Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar OVERHEIDSAANSPRAKELIJKHEID VOOR HET OPTREDEN VAN DE POLITIE (En de aansprakelijkheid van de politieambtenaar zelf) Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Tobias Valcke studentennummer: major: Burgerlijk en Strafrecht Promotor: Prof. Dr. H. Bocken Commissaris: Mevr. N. Van de Sype I

2 Inhoudstafel Inleiding... 1 Deel 1: Overheidsaansprakelijkheid... 2 Hoofdstuk 1: De oude regeling: Voor de wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen Flandria arrest en het vervolg Orgaan aangestelde Toepassingsvoorwaarden Onrechtmatig handelen Binnen de wettelijke bevoegdheden Verschil inzake aansprakelijkheid... 7 Hoofdstuk 2: De nieuwe regeling Loodsen Politie en militairen De wet van 10 februari 2003: een algemene regeling Toepassingsgebied Beperking van de persoonlijke aansprakelijkheid van personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen wiens toestand statutair geregeld is De aansprakelijkheid van openbare rechtspersonen voor schade door hun personeelsleden aan derden berokkend Vorderingen van de overheid tegen haar personeel Deel 2: Het Belgische politiewezen Hoofdstuk 1: Algemeen Hoofdstuk 2: De lokale politie De politiezones De organisatie van de lokale politie De zeggenschap over de lokale politie De politieraad Het politiecollege De Zonale Veiligheidsraad De provinciegouverneur II

3 De Vaste Commissie van de lokale politie Taken en opdrachten van de lokale politie Hoofdstuk 3: De federale politie Organisatie en structuur van de federale politie De Commissaris-generaal De organisatie van de federale politie op federaal niveau: de verschillende algemene directies De algemene directie bestuurlijke politie De algemene directie gerechtelijke politie De organisatie van de federale politie op arrondissementeel niveau: de gedeconcentreerde diensten van de federale politie De gedeconcentreerde coördinatie- en steundienst De gedeconcentreerde gerechtelijke dienst Opdrachten en taken van de federale politie Deel 3: De aansprakelijkheid voor het politieoptreden Hoofdstuk 1: Algemeen Hoofdstuk 2: De constitutieve elementen van aansprakelijkheid De fout De schade Causaal verband Algemeen Het verlies van een kans bij onzeker causaal verband Hoofdstuk 3: De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de politieambtenaar en van de overheid De aansprakelijkheid van de politieambtenaar Waarvoor kan de politieambtenaar persoonlijk worden aangesproken? De opzettelijke fout De zware fout De gewoonlijk voorkomende lichte fout De aansprakelijkheid van de overheid Wie kan wie aanspreken? Een derde spreekt de politieambtenaar en / of de overheid aan De overheid spreekt de individuele politieambtenaar aan III

4 De individuele politieambtenaar spreekt de overheid aan Een individuele politieambtenaar spreekt een collega aan Hoofdstuk 4: Het burgerlijk procedureverloop Zaken voor de civiele rechtbank Welke rechtbank is bevoegd? Verjaring van schade aangericht door een politieambtenaar Het procedureverloop De verplichting van aanbod tot dading indien de overheid een vordering wenst in te stellen tegen haar politieambtenaar Wat is een aanbod tot dading en wanneer komt het voor? Wie kan tot een aanbod tot dading over gaan? De federale politie De lokale politie Hoe komt een aanbod tot dading tot stand? Zaken voor de strafrechtbank Het betalen van de gerechtskosten De overheid voorziet in rechtshulp voor de politieambtenaar Besluit BIBLIOGRAFIE IV

5 WOORD VOORAF Dit werk kon slechts tot stand komen dankzij de steun en hulp van vele mensen. Graag wil ik daarom mijn oprechte dank betuigen aan allen die mij de laatste twee jaar gesteund en geholpen hebben bij de realisatie van deze Masterproef. Een speciaal woord van dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor Prof. Dr. Bocken en mijn commissaris Mevr. Van de Sype voor hun begeleiding en kritische beoordeling van dit werkstuk. Mede door hun goede raad hebben ze me op het goede spoor gezet. Dank ook aan Hannes Lowagie voor het nalezen van de tekst. Een laatste woord van dank gaat tenslotte uit naar mijn vrienden en ouders die mij op alle momenten de nodige steun gaven. Hierbij zou ik in het bijzonder Gert Van Der Meiren willen bedanken. Gent, 13 augustus Tobias Valcke V

6 Inleiding 1. 4 december 2007, de drieëntwintigjarige politieagente Kitty van Nieuwenhuysen komt om het leven tijdens een interventie in Lot. Deze recente gebeurtenis toont nog maar eens het hoge risicogehalte van het politieberoep aan. Om goed en snel te kunnen optreden dienen politieambtenaren over een relatief grote handelingsvrijheid te beschikken. Belangrijk hierbij is dat ze niet voor elk van hun handelingen, doch slechts in bepaalde gevallen, aansprakelijk kunnen worden gesteld. Ze moeten verder ook op een duidelijke manier geïnformeerd worden over de mogelijke gevolgen van hun daden. Naast de politieambtenaar kan ook de tewerkstellende overheid voor handelingen van haar werknemers aansprakelijk gesteld worden. In deze Masterproef zal ik onderzoeken hoe groot de aansprakelijkheid van beide partijen, zowel van de individuele politieambtenaar als van de overheid, precies is. In het eerste deel van het werkstuk wordt het ontstaan en de gerechtelijke en wettelijke evolutie van het begrip overheidsaansprakelijkheid geanalyseerd. Er wordt een licht geworpen op de regeling zoals die in het algemeen van toepassing is op werknemers van openbare rechtspersonen. Daarbij wordt eerst de situatie bekeken zoals die gangbaar was voor de Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen. Daarna wordt de huidige situatie belicht. In het tweede deel zal het Belgische politiewezen worden besproken, met een blik op de verhoudingen tussen en de structuur binnen de federale en de lokale politie. In het derde deel tot slot bespreek ik de eigenlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor het politieoptreden. We zullen bekijken hoe de aansprakelijkheid tot stand komt, wat de voorwaarden hiervoor zijn en wie wie voor welke handelingen aansprakelijk kan stellen. Verder zal ook de procedure voor de verschillende rechtbanken aan bod komen. Welke rechtbank is bevoegd? Wanneer verjaart de verhaalsvordering? En wat is precies een aanbod tot dading? Met dit werk hoop ik een antwoord te geven op de onduidelijkheid omtrent de aansprakelijkheid voor het politieoptreden. 1

