Voortgangsbericht Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 1 januari juli 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voortgangsbericht Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 1 januari juli 2011"

Transcriptie

1 Voortgangsbericht Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 1 januari juli 2011 Inleiding Voor u ligt het vijfde voortgangsbericht van de Toegangscommissie van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS). Na de inwerkingtreding van de CEAS op 1 april 2006 heeft de Toegangscommissie (TC) eerder in februari 2007, maart 2008, april 2009 en maart 2010 een voortgangsbericht uitgebracht. Dit voortgangsbericht is afgesloten op 1 juli 2011, aangezien op die datum de voorzitter van de Toegangscommissie is teruggetreden. De CEAS is ingesteld door het College van procureurs-generaal (College) naar aanleiding van de evaluatie van de Schiedammer parkmoord. De taakstelling en bevoegdheden zijn neergelegd in het instellingsbesluit dat is gepubliceerd in de Staatscourant van 13 april De CEAS bestaat uit een pool van advocaten-generaal, strafrechtswetenschappers, voormalig politiefunctionarissen en (oud) advocaten. Er is een vaste Toegangscommissie 1 die het College adviseert of er aanleiding is om uit deze pool een driemanschap samen te stellen om een zaak nader te onderzoeken. Indien de TC oordeelt dat een onderzoek noodzakelijk is, volgt het College dit advies op. Op verzoek van de Tweede Kamer is de voorzitter van de TC een onafhankelijke wetenschapper. Zoals ook al bleek uit het in 2008 verschenen onderzoeksrapport De CEAS aan het werk is het contact tussen het College en de CEAS altijd uitstekend geweest. Het College liet niet alleen de TC geheel vrij, maar ook de driemanschappen werd alle vrijheid gelaten hoewel zulks niet noodzakelijk voortvloeide uit het Instellingsbesluit. Sterker nog: waar nodig werd desgevraagd alle steun geboden. De Toegangscommissie is het College daar erkentelijk voor en in het bijzonder de recent afgetreden voorzitter mr. Harm Brouwer. In de verslagperiode - het jaar 2010 en de eerste helft van zijn relatief weinig zaken ingediend. Wel zijn enkele zaken afgehandeld die nogal wat publieke aandacht kregen. We denken in de eerste plaats aan de afronding van het rapport van een CEAS-driemanschap aangaande de 'blind date moord' of 'Drontener bosmoord' en voorts aan de rapportage van de TC met betrekking tot de zaak Baybasin. Daarop zal hieronder ingegaan worden. Maar eerst worden enkele kerncijfers gegeven, waarbij een vergelijking met de voorgaande jaren gemaakt wordt. Vervolgens zullen wij nader ingaan op de activiteiten van de TC en zal worden belicht wat de stand is van de zaken waarin de CEAS nader onderzoek (heeft) verricht. Afgesloten wordt met een vooruitblik. Cijfers 2010 In 2010 zijn zeven zaken onder de aandacht van de TC gebracht, alle door veroordeelden zelf of (hun) pleitbezorgers. Daarmee lijkt de daling van het aantal aanvragen die in 2009 inzette, zich te bestendigen. In het jaarverslag over 2009 werd het vermoeden geuit dat die afname veroorzaakt wordt door het feit dat veroordeelden minder dan voorheen, zelf hun zaak aan de Commissie voorleggen. Dit wordt in 2010 gelogenstraft: alle ingediende verzoeken waren 1 Voorzitter van de TC is professor mr. Y. Buruma, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De andere leden van de toegangscommissie zijn prof. jhr. mr. M. Wladimiroff, advocaat te Den Haag, en mr. F. Posthumus, advocaat-generaal te Amsterdam. De ambtelijke ondersteuning was in de verslagperiode in handen van drs. A. Slotboom en in één zaak bij mw. mr. C.H. de Leeuw. 1

2 afkomstig van kennelijk niet-ontvankelijke personen. In 2010 zijn er geen verzoeken ingediend door wetenschappers en/of klokkenluiders. In de eerste helft van 2011 zijn er geen zaken bij de TC ingediend. Een samenvatting van de zaken die in 2010 en de eerste helft van 2011 zijn behandeld, is opgenomen in de bijlage aantal ingediende zaken * door veroordeelden / pleitbezorgers (14) (10) (10) (3) (7) Anoniem (5) (1) (1) - - door wetenschappers (2) (3) (5) (2) - door "klokkenluiders" - - (1) (1)** - aantal zaken dat voldoet aan alle criteria voor onderzoek aantal beslissingen, c.q. adviezen (over zaken van vorig jaar) (+ 4) 15 3 (+ 1) 7 (+ 2) 1 waarvan advies tot onderzoek * één zaak is twee maal, door twee verschillende indieners, aangebracht ** in een zaak die al bij de TC in behandeling was, heeft zich een klokkenluider gemeld Werkwijze van de Toegangscommissie De TC heeft in 2010 vijf maal vergaderd, in januari, maart (telefonisch), juli, augustus en november. Bij alle vergaderingen is het technische onderzoek in de zaak Baybasin (0014) een belangrijk agendapunt geweest. De TC heeft in die zaak begin 2011 geadviseerd. In de eerste helft van 2011 heeft de TC eenmaal, in juni, vergaderd. De TC heeft in 2010 één zaak beoordeeld waarbij voorzitter Buruma zich moest verschonen omdat de zaak gediend had bij het Hof Arnhem, waar prof. Buruma raadsheer-plaatsvervanger is. Buruma werd bij de beraadslagingen over die zaak vervangen door prof. De Roos met dien verstande dat prof. mr. Wladimiroff dan optrad als voorzitter. Kennelijk niet-ontvankelijke verzoeken worden door de voorzitter van de TC afgehandeld. In dergelijke zaken waarin de CEAS overduidelijk niets kan betekenen, laat de voorzitter dit rechtstreeks in een brief aan de indiener weten. Enkele zaken verdienen een nadere bespreking. Naar aanleiding van een dubbele moord in Sittard is een verdachte tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. De meeste van de aangedragen kritiekpunten zijn echter niet dusdanig dat de bewijsconstructie wordt aangetast. Twijfels over de betrouwbaarheid van de verklaringen van een belangrijke getuige waren aan de rechter bekend. In het rechterlijke oordeel mag de CEAS niet treden. Volgens de indiener, een wetenschapper, is naar een of meer alternatieve scenario s onvoldoende onderzoek gedaan. Naar het oordeel van de Toegangscommissie zijn de veronderstel- 2

