Walvis en de Paarse Krokodil in 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Walvis en de Paarse Krokodil in 2007"

Transcriptie

1 Walvis en de Paarse Krokodil in 2007 Globale consequenties voor de administratieve lasten van de Loonheffingen voor bedrijven in 2007 J.J. Boog drs. M.J.F. Tom drs. J.P. Vendrig Zoetermeer, juni 2007

2 Dit onderzoek is gefinancierd door MKB Nederland. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Uitgangspunten Inleiding De wijzigingen voor bedrijven door Walvis en globaal het effect op de administratieve lasten in De wijzigingen voor bedrijven door de Paarse Krokodil en globaal het effect op de administratieve lasten in Onderzoeksresultaten Inleiding Mutaties in Standaardkostenmodellen door Walvis Mutaties in Standaardkostenmodellen door de Paarse Krokodil Reactie EIM op brief van de staatssecretaris 13 4 Conclusies 17 Bijlagen I Programma Paarse Krokodil 19 II Mutaties AL in berichten Standaardkostenmodel door Walvis 41 3

4

5 1 Inleiding Wetten en regels van de overheid voor bedrijven rondom de loonadministratie veroorzaken hoge administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Alleen al vanuit verplichtingen voortvloeiend uit de Wet op de Loonbelasting/premie volksverzekeringen (Loonheffing) en de wetgeving rondom de premieheffing en uitkeringsverzorging van werknemersverzekeringen is dat 11% van de jaarlijkse administratieve lasten van 16,4 miljard voor bedrijven (peildatum: ultimo 2002). In de reductievoorstellen van de overheid krijgt het terugdringen van de administratieve lasten voor bedrijven op het gebied van de loonadministratie veel aandacht. In 2005 is door het ministerie van Financiën samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een omvangrijk reductieprogramma doorgevoerd onder de naam WALVIS (afkorting van Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten en Aansluitingswet Financiën). De operatie Walvis kende twee fasen. 1 Fase 1 van het traject, ingegaan op 1 januari 2005 inhoudende dat er nog maar één berekeningswijze voor loonheffing en premieheffing wordt gehanteerd. Bedrijven moeten de gegevens nog wel aan twee instanties aanleveren: aan de Belastingdienst en de UWV. 2 Fase 2 van het traject, ingegaan op 1 januari 2006, bracht de heffing en inning van premies in één hand. Voor werkgevers betekent dit dat de loonaangiften vanaf die datum alleen aan de Belastingdienst worden gedaan. Werkgevers hoeven niet meer de gegevens voor de loonheffing aan de Belastingdienst aan te leveren en apart de gegevens voor de premieheffing aan het UWV. Hoewel Walvis, zeker op termijn, de administratieve last zal verlichten, werden organisaties in eerste aanleg geconfronteerd met ingrijpende aanpassingen in de salarisadministratie. Daardoor hebben de bedrijven de door de overheid berekende administratieve lastenverlichting niet altijd ervaren. In dat licht heeft EIM in december 2005/januari 2006 in opdracht van MKB- Nederland onderzoek verricht 1. Het onderzoek betrof de beantwoording van de onderzoeksvragen: Welke ontwikkelingen zijn er door WALVIS in de administratieve lasten voor bedrijven in 2005 en 2006? Welke consequenties heeft dat gehad voor de administratieve lasten ten opzichte van de nulmetingen administratieve lasten voor de Loonheffing en de Werknemersverzekeringen (standcijfer ultimo 2002)? EIM heeft toen becijferd dat de administratieve lasten voor bedrijven, ten opzichte van de nulmetingen administratieve lasten voor de Loonheffing en 1 Walvis en Loonheffing, Globale consequenties administratieve lasten bedrijven op het gebied van loonheffing en premies werknemersverzekeringen, EIM Zoetermeer, februari

6 de Werknemersverzekeringen (standcijfer: ultimo 2002), met 73,5 miljoen kunnen afnemen. De reductievoorstellen die door de betrokken ministeries (Financiën en SZW) zijn becijferd en in kamerstukken zijn neergelegd, alsmede door IPAL op dit terrein zijn gepubliceerd ( leiden tot een bedrag van 295 miljoen 1, een verschil van ruim 220 miljoen met de EIM-berekeningen. In de contacten tussen MKB Nederland en EIM enerzijds en de Ministeries van Financiën en SZW anderzijds is in 2006 over dat verschil gesproken, maar de beide partijen bleven vasthouden aan de door hen berekende reductie en de daaraan ten grondslag liggende factoren. Sindsdien is het reductieprogramma Administratieve Lasten, ook op het terrein van de Loonbelasting en de Werknemersverzekeringen doorgegaan. Prominent daarin is het programma de Paarse Krokodil, met een geraamde besparing van 50 miljoen. Ook voor de Paarse Krokodil had MKB Nederland de behoefte om de ingeboekte reductie door te laten rekenen. Daarnaast was er de behoefte om de in 2006 door EIM voor Walvis vastgestelde reductie van 73,5 miljoen per 2007 te actualiseren. Dit met de gedachte dat de door bedrijven inmiddels opgedane ervaring met Walvis mogelijkerwijs tot wijzigingen in de administratievelastenreductie zou leiden. Met name geldt dat ook voor de effecten door de Eerstedagmelding / Laatstedagmelding. MKB Nederland heeft EIM daarom opdracht gegeven voor het volgende onderzoek: Wat zijn de ervaringen van bedrijven met WALVIS en de Paarse Krokodil 2007 en wat zijn de consequenties voor de administratieve lasten ten opzichte van de nulmetingen administratieve lasten voor de Loonheffing en de Werknemersverzekeringen (standcijfer ultimo 2002)? Dit rapport is de weerslag van deze opdracht en kent de volgende opbouw. Eerst wordt ingegaan op de uitgangspunten van het onderzoek, waaronder de samenloop tussen Loonheffing en Werknemersverzekeringen en hoe de overheid daarmee omgaat (hoofdstuk 2). Daarna worden in hoofdstuk 3 de resultaten van het onderzoek gepresenteerd, verdeeld in twee stukken: de resultaten van de actualisering van de reductie van administratieve lasten ten gevolge van Walvis; de resultaten van de reductie van administratieve lasten ten gevolge van de Paarse Krokodil. In hoofdstuk 3 zal eveneens worden ingegaan op de verschillen tussen de door EIM en de Ministerie van Financiën en SZW berekende reductie van administratieve lasten. In hoofdstuk 4 tenslotte, worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. 1 Bron: Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 28 april 2004 (Kamerstuk en 28371, nr. 24, vergaderjaar ). 6