7 Deel 1: Overheidsaansprakelijkheid 2. De rol van de overheid is de voorbije eeuw grondig gewijzigd. De overheden, hun mandatarissen en personeelsleden, worden steeds meer betrokken partij bij alle aspecten van het maatschappelijk leven op het Belgisch grondgebied. De vele wijzigingen binnen het hedendaags bestuurlijk landschap gaan hand in hand met een spectaculair gewijzigd jurisprudentieel klimaat met betrekking tot overheidsaansprakelijkheid. Zo stelt Vandenberghe 1, dat wie de ontwikkeling van de overheidsaansprakelijkheid bekijkt sedert het cassatiearrest van 5 november een wandeling maakt door een cultuurlandschap. Hoofdstuk 1: De oude regeling: Voor de wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen 1.1. Flandria arrest en het vervolg 3. Tot voor het Flandria-arrest van 5 november 1920 stelde de rechterlijke macht zich zeer terughoudend op wat betreft de beoordeling van de rechtmatigheid van overheidshandelingen. Vooral ingegeven door de visie van de Franse rechtsleer, die zeer sterk gebaseerd was op de scheiding der machten, werd een onderscheid gemaakt tussen de handelingen die de overheid als een privaat persoon stelt (actes de gestion) en de handelingen die de overheid als drager van het openbaar gezag stelt (actes d autorité). Hoven en rechtbanken waren niet bevoegd om te oordelen over eventuele fouten van de overheid indien die overheidsdaden stelde, zodat de overheid enkel aansprakelijk kon worden gesteld wanneer zij optrad als private rechtspersoon, aangezien deze handelingen onder de toepassing vielen van het gemeenrecht. 3 Zo oordeelde het 1 M. ANTHONIS, I. CARLENS, E. DEPLANTER, A. VAN OEVELEN, H. SEBRECHTS en G. VANDENWIJNGAERT, Aansprakelijkheid van gemeenten en ocmw s: De burgerrechtelijke aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur, zijn topambtenaren en personeel, Brugge, Vandenbroele, 2007, Cass. 5 november 1920, Pas. 1920, 193, conclusie P. LECLERQ. 3 V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007,

8 Hof van Cassatie in een arrest van 13 februari 1902 dat de gewone rechtbanken, omwille van de scheiding der machten, onbevoegd zijn om de vergoeding voor de door militaire oefeningen veroorzaakte schade toe te kennen. 4 Met het Flandria-arrest van 5 november 1920 werd voor het eerst afgestapt van deze op de scheiding der machten gebaseerde stelling. Vanaf dat moment zien we dat de aansprakelijkheidsregeling die van toepassing is op publiekrechtelijke rechtspersonen, geleidelijk aan naar de principes van het gemeen recht is toe gegroeid. De feiten waren de volgende. Een zeer oude boom die eigendom is van de stad Brugge, valt om op de openbare weg en vernietigt in zijn val de planten van de onderneming Flandria. De val was te wijten aan de nalatigheid van de stad Brugge, daar die de boom had moeten omhakken om zo de ongecontroleerde val te vermijden. De onderneming Flandria eist een schadevergoeding. Het Hof van Cassatie oordeelde dat elk subjectief recht aanspraak maakt op rechterlijke bescherming, ongeacht of het door een particulier, dan wel een administratieve overheid wordt geschonden. Het Hof oordeelde om die reden dat de gewone rechter wel bevoegd is om een vergoeding toe te kennen voor de schade die is veroorzaakt door een onrechtmatige daad van de administratieve overheid die een burgerlijk recht schendt, ongeacht of de overheid als drager van de openbare macht of als particulier optreedt. 5 Met andere woorden, vanaf dat arrest kon, wanneer de overheid een fout maakt, dit voor een gewone rechtbank worden gebracht en kon de schadelijder door die rechtbank een vergoeding worden toegekend. Dit baanbrekende Flandria-arrest werd later verfijnd in een aantal arresten van het Hof van Cassatie: het wegverkeerstekenarrest 6 (1963), het koepokkenarrest 7 (1963), het Cuvelier-arrest 8 (1965), het arrest-goffin 9 (1971), het arrest-lecleff en Dumoulin 10 (1980) en het Anca-arrest 11 (1991). 12 De laatste decennia is de terughoudendheid die bestond op het vlak van de aansprakelijkheid van de Staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen, 4 Cass. 13 februari J. VANDE LANOTTE en G. GOEDERTIER, Overzicht publiek recht, Brugge, Die Keure, 2001, Cass. 7 maart 1963, Pas. 1963, 744, Conclusie W.J. GANSHOF VAN DER MEERSCH. 7 Cass. 26 april 1963, RW , Cass. 16 december 1965, Pas. 1966, 513, Conclusie W.J. GANSHOF VAN DER MEERSCH. 9 Cass. 23 april 1971, RW , 1793, Conclusie F. DUMON. 10 Cass. 26 juni 1980, Pas. 1980, 1341, Conclusie J. VELU. 11 Cass. 19 december 1991, JT 1992, 142, Conclusie J. VELU. 12 J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004,

9 definitief weggevallen. Voortaan zijn alle sectoren van het overheidspersoneel onderworpen aan het civiel aansprakelijkheidsrecht. Dit vindt voornamelijk zijn grondslag in het legaliteitsbeginsel: de overheid is immers verplicht zijn zelf uitgevaardigde rechtsregels te eerbiedigen, wat meteen met zich meebrengt dat ze ook verplicht is om de algemene zorgvuldigheidsnorm te respecteren Orgaan aangestelde 4. Wanneer er gesproken wordt over de op de fout gebaseerde aansprakelijkheid van de overheid, wordt hiermee in feite het foutief of onzorgvuldig optreden, of de nalatigheid, van een personeelslid van de overheid bedoeld. Echter, niet elke fout die door een lid van het overheidspersoneel wordt begaan, kan aan de publiekrechtelijke rechtspersoon worden toegerekend. Tot voor kort dienden we daarvoor te kijken naar de orgaantheorie, en diende deze theorie te worden toegepast. Een rechtspersoon, openbaar of privaat, kan enkel handelingen stellen door tussenkomst van een fysiek persoon. Deze fysieke persoon dient door de statuten of de wet te worden aangewezen om in naam en voor rekening van de bepaalde rechtspersoon op te treden. Dit heeft als gevolg dat de beslissingen die deze personen, de organen, nemen, geacht worden de wil te zijn van de rechtspersoon. Dit is de vereenzelvigingleer Hierbij geldt de leer van de orgaantheorie: wanneer een orgaan binnen de perken van de hem toegekende bevoegdheid onrechtmatig handelt, zal zijn onrechtmatige daad de rechtstreekse aansprakelijkheid van de betrokken rechtspersoon met zich meebrengen, dit op basis van artikels 1382 en 1383 B.W. Als orgaan van een openbaar rechtspersoon dient te worden beschouwd, het personeelslid dat een deel van het gezag uitoefent (hoe ondergeschikt zijn functie ook weze, ongeacht de statutaire of contractuele rechtsverhouding en ongeacht de vaste of tijdelijke aanstelling) en dat gezag uitoefent in naam van de overheid. 15 Deze ruime omschrijving heeft tot gevolg dat, naast de niet-ondergeschikte vertegenwoordigers van de overheid, zoals ministers, burgemeesters, schepenen 13 V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, J. VANDE LANOTTE en G. GOEDERTIER, Overzicht publiek recht, Brugge, Die Keure, 2001, 818.

