Nederlandse Tafeltennisbond

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlandse Tafeltennisbond"

Suzanna de Smedt
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

Nederlandse Tafeltennisbond COMMISSIE VAN BEROEP Zaak: CvB 10-05/09-01herz d.d.: 29 juni 2010 Aan geadresseerde(n) Geachte mevrouw, mijnheer, In de bovengenoemde zaak doe ik u bijgesloten de uitspraak van de Commissie van Beroep toekomen.

1 Nederlandse Tafeltennisbond COMMISSIE VAN BEROEP Zaak: CvB 10-05/09-01herz d.d.: 29 juni 2010 Aan geadresseerde(n) Geachte mevrouw, mijnheer, In de bovengenoemde zaak doe ik u bijgesloten de uitspraak van de Commissie van Beroep toekomen. Hoogachtend Commissie van Beroep NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Prof. mr. H.J.B. Sackers, Voorzitter 1

2 NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Commissie van Beroep Meervoudige Kamer Zaak-no.: CvB (09-01H) UITSPRAAK in de zaak van: het bestuur van de ttv. HPV, gevestigd te Rotterdam vertegenwoordigd door mw. A. T. en de heer L.H. L., bestuurders Door de Commissie van Beroep is op 16 oktober 2009 uitspraak gedaan in het beroep dat was ingesteld door de heer M.J. B., lid van de ttv. HPV. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie van 30 juli 2009 (met kenmerk TUC 09-03), waarbij ten laste van de heer B. bewezen is verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het verwijtbaar niet-uitspelen (staken) van een of meerdere sets van de competitiewedstrijd tussen de teams van Nationale Nederlanden 4 en HPV 1 op 17 april De Tuchtcommissie heeft de heer B. strafbaar aan de bewezenverklaarde gedraging geoordeeld en zijn vereniging daarvoor een geldboete opgelegd van 100,-. Tijdens de behandeling van het hoger beroep zijn noch van de zijde van de heer B., noch van de zijde van zijn verenigingsbestuur, stukken ingediend, waaruit nieuwe of andere argumenten zijn gebleken. 3. De Commissie van Beroep heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van de Commissie van Beroep is onherroepelijk. 4. Bij brieven van 1 december 2009 (ontvangen door het Bondsbureau op 3 december 2009) en van 7 februari 2010 (ontvangen door het Bondsbureau op 16 februari 2010) heeft de heer L. (alsnog) bezwaren ingebracht tegen de aan zijn vereniging opgelegde boete. 5. Gelet op de inhoud daarvan heeft de Commissie van Beroep de inhoud van deze brieven opgevat als een verzoek om herziening. Dit laatste is immers de enige mogelijkheid om een tuchtzaak, waarvan de uitspraak onherroepelijk is 2

3 geworden, alsnog ter heroverweging onder de aandacht te brengen van het tuchtcollege dat als laatste over de zaak heeft geoordeeld. 6. De Voorzitter van de Commissie van Beroep heeft (volgens het bepaalde in artikel 61 lid 3 Tuchtreglement) de taak eerst te onderzoeken of een herzieningsverzoek mag worden behandeld. Beoordeeld moet worden of het aannemelijk is dat de Commissie van Beroep tot een andere beslissing was gekomen, als zij bij de behandeling bekend was geweest met hetgeen door het bestuur van de ttv. HPV alsnog naar voren is gebracht. 7. Bij brief van 1 april 2010 heeft de Voorzitter van de Commissie van Beroep zijn beslissing kenbaar gemaakt, inhoudende dat de behandeling van het herzieningsverzoek mocht doorgaan, en dat de (tenuitvoerlegging van de) opgelegde boete hangende deze herzieningsprocedure is opgeschort. 8. Desgevraagd heeft mw. T. bij brief van 24 april 2010 (door het Bondsbureau op 26 april 2010 ontvangen) de gronden van het herzieningsverzoek nader gemotiveerd en toegelicht. 9. De Commissie van Beroep heeft voorts (opnieuw) kennisgenomen van de inhoud van de stukken zoals die in eerste aanleg en in beroep aan de uitspraak ten grondslag heeft gelegen, en van de uitspraak waartegen het herzieningsverzoek zich richt. Gelet daarop, evenals gelet op hetgeen in deze herzieningsprocedure is aangevoerd, overweegt de Commissie van Beroep als volgt. 1. De kern van de grieven van het bestuur van de ttv. HPV komt erop neer dat het achteraf is geconfronteerd met een tuchtrechtelijke boete, terwijl het bestuur niet in staat van beschuldiging is gesteld. 2. Het bestuur van de ttv. HPV is op de hoogte geweest van de aangifte en het verloop van de procedures bij de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep, maar het verenigingsbestuur is steeds ervan uitgegaan dat deze procedure was gericht tegen het lid B. (en zijn teamgenoot), en niet tegen de vereniging als zodanig. 3. Het bestuur van de ttv. HPV meent om die reden dat de aan de vereniging opgelegde sanctie niet in stand kan blijven, omdat daaraan een onzorgvuldig onderzoek ten grondslag heeft gelegen. 4. De Commissie van Beroep kan niet anders concluderen dan dat het bestuur van de ttv. HPV het gelijk aan zijn zijde heeft. Uit de stukken blijkt niet dat de ttv. HPV (mede) in staat van beschuldiging is gesteld voor de gedraging van de heer B. (en zijn teamgenoot). Dit feit is de Commissie van Beroep bij de eerste behandeling ontgaan en levert een feit op dat ware het eerder bekend geweest tot een andere uitspraak zou hebben geleid. In zoverre is sprake van een juridisch novum dat tot herziening behoort te leiden. 3

