie

Taboe. Door mijn verhaal te vertellen wil ik graag het taboe verbreken, dat heerst over mensen die getraumatiseerd zijn door hun verleden.

Taboe. Door mijn verhaal te vertellen wil ik graag het taboe verbreken, dat heerst over mensen die getraumatiseerd zijn door hun verleden. Taboe Door mijn verhaal te vertellen wil ik graag het taboe verbreken, dat heerst over mensen die getraumatiseerd zijn door hun verleden. Sommigen hebben er angst-, dwangmatige of psychische stoornissen

Nadere informatie

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling Werkstuk Verzorging Kindermishandeling Werkstuk door een scholier 2457 woorden 9 april 2007 6,5 170 keer beoordeeld Vak Verzorging Inleiding Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het erg interessant vind

Nadere informatie

Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging

Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging Handvatten voor het omgaan met zelfbeschadiging Als iemand in jouw omgeving zichzelf beschadigt is dat erg ingrijpend. Het kan allerlei emoties oproepen. Je bent misschien erg verdrietig, boos of je voelt

Nadere informatie

Het boek van Samuel. Ik ben begonnen met het boek van Samuel, maar het lukt me niet om verder te lezen; ik word geconfronteerd met mezelf.

Het boek van Samuel. Ik ben begonnen met het boek van Samuel, maar het lukt me niet om verder te lezen; ik word geconfronteerd met mezelf. Het boek van Samuel Ik ben begonnen met het boek van Samuel, maar het lukt me niet om verder te lezen; ik word geconfronteerd met mezelf. Ik voel me schuldig naar mezelf toe dat ik al die tijd in de sekte

Nadere informatie

De weg naar mijzelf. Interview met Lana door Ghadisha

De weg naar mijzelf. Interview met Lana door Ghadisha De weg naar mijzelf Interview met Lana door Ghadisha 'Mijn naam is Lana en ik ben nu 39 jaar. Ik vertel hier over mijn levensverhaal, omdat ik anderen wil laten zien dat het mogelijk is om je leven te

Nadere informatie

Top Referent TraumaCentrum

Top Referent TraumaCentrum GGzE centrum psychotrauma Top Referent TraumaCentrum Informatie over behandeling van mensen met ernstige traumagerelateerde stoornissen Algemene informatie >> BIJ HET TOP REFERENT TRAUMACENTRUM WORDEN

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Als het licht weer aan gaat

Als het licht weer aan gaat Als het licht weer aan gaat Als het licht weer aan gaat Joyce de Groot Copyright Joyce de Groot Coverontwerp: Gerrit Hendriks ISBN: 978.94.021.5289.0 Inhoudsopgave Voorwoord blz. 7 Het boek wordt geboren

Nadere informatie

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN WAAROM DIT BOEKJE? Dit boekje gaat over seksuele intimidatie op het werk. Je hebt te maken met seksuele intimidatie als een collega je steeds aanraakt. Of steeds grapjes maakt over seks. Terwijl je dat

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag door M. 1904 woorden 7 april 2013 6,2 5 keer beoordeeld Auteur Genre Maria Mosterd Biografie Eerste uitgave 2008 Vak Methode

Nadere informatie

Hoe ondersteun ik iemand die aan zelfmoord denkt?

Hoe ondersteun ik iemand die aan zelfmoord denkt? Hoe ondersteun ik iemand die aan zelfmoord denkt? Hoe ondersteun ik iemand die aan zelfmoord denkt? Als je het vermoeden hebt dat iemand waar je om geeft aan zelfmoord denkt, is het logisch dat je schrikt.

Nadere informatie

Zelfbeschadiging inventarisatie en behandeling

Zelfbeschadiging inventarisatie en behandeling 1 Zelfbeschadiging inventarisatie en behandeling Over de eerste keer dat je jezelf beschadigde 1. ik deed het omdat ik het wilde en van plan was 2. het gebeurde toevallig/per ongeluk 3. leek gewoon te

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Maatschappelijk werk (alweer)

Maatschappelijk werk (alweer) Maatschappelijk werk (alweer) Na mijn tweede miskraam heb ik toch weer besloten om het er op te wagen naar maatschappelijk werk te gaan. Ik vond de stap echt wel heel zwaar, want ik hou er niet zo van.

Nadere informatie

Accreditatiereglement

Accreditatiereglement Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Basiscursus Integraal signaleren, gevalideerde screening en eerste stabilisatiebegeleiding.