10 en rechters, die als organen van de overheid worden aangemerkt, dit ook voor bijvoorbeeld leerkrachten, militairen en politie het geval is. De ambtenaar die op geen enkele manier deelneemt aan de uitoefening van het gezag (bvb. een chauffeur) is een aangestelde. Het feit dat de ambtenaar met een arbeidsovereenkomst, dan wel statutair is aangeworven, is niet doorslaggevend om hem al dan niet als orgaan te gaan bestempelen: er moet uitsluitend worden nagegaan of zij een deel van het staatsgezag uitoefenden of niet. In de praktijk was het echter zo dat de meeste statutaire ambtenaren als orgaan werden beschouwd, terwijl de meeste contractuelen als aangestelden werden aangemerkt. Door de orgaantheorie wordt de rechtspersoon rechtstreeks aansprakelijk op grond van artikel 1382 B.W. voor de fouten die hun organen begaan binnen hun opdracht. Het gaat hier dus niet om een onrechtstreekse aansprakelijkheid voor andermans daad op grond van artikel 1384 derde lid B.W. Indien de fout echter werd begaan door een aangestelde is artikel 1384 B.W. wel van toepassing en kan de overheid als aansteller aansprakelijk worden gesteld. Het belangrijkste onderscheid tussen organen en aangestelden situeert zich echter op het vlak van de persoonlijke aansprakelijkheid en de gebeurlijk daarmee samenhangende verhaalsvordering van de rechtspersoon. Een ander onderscheid vinden we op het vlak van het verband dat moet bestaan tussen de onrechtmatige handeling en de uitgeoefende functie. Deze verschillen zijn uiteraard zeer nadelig en verwarrend voor het slachtoffer, doch ook voor de dader zelf. Hier komen we nog op terug Toepassingsvoorwaarden Onrechtmatig handelen 5. Onrechtmatig handelen houdt in dat er een schending plaatsvindt van een juridische gedragsnorm. Een onrechtmatige daad kan bestaan in het miskennen van een specifieke norm waarin een welbepaalde gedraging wordt verboden of geboden, of in het miskennen van de rechtens opgelegde zorgvuldigheidsnorm die een algemeen zorgvuldig en omzichtig persoon in de samenleving in acht 5

11 dient te nemen (het zogenaamde bonus ac diligens Pater Familias-criterium). 16 Deze fout van een orgaan wordt beoordeeld op basis van artikel 1382 B.W. : de lichtste fout is voldoende om tot de aansprakelijkheid van het orgaan, en dus ook tot die van de rechtspersoon, te komen. 17 Enerzijds dient hierbij vermeld te worden dat het feit dat de publiekrechtelijke rechtspersoon door toepassing van de orgaantheorie aansprakelijk is voor eigen onrechtmatige daad, niet met zich meebrengt dat de persoonlijke aansprakelijkheid van het orgaan dat de fout beging, wordt uitgesloten. Beiden, de rechtspersoon en het orgaan, kunnen in solidum aansprakelijk zijn ten opzichte van de schadelijdende derde voor zijn geleden schade, net zoals de aansprakelijkheid van de aansteller voor onrechtmatige daden van zijn aangestelden de parallelle persoonlijke aansprakelijkheid van de aangestelde niet uitsluit. Dit laatste moet echter wel gezien worden binnen de lijnen van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet, maar daar wordt verder nog op terug gekomen. Anderzijds is het niet noodzakelijk dat het orgaan dat de fout begaat zelf persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld opdat de rechtspersoon zou kunnen worden aangesproken. Indien men bvb niet weet wie de fout nu precies heeft begaan, omdat het orgaan niet geïdentificeerd kan worden of indien de fout voor het orgaan een onoverwinnelijke dwaling inhoudt, betekent dit niet dat publiekrechtelijke rechtspersoon ook automatisch vrijgesteld wordt van alle aansprakelijkheid Binnen de wettelijke bevoegdheden 6. Opdat de foutieve handeling van het orgaan aan de overheid zou worden toegerekend, is vereist dat de handeling gesteld werd binnen de uitoefening van de wettelijke opdracht van het orgaan. Een onrechtmatige daad van een orgaan dat binnen de perken van de hem toegekende bevoegdheid blijft, leidt tot de rechtstreekse aansprakelijkheid van de betrokken rechtspersoon voor wie het orgaan optreedt. 19 Het Hof van Cassatie heeft dit principe enigszins versoepeld 16 Cass. 4 juni 1965, Pas. 1966, V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, Cass. 31 maart 1943, RCJB 1947, 128; Cass. 1 maart 1951, Arr.Cass. 1951, 369; Cass. 31 januari 1979, Arr. Cass ,

12 door de toepassing van de vertrouwensleer: een handeling die schijnbaar binnen de wettelijke perken van het ambt werd verricht, kan toch de aansprakelijkheid van de overheid met zich meebrengen, als deze schijnbare ambtelijkheid van dien aard is dat ze een redelijk en voorzichtig mens misleidt, met andere woorden indien de schadelijder redelijkerwijze van de veronderstelling mocht uitgaan dat het orgaan binnen de perken van zijn wettelijke bevoegdheid optrad Verschil inzake aansprakelijkheid 7. Zoals eerder vermeld bestonden er in de oude regeling probleempunten. Er was een verschil op vlak van de aansprakelijkheid voor organen en die voor aangestelden en er was een verschil wat betreft de aansprakelijkheid van contractuelen en van statutairen. Een eerste groot verschil is te vinden in de mogelijkheid tot het aanspreken van de openbare rechtspersoon voor wie de fysieke persoon optrad. Het verband tussen de daad van het orgaan en de door hem uitgeoefende functie wordt veel strikter uitgelegd dan wanneer het om een aangestelde gaat. In geval van de orgaantheorie is de rechtspersoon slechts aansprakelijk indien de fout van het orgaan zich voordeed binnen de uitoefening van zijn wettelijke opdracht, of die schijnbaar binnen zijn wettelijke bevoegdheid valt. Indien het daarentegen om een rechtspersoon als aansteller gaat, is deze echter ook aansprakelijk indien de fout van de aangestelde gebeurde tijdens en naar aanleiding van de opdracht van de aangestelde. Met andere woorden: zelfs als de aangestelde buiten zijn opdracht handelde, dan nog zal de aansteller aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de geleden schade, als de aangestelde de fout maakte tijdens de diensturen en als de fout een verband vertoonde met de opdracht. Dit verband mag onrechtstreeks en toevallig zijn. Een voorbeeld hiervan is terug te vinden in een arrest van het Hof van Cassatie van 11 april 1989, waarin het Hof oordeelde dat wanneer een rijkswachter die een collega met zijn eigen wagen meeneemt naar een cursus in het raam van zijn werk en tijdens de rit een verkeersongeval veroorzaakt, zijn passagier alleen hem en niet de Belgische Staat aansprakelijk 20 Cass. 29 mei 1947, Pas. 1947, 216; Cass. 19 december 1991, RW ,

