Formulier Vrijstellingsverzoek(en) SVMNIVO

Transcriptie

1 Formulier Vrijstellingsverzoek(en) SVMNIVO Gegevens Aanvrager Naam aanvrager: Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: Vraag 1. Voor welk(e) theorie-examen(s) van SVMNIVO vraagt u vrijstelling aan? Vraag 2. Op basis van welke vak(ken)/opleiding(en) vraagt u vrijstelling aan? (vul volledig in) Behaald(e) vak(ken) /opleiding(en) 1 : Datum van behalen vak/opleiding (niet ouder dan 10 jaar) Examen- of opleidingsinstelling Gewaarmerkt diploma/certificaat 2 bijgevoegd Bewijzen van slagen 3 bijgevoegd Vrijstellingsinformatie bijgevoegd 5,6 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4 Ja / nee 4

2 CROHO-, CREBO- of VAVO-nummer(s) van bovengenoemde opleidingsinstelling(en) Vraag 3. Is volgens u minimaal 80% van alle examenonderwerpen gedekt door het door bovengenoemde vak(ken)/opleiding(en) en heeft u het Bewijs van slagen en de vrijstellingsinformatie aangeleverd? Zo nee, dan hebt u geen recht op vrijstelling. 6,7 Ja / nee 4 Datum en plaats van ondertekening: Handtekening: 1 Meerdere vakken/opleidingen mogen worden ingevuld. Met vak/opleiding wordt bedoeld: de titel van een diploma/certificaat dat u hebt behaald in het kader van een vak of opleiding, waarvan de getoetste inhoud volgens u (geheel of gedeeltelijk) overeenkomt met de onderwerpen in de toetsmatrijs van een bepaald theorie-examen. 2 Het moet gaan om een door de overheid erkend(e) en onder extern toezicht staand(e) vak of opleiding. Bij een in Nederland behaald(e) vak of opleiding betekent dit dat deze onder CREBO (Centraal Register Beroepsopleidingen), VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs) of CROHO (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs) moet vallen. Een in het buitenland behaald(e) vak of opleiding dient erkend en gewaardeerd te worden door Expertisecentra Internationale diplomawaardering SBB (voorbereidend middelbaar onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs) of Nuffic (voortgezet onderwijs en hoger onderwijs). Om het juiste nummer te vermelden gaat u naar de website: en zoekt u in het register de betreffende opleiding. Vermeld de naam en het nummer van de certificerende instelling. 3 Een vrijstellingsverzoek wordt alleen in behandeling genomen als voor elk behaald vak/opleiding een bewijs van slagen is bijgevoegd. Een bewijs van slagen is een document/file waarmee u aantoont dat u een vak/opleiding daadwerkelijk hebt behaald. Als bewijs van slagen wordt geaccepteerd: a. Een gewaarmerkt origineel van een punten/cijferlijst waarop te zien is dat vak/opleiding met een voldoende is afgesloten en/of; b. Een gewaarmerkt origineel van een diploma/certificaat dat laat zien dat vak/opleiding, inclusief relevante onderdelen, is behaald. 4 Verwijder wat niet van toepassing is. 5 Een vrijstellingsverzoek wordt alleen in behandeling genomen als voor elk vak/opleiding vrijstellingsinformatie is bijgevoegd. Dit is een document/file waarmee u aantoont dat de inhoud van één of meerdere onderwerp(en)/onderde(e)len van vak/opleiding overlapt met de meerderheid van de toetstermen van één of meerdere onderwerpen uit de toetstmatrijs van een theorie-examen. Als vrijstellingsinformatie wordt geaccepteerd: een beschrijving van de leerdoelen / eindtermen / toetstermen / examenstof van een behaald vak/opleiding, in een examengids / studiegids / examenbeschrijving / studiebeschrijving geldend in het jaar waarin vak/opleiding is behaald. Dit kan bijvoorbeeld een tekstbestand, screenshot, scan of verwijzing naar een website zijn. 6 Is het vak/ de opleiding te vinden in de vrijstellingenlijst zoals gepubliceerd op de website van SVMNIVO, dan is vrijstellingsinformatie niet nodig.