Basiscursus Integraal signaleren, gevalideerde screening en eerste stabilisatiebegeleiding. Basiscursus Integraal signaleren, gevalideerde screening en eerste stabilisatiebegeleiding. Waarom? Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (VCT) waaronder emotionele verwaarlozing en mishandeling,

Nadere informatie

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013 Debriefing Opvang na een schokkende gebeurtenis Geert Taghon 2013 Definitie schokkende gebeurtenis Een gebeurtenis die buiten het patroon van gebruikelijke menselijke ervaringen ligt en duidelijk leed

Nadere informatie

2. Wat zijn de exacte achterliggende oorzaken van de wachtlijsten in de gespecialiseerde ggz?

2. Wat zijn de exacte achterliggende oorzaken van de wachtlijsten in de gespecialiseerde ggz? Commissie VWS Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Plaats en datum: Den Haag, 12 mei 2017 Betreft: Aanvullende vragen ten behoeve van bij RvW van 9 mei 2017 verzochte brief over de tekortschietende

Nadere informatie

Lana B. Illustraties Lana B. Redactie P. Boerboom & Angélique Kersten Vormgeving Angélique Kersten. Eerste druk 2013 uitgeverij aquazz

Lana B. Illustraties Lana B. Redactie P. Boerboom & Angélique Kersten Vormgeving Angélique Kersten. Eerste druk 2013 uitgeverij aquazz Hoe een jonge vrouw seksueel misbruik, extreem geweld, ontvoering, een sekte en de daardoor ontstane persoonlijkheidsstoornissen overwon en ervaringsdeskundige werd. Doorbroken taboes Lana B. Illustraties

Nadere informatie

Lia (21) is klaar met krassen en wil taboe doorbreken - Samenle...

Lia (21) is klaar met krassen en wil taboe doorbreken - Samenle... ! Lia (21) is klaar met krassen en wil taboe doorbreken 04/01/19 om 07:15 Bijgewerkt op 14/02/19 om 11:09 Redactie KW (//kw.be/auteurs/redactie-kw-11.html) Lia is 12 als ze begint met zichzelf te snijden.

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 1 Je ouders zijn ook maar mensen 11 2 Eerst ruzies, nu ook nog de scheiding 21 3 Dit is niet eerlijk! 31 4 Wat cijfers ons leren 41 5 En toen veranderde mijn wereld 51 6 Bij wie

Nadere informatie

GGzE centrum psychotrauma

GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma Mensen helpen met complexe traumaproblematiek en het (her)vinden van hun weg in de samenleving. Algemene informatie >> COMPLEXE TRAUMA S KUNNEN GROTE

Nadere informatie

Wij behandelen mensen poliklinisch, dat betekent dat je naar ons toe komt voor de hulp. Een enkele keer kan het zijn dat wij op huisbezoek komen.

Wij behandelen mensen poliklinisch, dat betekent dat je naar ons toe komt voor de hulp. Een enkele keer kan het zijn dat wij op huisbezoek komen. Wie zijn wij? Het team van AltraCura Behandeling biedt hulp aan mensen met leermoeilijkheden en psychische problemen. Wij willen graag een goede behandeling bieden, daarom onderzoeken wij samen met jou

Nadere informatie

Kindspoor Fier Fryslân

Kindspoor Fier Fryslân Kindspoor Fier Fryslân Het kind centraal stellen Denken vanuit het perspectief van het kind Fier Fryslân is een expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheids- relaties 1 Wij

Nadere informatie

GGzE centrum psychotrauma

GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma Mensen helpen met complexe traumaproblematiek en het (her)vinden van hun weg in de samenleving. Algemene informatie >> Complexe trauma s kunnen grote

Nadere informatie

Impact op zijn. leven

Impact op zijn. leven Impact op zijn leven Ryan* student Bedrijfskunde zorgt al drie jaar bijna helemaal alleen voor zijn autistische broer. Ik wil niet een beeld van mezelf neerzetten dat ik zielig ben. Ik kies hier bewust

Nadere informatie

Prof. dr. Vincent Felitti, Onderzoeker ACE Studies (2010) Klacht Procedure

Prof. dr. Vincent Felitti, Onderzoeker ACE Studies (2010) Klacht Procedure 1 Adverse childhood experiences are the most basic and longlasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De afgelopen weken was het niet zo leuk bij Pim thuis. Zijn moeder lag de hele dag in bed. Ze stond niet meer op, deed geen boodschappen

Nadere informatie

Prof. dr. Vincent Felitti, Onderzoeker ACE Studies (2010)

Prof. dr. Vincent Felitti, Onderzoeker ACE Studies (2010) Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Mijn verhaal aan mijn zus

Mijn verhaal aan mijn zus Mijn verhaal aan mijn zus Dit is een verhaal dat zich afspeelt rond 1972 en dat ik al jaren geleden heb geschreven, bij wijze van verwerkingsproces. Ik heb alles naar waarheid opgeschreven, maar sommige

Nadere informatie

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE? Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Veilig Thuis, tel.: 0800 2000 Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een uitgave van JIP Den Haag en Middin.