3 lingen dienaangaande onvoldoende gesteund door feiten. In het bijzonder was de commissie niet van oordeel dat het staken van het onderzoek tegen een met name genoemde derde moest worden aangemerkt als een manco in het opsporingsonderzoek gezien de geringe kracht van de aanwijzingen tegen hem. Het College heeft het advies van de TC om geen onderzoek in te stellen, overgenomen. De z.g. Warnsveldse pompmoord betreft een zaak, waarin een verdachte na een vrijspraak in eerste aanleg is veroordeeld tot 8 jaar wegens het medeplegen van een gekwalificeerde doodslag welke overigens 16 jaar voor de berechting in eerste aanleg plaatsvond. Gezien het verschil tussen de uitspraak in eerste aanleg en die in appèl lijkt het erop dat er een verschil mogelijk is in de waardering van het bewijs. De overtuiging van de rechter heeft kennelijk een belangrijke rol gespeeld; hierin mag de CEAS niet treden. De indiener wees erop dat de veroordeling uitsluitend is gebaseerd op de verklaring van twee medeverdachten. De door de indiener, een wetenschapper, aangevoerde manco s zijn door de verdediging al naar voren gebracht en uitgebreid tijdens de zittingen van de verschillende instanties besproken. De zwakte van de zaak was in volle omvang aan de rechters bekend. De zaak vertoont een aantal parallellen met de hierna te bespreken CEAS-zaak over de moord in een horecagelegenheid. Na een vastgelopen opsporingsonderzoek wordt het onderzoek heropend op grond van CIE-informatie; de afwezigheid van technisch bewijs tegen de veroordeelde; het feit dat betrokkene is veroordeeld op grond van - tegenstrijdige - verklaringen van medeverdachten. De aangevoerde discrepanties en inconsistenties in die verklaringen hebben de Toegangscommissie er toe gebracht actief onderzoek te doen naar mogelijke aanknopingspunten voor nader onderzoek. Bovendien meldde een klokkenluider een mogelijke onvolkomenheid in het opsporingsonderzoek van destijds. Om deze bewering te verifiëren, heeft de TC het oude politiedossier onderzocht op de aangedragen onvolkomenheid. Een en ander heeft echter niet geleid tot nieuwe gezichtspunten. De TC heeft het College van procureurs-generaal daarom geadviseerd om geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit advies overgenomen. Met betrekking tot een moord in een horecagelegenheid is de verdachte veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. Hij was reeds in vrijheid gesteld toen het verzoek van een wetenschapper de TC bereikte. Zoals in de hiervoor vermelde zaak van de Warnsveldse pompmoord was de veroordeling in belangrijke mate gebaseerd op (tegenstrijdige) verklaringen van medeverdachten. Een bloedspoor dat was aangemerkt als mogelijk daderspoor matchte niet met het DNA van verzoeker of een der andere veroordeelden. Een en ander was aanleiding voor de TC om nader DNA-onderzoek te doen verrichten onder meer naar een tweede indertijd veilig gesteld maar indertijd onvoldoende onderzoekbaar daderspoor. De resultaten van het aanvullend DNA-onderzoek vergrootten de aannemelijkheid dat de sporen dadersporen waren en riepen de vraag op of een tijdens het opsporingsonderzoek afgebroken onderzoekslijn wel terecht was afgebroken. Een en ander gaf de TC aanleiding te bezien of een herziening mogelijk zou zijn. Het College van Procureurs-Generaal heeft de zaak in 2009 met het advies van de TC aan de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad voorgelegd. Deze heeft besloten tot een feitenonderzoek dat - afhankelijk van de uitkomsten van dat onderzoek - grond kan zijn voor de indiening van een ambtshalve verzoek tot herziening. In het vorige jaarverslag is aan deze kwestie nauwelijks ruchtbaarheid gegeven teneinde dat onderzoek niet te belasten. Dit feitenonderzoek loopt nog. In de zaak Baybasin is betrokkene veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens het (vanuit Nederland) medeplegen van een moord in Turkije en vijf andere feiten. De veroordeling is in overwegende mate gebaseerd op tapopnames van afgeluisterde telefoongesprekken. 3