3 7 In de onderstaande matrices zijn de onderwerpen per theorie-examen vermeld. Voeg per onderwerp van het betreffende theorie-examen toe welke Vrijstellingsinformatie (inclusief onderde(e)l(en) / pagina s) volgens u het bewijs levert dat deze onderwerpen tijdens uw opleiding/examen aan de orde zijn gekomen. Vul de matrices in van de theorie-examens waar u vrijstelling voor aanvraagt.

4 Matrix Rechten Onderwerpen Omschrijving Geleverde Vrijstellingsinformatie met paginanummers Geleverd Bewijs van Slagen Bevindingen analyse Vrijstelling aangetoond? 1 Juridische aspecten 1: Inleiding in het recht 8% De voornaamste juridische begrippen en de structuur van het Nederlandse rechtssysteem. Invullen door aanvrager Invullen door aanvrager Invullen door SVMNIVO Invullen door SVMNIVO 2 Juridische aspecten 1: Personen- en familierecht 3 Juridische aspecten 1: Erfrecht Huwelijk en geregistreerd partnerschap; Rechten en plichten echtgenoten/partners: Gevolgen van gemeenschap van goederen; ontbinden gemeenschap van goederen en gevolgen; verschil aansprakelijkheid voor schulden en draagplicht voor schulden; verschil gemeenschappelijke schuld en schuld die in gemeenschap valt; Huwelijksvoorwaarden/ partnerschapsvoorwaarden. Erfopvolging en de positie van de langstlevende: Begrippen rondom erfrecht; vier groepen erfgenamen; erfrechtelijke verdeling; Testamenten: Functie van een verklaring van erfrecht; Legaten en registergoederen: Onderscheid tussen legaat van een

5 4 Juridische aspecten 1: Goederenrecht 8% 5 Juridische aspecten 1: Verbintenissen en contractrecht 1 geldsom en legaat waarbij een registergoed wordt vermaakt; formaliteiten voordat het registergoed in eigendom van de legataris overgaat. Verkrijging en verlies van goederen: Rechtsregels m.b.t. verkrijging en verlies van goederen; rechtsregels m.b.t. de vestiging, overdracht en tenietgaan van beperkte rechten; rechtsregels m.b.t. de derdenbescherming bij verkrijging van goederen ingeval van beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder en ingeval van onvolledigheid en onjuistheid van in openbare registers gepubliceerde gegevens; rechtsregels van verkrijging en verlies door verjaring; Goederenrechtelijke rechtsverhoudingen en beperkte rechten. Algemene rechtsregels m.b.t. verbintenissen: Bronnen van verbintenissen; aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid; derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid; enkelvoudige verbintenis en alternatieve verbintenis ; voorwaardelijke verbintenis; verbintenis onder tijdsbepaling; opschortingsrechten; toerekenbare tekortkoming (wanprestatie); welke vorderingen door de schuldeiser kunnen worden ingesteld als er sprake is van toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) door de schuldenaar; verzuim; ingebrekestelling ; twee soorten ingebrekestellingen; wanneer ingebrekestelling al dan niet nodig is; vormen van vermogensschade en immateriële schade; vormen van

6 6 Juridische aspecten 1: Notariaat Juridische aspecten 1: Kadaster 7 Juridische aspecten 2: Recht algemeen en staatsrecht 10% schadevergoeding; verrekening (compensatie); algemene regels voor het tot stand komen van overeenkomsten; verbintenissen uit de wet; Bijzondere overeenkomsten: rechtsregels m.b.t. overeenkomsten van koop, verkoop en ruil; rechtsregels m.b.t. overeenkomsten van huur c.q. verhuur van woon- en bedrijfsruimten; rechtsregels m.b.t. overeenkomsten van aanneming van werk, opdracht en lastgeving en bemiddelingsovereenkomsten. Taak, functie en bevoegdheden: Raakvlakken tussen werkzaamheden van de notaris en werkzaamheden van de makelaar; werkzaamheden van de notaris m.b.t. registergoederen; Soorten akten; Onroerende goederen en beperkte rechten daarop: Soorten onroerende goederen; beperkte rechten op onroerende goederen; overige beperkingen voor de (ver)koper van een onroerend goed, zoals antispeculatiebedingen en voorkeursrechten. Taak, organisatie, inrichting en kadastraal recht; AKR, AHR en openbare registers; Kaarten en metingen. Recht algemeen: Verdeling van het recht in zijn belangrijkste rechtsgebieden; Onderscheid rechtsgebieden in het publiekrecht; Verschil tussen privaat- en publiekrecht;