Nadere informatie

Elke miskraam is anders (deel 2)

Elke miskraam is anders (deel 2) Elke miskraam is anders (deel 2) Eindelijk zijn we twee weken verder en heb ik inmiddels de ingreep gehad waar ik op zat te wachten. In de tussen tijd dacht ik eerst dat ik nu wel schoon zou zijn, maar

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

WERKBLADEN Seksuele intimidatie WERKBLADEN Seksuele intimidatie 1 Waarom dit boekje? 1.1 Zet een rondje om het goede antwoord. Seksuele intimidatie komt vaak voor. Ja Nee Seksuele intimidatie komt weinig voor. Ja Nee Mannen worden vaker

Nadere informatie

Voor aankondiging Cursussen 2018

Voor aankondiging Cursussen 2018 Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Met sorry maak je dit niet ongedaan

Met sorry maak je dit niet ongedaan Met sorry maak je dit niet ongedaan Ervaringen en adviezen van als kind mishandelde vrouwen Fiet van Beek Met sorry maak je dit niet ongedaan werd geschreven in opdracht van Stichting Alexander en financieel

Nadere informatie

PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016

PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016 PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016 Wil je iets meer vertellen over het pesten? Ik werd vanaf de brugklas gepest op de middelbare school. De leraren wisten het, ze

Nadere informatie

GRB vanuit ervaringsdeskundigheid. Gisele Vranckx Ervaringsdeskundige FACT team Zaandam Dag Inhoud Alkmaar

GRB vanuit ervaringsdeskundigheid. Gisele Vranckx Ervaringsdeskundige FACT team Zaandam Dag Inhoud Alkmaar GRB vanuit ervaringsdeskundigheid Gisele Vranckx Ervaringsdeskundige FACT team Zaandam Dag Inhoud Alkmaar 12-10-17 Eigen ervaringen Gezin met seksueel misbruik Op 16 de gevlucht naar Nederland vanuit België

Nadere informatie

Informatie 1-Jarige Postacademische Nascholing

Informatie 1-Jarige Postacademische Nascholing Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Wat is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis Kenmerken: krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden.

Nadere informatie

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking Juni 2018 Woord vooraf Ouders zorgen voor hun kinderen. Door het regelen van praktische en materiële zaken, maar ook door het

Nadere informatie

Dounia praat en overwint

Dounia praat en overwint Dounia praat en overwint Deze informatiefolder is een uitgave van Pharos, Expertisecentrum gezondheidsverschillen, in samenwerking met: Stichting Hindustani, Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders,

Nadere informatie

De suicidale patiënt op de SEH Opleiding SEH verpleegkundige

De suicidale patiënt op de SEH Opleiding SEH verpleegkundige De suicidale patiënt op de SEH Opleiding SEH verpleegkundige Rob Lutterman, consultatief psychiatrisch verpleegkundige 2016 Filmpje shawshank redemption 2;17 stellingen Mensen die praten over suicide doen

Nadere informatie

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson

Meld. seksueel misbruik. aan de commissie-samson Meld seksueel misbruik aan de commissie-samson Help ons Mijn naam is Rieke Samson en ik wil je vragen om ons te helpen bij het onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen en jongeren. Zelf ben ik voorzitter

Nadere informatie

Traumabehandeling Emergis kinder- en jeugdpsychiatrie

Traumabehandeling Emergis kinder- en jeugdpsychiatrie Traumabehandeling Emergis kinder- en jeugdpsychiatrie Krijg je (binnenkort) traumabehandeling vanuit zorgprogramma Angst & stemming van Emergis kinder- en jeugdpsychiatrie? Ben je 6 tot 18 jaar? Dan is

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Zelfmoord

Spreekbeurt Nederlands Zelfmoord Spreekbeurt Nederlands Zelfmoord Spreekbeurt door een scholier 1352 woorden 20 januari 2004 7 336 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding: Ik doe mijn spreekbeurt over zelfmoord. Ik vind het geen leuk

Nadere informatie

GGZ negeert grote onderzoeksresultaten!