4 Het anonieme verzoek van een (Turkse) klokkenluider bereikte de TC via de raadsvrouwe van verdachte. Hij maakte daarin gewag van door hem uitgevoerde manipulaties van opnames van telefoongesprekken. Ten behoeve van een zorgvuldig advies aan het College, achtte de TC het van belang om een aantal van de aangedragen beweringen op hun technische (on)mogelijkheid te onderzoeken. De TC heeft daartoe een commissie ingesteld van drie deskundigen, een Nederlander, een (door de verdediging voorgedragen) Israëli en een (door het Openbaar Ministerie voorgedragen) Amerikaan. Naar aanleiding van het verslag van deze commissie, is vervolgens aanvullend advies gevraagd aan andere deskundigen. Uiteindelijk oordeelt de voorzitter van deze deskundigencommissie: Wat daarmee overblijft is enige grond voor twijfel bij de authenticiteit van één gesprek en in mindere mate ook bij een ander gesprek. Mede op grond van nader onderzoek door de TC zelf, komt deze tot het oordeel dat enige grond voor twijfel in casu onvoldoende is en 'dat niet vastgesteld is kunnen worden dat er gemanipuleerd is in de onderzochte gesprekken'. Noodgedwongen is het onderzoek beperkt gebleven tot technische vragen. Andere kwesties - zoals de vrijspraak in Turkije van twee mededaders - raken de aan de orde gestelde veroordeling, maar gaven de Toegangscommissie geen aanleiding tot inschakeling van een CEAS-driemanschap. De bevindingen zijn ter kennis gesteld aan de raadsvrouwe die ze openbaar heeft gemaakt. Zij heeft een herzieningsverzoek ingediend bij de Procureur- Generaal bij de Hoge Raad. Door de CEAS onderzochte zaken Na een onderzoek door een CEAS-driemanschap, heeft de Hoge Raad in 2008 de herzieningsaanvraag van Lucia de Berk gegrond verklaard. Het gerechtshof te Arnhem heeft de zaak opnieuw behandeld en onderzoek gedaan naar de levensdelicten waarvan De Berk beschuldigd was. Het gerechtshof sprak De Berk in april 2010 vrij van de eerdere veroordelingen voor moord en pogingen tot moord. Volgens het hof staat niet vast dat de 'slachtoffers' door toedoen van menselijk handelen zijn omgekomen. In de zaak Ina Post heeft de Hoge Raad eind juni 2009 de herzieningsaanvraag gegrond verklaard en de zaak verwezen naar het gerechtshof in Den Bosch. In oktober 2010 heeft dit hof uitspraak gedaan. Het hof achtte de door Post afgelegde bekentenissen onvoldoende betrouwbaar, waardoor er onvoldoende bewijsmateriaal overbleef om tot een bewezenverklaring te komen. Het hof heeft Post vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Eind 2010 heeft het driemanschap gerapporteerd dat het onderzoek gedaan heeft naar de zogenoemde 'blind date' moord of 'Drontener Bosmoord'. De veroordeelde zou zijn rivaal in de liefde onder het mom van een blind date meegelokt en vermoord hebben. Het driemanschap heeft zich niet alleen gericht op de door de indieners aangedragen onvolkomenheden in het opsporingsonderzoek, maar het heeft de onderzoeksopdracht fors uitgebreid. Zo is ook ingegaan op de vragen rond de doodsoorzaak en twee door de verdediging geïnitieerde reconstructies. Daarnaast is aanvullend DNA- en vezelonderzoek verricht. Het driemanschap concludeert dat op geen enkel onderzocht onderdeel sprake is geweest van manco s in de opsporing, vervolging en de presentatie van het bewijs ter terechtzitting die een evenwichtige beoordeling van de feiten door de rechter in de weg hebben gestaan. Evenmin zijn er volgens het driemanschap andere feiten en omstandigheden aan het licht gekomen die in een mogelijke herzieningsprocedure als novum kunnen worden aangemerkt. Het College van procureurs-generaal heeft het omvangrijke rapport voorgelegd aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad. 4