4 5. Zonder reglementaire grondslag kan een tuchtrechtelijke straf of maatregel, voorvloeiend uit een bewezenverklaarde strafwaardige gedraging van een verenigingslid of team, niet aan een vereniging worden opgelegd. Dit is alleen mogelijk als ook de vereniging terzake die gedraging in staat van beschuldiging is gesteld, en zodoende als procespartij in de gelegenheid is geweest zich tegen de beschuldiging te verweren. 6. Zodra een vereniging in staat van beschuldiging is gesteld, moet voor een veroordeling van een vereniging voor de gedraging van een van haar leden bovendien zijn voldaan aan de speciale criteria die hiervoor in de rechtspraak zijn ontwikkeld. 7. In de herzieningsprocedure kan op grond van de nieuwe feiten en omstandigheden een vormgebrek als het onderhavige worden hersteld en kan een nieuw oordeel worden gevormd over de strafwaardigheid van de gedraging en de eventuele aansprakelijkheid van de vereniging. Om die reden is het bestuur van de ttv. HPV in deze procedure uitgenodigd alsnog verweer te voeren tegen het verwijt dat haar is gemaakt voor het staken van een competitiewedstrijd door twee van haar leden (waaronder de heer B.). 8. Daartoe zou, om het bestuur van de ttv. HPV een volwaardige en eerlijke procedure in twee instanties te bieden, deze zaak moeten worden teruggewezen naar de Tuchtcommissie, om met inachtneming van deze uitspraak en gelet op hetgeen namens de ttv. HPV alsnog naar voren is gebracht, opnieuw recht te doen. 9. Het komt de Commissie van Beroep voor dat de aard en ernst van de bewezen gedraging zich niet verhoudt met het oordeel om een volledig nieuwe procedure aan te vangen. Daarbij heeft de Commissie zich rekenschap gegeven van het feit dat sinds het gewraakte incident inmiddels meer dan een jaar is verstreken. Uit oogpunt van doelmatigheid en omdat de belangen van de ttv. HPV daarmee niet worden geschaad, zal de Commissie van Beroep de zaak zelf afdoen. 10. Voorzover in de behandeling van de tuchtzaak tegen de heer B. op enig moment in deze herzieningsprocedure sprake is geweest van een beschuldiging tegen de ttv. HPV, behoort zij daarvoor te worden ontslagen van alle tuchtrechtelijke vervolging. Vanzelfsprekend betekent dit dat de aan de vereniging opgelegde boete dient te vervallen. 4

5 De Commissie van Beroep van de Nederlandse Tafeltennis Bond, bestaande uit prof. mr. H.J.B Sackers (voorzitter), mr. R.N.T.J. Adriaans en mr. L.G.U. Compri (leden), gezien de stukken, met inachtneming van de toepasselijke reglementen en oordelend naar recht en billijkheid; BESLUIT: Het herzieningsverzoek van het bestuur van de ttv. HPV gegrond te verklaren en de uitspraak van de Commissie van Beroep met zaaksnummer CvB als volgt te wijzigen; het beroep van de heer M.J. B., lid van de ttv. HPV wordt ongegrond te verklaard, de uitspraak van de Tuchtcommissie wordt ten aanzien van de heer B. bevestigd; Het bestuur van de ttv. HPV wordt, voorzover sprake is geweest van een verwijt voor het staken van een competitiewedstrijd door twee van haar leden, van alle verdere tuchtrechtelijke vervolging ontslagen. De aan de ttv. HPV opgelegde boete wordt vernietigd. Aldus gewezen te Nijmegen op 25 juni 2010, Prof. mr. H.J.B. Sackers Voorzitter Coll.: i.a.a.: * bestuur NTTB afdeling West * Voorzitter Tuchtcommissie 5

Vergelijkbare documenten

Nederlandse Tafeltennisbond

Nederlandse Tafeltennisbond COMMISSIE VAN BEROEP Zaak: CvB 10-02 en 10-04 d.d.: 25 mei 2010 Aan geadresseerde(n) Geachte mevrouw, mijnheer, In de bovengenoemde zaken doe ik u bijgesloten de uitspraak van