GGZ negeert grote onderzoeksresultaten! GGZ negeert grote onderzoeksresultaten! Er zijn circa 400.000 GGZ-patiënten die als kind mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt zijn. Hoewel er vele studies verschijnen over de relatie tussen jeugdtrauma

Nadere informatie

APPENDIX A ORIGINAL STATEMENT HAVING MULTIPLE PERSONALITY STATES: A PARTICIPANT S STORY - IN DUTCH

APPENDIX A ORIGINAL STATEMENT HAVING MULTIPLE PERSONALITY STATES: A PARTICIPANT S STORY - IN DUTCH APPENDIX A ORIGINAL STATEMENT HAVING MULTIPLE PERSONALITY STATES: A PARTICIPANT S STORY - IN DUTCH APPENDIX A Eline Vissia en ik hebben elkaar ontmoet bij het onderzoek naar DIS met behulp van neuroimaging

Nadere informatie

Nog uit te komen wensen

Nog uit te komen wensen Wensen Uitgekomen wensen Veel van mijn wensen zijn in de loop der jaren uitgekomen. Natuurlijk dat ik mijn lieve man ontmoet heb, die ook nog eens mijn soulmate is. Onze prachtige zoon. Dat ik bij mijn

Nadere informatie

Stap 1. Stap2. Stap3. Stap4. Opstel door een scholier 1979 woorden 11 januari keer beoordeeld. Nederlands. Stappenplan.

Stap 1. Stap2. Stap3. Stap4. Opstel door een scholier 1979 woorden 11 januari keer beoordeeld. Nederlands. Stappenplan. Opstel door een scholier 1979 woorden 11 januari 2007 5 18 keer beoordeeld Vak Nederlands Stappenplan. Stap 1 Wat is kindermishandeling? Wat zijn de gevolgen? Wat moet je doen? Bel je de kindertelefoon?

Nadere informatie

Werkelijk hemels: na ruim 20 jaar

Werkelijk hemels: na ruim 20 jaar Succes verhaal - Stoppen met haren uittrekken Werkelijk hemels: na ruim 20 jaar knokken tegen Trichotillomanie eindelijk bevrijd van gewoonte tot haren uittrekken!!!! Al ruim 20 jaar lang had ik last van

Nadere informatie

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19 Inhoud Hallo!...5 Wie is wie? Even voorstellen...7 Wat is mijn PrOP?...9 1 PrOP opstellen...11 2 Doelen voor mijn PrOP...19 Ik verander mijn P!...23 3 Leren van anderen: het sociogram...25 4 Omgaan met

Nadere informatie

Borderline. Als gevoelens en gedrag snel veranderen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over borderline

Borderline. Als gevoelens en gedrag snel veranderen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over borderline ggz voor doven & slechthorenden Borderline Als gevoelens en gedrag snel veranderen Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over borderline Herkent u dit? Bij iedereen gaat wel

Nadere informatie

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Info Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoud INHOUD 1. Waar gaat het over 3 2. Aanraken 4 3. Hoe noem jij dat? 5 4. Baas over

Nadere informatie

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor! Directe Hulp bij Huiselijk Geweld U staat er niet alleen voor! U krijgt hulp Wat nu? U bent in contact geweest met de politie of u heeft zelf om hulp gevraagd. Daarom krijgt u nu Directe Hulp bij Huiselijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. De weg naar verandering

Hoofdstuk 1. De weg naar verandering Hoofdstuk 1 De weg naar verandering 9 Hoofdstuk 1: De weg naar verandering Voor optimaal welzijn en geluk is actie nodig. Je moet daadwerkelijk in beweging komen om dingen anders aan te pakken of zaken

Nadere informatie

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl)

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl) Published on 113Online zelfmoordpreventie (https://www.113online.nl) Home > Over hulpverleners Verschillende soorten hulpverleners hebben verschillende opleidingen. Door dit verschil zijn ze goed in verschillende

Nadere informatie

In één klap. Auteur: Johanna van Caspel

In één klap. Auteur: Johanna van Caspel In één klap Auteur: Johanna van Caspel Voorwoord Beste lezer, In deze tijd zijn veel mensen bezig met allerlei dingen die er niet toe doen, we maken ons druk om van alles en nog wat maar zien niet wat