5 Nabeschouwing CEAS en herziening Het Instellingsbesluit legt geen verband met de herzieningsprocedure. In het Jaarverslag over 2006 is op dit punt nader ingegaan, onder meer met een uitleg waarom een kritisch rapport van de CEAS niet noodzakelijk tot inwilliging van een herzieningsaanvraag hoeft te leiden. In het Jaarverslag over 2007 is opgemerkt dat de Toegangscommissie alleen adviezen om tot instelling van een driemanschap over te gaan heeft willen uitbrengen in zaken waarin een feitelijk uitvoerbaar onderzoek mogelijk was naar omstandigheden die niet - of uiterst marginaal - in het dossier van de zitting voorkwamen en die bij gebleken juistheid het ernstig vermoeden rechtvaardigen dat zij tot niet ontvankelijkheid, ontslag van alle rechtsvervolging of vrijspraak zouden leiden. Dat betekent dat de (mogelijke) aanwezigheid van een novum niet prohibitief hoeft te zijn voor onderzoek door de CEAS. Het betekent anderzijds dat de omstandigheid dat geen advies tot nader onderzoek is uitgebracht of dat naar aanleiding van het ingediende verzoek geen manco in het opsporingsonderzoek is vastgesteld niet wil zeggen dat daarmee het laatste woord over de zaak is geschreven. Er zijn zoals reeds uit het Jaarverslag over 2008 blijkt - maar waarvan ook in de verslagperiode sprake was - zaken geweest waarin de TCEAS als reden voor afwijzing geeft dat de rechter kennis heeft genomen van de punten van kritiek. De CEAS dient immers niet te worden beschouwd als onderdeel van het systeem van rechtsmiddelen, als ware het vergelijkbaar met hoger beroep, cassatie of herziening. Om staatsrechtelijke redenen blijft de rol van de zittende magistratuur nadrukkelijk buiten het onderzoek door de CEAS. Uit het opvoeren van deze reden voor afwijzing van een nader onderzoek door een driemanschap mag niet de onmiddellijke conclusie worden getrokken dat de TC het oordeel van de rechter in deze gevallen wel of niet begreep. Desalniettemin is omtrent sommige van deze zaken het oordeel van de rechter moeilijker te volgen geweest. Dit is deels te verklaren doordat vóór 2006 de motiveringsverplichtingen bij bewijsverweren beperkter waren dan nu als gevolg waarvan het kon voorkomen dat de rechter weinig inzicht gaf in zijn beweegredenen. Desalniettemin zal ook in de toekomst de selectie en waardering van de bewijsmiddelen soms vragen kunnen oproepen. Naar aanleiding van de opmerkingen in het Jaarverslag over 2008 over deze problematiek heeft de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad de TC benaderd met het verzoek om inlichtingen op welke zaken werd gedoeld. De TC heeft daarop twee zaken gemeld, welke melding de Procureur-Generaal aanleiding gaf onderzoek daarnaar te laten doen. Dit onderzoek is afgesloten en de Procureur-Generaal heeft de Toegangscommissie laten weten dat ook na indringend onderzoek geen aanleiding werd gevonden een ambtshalve herziening voor te stellen.de Toegangscommissie stelt dit initiatief van de Procureur-Generaal op prijs. Een en ander geeft de TC aanleiding te bevestigen dat zij instemt met het in het wetsvoorstel herziening ten voordele gekozen stelsel waarin de ietwat kunstmatige - maar om staatsrechtelijke redenen noodzakelijke - beperking van de werkzaamheden van de CEAS tot datgene waarover de rechter niet heeft geoordeeld, niet zal terugkeren. Verwachtingen ten aanzien van de CEAS De CEAS is ingesteld als een (voorlopig) antwoord op de grote maatschappelijke behoefte van nader onderzoek naar mogelijk onterechte veroordelingen die was ontstaan na de evaluatie van de Schiedammer parkmoord. In het Jaarverslag over 2007 werd opgemerkt dat de gedachte dat rechters vergissingen kunnen maken (al dan niet als gevolg van het hun aangeleverde materiaal) en dat de huidige herzieningsregeling in dat perspectief te streng is, breed wordt gedeeld. Aan die opvatting hoeft nog niets te worden afgedaan. Daarom is de TC nog 5

