Inspectierapport Piratenland (KDV) Johannes Kolfstraat CA WESTMAAS Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Piratenland (KDV) Johannes Kolfstraat CA WESTMAAS Registratienummer Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: BINNENMAAS Datum inspectie: Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Inspectie-items...6 Gegevens voorziening...8 Gegevens toezicht...8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Algemeen Kinderdagverblijf Piratenland is onderdeel van Stichting COKD. Stichting COKD biedt kinderopvang en buitenschoolse opvang aan in Dordrecht, Puttershoek en Westmaas. Sinds 1 oktober 2013 is de COKD gefuseerd met de SWK Groep. Kinderdagverblijf Piratenland bestaat uit 2 stamgroepen, een babygroep en een peutergroep. Huidige inspectie Op verzoek van de gemeente is het kinderdagverblijf dit jaar 2 keer bezocht. Het betrof een beperkte inspectie waarbij de toezichthouder zich heeft gericht op de pedagogische praktijk, de opvang in groepen en de beroepskracht-kind-ratio. Uit de inspectie is gebleken dat er aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De observatie heeft plaatsgevonden bij binnenkomst, vrij spelen en een drinkmoment. Bij binnenkomst gaat de beroepskracht in gesprek met het kind. Het betreft een jarige en er wordt gesproken over de cadeaus die hij heeft gekregen, daarnaast wordt uitgelegd wat er die dag gedaan gaat worden om zijn verjaardag te vieren. Het vrij spelen verloopt soepel. De kinderen worden vrijgelaten in hun activiteitenkeuze. De beroepskrachten geven de kinderen de ruimte hun verhaal te doen. De beroepskrachten reageren op de door de kinderen geïnitieerde gesprekjes, daarnaast zijn de regels en afspraken duidelijk aanwezig op de groepen. Zo wordt een kind dat met speelgoed rondloopt uit de poppenhoek erop gewezen dat hier alleen in de poppenhoek mee gespeeld mag worden. Het goede voorbeeld wordt gegeven. Als de beroepskracht speelgoed geeft aan een kind wordt 'alsjeblieft' gezegd. Als het fruit wordt rondgedeeld mogen de kinderen zelf kiezen welk fruit ze willen. Tijdens het drinkmoment worden de kinderen gestimuleerd om te drinken en te eten. Onder het drinkmoment worden diverse gesprekken gevoerd met de kinderen. De beroepskracht gaan in op de signalen van de kinderen en helpen waar dit nodig is. Een kind laat herhaaldelijk de fles vallen, waarna de beroepskracht concludeerd dat hij waarschijnlijk niet meer wil drinken. De fles wordt in het midden van de tafel geplaatst. Na een tijdje probeert de beroepskracht het kind nogmaals te laten drinken waar het kind positief op reageert. De kinderen worden om de beurt verschoond en naar bed gebracht. Als enkele kinderen ongeduldig worden, gaat de beroepskracht in op hetgeen ze ziet en benoemt dit. De communicatie wordt afgestemd op het niveau van de kinderen. De beroepskrachten zijn bekend met de bijzonderheden van de kinderen. De thuissituatie van een kind is bekend en hier wordt op ingespeeld in de omgang met het desbetreffende kind. Uit de observatie blijkt dat voldaan wordt aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. Het kindercentrum voldoet hieraan door het bieden van emotionele veiligheid, de persoonlijke en sociale competenties te stimuleren en de aandacht voor waarden en normen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties 4 van 9

5 Personeel en groepen Opvang in groepen Kinderdagverblijf Piratenland bestaat uit 2 stamgroepen. De peutergroep 'De Strandjutters' met maximaal 14 kinderen van 2-4 jaar en 'De Zeerovers' met maximaal 9 kinderen van 0-2 jaar. Er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van het inspectiebezoek was de beroepskracht-kind-ratio als volgt. Naam groep Leeftijd Aantal kinderen Aantal vereiste beroepskrachten Aantal aanwezige beroepskrachten Zeerovers 0-2 jaar Strandjutters 2-4 jaar Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 9

6 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 9

7 Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 9

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Piratenland Website : Aantal kindplaatsen : 38 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Centrale Organisatie Kinderopvang Drechtsteden Adres houder : Postbus Postcode en plaats : 3009MA ROTTERDAM Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd Adres : Postbus 166 Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : M. van Maurik Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : BINNENMAAS Adres : Postbus 5455 Postcode en plaats : 3299ZH MAASDAM Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : NVT Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : Uiterlijk van 9

9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 9 van 9