Nadere informatie

Start het gesprek en voorkom seksueel kindermisbruik *Ook voor naasten en professionals/publieke instanties

Start het gesprek en voorkom seksueel kindermisbruik *Ook voor naasten en professionals/publieke instanties Wil je stoppen met het kijken naar kinderporno? Wil je stoppen met seksueel kindermisbruik? Start het gesprek en voorkom seksueel kindermisbruik *Ook voor naasten en professionals/publieke instanties Voor

Nadere informatie

Kinderpsychiater: trauma ouders vaak oorzaak van gedragsproblemen kinderen

Kinderpsychiater: trauma ouders vaak oorzaak van gedragsproblemen kinderen Kinderpsychiater: trauma ouders vaak oorzaak van gedragsproblemen kinderen Kinderen uit huis plaatsen werkt vaak averechts. Bij ernstige psychische- of gedragsproblemen moet niet alleen het kind, maar

Nadere informatie

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zorgen en vragen 1 Gezinsinterventie 2 Tien praktische

Nadere informatie

In de bijlage vind je de verhalen van Floris (16), Hiltje (13), Joshua (16) en Wietske (46). Ze komen uit het boekje Ik ben geliefd!

In de bijlage vind je de verhalen van Floris (16), Hiltje (13), Joshua (16) en Wietske (46). Ze komen uit het boekje Ik ben geliefd! Het kwaad Verdieping: Persoonlijke verhalen Leeftijd: 13-16 Thema: Tijdsduur: 20+ min. In de verdiepingsfase ga je met de jongeren in op hun persoonlijke verhalen Duur: 30 minuten Nodig: twee verhalen

Nadere informatie

Informatie 1-Jarige Postacademische Nascholing

Informatie 1-Jarige Postacademische Nascholing Adverse childhood experiences are the most basic and long lasting determinants of health risks behaviors, mental illness, social malfunction, disease, disability, death and health costs. Prof. dr. Vincent

Nadere informatie

Maastrichtse interview met kinder- en jeugdigen versie MIK

Maastrichtse interview met kinder- en jeugdigen versie MIK Maastrichtse interview met kinder- en jeugdigen versie MIK Dr. Sandra Escher Prof. Dr. Marius Romme Stichting Leven met stemmen Bemelen interview@hearing-voices.com Project kinderen en jeugdigen die Stemmen

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor leerkrachten Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat ingrijpende gevolgen. Als leerkrachten samen

Nadere informatie

Ons brein wordt gevormd én geheeld in interactie.

Ons brein wordt gevormd én geheeld in interactie. Ons brein wordt gevormd én geheeld in interactie. Maak kennis met drs. Renate Geuzinge. Interviewer en schrijver Dr. Sonja Leferink. Ons brein wordt gevormd én geheeld in interactie, vat Renate Geuzinge

Nadere informatie

Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet.

Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet. Veilig werken in de huisartsenzorg Team Paspoort Bepaal samen wanneer iemand over de grens gaat en wat je dan doet. Bij je werk in de huisartsenpraktijk of post lopen de emoties wel eens op, maar soms

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

Opvang en nazorg van nabestaanden van suicides van jongeren. RINO 15 december Ad Kerkhof

Opvang en nazorg van nabestaanden van suicides van jongeren. RINO 15 december Ad Kerkhof Opvang en nazorg van nabestaanden van suicides van jongeren RINO 15 december 2016 Ad Kerkhof Opvang en nazorg van nabestaanden van suicides van jongeren Rouw en gecompliceerde rouw Eerste opvang Tweede

Nadere informatie

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998 Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart 2007 5.6 12 keer beoordeeld Auteur Genre Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998 Vak Engels Mening, Onderwerp: Het onderwerp van het

Nadere informatie

Crypto s: gouden handel? MEMORABEL AANDEEL FEATURE DOSSIER INSPIRATIE, MENINGEN EN VERHALEN UIT DE WERELD VAN VERMOGENDEN

Crypto s: gouden handel? MEMORABEL AANDEEL FEATURE DOSSIER INSPIRATIE, MENINGEN EN VERHALEN UIT DE WERELD VAN VERMOGENDEN INSPIRATIE, MENINGEN EN VERHALEN UIT DE WERELD VAN VERMOGENDEN Crypto s: gouden handel? FEATURE Auto s en mobiliteit De toekomst van vervoer DOSSIER Blockchain en cryptocurrencies Wat is het en hoe werkt