7 8 Juridische aspecten 2: Woningwet, Huisvestingswet en Leegstandswet 10% Codificatie van het recht; Rechtsbronnen; Staatsrecht: Wettelijke grondslagen en staatsorganisatie; Decentralisatie: decentralisatie en deconcentratie en voorbeelden daarvan; bevoegdheden c.q. taken van de bestuursorganen van provincie en gemeenten; Regeling en bestuur. Woningwet: Bouwbesluit 2012, bouwverordening en wijzigingsbesluiten: doeleinden en inhoud van de Woningwet; relatie van de Woningwet met de Grondwet; karakter, inhoud, uitgangspunten en systematiek van het Bouwbesluit 2012; hoe het Bouwbesluit 2012 tot stand komt; begrippen bouwwerken, gebouwen een woningen zijnde, woningen en woongebouwen in relatie tot Bouwbesluit 2012; karakter, inhoud en uitgangspunten van de bouwverordening; door welk orgaan de bouwverordening wordt vastgesteld; verband en verschil tussen Bouwbesluit 2012 en bouwverordening; welstandtoetsing; in welke gevallen en hoe de welstandtoetsing kan plaatsvinden; Woningwet: Zorgplicht die in de woningwet is opgenomen en waar dat is geregeld; typen bouwkundige criteria in de Woningwet en hierop gebaseerde regelgeving; onderwerpen geregeld in het Bouwbesluit, de bouwverordening en de redelijke eisen van welstand; Huisvestingswet en Leegstandwet Doel van de wet;

8 9 Juridische aspecten 2: Wet ruimtelijke ordening 10% 10 Juridische aspecten 2: Wvg en Onteigeningswet 11 Juridische aspecten 2: Diverse wetten Splitsing en onttrekking woonruimte: Woningonttrekking, -samenvoeging, - omzetting en -splitsing. Ruimtelijke ordening en planologisch beleid: begrip ruimtelijke ordening en synoniem; juridische instrumenten/planvormen van de verschillende overheidslagen; Structuurvisies: Inhoud en functies van een structuurvisie plus eventuele rechtsgevolgen; relatie tussen structuurvisie en gemeentelijk planologisch beleid; Functie, inhoud, soorten en procedures van een bestemmingsplan: Functies van een bestemmingsplan; onderdelen van een bestemmingsplan, waaronder planregels; soorten bestemmingsplannen; verschillen tussen soorten bestemmingsplannen; Voorbereidingsbesluit: Inhoud en werkingsduur. Begrip voorkeursrecht: Doel van de Wet voorkeursrecht; begrip voorkeursrecht ; gevolg van vestiging van een voorkeursrecht; geldingsduur van een voorkeursrecht; Onteigeningswet: Onteigening. Monumentenwet 1988: Doelstelling; Ontgrondingswet: Doel; Wegenwet: Doel; Natuurbeschermingswet: Doel en relatie met de Wabo; Flora- en faunawet: Doel en relatie met de Wabo; Boswet: Doel en relatie met de

9 12 Juridische aspecten 2: Milieuwetgeving 13 Juridische aspecten 2: Wabo kapverordening en de Wabo; Drank- en horecawet: Doel Belemmeringenwet privaatrecht: Doel; Luchtvaartwet: Doel; Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wet Puberr): Doel. Wet milieubeheer: Hoofdlijnen ontwikkeling van het milieurecht vanaf 1970 tot heden; vormen van milieuvervuiling en oorzaken; doelstellingen van de Wet milieubeheer; milieueffectrapportage (MER); Wet bodembescherming: Doelstelling; instrumenten om de doelstelling te bereiken; wat in de Wet bodembescherming onder bodem wordt verstaan; belang van bescherming van de bodem; instrumenten voor bodemsanering; bestuursorganen die bevoegdheden hebben bij bodemsanering; Overige milieuwetten: doelstelling van de Wet geluidhinder; instrumenten die de Wet geluidhinder kent om de doelstelling te bereiken; doelstelling van de Waterwet. Algemeen: Doel van de Wabo; toetsingscriteria voor een activiteit die onder de omgevingsvergunning valt; Begrippen: project; omgevingsvergunning; Omgevingsvergunning: reguliere en uitgebreide voorbereidingsprocedure bij de behandeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning schematisch weergeven, zowel eenvoudige als ingewikkelde aanvraag; verschillende mogelijkheden om af te wijken van een

