Inspectierapport De Beijertjes (KDV) Johan Berkstraat XD Zuid-Beijerland Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport De Beijertjes (KDV) Johan Berkstraat XD Zuid-Beijerland Registratienummer Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: Korendijk Datum inspectie: Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Algemeen Alle peuterspeelzalen in de Hoeksche waard vormen samen Spelenderwijs, stichting peuterspeelzalen Hoeksche Waard. Peuterspeelzaal De Beijertjes biedt verzorging en opvoeding en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 4 jaar in de gemeente Korendijk. Zij bieden de opvang aan in het gebouw van basisschool de Regenboog. De peuterspeelzaal biedt opvang aan in een groep van maximaal 16 kinderen. De peuterspeelzaal biedt VVE aan en maken zij gebruik van het VVE-programma Uk en Puk. Sinds 1 januari 2017 is de locatie gewijzigd in het kader van de harmonisatie naar een registratie als kinderdagverblijf. Inspectiegeschiedenis Uit de inspectieonderzoeken in 2016 en 2017 komt naar voren dat de buitenspeelruimte een aandachtspunt is. De situaties die hierdoor ontstaan, hebben invloed op het pedagogisch handelen van de beroepskrachten. Daarnaast zijn er tijdens inspectieonderzoek op 30 maart 2017 aanbevelingen gedaan om de pedagogische praktijk te verbeteren. Huidige inspectie Naar aanleiding van het jaarlijkse inspectieonderzoek op 30 maart 2017 heeft de toezichthouder afgestemd met de gemeente Korendijk om een incidenteel onderzoek uit te voeren om te kijken hoe de punten uit het voorgaande rapport zijn opgepakt. Uit het onderzoek komt naar voren dat de beroepskrachten en de houder actief bezig zijn geweest om de situatie te verbeteren. Het onderzoek bestond uit een bezoek aan de opvanglocatie, een observatie en een gesprek met de beroepskrachten. Daarnaast is het pedagogisch werkplan meegenomen om het pedagogisch handelen in de praktijk te kunnen beoordelen. Per hoofdstuk is een beknopte beschrijving opgenomen waarop het kindercentrum getoetst is. Achterin het rapport is de itemlijst van de getoetste voorwaarden geplaatst. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van de vier basiscompetenties uit de Wet Kinderopvang waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen: namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van de bevindingen worden deze competenties hieronder toegelicht met een voorbeeld. Het beeld over het pedagogisch klimaat is tot stand gekomen door waarnemingen tijdens de observatie op de groep. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. De houder waarborgt de uitvoering van het pedagogisch beleid in het teamoverleg. Tijdens het gesprek met de beroepskrachten komt naar voren dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. De ontwikkeling van de kinderen wordt gemonitord door het inzetten van het kindvolgsysteem Kijk!. Er is geobserveerd tijdens het opruimen, een kringmoment en het buiten spelen. Emotionele veiligheid Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het dagschema wordt weergegeven met PUK-kaarten en besproken tijdens de eerste kring van de dag. Op deze manier weten de kinderen wat er komen gaat. Gedurende de ochtend worden de PUK-kaarten niet actief gebruikt, alleen als een kind hier behoefte aan heeft. Als een kind verdrietig is en vraagt wanneer zijn papa weer komt, legt de beroepskracht uit wat ze allemaal nog gaan doen, voordat papa hem komt halen. Het pictogram 'toiletronde' wordt niet gebruikt. De kinderen zijn vrij om naar het toilet te gaan wanneer ze moeten. Dit gebeurt tevens tijdens het kringmoment. Twee kinderen gaan onder begeleiding van de beroepskracht naar het toilet. De beroepskracht geeft aan dat de meeste kinderen tijdens het vrij spelen naar het toilet gaan. Als kinderen bezig zijn met zindelijkheid, worden deze kinderen wél gestimuleerd om gebruik te maken van het toilet. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief en houden oog voor het welbevinden van de kinderen. Een kind lijkt niet fit te zijn. De beroepskrachten bespreken dit onderling en houden in de gaten of een ouder eventueel gebeld moet worden. Daarnaast houden de beroepskrachten tijdens het buitenspelen toezicht en grijpen in als een kind hulp nodig heeft. Zo krijgen kinderen ondersteuning bij het pakken van een fiets en sluit de beroepskracht aan bij de wensen van de kinderen. Zij sluiten aan bij het spel en de belevingswereld van de kinderen. Persoonlijke competentie De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij herkennen signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Als een kind naar boven staat te kijken tijdens het buitenspelen, gaat de beroepskracht in op wat er gebeurt en zegt dat je het vliegtuig alleen kunt horen maar niet kunt zien door alle wolken. 4 van 9