Nadere informatie

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik. De muur Ik heb een muur om me heen. Nou, een muur? Het lijken er wel tien. En niemand is in staat om Over die muur bij mij te komen. Ik laat je niet toe, Want dan zou je zien Hoe kwetsbaar ik ben. Maar

Nadere informatie

Mishandeling en seksueel. Laat het niet zomaar gebeuren

Mishandeling en seksueel. Laat het niet zomaar gebeuren Mishandeling en seksueel geweld Laat het niet zomaar gebeuren Alles over mishandeling en seksueel geweld Meldpunt Geweld, Misbruik en Kindermishandeling tel. 1712 elke werkdag van 9 tot 17 uur Dit nummer

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

seksueel aangetrokken voelen tot kinderen of die met kinderporno in de weer zijn.

seksueel aangetrokken voelen tot kinderen of die met kinderporno in de weer zijn. É Mensen die zich seksueel aangetrokken voelen tot kinderen of tot kinderporno en zich zorgen maken over hun gedrag. É Mensen die ooit kinderen seksueel misbruikt hebben en bang zijn weer in de fout te

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling Stichting Definitie ouderenmishandeling Al het handelen of nalaten van handelen jegens (geheel of gedeeltelijk) afhankelijke ouderen, door diegene(n)

Nadere informatie

ER IS ALTIJD EEN BRUG (Leren) leven met goesting na een verlies

ER IS ALTIJD EEN BRUG (Leren) leven met goesting na een verlies ER IS ALTIJD EEN BRUG (Leren) leven met goesting na een verlies 7 inzichten die je kunnen helpen na een ingrijpend verlies. Karin Verheyen www.senkaflex.be WELKOM Februari 2010: ik moet afscheid nemen

Nadere informatie

RELATIEPROBLEMEN? GEWELD IN JE GEZIN? PRAAT EROVER.

RELATIEPROBLEMEN? GEWELD IN JE GEZIN? PRAAT EROVER. RELATIEPROBLEMEN? GEWELD IN JE GEZIN? PRAAT EROVER. 1 Relatieproblemen? Geweld in je gezin? Erover praten is de eerste stap. In heel wat relaties en gezinnen zijn er problemen. In 1 op de 7 relaties is

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen KOPPen bij elkaar en schouders eronder Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen Mama, waarom huil je? Mama, ben je nu weer verdrietig? Papa, gaan we naar het zwembad? Waarom niet?

Nadere informatie

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN Bladzijde 5 Waarom dit boekje? Lees de tekst goed. Beantwoord dan de onderstaande vragen. 1 Waar gaat het boekje over?... 2 Door wie kun je op het

Nadere informatie

Crisisdienst GGZ in samenwerking met afdeling jeugd

Crisisdienst GGZ in samenwerking met afdeling jeugd Crisisdienst GGZ in samenwerking met afdeling jeugd Inhoud Wat doet de crisisdienst GGZ? Wanneer vindt er overleg plaats met afdeling jeugd? Wanneer neemt de afdeling jeugd het over? Wat doet afdeling

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Spreekbeurt Maatschappijleer Seksuele Intimidatie

Spreekbeurt Maatschappijleer Seksuele Intimidatie Spreekbeurt Maatschappijleer Seksuele Intimida Spreekbeurt door een scholier 1814 woorden 23 maart 2003 6,3 99 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Seksuele Intimida: Ik wil mijn spreekbeurt houden over

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Leer uw kind De Ondergoedregel.

Leer uw kind De Ondergoedregel. 1. Leer uw kind De Ondergoedregel. Ongeveer één op de vijf kinderen is slachtoffer van seksueel geweld, waaronder seksueel misbruik. U kunt helpen voorkomen dat het uw kind overkomt. Leer uw kind De Ondergoedregel.

Nadere informatie

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je

Nadere informatie

Mishandeling en seksueel. Geweld is niet oké. Het kan stoppen.

Mishandeling en seksueel. Geweld is niet oké. Het kan stoppen. Mishandeling en seksueel misbruik Geweld is niet oké. Het kan stoppen. Alles over mishandeling en seksueel misbruik Hulplijn 1712 www.1712.be tel. 1712 Voor geweld, misbruik en kindermishandeling. Elke

Nadere informatie

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Voorwoord Erger je je ook wel eens blauw als je net je kind bent gaan halen bij je ex-partner? Voel je je ook machteloos als hij of zij beslissingen

Nadere informatie