13 kan stellen, aangezien hij op het ogenblik van het ongeval niet als een staatsorgaan handelde. 21 Indien het ongeval daarentegen door een aangestelde zou worden veroorzaakt zou de overheid wel kunnen worden aangesproken. M.a.w. de aansprakelijkheid van de openbare rechtspersoon was op materieelrechtelijk vlak ruimer voor zijn aangestelden dan voor zijn organen. 22 Het wordt hier dus duidelijk dat de ongelijke juridische behandeling, hoewel het om gelijke schadegevallen gaat, er voor zorgt dat de organen een nadeliger aansprakelijkheidsregime hebben dan aangestelden. Ook voor de schadelijder is dit nadelig, want die verliest een, niet onbelangrijke, partij waarop hij zijn schade zou kunnen verhalen. Een ander gevolg 23 van dit onderscheid in aansprakelijkheid is van procedurele aard. Indien de fout van een aangestelde van een openbare rechtspersoon tevens een strafrechtelijk misdrijf uitmaakte, werd aangenomen dat de benadeelde zich voor de strafrechter niet alleen burgerlijke partij kon stellen tegen de daders, mededaders en medeplichtigen, maar ook tegen degene die op grond van artikel 1384, 3 e lid B.W. voor deze personen burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, m.a.w. ook tegen de openbare rechtspersoon. Echter, bij een fout, die ook een strafrechtelijk misdrijf is, begaan door een orgaan van een openbare rechtspersoon, kon enkel het orgaan voor de strafrechter verschijnen, aangezien de rechtspersoon in dit geval persoonlijk aansprakelijk was op grond van artikel 1382 B.W. en niet burgerrechtelijk zoals een aansteller. In dit geval moest dus een aparte vordering voor de burgerlijke rechter worden ingesteld om een schadevergoeding van de openbare rechtspersoon te verkrijgen. Een tweede verschil 24 vindt zijn oorsprong in het onderscheid tussen contractueel en statutair aangeworven personen. Hierbij moet uitdrukkelijk benadrukt worden dat dit verschil niets te maken heeft met het onderscheid organen aangestelden, hoewel aangestelden meestal door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn en de meeste organen statutair verbonden zijn. Statutair aangestelde personeelsleden van een openbare rechtspersoon waren 21 Cass. 11 april 1989, Arr.Cass , S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476)

14 vroeger aansprakelijk tegenover derden en tegenover de openbare rechtspersoon zelf, op grond van artikel 1382 B.W. Ze waren in principe aansprakelijk voor elke door hen begane fout in de uitoefening van hun functie. Contractueel aangestelde personeelsleden van openbare rechtspersonen daarentegen, konden zich beroepen op de immuniteit van artikel 18 Wet Arbeidsovereenkomsten en waren bijgevolg, zowel tegenover derden, als tegenover de openbare rechtspersoon zelf, niet persoonlijk aansprakelijk, tenzij bij bedrog, zware fout of veel voorkomende lichte fout. 8. Dit door velen als onredelijk aanziene onderscheid zorgde voor heel wat protest en zo moest het Arbitragehof zich meer dan eens uitspreken over een prejudiciële vraag over dit onderwerp. In een eerste arrest van 18 december diende het Arbitragehof zich uit te spreken over de prejudiciële vraag of de artikelen 1382, 1383 en 1251, 3 e lid B.W. in overeenstemming zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het met name voor de Belgische staat mogelijk maken een beroep in te stellen tegen zijn orgaan wanneer, naar aanleiding van een door dat orgaan in het kader van zijn ambt louter toevallig begane lichte fout, de Belgische Staat het slachtoffer heeft vergoed voor de schade waarvoor zijn orgaan aansprakelijk werd verklaard, terwijl artikel 18 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de burgerlijke aansprakelijkheid van de door een arbeidsovereenkomst verbonden werknemer, ingeval hij bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derde schade heeft berokkend, tot de gevallen van bedrog, zware schuld en gewoonlijk voorkomende lichte schuld beperkt. Het Hof oordeelde dat er in acht nemend de gelijkenis van de vergeleken arbeidsverhoudingen, met name vanuit het oogpunt van juridische ondergeschiktheid een onverantwoorde discriminatie is wat betreft de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die het gevolg is van een toevallig voorkomende lichte fout door het verschil in behandeling bij het instellen van een regresvordering door de Belgische Staat tegen een statutair personeelslid aan de ene kant en tegen een door een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld 25 Arbitragehof 18 december 1996, nr. 77/96, RW ,

15 personeelslid aan de andere kant. 26 Uit de formulering van het antwoord van het Arbitragehof blijkt echter dat niet een welbepaald wetsartikel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, maar dat het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel worden geschonden door een lacune in de wet. Dit werd nog duidelijker na het arrest nr. 20/99 van 17 februari In dit tweede arrest oordeelde het Arbitragehof dat artikel 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel doordat het tot gevolg heeft dat een derde die het slachtoffer is van een onrechtmatige daad in de zin van artikel 1382 en 1383 B.W., die als niet gewoonlijk voorkomende lichte schuld wordt gekwalificeerd, verschillend wordt behandeld naargelang de onrechtmatige daad werd begaan door een werknemer die op basis van dat artikel 18 een volledige immuniteit geniet, dan wel door een overheidsorgaan dat niet door een arbeidsovereenkomst is verbonden. Door beide arresten naast elkaar te leggen kan men afleiden dat, wanneer de aansprakelijkheidsregeling van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet, dewelke van toepassing is op door een arbeidsovereenkomst verbonden werknemers, wordt vergeleken met de gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregeling van artikels 1382, 1383 en 1384 B.W., dewelke van toepassing is op statutair benoemde overheidspersoneelsleden, de toets aan het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel niet wordt doorstaan als het gaat om de aansprakelijkheid van de werknemer respectievelijk de ambtenaar-orgaan tegenover zijn werkgever respectievelijk het hem tewerkstellende overheidsbestuur (Arbitragehof 18 december 1996). Op vlak van hun aansprakelijkheid tegenover derden doorstaan ze deze toets wel.(arbitragehof 17 februari 1999). 27 Het Arbitragehof deed voor een derde keer uitspraak over een prejudiciële vraag, deze keer afkomstig van het Hof van Beroep te Luik, aangaande het onderscheid in aansprakelijkheid tussen statutair en contractueel tewerkgestelde personeelsleden van openbare rechtspersonen in een arrest van 9 februari Het Hof moest een antwoord geven op de volgende vraag: Is er geen sprake van schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een leerkracht uit de openbare sector, die een 26 J. VANDE LANOTTE en G. GOEDERTIER, Overzicht publiek recht, Brugge, Die Keure, 2001, J. VANDE LANOTTE en G. GOEDERTIER, Overzicht publiek recht, Brugge, Die Keure, 2001, Arbitragehof 9 februari 2000, nr. 19/00, RW ,