6 steeds van oordeel dat een onderzoeksmogelijkheid naast (voorafgaand aan en/of ingebed in) de herzieningsprocedure bij de Hoge Raad zal moeten blijven bestaan. Dergelijk onderzoek zal slechts op zijn plaats zijn als het iets kan toevoegen aan het onderzoek dat reeds door rechters voorafgaand aan de veroordeling heeft plaatsgevonden. Niettemin moet daarbij wel het volgende worden bedacht. De CEAS begon haar werkzaamheden onder een hypotheek van grote verwachtingen. Zelfs de reeds in het Jaarverslag over 2006 neergelegde observatie dat het aantal aanvragen is meegevallen verraste sommigen. In de afgelopen jaren zijn vier veroordelingen achteraf onterecht gebleken: Ina Post waarbij de tenlastegelegde feiten uit 1986 dateren; de Puttense moordzaak uit 1994, de Schiedamse parkmoord uit 2000 en Lucia de Berk uit Daarnaast is te noemen een beperkt aantal veroordelingen ten aanzien waarvan over de feiten blijkens specifiek wetenschappelijk onderzoek vragen zijn blijven bestaan: circa 4 zaken uit de jaren 1980, circa 7 uit de jaren 90 en nog 3 uit de jaren Veel van die zaken zijn terecht gekomen bij de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken. Men zou ook nog kunnen denken aan de circa 60 (doorgaans kleinere) zaken die in 5 jaar tijd tot herziening leidden. Hoewel het aantal verzoeken in de afgelopen jaren is afgenomen, zijn nog steeds geluiden te horen - onder meer van de zijde van de advocatuur - dat er wel degelijk meer potentiële zaken zijn. Natuurlijk is er op meer zaken kritiek te leveren, 3 maar die kritiek betreft dan de bewijsconstructie zoals door de rechter gebruikt zonder dat de betreffende auteurs daar de conclusie aan willen verbinden dat betrokkene onschuldig is veroordeeld. Dergelijk kritisch onderzoek acht de TC zinvoller dan het ietwat vage onrustbarende geluid dat er wel degelijk meer zaken zouden zijn. Zolang die zaken niet bekend worden gemaakt, kunnen we met dat soort geluiden natuurlijk niet veel. Klokkenluiders Vermelding verdient dat - zoals bij de Drontener bosmoord gebeurde - een aanvankelijk afgewezen verzoek later wel kan worden ingewilligd, bijvoorbeeld omdat het nieuwe verzoek specifieker is geformuleerd. Bij de beslissing om dat onderzoek aan te vangen speelde ook mee dat brieven waren ontvangen waarvan de inhoud suggereerde dat ze van anonieme klokkenluiders afkomstig waren. Dat daarbij uiteindelijk twijfels zijn gerezen over de authenticiteit van die anonieme brieven brengt een nieuw probleem aan het licht. De TC heeft zich open opgesteld ten aanzien van anonieme verzoeken van mogelijke klokkenluiders omdat zij zich de kwetsbare positie van klokkenluiders ter dege bewust was. De praktijk is evenwel dat onderzoek naar aanleiding van anonieme brieven waaromtrent ook de TC of het onderzoekend driemanschap zelf geen (of slechts een zeer moeizame) mogelijkheid heeft om de indiener te bereiken, bijzonder moeilijk is uit te voeren. Men zal door een klokkenluider verstrekte informatie die mogelijk aanleiding is om rechterlijke uitspraken te doen herzien toch tenminste moeten (kunnen) controleren Kritiek op de CEAS De CEAS heeft zeker in de beginperiode een goede pers gehad. Dat betekent niet dat het iedereen naar de zin kon worden gemaakt. Zo konden niet alle verzoeken worden gehonoreerd. Dat leverde met verzoekers die evident niet ontvankelijk moesten worden verklaard weinig 2 Ik doel op de Amsterdamse butler (1984), de Warnsveldse pompmoord (1985), de Eper incestzaak (1993), de moord in het Chinese restaurant (1993), de Enschedese ontuchtzaak (1998), de Zwartewaalse incestzaak (1998), Appelschase babymoord (1999), de Drontense bosmoord (2002), de dubbele moord te Sittard (2003). De literatuur daarover wordt aangehaald in P.J. van Koppen, Rechterlijke dwalingen, in P.J. van Koppen, H. Merckelbach, M. Jelicic en J.W. de Keijser, Reizen met mijn rechter, Kluwer 2010, pag Te denken is voorts aan de Rotterdamse carnavalsmoord uit 1984, een kindermisbruikzaak uit 1995, de zaak Sweeney (1996) en de Deventer moordzaak (2000). 3 Men zie bijv. H. Israëls, Moord in Wamel, BJu

7 problemen op. Maar een enkele maal heeft de CEAS wel degelijk kritiek ondervonden als zou zij te streng, te weinig voortvarend of erger zijn geweest. Opvallend is dat in de verslagperiode enige negatieve berichtgeving in de media rond de zaak Baybasin zelfs tot Kamervragen heeft geleid. De omstandigheid dat de raadsvrouwe in die zaak een herzieningsverzoek heeft ingediend brengt mee dat hierover verder het zwijgen wordt toegedaan. Overigens heeft de raadsvrouwe wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om in een nader toelichtend gesprek van gedachten te wisselen met de voorzitter van de TC en de voorzitter van de deskundigencommissie. Sinds de instelling in 2006 zijn vier grote onderzoeken door een driemanschap afgerond. In twee gevallen leidde dit tot een kritisch oordeel, een daarop volgende inwilliging van het herzieningsverzoek en een daaropvolgende vrijspraak. In de twee andere gevallen pakte het onderzoek evenwel niet gunstig voor de veroordeelde uit. Met betrekking tot de Drontener bosmoord bleek dat sommigen door het rapport waren teleurgesteld. Een jaarverslag is niet de plaats om op hun vragen nader in te gaan, hoewel vermeld zij dat degenen die zakelijke kritiek opwierpen wel inhoudelijk antwoord hebben ontvangen. Hoewel wij dus niet op de kritiek zelf in willen gaan - dat zou een soort napleiten zijn - brengen wij de kritische media-aandacht in herinnering met het oog op de toekomst. De omstandigheid dat in de media nu ook kritiek op de CEAS te horen is geweest, onderstreept de kwetsbaarheid van de instantie die een oordeel velt over zaken waarin volgens sommigen een unsafe conviction heeft plaatsgevonden. Zowel de beslissing om een zaak niet nader te onderzoeken als een negatief oordeel over hetgeen is onderzocht kunnen gevoelens van scepsis en teleurstelling oproepen. Het is met het oog op het nieuwe stelsel van het grootste belang te bewerkstelligen dat de juiste middenweg wordt gevonden tussen schepping van een derde feitelijke instantie - waar niemand voor is - en schepping van een systeem dat onbedoeld bijdraagt aan een afnemend vertrouwen in de herzieningsprocedure. Duidelijk zal moeten blijven dat onderzoek zoals dat van de CEAS van uitzonderlijke aard is. Dergelijk onderzoek vindt plaats nadat al minstens in twee instanties over de feiten is geoordeeld. De ervaring van de Toegangscommissie en van de driemanschappen leert dat het bijna onmogelijk is in een werkelijk goed feitenonderzoek een strakke beperking te maken tot hetgeen door de indieners naar voren is gebracht. Daarin verschilt het heroverwegen van een feitelijke beoordeling van het heroverwegen van een rechtsoordeel. Gaande het feitenonderzoek stuit men op nieuwe vragen die nader onderzoek verdienen. Daar staat evenwel tegenover dat die nieuwe vragen kunnen bijdragen aan een onderzoek van zeer lange duur en dat dergelijk onderzoek juist ook verwachtingen wekt aan de zijde van de veroordeelde. Vooruitblik In het jaarbericht over 2009 werd de verwachting uitgesproken dat het jaar 2010 het laatste jaar van het bestaan van de CEAS en haar Toegangscommissie zou vormen, omdat naar verwachting het wetsvoorstel Hervorming herziening ten voordele per 1 januari 2011 in werking zou treden. De CEAS houdt dan van rechtswege op te bestaan. Vanwege de val van het Kabinet, is de Kamerbehandeling van dit wetsvoorstel echter uitgesteld. Zoals het er nu naar uitziet, zal de Hervorming van de herziening ten voordele niet eerder dan medio 2012 in werking treden. Met de benoeming van de voorzitter van de TC prof. mr Y. Buruma tot raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden is een situatie ontstaan van onverenigbaarheid van functies. De voorzitter is daarom teruggetreden. Zijn taken zullen per 1 juli 2011 worden overgenomen door prof. mr C.J.C.F. Fijnaut, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. 7