5 Voor het fruit eten mogen alle kinderen de handen wassen, om de beurt mogen naar de kraan komen waar het handen wassen wordt begeleid door de beroepskracht. De handhygiëne wordt de kinderen bijgebracht en bij het goed wassen van de handen krijgt een kind een compliment. De kinderen worden gestimuleerd om nog meer te drinken als ze nog niet veel op hebben en benoemen dat het goed voor je is om te drinken. Sociale competentie De beroepskrachten begeleiden interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen, bijvoorbeeld leren delen, naar elkaar luisteren, wachten en helpen. Een aantal kinderen krijgt de opdracht om samen iets op te ruimen of helpt uit zichzelf de juf met het tillen van een krat. De kinderen willen heel graag helpen, maar dit verloopt niet altijd goed. Twee kinderen willen graag helpen als een kind het krat met bekers op tafel wil zetten. Het kind zegt een aantal keer 'nee'. Ze wil dit graag alleen doen en dit benoemen de beroepskrachten dan ook, 'het is heel lief dat je wilt helpen, maar ze kan het alleen'. Bij negatieve interacties grijpen de beroepskrachten adequaat in. Zo zijn kinderen elkaar aan het duwen en worden zij op dit gedrag aangesproken door de beroepskracht. Tijdens het buitenspelen verloopt het samenspel tussen de kinderen goed. Er is weinig begeleiding van de beroepskrachten nodig. Overdracht van normen en waarden In het pedagogisch werkplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Naar aanleiding van het vorige inspectiebezoek is er een duidelijke regel opgesteld met betrekking tot het staan op de stoeltjes. Als het bij het spel van de kinderen hoort, wordt er een uitzondering gemaakt. Het toepassen van deze regel is ook goed zichtbaar tijdens de observatie. Er is niemand geweest die op de stoel is gaan staan. Hieruit blijkt dat de regel bekend is bij de kinderen. De beroepskrachten geven duidelijke aanwijzingen. Als het druk is in de poppenhoek met kinderen die aan het opruimen zijn, probeert de beroepskracht een kind duidelijk te maken waar iets hoort. Het kind heeft dit niet door, waardoor de beroepskracht haar even bij de arm pakt, haar naam noemt en oogcontact maakt om aan te geven waar haar speelgoed hoort. Het bericht wordt ontvangen, waarna het kind verder kan met opruimen. De beroepskrachten hanteren de afspraken op eenduidige en consequente wijze. In de kring komt het voor dat kinderen speelgoed of een knuffel bij zich hebben. De kinderen worden verzocht deze onder hun stoel te leggen. Tijdens het buitenspelen mogen de kinderen alleen via de trap op de glijbaan klimmen. De kinderen die zich niet aan de regels en afspraken houden worden op een rustige manier aangesproken en indien nodig wordt de regel of de afspraak herhaald. Uit deze observatie blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. Op het kindercentrum is aandacht voor het bieden van emotionele veiligheid, stimulans van de persoonlijke en sociale vaardigheden en overdracht van waarden en normen. Hieruit volgt dat op peuterspeelzaal De Beijertjes de vier competenties voor de kinderopvang voldoende worden gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 9

6 Accommodatie en inrichting Buitenspeelruimte De peuterspeelzaal maakt gebruik van het aangrenzende buitenspeelplein van de basisschool. Het plein is toegankelijk voor de peuters. Een gedeelte van het plein zal worden afgeschermd met een hek. Dit hek wordt op 4 oktober 2017 geplaatst. Tot die tijd spelen de kinderen op een vaste tijd op het gehele schoolplein. Uit het vorige inspectieonderzoek bleek dat de afspraken met de school over de buitenspeeltijden niet goed werden opgevolgd. Momenteel kunnen de peuters iedere ochtend om 11 uur buitenspelen en worden de afspraken met de school nagekomen. Door het plaatsen van het hek, dat zorgt voor een eigen buitenspeelruimte, krijgt de peuterspeelzaal de mogelijkheid om buiten te spelen wanneer ze dit willen. De beroepskrachten geven aan dat ze ook nog gebruik zullen maken van het schoolplein, vanwege de aanwezige speeltoestellen. Dit is dan alleen mogelijk als er geen kinderen van school op het plein spelen. Uit het jaarlijkse inspectieonderzoek op 12 september 2016 kwam naar voren dat er zorgen waren over de onoverzichtelijkheid van het plein. Uit de huidige observatie blijkt dat de beroepskrachten duidelijke regels hanteren en het vrij spelen buiten verder soepel verloopt. Het plaatsen van het hek biedt de mogelijkheid om te allen tijde met de kinderen buiten te spelen. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties 6 van 9

7 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en Accommodatie en inrichting Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 9

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Beijertjes Website : Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder Adres houder : Biezenvijver 5 Postcode en plaats : 3297GK Puttershoek KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja : Spelenderwijs, stichting peuterspeelzalen Hoeksche Waard Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd Adres : Postbus 166 Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : M. van Maurik Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Korendijk Adres : Postbus 3708 Postcode en plaats : 3265ZG PIERSHIL Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 9

9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 9 van 9