7 2 Uitgangspunten 2.1 Inleiding De administratieve lasten voor het bedrijfsleven als gevolg van de Wet op de Loonbelasting/premie volksverzekeringen bedragen in totaal jaarlijks ruim 750 miljoen (peildatum: ultimo 2002). De administratieve lasten voor het bedrijfsleven als gevolg van de Wetten in relatie tot de Werknemersverzekeringen (de Premieheffingskant, exclusief de uitkeringsverzorging) bedragen jaarlijks ruim 670 miljoen (peildatum: ultimo 2002). Dit blijkt uit de nulmeting administratieve lasten over de fiscale wetgevingsterreinen en sociale verzekeringswetten die EIM heeft uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Financiën (c.q. de Belastingdienst) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de nulmetingen administratieve lasten Loonbelasting/premie volksverzekeringen en Werknemersverzekeringen van ultimo 2002 zijn alle administratieve handelingen in kaart gebracht, gekoppeld aan informatieverplichtingen die de overheid wettelijk verplicht. Deze informatieverplichtingen zijn door een draagvlakoverleg met vertegenwoordigers van de overheid en werkgeversorganisaties getoetst op juistheid en compleetheid. Door middel van raadpleging van bedrijven en (bij uitbesteding) accountants- en administratiekantoren is nagegaan wat de tijdbesteding van bedrijven aan deze administratieve handelingen is, alsmede op welk functieniveau de werkzaamheden worden uitgevoerd. De tijdsbesteding is deels gemeten via stopwatchonderzoek (bij hoogfrequente administratieve handelingen) en is deels via expertinterviews verzameld. Na accordering door een deskundigenoverleg met vertegenwoordigers die in de dagelijkse uitvoeringspraktijk de administratieve lasten ondervinden, zijn deze gegevens vermenigvuldigd met het aantal keren per jaar dat de informatieverplichtingen worden nageleefd en zo zijn uiteindelijk de administratieve lasten bepaald. Belangrijk is te vermelden dat er samenloop is tussen het wetgevingsterrein Loonbelasting/premie volksverzekeringen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Financiën en het wetgevingsterrein rondom de Werknemersverzekeringen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De overheid legt informatieverplichtingen op aan bedrijven welke zijn gerelateerd aan de loonadministratie die beide wetgevingsterreinen dienen. Daarom is in de Commissie Van Lunteren destijds besloten bij informatieverplichtingen waar sprake is van samenloop tussen genoemde wetgevingsterreinen, de kosten van deze berichten op basis van een 50%-50%-verdeling aan beide terreinen toe te rekenen. In het onderzoek van EIM voor het ministerie van SZW naar de administratieve lasten van de Werknemersverzekeringen is de Commissie Administratieve Lastenverlichting van het ministerie van SZW (Commissie Kuipers) daarin meegegaan. Bij de informatieverplichtingen waar samenloop is, is daar rekening mee gehouden. 7

8 2.2 De wijzigingen voor bedrijven door Walvis en globaal het effect op de administratieve lasten in 2007 MKB-Nederland heeft destijds (2005) aan EIM, per belangrijke wijziging door WALVIS, aangegeven wat de inhoudelijke gevolgen voor de informatieverplichtingen van het bedrijfsleven zijn uit hoofde van de loonheffing en werknemersverzekeringen. Een belangrijke bron van informatie op dit gebied is ook de overheidswebsite: Op 1 januari 2006 is, (ter vulling van de Polisadministratie) het Loonaangiftebericht geïntroduceerd en werd de vernieuwde manier van heffing en inning van premies volgens de wet WFSV een feit. Daarbij werd aangegeven dat pas in 2008, na de vulling van Loonaangifteberichten over de jaren 2006 en 2007, de nieuwe polisadministratie in gebruik genomen zou kunnen worden, waardoor het opvragen van extra gegevens bij de werkgever tot het verleden zou behoren. Door middel van deskresearch heeft EIM het geleverde materiaal bestudeerd en aangrijpingspunten bepaald voor de veranderingen bij de nulmeting in 2002 op basis waarvan de ontwikkeling door WALVIS kan worden becijferd. Daarbij ging ook aandacht uit naar de automatiseringsgraad en de mate van uitbesteding. EIM heeft vervolgens een rekenmodel ontwikkeld, waarmee de effecten zijn berekend. De verandering in tijdbesteding aan deze gewijzigde of nieuwe verplichtingen is vervolgens vastgesteld door raadpleging van degenen die deze informatieverplichtingen vervullen (het bedrijfsleven of zijn intermediairs). Dat wil zeggen via een aantal expertinterviews met bedrijven, administratie- en accountantskantoren en computerservicebureaus. Bij nieuwe verplichtingen is het ook noodzakelijk om te weten te komen wat de frequentie is van deze berichten. Deze frequenties zijn, uitgaande van beschikbare gegevens van Belastingdienst en UWV, zo goed mogelijk geschat. Op basis van deze toetsing is een eigen schatting van de administratieve lasteneffecten door WALVIS gemaakt. Dit is vervolgens vergeleken met de reductievoorstellen die door de betrokken ministeries zijn becijferd en in kamerstukken zijn neergelegd, alsmede door IPAL op dit terrein zijn gepubliceerd ( 2.3 De wijzigingen voor bedrijven door de Paarse Krokodil en globaal het effect op de administratieve lasten in 2007 Samengevat bestaat het programma de Paarse Krokodil uit de hierna weergegeven voorstellen (een uitgebreide beschrijving, inclusief de gevolgen voor de administratieve lasten zijn in Bijlage I opgenomen). 1 Vereenvoudiging heffing op geschenken in natura Er komt één regeling voor geschenken. Over één of meerdere geschenken in natura tot 70 per kalenderjaar vindt eindheffing plaats tegen een vast ta- 8

9 rief van 20%. Er worden geen voorwaarden meer gesteld aan de gelegenheid waarbij de geschenken worden gegeven. De overige geschenkenregelingen vervallen, behoudens de regeling voor geschenken met een in hoofdzaak ideële waarde. 2 Vereenvoudiging fiscale maaltijdenregeling. Afschaffen van de zeedagenaftrek De zogenoemde 80-maaltijdenregeling vervalt. Alle meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden kunnen onbelast worden vergoed of verstrekt. De normbijtellingen voor deze maaltijden boven de 80 keer per jaar vervallen. Daarmee vervalt ook de normbijtelling van 4,45 per dag voor kost aan boord van schepen. Daartegenover kan de zeedagenaftrek van 4 per zeedag vervallen. 3 Vrijstelling personeelsfeesten, personeelsreizen en personeelsverenigingen Vergoedingen en verstrekkingen ter zake van personeelsfeesten, personeelsreizen en personeelsverenigingen worden geheel vrijgesteld, indien driekwart van de werknemers of driekwart van de werknemers van een functionele eenheid recht hebben op deze vergoeding of verstrekking en indien niet alleen de DGA s recht hebben op de vergoeding of verstrekking. 4 Vrijstelling van telefoon en Internet Voorgesteld wordt om de huidige regelingen voor de telefoon, de tweede telefoon, kabel/adsl en ISDN te vervangen door één eenvoudige regeling. De vergoedingen en verstrekkingen voor telefoons of Internet worden vrijgesteld als sprake is van meer dan bijkomstig zakelijk gebruik. 5 Verruiming vaste reiskostenvergoeding De criteria voor vaste onbelaste reiskostenvergoedingen worden verruimd. Aan werknemers die hoofdzakelijk (dat is 70% of meer) op een vaste plaats werken, kan een vaste onbelaste reiskostenvergoeding worden betaald alsof zij het volledige jaar op die plaats werken. 6 Vrijstelling OV-kaart; vormvrije bewaarplicht OV-plaatsbewijzen Twee aspecten spelen een rol: Afschaffing van de bijtellingen bij OV-kaarten die mede voor het werk of woon-werkverkeer worden gebruikt. Met betrekking tot vergoedingen voor het reizen met OV vervalt de eis dat de plaatsbewijzen per werknemer moeten worden bewaard. 7 Vervallen loonbelastingverklaring Als gevolg van het invoeren van de eerstedagsmelding (EDM) kan bij het tegelijkertijd uitvragen van enkele, voor de loonheffing van belang zijnde, gegevens worden volstaan met één contactmoment tussen werkgever en werknemer. De interactie tussen werkgever en werknemer bij de eerste loonbetaling hoeft dan niet meer plaats te vinden. De feitelijke informatieuitvraag over het al dan niet toepassen van de loonheffingskorting gaat 9