10 bestemmingsplan, beheersverordening en/of exploitatieplan door middel van een omgevingsvergunning; in welke gevallen er zonder omgevingsvergunning gebouwd mag worden; fatale termijnen voor behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen; gevolgen van overschrijding van de termijnen; waar wijzigingsgronden voor omgevingsvergunningen zijn te vinden. Totaal Vrijstelling verleend? Matrix Capita Selecta Onderwerpen Omschrijving. De kandidaat Geleverde Vrijstellingsinformatie met paginanummers Geleverd Bewijs van Slagen Bevindingen analyse Vrijstelling aangetoond? Invullen door aanvrager Invullen door aanvrager Invullen door SVMNIVO Invullen door SVMNIVO 1 Bouwkunde algemeen 2, Belanghebbenden en bouwdeelnemers: Plaats, functie en verantwoordelijkheden van belanghebbenden en bouwdeelnemers in het bouwproces; Tekeningen en bestek: Bouwkundige tekeningen,

11 2 Bouwkunde constructieve opbouw 10% gebruikte elementen en materiaaltoepassingen; Bouwvormen: Hoofdgroepen in uiterlijke bouwvormen; Architectuur en bouwstijlen: Europese en Nederlandse architectuurstromingen. Hoofdopbouw: Elementen van de hoofdopbouw; Grondwerken, funderingen en kelders: Meest voorkomende grondsoorten; grondwerken en hoofdkenmerken; sonderingsdiagram en grondboringstaat; funderingstypen op staal en op palen; Steenconstructies: Functies van en eisen aan steenconstructies; gebakken en niet-gebakken materialen; KZ-steen, drijfsteen, betonsteen, cellenbeton, gipsblokken, baksteenkwaliteiten; Beton: Betonschades, gevolgen; Hout: Eigenschappen, kwaliteitskenmerken, toepassingen, gebreken, kwaliteitsnormen, kwaliteitsklassen, duurzaamheidsklassen, keurmerken en verduurzamingmethoden van hout; meest voorkomende houtsoorten; Houten kozijnen, ramen en deuren: Details houten kozijn of pui; vaste en draaiende delen; Vloeren, wanden en plafonds: Woningscheidende en dragende vloeren en wanden; vloeren indelen naar plaats; Kappen en dakken: kap- en

12 3 Bouwkunde afwerking en installatie 7, dakvormen. Riolering en sanitair: Soorten en onderdelen van binnen- en buitenriolering; soorten sanitaire toestellen; gebreken binnen- en buitenriolering en oplossingen daarvoor; Waterleiding: Soorten binnen- en buitenwaterleiding; warmwatertoestellen; Gasinstallaties: Gasverbruiktoestellen; Elektrische installaties: Diverse soorten elektrische installaties, schakel- en verdeelinrichtingen en hulpstukken; leidingen, bedradingen, kabelgoten, aanlegsystemen, aansluitpunten en toebehoren; voorzieningen en bijzondere onderdelen; doel, functie, eigenschappen, voor- en nadelen en werking van alternatieve electra-installaties; Verwarming: Cv-installaties; kenmerken van en verschillen tussen standaard cv-ketel, VR-CVketel en HR-CV-ketel; energiebronnen/brandstoffen; vloer- en wandverwarmingssystemen; Andere installaties: Maatregelen ten behoeve van inbraakbeveiliging; elementaire begrippen van ventilatie; Afwerkingen: Soorten wandafwerkingen en toepassingen daarvan; houtwaren c.q. houtachtige waren en platen van andere materialen.