8 Samenvatting van de zaken die in 2010 zijn aangemeld bij / afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn de nummers 0058 t/m 0064 in 2010 onder de aandacht gebracht. Zaak 0057 is eind 2009 onder de aandacht gebracht van de Toegangscommissie (TC) en is begin 2010 afgehandeld. Ook zaak 0054 is in 2009 ingediend; dossieronderzoek door de TC heeft geen aankopingspunten opgeleverd voor een nader onderzoek; de zaak is begin 2010 afgehandeld. Zaak 0014(A) is eerder aangebracht in 2006; in 2007 heeft een andere indiener nogmaals aandacht gevraagd voor deze zaak. In deze zaak is op verzoek van de TC door buitenlandse deskundigen complex technisch onderzoek verricht dat veel tijd kostte. Inmiddels heeft de TC begin 2011 een advies uitgebracht aan het College van procureurs-generaal. CEAS 2010/0064 Advocaat, namens een cliënt Indiener vraagt herziening omdat de rechter op een dusdanige wijze heeft geoordeeld dat de rechten van de betreffende cliënt en zijn familie op grove wijze zijn geschaad. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat de indiener niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. De CEAS gaat niet over herziening; ook mag de CEAS het oordeel van de rechter niet onderzoeken. De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de indiener per brief bericht waarom de Commissie niets voor hem kan betekenen. CEAS 2010/0063 Veroordeelde De indiener is van mening dat er fouten gemaakt zijn in de procedure rond een door hem ingediende klacht ex. artikel 12 Strafvordering. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat de indiener niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. Bovendien ligt er geen (onherroepelijke) veroordeling voor. CEAS 2010/0062 Burger/pleitbezorger Indiener vindt dat zijn zoon ten onrechte is veroordeeld voor mishandeling. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat de indiener niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. Bovendien ligt er geen onherroepelijke veroordeling voor terzake van een delict waarop 12 jaar of meer gevangenisstraf is gesteld. 8

9 Beslissing Beslissing CEAS 2010/0061 Veroordeelde De indiener is veroordeeld voor lokaalvredebreuk en verwijt de rechterlijke macht, mee te gaan in machtsmisbruik door de eigenaar van de lokaliteit. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. Bovendien is hij niet veroordeeld voor een feit waarop 12 jaar of meer gevangenisstraf staat. CEAS 2010/0060 Veroordeelde De indiener meent dat hij op onterechte gronden is veroordeeld voor het medeplegen van moord. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. CEAS 2010/0059 Veroordeelde De indiener meent dat hij door onbevoegde - namelijk Nederlandse - rechters is veroordeeld voor feiten die hij in het buitenland gepleegd zou hebben. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. Bovendien dient de rol van de rechter in een onderzoek van de CEAS buiten beschouwing te blijven. CEAS 2010/0058 Veroordeelde De indiener meent dat hij op onterechte gronden is veroordeeldd tot TBS; verder vraagt hij om slachtofferhulp. Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort personen die zich tot de Commissie kunnen wenden. Bovendien dient de rol van de rechter in een onderzoek van de CEAS buiten beschouwing te blijven. 9