10 over naar het moment van de indiensttreding. De loonbelastingverklaring kan daarom vervallen. 8 Afschaffing normbijtelling fietsregeling Afschaffing van de bijtelling van 68 die bij toepassing van de fietsregeling moet plaatsvinden. Daardoor wordt de fietsregeling administratief minder bewerkelijk. 9 Verruiming regeling bedrijfsfitness De bedrijfsfitnessregeling wordt verruimd door het laten vervallen van de voorwaarde dat de fitness (nagenoeg) geheel gedurende werktijd moet plaatsvinden. Als de fitness niet op de werkplek plaatsvindt, geldt wel als voorwaarde dat de fitness plaatsvindt op een door de werkgever voor alle werknemers (met dezelfde arbeidsplaats) aangewezen locatie. 10 Vervallen onbelaste vergoeding onregelmatige diensten Voorgesteld wordt om de vergoedingen in verband met onregelmatige diensten te belasten 11 Vereenvoudiging bij verplaatsingen binnen concernverband Concerns kunnen zich tot de inspecteur wenden met het verzoek hen aan te wijzen als samenhangende groep. Zodra een samenhangende groep is aangewezen, gelden administratieve vereenvoudigingen m.b.t. verplaatsing van een werknemer binnen een concern. Het gaat om het niet opnieuw de identiteit van de werknemer te hoeven vaststellen met de daaraan verbonden administratie, het niet opnieuw een loonbelastingverklaring te hoeven invullen, het kunnen laten doorlopen van de werknemersspaarregeling en het kunnen laten doorlopen van de beschikking voor de bewijsregel voor extratoriale werknemers. Verder geldt dat de op de loonaangiften van de afzonderlijke werkgevers af te dragen loonheffingen op termijn in één bedrag mogen worden voldaan. Kwantificering In totaal is voor de Paarse krokodil door de Ministerie van Financiën en SZW een reductie van ruim 50 miljoen geraamd. 10

11 3 Onderzoeksresultaten 3.1 Inleiding Gegeven de uitgangspunten van het onderzoek en de onderzoeksaanpak zijn de effecten van de administratieve lasten door Walvis en de Paarse Krokodil bepaald. 3.2 Mutaties in Standaardkostenmodellen door Walvis Vastgesteld in december 2005/januari 2006 Per bericht is in het Standaardkostenmodel van respectievelijk de Loonbelasting en de Werknemersverzekeringen aangegeven wat de effecten op de administratieve lasten zijn door Walvis (zie verder de tabellen 1 en 2 in bijlage II). Vanwege de herkenbaarheid van de modellen is er niet voor gekozen om beide modellen in elkaar te voegen tot één model. Uit praktische overwegingen is voor deze oplossing gekozen. Het is derhalve niet zo dat de administratieve lasten op het terrein van het ministerie van Financiën met 72,55 miljoen afnemen en voor het ministerie van SZW met 0,95 miljoen. De resultaten moeten per saldo worden bezien, waarbij de administratieve lastenverlichting door Walvis in totaal 73,5 miljoen bedraagt. Het betreft hier de begin 2006 becijferde uitkomsten. In paragraaf wordt ingegaan op de geactualiseerde resultaten Geactualiseerde resultaten De gesprekken met de deskundigen hebben opgeleverd dat de in december 2005/januari 2006 geraamde effecten nog steeds juist zijn. Wel was bij het vorige rapport van EIM (januari 2006) nog niet duidelijk of er sprake zou zijn van een Laatste Dag Melding (LDM). In de oude systematiek moest via het Melding Sociale Verzekeringsbericht (MSV) de uitdiensttreding van een werknemer aan het UWV worden gemeld. Inmiddels is gebleken dat de Belastingdienst de betreffende gegevens af kan lezen uit de periodieke loonaangifteberichten van de werkgever. Daarom is voor het vervallen van de afmelding werknemer een extra besparing toegerekend. Aannemende dat de verhouding tussen de instromende en de uitstromende werknemers is, bedraagt de reductie 15,2 miljoen (ten opzichte van de 0-meting in 2002). Dit heeft tot gevolg dat de administratieve lastenverlichting door Walvis op termijn in totaal 88,7 miljoen bedraagt. Een bedrag van 38,2 miljoen daarvan wordt veroorzaakt doordat de informatieuitvraag bij de werkgever in het kader van een aanvraag werkloosheiduitkering / wachtgeld / arbeids- 1 Een deel is nieuwkomer op de arbeidsmarkt en een deel keert niet meer terug in het arbeidsproces. Gegeven de economische ontwikkeling c.q. de groei van de bevolking is de aanname dat er meer mensen tot de arbeidsmarkt toe- dan uittreden. Vandaar de verhouding

12 ongeschiktheidsuitkering kan komen te vervallen; dit als gevolg van de Polisadministratie. Voorwaarde is dat de Polisadministratie goed werkt en dat het dan niet meer nodig is dat de werkgever historische gegevens verzamelt en aanreikt aan de overheid. Dat is echter pas in 2009 het geval, zoals inmiddels via een brief van de Minister van SZW 1 is aangegeven. Naar verwachting is het jaar 2007 nodig om de Polisadministratie op orde te krijgen. In 2008 kan dat dan gevuld worden, zodat de besparingen van de Polisadministratie in 2009 zijn beslag kunnen krijgen (zie ook paragraaf 3.4). Opmerking bij de geactualiseerde resultaten Ook DGA s zijn door Walvis verplicht maandelijks aangifte te doen en de betaling ervan te voldoen. In het Standaardkostenmodellen is daar rekening mee gehouden door de frequentie van het aantal betalingen te verhogen. Er zijn plannen om in de komende periode de verplichtingen voor de DGA s te verlichten. Hiermee is in de actualisering (stand van zaken per 2007) geen rekening gehouden 2. Het in de Standaardkostenmodellen (peildatum 2002) gehanteerde percentage uitbesteding versus de zelfdoeners is Mede onder invloed van Walvis en de verplichte elektronische aangifte zal deze verhouding waarschijnlijk gewijzigd zijn. Bij de actualisering is daar geen rekening mee gehouden. In eventuele nieuwe nulmetingen zal het percentage uitbesteding versus de zelfdoeners opnieuw bepaald moeten worden. 3.3 Mutaties in Standaardkostenmodellen door de Paarse Krokodil In totaal is voor de Paarse Krokodil door de Ministeries van Financiën en SZW een administratieve lastenverlichting van ruim 50 miljoen geraamd. In het kader van het onderzoek heeft EIM voor deze administratieve lastenverlichting per onderdeel de ramingen van de ministeries getoetst. In bijlage I wordt nader ingegaan op het oordeel van EIM daarover. Wellicht ten overvloede: EIM heeft een vergelijking gemaakt ten opzichte van de nulmeting in Sommige voorstellen van de Paarse Krokodil echter hebben betrekking op wetswijzigingen die ná 2002 zijn ingevoerd. Daarmee erkent EIM dat, ten opzichte van de invoering, er reducties van de administratieve lasten kunnen opgetreden (overigens, ook verzwaringen), maar deze kunnen niet als een besparing ten opzichte van de nulmeting 2002 worden beschouwd. Het bovenstaande in acht nemende lijkt voor EIM een reductie van 17,5 miljoen acceptabel (zie tabel 1). 1 Brief Stand van zaken WALVIS d.d. 10 april 2007, kenmerk UB/K/2007/ Bijvoorbeeld door een lagere frequentie van de aangiften of door de loonaangifte voor DGA s binnen de Inkomstenbelasting te brengen. 12