16 orgaan is van de openbare macht, persoonlijk kan worden veroordeeld tot een schadevergoeding ten gunste van een slachtoffer op grond van artikel 1384, 4 e lid B.W. en dus op grond van fout, hoe licht die ook is, terwijl een leerkracht uit het vrij onderwijs, die gebonden is door een arbeidsovereenkomst, de vrijstelling geniet waarin artikel 18 van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziet, die zijn aansprakelijkheid beperkt tot het geval van bedrog, zware schuld of gewoonlijk voorkomende lichte schuld? 29 Hoewel de vraag zich beperkt tot het geval van leerkrachten, antwoordt het Hof vrij algemeen. Het Hof stelt dat wat betreft de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die het gevolg is van een toevallig voorkomende lichte fout, de wetgever een verschil in behandeling heeft ingesteld tussen de door de overheid tewerkgestelde leden van het statutair personeel, enerzijds, en de contractuele werknemers in het algemeen, anderzijds, aangezien immers enkel de eerstgenoemden aansprakelijk zijn voor lichte schuld. Het zegt dat het verschil in behandeling niet verantwoord is, in acht nemend de gelijkenis van de vergeleken arbeidsverhoudingen, met name van het oogpunt van de juridische ondergeschiktheid. Het bevestigt dus eigenlijk gewoon haar eerder arrest van 18 december en oordeelt dat de discriminatie zijn oorzaak vindt in een lacune in de wetgeving en niet ontstaat door de toepassing van een bepaald artikel S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) Arbitragehof 18 december 1996, nr. 77/96, RW , S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476)

17 Hoofdstuk 2: De nieuwe regeling 9. Zo werd het steeds duidelijker dat er wijzigingen nodig waren. Vooral op het punt van verschil in behandeling op vlak van persoonlijke aansprakelijkheid tussen contractuelen en statutairen diende er dringend ingegrepen te worden. Voordien waren er al een aantal wijzigingen doorgevoerd, doch die hadden telkens betrekking op een specifieke sector Loodsen 10. Dit was onder meer het geval voor loodsen. Met de Wet van 30 augustus 1988, dewelke artikel 3 bis Wet 3 november 1967 wijzigde 32, werd de persoonlijke aansprakelijkheid van statutaire loodsen wettelijk beperkt. Er werd bepaald dat loodsen die in de uitoefening van hun functie een fout begaan, niet aansprakelijk zijn voor de schade die hierdoor aan een beloodst schip of aan een ander schip wordt veroorzaakt, tenzij er opzet of grove schuld aanwezig is. Deze wet kwam er omdat men vond dat de potentiële schade die loodsen kunnen aanrichten in wanverhouding staat met het eigen vermogen van deze loodsen. 33 Een arrest van het Hof van Cassatie zorgde voor deze verandering. Voordien werd immers aangenomen dat een loods, van zodra hij aan boord was van een schip, moest worden beschouwd als een aangestelde van de kapitein, de eigenaar of de reder, zodat zij op grond van artikel 1384 derde lid B.W. aansprakelijk konden worden gesteld voor de fouten van de loods. Het cassatiearrest van 15 december zorgde voor een ommekeer. 35 De loods werd geacht deel uit te maken van een door de Staat ingerichte dienst en viel bijgevolg onder de uitsluitende bevoegdheid van de Staat. Dit was uiteraard uitermate ongunstige rechtspraak voor de Staat, omdat deze vanaf nu door middel van een verhaalsvordering door de scheepseigenaar kon worden aangesproken tot vergoeding van de schade ten gevolge van een aanvaring als 32 Art. 3 bis, Wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, ingevoegd bij Wet van 30 augustus 1988, BS 17 september S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) Cass. 15 december 1983, Arr.Cass , V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007,

18 die werd veroorzaakt door de fout van een loods. Deze rechtspraak was ook negatief voor de loods, die immers geacht werd persoonlijk en onbeperkt aansprakelijk te zijn wanneer een aanvaring het gevolg was van zijn zelfs lichtste fout 36. De potentiële financiële gevolgen dewelke dit arrest voor de Staat kon hebben waren aanzienlijk en dus greep de overheid in. Artikel 3 bis Wet 3 november 1967 voerde het principe in dat de overheid die optreedt als organisator van een loodsdienst, rechtstreeks noch onrechtstreeks aansprakelijk kan worden gesteld voor schade die een beloodst schip zou lijden of veroorzaken wanneer de schade te wijten is aan een fout van de organisator of een lid van zijn personeel. 37 Echter, dit betreft zaken die op federaal niveau beslist zijn. Duidelijk moest gesteld worden dat in het raam van de regionalisering van het beleid inzake openbare werken en vervoer, de bevoegdheden over de loodsdiensten van en naar havens 38, alsook over de loodsdiensten binnen de havens 39 naar de gewesten werden overgeheveld. Dit met ingang van 1 januari Met het Decreet van 16 juni 2006 betreffende de begeleiding van de scheepvaart op maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coöridinatiecentrum 40 kwam er wel een regeling inzake de aansprakelijheid in verband met scheepvaartsbegeleiding, maar specifiek wat betreft de aansprakelijkheid van loodsen en loodsdiensten traden de gewesten echter nog niet op, zodat het nog altijd artikel 3 bis van de Loodswet is die moet worden toegepast Politie en militairen In de Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt 41 heeft de wetgever de regeling zoals die van toepassing was met betrekking tot de aansprakelijkheid 36 A. VAN OEVELEN, De wet van 30 augustus 1988 tot wijziging van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen: te verregaande aansprakelijkheidsvrijstellingen en een ongehoord verre retroactiviteit, RW , (946) V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, Art. 6, 1, X, 9 BWHI. 39 Art. 6, 1, X, 3 BWHI. 40 Decr.Vl. 16 juni 2006 betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum, BS 26 oktober Wet 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december