10 CEAS 2009/0057 Wetenschapper De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor twee moorden en een poging tot doodslag. Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indiener van het verzoek heeft een wetenschappelijke publicatie aan de strafzaak gewijd. De meeste van de aangedragen kritiekpunten zijn niet dusdanig dat de bewijsconstructie wordt aangetast. De twijfels over de betrouwbaarheid van de verklaringen van een belangrijke getuige waren de rechter bekend. In het rechterlijke oordeel mag de CEAS niet treden. De Toegangscommissie heeft daarom het College van procureursgeneraal geadviseerd om geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit advies overgenomen. CEAS 2009/0054 Wetenschapper De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin een aantal personen, na een vrijspraak in eerste instantie, in hoger beroep alsnog veroordeeld is tot 8 jaar gevangenisstraf wegens medeplegen van gekwalificeerde doodslag. Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van 12 jaar of meer op staat en de indiener van het verzoek heeft een wetenschappelijke publicatie aan de strafzaak gewijd. De belangrijkste punten die de indiener aandraagt, zijn tijdens de verschillende rechtszittingen aan de orde geweest. Gezien het verschil tussen de uitspraak in eerste aanleg (vrijspraak) en die in appèl (8 jaar gevangenisstraf), lijkt het er niet zozeer op dat de rechter op het verkeerde been is gezet, maar dat er een verschil mogelijk is in de waardering van het bewijs. De overtuiging van de rechter lijkt een belangrijke rol gespeeld te hebben; hierin mag de CEAS echter niet treden. Naar aanleiding van een tip, heeft de Toegangscommissie dossieronderzoek laten verrichten. Dit heeft niet geleid tot andere gezichtspunten. De Toegangscommissie heeft het College van procureursgeneraal geadviseerd om geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit advies overgenomen. CEAS 2006/0014 A Wetenschapper De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, onder andere wegens het medeplegen van moord. De Toegangscommissie is van oordeel dat het verzoek niet voldoet aan de eisen die zijn neergelegd in het instellingsbesluit aangezien 10

11 geen sprake is van een in een wetenschappelijke publicatie neergelegde - analyse van de strafzaak in kwestie. Evenmin komt de indiener vanuit zijn deskundigheid tot de conclusie dat er in de aangedragen strafzaak manco s zijn in het opsporingsonderzoek en/of de presentatie ter terechtzitting die aan een evenwichtige beoordeling van de feiten door de rechter in de weg kunnen hebben gestaan. De Toegangscommissie heeft het College van procureurs-generaal geadviseerd om geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit advies overgenomen. CEAS 2006/0014 B Deze zaak is door een andere indiener in 2007 opnieuw onder de aandacht gebracht van de Commissie. Om een zorgvuldig advies te kunnen uitbrengen heeft de Commissie aanvullend technisch onderzoek laten verrichten naar de bewering dat er gemanipuleerd zou zijn met telefoontaps. Op grond van de resultaten heeft de TC begin 2011 geadviseerd om geen nader CEAS-onderzoek te laten instellen. Het College van procureursgeneraal heeft dit advies overgenomen. 11

Jaarverslag Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 2009

Jaarverslag Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 2009 Jaarverslag Toegangscommissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken 2009 Inleiding Voor u ligt het vierde voortgangsbericht van de Toegangscommissie van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS). Na

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2006 COMMISSIE EVALUATIE AFGESLOTEN STRAFZAKEN

JAARVERSLAG 2006 COMMISSIE EVALUATIE AFGESLOTEN STRAFZAKEN JAARVERSLAG 2006 COMMISSIE EVALUATIE AFGESLOTEN STRAFZAKEN FEBRUARI 2007 Voorgeschiedenis De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (hierna: CEAS) is ingesteld naar aanleiding van de evaluatie van de

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Datum 20 december 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32045 Wijziging

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 113 Initiatiefnota van het lid Van Nispen: «Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald: een overheidsfonds voor onderzoek naar justitiële

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

De nieuwe bril van de rechter

De nieuwe bril van de rechter De nieuwe bril van de rechter Edwin Kreulen 2:00, 11 oktober 2018 Studio Vonq Zijn de rechterlijke dwalingen definitief de wereld uit? Een wetswijziging leverde in zes jaar tijd een paar spectaculaire

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-39 17 februari 2016 De school had ernstige zorgen over de leerlinge en haar zuster. De commissie kijkt naar de vraag of een

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de gegevens van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 20

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING Rechtbank Overijssel. datum 19 januari 2016 auteur I.A. de Vries

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING Rechtbank Overijssel. datum 19 januari 2016 auteur I.A. de Vries JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 Rechtbank Overijssel datum 19 januari 2016 auteur I.A. de Vries Rechtbank Overijssel pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Achtergrond 3 1.1 Inleiding 3 1.2 De klachtenregeling

Nadere informatie

Voordracht in de zaak van Ina Post regiezitting 22 januari 2010.