13 tabel 1 reductie administratieve lasten Paarse krokodil t.o.v. de nulmeting 2002 Onderdeel Paarse Krokodil raming Min. v Fin. oordeel EIM - in miljoenen euro s - 1 Vereenvoudiging heffing op geschenken in natura 3 3 2a Vereenvoudiging fiscale maaltijdenregeling 2 2 2b Afschaffen van de zeedagenaftrek > Vrijstelling personeelsfeesten, personeelsreizen en personeelsverenigingen Vrijstelling van telefoon en Internet Verruiming vaste reiskostenvergoeding Vrijstelling OV-kaart; vormvrije bewaarplicht OVplaatsbewijzen Vervallen loonbelastingverklaring 18,4 0 8 Afschaffing normbijtelling fietsregeling 0,2 0 9 Verruiming regeling bedrijfsfitness Vervallen onbelaste vergoeding onregelmatige diensten 0,5 `0,5 11 Vereenvoudiging bij verplaatsingen binnen concernverband > 0 0 Totaal 50,1 17,5 Het grootste verschil wordt verklaard door het voorstel Vervallen Loonbelastingverklaring. Wanneer met de invoering van het reductievoorstel de totale verplichting m.b.t. de loonbelastingverklaring zou komen te vervallen, is zoals geraamd een netto-reductie van 18,4 mln. te behalen. Echter, de deskundigen hebben aangegeven dat er materieel geen besparing bereikt wordt. De werkgever moest bij het in dienst nemen van nieuwe werknemers een loonbelastingverklaring in vullen en een kopie van het identiteitsbewijs maken. De persoonlijke gegevens op de loonbelastingverklaring komen vrijwel overeen met de gegevens op de Eerstedagsmelding en loonaangiften die werkgevers sinds 1 juli 2006 moeten doen. Daarnaast moet een werknemer bij zijn werkgever aangeven dat hij in aanmerking wil komen voor loonheffingskorting. Hij kan daarvoor een vormvrije verklaring afgeven. Op het moment dat hij dat niet doet, dan wel vergeet, zal bij de eerst volgende loonbetaling bezwaar gemaakt worden. De werkgever moet dan met terugwerkende kracht gegevens gaan corrigeren, hetgeen relatief bewerkelijk is. Werkgevers kiezen er derhalve voor om bij indiensttreding zelf een uniform formulier af te geven en aan de werknemer te overhandigen. In de praktijk wordt dan veelal gebruikgemaakt van het format zoals dat via de site van de Belastingdienst gedownload kan worden, waardoor er in de uitvoeringspraktijk geen verschil is met de vroegere situatie. 3.4 Reactie EIM op brief van de staatssecretaris Nadat MKB Nederland in februari 2006 het eindrapport Administratieve Laten Walvis en Loonsomheffing had gepubliceerd, werden Kamervragen gesteld waarom de cijfers die door de ministeries en EIM zijn berekend zo van elkaar verschilde. De toenmalige staatssecretaris Wijn antwoordde in een brief d.d. 15 februari

14 Over het rapport is destijds overleg geweest tussen MKB Nederland en EIM enerzijds en de Ministerie van Financiën en SZW anderzijds. Met de actualisering van de meting is opnieuw gekeken naar de resultaten. Daarbij zijn in het bijzonder de argumenten (her)overwogen die destijds door de staatssecretaris werden aangevoerd ter verdediging van de door hem gepresenteerde reductie. In het vervolg van deze paragraaf zijn de argumenten van de staatssecretaris samengevat, met daarbij cursief gedrukt de reactie van EIM. Indeling en rubricering wijken af Staatssecretaris: De staatssecretaris stelt dat in het rapport voor een indeling en rubricering is gekozen die niet overal parallel loopt met de indeling en rubricering zoals die bij de ramingen van Walvis zijn gevolgd. Deze verschillen compliceren de mogelijkheden om een één-op-één vergelijking te maken tussen de door het EIM en MKB-Nederland gepresenteerde effecten en de ramingen van het kabinet. EIM: erkent dit koppelingsprobleem, maar ziet dit als onontkoombaar gegeven de vaste formats voor de Loonheffing en de Werknemersverzekeringen in de Standaardkostenmodellen. Wijzigingen als gevolg van Walvis konden niet eenduidig in het ene dan wel het andere model verwerkt worden. Dit koppelingsprobleem is overigens geen oorzaak voor de grote afwijking van de cijfers. Globalisatie van de eindheffing wordt niet meegenomen Staatssecretaris: De staatssecretaris stelt dat voorbij gegaan is aan de mogelijkheid tot globalisatie voor de eindheffing. Daarmee zou de verschuldigde eindheffing LB voor de totale populatie van werknemers (in plaats van per individuele werknemer) berekend kunnen worden. Daardoor wordt een reductie verkregen, geraamd op 170 miljoen. EIM: Op basis van de bevindingen van de gesprekken met deskundigen is EIM van mening dat in de praktijk er twee redenen zijn waarom de globalisatie van de eindheffing niet wordt toegepast. 1 Als gevolg van de verschillende bijzondere vergoedingen en verstrekkingen dienen inhoudingsplichtigen toch maandelijks gegevens per werknemer bij te houden. Dientengevolge kan niet volstaan worden met een enkele (jaarlijkse) eindheffing. 2 Aannemende dat iedere werknemer bijzondere vergoedingen zou krijgen, maar dat deze beneden de grens van 200,- per maand zou blijven. In dat geval zou de globalisatie van de eindheffing als consequentie hebben dat inhoudingsplichtigen voor dat deel, kleiner dan 200,- per maand, de belastingheffing voor eigen rekening zouden moeten nemen, terwijl voorheen een gedeelte door de werknemer werd gedragen. Zij zouden dus voor de globalisatie van de eindheffing meer geld kwijt zijn. Er dient immers brutering plaats te vinden, waardoor de verschuldigde loonbelasting niet op de werknemer verhaald kan worden Op dit moment lopen de eindheffingstarieven op tot 108,3%. Indien niet voor eindheffing wordt gekozen, bedraagt het tarief maximaal 52%, welke 14

15 belasting bovendien van de werknemer kan worden ingehouden. Kiest een werkgever voor de eindheffing dan dient hij zelf een tarief van maximaal 108,3% aan de belastingdienst af te dragen. Om die reden verwacht EIM dat werkgevers niet snel geneigd zullen zijn om voor de eindheffing te kiezen aangezien dit tot een stijging van de loonkosten leidt. Afschaffing Melding Sociale Verzekering/Invoering gecombineerde loonaangifte onvoldoende meegewogen en Polisadministratie Staatssecretaris: De staatssecretaris schrijft dat EIM en MKB-Nederland veronderstellen dat de administratieve lasten als gevolg van de vervanging van de Melding Sociale Verzekering (MSV) door de Eerstedagsmelding (EDM) met ca. 7 mln. zullen toenemen, om reden dat op de EDM meer velden moeten worden ingevuld. Dit is feitelijk onjuist. Met de EDM zoals die per 1 juli a.s. zal worden ingevoerd, wordt aanzienlijk minder informatie uitgevraagd dan met de MSV het geval was. Om die reden heeft het kabinet voor de introductie van de EDM een toename van de administratieve lasten met ca. 10 mln geraamd, terwijl de administratieve-lastenreductie samenhangend met het afschaffen van de MSV is geraamd op ca. 27 miljoen. Aangezien de EDM pas bij Nota van wijziging in WFSV-verband is geïntroduceerd, is de daarmee samenhangende administratieve-lastenreductie van 17 miljoen. in de boekhouding van het kabinet separaat buiten het beeld voor Walvis en SUB verantwoord. Voor de vergelijkbaarheid van het rapport van het EIM en MKB-Nederland enerzijds en de raming van het kabinet anderzijds, betekent dit dat de cijfers van het EIM en MKB-Nederland in technische zin met een bedrag van 7 mln. moeten worden gecorrigeerd. EIM: Met de periodieke loonaangifte wordt een aantal gegevens gevraagd die eerder niet werden gevraagd, zoals meisjesnaam, bepaalde/onbepaalde tijd, dertiende maand, nationaliteit, sector en risicogroep, e.d. Deze gegevens dienen, zeker in het begin, aangegeven te worden. Daarmee is het vergelijkbaar met een MSV, waarbij ook gegevens bij indiensttreding moeten worden uitgevraagd en vermeld. Vandaar dat EIM deze in het model bij de MSV heeft geplaatst. Staatssecretaris: Het EIM en MKB-Nederland menen dat de administratievelastenverlichting samenhangend met de invoering van de gecombineerde loonaangifte ruim 7 miljoen bedraagt. Het kabinet gaat in het huidige beeld uit van een totale reductie van de administratieve lasten op deze onderdelen met ca. 40 miljoen. Het kabinet gaat er daarbij in de kern vanuit dat op het punt van de gecombineerde aangifte en betaling een aanzienlijke efficiencyslag bij het bedrijfsleven haalbaar moet zijn. Enerzijds behoeven bedrijven nog maar met één instantie zaken te doen de Belastingdienst, anderzijds leidt de introductie van het elektronische aangiftebericht ertoe dat de gegevens die noodzakelijk zijn voor de aangifte met een druk op de knop uit de loonadministratie in het aangifteformat kunnen worden gezet. Ook hier is het aan het bedrijfsleven zelf om van de geboden faciliteiten optimaal gebruik te maken. Staatssecretaris: Het EIM en MKB-Nederland gaan er vanuit dat de administratieve lastenbesparing in verband met de polisadministratie vanaf