19 van publiekrechtelijke rechtspersonen voor de schade veroorzaakt door fouten van hun organen, volledig afgeschaft met betrekking tot politieambtenaren. In 1994 kwam er een soortgelijke regeling voor militairen. 42 Vanaf daaraf is de Staat tegenover derden aansprakelijk voor de schade die door politieambtenaren en militairen in de uitoefening van hun functie werd veroorzaakt, zoals een aansteller aansprakelijk is voor de schade aan derden veroorzaakt door hun aangestelden. 43 Verder werd door artikel 48 Wet Politieambt (en voor militairen art. 92 Wet 20 mei 1994) de persoonlijke aansprakelijkheid van de politieambtenaar beperkt tot schade veroorzaakt in de uitoefening van zijn functie door opzettelijke, zware of gewoonlijk voorkomende fout. Voor politieambtenaren en militairen is er dus geen verschil meer op vlak van persoonlijke aansprakelijkheid indien ze contractueel of statutair in dienst zijn. 44 Wat de politie betreft wordt hier later nog uitgebreid op teruggekomen De wet van 10 februari 2003: een algemene regeling 11. Hoewel deze 2 nieuwe regelingen zeer voordelig waren voor de sectoren in kwestie was het probleem van ongelijkheid niet opgelost. Nu waren er 2 categorieën overheidspersoneel waarbij de statutairen zich wel konden beroepen op een regeling analoog aan artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet, terwijl andere dat niet konden. Een dergelijke ongelijke behandeling kon eventueel geoorloofd zijn, indien daar de nodige argumenten voor waren. Er zou dan een objectief verschil moeten bestaan tussen de situatie van de politieambtenaren en die van alle andere ambtenaren. De wetgever meende bij het uitvaardigen van de wet van 1992 dat dit effectief ook zo was, omdat de risico s waaraan de ambtenaren van de algemene politie waren blootgesteld, bijzonder uitgebreid en onzeker waren en dat dit inherent aan bepaalde van hun opdrachten zeer verontrustend was. 45 De statutaire ambtenaren van de politie staan bloot aan grote risico s en ze kunnen gedwongen worden tot het gebruik van geweld 42 Art. 91 Wet 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het militair personeel, BS 21juni V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007, V. VERVLIET, Buitencontractuele aansprakelijkheid bij professionele risico s, Antwerpen, Intersentia, 2007,

20 waarbij ze zeer snel een moeilijke beslissing moeten nemen. 46 De Raad van Staat oordeelde echter dat deze argumenten onvoldoende waren om de discriminatie te verantwoorden Dit probleem wordt opgelost met de komst van de Wet van 10 februari De discriminatie verdween en de oudere aparte wetten hebben als voorbeeld gediend voor het tot stand brengen van de grote algemene Wet van 10 februari De Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 februari Deze wet wijzigt in belangrijke mate het Belgisch recht inzake de buitencontractuele overheidsaansprakelijkheid voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, meer bepaald zowel de aansprakelijkheidsregeling van openbare rechtspersonen voor schade veroorzaakt door hun personeelsleden als de persoonlijke aansprakelijkheid van de laatsten tegenover de overheid en derden. Eindelijk kon er gesproken worden van een echte verbetering van de rechtspositie van het merendeel van het overheidspersoneel, was er grotendeels gelijkheid en werd alles bijgevolg ook een stuk eenvoudiger Toepassingsgebied 13. Het toepassingsgebied van deze wet valt af te leiden uit de artikelen 2 en 3 van de wet en beperkt zich tot fysieke personen die personeelslid zijn van de overheid. Vier begrippen dienen hierbij kort verklaard te worden: openbare rechtspersonen, personeelsleden wiens statuut statutair geregeld is, schade veroorzaakt door personeelsleden bij de uitoefening van hun dienst en ten slotte moet duidelijk gesteld worden dat het hier enkel om burgerrechtelijke aansprakelijkheid gaat S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) Adv. RvS bij het wetsontwerp op het politieambt, Parl. St. Kamer , nr. 1637/1, Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, BS 27 februari H. Vandenberghe, A. Van Oevelen, H. Vuye en L. Wynant, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

21 Het moet gaan om personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen die schade veroorzaken in de uitoefening van hun dienst. Wie precies onder de term personeelslid van de overheid, wier toestand statutair geregeld is valt is niet meteen af te leiden uit de wet zelf. Wanneer we daarentegen naar de memorie van toelichting 50 gaan kijken wordt duidelijk dat er een zekere band van ondergeschiktheid moet zijn. Echter, ook ambtenaren met een leidinggevende functie vallen onder deze wet, daar zij immers ondergeschikt zijn aan de politieke mandatarissen 51. Een voorbeeld hiervan is de gemeentesecretaris, die onder het gezag van het College van burgermeester en schepenen de gemeentelijke diensten leidt en coördineert 52. De wet is daarentegen niet van toepassing op de zelfstandige vertegenwoordigers van de overheid. Voor hen blijft de aansprakelijkheidsregeling van het gemeenrecht van toepassing, of eventueel op hen in het bijzonder van toepassing zijnde aansprakelijkheidsregimes 53. De wet bepaalt ook dat ze enkel van toepassing is op statutairen. Dit is het logische gevolg van het feit dat contractuelen zich reeds konden beroepen op artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet en het voor hen dus niet nodig was om van de wet gebruik te kunnen maken. Artikel 6 heeft het toepassingsgebied van deze wet nog uitgebreid tot personeelsleden van het vrije onderwijs die niet onderworpen zijn aan de Arbeidsovereenkomstenwet, al is dit een overbodige bepaling, daar de gemeenschappen hiervoor reeds een oplossing hadden voorzien. 54 Deze nieuwe wet behandelt de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden van openbare rechtspersonen. Ook de term openbare rechtspersonen wordt niet in de wet gedefinieerd, maar de in Memorie van Toelichting worden wel een aantal categorieën van rechtspersonen vermeld van wie het statutair personeel zeker en in iedere geval onder het toepassingsgebied van de aansprakelijkheidsbeperking moet vallen, maar deze lijst is niet exhaustief, doch slechts louter exemplatief. Uit deze Memorie van Toelichting blijkt dat deze term zeer ruim moet gelezen worden. Hier werd bewust voor gekozen, om het toepassingsgebied zo groot mogelijk te houden en het gevaar dat bepaalde 50 MvT, Gedr. St. Kamer , nr. 1736/001, H. BOCKEN, De aansprakelijkheid van en voor het overheidspersoneel: Een nieuwe wettelijke regeling, N.J.W. 2003, (330) H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, H. BOCKEN, De aansprakelijkheid van en voor het overheidspersoneel: Een nieuwe wettelijke regeling, N.J.W. 2003, (330) H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

22 groepen personeelsleden zouden worden uitgesloten, zoveel mogelijk te beperken 55. Zo vallen nu ook de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn binnen het toepassingsgebied van de wet. De wet geldt uiteraard enkel voor schadegevallen die veroorzaakt werden door overheidspersoneel in dienstverband. Om dit te verduidelijken gebruiken artikel 2 en artikel 3 tijdens de uitoefening van hun dienst. Deze identieke omschrijving van de band tussen het schadegeval en de werkzaamheden van het personeelslid van de openbare rechtspersoon zorgt er voor dat de derde benadeelde een vordering kan instellen tegen de openbare rechtspersoon in de gevallen waarin het personeelslid niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. De term in dienst van benadrukt daarenboven nog eens dat het moet gaan om ondergeschikte personeelsleden 56. Men gaat er van uit dat het gezegde bij de uitoefening van hun dienst dezelfde betekenis kan aangemeten worden als het in de bediening waartoe zij gebezigd hebben in artikel 1384, lid 3 B.W. Het vierde punt waar aandacht aan dient geschonken te worden is het feit dat de Wet van 10 februari 2003 enkel betrekking heeft op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid en niet op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de personeelsleden 57. Voor de strafrechtelijke aansprakelijkheid blijven de gemeenrechtelijke regels van het strafrecht gelden. Ook op het vlak van de disciplinaire aansprakelijkheid en interne sancties is de Wet van 10 februari 2003 niet van belang. Ook al brengt een toevallige lichte fout geen persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid met zich mee, toch blijft het een fout die aanleiding kan geven tot een gepaste disciplinaire sanctie Beperking van de persoonlijke aansprakelijkheid van personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen wiens toestand statutair geregeld is 14. Artikel 2 van de Wet van 10 februari 2003: Ingeval personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, wier toestand statutair geregeld is, bij de 55 S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