13 4 Bouwkunde kwaliteitsbeoordeling, onderhoud en beheer 5 Vastgoedeconomie consumptie 2, De bouwkundige waarde van gebouwen: Betekenis van en verhouding tussen factoren die de waarde van gebouwen bepalen; Bouwmethoden: Bouwperiode en wijze van totstandkoming van bouwwerken; Instandhoudingstermijn en levensduur: Schatting van instandhoudingstermijnen; riscofactoren die instandhoudingstermijnen kunnen beïnvloeden; Bouwfysische toepassingen: Effect van warmte-isolerende maatregelen, effecten en gevolgen van ventilatie; isolatiematerialen; vocht en vochtinvloeden op binnenklimaat en bouwkundige constructies; Ontwikkelingen ten aanzien van milieu- en duurzaamheidseisen: Milieuvriendelijk bouwen (DUBO); milieuschadelijke bouwmaterialen; opheffen van de oorzaak dan wel neutraliseren van de gevolgen van milieuschadelijke situaties; milieuvriendelijke en op duurzaamheid gerichte bouwmaterialen. Basisbegrippen consumptie: Consumeren en sparen, verschil tussen consumptiegoederen en investeringsgoederen; bepalen of producten uit de vastgoedbranche

14 6 Vastgoedeconomie productie 2, 7 Vastgoedeconomie marktverhoudingen 2, 8 Vastgoedeconomie vermogensmarkten 2, en aanverwante branches tot consumptiegoederen dan wel investeringsgoederen behoren. Basisbegrippen productie: Produceren en productiefactoren, de drie productiefactoren. Marktvormen en marktmechanismen: Marktvorm en factoren die de marktvorm bepalen, homogene, heterogene producten en productdifferentiatie, monopolistische concurrentie, homogeen oligopolie, heterogeen oligopolie, duopolie en monopolie; Overheidsingrijpen in het marktmechanisme: Waarom de overheid de productie van collectieve goederen op zich neemt; De primaire, secundaire, tertiaire en quartiire sector: welke bedrijven tot de primaire sector, de secundaire sector, de tertiaire sector en de quartaire sector behoren. Vermogensmarkten: Verschil tussen geldmarkt en kapitaalmarkt; verschil tussen geldmarkt in enge en ruime zin; termijndeposito s, certificates of deposit en commercial papers; van leningsvormen bepalen of deze tot de geldmarkt dan wel tot de kapitaalmarkt behoren; partijen die als aanbieders van vermogen op de vermogensmarkt opereren; hypothecaire lening; verschillende

15 9 Vastgoedeconomie rente 2, 10 Makelaardijleer makelaardij 11 Makelaardijleer koop, verkoop en veiling 12, soorten beleggingsfondsen; verschillen tussen direct en indirect beleggen in vastgoed; verschillen tussen vastgoedbeleggingen en beleggingen in andere vermogenstitels en voor- en nadelen van beide vormen. Rente: Verschil tussen lange en korte rente, hoge en lage rente, nominale en reële rente; factoren die de hoogte van de geldmarktrente, hoogte kapitaalmarkt en hypotheekrente bepalen. Geschiedenis en organisatie; Taak en functies van de makelaar, certificering. Intakegesprek opdracht koop/verkoop; Koop- en verkooptransacties; Openbare verkopingen: Redenen om door middel van een openbare verkoping een onroerend goed te verkopen in plaats van onderhands; voor- en nadelen van een veiling. 12 Makelaardijleer huur en verhuur en beheer 17, Huurwetgeving: Actuele rechtsregels m.b.t huur; doelstellingen en instrumenten huurwetgeving; hoe de huur van een woonruimte kan worden beëindigd c.q. ontbonden; welke huurbescherming de huurder van

16 een woonruimte geniet; Huurprijzen: Verschil totale huurprijs en kale huur; geliberaliseerde huurprijs; hoe huurprijswijzigingen van woonruimte tot stand kan komen; doelstellingen en instrumenten van de Uitvoeringswet huurprijzen; taken en wettelijke bevoegdheden van de huurcommissie; welke geschillencommissies bij een geschil omtrent de huurwetgeving; wettelijke bevoegdheden geschillencommissies bij slechting van geschillen omtrent de huurwetgeving; rol kantonrechter in een geschil over de huurprijs van een woonhuis; vrijstellingsregeling terzake BTW met betrekking tot verhuur van onroerende zaken in de Wet OB 1968; Bemiddelingsfase: Onderdelen van intakegesprek inzake de totstandkoming van een huurovereenkomst; huurovereenkomst door aanbod en aanvaarding; volmachtverlening, optie en voorkeur; wat er in een huurcontract behoort te staan; functie van een inspectierapport; rol van algemene voorwaarden bij huur en verhuur; Subsidies/toeslagen: Doel en instrumenten van de Wet op de huurtoeslag; criteria die een rol spelen bij de berekening van de huurtoeslag; eisen aan de aard van de woning in het kader van toeslagverlening uit hoofde van de Wet op de huurtoeslag; renovatie; hoe de renovatie bij een complex