16 wordt gerealiseerd. Dit is volgens de staatssecretaris echter niet het geval. Naar verwachting zal vanaf 2007 informatie uit de polisadministratie beschikbaar komen ten behoeve van de WW/ZW en de Wet arbeid en zorg. De informatie uit de polisadministratie komt vanaf 2009 beschikbaar voor de WIA. Voor zover ik kan nagaan, hebben het EIM en MKB-Nederland de administratieve-lastenreductie samenhangend met het meervoudig gebruik van informatie uit de polisadministratie voor WW en wachtgeld op hetzelfde bedrag berekend als in de raming van het kabinet. Alleen al om die reden bevreemdt het mij dat het EIM en MKB-Nederland het bedrag voor het meervoudig gebruik van informatie ten behoeve van de WAO op het eerste gezicht met ca. 6 mln lager hebben ingeschat dan de inschatting van het kabinet. EIM: heeft de besparing AL voor de WW/Wachtgeld becijferd op ruim 32 miljoen en voor de WAO op 6 miljoen. De opmerking dat EIM voor de aanvraag WAO een 6 miljoen lagere besparing toekent is vreemd, want het totaalbedrag voor de aanvraag WAO is in de 0-meting maar 6 miljoen. Als gevolg van de invoering van de Polisadministratie zal een AL-reductie worden gerealiseerd. Echter, gelet op de referteperiode zullen de voordelen voor de WIA pas vanaf 2009 gerealiseerd worden. voor de WW/ZW en de Wet Arbeid en Zorg hadden de Ministeries van Financiën en SZW oorspronkelijk de verwachting dat de voordelen vanaf 2007 zouden optreden. Inmiddels is duidelijk geworden (via een brief van de Minister van SZW 1 ) dat de Polisadministratie nog niet optimaal werkt en gevuld is. Er worden dan ook nog steeds gegevens opgevraagd omdat men niet kan putten uit de Polisadministratie. Naar verwachting is de Polisadministratie per 2008 op orde, zodat de besparingen met ingang van 2009 zijn beslag kunnen krijgen. 1 Brief Stand van zaken WALVIS d.d. 10 april 2007, kenmerk UB/K/2007/

17 4 Conclusies De ervaringen van ondernemers in de uitvoeringspraktijk als gevolg van veranderingen in wet- en regelgeving op het terrein van de Loonheffing door Walvis en de Paarse Krokodil zijn door EIM op de gevolgen voor de administratieve lasten van bedrijven onderzocht. Vooropgesteld dient te worden dat het een goede zaak is geweest dat, om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te reduceren, het kabinet een beleidskader heeft ontwikkeld waarmee de omvang kon worden vastgesteld en de ontwikkeling van de administratieve lasten kan worden gevolgd. Mede op basis daarvan is een klimaat ontstaan voor reductie van administratieve lasten en is het door de overheid en bedrijfsleven mogelijk gemaakt om op een gestructureerde manier tot een berekening van de vermindering van administratieve lasten te komen. De opstellers van wet- en regelgeving moeten de administratieve lasten voor het bedrijfsleven nadrukkelijk meenemen in het afwegingsproces bij het opstellen van wet- en regelgeving. Mede in het kader van deze verinnerlijking is de omvang van de reducties becijferd door de ministeries zelf. Het risico daarvan is dat de stelling de slager keurt zijn eigen vlees opgaat. Dit in de gedachte dat de reductiedoelstelling van het kabinet wordt bepaald op basis van berekeningen die de overheid zelf maakt. Voor de reductievoorstellen administratieve lasten Walvis en de Paarse Krokodil hebben de ministeries van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid van achter het bureau berekeningen uitgevoerd. Als second-opinion heeft MKB Nederland EIM gevraagd om de reductie van Walvis en de Paarse Krokodil in de uitvoeringspraktijk bij het bedrijfsleven te toetsen. Het onderzoek heeft geleid tot de volgend conclusies: De belangrijkste berekende reductie bij Walvis is de veronderstelde toepassing van de eindheffing door het bedrijfsleven. De eindheffing wordt in de praktijk echter vrijwel niet toegepast door het bedrijfsleven, omdat men: om deze te kunnen doen voor veel loonbestanddelen men toch eerst een loonboekhouding per werknemer dient uit te voeren en bij toezicht/controle moet kunnen onderbouwen en men als werkgever door brutering te maken krijgt met een hogere belastingafdracht. Er lijkt in een beperkt aantal gevallen enkel rekening gehouden te worden met reducties van administratieve lasten, terwijl ook sprake is van toename van administratieve lasten. Zo zijn bijvoorbeeld de administratieve lasten van de reiskostenregeling toegenomen per 1 januari 2004 door het dagelijks bijhouden van het woon-werkverkeer in relatie tot de werkelijk afgelegde kilometers, indien naar andere plaatsen wordt gereisd. Soms moesten dan nacalculaties op de vaste vergoeding plaatsvinden. Deze extra last is onder Paarse Krokodil weer weggenomen. Er is voor een beperkt deel sprake van doublures tussen reductievoorstellen. De indruk bestaat dat bij de berekening van reducties van de Paarse Krokodil opnieuw wordt geredeneerd vanuit de nulmeting terwijl 17