23 uitoefening van hun dienst schade berokkenen aan de openbare rechtspersoon of aan derden, zijn zij enkel aansprakelijk voor hun bedrog en hun zware schuld. Voor lichte schuld zijn zij enkel aansprakelijk als die bij hen eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. Dit artikel vond duidelijk zijn inspiratie in artikel 18 Wet Arbeidsovereenkomsten. De beperkingen van de persoonlijke aansprakelijkheid van statutaire personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen wordt op deze manier dezelfde als de beperkingen die gelden voor contractuele personeelsleden. Hiermee wordt dan ook een einde gesteld aan het niet-verantwoorde verschil in behandeling tussen de door de overheid tewerkgestelde leden van het statutair personeel, enerzijds, en de contractuele werknemers in het algemeen, anderzijds, die het Arbitragehof zoals eerder vermeld reeds meerdere malen had vastgesteld. Door dit artikel 2 wordt zowel op vlak van de aansprakelijkheid van het personeel voor de schade toegebracht aan derden, als aan de openbare rechtspersoon zelf, alsook op het vlak van de regresvordering de ongelijkheid weggewerkt 59. Statutaire personeelsleden genieten voortaan van dezelfde beperking van aansprakelijkheid als contractuele personeelsleden. Tot een volledige eenmaking van de regelen omtrent de persoonlijke aansprakelijkheid van overheidspersoneel komt het echter niet. Artikel 8 bepaalt namelijk Deze wet doet geen afbreuk aan de toepassing van andere wetten of decreten die in deze wet behandelde materies regelen voor bepaalde categorieën personeelsleden van openbare rechtspersonen., zodat andere wetten of decreten, die gelden voor een specifieke categorie van personeelsleden van openbare besturen, die een bepaalde materie regelen die ook in deze wet geregeld wordt, blijven bestaan. Zo blijven de bijzondere regelen voor loodsen, onderwijzend personeel, politie en militairen bestaan. Doch ook zij zijn, met uitzondering van de regeling voor loodsen, geïnspireerd op artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet, dus in de praktijk is er maar bitter weinig verschil en mag het belang van artikel 8 niet overschat worden Het toepassingsgebied omvat zowel de contractuele als de buitencontractuele aansprakelijkheid en elke vorm van schade. Belangrijk hierbij 59 S. COVEMAEKER, De nieuwe Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, T.B.B.R. 2003, (476) H. BOCKEN, De aansprakelijkheid van en voor het overheidspersoneel: Een nieuwe wettelijke regeling, N.J.W. 2003, (330)

24 is dat er voor de toepassing gekeken zal worden naar de rechtspraak en rechtsleer van artikel 18 Arbeidsovereenkomstwet om de persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid van het overheidspersoneel richting te geven 61. De beperkte immuniteit kan worden ingeroepen wanneer het personeelslid op objectieve grondslag, op basis van artikel 1384 of artikel 1385 B.W., wordt aangesproken, aangezien de wetgever in algemene bewoording alle schadegevallen beoogt Om tot de aansprakelijkheid van een statutair personeelslid in dienst van een openbare rechtspersoon ten opzichte van de hem tewerkstellende rechtspersoon of een derde te besluiten, dient, aldus artikel 2 van de Wet van 10 februari 2003, aan 3 criteria te worden voldaan 63 : 1) Het personeelslid moet een gekwalificeerde fout hebben begaan, namelijk een opzettelijke fout, een zware fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout; 2) De gekwalificeerde fout moet begaan zijn bij de uitoefening van de dienst; 3) De gekwalificeerde fout moet schade hebben veroorzaakt aan de openbare rechtspersoon in wiens dienst het personeelslid is tewerkgesteld of aan een derde. Het eerste criterium dient kort even te worden toegelicht, zodat duidelijk wordt wat er precies onder opzettelijke fout, zware fout en gewoonlijk voorkomende lichte fout kan worden verstaan. Deze begrippen zullen worden uitgelegd zoals ze reeds meer dan 25 jaar gekend zijn in het arbeidsrecht, naar aanleiding van artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet. Er lijkt tot op heden echter geen enkele reden om aan deze begrippen een bijzondere, aparte interpretatie te geven naar aanleiding van de wet van 10 februari Een van de drie fouten waarvoor men aansprakelijk kan gesteld worden is de opzettelijke fout. Over wat er onder de noemer opzettelijke fout kan worden 61 H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, D. FRERIKS, De toepasselijkheid van art. 18 Arbeidsovereenkomstwet op de werknemer op wie een vermoeden of objectieve aansprakelijkheid rust. Enige bedenkingen bij het arrest van het Hof van Cassatie van 25 januari 1993, RW , (1254) 1256; A. VAN OEVELEN, De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werknemer en van de werkgever voor de onrechtmatige daden van de werknemer in het raam van de uitvoering van een arbeidsovereenkomst, RW , (1168) H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, H. Vandenberghe et al., Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Seminarie Ambtenarenrecht 2007-2008

Seminarie Ambtenarenrecht 2007-2008 Carolien Coenen Derde lic rechten Seminarie Ambtenarenrecht 2007-2008 Aansprakelijkheid van personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen t.a.v. Professor Dr. M. Boes 1 INLEIDING...3 2 DE SITUATIE

Nadere informatie

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T Rolnummer 1286 Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de Politierechtbank

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL

NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL Het is niet altijd kommer en kwel voor wie het Staatsblad leest. Deze keer is er goed nieuws, dankzij de wet van 10 februari 2003, betreffende

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Aansprakelijkheid. ACV-Openbare Diensten juli 2014

Aansprakelijkheid. ACV-Openbare Diensten juli 2014 Aansprakelijkheid ACV-Openbare Diensten juli 2014 Aansprakelijkheid overheidspersoneel Statutair overheidspersoneel De aansprakelijkheid van het statutair overheidspersoneel is geregeld in de Wet van 10

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 #vvsgbwcongres Aansprakelijkheid van zonepersoneel Geert Vandenwijngaert #vvsgbwcongres De aansprakelijkheid van en voor de personeelsleden

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Voorwoord... Voorafgaandelijk... 1

Inhoudstafel. De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier... Voorwoord... Voorafgaandelijk... 1 v De Bibliotheek Sociaal Recht Larcier.................................. Voorwoord...................................................... i iii Voorafgaandelijk..................................................