17 13 Makelaardijleer financiering van woningen verloopt; Beheer en vastgoedmanagement: Functies en werkzaamheden van de vastgoedmanager in hoofdlijnen; verschil tussen commercieel en technisch vastgoedmanagement; verschil tussen portfoliomanagement, assetmanagement en propertymanagement; werkzaamheden van een makelaar/beheerder van verhuurde onroerende zaken; taken en bevoegdheden van een Vereniging van Eigenaren; taken en rechten van een bestuur van een Vereniging van Eigenaren; rechtsregels met betrekking tot Vereniging van Eigenaren; minimaal drie elementen waaruit een huurafrekening bestaat; technisch beheer; gebruikelijke tarieven voor het voeren van beheer. Hypotheekrecht en pandrecht: Hypotheekrecht; verschil hypotheekrecht en pandrecht; prioriteitsbeginsel met betrekking tot de rangorde van hypotheken; bedingen die van rechtswege voorkomen op een hypotheekakte; hypothecaire lening, hypothecaire zekerheid, hypotheekgever, hypotheeknemer, geldgever, geldlener; meest gangbare hypotheekvormen; strekking van een positieve/negatieve hypotheekverstrekking; De hoogte van de hypothecaire

18 lening: Voorwaarden NHG, meefinanciering kosten hypotheek met NHG, toetsing BKR bij hypotheek; Fiscale aspecten: Boxenstelsel Wet IB Makelaardijleer taxatieleer 2, Taxatieprocedure. 15 Makelaardijleer marketingbeleid 20% Personeelsbeleid: Interne marketing en belang voor optimaliseren van de dienstverlening; Promotiebeleid: Verschillende elementen uit het communicatieproces; communicatiemix en verschillen tussen reclame, publiciteit, public relations, sponsoring, persoonlijke verkoop, sales promotion en direct marketing; communicatiedoelgroep; massacommunicatie en massamedia; hiërarchie ondernemingsplan marketingplan communicatieplan reclameplan; verschil tussen pull-strategieën en push-strategieën; spontane en geholpen naamsbekendheid; vier fasen AIDA-model; unique selling proposition, me-too-producten, functie en belangrijkste elementen briefing aan een reclamebureau; voor- en nadelen van verschillende soorten media; sponsored magazine en voorbeeld daarvan; bereik, dekking en waste van

19 reclameboodschap; verschil tussen interne publieksgroepen en externe publieksgroepen; Productbeleid: Product in marketingtechnische zin; productmix; fysieke product, uitgebreide product, totale product, fysieke eigenschappen, toegevoegde eigenschappen, afgeleide eigenschappen; productlevenscyclus; productklasse, productgroep, productvariant; fases productontwikkelingsproces; verschil technische kwaliteit en consumentenkwaliteit; 20/80-regel, kernassortiment en randassortiment; trading up, trading down, pricing line, line stretching en line filling; Prijsbeleid: Factoren die bij prijsbepaling een rol spelen; prijsplafond en bodemprijs; afroomprijsstrategie dan wel penetratieprijsstrategie; kostengeoriënteerde prijsbepaling, afnemersgeoriënteerde prijsbepaling en concurrentiegeoriënteerde prijsbepaling; prijsdiscriminatie dan wel prijsdifferentiatie; prijszetting en prestigeprijs; premium pricing, me-too pricing en discount pricing; Distributiekanaal: Begrip distributiekanaal; kenmerken franchisesysteem; voor- en nadelen van het franchisesysteem; functies accountmanagement; elementen interne en externe presentatie van makelaardij; relatiemarketing en waarom steeds

20 meer dienstverlenende bedrijven dit toepassen; de drie R s en wanneer deze worden toegepast. Totaal Vrijstelling verleend?