18 op zich al een besparing is berekend voor Walvis op hetzelfde onderdeel. Bijvoorbeeld: ten aanzien van vergoedingen van personeelsverenigingen is in het kader van Walvis een besparing berekend voor de uniformering van loonbegrippen bij de vergoeding personeelsvereniging. In het wijzigingsplan 'Paarse Krokodil' vervalt de loonbelastingverklaring als formulier. Probleem bij deze vereenvoudiging is dat de werkgever nog altijd de werknemer moet identificeren en de werknemer schriftelijk moet verzoeken om toepassing van de heffingskorting. Feitelijk behelst het niets meer dan het vormvrij maken van de loonbelastingverklaring. Een werknemer moet zijn werkgever aangeven dat hij in aanmerking wil komen voor loonheffingskorting. Hij kan daarvoor een vormvrije verklaring afgeven. Op het moment dat hij dat niet doet, dan wel vergeet, zal bij de eerst volgende loonbetaling bezwaar gemaakt worden. De werkgever moet dan met terugwerkende kracht gegevens gaan corrigeren, hetgeen relatief bewerkelijk is. Werkgevers kiezen er derhalve voor om bij indiensttreding zelf een uniform formulier af te geven en aan de werknemer te overhandigen. In de praktijk wordt dan veelal gebruikgemaakt van het format zoals dat via de site van de Belastingdienst gedownload kan worden, waardoor er feitelijk geen verschil is met de vroegere situatie. De merkbaarheid bij het bedrijfsleven is minder dan door de overheid becijferd. Redenen daarvoor zijn al door de Algemene Rekenkamer aangegeven, zoals: geschrapte informatieverplichtingen werden voorheen niet altijd voor 100% door ondernemers nageleefd; bedrijven handhaven voor eigen doeleinden bepaalde administratieve processen, ook al bestaat daar geen wettelijke verplichting meer toe; informatieverplichtingen worden, nadat ze door de overheid zijn geschrapt, opgelegd door actoren in de sector zelf; het duurt enige tijd voordat ondernemers gebruik maken van nieuwe wettelijke mogelijkheden voor lastenreductie; eenmalige aanpassingskosten wegen voor het bedrijfsleven zwaar. De Algemene Rekenkamer deed dan ook eerder de aanbeveling aan het kabinet om: in de communicatie van haar beleid meer aandacht te schenken aan de mate waarin de maatregelen voor het bedrijfsleven merkbaar zijn; bij de selectie van lastenreductiemaatregelen meer ruimte dan nu te geven aan advies vanuit het bedrijfsleven, opdat die wet- en regelgeving waar het bedrijfsleven het meest last van heeft, voldoende wordt betrokken in de weging van het kabinet. In reactie op het onderzoek van de Algemene Rekenkamer zegt het kabinet te beseffen dat de beleefde lastenvermindering een belangrijke indicator is voor het succes van het ingezette beleid. In het traject van verdere verbetering van de opgebouwde infrastructuur en meetmethodiek zal het kabinet hieraan aandacht besteden. Ook zegt het kabinet toe om in de verdere uitwerking van het reductiebeleid uitdrukkelijk in te gaan op de rol die het bedrijfsleven in dit proces kan gaan vervullen. 18

19 Bijlage I Programma Paarse Krokodil 1 Vereenvoudiging heffing op geschenken in natura Samenvatting Er komt één regeling voor geschenken. Over één of meerdere geschenken in natura tot 70 per kalenderjaar vindt eindheffing plaats tegen een vast tarief van 20%. Er worden geen voorwaarden meer gesteld aan de gelegenheid waarbij de geschenken worden gegeven. De overige geschenkenregelingen vervallen, behoudens de regeling voor geschenken met een in hoofdzaak ideële waarde. Beschrijving huidige situatie Er zijn op dit moment drie specifieke regelingen voor geschenken. De eerste specifieke regeling is een verplichte eindheffing tegen een vast tarief van 15% voor één geschenk in natura per jaar tot maximaal 35. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat het geschenk ter gelegenheid van een algemeen erkende feestdag moet worden verstrekt. Deze regeling wordt vooral toegepast bij het verstrekken van kerstpakketten. Onder een geschenk in natura wordt overigens tevens een cadeaubon verstaan. In de praktijk wordt de grens van 35 regelmatig overschreden, waardoor over het resterende bedrag hetzij eindheffing tegen tabeltarief hetzij heffing bij de individuele werknemer moet worden toegepast. Hierdoor moet de werkgever meerdere tarieven toepassen op één geschenk. Dit is een irritatiepunt voor werkgevers. De tweede specifieke geschenkenregeling is de mogelijkheid voor eindheffing tegen tabeltarief over geschenken in natura of in geld. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat deze geschenken moeten worden gegeven ter gelegenheid van een jubileum van de werkgever of een persoonlijke feestdag van de werknemer. De derde specifieke geschenkenregeling houdt in dat geschenken met een in hoofdzaak ideële waarde (zoals gouden horloges, pennen en dergelijke) onbelast zijn. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat deze geschenken worden gegeven ter gelegenheid van algemeen erkende feestdagen, persoonlijke feestdagen van de werknemer, jubilea of het einde van de dienstbetrekking. De gegevens met betrekking tot deze geschenken moeten apart worden geadministreerd. De gegevens moeten in beginsel per werknemer worden bijgehouden bij de loonadministratie. Als groepen werknemers hetzelfde geschenk ontvangen, mogen deze geschenken echter ook collectief worden geadministreerd. Reductievoorstel Het voorstel is om de hiervoor genoemde eerste twee geschenkenregelingen onder te brengen in één eenvoudige geschenkenregeling. De nieuwe regeling luidt als volgt: over geschenken in natura tot 70 per kalenderjaar vindt eindheffing plaats tegen 20%. De huidige grens van 35 wordt verdubbeld naar 70 (uitgaande van de waarde in het economische verkeer), onder verhoging van het eindheffingstarief van 19

20 15% naar 20%, waardoor een irritatiepunt van werkgevers wordt verminderd. Door deze verdubbeling van de grens is het namelijk in de regel niet meer nodig om meerdere tarieven op één geschenk toe te passen. Verder verdwijnt de voorwaarde dat het geschenk alleen bij een bepaalde gelegenheid mag worden verstrekt en de voorwaarde dat er slechts sprake mag zijn van één geschenk per jaar. Hierdoor verminderen de administratieve verplichtingen voor de werkgevers. Vanuit de optiek van vereenvoudiging zijn de huidige verschillen in fiscale behandeling van geschenken niet langer wenselijk. Door één eenvoudige regeling voor geschenken te introduceren, is het voor werkgevers minder bewerkelijk om de fiscale regels toe te passen. De vereenvoudiging betekent wel dat de huidige eindheffingsregeling tegen tabeltarief voor geschenken in geld komt te vervallen. Administratieve lasten De belastingheffing over geschenken wordt eenvoudiger voor werkgevers. Door het verdubbelen van de grens van 35 naar 70 is het in de regel niet meer nodig om meerdere eindheffingsregimes toe te passen op één geschenk. Dit leidt tot een AL-besparing van ongeveer 3 mln. Conclusie: De totale administratieve last voortvloeiend uit de feestgeschenkenregeling bedroeg over 2002 een kleine 70 mln. Een reductie van ruim 4% door de verdubbeling van de grens van 35 naar 70, waardoor het namelijk in de regel niet meer nodig is om meerdere tarieven op één geschenk toe te passen, lijkt reëel. Zoals ook aangegeven in het reductievoorstel zelf, lijkt het voorstel meer bedoeld om irritatie bij ondernemers weg te halen dan om de administratieve lasten te reduceren. 20