Nadere informatie

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers 2. Wettelijke initiatieven 1) wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout 13 1. Cass., 15 mei 1941 (het steenbakkersarrest)

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Rolnummer 2926 Arrest nr. 186/2004 van 16 november 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011 AANSPRAKELIJKHEID Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels HR BUILDERS 2 mei 2011 Claeys & Engels 2009 1 Inleiding 1.1 Twee soorten aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Risico op

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T Rolnummer 2881 Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 In zake : de prejudiciële vraag gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen bij arrest van 26 september 1985 in de zaak van de N.V. TRENAL tegen DE BUSSCHERE

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de CB-arts

De aansprakelijkheid van de CB-arts De aansprakelijkheid van de CB-arts Raf Van Goethem Advocaat Dewallens & partners Overzicht 1. Algemene inleiding 2. Bevoegdheden van verpleegkundigen tot toedienen van vaccins 3. De aansprakelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Welzijn op het werk & de aansprakelijkheid van lokale mandatarissen. Geert Vandenwijngaert

Welzijn op het werk & de aansprakelijkheid van lokale mandatarissen. Geert Vandenwijngaert Welzijn op het werk & de aansprakelijkheid van lokale mandatarissen. Geert Vandenwijngaert Inhoud. Casus 1 1. Arbeidsongevallenregelgeving. 2. Arbeidsongevallen en Aansprakelijkheid. Inhoud. Casus 2 3

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT.

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. Wie is aansprakelijk voor schadegevallen en hoe kan deze aansprakelijkheid worden vermeden? Een mede-eigenaar in een appartementsgebouw

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

2. Loontrekker of zelfstandige?

2. Loontrekker of zelfstandige? 2. Loontrekker of zelfstandige? Meer en meer kaderleden krijgen van hun onderneming een statuut als zelfstandige voorgesteld. De werkgever heeft belang bij de vele mogelijke voordelen (geen vooropzeg bij

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger (3 juli 2005, gewijzigd door de Wet houdende Diverse bepalingen van 27/12/2005) is aangepast. De nieuwe

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2007 C.06.0457.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0457.F 1. GARAGE HERBOSCH-LA LOUVIERE, naamloze vennootschap, 2. HERBOSCH SAINT-GHISLAIN TOURNAI, naamloze vennootschap, Mr. Philippe

Nadere informatie

Rolnummer 4936. Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T

Rolnummer 4936. Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T Rolnummer 4936 Arrest nr. 21/2011 van 3 februari 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Rolnummer 4471. Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4471. Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4471 Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van

Nadere informatie

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsongevallen Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg steven.vandenbroeck@werk.belgie.be 5 juni 2018 1 Inhoud 1. Wetgeving 2. EHBO 3. Vergoeding

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T Rolnummer 4550 Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 APRIL 2019 S.15.0096.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0096.N VRIJE BASISSCHOLEN ZEDELGEM vzw, met zetel te 8210 Zedelgem, Groenestraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4533 Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6315 Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 19quater, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende

Nadere informatie

In dit reglement worden de kaders beschreven waarbinnen leden van de VMHP een beroep kunnen doen op juridisch advies en / of bijstand.

In dit reglement worden de kaders beschreven waarbinnen leden van de VMHP een beroep kunnen doen op juridisch advies en / of bijstand. DEFINITIEF van 12 mei 2017 Reglement juridisch advies en bijstand Doel: de Politievakorganisatie VMHP wil de in artikel 2 van de statuten genoemde doelstellingen onder andere bereiken door het verlenen

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

DE NIEUWE WET OP DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR AMBTENAREN. donderdag 23 oktober 2003. Gandaius Actueel

DE NIEUWE WET OP DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR AMBTENAREN. donderdag 23 oktober 2003. Gandaius Actueel DE NIEUWE WET OP DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR AMBTENAREN donderdag 23 oktober 2003 Gandaius Actueel DE NIEUWE WET OP DE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN VOOR AMBTENAREN De studienamiddag is gewijd aan de wet

Nadere informatie

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt CONTRAST SEMINARS 20 FEBRUARI 2013 KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT I. DE GEWIJZIGDE WETGEVING INZAKE SCHIJNZELFSTANDIGHEID SCHIJNZELFSTANDIGHEID Schijnzelfstandigheid: partijen kwalificeren hun arbeidsrelatie

Nadere informatie

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4995 Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Arbeidsrecht in de publieke sector

Arbeidsrecht in de publieke sector Arbeidsrecht in de publieke sector FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Algemeen De overheid kan haar

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Une indemnité de non concurrence est-elle une indemnité de préavis déguisée? Arrêt Advocaten:

Nadere informatie

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T Rolnummer 4880 Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Datum 16 maart 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4055 Arrest nr. 16/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T Rolnummer 5297 Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

I. DE FEITEN EN DE VOORAFGAANDE RECHTSPLEGING

I. DE FEITEN EN DE VOORAFGAANDE RECHTSPLEGING Rolnummer : 27 Arrest nr. 22 van 25 juni 1986 In zake : de prejudiciële vraag gesteld door het Hof van Cassatie bij arrest van 2 december 1985 in de zaak van de naamloze vennootschap naar Frans recht COOPERATION

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ?

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Inleiding 1. Nieuwe werkgevers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, voor de eerste zes werknemers die zij aanwerven

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging 1 Wat? A. Inleiding verschillen tussen een feitelijke vereniging en een vzw B. Toegepast: Aansprakelijkheid welk risico lopen leden en bestuur

Nadere informatie

Beknopte Inhoudstafel

Beknopte Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt U bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)... 1 I. Wat is het recht?... 3 A. Oorsprong en noodzaak van het recht... 3 B.

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend.

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend. Bestuurder zijn is niet vrijblijvend. Ook in België wordt de verantwoordelijkheid van bestuurders met de dag belangrijker. Nieuwe wetgeving en procedures verplichten bestuurders om meer dan ooit bewust

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT pagina 1 1.) Auteursrechten, naburige rechten en loon. Analyse van het arrest van het Hof van Cassatie dd. 15 september 2014 Moeten naburige rechten onderworpen worden aan

Nadere informatie

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC FEDERALE POLITIE Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst Uitgiftenummer DGP/DPS-2007/4091/AJO het contentieux en de statuten Uitgiftedatum 25 JAN. 2007 Fritz Toussaintstraat 47 Classificatie

Nadere informatie

Onderzoek naar de wijze waarop de politiediensten omgaan met de afhandeling van schadegevallen naar aanleiding van hun optreden

Onderzoek naar de wijze waarop de politiediensten omgaan met de afhandeling van schadegevallen naar aanleiding van hun optreden Onderzoek naar de wijze waarop de politiediensten omgaan met de afhandeling van schadegevallen naar aanleiding van hun optreden ii INHOUDSOPGAVE 1. ANALYSE 1 1.1. Schade bij het foutief optreden van de

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Uitgaande van de filosofie milieuhandhaving: Bestuurlijke handhaving boven strafrechtelijke Probleem helpende handhaving boven bestraffende Van zacht naar

Nadere informatie

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit Limburg is een

Nadere informatie