Voordracht in de zaak van Ina Post regiezitting 22 januari 2010. OPENBAAR MINISTERIE RESSORTSPARKET s-hertogenbosch Voordracht in de zaak van Ina Post regiezitting 22 januari 2010. Geachte Voorzitter, leden van het Hof, De raadsman heeft namens Clasina Maria Post een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF 1. Een vijfde novum in forensisch-technische zin wordt gevormd door het volgende feit. Zoals hiervoor aangetoond

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Nederlandse Tafeltennisbond

Nederlandse Tafeltennisbond Nederlandse Tafeltennisbond COMMISSIE VAN BEROEP Zaak: CvB 10-05/09-01herz d.d.: 29 juni 2010 Aan geadresseerde(n) Geachte mevrouw, mijnheer, In de bovengenoemde zaak doe ik u bijgesloten de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

WETSVOORSTEL WET HERVORMING HERZIENING TEN VOORDELE

WETSVOORSTEL WET HERVORMING HERZIENING TEN VOORDELE WETSVOORSTEL WET HERVORMING HERZIENING TEN VOORDELE Naam: Antoinette Roos Studentnummer: 838770807 Opleiding: Open Universiteit Nederland Studierichting: Masteropleiding Rechtsgeleerdheid Afstudeerrichting:

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni 2012 Rapportnummer: 2012/092 2 Feiten Verzoeker was directeur van een stichting. Op 21 mei 2010 heeft

Nadere informatie

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld:

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld: A D V I E S Zaak: CWI 2 0 1 5-5 inzake de klacht ingediend door Klager: [naam] tegen Beklaagden: [namen] De Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld: - mr.dr. M.Y.H.G.

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00507/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: J.A.G., geboren te Curaçao, wonende

Nadere informatie

Jaarverslag klachtenbehandeling

Jaarverslag klachtenbehandeling Jaarverslag klachtenbehandeling Inhoudsopgave 1. Achtergrond... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. De klachtenregeling... 3 1.3. De klachtprocedure... 3 2. Klachten in 2016... 4 2.1. Aantal klachtbrieven... 4

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Rapport Ingetrokken of niet? Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Rotterdam,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Rb 's-gravenhage - De rechtbank Rotterdam (nevenvestigingsplaats 's-gravenhage) heeft vandaag in Amsterdam

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing van het LOWI van 24 november 2015 ten aanzien van de klacht van A, bij het LOWI ingediend op 22 april 2015 betreffende de verzoekschriftenprocedure

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Jaarverslag klachtenbehandeling

Jaarverslag klachtenbehandeling Jaarverslag klachtenbehandeling datum 19 maart 2019 versie Definitief auteur I.A. de Vries Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Cijfermateriaal... 3 3 Klachtonderwerpen... 5 4 Informele afdoening... 6 5 Klachtadviescommissie

Nadere informatie

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen

Uitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. M.E.A. Wildenburg, S.J. Drijver, R.C.A. Wilcke) Uitspraaknr. 06.056 Datum: 27 juli 2006 Belemmerde communicatie, zonder reden melden van vermoedelijk ongeoorloofd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

WAARDEVERMINDERING. Onvrede van verzoeker Verzoeker is op twee punten ontevreden over de gemeente:

WAARDEVERMINDERING. Onvrede van verzoeker Verzoeker is op twee punten ontevreden over de gemeente: WAARDEVERMINDERING ANONIEM RAPPORT van de GEMEENTELIJKE OMBUDSMAN OLDEBROEK op basis van artikel 9:36 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht 13-0024 15 oktober 2013 Inleiding Op 25 februari 2013 stuurde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 Rapport Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer A. te Uden, ingediend door de heer mr. K.E. Leoni, advocaat

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 Rapport Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 2 Klacht Op 23 december 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw Pr. te Rotterdam, ingediend door de heer mr. R., advocaat te

Nadere informatie

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat ingeboekt op 12 december onder nummer Dossiernummer 2011 075 OORDEEL Verzoekster Mevrouw S. C. namens haar ouders: de heer en mevrouw I. C. te Hengelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 11 december 2011 en bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.206.984/01 NOT Civiel

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) De VSN doet haar uiterste best om haar leden zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch is het mogelijk dat er zaken fout gaan of niet zoals afgesproken.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Nijmegen. Datum: 28 februari Rapportnummer: 2011/067

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Nijmegen. Datum: 28 februari Rapportnummer: 2011/067 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Nijmegen. Datum: 28 februari 2011 Rapportnummer: 2011/067 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de wethouder van de gemeente Nijmegen niet heeft onderbouwd

Nadere informatie

adviescommissie afgesloten strafzaken jaarverslag 2013

adviescommissie afgesloten strafzaken jaarverslag 2013 adviescommissie afgesloten strafzaken jaarverslag 2013 SOPGAVE 02 inhoudsopgave & bijlagen inleiding 1. de adviescommissie afgesloten strafzaken 2. de werkwijze van de commissie 3. de werkzaamheden van

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556

ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556 ECLI:NL:RBBRE:2008:BC2556 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 23-01-2008 Datum publicatie 23-01-2008 Zaaknummer 4817-02, 4379-03 en 1144-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.15.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0003.N E H J V G, veroordeelde, verzoeker tot herziening, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

366. Wetsvoorstel hervorming herzieningsregeling (2008) ADVIES

366. Wetsvoorstel hervorming herzieningsregeling (2008) ADVIES 366. Wetsvoorstel hervorming herzieningsregeling (2008) ADVIES inzake het concept-voorstel van wet tot Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met een hervorming van de herzieningsregeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293 Rapport Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn sollicitatiebrief van 6 maart 2000 heeft behandeld. Hij

Nadere informatie

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 48-2008 OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE Verzoeker de heer W. te Almelo Datum verzoek Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) HUISHOUDELIJK REGLEMENT. 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) HUISHOUDELIJK REGLEMENT. 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder: TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder: - reglement: het Reglement Tuchtraad Financiële

Nadere informatie