21 2 Vereenvoudiging fiscale maaltijdenregeling. Afschaffen van de zeedagenaftrek Samenvatting De zogenoemde 80-maaltijdenregeling vervalt. Alle meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden kunnen onbelast worden vergoed of verstrekt. De normbijtellingen voor deze maaltijden boven de 80 keer per jaar vervallen. Daarmee vervalt ook de normbijtelling van 4,45 per dag voor kost aan boord van schepen. Daartegenover kan de zeedagenaftrek van 4 per zeedag vervallen. Beschrijving huidige situatie De wetgeving maakt met ingang van 2001 een onderscheid tussen maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter en andere maaltijden. Die andere maaltijden worden belast naar de waarde in het economische verkeer. Voor de meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden geldt dat een vergoeding of verstrekking van maximaal 80 maaltijden per jaar onbelast is. Boven de 80 maaltijden moet een normbedrag bij het loon worden geteld ( 1,55 voor een koffiemaaltijd of ontbijt, 3,10 voor een warme maaltijd). Van een maaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter is sprake bij al dan niet verwacht overwerk of werk op koopavonden, tijdens dienstreizen/reizen in het werk van mobiele/ambulante werknemers (vertegenwoordigers, accountants), tijdens een zakelijke bespreking met klanten buiten de vaste werkplek of tijdens werkzaamheden op niet permanente locaties (wegenbouwers, bouwvakkers, filmcrew) of aan boord van vliegtuigen, schepen, boorplatforms of kermiswagens. Als de werknemer door zijn werk niet op een gewone tijd (tussen en uur) thuis kan eten, is in elk geval sprake van een meer dan bijkomstig zakelijke maaltijd. Een lunch op de vaste werkplek is volgens de wetgever geen maaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter en zou dus voor de werkelijke waarde moeten worden belast. Voor een doelmatige uitvoering is geregeld dat de waarde van maaltijden in bedrijfskantines wordt gesteld op 2,00 voor een lunch of ontbijt en 3,85 voor een warme maaltijd. Het verschil tussen het forfaitaire bedrag en de bijdrage van de werknemer is belast. Hierover kan eindheffing plaatsvinden op basis van het tabeltarief. Een vergoeding of verstrekking voor het therapeutisch mee-eten is onbelast. De vergoeding en verstrekking van consumpties tijdens werktijd is eveneens onbelast. Voor de eenvoud is geregeld dat bij vergoeding van consumpties een norm kan worden toegepast van 0,55 per dag en 2,75 per week. Deze regeling is ingevoerd op verzoek van de praktijk (het oude koffiegeld kan zonder bewijs onbelast worden betaald). Voor de verstrekking van kost aan boord van schepen, baggermaterieel en op boorplatforms wordt een normbedrag van 4,45 bij het loon geteld. Dat deze norm lager is dan de algemene norm (voor ontbijt, lunch en warme maaltijd zou 6,20 per dag moeten worden bijgeteld) komt vermoedelijk het is een stokoud onderscheid doordat deze werknemers beperkt worden geacht in de keuze van hun voedingsmiddelen. 21

22 Reductievoorstel Het voorstel is de 80-maaltijdenregeling af te schaffen. Alle meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden kunnen onbelast worden vergoed of verstrekt. Daardoor is het niet meer nodig het aantal meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden (bijvoorbeeld bij overwerk) te registreren. De regeling wordt overzichtelijker. Er blijft alleen een norm over met betrekking tot maaltijden in bedrijfskantines. Als de 80-maaltijdenregeling wordt afgeschaft, moet ook de bijtelling voor kost aan boord vervallen. Alle maaltijden aan boord van een schip worden namelijk gezien als meer dan bijkomstig zakelijk. Administratieve lasten De AL-reductie door het schrappen van de 80-maaltijdenregeling bedraagt 2 mln. Maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter worden niet meer gezien als loon in natura. Hierdoor vervallen AL voor loon in natura maaltijd. Handelingen die niet meer worden uitgevoerd zijn: het eenmalig invoeren als vergoeding, de herleiding van verstrekkingen naar geldbedragen, loonboekingen per werknemer en de controle per werknemer. En er hoeft niet meer te worden bijgehouden of de werknemer over de grens van 80 meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden per jaar heengaat (deze verplichting bestaat nu overigens niet als de werknemer bij voorbaat duidelijk onder die grens blijft). Aanvullende AL-reductie; het afschaffen van de zeedagenaftrek Een aanvullende AL-reductie van 0,2 mln en een vereenvoudiging van het belastingsysteem kunnen worden bereikt door tevens de zeedagenaftrek af te schaffen. In combinatie met het vervallen van schrappen van de 80- maaltijdenregeling is dat mogelijk zonder dat de gevolgen voor de inkomenspositie van de zeevarenden daaraan in de weg staan. De regeling voor de zeedagenaftrek houdt in dat schepelingen die doorgaans ten minste 180 dagen per jaar aan boord van een zeeschip of in een buitenlandse haven verblijven 4 per zeedag mogen aftrekken. De zeedagenaftrek is lang geleden ingevoerd op basis van de gedachte dat zeevarenden meer kosten hebben dan andere werknemers (met name voor kleding en communicatie). Onder de Wet IB 2001 hebben werknemers echter geen recht meer op aftrek van voor de dienstbetrekking gemaakte kosten. De zeedagenaftrek is desondanks gehandhaafd vanwege de anders optredende negatieve inkomensgevolgen voor zeevarenden. Bij een koppeling van beide maatregelen (het afschaffen van de 80- maaltijdenregeling en het afschaffen van de zeedagenaftrek) zijn de inkomenseffecten voor zeevarenden praktisch neutraal. Zeevarenden die onder de loongrens voor de werknemersverzekeringen blijven, gaan er per werknemer per jaar ruim 20 netto per jaar op vooruit. Zeevarenden die boven deze loongrens zitten (circa 5.000), gaan er minder dan 10 netto per jaar op achteruit. De afschaffing van de zeedagenaftrek levert een kleine AL-reductie voor werkgevers op. Met het afschaffen van de zeedagenaftrek vervallen de handelingen: eenmalig invoeren, opnemen per loontijdvak van de aantallen zeedagen en controleren. De aangifte inkomstenbelasting wordt eenvoudiger doordat de vraag over de zeedagenaftrek vervalt. 22

23 Conclusie: De totale administratieve last voortvloeiend uit de vergoeding voor loon in nature gratis maaltijd bedroeg over 2002 ruim 4 mln. Een reductie van 50% door het wegvallen van de handelingen: eenmalig invoeren als vergoeding, herleiden van verstrekkingen naar geldbedragen, loonboekingen per werknemer, de controle per werknemer en het vervallen van de verplichting tot het bijhouden of de werknemer over de grens van 80 meer dan bijkomstig zakelijke maaltijden per jaar heengaat, lijkt mogelijk De aanname is dan dat 50% van de zakelijke maaltijden als minder dan bijkomstig zakelijk worden gezien. De handeling in de Inkomstenbelasting 2002 Reiskosten woning-werk en zeedagenaftrek zorgt voor een administratieve last van 2 mln. waarvan een - niet gekwantificeerd - heel klein deel worden veroorzaakt door de zeedagenaftrek. Echter, de zeedagenaftrek is niet als aparte verplichting opgenomen in de nulmeting Loonheffing 2002, zodat voor de herijking van de 0-meting van 2002 dit reductievoorstel geen rol speelt. 23

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

(Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt. Aanpak AL-irritatie in het loondomein. Rapport project loondomein

(Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt. Aanpak AL-irritatie in het loondomein. Rapport project loondomein (Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt Aanpak AL-irritatie in het loondomein Rapport project loondomein november 2005 0. Managementsamenvatting...1 1. Inleiding...4 1.1. Taakopdracht... 4

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

(Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt. Aanpak AL-irritatie in het loondomein. Rapport project loondomein

(Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt. Aanpak AL-irritatie in het loondomein. Rapport project loondomein (Bijlage bij memorie van toelichting) Beleving telt Aanpak AL-irritatie in het loondomein Rapport project loondomein november 2005 0. Managementsamenvatting... 1 1. Inleiding... 4 1.1. Taakopdracht...

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling

Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Fact sheet positie zeevarenden in de werkkostenregeling Feitelijke situatie zeevarenden aan boord van zeeschepen Zeevarenden verblijven ca. 180 220 dagen per jaar aan boord op zeeschepen in internationale

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Fiscaal Onderwerpen 1. Vereenvoudiging vrije vergoedingen en verstrekkingen (Werkkostenregeling) 2. Wet uniformering loonbegrip (WUL)

Nadere informatie

De werkkostenregeling internationaal belicht.

De werkkostenregeling internationaal belicht. De werkkostenregeling internationaal belicht. Over de werkkostenregeling (hierna: WKR) is al veel geschreven en gesproken. De internationale aspecten van de werkkostenregeling zijn echter onderbelicht

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Werkkostenregeling (WKR)

Werkkostenregeling (WKR) Datum: 13-3-2015 Ontwerp: MKG Nederland B.V. Auteur: MKG Nederland B.V. MKG versie: V004026A00-01 2015, by MKG Nederland B.V. www.mkg.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling.

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling. Voor 1 maart vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2018 plaats. Weet u welke vergoedingen en verstrekkingen onder de WKR vallen? En weet u tot welk bedrag u mag gaan? En wat er gebeurt

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Werkkostenregeling 2018

Werkkostenregeling 2018 26.01.2018 Werkkostenregeling 2018 De hoofdpunten op een rij E-BOOK In dit e-book: In februari vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2017 plaats. De werkkostenregeling blijft voor velen

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen; Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 305 Mobiliteitsbeleid Nr. 204 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Invoering van de werkkostenregeling

Invoering van de werkkostenregeling Invoering van de werkkostenregeling Vanaf 1 januari 2014 is het regime van de werkkostenregeling verplicht van toepassing. Er kan dan dus niet meer voor geopteerd worden om de oude regels (van vóór 2011)

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Werkkostenregeling. Presentatie gemaakt door: Leijtens & Partners B.V. 1-1-2015

Werkkostenregeling. Presentatie gemaakt door: Leijtens & Partners B.V. 1-1-2015 Werkkostenregeling Presentatie gemaakt door: Leijtens & Partners B.V. 1-1-2015 1 Introductie De werkkostenregeling is op 1 januari 2011 ingegaan en vervangt het systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen.

Nadere informatie

Dossiernotitie met betrekking tot wijzigingen/aandachtspunten loonadministratie 2006/2007

Dossiernotitie met betrekking tot wijzigingen/aandachtspunten loonadministratie 2006/2007 Dossiernotitie met betrekking tot wijzigingen/aandachtspunten loonadministratie 2006/2007 Dit betreft een interne notitie die via deze site voor cliënten en relaties beschikbaar is. Nadrukkelijk wordt

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Regels zonder overlast, eindrapport van de Commissie administratieve lasten, p IV 2

Regels zonder overlast, eindrapport van de Commissie administratieve lasten, p IV 2 Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG Datum 14 augustus 2017 Onderwerp Evaluatie Uniformering Loonbegrip Uw kenmerk 2017-0000126063 Ons kenmerk MvH/RvZ/HS/2017-

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

2 Loonheffingen. Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen

2 Loonheffingen. Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen 2 Loonheffingen 2.1 Algemeen Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen overnam van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Werkkostenregeling in HR2day

Werkkostenregeling in HR2day Werkkostenregeling in HR2day Personeel Salaris Vandaag Morgen Per 1 januari 2015 wordt het toepassen van de werkkostenregeling voor alle werkgevers verplicht. In dit document een korte introductie van

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 577 Wijziging van enkele belastingwetten ter vermindering van administratieve lasten (Wijzigingsplan «Paarse krokodil») Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

WERKKOSTENREGELING. Schematisch ziet het systeem er als volgt uit: Nieuwsbrief. werkkostenregeling per 1 januari 2015.

WERKKOSTENREGELING. Schematisch ziet het systeem er als volgt uit: Nieuwsbrief. werkkostenregeling per 1 januari 2015. WERKKOSTENREGELING Vanaf 1 januari 2015 komt er een nieuw systeem voor de fiscale behandeling van vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikking gestelde voorzieningen aan uw personeel (kortom: werkkosten).

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Werkkostenregeling. De vrije ruimte bedraagt 1,2% van de fiscale loonsom.

Werkkostenregeling. De vrije ruimte bedraagt 1,2% van de fiscale loonsom. Werkkostenregeling Sinds 1 januari 2015 is de werkkostenregeling definitief en daardoor verplicht voor alle werkgevers. Hieronder een korte uitleg over de werkkostenregeling én tips voor de juiste toepassing

Nadere informatie

De WerkKostenRegeling Handleiding voor UBplus

De WerkKostenRegeling Handleiding voor UBplus De WerkKostenRegeling Handleiding voor UBplus Versie: 1.3 Versiedatum: 04-01-2015 2 De WerkKostenRegeling Handleiding voor UBplus Inhoudsopgave 1. De WKR toegelicht 2. Overstappen naar de WKR - algemeen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 362 Modernisering van de overheid Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Werkkostenregeling per 2015

Werkkostenregeling per 2015 Werkkostenregeling per 2015 Inhoud Werkkostenregeling verplicht...1 Verschil ter beschikking stellen en verstrekken...1 Hoofdlijnen Werkkostenregeling...1 Werkkostenregel in schema...3 Kosten uit uw financiële

Nadere informatie

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Checklist Werken met de werkkostenregeling Checklist Werken met de werkkostenregeling 1. Verdiep u in de werkkostenregeling Op 1 januari 2011 trad de werkkostenregeling in werking. Op grond van deze regeling mag de inhoudingsplichtige maximaal

Nadere informatie

People Services. De werkkostenregeling ABCD. KPMG Meijburg & Co

People Services. De werkkostenregeling ABCD. KPMG Meijburg & Co People Services De werkkostenregeling In dit memo gaan wij in op de gevolgen van de werkkostenregeling die met ingang van 1 januari 2011 in werking is getreden, en het overgangsrecht waarmee werkgevers

Nadere informatie

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen.

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Toelichting werkkostenregeling 1. Nieuw loonbegrip; vergoedingen belast loon De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Schema werkkostenregeling: -

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Middels dit schrijven willen wij nogmaals uw aandacht vragen voor de werkkostenregeling (WKR).

Middels dit schrijven willen wij nogmaals uw aandacht vragen voor de werkkostenregeling (WKR). Cliëntenbrief werkkostenregeling (WKR) Onderwerp: werkkostenregeling Doel: informeren en adviseren Bestemd voor: ondernemers Eersel, november 2012 Geachte heer, mevrouw, Middels dit schrijven willen wij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

WERKKOSTENREGELING EN IRIS

WERKKOSTENREGELING EN IRIS WERKKOSTENREGELING EN IRIS Renee Pauli/Werkkostenregeling 1 DE WERKKOSTENREGELING De basis Vervangt huidige systeem van vergoedingen en verstrekkingen Van individuele beoordeling per werknemer naar beoordeling

Nadere informatie

Allereerst. Bibi Gelaudie Salarisadministratie. Anne van Haga Salarisadministratie Fiscaal

Allereerst. Bibi Gelaudie Salarisadministratie. Anne van Haga Salarisadministratie Fiscaal Wegwijs in de WKR 17 november 2014 Allereerst Bibi Gelaudie Salarisadministratie Anne van Haga Salarisadministratie Fiscaal Programma Wat is de WKR? Soorten vergoedingen Fiets en de WKR Arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

Hoe werkt de werkkostenregeling?

Hoe werkt de werkkostenregeling? Hoe werkt de werkkostenregeling? Op het eerste gezicht heel eenvoudig Op dit moment kent de Wet Loonbelasting 29 verschillende belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen die u aan uw werknemers kunt

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Als werkgever krijg je uiterlijk in 2015 te maken met de werkkostenregeling.

Als werkgever krijg je uiterlijk in 2015 te maken met de werkkostenregeling. WERKKOSTENREGELING Als werkgever krijg je uiterlijk in 2015 te maken met de werkkostenregeling. Natuurlijk is het hierbij belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de werkkostenregeling. We willen met

Nadere informatie